Denkt aan de Yerkooping Moedercursus. Do moedercursus door dokter Pri s blijkt wél in een behoefte te voorzien! Werden voor den eersten Cursusavonth\dle slechts een paar dagen tevoren in de pers was aangekondigd, 70 toegangsbewijzen aange vraagd, voor den 2den avond, j.l. Donderdag, waren 110 entreè's uitgereikt. Voor dc aandachtig luisterende vrouwen behandelde dokter Prins de voordeelen der borstvoeding en eenige veel voorkomende ziektever schijnselen bij kraamvrouw en kind, met de middelen tsr voorkoming en ter bestrijding, 't Was een zeer leerzame avond I Predikbeurten. Wegens den gemeentedag te Hilversum te houden is er op 14 D-cember voor de Doopsgezinde Ge meente geen dienst. Tweede Abonnements-Co.ncert. De groote zangeres llona Durige, die op het tweede der door het Concertbureau Hans Augustin in «Amicitia* georganiseerde Abonnements-concerten zal optreden op Zaterdag 20 November, heeft het volgende belang rijke en interressnte programma samengesteld: Aria's en Liederen van Handel, Brahms, Brucken Focij, Reger en de liederen van Gustav Mahler waarmede zij op het Mahlerfeest te Amsterdam zulk schitterend succes behaalde. Lis Sven Schola Het programma van den tweeden Liederen- en Duettenavond, te geven door Lira en Sven Scholander in Amicitia op Maandag 15 dezer, kondigt weer een schat van nieuwe en oude chansons. Men oordeele zelf: ia. Das Frühstück im Granen Carl Michael Bellman Frukosten I det gröna 1740—1795 b. RatselliedVolkslied c. Mondscbeinlied (aus dem Bergiscben) Volkslied d. Les Métamorphoses Chanson Populaire Lisa en Sven Scholander. P. Gyttenhammar *a. Wanderlied Vandringysang b. Das Madchen am Splnnrad(Voss, 1791), Harder, 1803 c. La Grandemère imprudente L. l'uget, 1840 Lisa Scholander. 3a. Schneider JahrestagVolkslied b. Three jolly SailorboysSallorsong c. Li vieux MendiantP. Delmet d. La filie du PrésidentChanson roccoco Sven Scholander. 4a. Die Nachtwandler (Falke-Scholander) Bunge b. Titilariti, tontonlariton Chanson populaire c. La demande en mariage L' Puget 1840 ILisa en Sven Scholander Lezing prof. Vogelsang. Donderdagavond sprak in Amicitia voor de Nuts- afdeellng prof. Vogelsang uit Utrecht over de nieuwere richting in de schilderkunst. Spr. gat allereerst een definitie van wat kunst is: een brok werkelijkheid, door den kunstenaar te baat genomen om het algemcene via zijn eigen persoon lijkheid - aan anderen te doen kennen. Het is dus kunst (liet te doen van afbeelding, maar om door mdere accentuatie van het eene, eu opzettelijke ver- ivoudiglng van het andere, een b paalde geestes- iteldheid, gedachte of emotie of beiden gecom- leerd op te dwingen. Deze achtergrond, dit rerkslijk Wezen der Kunst, was ook aanwezig in de tdere schilders, die nog >gewoon» schilderden, maar ordt sterker en bewuster, meer domineerend en technisch juister, naarmate wij de modernen naderen. In onze dagen Is het reeds zoover gekomen, dat de schilder meent het natuur-object geheel te kunnen missen, n.l. in de zoogenaamde abstract-reëfle scbilder- kunst, waar dan de abstract gedachte ontroering in verhouding van enkel kleur wordt geheeld, zooals in het buitenland bv. door Kaudinsky (expressionistisch) en in ons land door Mondriaan (abstract-reëel)'. Andere uitingen van dezen tijd zijn hetCubisme.dat door het abstra- heeren der vormen het universeele poogt te beelden, en liet futurisme, dat door het verbreken van den vorm bet dynamische tracht te beelden. (Het kubisme en het futurisme zijn dan ook twee tegengestelden.l. hel synthetische en het analytische. Het nog ongeboren neo-cubisme zal synthetisch analytisch in éénen moeten zijn. Versl.) De vereenvoudiging is meer in het bizonder dc eigenschap der Kubisten. Zij gaat zoo ver, dat de oorspronkelijk als aariighcidbedoelde naam >Kubiame< thans letterlijk waar wordt en de schildering gebaseerd is op de kubus en andere meetkunstige vormen. Voor bet publiek is dergelijke kunst nog niet oemelijk, omdat de kunstenaar zijn tijd twintig of dertig jaar vooruit is. Wij vinden thans heel gewoon èn heel mooi. wat voor nog niet zoo lang geleden als krank; Innigheid werd versleten (Van Gogh b.v.) en zoo kan het ook met onze tegenwoordige schilderkunst gaan. Hier past dus een bescheiden goedwilligheid en beeft men vooral na te laten het domme lachen om Iets wat men niet begrijpt. Een aantal uitstekende projecties verduidelijkte bet gesprokene. Jammer, dat de goede raad van den heer Vogelsang, om toch niet te lachen om wat men niet begrijpt, zoo slecht werd opgevolgd. Inderdaad kinderlijk was het Sïglchel, niet alleen van de kleintjes wat déden e In hemelsnaam kiert maar ook van vele gzooten. Waarom, wanneer-men hier nog niet eens toegekomen is asn het behoorlijk verstaan van de allereenvoudigste expressionistische kunst, die in groote kuituur-landen als Dultt:hland b.v. en tegenwoordig ook Rusland gemeen goed geworden !s en een heel gewoon ver schijnsel la zelfs dagbladen en tijdschriften, wairom komt men dan hier, waar gesproken wordt over wat zooveel moeilijker is, als kubisme en abstracht reGele schilderkunst. In Parj's is het cubisme in dezen t:jd de eenlg gangbare kunst, maar Amersfoort is Parijs niet, cn wie hier doet als-of maakt zich alleen be lachelijk. Aan de andere zijdo past hier een woord van strenge afkeuring aan bet adres van hot Nu'sbestuur, dat oiet beter heeft overdacht wat het deed, toen het prof. Vogelsang bier uitnoodlgde cn hem daarmee aan een psychische atmospheer blootstelde, welke voor dezen wel academischen doch niettemin fijn-gcvoeligen schoonheid-kenner zeer zeker weerzin-wekkend is op Woensdag 17 Nov. 1920 's avonds half 7 in „Het Boompje" vau de perceelen Kortegracht 18 en 20 mot fabriek, bouwterrein en belendonde perceelen groet 1012 M:. Zie vorder biljetten. Hevige brand. Hedennacht omstreeks 12 uur werden wij opgeschrikt door een hevig brandgeroep. Het bleek, dat boven in de Nieuwe Ameryfoortsche Melksalon en Burgerhotel, Langestraat 99, bewoond door de heeren Schoenaker en Sleeking, brand ontslaan was. Het vuur greep snel om zich heen, gevoed door de vele houten beschotten en betimmeringen, en weldra wrs het geheele boven huis één laaiende vuurzee. Tijdig konden echter alle bewoners het gevaarlijke perceel verlaten, zoodat er ten minste geen persoonlijke ongelukken te betreuren zijn. Zielig was het evenwel de bijna naakte kinderen, uit hun slaap opgeschrikt en niet begrijpend nog wat er gebeurde, op bloote voetjes over straat te zien vluchten. Zij werden bij buren vriendelijk opgenomen. Te ongeveer half een arriveerde de brandweer, eerst met weinig en later met wat meer materiaal. Ónder de oordeelkundige leiding van den heer Schuite Nord- holdt gelukte het toen het vuur te beperken en tegen half drie was men het geheel- meester. Dat de belen dende perceelen eenige waterschade opliepen, was na tuurlijk niet te vermijden. Eigenaar van het verbrande huis is mevrouw de wed. Troelder, uit Leeuwarden. Verzekering dekt de schade. Nu spijt het ons, naast de woorden van iof, die wij gaarne over hebben voor de flinke elementen onder leiders en minder personeel van de brandweer, een ernstig woord te moeten zeggen over de geringe ge oefendheid van verschillenden onder deze mer.schen en over den min goeden toestand, waarin het materaal schijnt te verkeeren. Belachelijk mag het iu de eerste plaats heeten, dat men voor de eerste spuit, welke ter plaatse was, de brandkraan niet vinden kon niet dan na lang zoeken althans en dat daarna de straalpijn weer niet in orde was. Verder was er niet het minste bewuste systeem bij de brandwachts merkbaar, werd et noodig met slangen heen en weer gesleept en stond de kleine brandladder voor piet snot een eind van den brand at, tot eindelijk de heer Relnboud het ding In gebruik deed nemen. Nu weten wij wel, dat men in een kleine stad als do onze geen booge eischen stellen kanmaar zóó behoeft het toch niet te zijn. Men neme een voorbeeld aan Hilversum. Het geluk heeft gewild er hoegenaamd geen wind was. Anders waren misschien de gevolgen niet te overzien geweest. Dat er ifets niet deugt bij de brandweer, weet iedereen. Pas geleden heeft zich dat bij een ander geval duidelijk gedemonstreerd. Wij hadden verwacht daarop van bevoegde zijde critick te hooren. Nu dit niet het geval is geweest, doen wij het bij dezen. De gemeente heeft o.i. te zorgen dat ie het bluschmateriaal volkomen in orde is en 2e dat het personeel zoo ge schoold is, dat het niet alles voorgekauwd hoeft te krijgen. Zooals bet nu is gaat het misschien tuinig, maar dan toch met de bekende zuinigheid die de wijsheid bedriegt. Uit hot politie-rapport. Ten nadeele van een bewoner van de Regen- tesselaan alhier zijn uit een achter zijn huis staand schuurtje een hecrcn- en een damesrijwiel ontvreemd. Een tweetal personen werden bekeurd wegens rijden zonder licht. Een bewoner van den Soesterweg is terzake openbare dronkenschap na verzet tegen' de politic in arrest gesteld. Op de Varkensmarkl vondqn een paar kringetjes- spugers bij een woordenwisseling het noodig elkander met da banden te gaan bewerken, tengevolge waar van de een den ander dooi; een spiegelruit drukte van het huis bewoond door den heer T„ waardoor aanmerkelijke schade ontstond. Proces-verbaal ls op gemaakt. Bekeurd wegens berijden van een rijwielpad met paard en wagen een inwoner uit Bunschoten. Een bewoner van de L Nicasiusstraat en een van de Huygenslaan doet aangifte van diefstal van waschgoed uit den tuin achter hunne resp. woningen. Door het personeel van het posthuis aan den Soesterweg is con zwakzinnige aangehouden, die bij onderzoek in Soest bleek thuisjte behooren. Na eenigen tijd aan het bureau te zijn gehouden ls hij door zijn familie afgehaald. Een aannemer, aan de Breestraat wonende, bekeurd terzake overtreding der nieuwe arbeidswet. Ingezonden Stukken. Buiten ver an Zwoor deljkh eid der Redactie, Kopyvan ingezonden stukken, al dan niet geplaatst, wordt niet teruggegeven. geweest. Lezing van prof. Vogelsang over De jongste richtingen in de moderne Schilderkunst.* Geachte Redacteur. Je vroeg me van deze lezing een verslag of recensie te schrijven. Schoon 'k er geweest ben, doe ik hot niet. Waarom niet? Omdat de houding van het publiek (een stuk van het beroemde >denkend deel der natie*, of anders ge zegd >bet intellect*) zóózeer al m'n aandoeningen en gewaarwordingen omtrent de onderwerpen zélf heeft doen veranderen in éón bitterheid omtrent de dwaze, lage, vooze, méér dan-crgerlijke houding van het zootje mc k®CB» dat 'k daar a"e«n over schrijven kan, rchrijven moet met terzijde stelling van de ge wetensvraag aan me zelf, of ze het waard zijn. Denk er goed om, dat daar geen «gewone arbei ders* waten krachtens hun geboorte verstoken van alles wat werkelijke kunstenaars hebben voortgebracht, dus van alles wat werkelijke kunst is, onbekend met elke dieper—werkende schoonheids—ontroering, en daardoor niet in staat maar ook niet voor gevende b.v. de «jongjte richtingen in de moderne schilderkunst*, ook maar bij benadering te begrijpen. Denk er om, dat daar niet zulk publiek maar het «denkend deel der natie* was, de «Intellectueelen*, de «werkers met het hoofd*, vól van hu-hu-ge wich- tigbeidjes, bij voorkeur zich bewegend op 't gebied waar het kwik van hun geeatesthermometer vér onder nul staat: de kunst. Stel je nu voor: De professor spreekt over het inprersionisme en wijst er op, dat deze richting plm. 30 jaar geleden gehoond en bespot werd. Verder, dat het publiek van nu deze richting ais-vanzelf-mooi aanvaart, de werken van de beste impressionisten aangaapt (zoo zei de prof. bet niet, maar zoo zeg ik het) met 'n gezicht van hoe-heel-erg-mooi-ic-dat-toch en er hooge prijzen voor betaalt. Stel je dan voor, dat deze menscheu door aandachtig luisteren be amend hetgeen in verband hiermee wordt gezegd over het achler-alie-nleuwe-kunstrichtingen-aansleepen van de publieke opinie plo'seling, bij de behande ling van de «jongste richtiugen*,cubisten en futuristen, opeen kafferachiig-domme manier beginnen te lachen en den heelen verderen avond vullen met een hè-wat- is-dat-moppig en hi-wat-is-d&t-gek gegicgcl. Stel je dat voor en je voelt, dat er weinig méér noodig is cm je zelf op te vreten van o-zoo schrijnende ergernis over het zijn in zoo'n geestelijke modderpoel, waar allerlei al'een-maar-ge wichtig doende-, minder-dan nie's-beteekenende ónwezens brabbelen en giegelen over schoonheden en wijsheden van een nog niet te omvatten beteekenis. Let wel: ik spreek met geen woord over de rich tingen-als-zoodanig, ik laaf me (thans) niet uit over de «streepjesdingen* van Piet Mondriaan bv. of de «klarinettist* van Picarso, Als ik ze niet zou be grijpen, dan zou 'k zwijgen en wachten tot dat ik zc begreep. Want hier zijn pcrsoonlj'khcden bezig te zoeken naar datgene, wat de iiioiiNciiheid noodig heefi. Noem het zooals je wilt: de Ruimte, de Veelheid, het Universum, de Gedachte, hoe dan ook, in elk geval: het Nieuwe. O, lieve, beste, brave menschjes, peuteraartjes, leuteraartjes, gewichtigheidjes, onnoozelheidjes. leelijk- heidjes maak van je zelf geen óndingen. Kijk naar de molen en de wei en de koe aan je muur, maar ga niet naar een lezing over de «jóngste richtingen in de moderne schilderkunst*, En als je tóch gaat, hou je dan heel, héél stil en zeg en doe heelemaa) niets, niets, tot dat hij, de kunstenaar, heeft gesproken, óók als je er (en dit zal wel regel zijn, o, intellec tueelen) niets, niets, niets van begrijpt. Begrijpelijk is het, dat eens een jonge kunstenaar tegen me zei«kan ik in zoo'n zwijnenstal wérken Droevig is het, dat er jonge krachten vernietigd worden door de spot van de Domheid. Des te mooier is het als zij handhaven, en zonder aarzelen voortgaan te scheppen en te vervolmaken datgene wat hun Inner lijkheid embryonaal bevat, met voor die domme, o-zoo- kleine mensch-wezentjes niets dan onzegbare verachting. Ziezoo, beste vriend, dit moest er uit. Doch, 't is niet de eerste en 't zal zeker niet de laatste keer zijn. dat ik dit zoo zag en hoorde en voelde.maar op bepaalde tijden moet ik dat even op 'n spontane manier ver- wijdren (men spreekt in zoo'n geval platweg van uitkotsen*) om weer wat ruimte te maken voor belangrijker dingen. 't Is grof, onbeschoft, ruw, smakeloos, Tja, zoo is de waarhaid dikwijls. Zoo is het deze keer goed voor mij an beschouw jij het als 'n recensie. je S. dit „publiek" zal lenslotto, voorzoover het nog niet -flijk belust" is, het meest voor de nieuwere richtingen ontvaukelijk zijn. Noot van dc redactie. Wij plaatsen dit ingezonden stuk niet dan met groote aarzeling, want wij voorzien dat het een «storm van verontwaardiging* zal doen losbarsten. Maar wij doen het. omdat wij meenen, dat een ieder de plicht heeft met zijn tijd mee te gaan en dat het daarom goed is, wanneer een der jongeren er eens op ios kettert als tegen die plicht op uiterst hinderlijke wijze gezondigd is. Aartswoud, November 1920. Geachte Redactie. Mogen wij beleefd eenige plaatsruimte vragen voor onderstaand stukje? U zoudt ons met de opname daarvan zéér verplichten en zeggen U bij voorbaat hartelijk dank. Toen ln het najaar van 1919 de voornaamste be palingen van de Invaliditeits- en Ouderdomswetten meer algemeen bekend werden en vooral toen op 3 December van dat jaar, die wetten in werking traden, werden van zeer onderscheidene kanten tegeo verschillende artikelen van die wetten bezwaren ge opperd en op meer dan één plaats werd tegen deze wetten krachtig en luide geprotesteerd, Welke motieven tot dat protest leidden en of deze wel altijd te billi'ken waren, doet thans niet ter zake. Een feit'is het,' dat die wetten op verscheidene punteu aanleiding gaven tot ontevredenheid. Zooals echter meer gebeurt, ook thans luwde het verzet vrij spoedig, althans openbaar werd daarvan niet veel meer. Vooral nadat de be paling, dat ook inwonende kinderen verzekerlngs- plichtig waren, door een uitspraak van den Ceutralen Raad van Beroep was teniet gedaan en door den Minister van Arbeid de toezegging was gedaan, dat met de bezwaren van gemoedsbezwaarden zooveel mogelijk rekeuing zou worden gehouden, werd van eon openlijk verzet niet veel meer gehoord. Toch leefde dat verzet, zij het dan ook veelal onuitgesproken, in de harten van duizenden bij duizendeu voort en ook thans nog is het aantal van hen, die ernstige bezwaren tegen deze zgn. Sociale wetten hebben, zéór groot. En hoe kan het anders? Als men let op de vele gebreken, die deze wetten aankleven, en men niet, door partijpolitiek verblind, daarvoor de oogen sluit, dan kan het niet andere of deze gebreken wekken den wrevel van zeer velen in den lande. Daartoe be hoeft slechts gewezen op het feit, dat de bepalingen van de Invaliditeits- en Ouderdomswet, krachtens welke aan meer dan 300.000 Nederlandsche mannen en vrouwen op 3 Dec. «919 het Staatspensioen werd toegekend, slechts ovcrgangsbepa'ingen zijn, m.a.w. dat allen die na 3 Dec. 1919 den 65-jarigen leeftijd bereikten op dat Staatspensioen geen aauspraak kunnen doen gelden en dat deze, indien zij niet In loondienst zijn en niet in staat om de premie's van de Vrijwillige Verzekering te betalen, gedoemd worden op hun ouden dag armoede en gebrek te lijden. Eu dan verder die vele andere bezwaren, als: de zware druk gelegd op economisch zwakke werkgevers, de lage uilkeeringen, de onbillijke verdeeling der lasten, de ergeniswekkende administratieve rompslomp, het zeer onpractische en hinderlijke systeem van zegeltjesplakken, de enorme bureaukosten enz! Nietwaar, elk weldenkend mensch zal minstgenomen, deze bezwaren voelen. Maar mogen we dan langer zwijgen? Moeten we niet openlijk onze grieven bloot leggen? Zullen we niet trachten op de een of andere wijze onze bezwaren kenbaar te maken? Ons dunkt van wel. En daarom meende ook de Bond voor Staatspen- sionneering allen die zich met deze wetten niet ver eenigen kunnen, de gelegenheid te moeten geven dit te uiten. De Bond heeft daartoe 't plan gevormd om een groot Volkspetitionnement tegen de wetten Aalberse te organiseeren en droeg de uitvoering van dit plan op aan een daartoe benoemde Commissie. Deze Commissie beeft aan 't voorbereidende werk nu een achttal weken flink gewerkt en is thans zoo ver, dat binnen korten tijd in verscheidene plaatsen reeds lijsten ter teekening zullen worden aangeboden. I11 verscheidene plaatsen, want helaas nog lang niet in alle heeft de Bond afdeelingen en is het dus niet gemakkelijk aanknoopingspunten te krijgen. Toch zou de Commissie gaarne aan alle tegenstanders van de wetten Aalberse in alle plaatsen van ons land de ge. legenheid geven van hun tegenzin te kunnen doen blijken door op de lijsten te teckenen. Het is daarom, dat de Commissie hierbij een beroep doet op alle tegenstanders van de wetten om hun te verzoeken zooveel mogelijk bun medewerking te verleenen. in de eerste plaats door aan ondergeteekende op te geven wie bereid is de leiding van de;.e protestactie in zijn gemeente op zich te nemen. Als allen medewerken kan het een grootsche beweging worden, waaruit betere, eenvoudiger, minder drukkende en minder bureaucratische, maar vooral méér billijke wetten voor de ouden van dagen kunnen voortvloeien. Wij ver trouwen, dat velen van het groote belang dezer actie goed doordrongen zullen zijn en dat wij weldra uit alle plaatsen van Nederland de verlangde opgave mogen ontvangen. Ook verder deze zaak warm bij allen aanbevelend. Namens de Petitionnementscommissie van den Bond voor Staatspensionneering, de Secretaris, J. J. T. SPAARGAREN, Aartswoud. SPORT. Algemeen Bestuur. De uitslag der vei kiezingen van leden voor het Algemeen Bestuur van den A. N. W. B. is de volgende: Afd. I, Noord-Holland. Herkozen de heeren Mr. H. J. J. Post, Amsterdam; Jhr. Jan P'eith, HilversumM. J. Dourenbos, BursumP. G. L. Hen- drlx, Amsterdam; Otto Hom, Amsterdam. Gekozen de heeren Th. C. P. M. Kolfschoten, Edam; J. L. Dudok van Heel, Bussum, en H. J. van der Aa, Amsterdam. Afd. II, Utrecht. Herkozen de heèren J. Manger Cats, Driebergen; Mr. M, Nauta, Utrecht; G. J. Post, Utrecht; P. J. Roskam, Utrecht; N. C. de Ruijter, Utrecht. Voor de zesde plaats, waarmede het aantal afgevaardigden werd uitgebreid, is gekozen d» heer C. R. T. Baron Krayenhoff, Utrecht. Afd. III, Zuid-Holland. Herkozen dc heeren Mr. H. A. H. Canter Cramers, Den Haag;A. C. Coster, Gouda! J H. van Koolbergen, Zoeterwoude; E. H. Kruijff Lzn., Oegstgeest; A. J. den Hollander, Leiden; C. Gebel, Den Haag; A. D. Vermeulen,Rot terdam; B. J. F. Varenhorst, Den Haag. Afd. VII, Gelderland. Herkozen de hee ren B. W. Kraake, Arnhem; J. F. Manikus, Arnhem; G. Ribbius, Tiel; J. C. A, M. van Kluijve, Dlnxperlo; G e kozen de heeren A. D. S. Colenbrander, te Nijkerk, en H. D. J. de Vries, te WageDingon, terwijl in de derde vacature niet werd voorzien wegens ver mindering van het aantal afgevaardigden met één. Burgerlijke Stand vau Amersfoort, van 5 tot 11 Nov. 1920. GEBOREN: Hinderica, d. v. Eitje Homan en van Johanna Hen- drika Huisman Gerrltje, d. v. Aart van den Dorn en van Maria van Drie Nlcolaas Heodrlkus, z. v. Petrus Josephu3 de Wit en van Hendrika Margaretba Opscherper Johanna Gecrtruida, d. v. Gerrit Jan Fitskie en van Carolina Ahrcns Gijsbertus Timotbeui, z. v. Antoon van Beek en Alberta Jannetje Krijnen^ Cornelia limidrika Johanna Gerarda, d. v. Andries van den Biggelaar en Barbara Maria van der Maath Hendrika, d. v. Antonius Bllekendaal en Albeita van den Heuvel Christina, d. v. Willem Schouten «n Christina Anna van der Schaar Jan, z. d. Evert van dc Biezen en Jacoba Dijkhuizen Geertruida, d. v. Jacobus van de Viech en Geertruida van Dijk - Wilhelmina, d. v. Cornells Barel eu Alida Johanna Harteveld Johanna, d. v. Willem ter Beek en Catrina van de Wakker Wilhelmina Fredsrika Mari8. d. v. Johannes Hubertus Cornelia de Wit en Reiner® Anna van den Hoven Jacobus Elias, 1. v. J411 Werner van Dijk en Anna Bos.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1920 | | pagina 2