Denkt aan de Yerkooping
Moedercursus.
Do moedercursus door dokter Pri s blijkt wél in
een behoefte te voorzien! Werden voor den eersten
Cursusavonth\dle slechts een paar dagen tevoren in de
pers was aangekondigd, 70 toegangsbewijzen aange
vraagd, voor den 2den avond, j.l. Donderdag, waren
110 entreè's uitgereikt. Voor dc aandachtig luisterende
vrouwen behandelde dokter Prins de voordeelen der
borstvoeding en eenige veel voorkomende ziektever
schijnselen bij kraamvrouw en kind, met de middelen
tsr voorkoming en ter bestrijding, 't Was een zeer
leerzame avond I
Predikbeurten.
Wegens den gemeentedag te Hilversum te houden
is er op 14 D-cember voor de Doopsgezinde Ge
meente geen dienst.
Tweede Abonnements-Co.ncert.
De groote zangeres llona Durige, die op het tweede
der door het Concertbureau Hans Augustin in «Amicitia*
georganiseerde Abonnements-concerten zal optreden
op Zaterdag 20 November, heeft het volgende belang
rijke en interressnte programma samengesteld: Aria's
en Liederen van Handel, Brahms, Brucken Focij,
Reger en de liederen van Gustav Mahler waarmede
zij op het Mahlerfeest te Amsterdam zulk schitterend
succes behaalde.
Lis
Sven Schola
Het programma van den tweeden Liederen- en
Duettenavond, te geven door Lira en Sven Scholander
in Amicitia op Maandag 15 dezer, kondigt weer een
schat van nieuwe en oude chansons. Men oordeele zelf:
ia. Das Frühstück im Granen Carl Michael Bellman
Frukosten I det gröna 1740—1795
b. RatselliedVolkslied
c. Mondscbeinlied (aus dem Bergiscben) Volkslied
d. Les Métamorphoses Chanson Populaire
Lisa en Sven Scholander.
P. Gyttenhammar
*a. Wanderlied
Vandringysang
b. Das Madchen am Splnnrad(Voss, 1791), Harder, 1803
c. La Grandemère imprudente L. l'uget, 1840
Lisa Scholander.
3a. Schneider JahrestagVolkslied
b. Three jolly SailorboysSallorsong
c. Li vieux MendiantP. Delmet
d. La filie du PrésidentChanson roccoco
Sven Scholander.
4a. Die Nachtwandler (Falke-Scholander) Bunge
b. Titilariti, tontonlariton Chanson populaire
c. La demande en mariage L' Puget 1840
ILisa en Sven Scholander
Lezing prof. Vogelsang.
Donderdagavond sprak in Amicitia voor de Nuts-
afdeellng prof. Vogelsang uit Utrecht over de nieuwere
richting in de schilderkunst.
Spr. gat allereerst een definitie van wat kunst is:
een brok werkelijkheid, door den kunstenaar te baat
genomen om het algemcene via zijn eigen persoon
lijkheid - aan anderen te doen kennen. Het is dus
kunst (liet te doen van afbeelding, maar om door
mdere accentuatie van het eene, eu opzettelijke ver-
ivoudiglng van het andere, een b paalde geestes-
iteldheid, gedachte of emotie of beiden gecom-
leerd op te dwingen. Deze achtergrond, dit
rerkslijk Wezen der Kunst, was ook aanwezig in de
tdere schilders, die nog >gewoon» schilderden, maar
ordt sterker en bewuster, meer domineerend en
technisch juister, naarmate wij de modernen naderen.
In onze dagen Is het reeds zoover gekomen, dat de
schilder meent het natuur-object geheel te kunnen
missen, n.l. in de zoogenaamde abstract-reëfle scbilder-
kunst, waar dan de abstract gedachte ontroering in
verhouding van enkel kleur wordt geheeld, zooals in
het buitenland bv. door Kaudinsky (expressionistisch)
en in ons land door Mondriaan (abstract-reëel)'. Andere
uitingen van dezen tijd zijn hetCubisme.dat door het abstra-
heeren der vormen het universeele poogt te beelden, en
liet futurisme, dat door het verbreken van den vorm bet
dynamische tracht te beelden. (Het kubisme en het
futurisme zijn dan ook twee tegengestelden.l. hel
synthetische en het analytische. Het nog ongeboren
neo-cubisme zal synthetisch analytisch in éénen moeten
zijn. Versl.)
De vereenvoudiging is meer in het bizonder dc
eigenschap der Kubisten. Zij gaat zoo ver, dat de
oorspronkelijk als aariighcidbedoelde naam >Kubiame<
thans letterlijk waar wordt en de schildering gebaseerd
is op de kubus en andere meetkunstige vormen.
Voor bet publiek is dergelijke kunst nog niet
oemelijk, omdat de kunstenaar zijn tijd twintig of
dertig jaar vooruit is. Wij vinden thans heel gewoon
èn heel mooi. wat voor nog niet zoo lang geleden als
krank; Innigheid werd versleten (Van Gogh b.v.) en
zoo kan het ook met onze tegenwoordige schilderkunst
gaan. Hier past dus een bescheiden goedwilligheid en
beeft men vooral na te laten het domme lachen om
Iets wat men niet begrijpt.
Een aantal uitstekende projecties verduidelijkte bet
gesprokene.
Jammer, dat de goede raad van den heer Vogelsang,
om toch niet te lachen om wat men niet begrijpt, zoo
slecht werd opgevolgd. Inderdaad kinderlijk was het
Sïglchel, niet alleen van de kleintjes wat déden
e In hemelsnaam kiert maar ook van vele gzooten.
Waarom, wanneer-men hier nog niet eens toegekomen
is asn het behoorlijk verstaan van de allereenvoudigste
expressionistische kunst, die in groote kuituur-landen
als Dultt:hland b.v. en tegenwoordig ook Rusland
gemeen goed geworden !s en een heel gewoon ver
schijnsel la zelfs dagbladen en tijdschriften, wairom
komt men dan hier, waar gesproken wordt over wat
zooveel moeilijker is, als kubisme en abstracht reGele
schilderkunst. In Parj's is het cubisme in dezen t:jd
de eenlg gangbare kunst, maar Amersfoort is Parijs
niet, cn wie hier doet als-of maakt zich alleen be
lachelijk.
Aan de andere zijdo past hier een woord van strenge
afkeuring aan bet adres van hot Nu'sbestuur, dat
oiet beter heeft overdacht wat het deed, toen het
prof. Vogelsang bier uitnoodlgde cn hem daarmee
aan een psychische atmospheer blootstelde, welke voor
dezen wel academischen doch niettemin fijn-gcvoeligen
schoonheid-kenner zeer zeker weerzin-wekkend is
op Woensdag 17 Nov. 1920 's avonds
half 7 in „Het Boompje" vau de perceelen
Kortegracht 18 en 20 mot fabriek, bouwterrein en belendonde perceelen groet 1012 M:. Zie vorder biljetten.
Hevige brand.
Hedennacht omstreeks 12 uur werden wij opgeschrikt
door een hevig brandgeroep. Het bleek, dat boven in
de Nieuwe Ameryfoortsche Melksalon en Burgerhotel,
Langestraat 99, bewoond door de heeren Schoenaker
en Sleeking, brand ontslaan was. Het vuur greep snel
om zich heen, gevoed door de vele houten beschotten
en betimmeringen, en weldra wrs het geheele boven
huis één laaiende vuurzee. Tijdig konden echter alle
bewoners het gevaarlijke perceel verlaten, zoodat er
ten minste geen persoonlijke ongelukken te betreuren
zijn. Zielig was het evenwel de bijna naakte kinderen,
uit hun slaap opgeschrikt en niet begrijpend nog wat
er gebeurde, op bloote voetjes over straat te zien
vluchten. Zij werden bij buren vriendelijk opgenomen.
Te ongeveer half een arriveerde de brandweer, eerst
met weinig en later met wat meer materiaal. Ónder
de oordeelkundige leiding van den heer Schuite Nord-
holdt gelukte het toen het vuur te beperken en tegen
half drie was men het geheel- meester. Dat de belen
dende perceelen eenige waterschade opliepen, was na
tuurlijk niet te vermijden.
Eigenaar van het verbrande huis is mevrouw de
wed. Troelder, uit Leeuwarden.
Verzekering dekt de schade.
Nu spijt het ons, naast de woorden van iof, die wij
gaarne over hebben voor de flinke elementen onder
leiders en minder personeel van de brandweer, een
ernstig woord te moeten zeggen over de geringe ge
oefendheid van verschillenden onder deze mer.schen en
over den min goeden toestand, waarin het materaal
schijnt te verkeeren.
Belachelijk mag het iu de eerste plaats heeten, dat
men voor de eerste spuit, welke ter plaatse was, de
brandkraan niet vinden kon niet dan na lang
zoeken althans en dat daarna de straalpijn weer niet in
orde was. Verder was er niet het minste bewuste
systeem bij de brandwachts merkbaar, werd et
noodig met slangen heen en weer gesleept en stond
de kleine brandladder voor piet snot een eind van den
brand at, tot eindelijk de heer Relnboud het ding In
gebruik deed nemen. Nu weten wij wel, dat men in
een kleine stad als do onze geen booge eischen stellen
kanmaar zóó behoeft het toch niet te zijn. Men neme
een voorbeeld aan Hilversum. Het geluk heeft gewild
er hoegenaamd geen wind was. Anders waren
misschien de gevolgen niet te overzien geweest.
Dat er ifets niet deugt bij de brandweer, weet
iedereen. Pas geleden heeft zich dat bij een ander
geval duidelijk gedemonstreerd. Wij hadden verwacht
daarop van bevoegde zijde critick te hooren. Nu dit
niet het geval is geweest, doen wij het bij dezen. De
gemeente heeft o.i. te zorgen dat ie het bluschmateriaal
volkomen in orde is en 2e dat het personeel zoo ge
schoold is, dat het niet alles voorgekauwd hoeft te
krijgen. Zooals bet nu is gaat het misschien tuinig,
maar dan toch met de bekende zuinigheid die de
wijsheid bedriegt.
Uit hot politie-rapport.
Ten nadeele van een bewoner van de Regen-
tesselaan alhier zijn uit een achter zijn huis staand
schuurtje een hecrcn- en een damesrijwiel ontvreemd.
Een tweetal personen werden bekeurd wegens
rijden zonder licht.
Een bewoner van den Soesterweg is terzake
openbare dronkenschap na verzet tegen' de politic in
arrest gesteld.
Op de Varkensmarkl vondqn een paar kringetjes-
spugers bij een woordenwisseling het noodig elkander
met da banden te gaan bewerken, tengevolge waar
van de een den ander dooi; een spiegelruit drukte
van het huis bewoond door den heer T„ waardoor
aanmerkelijke schade ontstond. Proces-verbaal ls op
gemaakt.
Bekeurd wegens berijden van een rijwielpad met
paard en wagen een inwoner uit Bunschoten.
Een bewoner van de L Nicasiusstraat en een
van de Huygenslaan doet aangifte van diefstal van
waschgoed uit den tuin achter hunne resp. woningen.
Door het personeel van het posthuis aan den
Soesterweg is con zwakzinnige aangehouden, die bij
onderzoek in Soest bleek thuisjte behooren. Na eenigen
tijd aan het bureau te zijn gehouden ls hij door zijn
familie afgehaald.
Een aannemer, aan de Breestraat wonende,
bekeurd terzake overtreding der nieuwe arbeidswet.
Ingezonden Stukken.
Buiten ver an Zwoor deljkh eid der Redactie, Kopyvan
ingezonden stukken, al dan niet geplaatst, wordt niet
teruggegeven.
geweest.
Lezing van prof. Vogelsang
over De jongste richtingen in de
moderne Schilderkunst.*
Geachte Redacteur.
Je vroeg me van deze lezing een verslag of recensie
te schrijven. Schoon 'k er geweest ben, doe ik hot
niet. Waarom niet?
Omdat de houding van het publiek (een stuk van
het beroemde >denkend deel der natie*, of anders ge
zegd >bet intellect*) zóózeer al m'n aandoeningen en
gewaarwordingen omtrent de onderwerpen zélf heeft
doen veranderen in éón bitterheid omtrent de dwaze,
lage, vooze, méér dan-crgerlijke houding van het zootje
mc k®CB» dat 'k daar a"e«n over schrijven kan,
rchrijven moet met terzijde stelling van de ge
wetensvraag aan me zelf, of ze het waard zijn.
Denk er goed om, dat daar geen «gewone arbei
ders* waten krachtens hun geboorte verstoken van
alles wat werkelijke kunstenaars hebben voortgebracht,
dus van alles wat werkelijke kunst is, onbekend met
elke dieper—werkende schoonheids—ontroering, en
daardoor niet in staat maar ook niet voor
gevende b.v. de «jongjte richtingen in de moderne
schilderkunst*, ook maar bij benadering te begrijpen.
Denk er om, dat daar niet zulk publiek maar
het «denkend deel der natie* was, de «Intellectueelen*,
de «werkers met het hoofd*, vól van hu-hu-ge wich-
tigbeidjes, bij voorkeur zich bewegend op 't gebied
waar het kwik van hun geeatesthermometer vér onder
nul staat: de kunst.
Stel je nu voor: De professor spreekt over het
inprersionisme en wijst er op, dat deze richting plm.
30 jaar geleden gehoond en bespot werd. Verder, dat
het publiek van nu deze richting ais-vanzelf-mooi
aanvaart, de werken van de beste impressionisten
aangaapt (zoo zei de prof. bet niet, maar zoo zeg ik
het) met 'n gezicht van hoe-heel-erg-mooi-ic-dat-toch
en er hooge prijzen voor betaalt. Stel je dan voor,
dat deze menscheu door aandachtig luisteren be
amend hetgeen in verband hiermee wordt gezegd
over het achler-alie-nleuwe-kunstrichtingen-aansleepen
van de publieke opinie plo'seling, bij de behande
ling van de «jongste richtiugen*,cubisten en futuristen,
opeen kafferachiig-domme manier beginnen te lachen
en den heelen verderen avond vullen met een hè-wat-
is-dat-moppig en hi-wat-is-d&t-gek gegicgcl. Stel je
dat voor en je voelt, dat er weinig méér noodig is
cm je zelf op te vreten van o-zoo schrijnende ergernis
over het zijn in zoo'n geestelijke modderpoel, waar
allerlei al'een-maar-ge wichtig doende-, minder-dan
nie's-beteekenende ónwezens brabbelen en giegelen
over schoonheden en wijsheden van een nog niet te
omvatten beteekenis.
Let wel: ik spreek met geen woord over de rich
tingen-als-zoodanig, ik laaf me (thans) niet uit over
de «streepjesdingen* van Piet Mondriaan bv. of de
«klarinettist* van Picarso, Als ik ze niet zou be
grijpen, dan zou 'k zwijgen en wachten tot dat ik zc
begreep.
Want hier zijn pcrsoonlj'khcden bezig te zoeken naar
datgene, wat de iiioiiNciiheid noodig heefi. Noem het
zooals je wilt: de Ruimte, de Veelheid, het Universum,
de Gedachte, hoe dan ook, in elk geval: het Nieuwe.
O, lieve, beste, brave menschjes, peuteraartjes,
leuteraartjes, gewichtigheidjes, onnoozelheidjes. leelijk-
heidjes maak van je zelf geen óndingen. Kijk naar
de molen en de wei en de koe aan je muur, maar
ga niet naar een lezing over de «jóngste richtingen
in de moderne schilderkunst*, En als je tóch gaat,
hou je dan heel, héél stil en zeg en doe heelemaa)
niets, niets, tot dat hij, de kunstenaar, heeft gesproken,
óók als je er (en dit zal wel regel zijn, o, intellec
tueelen) niets, niets, niets van begrijpt.
Begrijpelijk is het, dat eens een jonge kunstenaar
tegen me zei«kan ik in zoo'n zwijnenstal wérken
Droevig is het, dat er jonge krachten vernietigd
worden door de spot van de Domheid. Des te mooier
is het als zij handhaven, en zonder aarzelen voortgaan
te scheppen en te vervolmaken datgene wat hun Inner
lijkheid embryonaal bevat, met voor die domme, o-zoo-
kleine mensch-wezentjes niets dan onzegbare verachting.
Ziezoo, beste vriend, dit moest er uit. Doch, 't is niet
de eerste en 't zal zeker niet de laatste keer zijn. dat
ik dit zoo zag en hoorde en voelde.maar op bepaalde
tijden moet ik dat even op 'n spontane manier ver-
wijdren (men spreekt in zoo'n geval platweg van
uitkotsen*) om weer wat ruimte te maken voor
belangrijker dingen.
't Is grof, onbeschoft, ruw, smakeloos, Tja, zoo
is de waarhaid dikwijls. Zoo is het deze keer goed
voor mij an beschouw jij het als 'n recensie.
je S.
dit „publiek" zal lenslotto, voorzoover het nog niet
-flijk belust" is, het meest voor de nieuwere richtingen
ontvaukelijk zijn.
Noot van dc redactie.
Wij plaatsen dit ingezonden stuk niet dan met groote
aarzeling, want wij voorzien dat het een «storm van
verontwaardiging* zal doen losbarsten. Maar wij doen
het. omdat wij meenen, dat een ieder de plicht heeft
met zijn tijd mee te gaan en dat het daarom goed is,
wanneer een der jongeren er eens op ios kettert als
tegen die plicht op uiterst hinderlijke wijze gezondigd is.
Aartswoud, November 1920.
Geachte Redactie.
Mogen wij beleefd eenige plaatsruimte vragen voor
onderstaand stukje? U zoudt ons met de opname
daarvan zéér verplichten en zeggen U bij voorbaat
hartelijk dank.
Toen ln het najaar van 1919 de voornaamste be
palingen van de Invaliditeits- en Ouderdomswetten
meer algemeen bekend werden en vooral toen op
3 December van dat jaar, die wetten in werking
traden, werden van zeer onderscheidene kanten tegeo
verschillende artikelen van die wetten bezwaren ge
opperd en op meer dan één plaats werd tegen deze
wetten krachtig en luide geprotesteerd, Welke motieven
tot dat protest leidden en of deze wel altijd te billi'ken
waren, doet thans niet ter zake. Een feit'is het,' dat
die wetten op verscheidene punteu aanleiding gaven
tot ontevredenheid. Zooals echter meer gebeurt, ook
thans luwde het verzet vrij spoedig, althans openbaar
werd daarvan niet veel meer. Vooral nadat de be
paling, dat ook inwonende kinderen verzekerlngs-
plichtig waren, door een uitspraak van den Ceutralen
Raad van Beroep was teniet gedaan en door den
Minister van Arbeid de toezegging was gedaan, dat
met de bezwaren van gemoedsbezwaarden zooveel
mogelijk rekeuing zou worden gehouden, werd van
eon openlijk verzet niet veel meer gehoord. Toch
leefde dat verzet, zij het dan ook veelal onuitgesproken,
in de harten van duizenden bij duizendeu voort en
ook thans nog is het aantal van hen, die ernstige
bezwaren tegen deze zgn. Sociale wetten hebben, zéór
groot. En hoe kan het anders? Als men let op de
vele gebreken, die deze wetten aankleven, en men
niet, door partijpolitiek verblind, daarvoor de oogen
sluit, dan kan het niet andere of deze gebreken wekken
den wrevel van zeer velen in den lande. Daartoe be
hoeft slechts gewezen op het feit, dat de bepalingen
van de Invaliditeits- en Ouderdomswet, krachtens
welke aan meer dan 300.000 Nederlandsche mannen
en vrouwen op 3 Dec. «919 het Staatspensioen werd
toegekend, slechts ovcrgangsbepa'ingen zijn, m.a.w.
dat allen die na 3 Dec. 1919 den 65-jarigen leeftijd
bereikten op dat Staatspensioen geen aauspraak kunnen
doen gelden en dat deze, indien zij niet In loondienst
zijn en niet in staat om de premie's van de Vrijwillige
Verzekering te betalen, gedoemd worden op hun ouden
dag armoede en gebrek te lijden. Eu dan verder die
vele andere bezwaren, als: de zware druk gelegd op
economisch zwakke werkgevers, de lage uilkeeringen,
de onbillijke verdeeling der lasten, de ergeniswekkende
administratieve rompslomp, het zeer onpractische en
hinderlijke systeem van zegeltjesplakken, de enorme
bureaukosten enz! Nietwaar, elk weldenkend mensch
zal minstgenomen, deze bezwaren voelen. Maar mogen
we dan langer zwijgen? Moeten we niet openlijk
onze grieven bloot leggen? Zullen we niet trachten
op de een of andere wijze onze bezwaren kenbaar te
maken? Ons dunkt van wel.
En daarom meende ook de Bond voor Staatspen-
sionneering allen die zich met deze wetten niet ver
eenigen kunnen, de gelegenheid te moeten geven dit
te uiten. De Bond heeft daartoe 't plan gevormd om
een groot Volkspetitionnement tegen de wetten
Aalberse te organiseeren en droeg de uitvoering van
dit plan op aan een daartoe benoemde Commissie.
Deze Commissie beeft aan 't voorbereidende werk nu
een achttal weken flink gewerkt en is thans zoo ver,
dat binnen korten tijd in verscheidene plaatsen reeds
lijsten ter teekening zullen worden aangeboden. I11
verscheidene plaatsen, want helaas nog lang niet in
alle heeft de Bond afdeelingen en is het dus niet
gemakkelijk aanknoopingspunten te krijgen. Toch zou
de Commissie gaarne aan alle tegenstanders van de
wetten Aalberse in alle plaatsen van ons land de ge.
legenheid geven van hun tegenzin te kunnen doen
blijken door op de lijsten te teckenen. Het is daarom,
dat de Commissie hierbij een beroep doet op alle
tegenstanders van de wetten om hun te verzoeken
zooveel mogelijk bun medewerking te verleenen. in
de eerste plaats door aan ondergeteekende op te geven
wie bereid is de leiding van de;.e protestactie in zijn
gemeente op zich te nemen. Als allen medewerken
kan het een grootsche beweging worden, waaruit
betere, eenvoudiger, minder drukkende en minder
bureaucratische, maar vooral méér billijke wetten voor
de ouden van dagen kunnen voortvloeien. Wij ver
trouwen, dat velen van het groote belang dezer actie
goed doordrongen zullen zijn en dat wij weldra uit
alle plaatsen van Nederland de verlangde opgave
mogen ontvangen.
Ook verder deze zaak warm bij allen aanbevelend.
Namens de Petitionnementscommissie van
den Bond voor Staatspensionneering,
de Secretaris,
J. J. T. SPAARGAREN, Aartswoud.
SPORT.
Algemeen Bestuur.
De uitslag der vei kiezingen van leden voor het
Algemeen Bestuur van den A. N. W. B. is de volgende:
Afd. I, Noord-Holland. Herkozen de
heeren Mr. H. J. J. Post, Amsterdam; Jhr. Jan P'eith,
HilversumM. J. Dourenbos, BursumP. G. L. Hen-
drlx, Amsterdam; Otto Hom, Amsterdam. Gekozen
de heeren Th. C. P. M. Kolfschoten, Edam; J. L.
Dudok van Heel, Bussum, en H. J. van der Aa,
Amsterdam.
Afd. II, Utrecht. Herkozen de heèren J.
Manger Cats, Driebergen; Mr. M, Nauta, Utrecht; G.
J. Post, Utrecht; P. J. Roskam, Utrecht; N. C. de
Ruijter, Utrecht. Voor de zesde plaats, waarmede het
aantal afgevaardigden werd uitgebreid, is gekozen d»
heer C. R. T. Baron Krayenhoff, Utrecht.
Afd. III, Zuid-Holland. Herkozen dc
heeren Mr. H. A. H. Canter Cramers, Den Haag;A.
C. Coster, Gouda! J H. van Koolbergen, Zoeterwoude;
E. H. Kruijff Lzn., Oegstgeest; A. J. den Hollander,
Leiden; C. Gebel, Den Haag; A. D. Vermeulen,Rot
terdam; B. J. F. Varenhorst, Den Haag.
Afd. VII, Gelderland. Herkozen de hee
ren B. W. Kraake, Arnhem; J. F. Manikus, Arnhem;
G. Ribbius, Tiel; J. C. A, M. van Kluijve, Dlnxperlo;
G e kozen de heeren A. D. S. Colenbrander, te
Nijkerk, en H. D. J. de Vries, te WageDingon, terwijl
in de derde vacature niet werd voorzien wegens ver
mindering van het aantal afgevaardigden met één.
Burgerlijke Stand vau Amersfoort,
van 5 tot 11 Nov. 1920.
GEBOREN:
Hinderica, d. v. Eitje Homan en van Johanna Hen-
drika Huisman Gerrltje, d. v. Aart van den Dorn
en van Maria van Drie Nlcolaas Heodrlkus, z. v.
Petrus Josephu3 de Wit en van Hendrika Margaretba
Opscherper Johanna Gecrtruida, d. v. Gerrit Jan
Fitskie en van Carolina Ahrcns Gijsbertus Timotbeui,
z. v. Antoon van Beek en Alberta Jannetje Krijnen^
Cornelia limidrika Johanna Gerarda, d. v. Andries van
den Biggelaar en Barbara Maria van der Maath
Hendrika, d. v. Antonius Bllekendaal en Albeita van
den Heuvel Christina, d. v. Willem Schouten «n
Christina Anna van der Schaar Jan, z. d. Evert
van dc Biezen en Jacoba Dijkhuizen Geertruida,
d. v. Jacobus van de Viech en Geertruida van Dijk -
Wilhelmina, d. v. Cornells Barel eu Alida Johanna
Harteveld Johanna, d. v. Willem ter Beek en
Catrina van de Wakker Wilhelmina Fredsrika Mari8.
d. v. Johannes Hubertus Cornelia de Wit en Reiner®
Anna van den Hoven Jacobus Elias, 1. v. J411
Werner van Dijk en Anna Bos.