POiME Ten slotte: Christus was geen pessimist, doch ook geen optimist: Christus was realist. Hij ontksnt de duisternis niet en ziet beter dan een ander ooit deed de zelfzucht in het menschelijk hart, doch hij ontsteekt in die duisternis een licht en zet liefde tegenover die zelfzucht, en roept op tot wedergeboorte en bekeering, om lichtdragers te zijn in die donkerheid en te wezen het zout der aarde. En Hij zegt: in het hart der menschen ligt een koninkrijk. Dat koninkrijk wacht op een koning en het is maar de vraag wie daar koning zal zijnt En dan zegt Christus: tik wil uw koning zijn daartoe geef Ik mijzelf, en daartoe draag Ik een kroon van doornen; daartoe laat Ik mij kruisigen voor de zondige wereld en overwin Ik zonde en dood. Om in uw hart en leven koning te kunnen zijn!» Hiermede was de cursus van den heer den Hollander feitelijk brSindlgd. De inleider sprak een woord van dank aan de cursisten voor de door hen getoonde belangstelling. Uit het midden der cursisten sprak vervolgens de heer De Graaf, die den inleider dankte voor de moeite die hij zich getroost had bij de behandeling van dit onderwerp en die hem als bewijs van waardeering eenlge boekwerken aanbood, waarbij hij mededeelde dat het Initiatief hiertoe genomen was door een van de dames-cursisten. De spreker dankte bewogen. Hij begreep wel, wat een dergelijk slot geen gewoonte mocht worden dat zou in strijd zijn met het karakter der Volksuniversiteit maar dit hier nu was wel een heel bizonder geval, zoodat kij gaarne dit gul gegeven geschenk wilde aanvaarden. Zola was kunsteen brok leven, gezien doorheen een menschelijk temperament. Albert Vogel, de bekende voordrachtskunstenaar, noemt kunst in zijn pas verschenen boek over «voor drachtskunst» heel geleerd het naar buiten tredende zielsrhythme, dat onderworpen wordt aan zekere rege lingen, waardoor vaste vormen ontstaan. En hij zegt er zeer nadrukkelijk bij, dat dit de eenig juiste definitie van kunst isl Wanneer wij nu eens zien, wat het Woordenboek der Nederlandsche Taal er van zegt, dan vinden wij daar: kunst is het vermogen In den mensch, om de indrukken, die op zijn zintuigen of op zijn geest en gemoed worden gemaakt, in hoorbare of zichtbare vormen weer te geven. En het naïeve woordenboek zegt er bij, hiermede het oog te hebben op de schoone kunsten! Jammer voor het Woordenboek, maar wat daar staat Is eenvoudig lariekoek. Wie zich plotseling zeer verheugt, uit een kreet, wie schrikt geeft een schreeuw of maakt een gebaar van schrik, enz. Maar wat heeft dat nu met kunst te maken I En toch is hier sprake van wat het Woordenboek noemt »het vermogen om indrukken hoorbaar of zichtbaar weer te geven.» Het schijnt dus, in den steek gelaten als wij zijn door de kunstenaars, leeken en zelfs door de gedegen wijsheid van het Woordenboek, alsof wij het zonder naders bepaling van den grond van ons onderwerp moeten doen. En toch, dat kan niet. Hoe zullen wij elkaar begrijpen, hoe zullen onze geesten elkander vinden, als wij niet probeeren het terrein esnigermate af te bakenen. Laten wij dus trachten in alle nederig heid en bescheidenheid tegenover de groote, ernstige SPECIALITEIT MODERNE FABRIEKSINSTALLATIES TELEFOON 169 VLASAKKER WEG 52» D. TH. JAARSMA. Directeur van Onderwas alhier, over: DE NEDERLANDSCHE LITTERATUUR NA t88o. ie Lezing. Wanneer wij een aanvang maken met de besprekiag van dit onderwerp, dan begeven wij ons daarmee op een terrein, waar nóch de onderscheidingen maar zoo eenvoudigweg ts maken, nóch de wegen gemakkelijk te banen zijn, en waarvan, indien althans van dit terrein met stelligheid iets beweerd mag worden, dit ééne onomstootelijk vaststaat, dat het uiterst moeilijk is, er zich te bewegen, en dat het en ook vooral nog om allerlei bijkomstige redenen helaas voor vele meuschen-klnderen altijd een gesloten boek en onbekend terrein gebleven is. Dit terrein is het ter rein der kunst. Nu zou iemand kuunen vragen»Ja, maar kunst is zoo'n groot woord, daar wordt zoo véél onder be grepen zeg nu eerst eens wat kunst eigenlijk is,* En wie zoo spreekt heeft gelijk, heeft het recht die vraag te stellen. Maar en dit is een nieuw bewijs voor de groote moeilijkheden, waarmee wij op dit terrein te kampen hebbsn het ia een vraag, waarop geen antwoord mogelijk is, Niemand is er, die een concreet antwoord er op geven kaD, niemand die het wezen der kunst in woorden kan vatten. Dit is niet bedoeld in louter wijsgeerigen zin, dat er eigenlijk niets ls, welks wezen met woorden zou kunnen worden uitgedrukt, maar ook heel eeuyoudlg zóó: dat er ten deze met andere dingen die wij dage lijks noemen een opvallende tegenstelling bestaai. Het is b.v. gemakkelijk een bepaling of definitie te geven van wat een stoel of een tafel is, wat vreugde en verdriet zijn, of zelfs wat wij onder wijsbegeerte en natuurwetenschap hebben te verstaan. Maar kunst} De gemiddelde leek zos waarschijnlijk zeggen»Tjal kunst, zie je, kunstweet je wat ik kunst noem Als iets héél mooi is, dat noem lk ksnst. Maar dan ook héél mooi, zie je, héél erg mooi.» En dan zou dat te begrijpen zijn, en er zou ook wel Iets waar in zijn, maarprecies juist zou het toch niet zijn. Want een landschap kan ook heel mooi zijn, en een klein kind in de wieg ook, en .*tn edelgesteente ooken toch Is bij deze zaken geen sprake van kunst. Laat ons maar nederig bekennen, dat wij niet zouden kunnen zeggen wat kunst in wezen ls, en af zien van elke poging om het wezin der kunst in onze ontoereikende woorden uit te drukken. En wij hoeven ons daar ook heelemaal niet voor te schamen de kunstenaars kunnen het zelf niet t Zij, die hun gan- sche leven aan de kunst gaven, zijn zelf niet bij machte ons te zeggen wat kunst eigenlijk ls. Tallooze malen hebben zij getracht het te doen; men mag zelfs beweren, dat er geen kunstenaar geleefd heeft, of hij heeft getracht ons eene bepaling van kunst te geven, maargeen enkele van al die bepalingen is juist, heelemaal precies juist. Nu voelt men ook wel, indien het te zeggen is, dan ls het maar op één wijze te zeggen. En zie nu, al de kunstenaars, die getracht hebben het te doen, hebben ons alleen een verschillende definitie gegevenin elk waarvan wij misschien wel iets als juist zullen kunnen erkennen, maar waarin nooit de geheele waarheid is uitgesproken. Bezien wij eens enkele dezer definities nader. Willem Kloos, een der groote voormannen van de letterkundige beweging van '80, noemt kunst: de aller-i.idivtdueelste expressie van de aller-individueelste emotie. De bekende schrijver Johan de Meester noemt kunst: de uiting van een gevoelskracht. Voor den grooten Franschen romanschrijver Emlle dingen die het hier betreft, en met da wetenschap dat ook déze poging slechts gedeeltelijk gelukken kan, een begrip te formuleeren, een grondbegrip, waarmee alles wat wij tezamen verder zullen bespreken samenhangt. Kunst wordt voortgebracht door menschen, ls dus menschenwerk. Wanneer wij nu zeggen Elk menscken- werk, waarin de schoonheid leeft, is kunst, dan hebben wij hier een bepaling, die wel niet zegt, wat kunst eigenlijk is, maar die ons er voor behoedt datgene voor kunst aan te zien, wat geen werkelijke kunst ls, en zoo is het resultaat voor ons doel toch hetzelfde. Wij hebben dan alleen nog maar uit te maken, hoe wij de schoonheid kunnen herkennen. En dat kan slechts op één wijze; door het gelukkige gevoel dat zij in ons opwekt. Het kan zijn, dat gij rustig en aandachtig een achjlderij beschouwt, en dat een plotselinge huiver over ukomt, wijl gij iets zoo mooi» gevondeu hebt; het zelfde kan u overkomen bij de beschouwing van een beeldhouwwerkhet kan ook zijn, dat gij rustig in een boek lezend, u opeens zoo gelukkig en rustig voelt worden bij een passage, en dat gij de wereld en het leven opeens zoo ruim en mooi en goed vindt; het kan zijn, dat gij bezig zijt met het onoogelijkste en vuilste werk, en dat gij plotseling eene gedachte hebt, die onverwacht uit u opwelt en waardoor gij u zoo gelukkig gevoelt welnu, op al deze oogeablikken hebt gij de schoonheid ontmoet, hebt gij haar zachte armen om uw hals gevoeld. En al zou het zijn, dat gij de oorzaak van uw geluksgevoel na jaren vergeten waart; dat gij u de schilderij, het beeld, het boek, de gedachte die u een oogenbllk boven het gewone verhief, geheel ver geten waart het geluksgevoel zelf zoudt gij niet vergeten zijn. Ddéraan herkent gij de schoonheid, dat zij het gevoel van geluk in u opwekt, dat zij u gelukkig maakt en uit het gewone, alledaagscbe opheft, en dat gjj dat geluksgevoel nimmermeer vergeet 1 (Wordt vervolgd.) STADSNIEUWS. Mutaties. De Bronzen gesp voor 18 jaren trouwen dienst wordt op 10 Dec. 1910 toegekend aan den fourier J. Rlegen van het 16 Regiment Infanterie. De Zilveren gesp voor 30 jaren trouwen dienst wordt op iz December 1920 toegekend aan den onder- kapelmeester A. Maas van het 5 Regiment Infanterie. Ingezonden Stukken. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Kopyvati ingezonden stukken, al dan niet geplaatst, wordt niet teruggegeven. Het St. Nicolaasfeest voor de lagere scholen. De St. Nicolaas-commissie is voor dit jaar met haar taak gereed. De opbrengst was ver beneden de verwachting. In plaats van fo.75 hebben we slechts f0.28 per kind beschikbaar kunnen stellen. Niettemin zijn wij dank baar voer de steun die we mochten ontvangen, en hopen een 5000 tal kinderen een blijden morgen te bezorgen. Het feest wordt Maandagochtend a.s. gevierd, met uitzondering van de Christ, school in de Biankenheim- straat, waar de viering Zaterdagochtend plaats vindt. Belangstellenden zullen zeer zeker hoogst welkom zijn. De St. Nicolaas-Commissie. M. DE POOL, Voorzitter. L. W. RAVESLOOT, Secretaris. Wsreld-Plulmvee-Tentoonstelling 813 September «921 te 's-Gravenhage. Bij gelegenheid van het Wereld-Pluimvee-Congres, te houden 8—13 September 1921 te's-Gravenhage, zal een p'ulmveetentoonstelling worden gehouden, waartoe alle aan het pluimvee-congres deelnemende landen zullen medewerken. Ieder deelnemend land zal een eigen afdeellng heb- op die tentoonstelling en zal daarin een beeld geven van de pluimveeteelt In eigen land. Aan Nederland is de eer te beurt gevallen, gekozen te worden als de plaats, waar het eerste Wereld-pluim- vee-Congres zal worden gehouden. Dit is ongetwijfeld een feit van groote beteekenis voor de Nederlandsche pluimveeteelt, dat eensdeels groote voordeelen biedt, anderendeels groote verplich tingen meebrengt. De voordeeion zoowel als de verplichtingen moeten echter een aansporing zijn, voor ieder, die met de pluimveehouderij in ons land ir. verbinding staat hetzij direct, hetzij indirect, om mede te werken aan het wel slagen dezer onderneming. De Nederlandsche afdeeling dezer tentoonstelling moet een volledig beeld geven van de Nederlandsche pluimveeteelt niet alleen, maar ook van de pluimvee industrie. Wal het pluimvee betreft: van alle soorten, rassen en variëteiten, klein en groot, zullen twee toornen worden uitgezocht uit den geheelen Nederlandschen pluimvee- stapel, om als vertegenwoordigers te dienen op deze tentoonstelling. De toornen zullen Lestaan uit één haan en twee hennen voor hoenders en eenden, uit één mannelijk en één vrouwelijk dier voor ganzen, kalkoenen en parelhoenders. Iedere pluimveehouder of fokker, onverschillig welk soort pluimvee hij heeft, wordt uitgenoodigd om te fokken voor deze tentoonstelling, en zich op te geven aan den Heer B- VAN ASPEREN VERVENNE, Laan van Meerdervoort 49b, secretaris van de Sub. Commissie voor Propaganda. Alle fabrikanten van broedmachines, kunstmoeders, kippenhokken en verdere pluimveeartikelen en alle handelaren in pluimveevoeders en artikelen, van welken aard ook, worden verzocht mede te werken en speciaal werk te maken voor deze tentoonstelling. Niet uitstellen, thans reeds voorbereidingen treffen wie niet vroeg broedt, kan in September 1921 geen volwassen dieren hebben; wie nu reeds geen plannen maakt, kan in September bezwaarlijk iets moois, iets goed of practisch gereed hebben. Voor verdere inlichtingen wende men zich tot de sub.-Commlssie voor propaganda. W. v. GORKUM, Assen, Voorz. J. A. BACH, Zeist. J. A. BOOM AZN., Arnhem. J. J. HELLENDOORN, 's-Gravenhage W. JANSSEN, Horst. C. J. JASKI, Laren (N-H.). A. A. KWAK, Windesheim. G. RODENHUIS, Leeuwarden. BERN. H. VOS, Enschede. B. v. ASPEREN-VERVENNE, Laan v. Meerder voort 49b, 's-Gravenhage. Burgerljjke Stand van Amersfoort, van 2Ó Nov. tot 2 Dec. 1920. GEBOREN: Christiaan, z. v. Cornelis Marinus Mulder en Petro- nella van den Veen Martha Maria, d. v. Dirk Gijsbertus Middelman en Martha Maria Eek -—Theo dora Maria, d. v. Cornelis Daatzelaar en Hendrika Cornelia de Groot Hermanus, z. v. Teunis Rekers en Johanna Cornelia van der Kuijp Willem Antoon, z. v. Willem Westphal en Anna Helena Maria Mink Hendrik Willem, z. v. Willem van den Berg en Jannetje van Drie Alida, d. v. Dirk Witteveen en Hiltje Schregardus Gijsbertje, d. v. Jan Ruitenbeek en Hendrika van den Hoek Maria Magdaleua, d. v, Gerrit Simons en Johanna Aleida Quint Bernardus, z. v. Bernard Goorhuis en Geertruida van de Klok Gerardus Marie Andreas, z. v. Bartho- lomeus Beuken en Maria Cornelia Kerkhof Cor nelis Theo, z. v. Hendrik Antonie van Nieuwkerk en Hendrina Manneé Wousje, d. v. Jacob Riksen en Jannetje Heinen Maria Helena, d. v. Franciscus Gerardus Meilink en Margaretha Clasina Kuipers Frederik Franciscus Nicolaas, z. v. Gerardus Meilink en Margaretha Clasina Kuipers Aartje Cornelia, d. v. Gerrit de Kort en Alida Bakkenes. ONDERTROUWD: Bernardus de Wit en Maria Cornelia Bottenburg Zijtze Libbinga en Arendina Bosman Gerard Willem ten Hoopen en Maria Anna Margaretha Radersma Eduard Cornelis Westhoff en Martina Pot Jan Polman en Jacoba Hazelaar. GEHUWD: Albert van der Wonde en Theodora van den Berg A-lam Hoefman en Woutera Rijn Gerrit van Dijk en Geertruida Dijkhuizen Renter Loohuizen en Berta van Eijkelenburg - Johann Casper Maria Ensink en Johanna Maria Alies. OVERLEDEN Elise Louise Maria Sinnige, 40 jr., ongeh. Andriaa Everdina van den Broek, 7 jr. Elisabeth van Slooten, 7 j jr., ongeh. Jan Bakkenes, 70 jr.,echtg. van Johanna Gieliks - Engelina van Koriaar, 7 mnd. Theodorus Helle voort, 85 jr., wedn. van Maria yan Kesteren Albertlen Steringa, 64 jr., echtg. van Pieter Jan Enter Gijaberta van de Riet, 9 mnd. Anna Heerlnga, 81 jr., echtg. van Johannes Wouterus van der Heul Aden Visser, 68 jr., echte, van Trijntje Paauw.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1920 | | pagina 2