ST®. 7. Tweede Blad. l,te Jaargang. Zaterdag 14 Juni 1902. BUITENLAND. BINNENLAND. FEUILLETON. In het Zonneland. FONISCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur '«morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels0.75. Elke regel meer0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Telegrammen. Londen13 Juni. De Lord Mayor en de corporatie der City of London, overhandig de den Koning in Buckingham Palace een adres van gelukwensclung met helt herstel van den vrede. De Koning antwoordde in 'hartelijke termen dat hij den Almachtige dankbaar was voor het einde der worsteling met een dapper, vastberaden volk. Hij ver heugt zioh in de gedachte dat zijne vroegere tegenstanders nu zijjne vrienden geworden zijn; hij hoopt dat door samenwerking en wederkeeringen goeden wil de bittere gevoe lens van het verledëne spoedig zullen wor den vervangen door do banden van loyau- teit, vriendschap, en zelfs vrede en voorspoed in Zuïd-Afrika. Antwoordende op het adres van den Counity-Conncil zeide de Koning dat heit hem verheugde er aan te denken, hoe de overwinning den weg had gebaand voor de uitbreiding tot do nieuwe kolonies van een regeerings-systeem, dat onder Gods zegen Zuid-Afrika den vrede en den voorspoed brengen zal, die in elk deel van den aardbol op zijn instelling gevolgd zijn. Hij gelooft in vol vertrouwen dat do blijken van goed gezinde gevoelens tusschen de beide tegen standers van onlangs gewisseld, een goed voorteeken zijn voor de toekomst. Een uitge strekt land! is aan de landen der Kroon toe gevoegd. Frankrijk. Die Panache correspondent van het cleri- caile Journal de Bruxelles deelt aan zijn blad mede, dat de heer Combes, de nieuwe minis ter-president, voordat hij medicus werd, in de theologie heeft gestudeerd. Hij, schrijft: „Eenige biografische aanteekeai ingen over den hleer Combes zijn des to noodiger, omdat zijne oudo schoolkameraden in den anti-ole- ricailen senator van de Oharent© Inférieure bezwaarlijk, den vromen student zullen her kennen dien zij op dlei baniklenj van het kleine seminarie van Castres en van het groote seminarie van Albi gezien, hebben. Want in deze inrichtingen heeft hij theologie gestu deerd. Daar hij door intelligentie en vlijt uitmuntte, schonk die aartsbisschop hem eene beurs oui hem de voortzetting van zijne stu diën in de school van de Carmelieters in de Rue Vaugirard te Parijs mogelijk te maken. Toen Monsieur l'abbé Combes hij droeg reeds soutane en tonsuur in de Sorbonne tot doctor promoveerde, verdedigde hij twee stellingenzijpe redevoeringen werden gedrukt in twee geschriften, dfe thans zeer zeldzaam en door boekenliefhebbers zeer gezooht zijn. Als Fransoh thema boos hij: „De psycholo gie van den heiligen Thomas van Aquino"', als latijnsch thema „Abélard en St. Ber nard". Zijne specialiteit was dus de gcliolai- stiek en die doceerde hij ook als professor aan het Collége de l'Assomption te Patrijp, dat door dien hertog van Alen9on gesticht werd. De onderdirecteur van deze instelling was mgr. de Cabrières, een thans nog leven de prelaat. Destijds was de heer Combes nog niet de woedende radicaal, die bij nu is. Zijn lievelingsthema was Napoleon I en hij las dikwijls in de klasse over de Geschiedenis vtan het consulaat en het keizerrijk van Thiers, ofschoon dat met de philosophie slechts in aeer verwijderde betrekking stond. Later veranderde de heer Combes zijne denkbeel den zonder den godsdienst en zijn© voor schriften prijs te geven, meendei hij den weg te moeten verlaten, die zijne eerzucht niet bevredigde. Hij trok de soutane uit, stu deerde in de medicijnen en trouwde." Engeland. De kanselier der schatkist ontmoet leven dig verzet in het lagerhuis met zijne nieuwe belastingvoorstellen. Terwijl de normale meerderheid der regeering omstreeks 130 is, is het voorstel tot heffing van een graan recht met slechts 86 stemmen aangenomen. Een amendement op de suiker-belastingwet, bepalende dat die belasting slechts voor een jaar zou worden geheven, werd zelfs met eene meerderheid van niet meer dan 26 stemmen verworpen. Een uitval van de banken der meerder heid tegen lord Salisbury en zijne op de re- geeriugsbankon zoo talrijk vertegenwoordig de familie, verwekte groot gelach, niet het minst bij do leden der regeering zelve. Lord Cranborne, de oudste zoon van den eersten minister en vices taatssecretaris van buiben- landsohe zaken, had onlangs in eene rede buiten Londen opgemerkt, dat Engeland deelhebbers in de zaak had opgenomen; de firma heette nu John Buil en Zoon. De stamhouder van het geslacht Cecil behoort niet tiot de meest populaire leden van do re geering in het lagerhuis1; men treft bij hun al den hoogmoed, maar weinig van de be gaafdheid der andere leden van dit hoogst aanzienlijke geslacht. De heer Gibron Bowler, die behoort tot de lidjte kavallerie aan de rechterzijde, releveerde de opmerking van lord Cranborne, maar voegde er aan toe, dat de edele lord onlangs de koloniën ontdekt had, doch de nieuwe firma onjuist had aan geduid. Zij heette niet John Buil en Zoon, maar John Buil en Zoon, schoonzoons en neven, eene ondeugende zinspeling, die zeer in den smaak viel van het huis. China. Heit Journal de ainitxPetersbourg bericht, dat de toestand in de provincie Tsjili veer slecht is. 30,000 Boksers hebben de provin cie overstroomd en hebben de dmieesche tic epen volkomen verslagen. Fransch West-Indië. Over de toekomst van Martinique bevat de Temps «enige bijzonderheden. Door de uitbarsting van de Montague Pelée is om streeks een tiende gedeelte van de oppervlak te van het eiland Martinique getroffen. Wan neer niet ook de stad Saint-Pierre in dit gedeelte begrepen was, zou de schade gemak kelijk te boven gekomen kunnen worden. Ongelukkig zijn eohter vele duizenden men- schien omgekomen en de moreele schade is niet te herstellen. Wat d© zakelijke schade betreft, die kan, Saint-Pierre er onder be grepen, op 100 millioen francs geschat wor den. Van déze 100 millioen kan een gedeelte door weldadige giften, een ander deel door de bijdragen die het parlement zal toestaan boven de gebruikelijk© subsidfën van het moe derland, vergoed worden. Het verdere deel is als onherroepelijk verloren te beschouwen, want men kan niet goed! biji de berekening van de schadevergoedingen met de meer of minder verre bloedverwanten van talrijk© familiën rekening houden, die geheel of ten deele verdwenen zijp. Met behulp van die tijdelijke ondersteuningen, zal do schade voor een deel verminderd worden, en men kan die zelfs materieel herstelbaar noemen, want do natuurlijke hulpbronnen van. het eiland zijn ongedeerd gebleven. De groote suikerfa brieken zijp, twee uitgezonderd; onbescbiadigd gebleven, eveneens de landerijen waarop het suikerriet wordt gekweekt. Op deze wijze kan men zeggen, dat 80 pet. van de suiker industrie niet getroffen zijn. Naast de suiker vormt de rum met de tafia (melaiase bran dewijn) het voornaamste uitvoerproduct van de koloniebeiden te zamen maken ongeveer 85 pet. van den uitvoer uit. Wel zijp de branderijen van Saint-Pierre vernietigd, maar de overigen blijven bestaan; zij lever den reeds meer dan de helft van den uitge- voerden brandewijn, en het zal hun dus ge makkelijk vllen in korten tijd de 60,000 a 70,000 vat te leveren, die jaar in jaar uit worden uitgevoerd. Dé cacaoteelt bepaalde zich tot het noordelijke gedeelte van het eiland in den omtrek van den vulkaan en is dus geheel verdwenen. Die cultuur had echter niet veel beteeken is en kan in andere gedeelten van het eiland' hervat worden. Twee indigofabrieken zijp ongedeerd geble ven; zijl waren de eenigen. Dé koffieteelt was vrij, belangrijkmaar veel belangrijker Waren de hoeveelheden Guatem al a-kof fie, die in de havens van het eiland voorzien wei-den van hot kenmerk van oorsprong. De hoofd zaak is, dat de suikerfabrieken en de bran- dewijnindufitrie voor verre het grootste ge deelte onbeschadigd zijp. Voor de toekomst komt in aanmerking dat bij gebreke van de haven van Saint- Pierre, waarvan de buitenreede overigens geen voldoende veiligheid bood, Fort de FraPoe eene prachtige reede bezit; een droogdok ia ör aanwezig en de stad was lang de zetel van eene agentuur van de Compagnie Trans- atlantique. Ook de crediet-toestanden zijn gunstigde Banque de la Martinique is een groote, goed bestuurde instelling, die uit de tegenwoordige crisis zonder verlies te voor schijn zal komen, omdat zij in de bij de ramp vernietigde banknoten eene compensat ie zal vinden voor de overigens geleden schade. Dé hypotheekbank (Crédit Foncier Colonial) is eveneens slechte in geringe mate benadeeldi; alle industrieele instellingen van beteekenis zijn vrij, van hypotheek en bezitten zelfs niet onaanzienlijke reserves; te Saint-- Pierre had de bank slechts weinig achter stand en de leenirgen op Martinique waren hoofdzakelijk toegestaan aan grondbezitters, die overigens vrij van schuld waren. Onder deze omstandigheden blijkt de toestand op het eiland zoo gunstig te zijn als slechts het geval kan zijn na het groote ongeluk, en men mag hopen, dat de toekomst van het eiland niet in gevaar is gebracht. Allerlei. vEen Parijsche model-kerk. Niettegenstaande de voortdurende klachten over de steeds aangroeiende goddeloosheid van de Parijsche bevolking, is in het zuiden van Parijs een nieuwe kerk „Notre-Dame du travail" opgetrokken. In haar soort is het oen niéuw-modische modelkerk, waarop men stellig het bekende opschrift zou kunnen toepassen„meit het meeste oomfort van den nieuwen tijd ingericht." Zij bezit een uitge breide centrale verwarming, kan eleotrisoli verlicht worden; is telefonisch met de stad verbonden, heeft een bibliotheek, een apo theek voor de armen, bovendien nog een aantal bureau's voor den burgerlijken stand en ten slotte voor de geestelijken een tuin om in te wandelen. Dé constructie ia ook zeer modern en bestaat geheel uit ijizer. In elk geval weten de Parijzenaars thans, waar men op de meest comfortabele wijze ter kerk kan gaan. vDe Russische student Hirsch Lekuch, welke den moordaanslag op den gouverneur van Wilna, den luitenant-generaal v. Wahl gepleegd heeft, werd veroordeeld tot den dood door den strop. Heb vonnis is reeds voltrokken. vTe Spa zijn vier oplichters gevangen genomen. Twee van hen, Amerikaan sche staatsambtenaren, worden beschuldigd in Engeland en de Vereenigde Staten oplichte rijen gepleegd te hebben tot een bedrag van 200.000 frs. Een derde, een Oostenrijker. Da- vietowslri genaamd moet in Dortmund 30000 mark hebben gestolen. Het grootste gedeelte van het gestolen e moert hij reeds onmiddel lijk aan de speelbank weer hebben verloren. vEen treurig ongeluk vond gisteren op de spoorlijn tusschen Dortmund en Gronau plaats. In de nabijheid van de stad Koesfeld hoedde de 15-jarige zoon van den baanwach ter de koeien, toen een der dieren zidh cp de spoorbaan begaf. Bij de pogingen om de koe hier van daan te krijgen, geraakte de voet van, den knaap tusschen de rails be klemd. Met rukken en wringen werd be proefd los te komen, doch nieta hielp. Kort daarop was een trein in aantocht. Niettegen staande alle waarschuwingsfadgnaien van den baanwachter, kwam deze steeds nader. De jongeling bevond zich in de kaken des doods, ten aanscliouwe van zijn vader. Het volgen de oogenblik werd hij vermorseld. De toe stand van den vader is eveneens van dien aard, dat men voor zijn leven vreest. vBijina niet te gelooven is, wat aan de „Nordd. Allg. Ztg." uit Nordhausen geschre ven wordt. Aldaar moet op een landgoed een gewone bosohuil de duiventil zijn binnenge drongen en in een nacht, circa 80 duiven de ©ogen hebben uitgekrabt. De eigenaar vond den volgenden morgen de misvormde dieren voor een groot gedeelte zieltogende. Reeds eenigen tijd vroeger, zoo wordt nog medege deeld, heeft dezelfde ujl een geheel nest jon ge katten de oogen uitgepikt. Uit Balduinstein werd aan het N. v. d. D. geschreven, dab de toestand van H. M. de Koningin zoo bevredigend mogelijk ia. Woensdagmorgen heeft H. M. in gezelschap van haar moeder, Koningin Emma, en een hofdame een wandeling gemaakt in den tuin en de omgeving van het kasteel. De Koningin deed Woensdag van 5 tot 6 uur een rijtoer en Donderdag een tocht naar Diee. Da KoninginrMoeder vertrok te 10 uur naar Honnef. ter begroeting van de Koning in van Zwedeni; H. M. keerde des avonds te rug. De minister van Buiten landsche Za ken heeft Donderdagavond aam dé gevolmach tigden, die de dtrie traotateni betreffende 'het internationaal familierecht onderteekenden, ©en feestmaal aangeboden. De minister van Marine verleende gis teren audiëntie aan eenige tot hooger rang be vorderde zeeofficieren, o.a. aan den vioe-ad- miraal Zegers Veeekens en den. schout bij nacht Ellis. Het pantserschip „De Ruyter", van de werf te Feyenoord, gaat de volgende maand proefvaren. De Koningin-Regentes'keert einde van dit jaar uit Wesrfc-Indië naar Ne derland terug. Voor het iu Juli te houden adelborst examen hebben zich 93 candidaten aangemeld (op 30 plaatsen) en voor het examen voor machinist-leerling 60 (eveneens voor 30 plaat sen.^ Eenige bepalingen nopens het Reservekader bij de imanterie en de Vesting-Artillerie. (Kon. Besl. 12 Mei 1202A'o. 22.) Het Reservekader bestaat uit adspirainteiir vaandrigs (positie gelijk aan die van den soldaat), reserve-korporaals, reserve-sergean ten, res er ve-foui'iers, reserve-sergeamt-majoors en vaandrigs (positie gelijk aan die van adju dant-onderofficier) De vrijwilligers bestaan uit 2 catliegorieën, t. w. 1. Zij, die alls adsp.-vaamdrig ini dienst tre den. 2. Gepasporteexde korporaals en onderoffi cieren tob en met den graad van sergeant majoor, afkomstig van opgenoemde twee wa pens, die minder dan 3 jaren in het bezit van het paspoort zijn, en desgewenscht, tot een reëngagemieait zouden zijn toegelaten. Korporaals, die bij hun paspoorteering vol daan hadden aan het examen voor sergeant, kunnen als reserve-sergeant worden aangeno men. Bij die vesting-artillerie worden fouriers als reserve-sergeanten aangenomen. De vaandrig is bestemd om te velde de plaats van een luitenant te vervullen. Hij, die als asp.-vaandrig in dienst treedt, moet ongehuwd; niet jonger dan 17 en niet ouder dan 24 jaar rijn. Gtpsöporteerden mogen bij hun toelating tot het reservekader niet. ouder rijn dan 36 jaar. Boneden den leeftijd van 24 jaar moe ten rij ongehuwd! rijn- Hij, die tot dé militaé behoort, Wordt niet tot het reservekader toegelaten. Dé vrijwilliger van het. reservekader, die bij de militie wordt ingelijfd, is met den dag zijnei inlijving ontheven van rijn vrijwillige verbintenis en alzoo gehouden rijm dienst bij de militie te volbrengen. De sub lo. genoemdlemi verbinden rich I Om 8 jaren bij het reservepersoneel der landmacht te dienen, met dien verstande, dat deze termijn stilzwijgend wordt verlengd met den tijd, welke verloopen mocht tusschen den datum hunner verbintenis en dien van hun opkomst in werkelijke ndienst tot eerste oefe ning; n. voor den tijd van 4 jaren bij die land weer, na afloop van en aansluitende aan net dienstverband, bedoeld sub I. De overgang naar de landweer geschiedt in den rang, graad of staat, verkregen in het sub I genoemden diens tverbano De vrijwilliger moet in den sub I genoem den termijn 240 dagen onder dé wapenen1 doorbrengen. (In 'dien regél te volbrengen in die eerste drie jaren, en wel in het eerste en tweede jaar minstens 24 maand, waarvan 2 maanden onafgebroken tusschen 1 Juli en 1 Octoberin 'het derde jaar het nog niet ver vulde gedeelte van den vermelden dienst, eveneens onafgebroken en bij voorkeur ook tusschen 1 Juli eui 1 October). De vrijwilliger moet, totdat hij den graad! van sergeant bereikt hééft, ter plaatse waar Indische Roman 6 door Mevr. O VIN K-S O E B. HOOFDSTUK IEL De „Prinses Marie", waarmee Nital de leis naar Indië aanvaardde; behoorde tot de nieu we, ruim gebouwde schepen, waar alléti zoo veel mogelijk op heb comfort der reizigers is ingericht en, daar er slechts wéinig passagiers aan boord' waren, kon het jonge meisje een hut voor zioh geheel alleen krijgen. Dit was Nita dlubbel aangenaam omdat rij, de aahei- dingssmart no@ niet te boven, behoefte had met. hare gedachten, alleen te zijn, een plekje te ihebben, waar rij") rich kon terug trekken zonder gevaar door vreemde oogen bespied te worden. Ach, rij, miste Wim, de vriendelij ke omgeving, die zij zoo pas verlaten hal, nog zoo vreeselijk. Al dé vreemde gezichten, dié haar omringden, de nieuwe indrukken, die rij ontving, maakten haar verward en zenuw achtig, liet duwde ieieto geruimen tij|d <\>r geest eni gemoed Weer in evenwicht kwamen en Nita kraoht en kalmte hervond. Er waren slechts negen passagiers lste kl\y- se aan. boord: De kapitein, die het detache ment troepen begeleidde met rijpte vrouw een ziekelijk, tobberig zieltje; eenige luite nants, een onderwijzeres, die van verlof terug kwam en eoni reeds bejaard echtpaar; deze laateten maakten, als Nita, de reis voor 'het eerst, om hunne op Java getrouwde kindë." n te bezoeken. 'Beiden waren bijna onafgebroken ze=J tsj: en bleven het grootste deel van den dag in hunne hutten. Nita maakte in hep geheel geen kennis met die alleronaangen a;umste (kwaal, zeeziekte gjenaamdzijl had altijd goe den eetlust en sliep 's nachts .gerust als een kind, al slingerde het schip ook nog zoo he vig. Spoedig kreeg rij de zee lief; ook op haar oefende het eeuwig wisselend spel dér golven zijne .geheimzinnige aantrekkings kracht; hoe hooger zijl zich verhieven, hoe woester rijj kwamen aanrollen, des te meer genoot heb meEsje en lidti bock en handwork liggen om uren lang heb schouwspel, d'at zij voor oogen had, te bewonderen. Meestail bleef zij alleen, de overige reizigers lieten zich niet zien boven, alsl hét zoo fwoeislechts de datótcr en administrateur, beiden beleefde vriendelijke mensohen, kwamen nog wel een? eeni praatje maken. Als de zee iets kalmer was, verschoon, de onderwijzeres, juffrouw Scholt, aan dek en hield Nita gezelschap. Zij was een_ mager bleek meisje en zag er niets jong meer uit met haar vaal, .gerimpeld gezichtje. Spoedig nam zijl Nita in haar vertrouwen. ,,'k Was veel liever in Hol land gebleven," vertelde rij; op zekeren dag, „ik houd nieta van Indië, het klimaat is slecht voor mijn ge stel, aan de leefwijze ©u Indische gewoonten héb ik mij nooit kunnen gewennen. Boven dien woont mijn© geheele faauilie in Holland neen, ik zal daarginds nooit aarden," besloot zijl zuchtend. In hiare omstandighodén klonken Nita; de ze woorden verre van bemoedigjendrij keek har© buurvrouw eens van ter zijde aanhoe spits en ingevallen waren netus en wangen waIV een moedia trek lag om den kleinen mond met de dunne, bloedelooze lippen. „Kon u in Holland geen betrekking krij gen, jufrt mw Schot?' vroeg rij vriendelijk. „U is immers geëxamineerd?" „Ja, maar wat bëteekent ©en hullpaote? de hoofdacte ken ik nooit halen em, weet u, ik moet mijpe mioeder em een gebrekkig zus je onderhouden'. U begrijpt, dat wij honger moesten lijden van 'het beetje, dat 'k in Hol land' zou kunnen verdienen. Nu kan ik vrij goed voor hen zorgen, maar het is hard, dat wij gescheiden moeten leven. Liet ui ook fa milie achter, juffrouw Wem deler „Een broertje, dat ik rielsiiéfheb," en Ni ta wendde zich' af om hare ontroering te ver bergen'. Juffrouw Schot schudde medelijdend' liet hoofd. t.Qoh, het leven, is wol hard, klaagde rij, p,waarom is het otoe eigenlijk gege(ven t brengt voel meer 'leed dan vreugde. Nijpen geen geldzorgen, dan komon riekten en an dere ellenden den mensrili er aan herinneren, dat rijn bestaan een voortdurende strijd is tegen het noodlot..." En eensklaps~Nita doordringend aanzien de. vroeg rij zacht, doch met nadtruk: „Go- looft u, dat het zond'e is zich; het leven te benemen?" „Ja zeker," riep Nita verschrikt., „en dat gelooft u toch ooik, lieve juffrouw Schot, al was heb alleen maar omj het verschrikkelijk verdriet, dab wij er hum die ons liefhebben en achterblijven, mede aandoen." Juffrouw Schot kneep de magere handjes in elkaar en zag Nita aan met zulk eene ho peloos treurige uitdrukking in de oogen, dat doae er van ontroerde. Veel later herinnerde zij, rich' dien blik en dè woorden, die de on derwijzeres er op lieti volgen ,.U heeft gelijk, dat is het zeker vrat on gelukkige mensohen als ik, van zelfmoord te rug houdt". Bdj|na onmiddellijk bracht riji heb gesprek op een ander onderwerp én, toen. Nilta het waagd© teruig te komen op de laatete, cynische woorden, met de bedoeling hare gezellin te bemoedigen, sprak rij hier haastig over heen en ging even later naar hare hut. Nooit kwa men beide meisjes op haar eerste ge&prek te rug, al dacht Nita er nog dikwijls aan, wan neer zij, juffrouw Schot zoo stil em; neerslach tig over de golvenheenstaren, als zocht zij1 aan den horizon haar dierbaar vader land. Te Genua werd hot aantal reizigers zeer vermeerderd, d ch de qualiteit won er niet bij. Tot schrik van het kleine, kalme gezel- soliap, kwamen, or, behalve eeniige keereai, drie familie® aan boord, die aohtbien kinderen me de brachten. Gedaan was het met de rust van liet bejaarde echtpaar-, dat, nu de zee kalm bleef gelijk een spiegel rich aan het dek had gewaagd. Overal weerklonken luide stem metje®; kleine, doch stevige voetjes dreun den over de planken. Hieti ziekelijk kapiteinpvrouwtje klaagde Steen em been hab was nieit uit te houden met die bende om je heen. „Doet u de reis voor liet eerst? Is u niet aam Indische kin deren gewend, mevrouw Stang?"' vroeg juf frouw Schot, „nu, dan kan u er nog plezier van beleven, ik spreek bij ondervinding, weet U." En mevrouw ]3tang merkte ai spoedig, dat de bedekte^zinspeling van jufrouw Schot op eene vreeaelijike waarheid doddle. Wat een drukte en lawaai braclut die kleine bende aan; er waren vier oï vijf nette, welopge voede kinderen, die door papa en mama ver boden werden als rij lastig waren en zich dus behoorlijk gedroegen, doch rij verzonken tus schen de overigen die zich even vrij en bru taal aanstelden aki een zwerm, jonge mus- sohem. .Overal zaten, de kleine handjes aan; wee den onvoorzichtige, die boek of handwerk liet. slingeren, het was een bijna hopeloos zoe ken naar 't verdwenen voorwerp. Werden de bengels op heeterdaad betrapt, dan was het Njo had' maar even willen zien of er .ook plaatje® in het 'boek waren, of Wiesje zou me vrouw het handwerk juist- terug1 gaan bren gen. 'Zoo (kreeg de eigenaar .eindelijk rijn eigendom weerom, d'och in welk een. staat dikwijls? Maar de bruine schitteroogjes lach ten zoo ondeugend en de radde stemmetjes hadden het leugentje zoo gauw bij de hand, dat het slachtoffer het knorren meestal ver gat en de deugniet weg was vóór de sbrafpne- dicatie begon. Tot Nita's verbazing liet juffrouw Schob zich niet® aan het jonge goed gelegen lig gen. „Neen. ik houd niet. van kinderen," be tuigde zij volmondig, „ik zie die kevertjes dag aan dag reel té nabij op school en ben blij; dat. ik deze wekeni nog rust 'heb eu mij piet met hen hoef te bemoeien. Bovendien, waarvoor is er een kinderjuffrouw aan boord? Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1902 | | pagina 1