51°. 351. Tweede Blad.
I"4" Jaargang^.
Zaterdag 14 Maart 1903.
BUITENLAND.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Militair Schetsboek
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.85.
Idem franco per post. 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentien, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 1—5 regelsf 0.75.
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Zuld-Afrika.
Graaf Adalbert Sternberg, een der vrij
willigers, die in de rijen» der Boeren tegen
do Engel&chem gestreden hebben, vertoefde
da vorige maand in Territed en vernam, dat
president Sbedjn in de nabijihaid', in GLaTemoe,
eemo villa beiwoondé. Hij bracht hem daarop
een bezoek.
„Steijn en zijne vrouw zaten", aldus ver
haalt grahf Sternberg in de „Neme Fr. Pr.",
„op een terras aan den oever van het meer
van Genève. Ik werd onmiddelijk toegelaten
en vierde met den ex-president een weerzien
na drie jaren. In een rolstoel, over zijn ge
heels liöhtaani verlamd, tot een skelet vermar
gerd, zat hij daar, en slechts zijn oog lichtte
nog in liet door pijnen en zorgen gegroefde
gelaat. Naast hem zat zijne gemalin, de be
lichaamde liefde en zorgvuldigheid, een
schoono vrouw, goed in de dertig.
Steijn herkende mij onmiddelijk en stak
mij zijne beidie handen toe. Een stomme
groet, doch niettemin was het mij alsof hij
wilde zeggen: „Daar ziet gij ©en menscth,
die den kelk van weemoed en ongeluk tot
op den bodem geledigd heeft. Daarna zeide
liiji„Ik herinner mij u. In de harten der
Vrijstate rs blijft ge on vergeten, evenals de
arme Villebois, die daar zijn leven moest
laten. Ons volk heeft veel geleden, maar iik
geloof dlati wij voor altoos de achting der
wereld verworven hebben." Wij praatten
daarna over bekenden van wie velen bij het
verloop van den oorlog hun leven voor bet
vaderland geofferd hadden. En daarna wees
hij óp zijne echtgenoot© en zeide„Waar zou
ik zijn, wanneer God mij. deze vrouw niet ge
schonken had." En waarlijk, mevrouw Steijn
verdient deze lof ten volle.
Het werd echter tijd den ex-president weer
in zijn kamer te overen, want eene vochtige
avondlucht woei van de bergen. Mevrouw
Steijn bleef bij mij en wij praatten voort,
tyevrouw Steijn was maandenlang zonder be
richt omtrent haren man geweest en toen
zij hem na den vrede terugzag, was hij ver
lamd en niet meer in stalat zich te bewegen.
Zij ging niet 'hem naar alle doktoren, zonder
dat haar ook maar een schaduw van hoop ge
geven kon worden. Eerst in Berlijp vond zij,
gelijk bekend, bij dr. Winkler uitkomt. En
nu werd langzamerhand de vertwijfeling in
hoop opgelost. Iedere morgen bracht een
kleine verbetlering, en nu kan de president al
reeds eenige passen gaan. Dag en macht was
zij onafgebroken aan zijne sponde, en elk
woord van haar was hem een troost, een
lichtstraal in zijne door het noodlot verduis
terde ziel. Eene vrouw toont eerst in ramp
spoed, wait eene vrouw is en zijn kan. En toen
mij mevrouw Steijn trotsch zeide: „Slechte
wij vrouwen hebben een oorlog gewild, en al
leen wij hebben onze mannen gedwongen
hem zoo lang door te voeren", heeft zij de
waarheid geaegd.
Naar aam dé „Manchester Guardian," uit
Kaapstad gemeld, wordt, is dominé Broek
huizen, die in dien Tramsvaalsdbem volksraad
het laatste glebed uitsprak, in Worcester
(Kaapkolonie) aangeklaagd wegens hoog
verraad. Hij moet voor Kruiger en Steijn
gebeden en giezegd) hebben, diat de conventie
van Veroeniging heit papier niet waard was,
waarop zij geschreven wiaa. De voornaamste
getuige is een loyale Hollander. Y©rscheodéne
farmers geven toe;, dat Broekhuizen Kruger
en Stedjim als presidenten genoemd! heeft,
doch' het overige bestrijden rij. Milmer ver
bood' Broekhuizen den toegang tot Trans
vaal on bet afleggen van den eed van trouw.
De Congo-gruwelen.
De uiitgava van kapitein Guy Burrow's
book „Th© Ours© of Central Africa, or the
Belgian Administration of the Congo Free
State" (De geese! van Midden-Afrika of het
Belgische bestuur in den Congo-Vrijstaat),
was de aanleiding tot een banket, Zaterdag
avond gegeven in Comedy restaurant, Pan-
tonstreet, Londen.
Als voorztter fungeerde de heer Everett,
uitgever van het boek, voorts waren aanwezig
kapitein Guy Burrows en Edgar Canisius,
schrijvers van het boek, alsook sergeant Hoff
man, die verscheidene lichtfceekeningen nam,
welke het boek opluisteren.
Bij het dessert dronk de heer Everett op
de gezondheid van de heer Burrows, en zeide
dat hij de negatieven bezat van de lichttee-
keningen, die in het boek voorkomen.
NatuurEjjk, zeide da heer Everett, de uit
gever, is het wensohelijk dat het boek in Bel
gië kome en hetredht voor de uitgave in
dit land werd aan Belgen aangeboden; maar
deze wilden eerst het handschrift zien en
daarin kon niet toegestemd worden. Toen
men te Brussel vernam dat het boek het licht
ging zien, heeft men op de pers gewerkt,
opdat zijl het werk zou dood zwijgenmen
hoopte nog dat het boek niet het licht zou
zien, maar het ia nu verschenen, opdat ieder
een, ook de koning der Belgen, zou weten
wat er omgaat in den Congostaat. En het
zal vertaald worden, opdat de aandacht der
Belgische Kamer op deze gruwelen worde
gevestigd.
Kapitein Burrows, in antwoord op den
heildronk, zeide dat al de verklaringen in
zijn boek echt zijn- De koning der Belgen
is, in Congo, een grooter autocraat dan de
Czaar in zijn rijk.
Toen hij, Burrows, naar Congo ging, had
men ham gevraagd of hij de eer van een
En ge ls ch gentleman zou hoog houden? Hij
heeft dat gedaan, naar de beste zijner vermo
gens, en aldus het begaan van gewone gru
welen, al9 het hangen en neerschieten van
inboorlingen en het geeselen van naakte
vrouiwen belet. Hij heeft aldus een Belgisch
officier voor den krijgwaad doen verschijnen
maar de officier werd met een maand bureel-
werk, wat men heette „dwangarbeid" gestraft,
kreeg genade en werd gedecoreerd.
Spreker zegt fier, dat hij zijn hand stuk
gesilagen heeft op het aangezicht van een
dezer Belgen want zoolang die daar meester
zijn in Congoland zal 't er eene hel op aarde
wezen. Vrouwen worden gegeeseld, mannen
worden gedood voor niemendal en als iemand
tracht de Belgen in hunne wreedheden
te hinderen, dan trachten zij zich van hem
te ontdoen.
De Daily New» bevat, naar aanleiding der
verschijning van kapitein Burrow's boek; een
hevig artikel tegen de Belgen in den Congo
en tegen de regeering van den Congostaat,
die het blad beschuldigt, hare agenten aan
te zetten tot deze misdaden, die erger zijn
dan het ergste wat van het oude Rome wordt
verteld.
Het blad zegt dat men de Belgische pers
heeft gemuilband en dat men zelfs voor
de rechtbanken getracht heeft de uitgave van
het boek in Engeland te beletten.
Het regiem van slavernij en gruwel in den
Congo kan in alle geval niet als een schan
de voor Europa blijven duren.
Het Hbld. van Antwerpen voegt daaraan
toe:
Men weet dat de Congostaat een ambte
naar en twee in het boek beschuldigde offi
cieren naar Londen heeft gezonden om de
verschijning van het book van Burrows na
te gaan.
Ditmaal zijp zulke monsterachtige beschul
digingen tegen de Belgen uitgebracht, dat
men niet door onverschilligheid dezen aanval
kan beantwoorden.
Als er gelasterd is, dan pakke men de
lasteraars bij de tong, voor de Engelaohe
rechtbanken indien ten minste die Bur
rows in zijn boek namen noemt, wat hij op
het banket niet gedaan heeft.
Noemt hij geen namen, dan kan men het
boek eenvoudig onder de „chantage"-midde
len rangschikken.
OOST-INDIÊ.
Aan een van demi cdvielon en militairen
gouverneur van Atjeh en ouderiioorighedem
ontvangen telegram» van 4 Februari wordt
door die JavarOt. het volgende outlaeind
Ondier bevel vam kapitein Adamiai van
Sobedteimai patrouilleert, ©ene compagnie van
het 3dle bataljon sedlert begin Januari in
Boven-euniagan, Boven- Tripa em Kong; bel
richt van deze colonne werd nog niét ontvan
gen.
Kwala Béë in Wojla is thans bezet door
het detachement dat vroeger te Sabang was.
De pretendent/sultan v^ird eergisteren voor
dienstzaken naar Pidië gezonden
Onderrluiitenant Gkriejtfaffel overviel in
Boven-Keureutöë op 23 en 24 Januari schuil
plaatsen van Toekoe Tji' Gcudong on Pang-
lima Pblettn; de bende liet 3 gesneuvelden
met wapens in onze handienaan onze zijde
wemdlen 2 inlandsahe maréchaussees niet
levetnsgevaarl ijk gewmd BivitemLandsahe
brieven, boeken en esnnge zilveren preaiasa,
toebeihoorende aan Polèm en Toeankoe Radja
KeiumailaL
Het Ajdtvbl. v. Atjelb meldt:
Teuingjkoiel Fotetilh, zuster vam dein pretem-
dlenltnsultan, kwam» miet eene miaroaha/usseto
patrouille vlam Taxtgsé ein meldde zich te Sigli.
Wij lezen in de JavarBode het vol
gende:
„Miles, de militaire causeur van het Soe-
rab. 'Handelsblad, deelt met beslistheid me
de dat de gouverneur 'van Atjeh in Mei ^.s.
wegens gezondheidsredeneoi met bui ten-
land sch verlof zal gaan en alsdan voorloopig
zou worden vervangen door den kolonel W.
G. ;A. C. Christ an. Inderdaad liep te Ba
tavia eenigen tijd geleden reeds het gerucht,
dat generaal Van Heutsz tegen Mei een huis
zou hebben, gehuurd' 'in Den Haagmen wist
zelfs 'de straat .te -noemen, waarin dat huis
gelegen is.
„Wij hebben dus geen aanleiding om de
mededeeling van Miles onjuist te noemen.
Alleen 'kunnen wij er tegenover stellen een
mededeeling, 'die wij| uit vrij, vertrouwbare
broni vernamen, 'dat die generaal het vaste
plan heeft ora .na de® terugkeer alhier ,van
dr. Bnouck Hurgronje, «JL i. oiver eenige
maanden, persoonlijk een bezoek te bremgen
aan 'de .Gajoelamdiem en dat de le luitenant
'der infanterie ^1. J. J. B. H. Campioni
reeds zou zijn aangewezen om dien generaal
op diens tocht te vergezellen.
„Ri officieel© kringen laat /men zich over
het gerucht niet uit."
Poieloe Welk Aan dé Sabamgbaai,
zoo wordt viaut daar aan het Bat. Nblld. ge
schreven, ia men reeds krachtig in dé weer
om loodsen en steigers te bouwen voor de
bootten dier Stooanvaartmiaatsdhappij Neder
land!, die, zoioails bekend, over eonigen tijd
instelde van Padiamg, PoaLoe Wek zullen aan
doen. In het midden vam dit jaar wordt do
eerste boot dier maatschappij te Sabang ver
wacht. Daar dan Colombo in den weg ligt,
bestaan er plannen om ook Ce)1 Ion aan te
doen, zegt. het Bat. Nbld. Verder zullen waar
schijnlijk do booten der Noord-Dintecho Lloyd
den weg over Sabang nemen en zal een vaat©
verbinding met Pinang ontstaan.
Dé kolensteigers te Sabang beloven goed
te warden; alleen het moeren gaat nog niet
gemakkelijk, dloch in de toekomst zal een
havenbootje het rondzwaaien op do bceo bei
Hooge gasten. Uit Solo sol rijft
mem aam de Java--Bode dato 29 Januari
Prin9 Ruippreoht van Beieren en- zijn neef
Georg kwamen gisteren per sneltrein van 11
uur van Djokja hier aan met hunne reiisge-
nooten, professor Mayer, den heer von Hert-
ling en den consul-generaal van Duiteoklamd,
dr. von Syburg.
Op het jperron van het station te Belapan,
dat vol was van nieuwsgierige dames, heeren
en kinderen van allerlei landaard, werden zij
door den resident en assistent-resident wel
kom geheeten.
Nadat de gebruikelijke beleefdheden gewis
seld waren, stapten de twee prinsen met den
assistent-resident in een, met vier zwarte
Australische paarden bespannen, door aen
soesoehoenan te hunner beschikking gesteld
rijtuig, en reden, gevolgd door hunne, in een
anderen, eveneens aan den soesoehoenan toe
behoorenden vragen, gezeten reisgenooten en
den resident, die in zijp eigen rijtuig reed,
weg.
Aan het hotel Slier, waar voor hen kamers
waren besproken de resident kon de hee
ren wegens plaatsgebrek niet ten zijpent la-
geer en werden de gasten door den, in
pontificaal gedosten directeur van Vloten
ontvangen. Evenals op den weg daarvoor,
krioelde het ook hier van vrouwelijke, man
nelijke en jeugdige nontonners van allerlei
kleur.
Om half zes 's middags maakten de prin
sen met professor Mayer een rijtoer door de
stad en 's avonds om half zeven hunne op
wachting bij het gewestelijk bestuurshoofd.
Na de bezichtiging van het residentiehuis,
dat schitterend verlicht was, werd het berzoek
besloten met een dronk op aller gezondheid.
Om negen uur werd, in gezelschap van
eenige autoriteiten en tolken, aan den soesoe
hoenan een bezoek gebracht. De koninklijke
hoogheden, die, zooals bekend, bij deze ge-
legenheir het incognito, waaronder zij gc
reisd hadden, hadden opgeheven, waren, ge
rokt en droegen hunne verschillende ridder
orden.
Lang nadat het middernachtsuur geslagen
had, dachten de gasten eerst aan vertrekken
en reden toen, nadat prins Rupprecht dom soe
soehoenan zijp portret en dat zijner gemalin
had geschonken, met de souvenirs, bestaan
de uit een kostbare kris, een kostbaren wan
delstok, een album met photografieën vau
verschillende gedeelten van den kraton, als
mede portretten van Z. H. den soesoehoenan
en de rato©, naar hum hotel terug.
Inlandsdhe (militaire wielrijders. De
kapitein der infanterie J. J. W. van 'Benne-
kom, /belast met de .opleiding der wielrijdérs-
rapportgapgetrs, «al zich, paai* men aan -het
Soer. Hbld. meedeelt, in commissie naar Mar
gelang en zoo noodig ook naar Djokjakarta
en .Tjimahi begeven, om een tiental iSoen'da-
neeeche en Amboneesche militairen in over
leg met de betrokken korpsco'mmandanten
uit te zoeken oan tot militaire wielrijders te
wordein opgeleid.
Verminderd debiet. De Lo
comotief sahrijftIn het afgeloopen jaar
werd in de afdeeling Semarang in het go-
heel slechts verkocht pl.m. 45,000 tails regie-
opium. Laait men de jaren 1900 en 1901 bui
ten rekening, als zijnde toen de economische
toestand van de afdeeling geheel abnormaal'
en vergelijken wij bet debiet vam 1902 meti
dat van den pachter in 1899, dat pl.m. 66.000
tails bedroeg, dan is het verschil niet minder
dan 21.000 tails.
Het verminderd debiet ip de afdeeling Se-
maramjg is echter nog klein in vergelijking
met dien achteruitgang in de afdeeling Koe
does, waar munder dan 50 pet. weid ver
kocht dan wat de pachter sleet.
Zulke groote verschillen mogen wij niet al
leen op rekening stellen vam een lef waar
dig streven der schuivers om het opiumge
bruik te temperen, maar moet, zoo er al
van temperen sprake is, een smokkelen op
groote schaal nog veel meer bijdragen tot
den kolossalen achteruitgang van het opiumr
debiet.
Het Soer. Hbld. schrijft:
„Het leven in de kofa Soerabaja wordt
er niet gezelliger op. Ternauwernood is de
cholera-epidemio voorbij .(naar wij wagen te
hopen), die ons -eigenlijk in twee jaar niet
verlaten heeft, of andere ziekten komen ons
teisterenkoortsen en pokken, vooral de
laatste, heerschen in bijna elke kampong en
ontzien ras noch kunne, leeftijd noch stand.
„De buitengewone weersgestel dheid draagt
er het hare toe bij, ota den hygiënischen toe-
srfand! ter plaatse te
Kameroverzicht.
Vergadering van Vrijdag 13 Maart.
Geopend 11| ure.
Indische Comptabiliteitswet.
Aan de orde ia de voortzetting der beraad
slaging over de wijsiging der Indische Comp
tabiliteitswet.
De heer dos repliceerende, constateert dat
de minister gisteren duidelijk heeft gezegd,
dat het ontwerp zal leiden tot eene b'ijven-
de scheiding der Indische en Nederlandsche
financiën. Spr. geeft toe dat wanneer de Re
geering onmogelijk aan de billijkheid kan
voldoen, zij niet anders kan handelen dan
zij voorstelt. Hij vreeet echter dat elk jaar
de strijd opnieuw zal worden gevoerd over
de bijdrage welke aan Indië zal gegevenl
worden, zoodat de maatregel tot groote on
zekerheid leidt.
Daarna bestrijdt Spreker het batoog -van
den heer Cremer. Van diens rede heeft hij
den indruk gekregen dat het niet de belas-
door
MIL VAN HOORN.
(Het auteursrecht is verzekerd
XXI.
Boertje.
Bartels is kamerwacht.
Rustigjes zat hij aan1 eien hoekje Van de
tafel te poetsen op zijn sabel gevest.
Knusjes heeft hij hiet rondo®» zich ge
maakt: zijp kleine poetadoosjes, Lapjes en
luoufcjes bij zich genomen, zijp kribkastje
opengezet en zijp pijpje aangestoken. Nu
dampt hij kleine, sterk geurende wolkjes uit
zijn kort pijpje en wrijft zoet-zachtjes over het
sa/belgevest Van tijd tot tijd ziet hij eens
rond over de groote oohtendstille kamer,
waar geen ander geluid) is dan zijn zacht schu
ren en liet gejaagd tikken in iizerklank van
de klok.
Hij ziet eens of hij nog wat vergeten
heeft, maar hij kam geen fout in zijn kamer-
wchtdlenst ontdekken: de andere tafels,
niet de banken er bovenop, staan op hiun
plaats, de wapens aan bet rek hangen nauw
keurig gericht, de klompen onder de bed
den staan juist gelijk meit het voeteinde dier
kribben; alle dekens vertoon en hetzelfde fi
guur op hét hoofdkussen vap vierkant gevou
wen stapeltje met dezelfde afwisseling in
roodo ep witte strepen; alle kastjes hebben
het overeenkomstig uiterlijk met de glim
mende eetketels en schoenen er onder han
gend, het pak blauwe kleeren er bovenop
de vloer is netjes met zand bestrooid, in lan
ge vederachtige vegen; het kamergereed'-
schap, in den hoek bij de schoorsteen, staat
zóó, dat het 't minst in 't oog valt met zijn
verveloos blik, dweil en stofferde bovenra
men zijn neergelaten.
Knusjes is 't nu op de stille kamer. Door
do hooge ramen» valt in ruime weelde onge
temperd zonlicht, dat breedé lichtvakken toe
kent oven- vloer en tafels ep dé kleuren van
kamer cm meubels doet oplevenhiet wit van
muren wordt scheller, het bruin vam kastjes
wiarmer, ,het zwart vap kribben minder som
ber.
Dan valt Bartels' dog op zijn openstaand
kastje. Hij staakt even zijn poetsen
werktuigelijk doorwrijiVemdheel zacht
kijkt hij met mieer aandacht naar dé
portretten op de binnenrijd'® van bet
deurtjemoeder met dé kornet op
knappe boerevrouw en broer Jan;
boven ieder portret een papieren roosje, op
dé kennis in den schiettent, met tien scho
ten verdiend. Er rijn nog een paar prent
briefkaarten op het deurtje de groote kerk
van 't dorp met Geert, den bakkersjongen,
op het Kerkplein en de nieuwjaarskaart van
Hendrika, een grappige niet de oemta-prent-
teekeming vam oen minnend paar en het op
schrift in druk
„Gijl moogt boei- of soMaat rijn, beste
vrind,
Door H. wordt gij nog sfceedé bemind."
Dé H. had Hendrika or „eigens" op getee-
kond d'at had moeder hem geedhreven, en
dtofc maakte de kaart voor hem vam groote
waardeWant Hendrika kon niet schrijven.
En dop, heel zacht doorwrijvend, wegdroo-
mend, zijp, oogon gericht op het kastdeoirtje,
mijmert hij even voort over tihuis, over Hen
drika, moeder en dé koeien, de boerderij,
waar hij knecht is. een half uur van 't dorp
af; maar terugdenkend van, het versje weêr
van „boor" tot „soldaat" komt rijn aandacht
weêr bij het poetsen En nu hij ziet, dat het
gevest als zilver blinkt, staat brij op, behoed
zaam dé sabel met een poetslapje aanvattend,
on brengt haar terug naar het wapenrek aan
't einde der kamer. Dam drentelt hij térug
naar zijn straatje, klimt op zijn krib, de voe
ten voorziahtig op den ralnd, om rijn stroo-
zak te sparen.
Hij zal rijm kleeding ©ens bekijjkeln et» het
kastje opnieuw' pakken.
Beret wordt dé drögé handdoek over dén
stroozak gespreid, d'ain. zijn bovenkleeding
stuk voor stuk genomen, bökeken, geschuierd
en op den handdoek gevouwen, alles heel be-
(hoedzaam, zoodat de vouwen dezelfde Wij
ven. Dan schikt hij de voorwerpen op het
onderste plankjehet sigarenkistje met
poetslappen en moeders brieven, de was- en
vetdoozeu, rijn tabaksdoosje, de „kleine
équipemewtst ukken", rijn brood met het
klontje boter er tegen gediuwd. Als hij alle
kleedmgstukken en voorwerpen weer netjes
heeft geschikt, zet hij rijn lepel en vork te
recht a al iter bot gespijkerd reepje Iter bin
nen tegen het linkerkastdeurtje.
Juist staat hij in aandacht-droom nu vóór
rijn bed! en beziet weêr moeder, broer Jan en
de prentbriefkaart, als de kalmerdeur geo
pend wordt en een luitenant dé kamor op
komt.
In orde! roept Bartels, hoewel hij de
eenige is, die aan het orde-roepen kan vol
doen. en gaat op den luitenant toe.
Kamerwacht pensent, luitnt.
De officier gaat nu even over de kamer.
BarteLs volgt hem en kijkt mee naar allee
wat do luitenant beziet.
Bij Bartels' nachtleger staat de luitenant
even stil.
Lig iij hier?
Jawel, luitenant.
De luitenant werpt een blik op het kast-
deurtjo, glimlacht even. Bartels' oogen blin
ken; hij glundert de luitenant lacht zeker
o:n do mooie prentbriefkaart van Hen
drikaofoim moeder's portret
.Nu moet nij, oven op een drafje vooruit-
loopen, ©mi do deur open te doen. Bij1 de dieur
kijkt Bartels dan luitenant viaut in .io oogon
zpu hijj niets zeggen
Je kamer ziet er netjes uit.
Bartels sluit nu de deur achter dén luite
nant.
„Ja, de kamer"hij haid graag eens
gehoord, waarom de luitenant zoo glmiladbte
bij bet zien van rijn kastje.
't Wordt koffiedrinktijd.
Bartels neemt een stuik krantenpapier,
strijkt het glad over de tafel, legt er zijn
brood en mes op en smeert rich een snede.
Dam neemt hij het blikje, door hem zelf
van een ijzer cland hengsel voorzien, om
koffie to halen in. de cantine. Zijn plan is
heed rustigjes zijn twaalf-uurtje tc gaan ge
nieten
Maar beneden in den corridor klinken ge
lijkmatige voetstappen en schalt het geluid'
van stenume.nisprekon en zingen. Dam
stxwnmcd-dondert hot op dé trappen en zwelt
het zingen tot schreeuwen aan. „Daar komen
za".
Bartels bergt het brood weer in rijn kastje.
Nu stormt de troep binnen, schetterend,
schreeuwend, zingend; wapens worden af go-
gespt, jassen uitgedaan en op de bedden ge
smeten; kastjes worden inderhaast geopend,
kisten van onder de kribben geschoven. In
een oogenbhk is de straks zoo rastg-crrdedijke
kamer veranderd in. een lokaal vol beweging
en wanorde. Er wordt luid gesproken en ge
lachen, soms iets geschreeuwd! van het eene
eind der kamor uaav het andere; banken
winden met ecu amotk van de tafels op den
grond: gekoerd, telkens kwakt het geluid
van het dichtslaan van do kamerdeur neer
tuaschen stemmen en gestommel.
Bartels neemt nu zijn koffie-blikje eni gaat
naar do cantine on» koffie
Als hdj! terugkomt, is het weêr wat. rusti
ger op dé kamer enkelen rijn naar de oan-
tme gegaan; andoren zitten, aan do tafels,
sommigen liggen op de bodden
Dan/ schuift Bartels schuwtjes bij aan een
hoekje van een tafel en spreidt zijn krant
weêr uit, neemt rijn koffie en brood en be
gint te eten.
Nu is hij niet zoo wel te moode als straks,
toen hij alleen was; nu voelt hij rich wat
schuw onder al die luidruchtige menschen,
die harde en ruwe woorden zeggen en lachen
om een kameraad, die onhandig doet. En
hij is hang, ook onhandig te rijn en durft
niet kijkea» naar den kant, waar de kameraad
geplaagd wordt.
Als hij genoog gegeten heeft, bergt hij
onopgemerkt het. ovuisdhot van zijn brood
wég, telkens rijn kia.Hl.jo weêr behoedzaam!
sluitend voor onbescheiden oogen. Dan noemt