3S6. BUKTEN LAN D FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS 3 maanden voor Amersfoortf 1.85, Idem franco per post- 1.75. Ibondcrlijke nummers- 0.95. Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van en Feestdagen. Idvertentiën, medodeelingen enz., gelieve men vóór 10 nur morgens bij de Uitgevers in te zenden. 1'" Jaargang:. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. Van 15 regels Elke regel meer Qroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. De Buigemoeste) van Amersfoort, (keten de aanschrijving van den heer Coi der Koningin in de provincie Utre»l4sA 28 Mei 1903, no. 4 A Z. (Provinciaalblad, 77), mev betrekking tot de wedertoelating en vleesch uit Nederland herkomstig in den vreemde geweigerd Brengen ter kennis van belanghebbenden, jlat, intrekking van de gemeenschappelijke he 'ng van de Ministers van Binnenlandache en van Financien, van 16/22 Augustus (Nederlandsohe Staatscourant van 23 Au- uiiis 1898, no. 196), in de gevalen, waarin de temde autoriteiten, op grond van de daar te is-ie geldende voeartsenijkundigo voorschriften, toelating van uit Nederland ten invoer aan- ktdon ee en vleesch mochten weigeren, het «igerde weder in Nederland zal kunnen wor- ingevoerd <»p de volgende voorwaarden dut do invoer gesdhiede langs hetzelfde atóor als de uitvoer plaats greep dat aan het eerste kantoor hetzij in origi- ilsdan wel in gewaarmerkt afschrift of uittrek Je vrachtbrief worde overgelegd, welke bij uitroer tot geleiding, heeft gestrekt dat het weder ingevoerde niet venier dan eerste kantoor worde vervoerd, dan na door districts-veearts of een zijner plaatsvervan- te zijn onderzocht. Van genoemd onderzoeik is 'vrijgesteld het iiesoh, hetwelk voorzien is hetzij van. een merkteeken als bedoeld bij Koninklijk 'besluit van 21 November 1902 Mtsblad no. 199) hetzij van een merkteeken, stempel of ver- mm;, ten ibewijze dat het vóór den uitvoer bij keuring van gemeentewege of door een ge- unineerden veearts voor verbruik geschikt was itondeu Amersfoort,den 3den Juni 1903. De Burgmeester voornoemd, WUtUTIHRS. lVGTFTE van vertrek uit en van VESTIGING IN I>E GEMEENTE De Burgemeester en Wethouders van Amers- Gelet op het Koninklijk besluit van den 27sten li 1887 (Staatsblad no. 141), regelende de ver- thting der ingezetenen tot het doen van aan- voor de .bevolkiiigsregistere Herinneren den ingezetenen de op hen rusten- verplichting tot het doen van aangifte van trek uit en van vestiging .n de gemeente, en «gen daartoe hij deze te hunner kennis de plingen van gezegd Koninklijk besluit, welke tien als volgt Zij die op den dag der volkstelling in den ttde of in eene der koloniën of overzeesche ittingen van het Rijk hebben vertoefd, geven Ben, ééne maand na hunne terugkomst hier- i kennis aan het gemeentebestuur, ij die hij de telling zijn overgeslagen1, geven Enen ééne maand na den dag voor elke telling wald, van dit verzuim kennis aan het bestuur iMr werkelijke woonplaats. Voor de leden huisgezinnen rust de verplichting tot ken- cmng op het 'hoofd van elk huisgezin. die uit een Nederlandsche kolonie, eene aeesdhe bezitting of uit den vreemde hunne Mplaats overbrengen in eene gemeente bin- het Rijk, doen hiervan eene verklaring aan emeentebestuur. vergezeld van het gebrui- getuigschrift voor hen die uit de koloniën Bittingen, van een, paspoort of reis en ver pas of andere door de politie deugdelijk er. de bewijsstukken voor hen die uit den vreem- iomen. tee verklaring geschiedt ibinnen óóne maand kunne aankomst in. de gemeente. Do kennisgeving in de twee vorige punten Hield, gaat vergezeld van' de noodige opgaven in de bevolkingsregisters te worden inge reden. Zip die hunne werkelijke woonplaats binnen Rijk verlaten om- die over te brengen naar Nederlandsche kolonie, eene overzeesche nng of naar den vreemde, doen hiervan verklaring aan het 'bestuur der gemeente, 'te zij verlaten. Zij die hunne werkelijke woonplaats uit •tnoente van het Rijk naar eene andere overbrengen, doen hiervan cent- ver- klaVimjIian het bestuur der gemeente die zij ver laten en waar zij in het bevolkingsregister zijn ingeschreven, met opgaaf der gemeente, waar ay wensohen zich te vestigen. Zij ontvangen een kosteloos getuigschrift van verandering van werkelijke woonplaats. 6. Ter plaatse, waar zij hunne werkelijke woon plaats overbrengen doen zij uiterlijk binnen éóne maand na hunne aankomst, eene verklaring aan liet Gemeentebestuur, met overlegging van liet getuigschrift in het, vorige artikel vermeld. 7. Mllc hoofd van een huisgezin geeft uiterlijk binnen éóne maand kennis aan 'het Gemeente bestuur van ieder lid dat in het huisgezin wordt Opgenomen of daar uitgaat, inwonende dienst en werklboden daaronder begrepen. Omtrent die kennisgeving geldt het bij sub. 3 bepaalde. Dezelfde kennisgeving geschiedt door afzon derlijk lerende personen, wanneer zij andere personen in hun huisgezin opnemen. Bestuurders van instellingen, «stichten en inrichtingen, niet staande onder .het bestuur of toezicht van liet openbaar gezag, waar personen onder eenig bestuur samenwonen, geven maan1 delijks aan het Gemeentebestuur kennis van alle personen, die in de samenwoning zijn opgeno men of daarvan zijn uitgetreden. lie verplichting vervalt, wanneer langs een anderen weg de vereischte kennisgeving voor het bevolkingsregister gedaan is. 8. Onverminderd de bovenstaande voorschrif ten is een ieder, dóór het Gemeentebestuur d/M» toe opgeroepen, verplicht tot het doen der op gaven. die veroischt worden om de bevolkings registers in te vullen 9 Overtreding dezer bepalingen wordt ge straft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd gul den. Gedaan te Amersfoort, den 3. Juni 1903 'Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris. De Burgemeester, B. W. Th. SAN DB ERG. WUIJTIERS Politiek Overzicht Duitschland en Canada. Wan»c-J het denkbeeld van een Rritach rijk stol verbond tusschen moederland en ko loniën in de praktijk vaste vormen mocht aannemen, dan zal men daarvan in Duitsch land het eerst de gevolgen ondervinden. In zijne rede van 28 Mei in (het lagerhuis zin speelde minister Chamberlain niet onduide lijk op een tariefoorlog, die wellicht voor de deur staat tusschen Duitschland en Canada, en in de Duitsche pers wordt den .Engel eeken minister de bedoeling toegeschreven om dien tariefoorlog te gebruiken als een middel tot het doel om de nieutwe politiek van zijne regeermg in te leiden. Met bet' oog daarop verdient een blijk baar officieuse artikel in de Nordd. Allg. Zeitung de aandacht, waarvan wij den hoofd inhoud hier laten volgen. Dit artikel geeft eene duidelijke en zakelijke uit eenzetting van de tusschen. Duitschland en Canada bestaande verhouding op het ge bied der tolpolitiek, zooals die zichi in den loop der jaren heeft ontwikkeld Daaruit blijkt, d'at die toenmalige Duitsche Zollverein den 80eii Mei 1865 met, Groot-Brittannië een verdrag sloot, dat voor de 'nandeldrijfvende (burgers en voor de voortbrengselein, van grond en bedrijf der gebieden en bezittingen van de beide contractanten bij den invoer gelijke behandeling op den voet, der uieest- begunstigde natie bepaalde. Het bevatte ver dei de bepaling, dat in de Britsche koloniën pn 'bezittingen de voortbrengselen van den Zollverein aan ge-ene hoogere of andere in voerrechten onderwor; zouden zijn dan dezelfde voortbrengselen va» het vereenigde koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland of van. eenig ander land Dit. verdrag is den 30en Juli 1897 zonder toedoen van Duitschland opgezegd. Tegelijk met de opzegging drukte de Britsche regeering den wenseh uit over een nieuw handelsver drag te onderhandelen Bij dezen wenseh sloot Dtiitschland zich bereidwillig: aan Toeu bij; het. af 1 oopen, van liet handelsver drag op 30 Juli 1898 het ,niet, gekomen, was tot een nieuw verdrag, stond Duiitsdhland door eeiia 'bijzondere daad van wetgeving aan den invoer van het- Britsche moederland en van de Britsche koloniën, met uitzonde ring van Cauada, het aan de bij verdrag 1>e- fjunstigde staten toekomende recht op de lot-passing van lagere rechten, toe. DH1 is sedert meermalen verlengd, laatstelijk door de wet van 29 Mei 1901 tot 31 December 1903. Waarom moest Canada hiervan, worden uit gesloten Omdat na het verval I em van het handelsverdrag Duitschlandi op de Canadi- sche markt was gedifferentieerd, niet alleen, tegenover Groot-Brittannië, diat van 1897 af pene begunstiging geniet voor zijn invoer, die eerst 124 pet. bedroeg en sedert succes sievelijk tot 25 en-33^ pet is verhoogd, maar ook tegenóver Frankrijk, dat in Ca nada begunstigingen geniét op grond van eene speciale overeenkomst vaa 6 Februari 1893. Vroeger stonden de Duitsche waren met de voortbrengselen vau die landen in gelijke mededinging; nu staan zij daarbij achter. Daarom moesten op den invoer utit Canada in Duitschland de door art. 1 van de tarief wet van 25 Juli 1879 voorgeschreven bepalingen van het autonóme tarief toege past worden. Echter heeft de Duitsche re»- geering van bare verder strekkende wette lijke bevoegdheid om straf- of bijslagrechten op te leggen, tegenover Canadp tot- dustver in 't geheel geen gebruik gemaakt; geen .Canadische waar heeft in den tijd van 1898 tot heden ooit een recht boven 'het autonome tarief betaald. Eene bespreking over eene nieuwe over eenkomst tusschen Canada en Duitschland, •waartoe eenige leden der regeeriug van Ca nada den Duif-sollen consul te Montreal, w /November 1901 'hébben uitgenoodigd, heeft geen 'verder resultaat gehad, omdat daarbij van do zijide van, Ca,na-da, slechts- concessie» in uitzicht gesteld werden, die voor Duitsch land van geringe waarde waren. Niettemin •weiden van Duitsche zijdei do onderhande lingen niet afgebroken, maar enkel voorloo- pig verdaagd. Zeer opmerkelijk is het slot van het ar tikel. In den aanhef -wordt gezegd, dat bij de bespreking van de verhouding van het Duitsche rijk tot Canada verschil lende onjuiste opvattingen aan den dag ge komen zijn. Al wordt, daarbij minister Chamberlain niet met name genoemd, men tienkt toch inzonderheid aan hem, wanneer da Nordd. Allg. Zeitu-ng op kalme» toon de ware toedracht uiteenzet, vooral wanneer in den slotzin wordt gezegd,,In ge-eni sta dium der zaak heeft de Dwitschei regeering aan cenige inmenging i» de regeling der inwendige verhouding van Groot-Brittannië tot zijne koloniën gedacht, maar enkel de voerscliriften van de bestaande tariefwet uitgevoerd Wel echter heeft de Engelsöhe re geer ing bij verschillende gelegen-li ede» er nadruk op gelegd, dat de koloniën van Groot- ■Biitfannië als gebieden met een eigen ta- -Viefstelsel zijn te beschouwen, en dat het aan 'hunne keuze moet. blijven voorbehouden, of zij. tot eene c/vereenkomst van het moe derland over handel»- en tariefzaken. willen toetreden of niet. Met dit principieels stand punt- der regeer ing van Groot-Brittannië komt het overeen, dat Duitschla-nd Canada als een eigen tolge-biedl behandelt."' Hieruit blijkt, dat do Duitsche regeering Canada in dëze zaak juist zoo behandëld heeft als de Engelse he regeer ing dit ver langde. In het licht va-n deze mededeel ing maakt de klacht een eigenaard ige.n indruk, die Chamberlain in zijne redo van 28 Mei tegen Duitschland heeft aangeheven, toen thiji do verhouding tusschen het Britsche moederland en zijne koloniën als eene „fa milie-zaak" voorstelde en, den schijn aannam alsof Duitsdlland de Britsche gevoelens be- leedigde, door Canada te -beliandelm als zelf standig op handelspolitiek gebied Voor de houdÜng, die de Duitsche regeeriug verder denkt aau te nemen tegenover Canada, is van beteekenis de mededeel ing in dit ar tikel, dat de onderhandteling met Canada niet afgebroken, maar tijdelijk uatgieeteld is. Men mag daaruit met vrij groote zekerheid aflei den, dat de regeering va» het Duitsche rijk voorhands rustig wil afwachten, on dat zij een tariefoorlog vermijden wil. Ook eene mede- deeling van de National Ztg., waarvan wordt aangenomen dat zij uit welingelichte bron is geput, bevestigt, dat de Duitsche regeermg voorloopig geene maatregelen van strijd be oogt. Deze uiededeelrng luidt „Over nieuwe maatregelen vau de Duitsche regeering in den Canadaschen tariefst-rijd is nog nitts liekcnd gewodejj, Wij mee-nen- echter, dat hel. verkeerd zou zii». uit de omstandig heid, dat de regeering stilzwijgen in acht neemt, te besluiten tot eene zuivere passieve houding. Zulk eene conclusie ia ook vau be voegde zijde niet getrokken. Wij kuniuen cms echter verklaren, dat na de jongste debatten in het Engelsche lagerhuis, voor de Duiteche rijksregeering, afgezien van de behandeling der speciale twistpunten, ook de overweging meespreekt, dat me^ moet vermijden van Duitschland uit voor Chamberlain's plan van een Britsch rijks-tolverbond dien wind de ietwat slappe zeilen te blazen. In Engeland zelf toch doet zich, evenzeer als in de Engel sche koloniën, verzet tegen Chamberlain's plannen gelde». Er zou in ieder geval voor die behartiging van de Dui'tsche belangen niets gewonnen zijn, wanneer men Chamberlain's positie indirect versterkte.' Deze mededeel ingen over de door de re geering aan te nemen houding zijn over 't algemeen met instemming ontvangen. Ook de agrarische pers heeft- er zonder tegenspraak en zonder de anders gebruikelijke op wekking tot. den tariefoorlog keunis van genomen. De organen der partijen* die tot dusver plachten aan te dringen op spoedige opzegging van bestaande handels verdragen en hun verlangen naar een verdrag- looaen toestand kenbaar maakten, ook naar aanleiding van liet incident, met Canada, bewaren nu het stilzwijgen of wel zij kennen zooalg de German ia, uitdrukkelijk goed, dat dè regeetring zal voortgaan de zaak met o»f verstooirhare kalmte en koelblotedigjheid' té behandelen. Duitschland. Te Frankfurt am Main ontving gistere» het ter gelegenheid van den zangweéstrijd aanwe 2ige Keizerpaar in het Raadhuis de hul diging der stedelijke autoriteiten. De Keizer lneld eeu rede, waarin hij deed uitkomen, dat de ontwikkeling van Frankfurt het ge volg was van datgene wat het zwaard van zij n zegevierenden grootvader voor het vader land had verworven, een bewijt» hoe goed het Frankfurt onder de Pruissisohe kroon is ge gaan. Het nieuwe Duitsche Rijk zag Frank furt zich tot nieuwe beteekenis ontwiktce len. M.et moderne ontwikkeling moge echter het behoud der oude tradities hand in hand gaan. Slechts wie zijn geschiedenis hoog houdt en zijne tradities handhaaft, kan in de wereld iets worden. De den Oberbürgermeister verleende orde keten bewijst, dat Frankfurt op hef, zijnen Keizer na aan 't hart liggende gebied der sociale politiek aan de spits marcheert. De Keizer kondigde ten slotte aan, dat liet te Frankfurt in garnizoen liggende artil- lerio-regiment voortaan heb „63e Frankfurt" zou heeten, en ledigde zijn pokaal op het welzijn dier stad Frankfurt. België. Uit Brussel wordt bericht: De suike»com missie heeft hare beslissing in zake de liquida tie der voorraden verdaagd totdat do gedele geerden der verschillende regeeringen hunne ïnstructiën zullen ontvaaigen hebben. Zij zetto het onderzoek der wetgevinge van Japan en Roemenië voort en zal in een volgende zitting belmndelen do Duitsche wetgeving. Zij zal ech ter geen definitief oordeel uitspreken vóór dat een zeker aantal wetgevingen 19 onderzocht. De volgende zitting, op Zaterdag, zal gewijd zijn «aan bijzondere vragen en aan het Oosten rij ksch-Hongaarscho con t.i ngent. Frankrijk. 1 n opdracht van den D u i b s c li c Kei zer betuigde de gezant vorst Radolin den ministers Delcassé en Pelletan, persoonlijk -dank voor de aan de Amazone verleende hulp. De marine-attaché vico-admiraal Sie- gel begaf zich heden naar Brest, om in op draoht van den Keizer de marine-autoritei ten aldaar eveneens dank te betuigen In antwoord op eene desbetreffen de interpellatie, deelde minister-president Com-bes gistere» in do Kanier medte, dal, do concentratie der troepen is gelast; wan neer zij geëindigd .al zijn, zal de les, die aan- de Marokkaanse he plunderaars zal zijn giege- we-n-, voorbeeldig zijn. Wij zullen wedervergel ding uitoefenen naarmate men ons behandeld! heeft. Noch Marokko, noch de mogendheden behoeven aan onze voornemens to twijfelen, want wij willen geen vermeerdering van grond bezit. De Semeuatsooroimssie voor dt orde genootschappen heeft met 10 tegen 4 stemmen besloten, het voorstel der regeering tol. uitsluiting der Salesianen goed te keu ren. Engeland. In zijp: antwoord op een aan hetm ge rich ten bnief merkte minister Chamberlain op, daib wanneer de openbare nueeniojg in de koloniën zidhi inderdaad vijandelijk od zelfs onverschillig betoonde, er dan niet de geringste mogelijkheid bestond, do hervor mingen op het iwvaerrcclit te ver wezenlijken. Hij zou zrlcjh, gerechtigd achten RUTH. Moderne Roman FERNAND-LAFARGUE. -Waarom hoeft Servadac jouw geheim zoo ?vuldig bewaard en het mijne verraden ■Hij heeft geen t,ijd 'gelhad. oanj u ieAsi van mijne te zeggen." luidde glimlachend1 Al- s antwoord, „want oerst, gisteren aviond ik hem mijn vertrouwen gosobonkeii. ik vemaani, ilat ihij nan,r Laliti-rdo ging reu zaak to ibeiiandole», die ».nd$ lang •■Haan liet hart ligt. verzoolvt ik ham te- zaak \*oor mij te behartigen, waar- 1 mijn levensgeluk laflimifif lic» dezelfde persoon vroeg Jacques Du vol veiihadng dlo oogen tot zijtn zoon tenule. Ji. vader, met doaalfde perscon. Mot mevrouw die weduwe Pierre Jan-on Ja. vader, mot mijn tante •De beprë" er niets van leg het mij ooms KijkU wtiilt oen, lap groaii! van haar koo- niet waar Dat' bosoh. ,.Ik herinner mij dat iik over dat plan mot je gesproken' heb. ,,En ik zou. van, haar wensohon Ie verkrij gen en tevens van, u...," diepe ontroering belette hann verder to spreken. „Zofu er één ding tor wereld, bestaan af- hankeliik van óns bokllev wül Je meet je ver gissen, miij n jonge» „Neon, vader. M'ijn, ged.uk kon dan alleen volkomen zijn als zij en u toestemming go van." „Wat bedoel je? Noodlt, meer zal ik een iliinderpaal voor je geluk wezen dat is mijn vast besluit." „Vader... ik heb een jonge vrouw lief, die wel is waar niet do dochter vaan mevrouw Janso-n is, maar die door toegenegenheid aan haar verbonden,, zictli onderwerpt aan liaar wil." ..Wie is die jougje vrouw'' „Ziji wast met baar zoon .Bdbuard getrouwd." „Eva Jansen' De gouvernante van je kin dieren?" „Bij,na 'hiun moeder Jacques Duclaux Iwog hef, hoofd en staar de nadenkend, voor zich uit." .Vader, smeekte do ion,ge man. hot lang dung zwiiwvn afbrekend, „dank aan mijn oen ste huwelijk en laarti mii ditmaal alleen kiezen. Waarom herinner je er mij aan, diat je door mijn toedoen ongelukkig beult geweestV prevelde de grij(aa,nd. ..Het leven is mij ee» vergoeding BcihuWfig, vader. En als mevrouw Janson er to toestemt (mij haar scihoondtedhfer te gietven, hebt u, tel veois liet beste beWijjs, dat zij het verleden wenadht te vergeten, d!at <le onaangenaamhe den. Waaruit de verwijdering tuasohen u bei den sproot, niet moer beataaui. Do zieke was een. ontroering ten prooi zoo lievig, dat groote zweetd roppolen hem op hel voorhoof dl parelden. „Als mn, weerszijden hef, vealedën, vei'gc ten en vergeven is, waarom zóu dan de ver zoening niet met onverbreekbare bamdien «aan liet, betdun, aan die toekoniif, wotrde» vastge knoopt?" voi-volgde Albert „Welke bezwra/on hebt u togen dit huwelijk?" Jacques Duclaux slaakte oen zucht, als wa re hem oen last van. zijn ziel genome». „Niet één, Albert. Tk geef mijn toestem mnng." „Onvoorwaardelijk Ja-, onvooi*waa,rdieliijk Albert viel i zijn knieën en ihukte de banden van zijn vtaidJer aan zijn lippen, „Wat bent u góed.Nu kan ik met Eva spreken." ,/Wab? heb jet baar toebtemiirpi-nlg nog niet „Helaas, neen. Zii lileeft mij hét, zwijgen opgelegd" „Ga liaar dan leal enGauw' Verzoek liaar hier te komen, dan zal ik zelf met haar «pre ken." „Zij hooft ons huis verlaten en ik heb Servadac opgedragen haar te vertoeken mot hem mede te komen Op lietaeilfde oogen blik klonk hef gerniUd van wielen, Albert wetid,' doodsbleek en wierp snel et;», blik naar button. „Scrvaldfljo is alleen „Allecuialleenlierli/aal dei «Kacqnofi Dudlaux geftieel tertueergeBlagp». Eenige seconiden later wend de deur ge opend esn trad1 Servadac met stralend gelaat hon-nem. .Daar!" riep hij) met luiider afemone. „De vijand verslagen, succes over de getheele li uie. Waf, een gelukkig toevail, dat mijn mees- ters hier siaouen z.ijin óm gelijktijdig het' goede nieuws te vernemen. Eierstens. Met een pledhfcig gebaar leglde hij een opengevouwen papier op het bod. Eerstens, meneer Duclaux, is de zaak ge regeld, beklonken, oindertoeköndKijk «waar.weduwe JansanHet boschl is uw eigendom... gekocht voor honderdduizend. Servadac. niet in staat zioh nog langer te bedwingen, barstte in een, schaterlach uit, en na- wat tot bedaren te zii» gekomen, wendde hij zich tot dén, jonge», maai „En wat uw zaak betreft, meneer Al bert, niets ,i& ge toeken d, maar allee overeengeko men „Ke(e(it zij terug?" „Over drie dia,gen." ,jBn stenitt zij toe X „Zij neemt, aan... d© moeder van uw kin- detren te wordeu, ten luinsto als uw vader zijn toestemming geeft." „Mijn varfer eui ik zijn op alle punten eens gezind.' ..Uitstekend'" 'verklaarde Servadac „D dtanues editor hebben eeai paar voorwaarden geskedcL „Welke?" vixiegen vader on zoon tegelijk, niet weinig bevreesd «feut aan haar eischeu onmogelijk te voldoen zou zijn. „In die eerste plaats weigjert. mevrouw Clé mentine heit geJd," Jacques Duclaux sloeg do liajiarai in el kaai en sperde dia ooge» wijd open. „En in de tweede plaats wil mscrouw Eva niifet op 'het kasteel terugkomsn zonder haar sciliooumoeder. De beide Duclaaux zagen elkaar aan met verhelderd gelaat en bevend' van vreugde. „Ia hielt, niet schitterend afgeiloopeu V' vroeg dd intoodiaiut opnieuw in lachen u,it-barstend. „Servadac, jou draag ik op met het groote faanilie-rijtuig de dtaimce te Ijabarde te gaan halen. Wij zulileu haar wachten.Godi geve dat ik nog zooveel tijd heb," voegde de oude man na eenige aarzeling er bij. Ot> hetzelfde oogen blik stoven de kinderen op hun bloote voet,jer, naar binaien, slaapdran ken on schreiendhun vader ziende, viogen beide naar hom, fote. „Pa,pa,! Eva i» er niet' Eva is weg'" Albert sloot benden in zijn armen en bracht hen terug: naai- de slaapkamer „Sahrei maar niet, zij komt gauw terug, trachtte hiiji hen te troosten, .En zaïl ze dan nooit meer weggaan?" „Neen, nooit, nooit aneei Slot voflgb.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1903 | | pagina 1