Hf0. 33. Tweede Blad.
2de Jaargang.
Zaterdag 1 Augustus 1903.
BUITENLAND.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden roor Amersfoort f 1.29.
Idem franco per post1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
'b morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF ft Co.
Utrechtschestraat L Intercomm. Telephoonnommer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Tan 1—5 regelsf 0.79.
Elke regel meer0.19.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Traii8va!er8 in Chili.
Over de aankomst van de Transvalere, die
zich nieit hebben willen onderwerpen, maar
gebruik gemaakt hebben van de hun door
de regeering van Ohili geboden gelegenheid
om zich in die Zuid-Amerikaansche republiek
vestigen, wordt het volgende aan Het Vader
land' gemeld!, dat wij op verzoek van den
sdhrijver overnemen
Langzaam stoomde de „Oropésa" de rus
tige baai van Talcauhana binnen. De lucht
was helder, de zee kalm. „Let go" klonk 't op
eens.
Een zware plomp, een oorverscheurend ge
knars, een snerpend) gesohuur, een gedreun en
geschud, een geweldige schok en het anker
viel, de boot lag stil in de veilige haven.
Hier was het einddoel vaan onze lange reis
onder stormen en gevaren volbradht.
Hier zouden wij landen, op Chileensch
grondgebied. Op dozen herbergzamien Chileen-
echen bodem was ons, Transvaalsche banne
lingen, uitgestootenen uit Zuid-Afrika, door
do gastvrije Chileeuschc regeering edelmoe-
diglijik een nieuw tehuis^ een tweede Vader
land, onzen kinderen een verzekerde toekomst
aangeboden!....
Van uit de verte kondten wij reeds ver
scheidene gestalten op die landingsplaats on
derscheiden.
Naderbij gekomen, zagen wij een dichte me
nigte die ons toewuifde en welkomstgroeten
uitte in de ons nog zoo* vreemd klinkende
Spaansohe taal. Sommigen hadden bloemen
in dei hand, die kinderen ons toewierpen.
Langzaam had de ontscheping plaats.
Met een diepen zucht van Verlichting, dat
de ons niettegenstaande al do prachtige
door ons aangedane zee!havens, vooral Rio-
Janeiro was onvergelijkelijk schoon, ein
deloos toeschijnende zeereis, achter den rug
was, verlieten wijl (vooral de moeders met
veel kinderen gezegend1, die 't in die nood1
wendig 'beperkte ruimte haar toegestaan,
maar moeilijk konden stollen) de fraaie Pa
cific-steamer, die ons een maand lang had
geherbergd (en meer dan verzadigd had van
de onmogelijke „poridge" en ongeschilde
harde aardappelen)...
Nu was ons leed geleden, onze ergernis, dat
wiji, Transvalere, door het spel van het nood
lot gedwongen, Wareni ondier Btritscsho vlag op
een Britscho boot (hoe fraai de hoot en hoc
goed en vriendelijk de Engelsche kapitein en
oficieren van de „Oropésa" dan ook voor ons
waren) te reizen, voorbij.
Onmiddellijk na ons aan wal stappen Wer
den ons namens de Ohileensche regeering
allerlei versnaperingen, dranken, geibak en
vruchten aangeboden.
Vooral de kinderen, die uitgehongerd sche
nen, smulden en lieten zich de lekkernijen
terd'ege smaken.
'Don Augustin Baëza Bspineiro, inspecteur
generaal van kolonisatie, leidde in persoon
de hartelijke ontvangst ons bereid, daarin
krachtig bijgestaan en geholpen door onzen
commandant, den heer Fritz Van Straaten,
met ons uit Europa herwaarts gekomen.
De extra-trein die ons verdler landwaarts
in zou brengen, stond reeds gereed. Wij na
men afscheid van onze nieuwe vrienden.
Voorbij ging 't langs prachtige vruchtbare
Velden, langs akkers eti weiden.... Aan het
station in de welvarende aanzienlijke Dhit-
Bche kolonie stonden verscheidene mannen
en vrouwen en vooral jonge kinderen, meisjes
en jongens, met het licht blond) haar met
bloemen en versnaperingen in de hand, klaar
blijkelijk op ons te wachten. Wij drukten
elkaar zoo hartelijk de hand, als waren wij
oude kennissen, die na jarenlange afwezig
heid elkaar eindelijk weerzagen.
De ongeveinsde verbazing der blondharige
en er gezond uitziende kleine Duitschertjes,
dat onze Afrikaansche kinderen het, door
deze Duitsahe kolonisten kinderen gesproken
plat Daitsch zoo goed begrepen en verston
den, was bepaald vermakelijk om te zien.
Met verwondering (en bewondering) zagen
wij hoever die Duitschers het in weinige jaren
gebracht haddten door hun onvermoede vlijt
en energie, want slechts daaraan was de won
derbaarlijke bloei en vooruitgang detzer kolo
nie to daniken. Geld en goed hadden zeer
weinige emigranten) uit Duitschland her
waarts meegebracht. Slechts over stale vol
harding, onverzwakten ijlver, een wilskracht
die bergen verzet, konden zij beschikken, die
waren hun eenig kapitaal. En toch heeft deze
kolonie het zóó ver gebracht, in betrekkelijk
zoo korten tijd, toch zijn voorspoed en wel
vaart er zoo groot, toch zijn de reseultaten van
deze noeste vlijt zoo wonderbaarlijk schitte
rend, dat bijna elk kolonist in „goeden doen"
verkeert en flink 'kan oversparen voor rich'
en zijn kinderen. Maar 't wachtwoord is en
blijft (zooals een oud ip de kolonie vergrijsd
Duitsoher ons op het hart drukte) „arbei
den" Om tot die langzaam, maar zeker ko
mende welvaart te geraken, om het nimmer
uitblijvende doel, voor rich en rijn kinderen
een verzekerde toekomst te scheppen, to be
reiken, moet men werken, de „gebraden"
vogels vliegen hier evenmin iemand! in den
mond als elders, zonder werken komt men er
niet.
Het door de Duitsclhe kolonisten gestichte
stadje, dat door rechte straten doorsneden is,
ligt in een schilderachtige omgeving tei mid
den van rijke velden, half verscholen achter
hoog geboomte. Da stad heeft fabrieken, zaag
molens en (natuurlijk) brouwerijlen!....
Niet ver van deze Duitsahe kolonie hield
onsze extra-trein stil. Wij waren tei Petrufquem
en zouden voorloopdg hier blijven.
In ruime op last der Ohileensche regeering
van hout opgetrokken gebouwen werden wij
gehuisvest. Zooveeil mogelijk werd voor ons
gemak gezorgd.
Daarna werden voedingsmiddelen voor drie
maanden tegelijk rijkelijk aan alle kolonisten
uitgedeeld. Tegelijjk met die overvloedige uit
deeling, waarbij ook kaarsen niet vergeten
werden, werd ons namens de Ohileensche re
geering officieel medegedeeld dat het gou
vernement gedurende „een geheel jaar aan de
geheele kolonie voeding zou verstrekken, plus
een maaudelijlkscbei geldelijke toelage." Toen
kreeg ieder kolonist datgene, wat hein bij
officieel contract (ini Holland, voer ons Ver
trek ten huize van mCvrou/w Hogewoning
Ruifcenbach gesloten) door de Ohileensche re
geering beloofd was, d. w. z. ieder onzer kreeg
het.... dubbele, dus 2 ossen en 2 melk
koeien enz.
Ook kreeg ieder onzer een geweer met pa
tronen cadeau.
Rechts en links van de spoorbaan is een
uitgestrekte open vlakte, de boomen rijn er
op last der regeering gerooid en verbrand.
Daar komt ons dorp.
D'aar zullen wij onze eigene woningten, onze
eigene haardsteden weer opbouwen in het
vreemde land.
Verderop liggen de ons toegewezen uitge
strekte vruchtbare terreinen, waaronder veel
zwaar eeuwenoud geboomte.
Het hout dezer eerbiedwaardige stammen,
door onze bijl of stoomkracht gövteldl, zal,
hetzij, voor onzen huizenbouw in balken her
schapen, hetzij door onzen zaagmolen tot
planken gezaagd, eveneens voor onze Wonin
gen gebruikt worden, dan wel als dwarslig
gers voor de verder aan te leggen spoorlijn
(die door onze gronden loopt) dienon, en dus
(daar het contract met dia spoorweg-maat
schappij voor het leveren deir «Dwarsliggers
zeer voordieeilig is) ivoor de kolonie een niet
te veremaden flinke winst opleveren.
Wij, zijn reeds druk aan den arbeid, druk
bezig onze rijke gronden te ontginnen.
Iedör onzer heeft zijn eigen werk.
De een klooft hout, de ander timmert of
zaagt, de derde past te paard rittende op
onzen reeds talrijken fraadeni veestapel, die
in de nabijheid graaist, een vierdle 'bezorgt de
boerderiji, (vooral aan de melk wordt veel
zorg besteed) een vijlfde eindelijk eveneens te
paard waakt met Argus-oogen over de aan
zijp; zorgen toevertrouwde rossinanten der
kolonie.
De vrouwen zijn druk bezig met koken of
met het her- en verstellen van kleederen, die
gedurende den laatsten tijd nog al geleden
hebben. De kinderen eindelijk beginnen weer
te herleven, weer bij te komen. Van al die
groote en kleine or» reis doorgestane „misèrels"
(en die verschrikkelijke afschuwelijke „por
ridge"), zij gevoelden zichi reeds geheel thuis
en op hun gemak in het -vreemde land.
Zooals ik schreef, liggen onze gronden in
een heerlijk en gezond klimaat aan den spoor
weg. (Ons nieuw station zal.... Transvaal hee-
ten Daardoor schijnt de afzet onzer pro
ducten verzekerd en voor onzen handtel een
ruim veld geopend.
Wij, of ten minste de meesten onzer zijn
vol :hoóp, nl. moed en vol vertrouwen, op een
gunstigen uitslag.
OOST-INDIË.
De Locomotief verneemt uit Batavia
Uit de hoogste kringen in Den Haag wordt
gemeld dat do prins-gemaal stellig Indiië een
bezoek zal brengen, in de eerste helft van
het volgende jaar.
Uit Weltevreden wordt dato 27 Juni
aan de Sumatra-Post geseind
De Siameesche prins Benija zal een be
zoek aan Java brengen. De assistent-resident
van Taugerang, A. G. Valebte, wordt aan
den prins toegevoegd geduremdle diens ver
blijf op Java.
Uit Kot a-Radja weid1 den 29en Juni aan
het Bat. Nbld. geseind:
Bij die passen controle te Blang Asau, Keu-
reutoe, word niet levensgeavarlijik gewond de
fuselier Nepdtou( lx i krteqgi een rcnitjong-
steek in de linkerhand' en de linkerzijde.
Genearal Van der Wijck is hedon te Kota-
Radja aangekomen.
Onder dagtoeken ing van 25 Juni seinde
de gouverneur van Atjeb en onderhoorighe-
den aan de regeering als volgt
Onder luitenant Ghristoffel patrouilleerde
in Boven-Piro en Keureutaë van einde Mei
18 Juffi. n handen bleveni 45 gesneuvelde
vijanden met 2 Beaumonts, 22 voorladera
blanke Wapens en munitie. Aan patrouilles
onder kapitein Colijn in dezelfde streek en
Boeven-Oendang vielen in handten 20 gesneu
velde vijanden, 3 acbterlaad, 4 voorland, blan
ke wapens en munitie. Hierbij niet levens
gevaarlijk gewond! Europetesch seogteant Kop
pel. De schuilplaats van T. Rata, Polems echt
genoot e, werd' ontdekt, doldbl verlaten bevon
den. Vele uitgewekenen werden gearresteerd
en naar hun kampongs gezonden. Dte vrouw
en dochter van T. Radja. Lbo kwamen zich
meldlen, deze dochter is de echtgenoote van
T. Radja Keumala. Verschillende patrouilles
in Pidie onder luitenant Darlang en sergeant
Schuhimaidher doodden een 13-tal vijanden, dfie
met hun wapens in. handen bleven.
Een patrouille van Meureudioe, onder don
inLand'schen sergeant Dholo, overviel en arres
teerde oen wachtpost van een bende, die bo
zig wias bij Pradoei dte spoorbaan op tet tre
den ae gevangenen bleken gedroste dwang
arbeiders te zijp. Kapitein Actama van Schel-
tema maakte met mijningenieur Jansen een
excursie door stroomgebied Woyla-rivier tot
aan Anoë en verder over Geumpang Tangset
en Pidie naar Groot-Atjtebgeen verzet on
dervonden.
Van den gouverneur van Sumatra's
Westkust is onder dagteekening van 25 Juni
het volgende telegram ontvangen:
Volgens bericht bivakoommandant Kotai
Limau Saring werd bitvak Rawang 20 Juni
des middags aangevallen door 200 met gewe
ren en donderbussen gewapendei lieden van
Karamanten, Depati, Toedjoeb, Sioelak-ketek,
Siotelalc-boenigkaï en Sioelak-pandjang. Ren
den rijp door vuur verdreven naar Noord-
West Rawang. Wij| geen dooden of gewon
den. (Java Ct.)
Aan onder dagteekening vani 25, 26 en
27 Juni van den gouverneur van Sumatra's
Westkust ooit vangen telegrammen, wordt
door dte Javasche Ct. het. volgende ontleend:
I. Colonne vertrok 17 Juni naar Sendaran
Agoewg, grien vijlandJelijlfchedtengeheel Men-
dapo» Biang werkte aan wegen. 18 Juni over
Tarudjoemg Batoe, Pidoeng en Keloeihoe naar
Djoedjoen. Bij Taaidljoeng Batoe werd vij
and met kort vuurgevecht uit heuvelterrein
verdreven. Inlandbche tamboer Kromopawiro
levensgevaarlijk gewond. Vijand liet 2 doo
den, achter. Tandjoemg Batoe en Pidoeng war
ren geheel verlaten, bij Djoedjoen wterd1 vijl-
and uit heuvedlterredn verdreven. Wij geen
verliezen, vijlamd' 2 gewonden en 1 doodte op
terrein. 19 Juni werd 1 sectie inlanders te
Djoedjoen tea- bewaking der sampans achter
gelaten en trok de rest dei- colonne dóór naar
Lempoer. Bij Lolo werd in moedelijjk berg-
terrein met zware rimboe ecu uur lang hevig
gevoohten. Lcdo stormerhand genomen.Vijand!
hield hardnekkig stand in zwaar versterkte
kampong, gelegen in rawah-terrein. Gesneu
veld! Ie luitenant Van Bilijenbuigh, levens
gevaarlijk gewond sergeant-majoor Van' Za-
delhoff, Europeesohe fuseliers Bruyning, De
Vree, EVerts, Van dier Wede, Dijkhui
zen, inlandsahe fuseliers Salimin en Pa-
wiroxedjo, dwangarbeider Sonoredjo; niet
levensgevaarlijk gewond kapitein Dte Koek
van Leeuwen, Burop. sergeant Sohaef-
fer, iulaindschl sergeant Peroh, Europeesclhe
fuseliers Rossien, Rol, Van der Spoel, in-
landöche fuseliers Tosieimito en Dipodiwirio
en inïandscbe ziekenverpleger Kertosemito.
Gedurende de opmarech viel een man met
klewang den trein aan en werd gedood. Vijh
and liet bij' Lolo 15 dooden achter, bloedspo
ren wezen op vele gewonden. Dte tocht werd
voortgezet naar Lempoer, aankomst aldaar 6£
uur* naan. Beide kaanpongs Lempoer waren
geheel verlaten, 20 dezer overleed Europ.
fuselier Dijkhuizen aan bekomen wonden.
Terugmarsdhi over Lolo naar Djoedjoen, vijf-
and niet in kampong aangetroffen. Enkele
schoten vielen uit rémboe. Te Djoedjoen werd
's nachts een sampan ontvreemd. Door ge
weervuur van de wacht werd een vijand ge
wond. 21 Juni keerde geheele colonne van
Djoedjoen over Beneh, Poelau Tongah, Lem-
poersotemerep, Socmen ep, Tandjoneg, Pa-
oek, Koemoen en Soengel Penoeh naar Ra
wang terug. Depati Tandjoemg Paoe werd ge
vangen genomen en de kampong beboet we
gens bemoeilijken transport. Alle kampongs
op den marschweg waren bewoond en boden
onderwerping aan. De meeste zijn zwaar ver
sterkt-. Buit- 8 geweren, 1 lila (uit Lolo), vele
blanke wapens. Gezondheidstoestand gunstig.
20 Juni doden ongeveer 200 vijanden een
aanval op Rawiang. Luitenant Van, Seventer
verdreef hen met 20 bajonetten, vijand liet
vier dooiden op terrein. Buit een voorlaad-
gewecr, vele blanke wapens.
II. 22 Juni werden eonige weerspannigen
door bevolkingspatrouille van Rawang opge
vat en aan colonne-commandant uitgeleverd.
23 Juni rijp 75 bajonetten gelegerd in mem-
dlapo Karamanten, 60 bajonetten in men-
dapo Soemerep en: 24 Juni 40 bajonetten in
Bendapo Dtepaiti Toedjoeh, resp. onder
bevel der luitenants Hajenius. Van de Water
en Van der SI oaten, die voorzien van in
structies aldaar tijdelijk als civiel gezagheb
ber optreden. Hiermede pacificatie begonnen.
Een patrouille van 50 bajonetten werd ge
zonden naar Soongei Penoeh, Koeanoem, Tand
jong Paoh. Tanah Kampoengj en Rasang. Se-
lapan-Halei-Kain thans geheel rustig. Aan
wegen Karamanten en Soemerep, wordt ge
werkt. Alsnog ingeleverd! door Koebang 62,
Kota Lauang 15, Biang 89 geweren, totaal
thans 420. Gezondheidstoestand, gunstig. Toe
stand gewonden algemeen gunstig. Genietroe
pen vertrokken 25 Juni naar communicatie
lijn.
UI. 24 Juni zijp door civiel gezaghebber
Soemerep twee bendehoofdien gevankelijk naar
Rawang gezonden. Een naar Soleman uitge
zonden patrouille werd. overal goed ontvan
gen. Geheel Selapan-Halei-Kain rustig. Als
nog ingeleverd 206 geweren, totaal 626.
Aan een bij die regeering ontvangen tele
gram van den militairen commandant van
i'aJembang onder dagteekening 26 Juni ji. is
het volgende ontleend
Een patrouille sterk 20 bajonetten onder
onder-luitenant Japan, werd op ongeveer der
tig passen voor doeaoem Pelajang (Merangin)
beschoten, door een bende, volgens ingeko
men berichteu onder Pangerangs Hadji Ge-
mar en Kerto. Gewond onder-luitenant Japin
Europoescke fuseliers Breed, Troupeo en Her
tog, beide laatsten zwaar, vij|and naar schat
ting zeventig) man nam de vlucht en liet ver
scheidene dooden liggen.
Volgens een bij, de regeer ing ontvangen te
legram van den militairen commandant van
Palembang d.d. 27 Juni jl. is de Europeesche
fuselier Hertog aan zijp bekomen wonden, op
26 Juni t. v., overleden.
Gewestelijk militaire commandant seint 21
dezer uit Bangko, dat coanpagpiën De Klerok
15 dezer van Bangko naar Boekit Gemoeroe
is vertrokken en hij: met chef staf compagnie
ën 16 d. a. v. zou volgen; wiegetns berichten
uit Konntji zijn hoofden niet, doch deel be
volking wèl tot verzet genegiid' en zouden
voor Taaniai versterkingen rijp opgericht.
Onder dagteekening van 23 Juni seinde
de wde resident der Zuider- en Oostenafdee-
ling van Borneo als volgt
Na eene vergadering tusschen Bekoem-
paiers en Soeraipatis maakte Naoen, hoofd
dter Soerapatis, 14 Juni te Batoe toehoep zijn
opwachting bij assistent-resident. Eveneens
onderwierpen rich Goesti Toewing, Goesti
Koes Lm en Toemenggoeng Oengkedj. Naoen
verklaardle zich bereid mede te werken tot
onderwerping Pegoestian (partij van d n Pre
tendent-Sultan). 18 Juni zou te Peloengkoeh
samenkomst plaats hebben tusschen Bekoem-
paiers, Naoen en Pegoestian.
Een departement voor den
landbouw. Uit goede bron1 vernam de
Locomotief, dat de aan dr. Van Breda de
Haan verleende opdracht tijjdens het hem
verleend verlof naar Europa, zou samenhan
gen met do voorgenomen oprichting van een
afzonderlijk departement van Landbouw,
waarvan hij dan ais chef zou optreden.
Dit bericht wordt door het Bat. Nbl. be
vestigd. Inderdaad! zijp er plannen deels in
bewerking, deels in overweging met betrek
king tot het in het leven roepen van een
afzonderlijk departement voor den landbouw,
waarop reeds lang en v$i verschillende zijden
is aangedrongen. Met die stichting zou dan
gepaard gaan een reorganisatie van 's Lands
Planteuin. De opdracht aan dr. Van Breda
de Haan omi minstens twee maandten in Italië
en Zuid-Frankrijk een studie temaken' van
den rijstbouw, houdt met bovenbedoeld plan
verband.
Opening van een tunnel. Uit
Tagog Apoe werd den 27e(n Juni geseind! aan
het Bat. Nbld.
Mot een extra-trein vertrokken de genoo-
Idigdcn, een tweehonderdtal, naar Tagog
Apoe, om getuige te rijn van :het doorslaan
van de tunnel SaBaksaatTjifeandoefwang.
Het gezelschap reed op lorries door de
tunnel.
Aan de noordzijde gekomen, hield de heer
R. P. O. D. Wijnmalen, chef van den aanleg
dar lijp PadalarangKrawang, een rede,
waarin hij hulde bracht aan het personeel,
hoog en laag, aan de Soendaneosahe werklie
den, voor ham ij|ver bij de uitvoering va®,
het werk betoon/dl
De resident antwoordde op deze rede. Het
deed hem genoegen bij het begin van zijn
bestuur over de Preanger deel te nemen aan
de opening van zulk oen grootsdh werk.
Daarop keerde het gezelschap door de tun
nel weder naar do zuidzijde terug, waar de
ingenieur Grinwis Plaat den ingenieur Wijn
malen dankte voor die hulde aan het perso
neel gebracht.
Een ontbijt werd) hierna omgediend.
Generaal Wood, de Amerikaansche opper-
officier, bezocht met zijn adjudanten de tun
nel, waar hij door den resident werd ver
welkomd.
Bin extra-trein voorde de gasten terug naar
Bandoeng.
Java- C E i n a - J a p a n 1 ij n. Hier
ter palatse ^Soerabaja) vertoeft de heer
P. J. Rooscgaarde Bisschop, hoofdagent der
Java-China3ij|n, die voor de belangen dter toe
komstige reohtstreokscho stoombootverbin-
dling met Japan en China een reis maakt
over Java
De heer Bisschop, die vroeger geruimen
tijd te Batavia, Samarong en Soerabaja bij
de soheepsagenten J. Daendels en Oo. werk
zaam is geweest en de ka&rt van het lajnd
op handeslgebied kent, is van gevoelen dat
met name Soerabaja van die nieuwe lijn zeer
zal profiteeren. H" verwacht dat dc lijp den
kleinhandel ten goede zal komen en er toe
zal lei'dten d!ait, behalve suikeii, verscheidene
artikelen, behoorende tot den inlandschen
landbouw, hun weg naar China eu Japan zul
len vinden.
Ook is de heer Bisschop van gevoelen da/fc
artikelen, die vroeger van Java over Singar
pare naar San Francis oo en westelijke ha
vens der Vercenigde Staten geëxpedieerd wer
den, thans over Hongkong zullen gaan en
een en ander door vermindering van vracht
en kosten tot uitbreiding van het. handels
verkeer aanleiding zal geven. (Soer. Hbl.)
Wij lezen in het Bat. Nbld. dat de heer
G. Joh. vaoi Dam, kapelmeester der stafmu-
ziek te Batavia, den 26eu Juni den dag her
dacht, waarop hii dertig jaar geleden in mili
tairen dienst trad. Hij begon zijn loopuaan
in 1873 bij de muziek van het zevende regi
ment infanterie ,e Amsterdam, als getwoon
muzikant, daar dit corps toen nog geen sta.-
muziek rijk was.
In 1881 werd hij benoemd tot kapelmees
ter der „gele rijtcrê" (rijdende artillerie) te
Arnhem en in 1884 kapelmeester bij het 2n
regiment huzaren te Venla, om in 1891 naar
Batavia te vertrekken.
Onder het opedhrift „Zeer ge-
wenafllit" schrijft R. in „Het N. v. d. D."
Met groote instemming zal irn officiers-
kringen een maatregel rijp begroet, die op 1
Januari van het volgend jaar wordt inge
voerd. Wij bedoelen d'e afschaffing van de
verlofspassen voor officieren. Bij de thans be
staande regeling toch is de controle op de
qualitedt van den betrokkene feitelijk onmo
gelijk, aangezien die verlofpas in gpeoerled op
richt de identiteit vaststelt.
Een officier, in bxtrgerkleeding, niet in het
bezit van een pas, wordt die gunst van mili
tair tarief onthouden, zelfs al is de spoorweg
ambtenaar overtuigd van diens identiteit.
Daar nu slechts een officier met verlof in
het bezit van een pas kan zijn, zoo wordt
hierdoor contróle op de verloven uitgeoefend
door de spoorwegambtenaren. En niemand!
zal toch Wel betwisten, diaf dit toezicht uit
sluitend het recht ia van de militaire chefs.
Verlofpassen „naar alle plaatsen in Neder
land" zullen voortaan tot het verleden behoo-
ren.
Hunne uitgifte alleen bewijst reeds, hoe
zeer van hoogetrhand wordt ingezien, dat het
niet aangaat, den officier met verlof to banden
aan een bepaald! traject, waardoor het voor
recht van militair tarief afhankelijk wordt
gesteld van de plaats waar men zich toevallig
ophoudt.
De maar al te veel voorkomende ontdui
kingen in den vorm van verouderde of vooraf
geteekende verlofpassen zullen nu niet meer
plaats hebben, waardoor zeer zeker aan waar
digheid wordt gewonnen.
Indien men nu toch meer faciliteiten wil
verleenen, dan wordt het tijd, ook eens d'e
bepalingen te herzieii betreffend!© de vergun
ning aan officieren tot het dragen van buf-
gerkleeding.
Wat wordt daartegen gezondigd, vooral in
onze grootere garnizoensplaatsenWaarom
dan ook moet de officier, wiens dienstver
richtingen geheel zijn afgeloopannet
klokje van vier verbeiden, alvorens rich
in burgerkleeding in Let optenbaar te mogen
vertoonen? In Indië, waar men op het stuk
van dienstopvatti ngen zeer 9trteng is, mag
de officier burgerkleeding dragen, zoodra hij
niet meer in dienst is. Daar wordt op geen
uur gelet. Welk gegrond bezwaar is er tegen,
die bepaling ook hier van kracht te doen
zijjn?
De jaarwedden der griffier».
De heeren jhr. mr. Reigersman, mr. H. I.
Jordens, mr. M. E. Boov, mr. J. van Loeu-
wen en mr. J. M- Schout Velthuis, allen
griffiers, respectievelijk bij, de arrondisse-
ments-rechtbanken te Breda, Utrecht, Haar
lem cn Arnhem, en bij het kantongerecht re
Utrecht, hebben zich naar aanleiding van
het wetsontwerp tot wijziging van de jaar
wedden der griffiers bij de rechterlijkt? colle
ges en gerechten met een adres tot de Twee
de Kamer gewend.
Zij, geven daarin te kennen, dat zijl vol
komen instemmen met het daarbij] aangeno
men beginsel van een vaste jaarwedde van
de griffiers, doch tegen de toepassing van
dat beginsel, zooals me in het ontw-rp is
voorgesteld, met uitzondering van de voor
schriften omtrent het vorderen van voor
schotten en omtrent cfe executofr-verklaring
der rekeningen, ernstige bezwaren Lebben.
Na dl» uitvoerige toelichting van hun mo
tieven, verzoeken adressanten dat de Kalmer
hare goedkeuring aan het wetsoniwefp. zoo-
al» het thans luidt, te onthouden en sviihsa-
diair voor hét geval de Kamer het beginsel
van eene vaste iaarwed.l voor de griffiers bij
de recliteriijike macht van een vasté jaar
wedde tot wet wil veïheven zien, de betrok
ken ministers uft te noodigen eon nieuw ont-