Hf0. 33. Tweede Blad. 2de Jaargang. Zaterdag 1 Augustus 1903. BUITENLAND. KOLONIËN. BINNENLAND. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden roor Amersfoort f 1.29. Idem franco per post1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 'b morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF ft Co. Utrechtschestraat L Intercomm. Telephoonnommer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Tan 1—5 regelsf 0.79. Elke regel meer0.19. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Traii8va!er8 in Chili. Over de aankomst van de Transvalere, die zich nieit hebben willen onderwerpen, maar gebruik gemaakt hebben van de hun door de regeering van Ohili geboden gelegenheid om zich in die Zuid-Amerikaansche republiek vestigen, wordt het volgende aan Het Vader land' gemeld!, dat wij op verzoek van den sdhrijver overnemen Langzaam stoomde de „Oropésa" de rus tige baai van Talcauhana binnen. De lucht was helder, de zee kalm. „Let go" klonk 't op eens. Een zware plomp, een oorverscheurend ge knars, een snerpend) gesohuur, een gedreun en geschud, een geweldige schok en het anker viel, de boot lag stil in de veilige haven. Hier was het einddoel vaan onze lange reis onder stormen en gevaren volbradht. Hier zouden wij landen, op Chileensch grondgebied. Op dozen herbergzamien Chileen- echen bodem was ons, Transvaalsche banne lingen, uitgestootenen uit Zuid-Afrika, door do gastvrije Chileeuschc regeering edelmoe- diglijik een nieuw tehuis^ een tweede Vader land, onzen kinderen een verzekerde toekomst aangeboden!.... Van uit de verte kondten wij reeds ver scheidene gestalten op die landingsplaats on derscheiden. Naderbij gekomen, zagen wij een dichte me nigte die ons toewuifde en welkomstgroeten uitte in de ons nog zoo* vreemd klinkende Spaansohe taal. Sommigen hadden bloemen in dei hand, die kinderen ons toewierpen. Langzaam had de ontscheping plaats. Met een diepen zucht van Verlichting, dat de ons niettegenstaande al do prachtige door ons aangedane zee!havens, vooral Rio- Janeiro was onvergelijkelijk schoon, ein deloos toeschijnende zeereis, achter den rug was, verlieten wijl (vooral de moeders met veel kinderen gezegend1, die 't in die nood1 wendig 'beperkte ruimte haar toegestaan, maar moeilijk konden stollen) de fraaie Pa cific-steamer, die ons een maand lang had geherbergd (en meer dan verzadigd had van de onmogelijke „poridge" en ongeschilde harde aardappelen)... Nu was ons leed geleden, onze ergernis, dat wiji, Transvalere, door het spel van het nood lot gedwongen, Wareni ondier Btritscsho vlag op een Britscho boot (hoe fraai de hoot en hoc goed en vriendelijk de Engelsche kapitein en oficieren van de „Oropésa" dan ook voor ons waren) te reizen, voorbij. Onmiddellijk na ons aan wal stappen Wer den ons namens de Ohileensche regeering allerlei versnaperingen, dranken, geibak en vruchten aangeboden. Vooral de kinderen, die uitgehongerd sche nen, smulden en lieten zich de lekkernijen terd'ege smaken. 'Don Augustin Baëza Bspineiro, inspecteur generaal van kolonisatie, leidde in persoon de hartelijke ontvangst ons bereid, daarin krachtig bijgestaan en geholpen door onzen commandant, den heer Fritz Van Straaten, met ons uit Europa herwaarts gekomen. De extra-trein die ons verdler landwaarts in zou brengen, stond reeds gereed. Wij na men afscheid van onze nieuwe vrienden. Voorbij ging 't langs prachtige vruchtbare Velden, langs akkers eti weiden.... Aan het station in de welvarende aanzienlijke Dhit- Bche kolonie stonden verscheidene mannen en vrouwen en vooral jonge kinderen, meisjes en jongens, met het licht blond) haar met bloemen en versnaperingen in de hand, klaar blijkelijk op ons te wachten. Wij drukten elkaar zoo hartelijk de hand, als waren wij oude kennissen, die na jarenlange afwezig heid elkaar eindelijk weerzagen. De ongeveinsde verbazing der blondharige en er gezond uitziende kleine Duitschertjes, dat onze Afrikaansche kinderen het, door deze Duitsahe kolonisten kinderen gesproken plat Daitsch zoo goed begrepen en verston den, was bepaald vermakelijk om te zien. Met verwondering (en bewondering) zagen wij hoever die Duitschers het in weinige jaren gebracht haddten door hun onvermoede vlijt en energie, want slechts daaraan was de won derbaarlijke bloei en vooruitgang detzer kolo nie to daniken. Geld en goed hadden zeer weinige emigranten) uit Duitschland her waarts meegebracht. Slechts over stale vol harding, onverzwakten ijlver, een wilskracht die bergen verzet, konden zij beschikken, die waren hun eenig kapitaal. En toch heeft deze kolonie het zóó ver gebracht, in betrekkelijk zoo korten tijd, toch zijn voorspoed en wel vaart er zoo groot, toch zijn de reseultaten van deze noeste vlijt zoo wonderbaarlijk schitte rend, dat bijna elk kolonist in „goeden doen" verkeert en flink 'kan oversparen voor rich' en zijn kinderen. Maar 't wachtwoord is en blijft (zooals een oud ip de kolonie vergrijsd Duitsoher ons op het hart drukte) „arbei den" Om tot die langzaam, maar zeker ko mende welvaart te geraken, om het nimmer uitblijvende doel, voor rich en rijn kinderen een verzekerde toekomst te scheppen, to be reiken, moet men werken, de „gebraden" vogels vliegen hier evenmin iemand! in den mond als elders, zonder werken komt men er niet. Het door de Duitsclhe kolonisten gestichte stadje, dat door rechte straten doorsneden is, ligt in een schilderachtige omgeving tei mid den van rijke velden, half verscholen achter hoog geboomte. Da stad heeft fabrieken, zaag molens en (natuurlijk) brouwerijlen!.... Niet ver van deze Duitsahe kolonie hield onsze extra-trein stil. Wij waren tei Petrufquem en zouden voorloopdg hier blijven. In ruime op last der Ohileensche regeering van hout opgetrokken gebouwen werden wij gehuisvest. Zooveeil mogelijk werd voor ons gemak gezorgd. Daarna werden voedingsmiddelen voor drie maanden tegelijk rijkelijk aan alle kolonisten uitgedeeld. Tegelijjk met die overvloedige uit deeling, waarbij ook kaarsen niet vergeten werden, werd ons namens de Ohileensche re geering officieel medegedeeld dat het gou vernement gedurende „een geheel jaar aan de geheele kolonie voeding zou verstrekken, plus een maaudelijlkscbei geldelijke toelage." Toen kreeg ieder kolonist datgene, wat hein bij officieel contract (ini Holland, voer ons Ver trek ten huize van mCvrou/w Hogewoning Ruifcenbach gesloten) door de Ohileensche re geering beloofd was, d. w. z. ieder onzer kreeg het.... dubbele, dus 2 ossen en 2 melk koeien enz. Ook kreeg ieder onzer een geweer met pa tronen cadeau. Rechts en links van de spoorbaan is een uitgestrekte open vlakte, de boomen rijn er op last der regeering gerooid en verbrand. Daar komt ons dorp. D'aar zullen wij onze eigene woningten, onze eigene haardsteden weer opbouwen in het vreemde land. Verderop liggen de ons toegewezen uitge strekte vruchtbare terreinen, waaronder veel zwaar eeuwenoud geboomte. Het hout dezer eerbiedwaardige stammen, door onze bijl of stoomkracht gövteldl, zal, hetzij, voor onzen huizenbouw in balken her schapen, hetzij door onzen zaagmolen tot planken gezaagd, eveneens voor onze Wonin gen gebruikt worden, dan wel als dwarslig gers voor de verder aan te leggen spoorlijn (die door onze gronden loopt) dienon, en dus (daar het contract met dia spoorweg-maat schappij voor het leveren deir «Dwarsliggers zeer voordieeilig is) ivoor de kolonie een niet te veremaden flinke winst opleveren. Wij, zijn reeds druk aan den arbeid, druk bezig onze rijke gronden te ontginnen. Iedör onzer heeft zijn eigen werk. De een klooft hout, de ander timmert of zaagt, de derde past te paard rittende op onzen reeds talrijken fraadeni veestapel, die in de nabijheid graaist, een vierdle 'bezorgt de boerderiji, (vooral aan de melk wordt veel zorg besteed) een vijlfde eindelijk eveneens te paard waakt met Argus-oogen over de aan zijp; zorgen toevertrouwde rossinanten der kolonie. De vrouwen zijn druk bezig met koken of met het her- en verstellen van kleederen, die gedurende den laatsten tijd nog al geleden hebben. De kinderen eindelijk beginnen weer te herleven, weer bij te komen. Van al die groote en kleine or» reis doorgestane „misèrels" (en die verschrikkelijke afschuwelijke „por ridge"), zij gevoelden zichi reeds geheel thuis en op hun gemak in het -vreemde land. Zooals ik schreef, liggen onze gronden in een heerlijk en gezond klimaat aan den spoor weg. (Ons nieuw station zal.... Transvaal hee- ten Daardoor schijnt de afzet onzer pro ducten verzekerd en voor onzen handtel een ruim veld geopend. Wij, of ten minste de meesten onzer zijn vol :hoóp, nl. moed en vol vertrouwen, op een gunstigen uitslag. OOST-INDIË. De Locomotief verneemt uit Batavia Uit de hoogste kringen in Den Haag wordt gemeld dat do prins-gemaal stellig Indiië een bezoek zal brengen, in de eerste helft van het volgende jaar. Uit Weltevreden wordt dato 27 Juni aan de Sumatra-Post geseind De Siameesche prins Benija zal een be zoek aan Java brengen. De assistent-resident van Taugerang, A. G. Valebte, wordt aan den prins toegevoegd geduremdle diens ver blijf op Java. Uit Kot a-Radja weid1 den 29en Juni aan het Bat. Nbld. geseind: Bij die passen controle te Blang Asau, Keu- reutoe, word niet levensgeavarlijik gewond de fuselier Nepdtou( lx i krteqgi een rcnitjong- steek in de linkerhand' en de linkerzijde. Genearal Van der Wijck is hedon te Kota- Radja aangekomen. Onder dagtoeken ing van 25 Juni seinde de gouverneur van Atjeb en onderhoorighe- den aan de regeering als volgt Onder luitenant Ghristoffel patrouilleerde in Boven-Piro en Keureutaë van einde Mei 18 Juffi. n handen bleveni 45 gesneuvelde vijanden met 2 Beaumonts, 22 voorladera blanke Wapens en munitie. Aan patrouilles onder kapitein Colijn in dezelfde streek en Boeven-Oendang vielen in handten 20 gesneu velde vijanden, 3 acbterlaad, 4 voorland, blan ke wapens en munitie. Hierbij niet levens gevaarlijk gewond! Europetesch seogteant Kop pel. De schuilplaats van T. Rata, Polems echt genoot e, werd' ontdekt, doldbl verlaten bevon den. Vele uitgewekenen werden gearresteerd en naar hun kampongs gezonden. Dte vrouw en dochter van T. Radja. Lbo kwamen zich meldlen, deze dochter is de echtgenoote van T. Radja Keumala. Verschillende patrouilles in Pidie onder luitenant Darlang en sergeant Schuhimaidher doodden een 13-tal vijanden, dfie met hun wapens in. handen bleven. Een patrouille van Meureudioe, onder don inLand'schen sergeant Dholo, overviel en arres teerde oen wachtpost van een bende, die bo zig wias bij Pradoei dte spoorbaan op tet tre den ae gevangenen bleken gedroste dwang arbeiders te zijp. Kapitein Actama van Schel- tema maakte met mijningenieur Jansen een excursie door stroomgebied Woyla-rivier tot aan Anoë en verder over Geumpang Tangset en Pidie naar Groot-Atjtebgeen verzet on dervonden. Van den gouverneur van Sumatra's Westkust is onder dagteekening van 25 Juni het volgende telegram ontvangen: Volgens bericht bivakoommandant Kotai Limau Saring werd bitvak Rawang 20 Juni des middags aangevallen door 200 met gewe ren en donderbussen gewapendei lieden van Karamanten, Depati, Toedjoeb, Sioelak-ketek, Siotelalc-boenigkaï en Sioelak-pandjang. Ren den rijp door vuur verdreven naar Noord- West Rawang. Wij| geen dooden of gewon den. (Java Ct.) Aan onder dagteekening vani 25, 26 en 27 Juni van den gouverneur van Sumatra's Westkust ooit vangen telegrammen, wordt door dte Javasche Ct. het. volgende ontleend: I. Colonne vertrok 17 Juni naar Sendaran Agoewg, grien vijlandJelijlfchedtengeheel Men- dapo» Biang werkte aan wegen. 18 Juni over Tarudjoemg Batoe, Pidoeng en Keloeihoe naar Djoedjoen. Bij Taaidljoeng Batoe werd vij and met kort vuurgevecht uit heuvelterrein verdreven. Inlandbche tamboer Kromopawiro levensgevaarlijk gewond. Vijand liet 2 doo den, achter. Tandjoemg Batoe en Pidoeng war ren geheel verlaten, bij Djoedjoen wterd1 vijl- and uit heuvedlterredn verdreven. Wij geen verliezen, vijlamd' 2 gewonden en 1 doodte op terrein. 19 Juni werd 1 sectie inlanders te Djoedjoen tea- bewaking der sampans achter gelaten en trok de rest dei- colonne dóór naar Lempoer. Bij Lolo werd in moedelijjk berg- terrein met zware rimboe ecu uur lang hevig gevoohten. Lcdo stormerhand genomen.Vijand! hield hardnekkig stand in zwaar versterkte kampong, gelegen in rawah-terrein. Gesneu veld! Ie luitenant Van Bilijenbuigh, levens gevaarlijk gewond sergeant-majoor Van' Za- delhoff, Europeesohe fuseliers Bruyning, De Vree, EVerts, Van dier Wede, Dijkhui zen, inlandsahe fuseliers Salimin en Pa- wiroxedjo, dwangarbeider Sonoredjo; niet levensgevaarlijk gewond kapitein Dte Koek van Leeuwen, Burop. sergeant Sohaef- fer, iulaindschl sergeant Peroh, Europeesclhe fuseliers Rossien, Rol, Van der Spoel, in- landöche fuseliers Tosieimito en Dipodiwirio en inïandscbe ziekenverpleger Kertosemito. Gedurende de opmarech viel een man met klewang den trein aan en werd gedood. Vijh and liet bij' Lolo 15 dooden achter, bloedspo ren wezen op vele gewonden. Dte tocht werd voortgezet naar Lempoer, aankomst aldaar 6£ uur* naan. Beide kaanpongs Lempoer waren geheel verlaten, 20 dezer overleed Europ. fuselier Dijkhuizen aan bekomen wonden. Terugmarsdhi over Lolo naar Djoedjoen, vijf- and niet in kampong aangetroffen. Enkele schoten vielen uit rémboe. Te Djoedjoen werd 's nachts een sampan ontvreemd. Door ge weervuur van de wacht werd een vijand ge wond. 21 Juni keerde geheele colonne van Djoedjoen over Beneh, Poelau Tongah, Lem- poersotemerep, Socmen ep, Tandjoneg, Pa- oek, Koemoen en Soengel Penoeh naar Ra wang terug. Depati Tandjoemg Paoe werd ge vangen genomen en de kampong beboet we gens bemoeilijken transport. Alle kampongs op den marschweg waren bewoond en boden onderwerping aan. De meeste zijn zwaar ver sterkt-. Buit- 8 geweren, 1 lila (uit Lolo), vele blanke wapens. Gezondheidstoestand gunstig. 20 Juni doden ongeveer 200 vijanden een aanval op Rawiang. Luitenant Van, Seventer verdreef hen met 20 bajonetten, vijand liet vier dooiden op terrein. Buit een voorlaad- gewecr, vele blanke wapens. II. 22 Juni werden eonige weerspannigen door bevolkingspatrouille van Rawang opge vat en aan colonne-commandant uitgeleverd. 23 Juni rijp 75 bajonetten gelegerd in mem- dlapo Karamanten, 60 bajonetten in men- dapo Soemerep en: 24 Juni 40 bajonetten in Bendapo Dtepaiti Toedjoeh, resp. onder bevel der luitenants Hajenius. Van de Water en Van der SI oaten, die voorzien van in structies aldaar tijdelijk als civiel gezagheb ber optreden. Hiermede pacificatie begonnen. Een patrouille van 50 bajonetten werd ge zonden naar Soongei Penoeh, Koeanoem, Tand jong Paoh. Tanah Kampoengj en Rasang. Se- lapan-Halei-Kain thans geheel rustig. Aan wegen Karamanten en Soemerep, wordt ge werkt. Alsnog ingeleverd! door Koebang 62, Kota Lauang 15, Biang 89 geweren, totaal thans 420. Gezondheidstoestand, gunstig. Toe stand gewonden algemeen gunstig. Genietroe pen vertrokken 25 Juni naar communicatie lijn. UI. 24 Juni zijp door civiel gezaghebber Soemerep twee bendehoofdien gevankelijk naar Rawang gezonden. Een naar Soleman uitge zonden patrouille werd. overal goed ontvan gen. Geheel Selapan-Halei-Kain rustig. Als nog ingeleverd 206 geweren, totaal 626. Aan een bij die regeering ontvangen tele gram van den militairen commandant van i'aJembang onder dagteekening 26 Juni ji. is het volgende ontleend Een patrouille sterk 20 bajonetten onder onder-luitenant Japan, werd op ongeveer der tig passen voor doeaoem Pelajang (Merangin) beschoten, door een bende, volgens ingeko men berichteu onder Pangerangs Hadji Ge- mar en Kerto. Gewond onder-luitenant Japin Europoescke fuseliers Breed, Troupeo en Her tog, beide laatsten zwaar, vij|and naar schat ting zeventig) man nam de vlucht en liet ver scheidene dooden liggen. Volgens een bij, de regeer ing ontvangen te legram van den militairen commandant van Palembang d.d. 27 Juni jl. is de Europeesche fuselier Hertog aan zijp bekomen wonden, op 26 Juni t. v., overleden. Gewestelijk militaire commandant seint 21 dezer uit Bangko, dat coanpagpiën De Klerok 15 dezer van Bangko naar Boekit Gemoeroe is vertrokken en hij: met chef staf compagnie ën 16 d. a. v. zou volgen; wiegetns berichten uit Konntji zijn hoofden niet, doch deel be volking wèl tot verzet genegiid' en zouden voor Taaniai versterkingen rijp opgericht. Onder dagteekening van 23 Juni seinde de wde resident der Zuider- en Oostenafdee- ling van Borneo als volgt Na eene vergadering tusschen Bekoem- paiers en Soeraipatis maakte Naoen, hoofd dter Soerapatis, 14 Juni te Batoe toehoep zijn opwachting bij assistent-resident. Eveneens onderwierpen rich Goesti Toewing, Goesti Koes Lm en Toemenggoeng Oengkedj. Naoen verklaardle zich bereid mede te werken tot onderwerping Pegoestian (partij van d n Pre tendent-Sultan). 18 Juni zou te Peloengkoeh samenkomst plaats hebben tusschen Bekoem- paiers, Naoen en Pegoestian. Een departement voor den landbouw. Uit goede bron1 vernam de Locomotief, dat de aan dr. Van Breda de Haan verleende opdracht tijjdens het hem verleend verlof naar Europa, zou samenhan gen met do voorgenomen oprichting van een afzonderlijk departement van Landbouw, waarvan hij dan ais chef zou optreden. Dit bericht wordt door het Bat. Nbl. be vestigd. Inderdaad! zijp er plannen deels in bewerking, deels in overweging met betrek king tot het in het leven roepen van een afzonderlijk departement voor den landbouw, waarop reeds lang en v$i verschillende zijden is aangedrongen. Met die stichting zou dan gepaard gaan een reorganisatie van 's Lands Planteuin. De opdracht aan dr. Van Breda de Haan omi minstens twee maandten in Italië en Zuid-Frankrijk een studie temaken' van den rijstbouw, houdt met bovenbedoeld plan verband. Opening van een tunnel. Uit Tagog Apoe werd den 27e(n Juni geseind! aan het Bat. Nbld. Mot een extra-trein vertrokken de genoo- Idigdcn, een tweehonderdtal, naar Tagog Apoe, om getuige te rijn van :het doorslaan van de tunnel SaBaksaatTjifeandoefwang. Het gezelschap reed op lorries door de tunnel. Aan de noordzijde gekomen, hield de heer R. P. O. D. Wijnmalen, chef van den aanleg dar lijp PadalarangKrawang, een rede, waarin hij hulde bracht aan het personeel, hoog en laag, aan de Soendaneosahe werklie den, voor ham ij|ver bij de uitvoering va®, het werk betoon/dl De resident antwoordde op deze rede. Het deed hem genoegen bij het begin van zijn bestuur over de Preanger deel te nemen aan de opening van zulk oen grootsdh werk. Daarop keerde het gezelschap door de tun nel weder naar do zuidzijde terug, waar de ingenieur Grinwis Plaat den ingenieur Wijn malen dankte voor die hulde aan het perso neel gebracht. Een ontbijt werd) hierna omgediend. Generaal Wood, de Amerikaansche opper- officier, bezocht met zijn adjudanten de tun nel, waar hij door den resident werd ver welkomd. Bin extra-trein voorde de gasten terug naar Bandoeng. Java- C E i n a - J a p a n 1 ij n. Hier ter palatse ^Soerabaja) vertoeft de heer P. J. Rooscgaarde Bisschop, hoofdagent der Java-China3ij|n, die voor de belangen dter toe komstige reohtstreokscho stoombootverbin- dling met Japan en China een reis maakt over Java De heer Bisschop, die vroeger geruimen tijd te Batavia, Samarong en Soerabaja bij de soheepsagenten J. Daendels en Oo. werk zaam is geweest en de ka&rt van het lajnd op handeslgebied kent, is van gevoelen dat met name Soerabaja van die nieuwe lijn zeer zal profiteeren. H" verwacht dat dc lijp den kleinhandel ten goede zal komen en er toe zal lei'dten d!ait, behalve suikeii, verscheidene artikelen, behoorende tot den inlandschen landbouw, hun weg naar China eu Japan zul len vinden. Ook is de heer Bisschop van gevoelen da/fc artikelen, die vroeger van Java over Singar pare naar San Francis oo en westelijke ha vens der Vercenigde Staten geëxpedieerd wer den, thans over Hongkong zullen gaan en een en ander door vermindering van vracht en kosten tot uitbreiding van het. handels verkeer aanleiding zal geven. (Soer. Hbl.) Wij lezen in het Bat. Nbld. dat de heer G. Joh. vaoi Dam, kapelmeester der stafmu- ziek te Batavia, den 26eu Juni den dag her dacht, waarop hii dertig jaar geleden in mili tairen dienst trad. Hij begon zijn loopuaan in 1873 bij de muziek van het zevende regi ment infanterie ,e Amsterdam, als getwoon muzikant, daar dit corps toen nog geen sta.- muziek rijk was. In 1881 werd hij benoemd tot kapelmees ter der „gele rijtcrê" (rijdende artillerie) te Arnhem en in 1884 kapelmeester bij het 2n regiment huzaren te Venla, om in 1891 naar Batavia te vertrekken. Onder het opedhrift „Zeer ge- wenafllit" schrijft R. in „Het N. v. d. D." Met groote instemming zal irn officiers- kringen een maatregel rijp begroet, die op 1 Januari van het volgend jaar wordt inge voerd. Wij bedoelen d'e afschaffing van de verlofspassen voor officieren. Bij de thans be staande regeling toch is de controle op de qualitedt van den betrokkene feitelijk onmo gelijk, aangezien die verlofpas in gpeoerled op richt de identiteit vaststelt. Een officier, in bxtrgerkleeding, niet in het bezit van een pas, wordt die gunst van mili tair tarief onthouden, zelfs al is de spoorweg ambtenaar overtuigd van diens identiteit. Daar nu slechts een officier met verlof in het bezit van een pas kan zijn, zoo wordt hierdoor contróle op de verloven uitgeoefend door de spoorwegambtenaren. En niemand! zal toch Wel betwisten, diaf dit toezicht uit sluitend het recht ia van de militaire chefs. Verlofpassen „naar alle plaatsen in Neder land" zullen voortaan tot het verleden behoo- ren. Hunne uitgifte alleen bewijst reeds, hoe zeer van hoogetrhand wordt ingezien, dat het niet aangaat, den officier met verlof to banden aan een bepaald! traject, waardoor het voor recht van militair tarief afhankelijk wordt gesteld van de plaats waar men zich toevallig ophoudt. De maar al te veel voorkomende ontdui kingen in den vorm van verouderde of vooraf geteekende verlofpassen zullen nu niet meer plaats hebben, waardoor zeer zeker aan waar digheid wordt gewonnen. Indien men nu toch meer faciliteiten wil verleenen, dan wordt het tijd, ook eens d'e bepalingen te herzieii betreffend!© de vergun ning aan officieren tot het dragen van buf- gerkleeding. Wat wordt daartegen gezondigd, vooral in onze grootere garnizoensplaatsenWaarom dan ook moet de officier, wiens dienstver richtingen geheel zijn afgeloopannet klokje van vier verbeiden, alvorens rich in burgerkleeding in Let optenbaar te mogen vertoonen? In Indië, waar men op het stuk van dienstopvatti ngen zeer 9trteng is, mag de officier burgerkleeding dragen, zoodra hij niet meer in dienst is. Daar wordt op geen uur gelet. Welk gegrond bezwaar is er tegen, die bepaling ook hier van kracht te doen zijjn? De jaarwedden der griffier». De heeren jhr. mr. Reigersman, mr. H. I. Jordens, mr. M. E. Boov, mr. J. van Loeu- wen en mr. J. M- Schout Velthuis, allen griffiers, respectievelijk bij, de arrondisse- ments-rechtbanken te Breda, Utrecht, Haar lem cn Arnhem, en bij het kantongerecht re Utrecht, hebben zich naar aanleiding van het wetsontwerp tot wijziging van de jaar wedden der griffiers bij de rechterlijkt? colle ges en gerechten met een adres tot de Twee de Kamer gewend. Zij, geven daarin te kennen, dat zijl vol komen instemmen met het daarbij] aangeno men beginsel van een vaste jaarwedde van de griffiers, doch tegen de toepassing van dat beginsel, zooals me in het ontw-rp is voorgesteld, met uitzondering van de voor schriften omtrent het vorderen van voor schotten en omtrent cfe executofr-verklaring der rekeningen, ernstige bezwaren Lebben. Na dl» uitvoerige toelichting van hun mo tieven, verzoeken adressanten dat de Kalmer hare goedkeuring aan het wetsoniwefp. zoo- al» het thans luidt, te onthouden en sviihsa- diair voor hét geval de Kamer het beginsel van eene vaste iaarwed.l voor de griffiers bij de recliteriijike macht van een vasté jaar wedde tot wet wil veïheven zien, de betrok ken ministers uft te noodigen eon nieuw ont-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1903 | | pagina 1