JV'. 54. Tweede Blad.
Zaterdag 22 Augustus 1903.
FEUILLETON.
Sd' Jaargiing.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Pet 3 maanden toot Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met oitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Adverténtiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF ft Co.
Utrechtschestraat Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADYERTENTIÉN
Van 1—5 regels f 0.75.
Elke regel meer.-0.15.
Groote letters naar plaatsraimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circnlaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Van de Bermuda's.
Een denkbeeld! van de ellenide düe de nog
overgebleven krijgsgevangenen
op dfe Bermuda's hebben te verduren, geeft
het volgend scihrij|ven van een diezer onge-
luikkigen den 25en Mei van Hawk ine eiland
verzanden en aan het Hbld. ter publicatie
gegeven.
Het schijnt ons soms, alsof men ons hier
in de verdrukking geheel vergeet of dat
sommigen ten minste meen en, dat wij het
alhier zieer aangenaam hebben, en dat dit do
reden is dat wij nog hier zijn, doch ik kan
ui verzekeren, dat onze toestand alles behalve
aangenaam is. Wij gevoelen de diepste mede
lijden met onze dierbare vrouwen, kinderen,
ouders en bloedverwanten, van wie sommi
gen al 3 jaren lang verwijderd zij[n en die
onze afwezigheid en onzetm in ballingschap
verkeerenden toestand zwaar gevoelen. Maar
wij die nog hier zijn kunnen er niets aan
doen, hoe of dé vrienden in Zuid-Afrika het
ook trachten weg te rede nee ren, het is Gods
zaak en Zijne wederhoudende genade, dat
ons staande houdt tort hiertoe, tot eer en
verheerlijking van Z. H. "naam.; wij: dhrven
Zijne eer aan geen nietig zondig mensoh
geven. Do natuurlijke begeerte van den
mensch wil zich zulke opoffé1 igen niet laten
getroosten, vooral die van ,ns, die gehuwd
zijn.
Wij zijp allen echter te midden van al
het zwaar nog vod moed, geduld en lijd
zaamheid, wachtende op Gods verlossing,
waaraan wij geen oogeniblik twijfelen, en héb
ben de volste vertrouwen dat die ook niet
meer vér af is.
Wij zijn hier als een schijf geplaatst, waar
tegen een ieder die lust heeft kan schieten,
van alle kanten en door den boozen listigen
tyrannïscihen vijand aangepord oon te schie
ten, ja schiet en schiet goed. Dan zit dé vij
and! achter onze ontrouwen in ons land), die
hen aanhitsen om 't voor onze arme vrouwen
ondragelijk te maken, en die geweldhebbers
doen hun uiterste best het leven voor onze
familiös bitter te maken, dan komen de brie
ven. van onze vrouwen en oudera, die als
dlolken door het hart gedrongen worden. Ja
ons lijidenl zotu ondragelijk wezen., was het
niet dat wij kracht en genade van boven
ontvingen.
Een maand geleden werden wij door dc«
Engelschen commandant medegedeeld, dat
zekere majoor PretoriuS, van de Transvaal-
artilleriet, hier zou inkomen, om ons te laten
teekenen. Wij kwamen derhalve bijeen en
besloot hem niet binnen te latten. Hij| kwam
echter niet op den bepaalden dag, daar het
regende, en den volgenden, dag sloop hij' on
opgemerkt binnen. Onze kaïmp-commandant
trad toen, dadelijk op met nog een 15-tal
burgers hem te gemoet, vroeg hem wat hij
wildé? Hij gaf ten antwoord dat hij geko
men was om ons zaken duidelijk te maken en
ons te laten teekenen. Hiji zei, dat hij ook
in het bezit* was van eenige documenten van
onze hoofden, die hetmj niet toegelaten werd
te produceer en. Toen kreeg onze maat het
jyarm, daar men hem eenige scherpe vragen
deed. O. au vroeg een ou maaten hebt gij
de declaratie geteckend? AntwooordJa. Nu
dan maak dat gij hier weg komt eni als je
weer naar Z.-A. mag teruggaan, zeg aan onze
hoofden, zij moeten ons een man zenden, die
de declaratie niet gotoekend heeft.. Hij vroeg
om een privaat onderhoud met den com
mandant, dit werd hem geweigerd!, en ge
waarschuwd dat hii het kamp zoo spoedig
mogelijk moet verlaten, daar dé burgers hem
niet willen zien, en veel minder hoooren. Hij
merkte hoe laat het was en verdween zoo
spoedig mogelijk. De zaak was echter hier
mede niet afgedaan, hij bleef nog te Hamil
ton voor ruim dirie weken daarna, om te
trachten zijn booze verraderlijk doel te be
reiken. Daar er tot ons diep leedwezen van
ons af en toe eenigen op parole naar Hamil
ton gaan, wist hij hen daar te spreken te
krijgen om verder nauwkeurig ouze opinies
uit te vinden, en, gaf voor dat hij met Cham
berlain zou correspondeeren, om, te trachten
ons naar Kaapstad te laten zenden, indien
wij willen beloven aldaar te teekeneo^ het
werd hem toen te kennen gegeven, dat wij
hoegenaamd geen belofte zouden maken, noah
hem als middelateur begeeren. Gelukkig ein
digde al zijne listen in volkomene misluk
king. Men vernam, van private personen op
het dorp dat de vijand dei reiskosten van
hem en gade betaalde, alsmede 1 per dag,
ook hum omkoisten op hét dorp enz., en dat
niet alleen de vijand, maar ook de meesten
te Bermuda de beste hoop op zijn welslagen
hadden. Het werd ook daar gezegd, dat zijn
gade door de vrauw<jn in Transvaal verzocht
werd, om namens hen te komen pleiten, maar
zij heeft het niet gewaagd. De verraders héb
ben nu haast genoeg koophandel gemaakt
van de arme K. Gv. en zeer velen verlieten
de Bermudas met welgevulde zifkkeu. Men
moet goed verstaan, de vijand zelf is mach
teloos, hij heeft al zijn ammunitie afgescho
ten, zoo moet, Ej alles d'oor satansche list en
door onze eigene memschen gedaan krijgen.
Dwingen mag hij| niet', omdat hij dan niet
zoo zeer van do vredesbesluit zou afwijken,
want dit zou eiigenlijk voor den vijand niets
bijzonders wezen, dit zit in zijn aard, maar
dan kan hij zijn booze doel niet bereiken-
Om de meeste manieren hier aan te stip
pen, waarop de vijand alle pogingen heeft
aangewend, zijn doel te bereiken, zou wel
licht één krant vol noodig weizen en een on
billijke inbreuk op uw tijdruimte maken. Wij
zullem de overige sparen tot onze terugkomst.
Ik wilde U.Ed. echter gaarne wat mede
deel en omtrent onze behandeling in den
laatsten tijd, die laat voel to wenschen over.
Vleesoh wordt lib. per man toegelaten,
maar als men: de onjbruikbare aftrekt, dan
kan men niet zeggen J lb per man per dag té
krijgen. Brood 1 lb voor de 24 man. Groenten
worden wel li lb. per man toegekend, maar
dan sluit dit in becstrapen, beetwortelen
enz., waarvan de mcesten van den tijd in
onbruikbaren toestand zijn, de rapen, wer
pen wij gewoonlijk in de zee. Het vleesoh
is ook dikwijls zeer mager en soms nog be
dorven. Wij gevoelden ons nog onlangs ge
noodzaakt to weigeren het te ontvangen en
moesten dus voor dien dag zonder gaan. Wij
krijgen al een tijdlang beschadigde suiker
en dan worden wij nog bovendien gemid
deld 2\ pond per dag te kort gedaan. 12
man krijgen een blik melk per dag en hier
aan wordt ons nog zeer dikwijls onttrokken.
Om alles te kronen, werd onze correspon
dentie 8 dagen geleden geheel gesloten, zoo
dat men zelfs volstrekt wegiert een brief
aan den gouverneur gcridht, (waarin wij
onze grieven mededeelden en hom dringend
verzochten om onmidldellijjke re,patri atie)
te ontvangen. De brief zal derhalve beden
avond door eenige zwemmers naar de P. K.
vervoerd worden. Gelijktijdig is het hek ge
sloten en de wacht gestrenge orders gege
ven ons niets hoegenaamd uit de kantien
(winkel) in de kamp te koopen of te laten
koopen, wat ons voorheen toegelaten werd,
van af wij te min in getal zijn om ons eigen
winkel te hebben in het kamp.
Ook werd het parool van dien datum ge
weigerd, zoodat wij ook niets van of naar
het dorp kunnen krijgen.
Deze handelwijze dient tot straf, omdat
wij beslist weigerden een werk te doen, dat
den vijand moest plezieren en hetgeen wij
niet noodig hadden te doen als K.Gv. Wij
hébben den gouverneur dan ook te kennen
gegeten, dat wij geen bandieten zijn en ge
vraagd of hij ons voor misdadigers rekent.
De vijfand is natuurlijk zeer boos en te^
leurgesteld, omdat hij zooveel geld aan ma
joor Pretorius en gade moest uitleggen, zon
der zijn doel langs dien weg, die laatste
kans te bereiken.
Naar de andere kampen, waar nog krijgs
gevangenen zijn, heeft men soortgelijke per
sonen afgevaardigd. Wij koesteren de beste
hoop, dat het aldaar even goed afliep als
hier.
Wat onze brieven betreft, het is eene
wreede zaak, toah gevoelen wij het niet te
groot, eerstens omdat er voor de laatste
uraanden zeer weinig doorgelaten werden
van weerszijden, tweeidens dait het geringe
getal doorgelatenen alleen die zijn, die niet
alleen hopeloos, maar gewoonlijk hartver
scheurend zijn. Het is soms meèr pijnlijk
een brief van onze dierbaren te ontvangen
dan geen, daar wij geheel machteloos zijn
aan hun smeeken gehoor te geven. Wat
betreft het beletten van onze benoodigdhe-
den voor ons eigen geld te koopen, is zeer
onbillijk, ja onrechtvaardig.
Door bovenstaanden brief een plaats in
uw blad te vergunnen, zult gij niet alleen
ons hier een gunst doen, maar ook allen
belangstellenden Afrikaanders, die met ons
in onze verdrukking gevoelen.
U.Ed. bij voorbaat dankende voor opname
Uw diw. dn.
(w.g.) J. P. ROUX.
Krijgsgevangene van Transvaal.
P.S. Wij hebben vandaag uit een goede
bron vernomen dat een Franscibman, in de
Bermudas woonachtig, laatste week verzocht
aan de krijgsgevangenen een paar zakken
kool en ook een hoeveelheid andere groen
ten te zenden, maar werd geweigerd.
De Finsensche lichtbehandeling.
Nu de geneeswijze van den Deenschen dok
ter Finsen ook ton onzent iui ruimeren kring
de aandacht gaat trekken, zal het den lezers
van dit blad niet onwelkom zijp eenige bij
zonderheden daaromtrent te vernemen.
Dat het licht geneeskrachtige eigenschap
pen bezit, wisten reeds de oudenin vele
der oudste medisch-wetenschappelijke ge
schriften, als van Hippocrates en Oribasius,
Wordt melding gemaakt vain zonnebaden, en
tOL.ni reeds besefte men het verband tusschen
hygiëne en licht in steden en woningen.
Maar een juist begrip van de eigenschappen
der zon hadden de ouden toch niet-, en al
leende de ervaring in den loop der tijden- tel
kens opnieuw, dat men in het licht een niet
te versmaden bondgenoot op sanitair gebied
bozat, het bleef aan dien nieurweren tijd! voor
behouden dien bondgenoot in zijn wezen en
waarde nauwkeurig te loeren kennen.
Onze kennis van de bacteriedoodende
I
Deze schets is in hoofdzaak ontleend aan
een artikel in het Skandinavische tijdschrift:
Ord och Bild.
^genschappen van het licht dateert van 1877
(de Engelsohe geleerden Downed en Blunt).
Sedert dien tijid staat het vast, dat het licht
een buitengewoon groote rol speelt als be-
strijjder vtan ziektekiemen. Dat onze rivieren
en meren, wegen em straten niet een voort
durende bron van epidemieën zijin, hebben
wij voor een niet gering deel aan de zon te
danken. Vandaar de luid uitgesproken eischen
der hcdendaagsche hygiëne: zen: in steden
en huizen en scholen, sanatoriëu met het
front naar het Zuiden, 's zooners wie ©enigs
zins kan, naar buiten, de zom opgezocht.
Zoo is het begrijpelijk, dat ook de zonne
baden weer in trek komen. Zij zijn zeker
nuttig voor zekere functies van de huid, zij
oefenen waarschijnlijk een gunsbigen invloed
op degeheele stofwisseling, maar hoegrciot
idio invloed is, en of dlie baden direct- ge
nezend zijn voor eenige ziekte, daaromtrent
weten wij voorloopig ntag heel weinig. Dat
de zaak niet zoo eenvoudig is, blijkt ail reedis
hieruit, dat cr een reoks van ziekten zijn,
waarbij het licht nadeclig werkt.
Eigenaardigis het, dat Finsen's eerste we
tenschappelijke arbeid juist op dit terrein
ligt. Di 1893 zette hij het belangwekkende
ondërzook voort over dén invloed van het
liaht op de huid, dat door prof. Widmark
te Stockholm was aangevangen. Hij beves
tigde hetgeen "VVidmark had waargenomen,
nl. dat de ontsteking, die het licht kan doen
ontstaan, ook het door de zon verbranden,
verre van een warmto-prooes te zijn, op re
kening moet kamoni van de koude, zooge
naamde chemische lichtstralende blauwe,
violette cm uitrarviolette, dezelfde, die bij
voorkeur op photografische platen werken.
Dit verschijnsel bracht Finsen tot zijn be
handeling van pokken in een roode kamer.
Bij deze ziokte heeft namelijk een hevigd
ontsteking van de geïnde huid plaats, welke
in hoogen graad afhankelijk bleék to zijjn
van do chemische lichtstralen; zorgt men
er nu slechts voor die van den patient weg
te houden, dan ontstaan er geen zweren en
kennen dus ook geen ontsierende litteokens.
Men kan den patient het best vergelijken bij
een pbotographische plaat, en hij moet dus
of in absolute duisternis of in een vertrek
liggen, waar slechts de in dit opzicuo effect-
looze stralen, de roode, kunnen binnendrin
gen men bereikt dit door rood vensterglas
of door roode gordijnen. Deze behandeling
noemt men „negatieve photo-therapie", en
zij. is, zooals Finsen direct schreef, niet een
speciale behandeling voor pokken, maar een
nieuiwi therapeutisch beginsel." Zij| heeft dan
ook gunstige resultaten opgeleverd! bij! an
dere verwante ziekten: roodvonk, mazelen,
roos.
Terwijl dus de algemeene lichtbehande
ling, trots enkele steunpunten, nog geen vas
ten bodem bezit, is het Finsen gelukt een
voortreffelijk gefundamenteerde locale
phototheraipio te scheppen voor ver
schillende huidziekten, en wel in die eerste
plaats voor lupus.
In 1896 verscheen het bekende boekje van
Finsen„Over de toepassing van geconcen
treerde chemische lichtstralen in de genees
kunde'*. Hier vinden wij een nieuwe behan
delingsmethode kant en klaar, opgebouwd op
een reeks van zelfstandige onderzoekingen,
getoetst aan een reeks van patiënten en
reeds in volle werking in een afzonderlijke J
inrichting.
Dit „Finsensche lioht-instituut", gesticht
in 1896, was in de eerste jaren geïnstalleerd'
in eenigje houten barakken op het terrein
van het gemeenteziekenhuis in Kopenhagen.
Maar die werden weldra te klein voor den
grooten toevloed van patiënten, en een nieuw
gebouw verrees dat in den zomer van 1901 in
gébruik werd genomen.
De Finsensche behandeling komt hierop
neer, dat men de zieke deelcn, die door druk
king bloedledigingen gemaakt, aan de inwer
king van een zeer intens licht blootstelt, zoo
rii'k mogelijk aan chemische, zoo arm moge
lijk aan warmtestralen.
Finsen legt. or steeds don nadruk op, dlat
niet het licht, maar hot sterke
licht geneestjuist het gebruik van ge
concentreerd liclit is het essentieele van zijn
uitvinding, zonder welke lupus misschien
nooit een geneeslijke ziokte zou zijp. gewor
den, trots alle zonnebaden en zouliygiëne
Hii gebruikt deels zonnelicht, deels electrisch
booglicht, dat door bijzondere, door hem zelf
uitgevonden en geconstrueerde toestellen ge
concentreerd wordt. Voor het zonlicht wordt
eenvoudig een groote lens gebruikt, gemaakt
van gewelfde glazen platen, waartusschen
blauwgekleurd water. Voor het electrische
licht bedient men zich van op kijkers lijken
de apparaten, waarvan do verschillende lens-
systemon eerst de divergeerendo stralen tot
evenwijdige en daarna deze weder tot een
klein plekje verzamelen. Tusschen twee lens-
systemen bevindt Zich water. In net alge
meen speelt het water in de toestellen een
niet geringe rol; het moet namelijk door
absorbtie al de donkere warmtestralen, de
ultra-roode terughouden.
Wel wordt daardoor het liohtplekje veel
^afgekoeld, maar het is todh nog brandend
warm. Daarom moet men bet te verlichten
lichaamsdeel v oor tAiu rond afkoelen. Bij
lederen patiënt zit een verpleegster, die er
voor moet zoilgon, dat het licht op de juiste
plaats valt, en tegelijlkertijld! gedurende do
geheel© behandeling op het zieke deel eon
gelijkmatige drukking uitoefent met behulp
van een „drukglas", dat hol ie en waar
koud water doorheen stroomt. Op deze
wijfie woiUt do plek bloedledig en tegelijk
kool gehouden De behandeling duurt on
geveer 5 kwartier; daarna wordt het zieke
deel weer verbonden.
Over de 800 patiënten rijn nu op deze
wijze behandelddaarvan maar zeer wei
nigen (minder dan 2 zonder resultaat,
al de anderen zijn of volkomen genezen, öf
aanmerkelijk beter geiwoiklen. Eu het is
niet zooals na operaties een genezing
met ontsierende litteokens; integendeel,
waar zicih de zieke plekken bevonden, vormt
zich een natuurlijke, zachte huid.
Ook op enkele andere huidziekten wordt
met succes de locale photo-therapie toege
past. Wij hebben hier uamclijk te doen met
een „nieuw therapeutisch beginsel" en niet
met een speciale behandeling naar lupus.
In verschillende oorden der wereld doec
de Finserscbe behandeling thans haar in
tree; meestal vindt zij een plaats in do
afdeelingen voor huidziekten der groote zie
kenhuizen, soans ook in afzonderlijke insti
tuten naar het Deense he model.
Ten slotte zij liier nog mddogedeeld, dat
aan het Deensche instituut een groot labo
ratorium verbonden is, dat gedeeltelijk tot
taak heeft de kliniek te dienen, daar het
onderzoeken en verbeteren der toestellen en
lichtbronnen, gedeeltelijk aan een zuiver we
tenschappelijk doel wordt dienstbaar ge
maakt do studie van het licht ten opzichte
van zijn beteekenis ,voor het levend orga-
Indische Penkrasssn.
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
XXIV.
Wij waren dan gisteren in de ruime toko
op Rijswijk, in do z.g. Franscho buurt. De lo-
caliteit, zeer gunstig gelegen, vlak naast de
sociëteit Harmonie, dicht bij do groote hotels
en in een millieu van mooio winkels, behoort
aan het Gouvernement en diende vroeger tot
bureau van het Mijnwezen. Zij is thans aan
do Nederlandsch-Indischo Verceniging „Oost
en West" verhuurd voor vijftig gulden 's
maands. De regeering had wel wat royaler
kunnen handelen, vind ik, en het leege bu
reau in bruikleen afstaan I Wo zijn echter
altijd zoo groot in het kleinei! Dat verhuren
wijst immers op zuinigheid
Ook gaf het Gouvernement voor do instal
latie een som in eens cadeau, een som van
tienduizend gulden, terwijl nog eeoi tiendui
zend aan dc vereeniging werden geleend, zon
der dat rij er, wonder boven wonder, ren
ten voor behoeft te bqitalen. Bij zqovoel gul
heid had men nog wel die vijftig gulden huur
kunnen schenken, zou ik zoo meenen.
Ik noemJq dien Regeeringssteun in mijn
vorigo Penkras een bagatel en daar blijf ik
bii-
Waar Oost en West rich zooveel moeite ge
troost, daar had „lioogerhand" wel een beet
je dieper in 's lands schatkist mogon tasten.
Do zuinigheid z?al ook hier weer de wijsheid
bedriegen
Doch laat ons nu eens do toko binnen
gaan. 't Geheel maakt een vorrassouden in
druk en we hebben zeker wel een paar uur
noodig om nauwkeurig t vele fraais to be
kijken, dat hier uit alle deelen is samen
gebracht.
Achtereenvolgens belwonidletren wij aarde
werk irit de Preanger-Rcgentschappcu, (ka
merversiering) fraai .'bewerkte krissen van
Java cn Bali, (komen prachtig uit tegen wit
te muren in vestibules, gangen enz.) fijn-
gevlochten sigaren- en sigarettenkokers van
Pa-jacombo, grillig bewerkte wandelstokken
uit de Soendalanden en midden-Java, (vele
stokken rijn versierd mot dejj typisch Jar
vaanschen wajangkop en zouden als modes
nufje in 't Westen veel opgang maken), ivo
ren sigarenpijpjes van Palembang, bamboe-
meubels uit Chcribom, (bij uitstek geschikt
voor serres em tuinhuizen) sierlijke rottoukar-
watson uit Söekaboemi, do zoo fraai beschil
derde buffcllceren wajangbeeldon uit Soera-
karta, (zouden spoedig de leelijke Japansche
poppetjes als wandversiering in serre© enz.
vedringen). de bekende gedrochten uit Bali,
(grillig cn bont gekleurde poppen, allerlei
bovonaardsche wezens voorstellende en zeer
mooi staande op schoorsteenmantels, kasten,
standaards, enz.) sigarenkistjes, naaidoos»®,
beeldenstandaards, bijouteriedoosjes enz. van
heerlijk Japarasch houtsnijwerk, geciseleerd
koperwerk uit Griesée (fraaie vazen, kom
men, kaarten bakjes, bekers, asoh bakjes, inkt
kokers enz, zonden in Europa on Amerika
zeer veel succes hébben) geweven doeken en
portierce uit de Preamgcr, kantillerilver van
Sumatra's Westkust (Maleische huisjes, mis-
sigits, ossenkarren met een karbouw bespan
nen enz. zullen goed voldoen in pronkkasten),
waaiers, beschilderd met wajangfiguren (do
jonge dames beleefd als iets nieuws op dat
gebied aanbevolen) alsook poroeleinetQ menif-
tafeltjes, beschilderd met allerlei gedrochten!
uit deju Hindoetijd (zouden dc papieren me
nus verdringen, vooral cmidab |d!el tafeltjes
telkens afgewasschen kunnen worden), verder
de schoonste batiks en met gouddraad door
weven doeken uit alle deelen van den Archi
pel enz. enz.
Ik deedc maar hier en daar oen lossen
greep uit de zoo rijke uitstalling van toko
Oost en West en men behoeft waarachtig niet
veel kunstgevoel te bezitten om te rien, dat
dit handwerk heel wat meer waarde heeft
dan het Japansche en Chinoescho prullegoed,
dat thans de wereld overstroomt en tot zelfs
in de woningen der arbeiders doordringt.
Is het nu geen 9chaudo voor ons, Neder
landers, dat na drie eeuwen van exploitatie
deao Indische nijverheids-voortbrengselen zoo
goed als onbekend rijn?
Wij, de zoo hoogontwikkelde voogden van
deze onmondige Aziatische rassen, wij „han
delslui van professie, Verzuimden dus tot
nog too onze superieure kennis, onze koop
manschap en ons kapitaal te gebruiken, om
dc inlaondsche kunst op do wereldmarkt tc
brengen cn to exploiteeren ten bate van In-
dië en Nederland beide.
Zijn die „bruine kerels" dan alleen goed
genoeg om voor ons koffie te planten, om
onze zonen cn broeders aan vette baantjes
te helpen en belastingen op to brengen, die
o.a. voor een deel dor verlofgangers cn gepen-
sionneerdon in- het moeder land worden ver
teerd
Als dit zoo ware, zou men zich mot recht
gaan schamen Nederlander te rijn!
Ik sprak dezer dagen een heer, in Hollaud
geboren, doch reeds 20 jaar in Indië woonach
tig, die als rijn ernstige moening te kennen
gaf, dat, wanneer het moederland niet in
staat was zijni plichten als 2de Koloniale mo
gendheid tc vervallen, als het de verarmde
bevolking hier, verarmd door ons schandelijk
systeem van vroeger, niet meer overeind kou
helpen, dat het dan zoo eerlijk moest zijn, om
d.c onn»ach't ruiterlijk te Lbkenuen. Het
moc^t b.v. deze Wit tin gen aan het rijke
Amerika verkoopen. De Yankee's zouden er
allicht eeu paar milliard voor over hebben,
om, zonder onrechtmatige oorlogvoering en
zonder een groot verlied van mcnschenlevens,
hun vlag hier tc mogen planten, vooral ais
men weet, dat een moderne veroveringskri jg
ook schatten gcids kost. „Wapperde liior maar
eerst het Amerikaanschc dundoek," zoo ein
digde die mijnheer, „dan zouden do toestan
den wel spoedig veranderen en Indië een
prachtige toekomst tegemoet gaan.
Ambténaren en officiereu, alsook mindere
militairen, die Amerikaan wilden worden,
Zouden dan bij het nieuwe gouvernement
moeten blijven, opdat alles zco geregeld mo
gelijk in zijn werk zou kunnen gaan, terwijl
dp uitbetaling van onder het Nederlandsoh
bestuur verworven pensioenen door den
Amerikaanschon Staat zoudu moeten worden
overgenomen."
Ik schrok bepaald van dit radicale denk
beeld, doch bij nadere beschouwing en vooral
van een breed internationaal standpunt be
keken, is 'to waarachtig nog zoo gok niet be
dacht.
Immers als men zeer ann is of geem lust
gevoelt om zijn kinderen behoorlijk op tc voe
den, dan is 't toch aecr zeker beter en ook in
't belang dier kleine», om ze aan goede rijke
mcnschen af te staan on als dan bovendien
do oudera en de kleuters weinig voor elkaar
voelen, van elkaar vervreemd zijn als 't ware,
dan is cr heelemaal geen bezwaar tegen.
Weet gewei lezers! dat vele Europeanen
hier in Indië van het Stiofmoederlaud spro
ken 11
Zoover is het dus nu gekomen, dat zonen
van uw eigen bloed in vollen ernst er over
denken, dat Holland zich inaar liever mocet
degradeeren tot eon der pruliigste staatjes
van d<j wereld 1
Vole Nederlanders en ook hier geborenen
steken 't tegenwoordig niet onder stoelen of
ban kendat ze het een zegen voor Indië zou
den vnuden. wanneer dé Engelscho B. V. hier
kwam èn zag èn overwon
Ik voor mij vind het vreselijk zoa iets to
moeten hoorei), al kan ik ook niet altijd da
argumenten dier hoeren weerleggen. Mijn Hol-
landsch hart bloedt bij de gedachte, dat wij,
nakomelingen van oen stoer voorgeslacht, van
ondernemende Stoute koopvaarders, door eigen
schuld zoover zouden gekomen zijn!
Nog is 't tijd, nog kan zeer veel hersteld
worden, nog lijdt de bruine man in stilte, niet
boter wetende of het hoort zoo. nog 13 En
geland zijne aderlating in Zuid-Afrika niet
tc boven, dus nog kan er krachtig begonnen
worden aan 't reuzenwerk dat wacht, nog
kan Holland do liefde van Indië winnen!
In een volgende Penkras zal ik u zeggen,
wat er inzake do inlandsche nijverheid ge
daan zou kunnen worden.
Batavir, 12 Juni 1903.
Lt. Clock ener Brousson, b.d.