UT9. 63. Tweede Blad. 2de Jaargang. Maandag 31 Augustus 1903. KOLONIËN. BINNENLAND. l=EÜI:LLETQN. Indische Penkrassen. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Pêr 8 maïtnden voor Amewféoff f ltSO. Idéfe lftfico pér 1JW. Afzonderlijke ntittméfs - 0.05. Dèfce Oóttfknt verschijnt Dagelijks, met uitzondénng van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeellngen ens., gelieve men vóór 10 uur 's morgéns bij de Uitgevers in te zenden. UitgeYerai VALKHOFF Co. Utrechtschestraat L Intercomm. Telephoonnnmmer 66, PRIJS DER AjDVERTKNTIËN f •-TB. - ©.IB. Vu M ng.Ii Elk. regel meer Groote letten nm*r plèatirnimt». Yoor handel en bedrijf bettaan roordeehge bepalingen tot het hèrhaald adverteetèn1 in dit Blad bij abonnement Eene circulaire, bevattende dé voorwaarden, wórdt op aanvraag toegezonden. OOST-1NDIÈ. De oorrespondent van. het Hbid. te Bar tavia seint Een patrouille van Rakau Pandjang nam gevangen P anger an Mangkoe. Er werd veel buit gemaakt aan wapens, munitie en goud, ook veel olifaatstanden werden gevonden; er is nog veel verstopt. Morgen heeft de aankomst hier plaats van generjaail Van Hieiuta. De plechtige uitrei king van het grootkruis van den Ned. Leeuw waarmede de generaal door Hare Majesteit begiftigd werd, zal Maandag plaats hebben op de audiëntie, die de Gouverneur-Generaal dan geeft ter gelegenheid van deu verjaar dag van H. M. de Koningin. Titels van inlanders. De Soer. Ct. meldt: v Het wordt tijd om eens een razzia te hom- den onder de titels van inlanders, en zoo doende .het kaf van het koren te kunnen onderscheiden,. De directeur van het bdn- nenlandsoh bestuur heeft, waarschijnlijk in navolging van den Duitschen Keizer en na het onderzoek naar de titels in Italië, den. regenten gelast een register aan te leggen van de inlandsohe ambtenaren en particu lieren, die aanspraak maken op een praedi- caat. Zij, die dat doen en zich raden, mas en ngalbehi noemen, moeten nu beiwijzen, dat zij er redht op helbben. Het wordt tijd, dat er eens een eind aan ijjdeltuiterij ge maakt worde, want het is bekend dat valem titels aannemen zonder de minste reden. De „JalvarBode" schrijft: Dr. Wilhelm Schmidt, te Semaran^, heeft een nobel werk ondernomen door zijn t»jd en zijn keimn bescbrkbaa.- >c stillen cm, aooals hij zegt, een eind te m ikej „aan het geknoei dier inlandsche vroedvrouwen Op welke wijze, daaromtrent is hij het nog not geheel met sriohzelwen eens, mair, zooals hij mededeelt aan „De Locomotief een begin van uitvoering heeft hiji reeds aan. zrn plan gegeven. Hij zegt o. Ik had het genoegen een paar flink-zieke Javanen te genezen en daardoor bun ver trouwen gewonnen; zijnde, riepen zij mij epni- ge malen bij1 een, moeilijke bevalling. Ge lukkig kon ik nog een paar keer van nuc zijn. Bij een der gevallen echter was het kind, half geboren, reeds overleden toen ik kwam en stierf de moeder een paar minuten na mijn komst, nog voor ik ieta doen kon. Lij nader navragen vernam ik, dat de .vrouw reeda 14 uur zoo gelegen had niet het kind half geboren. Door een eenvoudige hand greep waren moeder en kind gered geworden. Op mijn vraag waarom toch niet eerder om hulp gezonden was werd miji geantwoord „Zeker hebben wij dat gedaan en daarbij werden mij een kris met melaties versierd, pakjes bloemen en wierook getoond, als wa ren dat de hulpmiddelen, die hier redding moesten brengen. Te staan aan zoo'n sterfbed, waarbij men de positieve overtuiging heeft, dat men twee mensahen levens zou hebben kunnen redden, zoo er tijdig om hulp gevraagd was, ia ieta wat op elk voelend mensch een diepen indruk maken moet. Dit bracht mij dan ook tot het plan zoo mogelijk het mijne er toe bdj te dragen daar in eenige verandering te brengen. Een onvrijiwli'lligel reis. Do Europ. fuselier Reese maakte den; 10en Juli 1901, te PadJang, kennis met landslui, Dunt» eehe matrozen van het stoomschip EVa, en werd door hen genoodigd hun schip te ko men bezichtigen, aan welke uitnoodiging hij gehoor gaf. In de drukte van 'het gesprek aan boord werd door hem niet bemerkt, dat het schip vertrok, en in1 volle zee zdjpade, vroeg hiji den gezaghebber om teruggezonden to worden, aan we'k verzoek deze niet kon of wilde voldoen. Te Port-Saïd aangekomen, vroeg hij het zelfde aan den consul aldaar die hem zei de daarvoor n:ets te kunnen doen. Van Port-Saïd ging het over New-York naar Santos, alwaar Reese van boord weg liep en opzichter werd op een plantage. Na 5 maanden vertrok hij op eigen kosten naar Born in Duitsohland, zijn Reimath en werd daar ziek. Genezen zijnde, meldde hij zich, te Nieu- weschans in Groningen aan en werd daarop naar Indië teruggezonden. Onlangs te Pa- dang aangekomen, werd hij weder geplaatst bij het 17e bataljon infanterie. •Reese, die nogal een gunstigen indruk maakt, zal zich nu eerstdaags wegens zijn onvrijwillige reis voor een krajlgsraad te ver antwoorden hetubein. Handel in bruine slavinnen. De politie was zoo gelukkig de hand te kun nen leggen op een tweetal hadjis uit Mid- den-Java, die hier met negentien jonge vrou wen aangekomen, dezen middels met val ache papieren via Deli Singapore wilden overbren gen, waar ze dan voor goeden prijs aan han delaars in vrouwen zouden worden verkocht, om verder een treurig bestaan in een of an deren harem of publiek huis voort te slepen. Bij onderzoek bleek dat de vrouwen met allerlei fraaie woorden waren gepaaid mede naar Batavia te gaan, zonder dat zij eenig vermoeden hadden wat men met haar voor had. Bat. NblcL Staten-Generaal. Gedisti lleerd-acoijns. Bij missive d.d. 22 Augustus j.il. lieeft de Minister van. Financiën den voorzitter der Tweede Kamer medegedeeld, dat het aanhan gige wetsontwerp houdende verhooging van. den accijns op het gedistilleerd, door hem wondt in getrokken. Wettelijke bepalingen betref fende loterijen. Ingediend is een wetsontwerp houdende wette lijke bepalingen betreffende loterijen. BLykens de Memorie van Toelichting (die de onderteeke- ning draagt van, de ministers van. Justitie en Financiën), was vóór de invoering van de nieuwe strafwetgeving in 1886 het oprichten eni het hou den, van eene bij de wet, met toegelaten loterij strafbaar ingevolge artikel 410 van den Code Pénal. Bij het ontwerpen van het nieuwe Wet boek van iJGrafrecht en bij de tot ataudbrenging daarvan in 1881 werd uitdrukkelijk de bedoe ling kenbaar gemaakt om geen straf te stellen op het houden enz. van loterijen. Toen enJceile jaren later tot de invoering van het Wetboek zou worden overgegaan, Meek even wel de meening ten aanzien van strafbedreiging tegen loterijen gewijzigd te zijn en. werden de verbodsbepalingen van de wet van 1814 tegen alle vreemde of particuliere loterjjen gehand haafd, doch daar tevens de Code Pénal werd af geschaft., verviel de poenale sancae van de voor naamste verbodsbepaling der wet van 1814. Deze, liet giezag van de wet en van de hoogste macht m den Staat ondermijnende toestand mag niet worden bestendigd. Een einde is er aan te maken hetzij door tie in 1886 gehandhaafde arti kelen der wet van 1814 allsnog af te schaffen, hetzij, door daaraan de poenale sanctie, zij, het in anderen vorm weer terug te geven, hetzij door een gejheel nieuwe regeling van het onderwerp „loterijen" bij de wet tot stand te brengen. Aan het inslaan van den laatsten weg gaf de Regee ring beslist Vle voorkeur. Heb geheel vrijlaten van alslerLei loteriyen zou terecht zijn te beschouwen als eene zy het ook zijdelingschei en lijdelijke aanwakkering van overheidswege van den speelhartstocbt en de exploitatie daarvan,hiet aantal loterijen en deelnemers daarin, zou jbestendag (aangroeien. Het tweede middel kan evenmin toepassing vin den, vooral wegens de noodzakelijkheid eener grondige en algeheele herziening der wet van 1814. Rest alzoo alleen de derde weg. Bij het ontwerpen, van de in dit ontwerp aangegeven regeling heeft .de Regeering zich laten leiden door de overweging dat, terwyl niet het aanleg gen van en nog minder het deelnemen in elke loterij reeds op zich) zelf als onzedelijk mag »wor den, gebrandmerkt, de spcelhartstocht als zoo danig en nog veel meer do exploitatie daarvan, ook van overheidswege strenge veroordeeling verdienen. Daarom wordt niet onvoorwaarde lijk elke loterij, verboden en evenmin strafbe- dreigend opgetreden tegen den deelnemer in een •verboden Jotery. De ontworpen regeling keert zich alleen tegen hen die uit particulier winst bejag gelegenheid verschaffen tot deelnemen in loterijen. JNiet tegen den speler in de loterij is het ontwerp gericht, maar tegen de loterijen zelf en tegen hen die de speelzucht ten eigen bate exploi toeren. Drieerlei vleit de Regeer mg zich hiermede te bereiken: 'bescherming van, heb individu tegen bedrog en misleiding .Ddj loterijen tegen baat zuchtige, schoon niet met bedrog of misleiding gepaard gaande, .exploitatie van zijn sjpeellust tempering van dien speellusb zelf bij het indi vidu. Aibiikel 1 noemt in het algemeen de kenmer ken waardoor eene onderneming in tien zin der web u,loberijf' wordt. De deelneming moet ten doel hébben mede te dingon naar prijzen of pre. mien. In den zin der web van 181A viel onder loterij, waarvoor toestemming was vereischt, niet het houden van verlotingen, waarin de deel neming zoogenaamd' gratis wordt verstrekt, dus zoirler een zeker bedrag als inleg te vorderen, zooals door winkeliers meermalen ten behoeve hunner klanten pleegt te worden gedaan. Laatst- verafelde, meer en meer insluipende gebruiken behooren intusschen niet de tot de minst ver derfelijke- Eveneens werden door de vroegere definitie buitengesloten van het begrip „loterij"" al die ondernemingen waarbij het vaststaat dat het gefheele bedrag tot Üen inlegger zal terug- keeren, waarbij echter het ontbreken van de kans op verlies slechts' schijnbaar is en integen deel het gemis van de rente van het ingelegde bedrag gedurende evenzoovele jaren zeker. Met de aangenomen te enge opvatting van het begrip „loterij"' kan derhalve waar het te doen is om het publiek te beschermen tegen de exploi tatie van zijn speel- en winzucht, bezwaarlijk worden volstaan. Vandaar de voorgestelde definitie, waarbjj het onverschillig is op weilke wijze medegedongen wordt naar pry zen of premien, mits de toewij zing geschiede door (het lot of door eenige an dere kansbepaling waarop de deelnemers geen invloed uitoefenen. De hier voorgestelde de finitie maakt het onnxxrtiig bepaalde soorten van loteryen met name te verbieden. Doch, de nu aangenomen definitie zou weer te veel omvatten indien niet i itdrukkelijk enkele uitzonderingen werden gemaaktvoor sommige soorten van levensverzekering (mits geen vermomde lote rijen), rentegevende premieleeningen en zooda nige andere premieleeningen, welker aandeelen worden afgelost met een hooger bedrag dan bij do deelneming daarvoor werd betaald. Artikel 2 behelst een verbod van aanleggen en 'houden, en van exploitatie eener loterij. Onder „aanleg gen' is te verstaan het inrichten der loterij het „houden" is het verrichten of doen verrich ten van de trekking of het aanwijzen door an- Ueze middelen van de gewonnen prijzen of pre mies. Het „exploiteeren" bestaat in heb ver- koopen enz. van aandeden en l.et op eenige an dere wijze openstellen van de deelneming in de loterij. Volgens den aanhef van artikel 3 zal de Mi nister van Justitie de Kroon voorlichten om trent het verleenen van toestemming voor som mige niet absoluut verboden loterijen, B.l. voor soortgelijke als by de wet van 180.4 ten behoeve van „corporation" voorwaardelijk waren toege laten. Een uitzondering voor onderhandsche loterijen van slachtvee, meubilaire goederen, boeken, liefhebberijen, zijden en andere stoffen, kleederen of dergelijke óbjecten, als in de wet van 1814 voorkwam, is in het ontwerp niet op genomen. Kleine loterijen, d. z. die waarin de gezamen lijke prijzen geen grootere waarde hebben dan van 100, met uitsluiting van die van geild of geldswaardig papier, worden bjj art. 4 afhanke lijk gesteld van de toestemming van B. en W'., mits die loterijen strekken tot een liefdadig doel of tot bevordering van wetenschap, kunst of an dere algemeene belangen. Voorts geeft art. 5 gelegenheid om ook, ai levert de aard der loterij of de persoonlijkheid van den verzoeker geen termen op de toestem ming te weigeren, toch nog bijzondere waarbor- gen te stellen tegen verkeerde inrichting of ex ploitatie en tot verzekering eener strikt eexlijko trekking. Overtreding van de verbodsbepalingen of do voorwaarden waaronder vergunning is verleend, wordt strafbaar gesteldl met geldboete tot een maximum van f 1500 met de mogelijkheid van verbeurdverklaring van de aandeeien, pry- aen en gelden uit den verkoop der loten. Gaat het werkzaam zijn voor een verboden loterij gepaard met of bestaat het in opzettelijke» misleiding van het publiek, dan worden die fei ten als misdrijf beschouwdl en pestraft met ge vangenisstraf van hoogstens 1 jaar of geldboete van hoogstens f 1500. Dit ontwerp is natuurlijk niet toepasselijk op de Nederlandsche Staatsloterij, waaromtrent een afzonderlijk ontwerp reeda is ingediend, zoomede op premieleeningen, vallende onder het begrip loterij m den zin van dit ontwerp, op hét tijd stip van de in werkingtreding dezer wet reeds aangelegd. De Staatscourant van Zondag 30 en Maandag 31 Augustus 19Ö3, bevat o. m. de volgende Koninklijke Besluiten Bij Koninklijke besluiten van 27 August tus 1903 is bevorderd tot commandeur in de orde van Oranje- nassau J. R. Planten, consuil-generaal der Neder landen te New-York; zijp benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau jihr. J. de Rotvere van Breugel, oommies, met den persoonlijken titel van oonsul, bij heb Departement van Buitenlandsohe Za ken; Q. W. F. de Flines, secretaris der Neder- landsahe vereeniging van weldadigheid, te Brussel A. Salvetti, oonsul der Nederlanden te Alicante; P. van Rensen, te Rendsburg; O. Bieber, consul-generaal der Nederlan den te Port-au-Prinoe H. F. F. Bley, consul der Nederlanden te Batoem; J. D'. Leiden, viae-oonsul der Nederlanden te Keulen H. S. van Wickevoort Crommelin, consul der Nederlanden te Züridh.; B. van Grundherr von Altenthann und Weyerhaus, consul der'Nederlanden te Neu renberg; G. Mahlstedt, oonsul der Nederlanden te Oldenburg; Tot ridder in de orde van den Neder- landsohen Lceuiwi: inr. J. C. J. ridder van Rappard, vice- president van het gerechtshof te 'a Graven- hage; mr. A. Wichers Hoeth, vioe-president der arrondissesments-reebtbank te Amsterdam; mr. G. J. Ph. graaf Sbhimanelpenninck, officier van justitie bdj de arromdissements- lechtbank te Utrecht mr. A. J. Ahibema, kantonrechter te 's Hertogenbosoh mr. C. B. J. A. Wieidels, vioenpresident van de gemengde rechtbank te Mansourah (Egypte) mr. L. Hertzveld, oud-raadaheer in het gerechtshof te Arnhem -mr. G. Widherlink, oud-deken der orde van advocaten, lid van Gedeputeerde Star ten van Overijssel en redhiter-piaatavervanr ger in de arrondissemente-recht/bank te Zwolle mr. E. J. Korthals Altes, advocaat en procureur te Amsterdam; E. B. Gunning, voorzitter van het pro vinciaal kerkbestuur van Friesland, predi kant bij de Nederduitsoh Hervormde ge meente van Oo6them, Abbega en Folsgara, te Oosthom; dr. H. J. Th. Brouwer, vicaris-generaal van het aartsbisdom van Utrecht, te Utrecht; A. vau Loen, opperrabbijn bij de Neder- landsche Israëlitische gemeente te Gronin gen, sedert als zoodanig benoemd te 'sGrar rvenhage W. v oormolen, hoofdcommissaris van po litie te Rotterdam. Zijn bevorderd tot officier in de oorde van Oranje-N assau jihr. A. A. J. M. Verheijen, notaris te Groningen; A. J. P. Oort, voorzitter van het ooilege van regenten over de gevangenissen en het Rijksopvoedingsgesticht te Alsmaar. Zijn benoemd tot officier in de orde van Oranje-N assau mr. H J. A. van Heumen, notaris te Tiel A. C. Sahwartz, notaris te Amsterdam; A. A. van Meurs, voorzitter van het Pro vinciaal kerkbestuur van Noordbrabant en Limburg, predikant bij de N edierduitsdii her vormde gemeente te Breda; H.A Brouwers, kanunnik, deken en pastoor te 's Hertogenbosch. Tot ridder in de orde van Oranjo-Nassau N. Kamp, predikant bij de Nedexduitach Hervormde gemeente te Maastricht A. VVartena, predikant bij do Neder duitsoh Hervormde gemeente te Gouda; dr. W. Jeigersma, predikant bij de Neder duitsoh Hervormde gemeente te Sohoorl; J. Hessels, predikant bij de Gereformeer de gemeente te Zwolle; dx. L. H Wagenaar, predikant bij de Gereformeerde gemeente te Middelburg; J. de Vries, predikaat bij de Doopsge zinde gemeente to Haaxleih; J. A. van Beek, kanunnik, deken en pastoor der Oud-Bisschoppelijke Clerezie te Rotterdam N. van Balen, deken en pastoor te Zwolle J. P. M. Michielsen, regent van het se minarie „de Ypelaar", te Ginneken; G. W. Konings, algemeen adviseur van den Nederlandsóh Roomsdh-katholieken Volksbond, pastoor te Amsterdam; H G. van Buseck. districts-commandant, tevens inspecteur der Rijksveldwaoht te Am- sterdam F. A. P. Dietz, commissaris van politie te 's Grave ihage H. M. Kuyper, directeur der strafgevan genis to Arnhem; C. W. van der Eeou, hoofdopzichter voor de gebouwen enz. der Rijikswerkinrichtin- gen te Veenibuizen J. Strang, hoofdcommies bij het Departe ment van Justitio; zijn bevorderd tot commandeur in de orde van den Nederlandsahen Leeuw- ma-. C. J. A Heydenrijck, lid van den Raad van State; J. E. N". baron Schimmel- pe nninck van dter Oyo van Hoevelaken, voor zitter van de Eerste Kamer der Staten-Ge- «leraol; zijn benloemd; tot ridider in die ordè van den Noderlandsohen Leeuw; Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden. XXV. De Vereeniging „Oost en West" was reeds ijjverig bezig met liet organiseoren van ten toonstellingen en het houden van voordrach ten over Indische Kunstnijfver li e id, maar och de belangstelling daarvoor was o zoo mi niem Nu heeft zij een Naamloozo Vennootschap opgericht met oen maatschappelijk kapitaal vanf 20,000 af 50 per aandeel!! Maar met dat sommetje zal men m. i. moei lijk arm-Indië overeind helpen. Wo kunnen, we mogen zulks Oo6t on West niet kwalijk nemen, dat doet genoeg zijn best, maar 't is de treurige onverschil ligheid van zoo velen in den lande, die met alle kracht bestreden moet worden, eene on verschilligheid, die vooral iu onwetendheid haar oorsprong vindt. En daarom hoop ik, dab deze penkrassen juist door hen zullen gelezen worden, dia gaarne willen medewerken om onze inlan ders te helpen. En die hulp kunnen de gegpedèn in ons vaderland al dadelijfk verleenen door zich op te geven, te 's Gravenhage, Heerengracht 7a, als lid van Oost en West. Geen enkel Hol lander die f 1.50 per jaar missen kan, mag achterblijjven. Het bestuur van Oost en West verdient morced on financieel gesteund te worden door honderden en duizendenAllen, die zich te recht boos gemaakt hebben over het slot der vorige Penkras, toonen nu eens met de daad, dat het oordeel van dien Amerikaauschge- zmden mijnheer al zeer voorbarig was en als dan straks het ledental van Oost en West verhonderdvoudigd zal zijn, en als ook per sonen (mannen en vrouwen) uit alle partijien de gelederen zijn komen versterkon, dan kan en dan zal het hoofdbestuur dier zoo hoogst nuttige vereeniging zeer zeker krachtiger op treden dan ooit Een ieder denke hierover eens ernstig na Oo6t en West, dat onzo nationale eer, ons Koloniaal bezit hoog wil houden, dat Indie wil opheffen dat den armen inlander wil helpen, dat Oost en West moet gedragen wor den door alle goedgezinden in den lande. En daarom voor het te laat ia moet Indië merken, dat Nederland wakker wordt en zich betert. Wordt dus allen lid van Ooab oil West en draagt mede een steentje bij tot do welvaart van onzo Inlanders Het hoofddoel der Vereeniging „Oost ou Weöt" is Het verspre idem van populaire kennis om trent onzo Ind^ën onder gansch het volk en bet bevorderen der welvaart' in die gewesten, om zoodoende en ook door het verleenen van onderlinge hulp, ware belangstelling en liefde te kwieekeoi tussohen Nederland en Indië. Het lidmaatschap bedraagt f 1.50 tot f 5 'sjaars. Zijl, die 5 of meer contribueer en of oen gift iu ééns schenken van f 100, zijn donateur of donatrice. En nu zal ik u eens uitleggen hoe naar mijn bescheiden meening de zaak der Inland sche kunstnijverheid zou kunnen worden aangepakt. Ik heb u reeds medegedeeld, dat „Oost en "West" in Holland een Naamloaze Vennoot schap heeft opgericht. Wanneer die nu maar achter haar maat schappelijk kap'taal voorloopig twee nulletjes wilde plaatsen en ook aandcolen van f 1000 uitgeven, dan kwamen wo op den goeden weg. De Nederlandsche Staat, die immers nog oen eereschuld met Indië te vereffenen heeft, ga ran dee re de aandeelhouders gedurende 10 jaren oen liehoorlijko rente, schenke der Vennootschap bovendien ineens een som van f 500,000 voor reclame, oprichting van ver koopbuizen, magazijnen enz. Ik spreek daar van reclame, die is natuur lijk noodig, wil er een wereldhandel in het leven geroepen worden. Men geve b.v. een fraai bewerkte catalogus uit, in prachtband met honderden afbeeldin gen in kleurendruk en zende dan aan elk onzer consulaten een groot aantal exemplar ren, ter gratisvexspreiding in hotels, socië teiten, clubs, op passagiersbooten, bdj kunst handelaren enz. .i>ie catalogus moet natuurlijk in de ver schillende talen bewerkt worden. Voorts riahte men, in een der rijkste, drukst bezochte wijken van New-York en van de voornaamste steden van Europa gioote fraaie magazijnen in, waar de uit Indië geëxporteerde goederen in eene passende om geving worden uitgestald. Men doe liefst geïllustreerde artikelen schrijven in de voornaamste periodieken van de wereld en belaste intusschen de Vereeni ging „Oost on West" in Indië met de op richting van oen groot kantoor voor export te Batavia, en bijkantoren op Padang, Sa- bang, Semarang on Socrabaja. Deskundigen op dit gobied als de hoeren Jaspers, Loubèr en anderen, bereizen Indië en knoopen relaties aan. De Indische ambtenaren krijgen opdracht (van regeeringswego) om mcor dan bdizondere aandacht aan de nijverheid der Inlanders te wijden en een te heffen uitvoerrecht van 20 pot. komt der Indische schatkist ten goede. Dé goederen worden mot zeilschepen ver- voord, opdat de kosten voor vracht niet te hoog worden. De hoofdbesturen van beide voreenigingen stellen ten slotte an, 't hoofd der export en importkantoren, magazijnen enz. gesala rieerde handelslui aan. Ziehier, hoe men de zaak, zij het dan niet op Amerikaansahe wijze, dan toch op bree der en grondslag, moet aanpakken, wil hder weldra voorspoed hocrschen, iustede van chronische voediugschaarsohte. Voor ik déze Penkras nn besluit, moet ik nog even op een speciaal artikel wijzen. Wanneer de ijverige Presidente van „Oost en Weet", mevrouw Van ZurylonTromp, een paar van de toonaangevende dames te Parijs, b.v. mevrouw Sarah Bernard, kon bewegen, desnoods door oen geschenk, om als nieuwe mode in te voeren een blouse van gebatikte zijde, dan zouden de grillige en toch zoo kunstige dessins, onmiddellijk allo vrouwenharten in verrukking brengen en zia ik in gedachten reeds voor duizenden en dui- zende guldens naar Europa en Amerika geëx porteerd Nederland, wordt nu eindelijk toch eens wakker' Ik smeek het u in uw eigen belang en in dat van den inlander! Weg met den Jan-Saliegecst! Lt. GLOCKENER BR0US30N, b. d. Batavia, 13 Juni 1903.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1903 | | pagina 1