BP. 8?. tSe Jaargang. Vrijdag 25 September 1903. rSTi; BUITENLAND. FEUILLETON. ,,'t Was maar 'n fiedel SFOORT ABONNEM ENTSPRI Ja Par 8 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant versohijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiëu, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJ8 DER ADVERTENTIE Van 1—5 regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedriff bestaan voordeelige bepalingen tot hot herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circniaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan degenon die tegen 1 October a. s. op dit blad intee- kenen worden de nummers die in deze maand verschijnen, kos teloos toegozo: dan. Politiek Overzicht Frankrijk en Marokko. Het beeft er eenigszins den schijn van ge had, alsof het kanongebulder bij de beschitv ting van Zenaga. in de oase Figig al de slui merende hórdén in de woestijn in Zuidelijk Algerië heeft wakker gemaakt, zoo menig vuldig hebben zich in den laatsten tijd de overvallen van Fransche couvooien door Ma rokkaan sche roovera elkaar opgevolgd Me- moreeren wij; een van de markantste feiten. Het. is nu ongeveer drie weken geleden, dat e* i horde Berbers van 4000 man den sterk bezetten post van Taghit aanvieldrie dagen liepen de Arabieren storm op storm, niettegenstaande de twee kanonnen van het fort ontzaglijke verwoestingen in hunne rijen aanrichtten. Eerst dien 7eu dag trok ken zijl, na een verlies van c.a.. 800 dooden, af, dank zij; een hulpcolonne van 800 man in fanterie, 200 man cavallerie en oen batterij. Alles ademde op, toen men vernam dat zij afgetrokken waren, doch men denke zich de verbazing toen men vernam dat de Bedouinenhorden thans den karava- neuweg bezet hielden Luitenant-kolonel Cussac ontving bevel dien weg te zuiveren. Met ongevoer 1000 man en twee stukken go- schut rukte hij uit, doch bij; zijn aankomst waren de Bedouinen reeds weggetrokken. Luitenant-kolonel Cussac berichtte hierop, dat de weg vrij, wae en dat de proviandee- ringscolonne (900 kamee-len) ongehinderd ha ren weg naar het Zuiden kon vervolgen. On der sterke bedekking (800 man en twee be reden© compagnieën infanterie) stelde liet convooi "■zich- m* beweging, terwijl luitenant kolonel Cussac met zijn troepen aftwijgjde om den Arabieren den terugtocht af te snijden. Zes dagen lang zette het oonvooi zijn weg ongehinderd voort, toen in de nabijheid van M.ograr de commandant Duebemin onver wacht het bericht ontving, dat de aohtertioe- die door Arabieren aangevallen was en een sterke afdeeling in de flank aanrukte. On middellijk zond hij cavallerie en eene com pagnie beredene infanterie Déze doorkruis ten onder bevel van kapitein Morgès de woestijn in alle richtingen, terwijl inmiddels de hoofd troep haai* weg vervolgde. Dienten gevolge bevond zich de afdeeling (300 man) gescheiden van het gros, met een tusschen- ruimte van c.a. 100 KM., toen zij onver wacht van alle kanten Bedouinen zagen op dagen. Ingesloten door zandheuvels, zag de commandant van de afdeeling geen anderen uitweg dan tot den aanval over te gaan, zoo mogelijk om of de buitgemaakte waren te heroveren, óf zich een weg door de dichte rijen der Bedouinen te banen. Terwijl een talrijke schaar den heuvelketen bezet hield, beproefde een ruiterafdeeling dood en ver derf in de ingieslotene troepen te brengen. Met vertwijfeling weerden do Fransehen zich, doch hunne tegenstanders waren te talrijk. Voortdurend doken aan dén horizont nieuwe ruiters op, steeds woedender werd de aanval. Reeds had men van Fransche zijde bijina alle munitie verbruikt, waren de kapitein en twee officieren gesneuveld, bedekten 54 man schappen de zandheuvels en hadden zij 36 uren den aanval dobrstaan, toen de Arabieren, hoewel aan de wannende hand. met 80 ge weren, een groot deel der goederen en do kameel en in hun macht de plaats verlieten. Waarom zij hun buit zoo lichtzinnig in den steek lieten, weet men nog niet, doch een feit. is, dat men nog iederon dag op eon of ander levensteek en van den luitenant-kolo nel wacht, die wellicht in een of ander dal met zijme troepen door Bedouinen omsingeld! is, en men zich angstig afvraagt, waar de rest van de proviandeeringskolonne is gebleven Men kan uit bovenstaand relaas, alsmede uit nog eenige overvallen, die hebben plaats gevonden, men denkei bv. aan die van BI Moougfar, gevoegelijk afleiden, dat die Fran sche kolonisten en handelslieden do toekomst niet, bezorgdheid tegemoet zien velen hebben dan ook reeds de streek verlaten, daar do troepen blijkbaar niet in staat zijn de veilig heid te handhaven. Zelfs op Beni Unif ver wacht men iedetren dag een aanval, liet is dus oen dure plicht vau de- Fransohe regee ring, aan dien onhoudbaren toestand een einde te maken. Dfe vraag is nu, hoe ziji dat denkt te doen, doch daarin schuilt voor haar juist de groote moeielijkheid. De quaestie toch bepaalt zich niet tot Al gerië alleen. Zij houdt ten nauwste verband met den tegeniwoordigen toestand in Marok ko, waarop de aanhef van dit overzicht reeds wees. Daar komen de horden vandaan, daar schuilt bijgevolg do wortel van het kwaad en daar dient dus de Fransche regee ring op heen te sturen Dit blijkt ook uit het commentaar van den voormaligcn mi nister van Buitenlandsohe Zaken Hauotamx, die, de vroegere voorvallen in het Zuid westen) van Algiers besprekende, zegt De overval bij El Moengar laat geen twij fel meer bestaan, dat de beschieting van Zenagar in de oase Figig geen werking uit geoefend heeft. Men moet dus nogmaals be ginnen, zoowel in diplomatiek als in mili tair opzioht. Gaan wij nog eenmaal de feiten na. Volgens de geloofwaardige verslagen be 3tond de harka (rooverbende) vau Becihar, die het bataljon van het vreemden-legioen overviel, uit minstens 3000 man. Wien zal men nu willen doen gelooven, dat een troep van 3000 man in het verschrikkelijkste land van do wereld, in haar onderhoud kan voor zien, in een streek, die slechts een graniet woestijn is, zonder dat,zij haar noodzakelijke behoeften aan levensmiddelen, wapens, geld en zelfs mansahappeu van elders betrekken? Van waar zijn deze 3000 man gekomen Wie zijn zij? Wat doen zij? Wat willen zij? Dat het Berbers zijn, is gemakkelijk ge zegd. Ieder, die de streek kent, schijnt het totaal ongelooflijk toe, dat het onbewoon bare gebergte tusscheu A in-Sefra en de Figig- stammen. die 3000 a 4000 krijgers kunnen leveren, tob hun verblijfplaats zou kunnen die ten. Dan merkt, H anot.au verder op Men kan er zeker van zijn, dat achter de zaak iets anders steekt. Zij is bepaald wel voor bereid en uitgesponnen. In de zaak ligt me thode. Wij hebben in een wespennest, gegre pen en natuurlijk steken de wespen ons. D'at zal zoo.lang het geval zijn, tot wij de oogen openen, tot wij eindelijk het systeem van kleine expedities opgeven, tot wij er eindelijk toe overgaan, in den een, of anderen zin energiek te handelen. De in haar gevol gen nood lot, tigste politiek is de struisvogel politiek, en d'at is diegene die wij in Z.-Alge- rië toepassen. Eu dan spreekt men nog van onzen invloed in de Sahara Do- heel© wereld is van meening, dat wij snel, zeer doortas tend moeten handelen. De toestand is niet voor paradebetoogingeu geschikt Men ziet., de heer Hauotauet laat t.usschen de regels van zijn commentaar duidelijk ge noeg doorvloeien, dat de Berbers, waarvan in de Fransche berichten omtrent de over vallen in Zuidelijk Algerië sprake is, niets anders zijn dan Marokkaansch© roovers. Ook blijkt- er uit, dat de geschiedenis van de overvallen met opeet zoo gepasseerd i om misschien de Framsehe regeering eene wel kome gelegenheid te verschaffen, zich in den verwarden boel vau Marokko te kunnen men gen? Dultschland. In de geruchtmakende zaak van den vaandrig 11 9 s n e r is thans het eindvonnis gewezen. Men kan zich herinneren, schrijft de Rhei- nisch Westf. Ztg., dat Hüssener ,vaandrig- ter-zee, op den avond voor Pasohen den een jarigen soldaat Hartmann to Essen, die be nch c-n ken was en niet goedschiks mee/wilde, in een opwelling van toorn met zijn ponjaard dood heeft gestoken. Hartmann stond goed bekend1, Hüssener daarentegen als een opvlie gende en onbekookte driftkop, die boven dien erg prat was op zijn vaandrigpakje. Het misdrijf wekte in heel de Rijnstreeken ook verder in Duitschland, ontzaglijke veront waardiging. Toen Hüssener uit Essen naar Kiel werd vervoerd, moest men zelfs buiten gewone maatregelen nemen, om hem teigien de woede van liet, volk te beschermen. Reeds den 24. April kwam het gebeurdè in den Rijksdag ter sprake, en staatssecreta ris Von Tirpitz gaf als zijne meening te kennen dat Hüssener in allen gevalle tegen de bepalingen gehandeld had. Hij las tege lijkertijd getuigschriften voor van officie ren, die. hem opgeleid hadden, welke stuk ken vernietigend voor liet- karakter van den beschuldigde waren. Ofschoon de zaak nog niet behandeld was, was Hüssener reeds ver oordeeld. Den 26steu Mei diende het prooes voor de eerste maal voor den marine-krijgsraad te Kiel. Tegen Hüssener werd geëischt 6 jaar tuchthuisstraf en uitstooting uit het leger. De krijgsraad veroordeelde hem echter maar tot 4 jaar gevangenisstraf en degra datie, d'?.ar de rechters aannamen dat de be schuldigde in de meening verkeerd had, dat hij recht, had gehad, om van zij» wapen g&- bruik te maken. Hoewel de openbare mee ning liet vonnis te zacht vond, was zij iu zoover voldaa.ii dat Hüssener voor zijm euvel daad een onteerende straf kreeg, zijn offi ciers-loopbaan afgebroken werd en bij tot ge woon matroos word gedegradeerd Eene algemeen© verontwaardiging maakte zich ouder liet Duitsche volk merkbaar, toen do beschuldigde, die iu hooger beroep was gekomen, den 6deu Juli door het Ober- kriegsg&rieht te Kiel, niettegenstaande ander maal 6 jaren tuchthuisstraf tegen hem ge- eischt» was, veroordeeld werd tot 2 jatren v o s t. i n g s t r a f, „wegens mishandeling! van een ondergeschikte, met doodelijken af loop". Biji dit proces woei de wind uit een heel anderen hoek dan bij het eerste. De in structie werd als onvoldoende gekenschetst, en er worden gunstiger verklaringen gedaan over hef. karakter van den beklaagde. Boven dien nam het Oberk riegsgericht, aan, dat llartmann zich tegen Hüssener gekeerd en hem geslagen had, zoodat Hüasencr zijn wa pen tot verweer had getrokken. De veront waardiging over dit vonnis bedaarde pas, toen bekend werd dat het O. M. hooger be roep had aangeteekend bij het rij.ks-militair- gï rechtshof. Dit bof hief het vonnis op en verwees de zaak opnieuw naar de vorigo in stantie. Dientengevolge kwam Woensdag uo zaak andermaal voor hot Oberkriegsgericht te Kiel voor. Dit bleek intusschen niet bekeerd te zijn. Hüssener werd opnieuw veroordeeld tot 2 jaren vestingstraf, mot aftrek van 2 maanden voorloopige hechtenis. De geil eel o beweging togen liet vonnis is om niet geweest. Genoemd blad schrijft over de uitspraak „Het is diep te betreuren, dat het rechtsge voel van het volk, niet alleen ouder de groot© massa, maai" van het geheele volk niet in begrip van de ontwikkelde burgerij zoo scherp staat tegenover dat van militaire kringen, E-«mizeer is het te betreuren, dat de mili taire voorschiften een dergelijk vonnis mo gelijk maken De overtuiging en opvatting van dq rech ters vloeien voort, uit meenlingen, die onder de officieren beerschen, eu uit het recht om van het. wapen gebruik te maken. Deze op vattingen zij» niet in d n geest van onzen tijd en dienen zoo spoedig mogelijk grondig h- rzien te worden." Frankrijk, Volgens een bericht van de Patrie uit Marseille besloot de Fransche regeering ten gevolge van de gebeurtenissen in Macedonië 4UU0 man naar Kreta te zenden met materi aal voor den campagne van 6 maanden een escader der vloot is gereed om naar de Le vant onder zeil te gaan. Het internationale vredes-eougres te Rouaan nam met, algemeene stemmen een motie aan, waarin een beroep wordt gedaan op de beschaafde natiën, in het. bijzonder de oaiderteekenaara van het verdrag van Bcr- lijtn, om zonder uitstel eè» einde te maken aan de moorden in Macedonië. De leden van het congres zullen allo pogingen aanwenden, opdat deze oproeping door de regoeriug wor de gehoord. Het Congres sprak de weuschelijkheid uit, dat alle parlementen op hetzelfde tijdstip de kwestie der ontwapening zouden bespro ken. Engeland. De vorming van het kabinet wordt nog steeds vertraagd. Volgens do Daily Telegraph is het niet- waarschijnlijk dat M i i- n e r de leiding van het ministerie van kolo niën op zich zal nemen, daar hij zes jaren lang zonder werkelijk verlof in Zuid-Af rik a drukke werkzaamheden heeft verrichtbijge volg komt thans Lord Selbourne als ver moedelijke opvolger van Chamberlain iu aan merking. De geruchten, dat- Kitchener uit Tn- dië zou geroepen worden oin minister van oorlog te worden, worden door do Daily Te legraph weerlegd niet de opmerkingen, dat een bijzondere parlementsbesluit noodig zou .jn, om den opper-be vel hebber in Indiö uit <jn ambt terug te roepen en voorts dat een Engelsche minister van oorlog niet officier kan zijn, doch een politicus moet zijn, die de eigenschappen van een goed „business man" heeft. Een dusdanig persoon wordt ge zocht. Verschillende bladen beweren in staat te 2ijn te kunnen mededeclen, welke invoer- rechten, het zij», die Chamberlain ia zijn binnenkort, op touw to zette»; veld tocht tegen deu vrijhandel, voornemens is aan het volk in overweging te geven. De St. James Gazette verzekert, dat. graan en v le each uit vreemde landen belast zulle» worde» en wel het graan uiot twee shillingen de quarter, en vleesoh alsmede melkproduc ten met een invoerrecht wan. vijf pet. van dé waarde. Hailffabrica/ten zullen eveneens een recht va» vijf procent, gohee-1 gefabri ceerde goederen daarentegen een recht van 10 procent te betalen hebben. Deze opgaven van de St. Jamies Gazette stemmen met die vau de Daily Chronicle overeen, edoch met dio uitzoiaderiug, dat volgens de informaties wan laatstgenoemd blad het recht op graan niet 2, doch vier shillingen zal bedrage». Oostenrijk-Hongarije, Een Woensdagmorgen verschenen extra nummer va.ti het Staatsblad pu blicoord© de lang verwachte verklaring aangaande de leger order, in den vorm van een eigenhandig schrijven aan graaf Khue n, die daarbij ook tegelijk weer tot minister-president, be noemd werd. Het schrijven bevatte slechts m een bemnnelijken vorm en met een beroep op do desbetreffende wetten hetzelfde al» de legerorder. De zitting van de Hongaarsche hamer van afgevaardigden, gisteren was zeer storm achtig. De afgevaardigde Olay deelde mede, dat hij een interpellatie zal indienen over de houding door den minister-president aan genomen in de omkoopingsaaak van graaf Szapary. Kossuth stelde voor een adres te richten aan deu Koning, om te protesteeren tegen de legerorder en tegen de wijze waarop in den keizerlijken brief de toestand geschetst wordt. Graaf Khuen liedervary stond op om te antwoorden, doch het oorverdoovend lawaai verhiuderde hem eenige woorden te spreken. Franz Rigo, een der opposanten, sdhreeuw de „Zeg maar niets!" Een onbeschrijfelijk rumoer ontstond daarop, zoodat de zitting geschorst moest worden. Na de heropening vroeg de voorzitter van den ministerraad toepassing van het orde- reglement op Franz Rigo. Daarop herhaald© hiiji de verklaringen gisteren afgelegd. Barabafi viel 1 ..i in de rede. luid schreeu wende „Wij hebben geen vertrouwen meer in den Koning!" Dadelijk stonden alle leden der rechttT7.ijde op. Zij schreeuwden Baraibas toe: „Ellendeling!" „Verrader! Er uit, er uit!" Zelfs de oppositie viol hem aam. De presi dent riep Baraibas tot. de orde. De zitting werd geschorst. De zitting der Kamer is verdaagd tot het nieuwe kabinet zal zijn opgetreden. Turkije. In een te Petersburg verschenen regeerings-communisué wordt uiteengezet, dat de aanvankelijk met succes bekroon de doorvoering van hervormingen in de drie Turksch© provinciën, door het Macedonische comité iu do war gestuurd werd. Deze comi- té's hadden het eigenbaat-zuchtige voornemen de administratieve orde in Macedonië in een Bulgaarsch Macedonië te herscheppen, daarbij inbreuk makende op de voorrechten vau andere Christelijke volkeren. Niettegen- Vrij naor hei Hooy-Dmich 27 nooit J. L. VAN DER MOER. Andermaal stak hij de handen afwerend ,vóór zich uit. Zij stotid1 immers nog niet vóór hemdus kon hij nog uitroepen, dat hij ook. voor dit meisje niet te spreken was, ja* zelfs nooit, meer voor haar te pie ken zou zij»? Het was nu nog tijd haar te doen weten, dat zij niet meer behoefde te komen, omdat hij haar beeld niet weusdhte te schilderen, omdat hij vast besloten, had dat doek nimmer af te makenIiij kou haar toeb wel kenbaar maken, dat hetgeen hij; op dien bewuste» avond op het hofje in de Aokerstrasee gezegd had, slechts holle phrasen waren geweest, do gevolgen van een gril Hij had haar immiers nog niet weer gezien? Maar plotseling word de tegen zijn harts tocht. strijdende man door een onbeschrijf lijk waanzinnig verlangen ibelheesrsdlitt. Een wilde, begeerte doorstroomd;© zijn gaurk© we zen en sleepte elke kalme gedachte, alle l>e- zinning, in haar vaart mede*, evenals de on stuimige bergstroom, na lievige stortregens overtollig gevoed, bruisend dalwaarts vliedt en alles wat- hij op zijn weg ontmoet met don» geweld omverwerpt en met zich mede- voert. O, haar weerzien! Haar nog slechts één enke'e maal weerzienWat bekommer ik er mij firn, zoo dacht hij, wat er naderhand ge schiedt? Wat maal ik er om of later bergen van ellende, op mijtn ziel zich zullen neer storten? Wat hindert 't mijl, al zonde heele wereld dan oo-k te niet gaan?! Hij ontstelde to*en, Beppo even kuchte. „Laat ze binnen!'' Het was geen bevel, doch veeleer ee» wil de. uitdagende kreet,op een toon, bevend van hartstocht en ongeduld. Beppo verdween Het juichte in Heim'berg's ziel als een woest triuanfgeschal. Alles in hem verlangde naar haar. De bewust© geheimzinnige macht. scheen hem met geweld te willen dwingen de armen uit te strekken naar de deur, waardoor Paula Bergius moest binnentreden, om baai" bekoorlijk lichaam aan zijn bomt te drukken en haar tegelijkertijd toe te roepen„Gij zijt de mijne door de eeuwige .Natuur voor mij gc-schapen Mij behoort uw schoonheid, mij beliooit uw* ziel. welke zich weerspiegelt m .uw betooverendo oogen.' Alles wat gij bezit, alles wat gij zijt, alk--, alles moet. mij toebehooren En toen enkele oogenlblikken later zijn oog in werkelijkheid op haar gevestigd was toen zij vóór hem/ stond/ in* haar triumfee- rende. maagdelijke schoonheid ei» haar blik met do uitdrukking eener alles vergetende liefde en vol hartstochtelijke verrukking op zijn aangezicht rustte, waardoor hem on bewust en als ©en gevolg voor kinderlijke oprechtheid het. groote geheian van deoe meisjesziel geopenbaard werd. toen kon de beroemde en door ieder gevleide kunstenaar, de man va» de wereld, de aanstaande eener gravin, geen enkel woord vinden om haar te begroeten Zwijgend stak hij haar de hand toe. Zij legde de lrarc er in, hij voelide dat zij beefde. „Thans bezoeken do aaxdsche stervelingen de godenProfessor, u hebt gezegd dat u mijn bind wenscht to «oh i ld ore n, hier breng ik u mijn kind.!" Raimund haalde diep adem. Even als op dien bewuste» avond op het hofje in de Aokerstrasee, had de stem van den ouden Bergius hem weer tot bezinning gebracht. Haastig deed hij een schrede .achterwaarts en met gewold dwong hij zich zijn gedachten te bcheersohen. Hij gevoelde dat lui nood zakelijk iets zeggen moest, hoe onbeduidend dit da ui ook mocht wezen. „Wilt u mij, dus werkelijk toestaan uw portret, te schilderen, juffrouw Bergius?" Zij glimladhte. innig geluitm'g, zooaT« do jeugd lacht, wanneer zij vau hel paradijs droomt. „Toestaan? O. maar professor, kunt u dit nog vragen?" Hij ging naar den ezel, waarop haar pas begonnen en uil het. hoofd geschilderd por tret stond. Als door ecu magnetisatie kracht aangetrokken, volgde zij hem. Eon uitroep van verwondering en van verrukking kwam over haar lippen. „Dat ben ik'" fluisterde zij, „o ja,, dat ben ik'" En in de borst van den man, die naast 'haar stond, riep een stem: „Ja! Jij bent 'tJij, met do oogen van 'n jong meisje, die zoo 'heilig en zoo rein zijn als van een kind, en. die mij toch zoo duidelijk zeggen, welk een grenzen looze liefde voor mij heersciht in 't hart. der vrouw „Ja. ja, uiomand anders dan jij En de hymne van de hartstocht weer klonk in zijn binnenste, maar hij) bedwong zich. en zoide, .schijnbaar kalm „U ziet wed. dat ik u nog niet vergeten had!" „Niet vergeten!" herhaalde zij fluisterend, blijkbaar geheel onwillekeurig. „Neen. niet vergeten." sprak hij. ©veneens op zachte» toon, en zijn diepe, weeke stem beefde van moeilijk te bedwingen aandoening. Hi ji wees Paula era stoel n z< I le zich voor zij» dbek neer. De oude Bergius was hen niet gevolgd. Hiji stond aan de ander© zijde der zaal mei den rug naar hen tor, en beschouwde vol bewond ring ecu dor vele meesterstukken, waaraan dit vort rek zoo rijk was. Alles wat hein* omringde, scluen hij te' lwbbcui vergeten. Raimund H. Lm/berg had pens© 1 en* palet genomen, doch hij. liet. de Ivanden werkeloos op de knieën rusten. Ho© zou hij ook kunnen werken, ten-wijl zijjn vingers zoo beefden? Was liet da» ongelijk de oogen op het levenloos» liumen te late n rusten, terwijl zij niets liever verlangden dan voortdurend en onafgebroken in d© har© te blikken In die bchoone kijkers, welke leven en liefde adem den, stralend va», glanzig licht, waarvan, hij zich niet. genoeg kon verzadigen Het was immers ondoenl ik thans t© schilderen, nu de meest geweldige hartstocht, we.<LC hij nog ooit. had; ondervonden, hem geheel over meesterd. had? Hij deed een paar streken met- het penseel en liet, dan de hand weer zinken. Noen! Hij was metisch en geem godheid', hij kon niet' Hij, stond op en legde het penseel weg. Ook zij verhief zich van haar zitplaats, als in eon droom', en v.ii plaatste zich naast hem. „Ik kan niet. werkenvafulaag niet!' fluisterde Raimund. Hiy keek haar aan eb hij hoorde haar 7.achte. snelle ademhaling hij zag hoe zij hem., beurtelings verschrikt en angstig en dan weer met. ©en uitdrukking van zalige vreugde in do oogen. aanblikte. Nog één seconde worstelde hij mol boven- menschelijlke inspanning, maar toen overwon 8© i macht, der momenteel e gewaarwordingen. En deze. ontnam hei» het denkvermogen;, verdreef elke kalme overweging, en deed allo herinneringenaan het v rieden, iedere ge dacht© aan d© toekomst, ja zei fa aa n hot on middellijk tegenwoordige verdwijnen, voor zoover althans dit alles geen betrekking had op Pa,ula Bergius. Iïi: vergat de wereld, hot leven. Lui één woord allee! „Paula1" fluisterde bij. terwijl hij haar hand in de zijne nam. Iiij was zich niet moer bewust, van hetgeew hij sprak of deed. Slechts dit ééno beeld stond hen» duidelijk voor don geeyt. <»mdai hij het zioh zóó gaarne wensoli- te Een eenzaam ei land, midden in den on metelijk©» Oceaan on op dit eenzame eiland, iu dit paradijs, ee» ma» en. een vrouw. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1903 | | pagina 1