Zaterdag 28 November 1903. BINNENLAND. Uit den omtrek. W°. 150- Tweede Itliid. 2'"' Jaargang:. AMERSFOORTSCK DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.25. Idem franco per post. - 1.7.5. Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers» VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonntimmer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN f 0.7B. - 0.15. Van 1—regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kameroverzicht Tweede Kamer. Vergadering van Vrijdag 27 November. Aangenomen worden de navolgende wets ontwerpen Naturalisatie vanN. D. J. Vos, kapitein van een stoomschip te Dordrecht; L. Cookx, stalhouder te RotterdamA. E. Verbist, schaap handelaar to Clinge; H. C. Euwens, landbouwer te Kekerdom (Ubbergen); H. J. Schaub, aannemer en timmerman te Zaan dam J. H. Fendel, schipper te Rotterdam M. G. Brühl, vleeschhouwer te Haarlem G. J. Grünning, stukadoor te Amsterdam U. J. Hjeerma van Voss, zonder beroep', te RotterdamJ. Bcssesen, tweede stuurman aan boord van een stoomschip, te Batavia; G. Ström, eerste-luitenant bij het Oost-Indi sche leger, te Kampen, en C. A. B. Rohde, chef der firma Peek en Cloppenburg, te Haarlem Wijziging der begrooting van Binnenland- sche Zaken voor 1902 (verhoogingen en ver minderingen) Verhooging van de begrooting der Alge- meene Landsdrukkerij, voor 1902; Bekrachtiging van provinciale heffingen in Zuid-Hqlland Bekrachtiging van provinciale belastin gen; Regeling van de ontvangsten en uitgaven van het Pensioenfonds voor weduwen en weezan van burgerlijke ambtenaren voor 1904; Wijziging der Waterstaatsbegrooting voor 1902 (Stormschade aan den Hoek van Hol land enz.); Verhooging en aanvulling der Water staatsbegrooting voor 1903 (Opening Nieu we Maasmond). Indische begrooting 1904. De beraadslaging wordt voortgezet, en wiel over de ondcrafdeelingen 108 en 109 (Gen ie wei-ken) met de daarop voorgestelde amendementen, van den heer Van der Zwaag, strekkende om onderafd. 108 te verminde ren met f 40.000, en onderafd. 109 met f 372.000, nnet de bedoeling om geen gelden van het rentelooze voorschot dat Nederland aan Indië wil geven voor militaire doelein den te gebruiken. De heer Van der Zwaag, die amen dementen toelichtende, betoogt dat de voor gestelde militaire uitgaven niet urgent zijn, omdat alle mogendheden het te druk hebben om aan onze koloniën te denken. Ook ia het niet gemotiveerd gelden die gegeven zullen worden tot verbetering van dien economi sche n toestand van Indië, voor uitgaven van militairen aard te gebruiken. De Minister van Koloniën zegt, dat de militaire uitgaven die voorgesteld worden, alleen strekken om de werken te voltooien, die volgens de beslissing der Ka mer verleden jaar begonnen zijn. Kan men die werken nu onvoltooid, onbewapend en zonder munitie laten? De minister ontraadt dan ook de aanneming van het amende ment. De quaestie of daarvoor gelden mogen gebruikt worden van het renteloos voor schot, komt eerst te pas bij Hoofdstuk I (Middelen). De heer F o o k zal, nu eenmaal verleden jaar besloten is tot aanleg van de militaire werken, tegen het amendement stemmen. De heer van der Zwaag vraagt wat er gebeuren, aal wanneer het renteloos voor schot nu eens niet wortd toegestaan. De Minister antwoordt, dat de uitga ven, hier voorgesteld op de gewone begroo ting, zullen worden gebracht en dan ten lasto van den inlander zullen komen. De beraadslaging wordt gesloten, de amen dementen in stemming gebracht en ver worpen met 68 tegen 10 stemmen, waarop het amendement op art. 109 wordt inge trokken. Bij onder-afdeeling 113 (Bijzonde re inrichtingen) dringt de keer Schaper aan op het geven van ambachtsonderwijs aan de pupillenschool te Gom bong "eay op het vrijlaten van de jongens om een vak te kiezen. Niet allen hebben pleizaer om mili tair te worden. Do Minister zegt, dat de groote meer derheid der kinderen te Gombong kinderen van militairen zijn. Wanneer de kinderen op verzoek der ouders ontslageiu wordien, moeten de opieidingskosten terugbetaald wordeu, maar daar wordt niet streng did hand aan gehouden. Overwogen wordt of, zonder to groote geldelijke offers, liet am- bachts-onderwijs weer ingevoerd kan worden te Gombong. Bij de VlIIe afdeeling (departement van marine!. Dia heer Cremer constateert dat bij de ze begrooting niet anders gehoord werd dan aandrang tot de Regeering om meer uitga ven te doen. Intusschen het parlement is er om nauwkeurig toe te zien dat geen on- noodige uitgaven worden gedaan en op zui nigheid aan te dringen in het belang dier bel ast ing-betale ndenOp gevaar af om van inconcequentie beschuldigd te worden, wil' Spr. ditmaal op bezuiniging aandringen. Wanneer Spr. de ko6ten voor do marine nagaat, dan ziet hij sedert 1896 eene stij ging van 7 ton en gaat men op dezelfde wijze door dan vreest hij dat het daarbij niet blij ven zal. Rekent men de kosten van aan bouw mee, dan stijgt het verschil nog meer en komt men tot 17 ton. Daarom dringt spr. op bezuiniging aan waar dat kan en be zuinigt kan z. i. worden op de Indische mili taire marine. Voor transport van militairen kan gebruik gemaakt worden van de Gouverne- ments-marine en de Paketvaart. Gaarne zou spr. gespecificeerd zien de kosten voor de militaire- en gouvemements-marme, dan kon men beter overzien waar bezuinigd kan worden. Spr. betreurt het dat naast bezuini ging dadelijk weer nieuwe uitgaven voor In dië in uitzicht worden gesteld voor de defen sie. Zuinigheid meent hij ten sterkste te) mogen aanbevelen en hij dringt er op aan geen lasten op Indië te leggen, die Neder land behoort te dragen. Spr. verzoekt èn den minister van koloniën, èn dien van ma rine het marine-vraagstuk ernstig in over weging te nemen. De 'heer P iji n a c k e r H o r d ij k dringt aan op afschaffing der hermeting van sche pen in Indië van schepen, die reeds in Ne derland gemeten zijn. De heer v erhey wil de mogelijkheid van afschaffing of inkrimping van de Indische militaire marine doen onderzoeken door een commissie van deskundigen. Spr. dankt den minister voor de mededeeling der plannen omtrent den bouw van een eenvoudige ka zerne te Lawang. Voorts dringt- hij aan op verpleging in een hoogero klasse in de hos pitalen van stuurlieden en machinisten en op oprichting van een zeevaartschool. Met waardeering maakt hij melding van dekust- verlichting in Indië, die men echter niet te goed kan maken en de gelden daarvoor be steed werpen ruimschoots rente af. De Minister van Koloniën be treurt het niet scherper te hebben doen uit komen in de stukken, dat vermindering van de Indische militaire marine in uitzicht is bij de verbeterde middelen van communi catie-middelen. Op dit oogenblik kan men nog niet tot inkrimping overgaan, van de werkelijk dienstdoende schepen. Dë minister zal deze zaak nog in ernstige studie nemen. Wanneer de Indische militaire marine wordt ingekrompen, wordt overwogen de overblijt- vende schepen niet geheel waardeloos te doen zijn. De rechtmatigheid der grieven in zake de verpleging in hospitalen, zal de mi nister doen nagaan. Met het Woord „een voudig" ten aanzien van den kazernebouw te Lawang werd bedoeld eenvoud als ken merk van het ware. De Minister van Marine (d© heer Ellis) zegt, dat de practijk in Indië geleerd heeft, dat kleine schepen niet zijm te ontbe ren. Zij doen dienst als éclaireurs in oorlogs tijdHet ligt geenszins in de bedoeling om Indie meer schepen te geven dan in vredes tijd noodig zijn. Bij onder afdeeling 138 (gouvernements marine, verlichting enz.) dringt de heer H v.- brecht aan op het aanbrengen van een goede kustverlichting op Diamantpuut. Spr. verzocht, dat het licht zoo spoedig mogelijk worde aangebracht en ontstoken na vooraf gaand onderzoek of een licht van de 4e orde voldoende is. Verder dringt hij aan op een eenvoudig licht op Poeloe Weh. De Minister van Koloniën zegt, dat de Indische rogeering ten volle de waar de beseft van een goed licht op Diamant- punt. Op de lichtsterkte zal d© aandacht worden gevestigd. Zoo noodig zal op Poeloe- Weh een l;cht worden aangebracht. Hoofdstuk H (uitgaven in Indië) wordt, op verlangen van den heer Van der Zwaag, in stemming gebracht en aangenomen met 74 tegen 7 stemmen. Aan de orde is Hoofdstuk I (uitgaven in Nederland). Over onder-afdeeling 9 (rente Indische leeningen), wordt op verlangen van den heer "Van Kol gestemd. De post Wordt aangenomen met 73 tegen 7 stemmen. Bij de onder-afdeeling 14 (pensioenen), dringt de heer Schaper er op aan, het pensioen aan de gegageerden zelf uit te be talen en niet aan kostbazen of andere per sonen bij wie zij in het krijt staan. De Minister antwoordt, dat geschiedt wat in billijkheid mogelijk is. Vroeger was het voldoende, dat de gegageerde eenmaal zijn gagements-acte vertoonde, waarvan een gevolg Was dat deze verpand werd en dupli caten werden aangevraagd. Daarin is verle den jaar verandering gebracht en nu moet de acte telkens worden medegebracht om een attestatie de vita. Is d© gegageerdc in handen van een woekeraar gevallen, dan wordt een onderzoek door het Dep. van Kol. onderzocht en blijkt liet juist, dan wordt de acte door eene verklaring vervangen. Bij de IVe afdeeling (burgerlijke en open bare werken) klaagt de heer De Klerk over het gemis van bepalingen omtrent ma ximum arbeidstijd en minimum-loon in de bestekken van 'het Departement van Kolo niën. De heer Passtoors sluit zich wat dc quacstie van maximum arbeid en minimum loon aan bij hetgeen de heer De Klerk diaar- ottnltremib ge&qgid heeft, diodh wiii nog ©enige bijzondedhjerien aanvoeren. Spr. klaagt er ever dlat aan dë Plebterij* te 'sGravenhage 31 uren acbtereeai, zonder loons verb oogixig gewenkt werd aan bruggen, bestemd voor bet departement van Koloniën. Bij. verscihiil- lenclë aanbestedingen wondt wel gelet op ar- bedds- en rusttijden, maar bij, bestekken voor liet departement van Koloniën niet. Con trole op de arbeidstijden is zeer goed ta honden daar miidldeil van die Loonstaten. Bij de fii'mia Enitlhiolven te 's Graiveiniliage wordt voed stuik werk gemaakt, waarbij veel wordt afgekeurd; zoodlat de werklieden soms met enkele guldens in .de week naar huis gaan. Daarom dringt Spr. aan op het maiken van bepalingen in de bestekken bij aanbesteding van Rijkswege in het bedaing van de arbei ders. Dlat zal gunstig werken voor d.en werk man en voor dë industrie. En wanneer cle minister zich beroept op dë concurrentie, dan zegt Spreker, men mag niet conourree- ren ten koste van hot loon van den arbeider. De hieer H els dl i mg en bespreekt dezelf de quaealtiiei en eveneens de f abri eik van. dë firma. Eimfahiotvem. De minister van Koloniën heeft blijkbaar inlichtingen ingewonnen bij de fabrikanten en hun mededleelingem in de Menu v. Antw. gescdireven, maar Spr. heeft inlichtingen in gewonnen bij de arbeiders. Het is waar, hii heeft loonstaten gezien bij de firma. Ent- hoven, waaruit bleek, dat er inderdaad ar beiders zijn, doe 27 centen per uur verdienen, maar dat zijn er slechte enkelen, dë meeaten blijven er verre onder. Bovendien wordt dooT zeer velen o.p stuik gewerkt en die gaarn soms, gëlijik dë hiecr Passtoors opmerkte, met enkele guldens per week naar huis. Dat de minst bekwame em meest trage werkman toch bij; genoemde firma nog 22 cents per uur ver dient, is onjuist. "VVat de naohtairbead be treft, die is wel in het voordeel van deen patroon, maai* niet in dat van dëu werkman, want er wordt geen cent meer betaald voor nachtarbeid Oök Spr. wijst op het afkeu ren van gietwerk, tengevolge van sleohit. materiaal, dat. verstrekt wordt. Over het macht werk glijdt de minister naar Spr.'s oardedl wel wat licht heen. Als hij zelf eens 11 maal nachtarbeid moe6t verrichten in een fabriek, zou hij er zoo gemakkelijk niet aver praten. Spr. meent dat te Late be stellingen. ook voela.l oorzaak zijn van ge vorderden nachtarbeid. In het algemeen dringt Spr. dus aan op bepalingen in .belt be lang van do arbeiders. De Minister van Koloniën meent, dot de gehouden ljeschouwingen niet thuis beihooreii bij de Indische begrooting, maar bij de Sbaatffifbegrootónjg. Voor hot departe ment van Koloniën wordt te weinig gewerkt con al de Taibrieicen te kunnen dwingen de gewciisckte regelingen in te voeren. De Min. heeft geen enkele fabriek in bescherming genomen. Uit dë Mem. v. Antw. maakt de heer Hd'scHir.igem verkeerde gevolgtrekkingen. Er wordt niet gezegd dat de traagste werk man toch nog 22 cent per uur verdient. Een onbekwame trage werkman verdient niefe, Want dien stuurt men weg. Er wordt niet te laat bestehd. Yoor afschaffing van maebtar- baiid voelt de minister wel degelijk wat. Met het weinigje werk dat voor het departement van Koloniën wordt gemaakt, kan men geen groote fabrieken dwingen. Niet de minister heeft te laat een onderzoek ingesteld, maar de arbeiders hebben hun request te laat in gediend. Niettemin heeft de mi nister toch nog met ijver de zaaik onderzocht en bij al zijn drukke bezigheden dezer dagen de ar beiders bij zich laten kamen. Dc minister wil er wel toe medewerken om geen werk te gunnen aan patroons van wie liet bekend is dat zij misbruik maken van hun macht tegenover de arbeiders. Hoofdstuk I (Uitgaven in Nederland) wordt z. In s. goedgekeurd. Alsnu is aan do orde Hoofdstuk I (Midde len in Indië). Bij, art. 12 (Tabak) dringt de lieer M e 1- cliers aan op de heffing van een uitvoer recht op tabak van de particuliere maat schappijen, die enorme dividenden maken. De Minister belooft zijne aandacht hier aan to schenken. Het wetsontwerp wordt daarna, goedge keurd. Aan de orde is Hoofdstuk I (Middelen in Nederland). Bij art-. 1 komt de heer Cremer terug op do quaestie of hulp zal verschaft worden in den vorm van een bijdrage of renteloos voor schot. Do minister vraagt wat het resultaat is geweest van het overleg van dien minister met- zijne ambtgonooten te dien aanzien. De heer Röell herinnert er aan, dat de minister den post geheel heeft losgemaakt van een vast plan. Noch omtrent vorm, noch omtrent do hoegrootheid, noch omtrent de strekking bestaat thans meer twijfel. Vast staat dat wij hier staan voor een novum, dat naar 's ministers bedoeling een unicum is. Na 's ministers uiteenzetting, dat wij, nu do post eenmaal op de begrooting is gebracht, in eene onaangename verhouding tegenover Indië zouden komen wanneer hij weder van do begrooting werdl afgenomen zal Spr. er voor stemmon. Spr. hoopt dat het plan de Kamer zal liereiken in den vorm van een af zonderlijk wetsontwerp. De onderdeden laat Spa-, thans rusten. Ook met het oog op de Eerste Kamer is het gewensoht, dat een afzonderlijk wetsont werp worde ingediend. Wil de hulp, die Ne derland aan Indië zal verstrekken, vrucht dragen, dan moet in Indië gestreefd worden naar zuinigheid met behoud van alles wat baten afwerpt. Daarom verheugt het Spr. dat de minister de koffie-cuiltuur wil behou den. Door den heer Van der Zwaag is een amendement voorgesteld, strekkende om het renteloos voorschot te verminderen met f 578,000, om te voorkomen, dat uit dat voorscliot de militaire uitgaven worden be taald. De heer Troelstra ziet in dit amende ment een groote principieele beteekenis. Hij wil duidelijk zien uitgemaakt, of voortaan uit de Nederlandsche schatkist zal betaald worden een gedeelte van de oorlogs-udtgaven voor Indië in den vorm van een renteloos voorschot. Bij haar voorstel tot hulpverlee ning heeft de Regeering niet gesproken van militaire doeleinden en dio er eerst later in gebracht. Dë verdediging die daarvoor is aan gevoerd raakt kant noch wal. Het voorstel der Regeering ten aanzien van de militaire uitgaven is een insluipsel en Spr. vraagt hoe die minister van financiën (in de zaal aanwezig) daar over denkt. Uitzetting - an militaire uitgaven toch beletten uitvoeri ug van andere nuttige zaken. Spr. vraagt of de minister van financiën het niet zeer gevaar lijk acht ons nu ook nog te gaan bemoeien met de Indische militaire uitgaven. Het votum verleden jaar door de Kamer uitge bracht hield niet in dat Nederland, maar Indië de uitgaven voor militaire doeleinden zou dragen. Geven wij hulp voor economi sche doeleinden, dan kan Indië zijn eigeu defensie betalen. Ook is Spr. zeer tegen toe neming van militaire uitgaven en hij vreest-, dat die volgen zal. Hij meent de Kamer daarvoor ernstig te moeten waarschuwen. De heer Van Raalte herhaalt, dat het voorstel thans is losgemaakt van een later plan voor hulpverschaffing aan Indië. Daar om zal hij tegen het amendement stemmen. De Minister van Koloniën zegt, dat een definitief plan bij afzonderlijke wet zal worden ingediend en dat naar bezuini ging zal worden gestreefd. De miinsister role veert nogmiaals dë ge schiedenis van het voorstel tot hulpverschaf fing aan Indnë, door Nedieolland en wat hean aanleiding gaf hot voorstel geheel los te ma ken van de toekomst. De vrucht van het overleg van den minister met zijne ambtge- nooben is, dat het voorstel onveranderd op deze begrooting gehandhaafd blijft, omdat het. zal passen, in olk stelsel. De minister bestrijdt voorts het amende ment en betoogt dat de heer Troolstra deze zaak te breed uitmeet. Do uitgaven voor de militaire daal einden bij dezen post gevraagd, zullen binnen een paar jaar niet meer voor komen. Waar de zaak niet het karakter draagt eener principieele beslissing, werden door den heer Troolstra de gronden te breed uitgezet. De Minister van Financiën zegt, diat hij alleen heeft te beioordeelen of een voorschot aan Indië noodig is en of de Neder landsche schatkist het dragen kan. Al het andere ligt. buiten zijn terrein In stemming gebracht wordt het amende ment-Van der Ziwaag verworpen met 72 te gen 6 stemmen. Voor stemden de socialisten. Het geheele wetsontwerp wordt zonder stemming aangenomen. Dinsdag 10 uur zal worden aangevangen met de behandeling der Staatsbegrooting. Mocht het sectie-onderzoek dei- Drankwet Maandagavond niet afgeloopen zijn, dan zal dit op de volgende avonden worden voort gezet. School- en Kerknieuws. Meer uitgebreid lager onder wijs op 't platte land. Krachtens besluit van de Algemeene Vergade ring van de Vereeniging „Volksonderwijs" wei op voorstel van de afdeeling Dedemsvaart door 't Hoofdbestuur ten aanzien van dit belangrijke onderwerp 't volgende adres verzonden Aan de Staatscommissie tot het voorberei den van voorstellen aan de Regeering tot reorganisatie van het lageri, mid delbaar en hooger onderwijs, voor zoo verre deze tot eene betere aaneenscha keling van de onderscheiden deeJen van het onderwijs noodig zal blijken. In opdracht van de 2 Juni j.l. gehouden alge meene vergadering van de Vereenrii:i_ Volks onderwijs", goedgekeurd bjj Kon. besluit, van 5 Mei 1880, hebben wij de eer de aandacht Uwor j Oommissie te vestigen op een tak van onderwijs, waaraan tot hiertoe, vooral op het platte land. j te weinig zorg wordt besteed en waarmede ook i rekening gehouden zal moeten worden bij de I verbetering der aaneenschakeling van de deelen van het onderwijs. In de meeste kleine gemeenten, die niet in de l termen vallen voor eene school van middelbaar of hooger onderwijs, wordt slechts lager- en her- halingsonderwijs gegeven, terwijl velen voor hunne opleiding behoefte hebben aan meer uit. gebreid lager ondcrwjjs, dat zy thans moeten missen of trachten elders te genieten. Ook wordt van vele zijden er op aangedrongen het middelbaar- en hooger onderwijs op lateren leeftijd te doen aanvangen en daaraan onderwijs op scholen van meer uitgebreid lager onderwijs te doen voorafgaan. Mocht Uwe Commissie dit gevoelen deelen, dan zal zij zeker aan het. meer uitgebreid lager onderwijs, ook in de kleinere gemeenten, hare aandacht willen schenken, als zijnde een schakel van het onderwys. Dus èn als afzonderlijke tak èn als schakel van het on derwijs, verdient het meer uitgebreid lager on derwijs Uwe belangstelling, met het oog op de opleiding van jongens en meisjes. Eene school voor meer uitgebreid lager onder wijs, gevestigd 'n eene gemeente, die door ver keersmiddelen met hare omgeving verbonden is, kan voor de geheele streek van veel waarde zijn. Zij brengt dat onderwijs meer onder het bereik van iedereen en zal er toe leiden, 'lat vele ouders niet naar de steden behoeven te verhuizen voor liet onderwijs hunner kinderen. De kleinere gemeenten zullen ook wel bereid gevonden worden zulke scholen in het leven te roepen, indien van staatswege meer steun ver leend wordt. De bepaling van art. 16 der Wet op het Lager Onderwijs, dat het onderwijs ook de vakken 1 tot t van art. 2 omvat <lAAr, wtiAr genoegzame behoefte aan uitbreiding bestaat, schijnt, bij <de tegenwoordige financieele rege ling, een onvoldoend voorschrift te zijn om het meer uitgebreid lager onderwijs ook in kleinere gemeenten op de openbare lagere scholen te doen geven. Wij vertrouwen dat, tengevolge van den ar beid Uwer Commissie, aan dezen tak van het onderwijs in de toekomst meer zorg van over heidswege besteed zal worden. Namens het Hoofdbestuur van Volks-, onderwijs, C. A. ZELYELDER. Voorzitter. W. DOLK, Secretaris. 's-Gravenhage, 22 Juli 1903. a- Centrale Raad van Beroep. In de Dinsdag te Utrecht gehouden openbare terechtszatting ;bad de uitspraak plaats ;n de volgende zaken 1. het hooger beroep van de Ongervallen- verzekenng-maatschappij „Fatum" tegeu de uitspraak van den Raad van Beroep te Mid delburg, waarbij aan M. v. Gv werkzaam bij het onderhoud van het kanaal door Zuid- Bevel a nu, ter zake van een hem overkomen, ongeval, voorloopig eene rente is toegekend. Met vernietiging .der uitspraak van den Raad van Beroep, verklaarde de Centrale Ra3d de maatschappij „Fatum" niet ontvankelijk m Ihaar beroep en nam aan dat de getroffen werkman niet in dienst was van den aau- nemer L., wiens risico door de Maatschappij was overgenomen, maar dat hij werkte voor den aannemers K., die krachtens overeen komst uitvoerder van het aangenomen werk .was, en door wien alle werklieden zijn in dienst genomen, en dat de maatschappij „Fatum diens risico niet heeft overgenomen. 2. het hooger beroep van E. B. te Rot terdam, tegen de uitspraak van den Raad van Beroep aldaar, waarbij diens slagoraoe- drijf is ingedeeld in klasse V met toewijzing van gevarenpercentage 12, terwijl appellant, toewijzing van percentage 10 vordert uit hoofde het gevaar in zijn bedrijf tot een mi nimum is beperkt, omdat hij in zijn. zaak een Amerikaansche vleeschmaohine gebruikt, waarbij het vleesch ter beveiliging van de handen met een flinken houten dop in de machine geduwd wordt, en het slachten tan rundvee niet geschiedt door zijn eigen per soneel, maar volgens den Israëli tischen ritus, door een daarmede belast zijnden ambtenaar. Door den Centralen Raad werd het beroep verworpen en de bestreden uitspraak beves tigd, op grond dat eerst in den loop van het geding door den eischer de bedoelde houten dop is in gebruik genomen, on de rechter op latere veranderingen geen acht mag slaan. 3. het hooger beroep van de Rijksverze keringsbank tegen de uitspraak van den Raad van Beroep te Rotterdam, waarbij aan A. L M. V., graaucontToleur te Rotterdam, terzake van een hem overkomen ongeval een schadeloosstelling is toegekend van 1 63.74£, terwijl het bestuur der Bank van oordeel is dat het bedrijf^yan graancont.ro- leur niet verzekeringsplichtig is. De Centrale Raad verwierp het beroep, bevestigde de be streden uitspraak, eu nam derhalve de ver- zekenngspiichtigheid van het bedijf aam, zich voreenigende met de omschrijving er van door dep. eersten rechter van dat 1 e- drijf gegeven. 4. het hooger beroep van A. v. D., meubel fabrikant en stoffeerder te Dordrecht, vegen een uitspraak van den Raad van Beroep aldaar, waarbij is bevestigd de beslissing van het bestuur der Rijksverzekeringsbank tot indeeling van appellant's bedrijf in khs- V met toewijzing van ge'varenpercentago 13. Bischerts vordering strekt tot indecling in klasse V, perc. 10. Met vernietiging der bestreden beslissing van het bestuur der Bank en van de uitspraak van den Beroep.v raad, wees de Centrale Raad aan eischer's onderneming percentage 12 toe, aannemen de dat door het in de onderneming gebruikt wordende «arbe ids werktuig, een met hand kracht bewogen en voldoend beschermde lintzaag, het bedrijfsgevaar voor het perso neel niet in die mate wordt verhoogd om op dien grond een hooger percentage toe te wijzen, en dat niet 8 maal, maar slechts 3 h 4 maal jaars nachtwerk wordt verricht.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1903 | | pagina 1