157.
S"* Jaargang*
Maandag 7 December 1903.
E
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Rozenheuvel.
AMERSFOORTSGH DAGRLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maanden Toor Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post. - 1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant rerschgnt Dagelgks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens by de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DEK ADVERTENTIEN
Van 1-rö regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrjff bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Bene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
INTSCILRUYIW! VOOR DE MtATK»Al£
MILITIE.
Do Burgemeester en Wethouders der ge
meente Amersfoort;
Gelee op art. 17 der Militiewot 1901 (Staats
blad No. 212 van 1901)
Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat
ter inschrijving voor do Nationale Militie van
jongelingen, diio in hot jaar 1885 geboren zijn,
voor deze' Gemeente zal worden zitting gehou
den op Maandag den lldcn Januari Ï9Ö4 en op
'Dinsdag, don 12den Januari 1904, telkens van
des voormiddags 10 tot des namiddags 1 uur;
en dat dto bepalingen, vastgesteld bij Hoofdstuk
II der voormelde wot, ten opzichte van de. in
schrijving voor de Militie luiden:
Art. 15. Voor de militie wordt ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlan
der, die binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk
of in het Koningrijk België verblgf hondt
2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlan
der, wiens vader, moeder of voogd binnen het
Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk
België woonplaats heeft
3o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlan
der, die binnen het Rijk. in het Duitsche Rijk
of in het Koningrijk België woonplaats hoeft
4o. ieder mannelijk ingezetene niet-Nedcrlan-
der, zoo hij op den l6ten Januari van het. jaar
hel 19de levensjaar was ingetreden en niet ver
keert in een der bij art. 15 omschreven gevallen.
Ingezetene is, voor do toepasing van het be
paalde hierboven onder 4o.
A. de binnen het Rijk verblijf houdende min
derjarige niet-Nederlander
a. wiens vader, moeder of voogd binnen het
Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de voor
afgaande achttien maanden in het Rijk of de
koloniën of bezittingen des Rijks in andere
werelddeelen gehad heeft
b. van wiens oudera de langstlevende bij zijn
of haar overlijden in het hierboven onder a. om
schreven geval verkeerde, al verkeert zijn voogd
niet in dat. geval of al is deze buiten 's lands ge
vestigd
c. die door zgn vader, moeder of voogd ver
laten is, of die ouderloos is of in wettel ijken zin
jeen vader of moeder heeft en van wien niet be
tend is dat hij een voogd heeft, indien hg g&
durende de voorafgaande achttien maanden in
het. Rijk verblijf gehouden heeft;
de meerderjarige niet-Nederlander, die
binnen het Rijk woonplaats heeft en haar ge
durende de voorafgaande aohttien maanden in
het Rijk of de koloniën of bezittingen des Rgks
in andere werelddeelen gehad heeft.
Voor minderjarig wordt voor de toepassing
van het bepaalde hierboven onder A gehouden
kg. die minderjarig is in den zin der Neder-
lancUche wet. Voor meerderjarig wordt voor
de toepassing van het bepaalde hierboven onder
B gehouden hg, die meerderjarig is in den zin
van voormelde wet.
Art. 14. De inschrijving geschiedt:
lo. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin
snede lo.
zoo hij binnen het Rijk verblgf houdt en zijn
vader, moeder of voogd aldaar woonplaatB heeft,
in de gemeente der woonplaats van vader, mod
der of voogd
zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn
vader, moeder of voogd elders dan binnen het
Rijk woonplaats heeft, in de gemeente, waar hg
verblijf houdt
zoo hij door zijn vader, moeder of voogd ver
laten is, ouderloos is, of in weglijken zin geen
vader of moeder heeft en het niet bekend is dat
hg een voogd heeft, in de gemeente, waar hij
verblgf houdt
zoo hij, in het Duitsche Rijk verblijf houdt, in
de gemeente Amsterdam
zoo hg in het Koningrgk België verblgf houdt,
in de gemeente Rotterdam
2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin
snede 2o.
zoo zijn vader, moeder of vooga woonplaats
heeft binnen het Rijk, in de gemeente der woon
plaats van vader, moeder of voogd
is de woonplaats van vader, moeder of voogd
in het Duitsche Rijk, in ie gemeente Amster
dam
is zij in het Koningrgk België, in de gemeente
Rotterdam
3o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin
snede 3o.
zoo hij woonplaats heeft binnen het Rijk, in
de gemeente zijner woonplaats
zoo hg woonplaats heeft in het Duitsche Rijk,
in de gemeente Amsterdam
zoo hij woonplaats heeft in het Koningrijk
België, in de gemeente Rotterdam
4o. A. van hem bedoeld in art. 13, eerste
zinsnede 4o.indien hij minderjarig is
zoo hij verkeert in het geval, in de tweede zin
snede van dat artikel onder A a. omschreven,
in de gemeente, waar zgn vader, moeder of
voogd woonplaats heeft
zoo hg verkeert in het geval, in de zinsnede
onder A b. omschreven, in de gemeente, waar
zijn voogd woonplaats heeftis de woonplaats
van dezen buiten 's lands, dan geschiedt, de in
schrijving in de gemeente, waar de minderja
rige verblijf houdt
zoo hij verkeert in een der gevallen, in wen-
bedoelde zinsnede onder A c. omschreven, in de
gemeente, waar hij verblgf houdt
B. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin
snede 4<j., indien hij meeiderjarig is:
in de gemeente, waar hij woonplaats heeft.
De in de vorige zinsnede als plaats van in
schrijving aangowezen gemeente is die, waar hei
verblgf of de woonplaats gevestigd is of was op
den len Januari van l.et jaar. volgende op dat,
xa»rin de m te schrijven persoon het 18de le
vensjaar volbracht, tenzij het iemand geldt,
wiens inschrijving te Amsterdam of te Rotter
dam moet. ceschieden wegen* verblijf of woon
plaats onderscheidenlijk in het Duitsche Rijk
of in het Koningrijk België.
Art. 15. Voor de militie wordt niet ingeschre
ven
lo. de ingezetene niet-Nederlander, die be
wijst te behoonea tot een Staat, waar de Neder-
landers niet aan de verplichte krijgsdienst zgn
onderworpen of waar ten aanzien van den dienst
plicht het beginsel van wederkeerigheid is aan
genomen
2o. hij, die bewijst in de koloniën of bezittin
gen des Rijks in andere werelddeelen verblijf te
houden of woonplaats te hebben, al heeft zijn
vader, moeder, voogd of curator woonplaats bin
nen het Rijk.
Art. 16. Hij, die volgens art. 13 behoort te
worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe
bij Burgemeester en Wethouders der gemeente,
waar volgens art. 14 de inschrijving moet ge
schieden, aan te geven tusschen den lsten en
den 31sten Januari van het jaar, volgende op
dat, waarin hg het 18de levensjaar volbracht.
Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die
zich ter inschrijving moet aangeven, alsmede in
een der gevallen, hierna in de vierde zinsnede
omschreven, mst de verpliohting tot het doen
der aangifte
indien het een minderjarige betreft, op zijn
vader, moeder of voogd
indien het een meerderjarige betreft, die on
der curateele gesteld is, op zijn curator. De ver
plichting van vader, moeder of voogd geldt even
wel slechts zoo hij of «ij binnen het Rijk, in het
Duitsche Rijk of in het Koningrijk België woon
plaats heeft.
Behoudens de uitzonderingen bij de volgende
zinsnede gemaakt, rust de zorg voor het doen
der aangifte uitsluitend op den in te schrgven
minderjarige
indien zijn vader, moeder of voogd niet. bin
nen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het
Koningrijk België woonplaats heeft
indien zijn vader of moedc-r of beiden de ouder
lijke macht missen
indien hij door zijn vader, moeder of voogd
verlaten is of
indien hij ouderloos is of in wettelgken zin
geen vader of moeder heeft en het met bekend
is dat hij een voogd heeft.
Hij, die door de bestuurders, in art. 22 ver
meld, ter inschrijving moet worden opgegeven of
die in dienst i9 bij de zeemacht, de onarine-re-
serve en liet corps mariniers hieronder begre
pen, bij het leger hier te lande of bij de koloniale
troepenis tot het doen van aangifte niet
verplicht. v
Voor hem of haar, die tot het doen der aan
gifte verplicht ie, kan de aangifte geschieden
door een ander daartoe schriftelijk gemachtigd.
De volmacht blijft onder Burgemeester en Wet
houders berusten.
De wijze, waarop van do gedane aangifte moet
blijken, wordt door Ons bepaald
Art. 18. Voor de militie wordt ook ingeschre
ven of wordt opnieuw ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlan
der, die na den lsten Januari van het jaar, vol
gende op dat, waarin hij het 18de levensjaar
volbracht, en vóór het. intreden van het 21ste
levensjaar zijn verblijf bmnen het Rijk, in het
Duitsche Rijk of in het Koningrijk België ge
vestigd heeft
2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlan
der, wiens Tader, moeder of voogd na den lsten
Januari van het jaar, volgende op dat, waarin
de minderjarige het 18de levensjaar volbracht,
en vóór het intreden van diens 21ste lerensjaar
zijne of hare woonplaats binnen het Rijk, in het
Duitsche Rijk of in het Koningrijk België ge
vestigd heeft
3o. ieder mannelijk minderjarige, die na den
lsten Januari van het jaar, volgende op dat,
waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór
het intreden van liet 21ste levensjaar Nederlan
der of opnieuw Nederlander is geworden, zoo hij
in een der hierboven onder lo. omschreven ge
vallen verkeert, of wiens vader, moeder of voogd
verkeert in een der gevallen, hierboven onder
2o omschreven
4o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlan
der, die na den lsten Januari van het jaar, vol
gende op dat, waarin hij het 18de levensjaar
volbracht, en vóór het intreden van het 21ste
levensjaar zijne woonplaats binnen het Rijk, in
hei Duitsche Rijk of in het Koningrijk België
gevestigd of er woonplaats verkregen heeft
5o. ieder mannelijk meerderjarige. die na den
lsten Januari van het jaar, volgende op dat,
waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en
vóór het intreden van hot 21ste levensjaar Ne
derlander of opnieuw Nederlander is geworden,
zoo hij in een der hierboven onder 4o. omschre
ven gevallen verkeert
6o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na
den lsten Januari van het jaar, volgende op dat,
waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en
vóór het intreden van het 21ste levensjaar inge
zetene of opnieuw ingezetene is geworden in den
zin der tweede zinsnede van art. 13.
Hierbij gelden de laatste zinsnede van dat ar
tikel cn art. 15.
Ten aanzien vaD de gemeente, waar de inschrij
ving of de inschrijving opnieuw moet geschieden
en van de verplichting tot het doen van aan
gifte ter inschrijving of ter inschrijving opnieuw
gelden de eerste zinsnede van art. 14 en de laat
ste vijf zinsneden van art. 16.
De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving
opnieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede
van dit artikel moet worden ingeschreven, ge
schiedt binnen dertig dagen na het verkrijgen,
of werd hij reed6 vroeger ingeschreven doch van
het register afgevoerd, na het terug erlangen
van het Nederlanderschap of van het ingezeten
schap, of na de vestiging van verblijf of de ves
tiging of het verkrijgen van woonplaats binnen
het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koning
rijk België.
De inschrijving geschiedt in het register be
treffende de lichting van het jaar, waartoe de in
de eerste zinsnede van dit artikel bedeelde per
soon volgen* zijnen leeftjjd behoort.
AH. 22. Behoudens do bepalingen in art. 16
zenden bestuurders van krankzinnigen-, doof
stommen- en; blindengestichlen, alsmede die dor
koloniën van weldadigheid, van gevangenissen,
van Rijks-inrichtingen on van Rijks-opvoe
dingsgestichten jaarlijks, vóór den lOden Janu
ari, eenè opgave van de daarin opgenomen man
nelijke personen, die op den lsten Januari hun
19de jaar zijn ingetreden, aan Onzen Com
missaris in de Provincie, in welke do inschrij
ving van die personen voor de militie moet
plaats hebben.
Deze opgave.is.ingericht in oen door Ons te
liepalen vorm.
Art. 166. liet boete van ten minste vijftig
cents en ten hoogste f 100 wordt gestraft de over
treding van de artt. 16, 18 en 22.
VoPrts wordt bekend gemaakt, dat van elk, die
moet worden ingeschreven, do overlegging van.
een uittreksel uit het geboorte-register kan wor
den gevorderd dat die uittreksels voor hen, die
in deze Gemeente in het jaar 1885 zijn geboren,
'bij de inschrijving zullen voorhanden zijn
en dat zij, die in een andere Gemeente zijn ge
boren. zich gedurende den loop dezer maaJnd
dagelijks (Zon- en» feestdagen uitgezonderd), van
des morgens 10 tot I uur dos namiddags, kun
nen vervoegen ter Gemeente-Secretarie, teneinde
zoodanig uittreksel door tusschenikorast van den
•Burgemeester te doen aanvragen.
Wordende de belanghebbenden verder, ter be
vordering van orde, verzocht om do bovenbedoel
de tijdsbepalingen nauwkeurig in acht te nemen,
alsmede om-bij de aangifte mede te brengen eene
du i lelijke opgave van de woonplaats, met aan
duiding van wijk en huisnummer.
De eerste maal afgekondigd te Amersfoort, den
5. December 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Do Secretaris, De Burgemeester,
B. W. Th. SANDBBRG. WITJTIKRS.
NATIONALE MILITIE.
De Burgemeester cn Wethouders der van
Amersfoort,
Gelet op de artt. 73 en 74 der Militiewot 1901
en art. 46 van 'liet Koninklijk besluit van den
2. December 1901, St. 230
Gezien de kennisgeving van den heer Kolonel,
Militie-Commissaris in de provincie Utrecht,
van den 26. November 1903
Doen ,tc weten, dat de zitting van den Militie
raad' voor deze gemeente op Maandag den 14.
December 1903, des voormiddags te 10 uren. in
het openbaar wordt gehouden in de zaal genaamd
„Groot Kunstliefde' van het Gebouw voor Kun
sten en Wetenschappen aan de Mariaplaats te
U-.recht, in te gaan tegenover de Botermarkt, en
bestemd is tot" het doen' vaii uitspraak omtrent
dc lotelingen die redenen van vrijstelling heb
ben inged7end, de lotelingen die van den dienst
uitgesloten of daarbij -voorloopig niet toegelaten
worden, cn alle overige lotelingen, behoorende
tot de lichtina; van het jaar 1904.
En 'brengen tevens ter kennis van do belang,
hebbenden, dat. de tijd én plaats der zitting aan
eltkcn lotóïing'zal worden bekend gemaakt door
middel van. een aan zijne woning of aan die van.
zijnen vader of voogd t,e bezorgen biljet., alhoe
wel het niet-ontvangen van zoodanig biljet, niet
ontheft van de verplichting tot het verschijnen
voor den Militieraad, of tot het indienen van do
tot. staving dér redenen van vrijstelling gevor
derde bewijsstukken zullende de loteling, die
vrijstelling verlangt wegens ziekelijke gcsteld1-
heid, gebreken of gemis van de gevorderde lengte
voor den Militieraad moeten verschijnen, op het
hierboven vermelde tijdstip.
Amersfoort, den 7. December 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
B. W. Th. SANDBERG, WU1JT1ERS.
Politiek Overzicht
Engeland in Rlidden-Azië
Opmerkelijk is de' grooto belangstelling,
die Engeland tlians wijdt aam de gebeurte
nissen in Midden-Arië. Naast de reis van
den onderkoning' van Indic, lord Cnr7.cn.
langs de kust van de Perzisch- golf en dc
Engelschc expctd'itie naar Thibc-i schenkt
men aandacht aan Afghanistan-, aan welks
heerscher bijzondere voordooien worden toe-
I gezegd voor de verbeteriug van de militaire
I instellingen van zijn land.
Lord Curzon, het hoofd va» het Britsohe
j testoor van het Indische keizerrijk, heeft
bij zijn bezoek aan de zuidkust van Arabië
den hoofdlieden, die hij can. zich heen ver
zamelde, de herinnering aan het Britsche
oppergezag ingescherpt. Daarna, heeft hijr
Perzische havens bezocht To Bender Abbas
nam hij, bij dc ontvangst van vertegen vroon-
digers der daar gevestigde Euge Lelie kolonie,
de gelegenheid waar om den uonsch. uit to
spreken tot handhaving en ontwikkeling van
de Perziso h-E ngels oh© betrokkingen, iiij
t oogde o. a.i dat Benden- Abb as een gewich
tige buitenpost van de.ru Imlisolion handel
is, wamt van daaruit brengen sints onheuge
lijke tijden karavaanwegen voornaam lijk
Engelsabc cn, Indische waren naar de steden
van het Perzisch o binnenland en. naai- da
bazars van Khornssan, Afghanistan, en Mid-
dcn-Azaë. Perziis aan de oostelijke gfens
door da nabijheid van Böloodsjistam ek
Afghanistan als do directe buurman van In
die tc beschouwen, want de buitculdndscho
betrekkingen van de genoemde landen» wór
den, door Engeland bestuurd. Staten cn lan
den. die aldus in verhouding tot olkaar staan,
moeten van elkaar leeren on trachten liunno
wederzijdscho mceningon en behoeftén to ver
staan. De onderkoning eindigde mét de be
lofte, dat hij zou trachten de Perzische re-
geering te bewegen tot ondersteuning van
het plan om de telegraaf door te trc-kken
tot Bender Abb as.
Do Revue Russe. oen orgaan dat l ekeild
is door zijne betrekkingen, met hot' officicedo
Rusland, komt in oen© bespreking van de
reis van -lord Curzon tot de slotsom, dat dc
aanspraken, die lord Curzon 'voor' Engeland
verkondigt, ongerechtvaardigd zijn. Het blad
schrijft..Engeland wil onbetwist ofschoon
zeer betwistbaar meester aan de Perzische
g©if zijn. Om tot dit 'doel te geraken, heeft,
het den Sjech van Ku<Srt beschermd cn tM
hem verder beschermen, en daarom doej. hot
zich ook in Btehdér Abbas gelden. Zoo meent
hot zich zijne hegemonie te kunnen verze
keren, den handel van noord wi stél ijk lucht
te kunnen bevordert-»: en Rusk rid den hadd-
schoeii to kUrflféiti loetvorpen, 'doóT het eerst
vóór voldongen feiten en dan voor de En-
gelSch-Perzi solve vriendschap to plautaem». En
geland' heeft echter evenmin rechten iw
Kueit '6Is in Bender Abbas. Deze wijze van
zijn optreden bewijst, voldoende, dat Rusland
en Turkije, die beide door de Britscb© eer
zucht benadeeld worden, ia deze zaak zoo
als in alle andere kwestie» zich met elkaar
moeten verstaan. Dat is de oenig mogelijke
oplossing van do hangende vraag-tukken in
Europa zoowel als in Azië on Afrika; allo
overige oplossingen zijn oppervlakkig en on
logisch."
Eenó bijdrage ter beoordeeling van da
Russisclio opvattang ctntrenc de voorgenomen
Britsche expeditio naar Thibet, lovert dc op
merking van do PebarsburgBche Nowojo
Wrernja. dat Engeland's prestige op hot
Aziatische vasteland, dat dooi- don Boeren
oorlog zoo zeer geleden heeft, geheel her
steld zal worden, wanneer hot Engeland wer
kelijk gelukt het- heilige land Thibet in zijne
macht to krijgen. Daai toch zouden 500 «ui*
lioen boeddhisten tegen Engeland als het
sterkste land der wereld opzien. De Xowoje
Wrem ja is zich er ton volle van bewust, dat
het vruchteloos is te hopen, dat het den
Thibctancn. zou kunnen gelukken do Engel-
sohen tanig to slaan en hen te beletten over
de Himalaya to gaan. Wel zou bet mogelijk
kunnen zijn, do Engelsohe expeditie tót staan
te brengen, <Ic<xr een zekeren druk uit ta
oefenen op andere punten, die de Engelscho
staatslieden van gewicht voorkomen.
Uit een militair oogpunt schijnt uien clez©
Uit het Engelsch
TAV
FLORENCE MARRY AT.
HOOFDSTUK XIII
Een toevallige gelijkenis.
.Eon tijdlang stond Eveline Rayne, in
dliep gepeins verzonken-, voor het venster,
van waaruit zij Ag*fc& had zien wegrijden.
Ho©was zij er toe gckcanon, om. Will
Qpryiflma a,nil to no armen cn. heit geheim to
cpeolbaireu!, ©feut. zij tien jaar lang in hot
diiiepüt har or ziel verborgen had) gehouden-
Had een gevoel van jaloezie haar aangegre
pen), toen zij, dc tijld'iug van Aguea' geluik
vernam, en was dat de rodön geweest, waar
aan zij haar hart aan haar vriendin had uit
gestort.
Zij \vtas niet bij madhto, haar eigen vragen
te beantwoorden. Zij gewoelde ailtceai, met
pijnlijke duidc'ijkhHd, dat het weerzien van
haar vriendin een wend had opengereten, die
zij gc-hezm baande. Het verleden roes in
heldere trokken voor het oog barer verbeel
ding op. Terwijl Eveline Rayne zioh zoo on-
geftoord aam haaj droofgceddge mijmeringen
overgaf, doorleefde zij in den geert veer dé
tweede maail do dlag-.w vi&nhot gelukkig
weleer, mot eoui vruioliltolioios simiaehhemid ver
langen. Zij dacht aan dlcun dag, toen m.ijin-
•Hcer Caryiil voor heit eerst Will dk> woning
I van haar tante bfemenleficUde en met d.c goeid1-
i hartige juffrouw Raynte onderhal;(Ml.ie over
lie:b k'O&tgdkl cn do extra^bciellage voor Will's
bcwaseclhiing. Zij had haar com destijds voor
i een hardvcdhtiig, gjierig nuan gehouden
i thans wist zij. dot hij aïleetn wijs on voorzidh-
tig wan gewe.- Maar Will bu.i> hem ailtajH
i ui tgemaakt voor alles wat leelijk was
I Will mot zijn slanke, bevallige gestaltezijn
i flinke housing cn betcoverdec glimlach
J Will, met ïijn welgevormd geiaat ctii inne-
monde manieren Hoe was het mogelijk, dat
j haar tante zco'n hdked had aan. haar armen,
i 3ch.ukj.gen, maar t xth zoo onwcci-Airunibctar
i bekoorlijken Will?
I Omvilaok-eiuaiig pLcoéd'on haar lippen zioh
tot een, glimlach bij do gedachte aam het ge-
i vool van onbeschrijfelijk geluk, dat haar hart
i doorstroomido, als zij;, ua tijdens zijn afwezig-
hsiidl voor beam geawoagi en gesloofd te bob
ben, in blijjde spaeniinig zijn tbuhkarasl ver-
beddidb en zich voor al haar opofferingen ruimt
scibcots beloond achtte door e:n enkelen, kus
van hom. Zij fronste do wenkbrauwen on de
tranen sproüUgcn haar in de oogen, toen zij
zic-h het oogonblik te binnen riep, waarop
hij, in diicn noadlohtiigon nacht, zijn gelaat
in haar schobt verborg cn haar mêdcdecldle,
aan welk afschuwelijk misdrijf hij zich sohul-
d'ig liad g.maakt
In het eerst had zij zich vel afschuw en
ontzetting van hem afgenvend. Haar door en
j djocr oprc<flïte cn reohtecihapen u.vuair mceet
noodzakelijk ccn diepen afkeer koostcrcm van
oncarlijkhoid, longen on bodrog. maar zij had
henii hiervan niets laten blijkeai. Zij was. blij1-
j ven voortgaan met. haar beste krachten naar
lichaam en ziel aan hem te wijlden, tot het
i oogeniblik toe. dlat zi:i hem de huisdeur uit-
diuwde en hem, in haar kleeren uitgedwt, do
wijdte wereld in stuuirdio, om con nieuwe loo|)-
baan te beginnen. Hoe vci-wouidorlijk bolider
etemd dlat oojgenibüik haai- voor dern geesit1
Tui-wijl zij zoo uit het venster naar buiten
etaar.de, was het haai-, of de lommerrijke
laan, diie naar liot park van Rozenheuvel
voorde, in de oncogelijke Livcrpoolsoh© dwars
straat veranderde, zooals d ze zich op dien
gedenkwaaa-digen ochtend nam haar blikken
had voorgedaan 1eenzaam on doodsch, zan
der een enkel levend wazen, bdhalve een kat,
dit yan haar nachtelijkon zwerftocht terug- j
keerde maar de woning, waar zij thuis hoonde
en ccn leeuwerik, diie gelijk met dc. zon ont-
waakt was en in zijn ge tralieden kerker zijn j
miorganiliiöd kweHdo. En ziji hoe balloos reósi i
gewaarwordingen hadden haar binmcn-ito be-
6'termd., terwijl zij i» do huisdeur stond en j
dis stille c: tra at. in koek. met haar rechtca--
hanid! .hoor door tranon benevelde oogen tegen
d.' stralen der morgenzon bosoliuttcnid, to»' j
do gestalte, diie Will en toch ook weer uiiot
Will was, in haar winl.ija.pcm gehuld, ah
een duef (zooah hij dan o- k werkelijk was) I
uiit die woning harer tamte was weggeslopen
cn dén hoek dor straat had ocngcelagc-n, om
zijsi schreden naar do kade tc richten. En
toen hij uit het gezicht verdwenen was, ha/l
zij dé huisdeur gosilotcci cn zich omgekeerd,
mtot een gewoel van trccstclooz verlatenheid,
dat haar altijd min of meer was bij geld cn-en
Maar hoewel hij. liaor nooit geschreven, had
©n met tot haar teruggekeerd was, klonken
zijni laatste waardon haar nqg voortdurend' in
dé ooren.
,,Je bent de mijne, geheel en al even
goed, alsof wij reeds man t». vrouw waren
Eva.. Dat zal Ik nooit uit het oog verliezen.
Beloof je mij, dat jc met onbezweken trouiw i
op mij zult wachten, ook al is het mij niet
mogelijk, in de eerste jaar of wat terug te ko
men? Ziwéer je mij, dat?"
„Ja, WiM, dat zweer ik je-'" had zij oj»
ernstigen toon ten antwoord gegeven.
„En als oom bijdraait," had haar arme Will
cr bijgevoegd, „en bij zijfa dood Rozenheuvel
aan mij vermaakt, zullen wij eerlijk samen
deelen, Eva.''
Met de'herinnering aan de belofte, die zij
op den a-vond hunner vei loving vau weers
kanten hadden afgelegd, waren zij van el
kander gegaan, voor tien lange, lange jaren.
Was haar Will levend of dood? Deze gedach
te had Eva na hun scheiding onophoudelijk
gemarteld, zoowel overdag als des nachts. Zoo-
dra zij Rozenheuvel in haar bezit had gekre
gen, had zij de- noodigo maatregelen willen
nemen, om haar neef op te sporen. Zij had
in de meest gelezen couranten een adverten
tie willen plaatsen of de zaak een bekwaam
detect ivo in handen willen goven, maar haar
notaris en raadsman had haai dit ten sterkste
afgeraden, omdat- Will Caryll daardoor aan
liet grootste gevaar »ou worden blootgesteld
Mijnheer Roger Caryll was gestorven, maar
de firm» Cnryil, Tyndal on Masters bestond
nog cn elk der Vennooten afzonderlijk had het
recht, straf te eisdhéti voor een misdrijf, dat
jegens hen allen gepleegd was geworden. Ha ars
ondanks had zij zich derhalve genoodzaakt,
gezien. Iiaar oorspronkelijk voornemen to la
ten varen en af te wachten, wat de tijd haar
brengen zou. Maar tot. nog toe had de tijd
haar niets gebracht. En toch droeg Eveline
de zokerheüi met zich rond, dat zij' en Will
elkander eenmaal zouden weerzien. Als dc ge
dachte, dat de uitverkorene haars harten mis
schien gestorven was, zicli ooit aan haar op
drong, zette zij die onmiddellijk met kracht
en geweld van zich af. Als Will gestorven was,
zou zij dit wel op dc een of andere manier ver
nomen hebben. Iïij had haar zoo innig lief
gehad.. Als hij zijn eind© had voelen naderen,
zou hij wel tot haar gekomen zijn, om haar
te zeggen, dat alle hoop vervlogen was, al-
thans'voor deze wereld. God zou hen niet van
elkaar gescheiden hebben, zouder hun een
laatst vaarwel op aard© toe to staan. Will was
niet dood daar was zij zeker van. Alleen
wist zij zichzelf geen voldoende rekenschap
te geven van het. feit. dat hij haar nooit -ge
schreven had. De eenige verklaring, die zij
voor zijn hardnekkig stilzwijgen wist aan t©
voeren was deze. dat hij nog altijd achter
volgd werd door het dreigend schrikbeeld van
ontdekking cn inhechtenisneming. Wist hij
maar, Tlal zijp oom gestorven was en hij veilig
in Engeland kon terugkeeren 1 Toen mijnheer
Caryll overleden was en Eveline met haar
vertrouwden raadsman en administrateur ver
schillende aangelegenheden besprokori had»
o.a. de kwestie aangaande Will, had zij don
valschen wissel in een geldkist gevonden dio
zij daarop weer gesloten en zelf in bewaring
genomen had. Als dc firma dat verkoos, kon
zij recht svervolging tegen Will instellen, maar
zonder bewijzen kon zij tooh niets uitrichten.
Indien er ecnig gevaar in aantocht was, zou
zij den wissel ©ogenblikkelijk vernietigen. Zij
wist zelf niet, waarom zij. dit niet reeds al
lang had gedaan misschien hoopte zij een
maal het genot te smaken van te zien. dat
Will den wissel eigenhandig aan dc .vlammen
prijsgaf. Hij had derhalve van niemand eenig
onheil to duchtten dan van haar en dat zij
hem ooit eenig leed zou kunnen berokkenen,
was een ondenkbare mogelijkheid.
li'oral vervolgd