157. S"* Jaargang* Maandag 7 December 1903. E BUITENLAND. FEUILLETON. Rozenheuvel. AMERSFOORTSGH DAGRLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden Toor Amersfoort f 1.25. Idem franco per post. - 1.75. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant rerschgnt Dagelgks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens by de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DEK ADVERTENTIEN Van 1-rö regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrjff bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Bene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. INTSCILRUYIW! VOOR DE MtATK»Al£ MILITIE. Do Burgemeester en Wethouders der ge meente Amersfoort; Gelee op art. 17 der Militiewot 1901 (Staats blad No. 212 van 1901) Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat ter inschrijving voor do Nationale Militie van jongelingen, diio in hot jaar 1885 geboren zijn, voor deze' Gemeente zal worden zitting gehou den op Maandag den lldcn Januari Ï9Ö4 en op 'Dinsdag, don 12den Januari 1904, telkens van des voormiddags 10 tot des namiddags 1 uur; en dat dto bepalingen, vastgesteld bij Hoofdstuk II der voormelde wot, ten opzichte van de. in schrijving voor de Militie luiden: Art. 15. Voor de militie wordt ingeschreven lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlan der, die binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België verblgf hondt 2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlan der, wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België woonplaats heeft 3o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlan der, die binnen het Rijk. in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België woonplaats hoeft 4o. ieder mannelijk ingezetene niet-Nedcrlan- der, zoo hij op den l6ten Januari van het. jaar hel 19de levensjaar was ingetreden en niet ver keert in een der bij art. 15 omschreven gevallen. Ingezetene is, voor do toepasing van het be paalde hierboven onder 4o. A. de binnen het Rijk verblijf houdende min derjarige niet-Nederlander a. wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de voor afgaande achttien maanden in het Rijk of de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen gehad heeft b. van wiens oudera de langstlevende bij zijn of haar overlijden in het hierboven onder a. om schreven geval verkeerde, al verkeert zijn voogd niet in dat. geval of al is deze buiten 's lands ge vestigd c. die door zgn vader, moeder of voogd ver laten is, of die ouderloos is of in wettel ijken zin jeen vader of moeder heeft en van wien niet be tend is dat hij een voogd heeft, indien hg g& durende de voorafgaande achttien maanden in het. Rijk verblijf gehouden heeft; de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen het Rijk woonplaats heeft en haar ge durende de voorafgaande aohttien maanden in het Rijk of de koloniën of bezittingen des Rgks in andere werelddeelen gehad heeft. Voor minderjarig wordt voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder A gehouden kg. die minderjarig is in den zin der Neder- lancUche wet. Voor meerderjarig wordt voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder B gehouden hg, die meerderjarig is in den zin van voormelde wet. Art. 14. De inschrijving geschiedt: lo. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin snede lo. zoo hij binnen het Rijk verblgf houdt en zijn vader, moeder of voogd aldaar woonplaatB heeft, in de gemeente der woonplaats van vader, mod der of voogd zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader, moeder of voogd elders dan binnen het Rijk woonplaats heeft, in de gemeente, waar hg verblijf houdt zoo hij door zijn vader, moeder of voogd ver laten is, ouderloos is, of in weglijken zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hg een voogd heeft, in de gemeente, waar hij verblgf houdt zoo hij, in het Duitsche Rijk verblijf houdt, in de gemeente Amsterdam zoo hg in het Koningrgk België verblgf houdt, in de gemeente Rotterdam 2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin snede 2o. zoo zijn vader, moeder of vooga woonplaats heeft binnen het Rijk, in de gemeente der woon plaats van vader, moeder of voogd is de woonplaats van vader, moeder of voogd in het Duitsche Rijk, in ie gemeente Amster dam is zij in het Koningrgk België, in de gemeente Rotterdam 3o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin snede 3o. zoo hij woonplaats heeft binnen het Rijk, in de gemeente zijner woonplaats zoo hg woonplaats heeft in het Duitsche Rijk, in de gemeente Amsterdam zoo hij woonplaats heeft in het Koningrijk België, in de gemeente Rotterdam 4o. A. van hem bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 4o.indien hij minderjarig is zoo hij verkeert in het geval, in de tweede zin snede van dat artikel onder A a. omschreven, in de gemeente, waar zgn vader, moeder of voogd woonplaats heeft zoo hg verkeert in het geval, in de zinsnede onder A b. omschreven, in de gemeente, waar zijn voogd woonplaats heeftis de woonplaats van dezen buiten 's lands, dan geschiedt, de in schrijving in de gemeente, waar de minderja rige verblijf houdt zoo hij verkeert in een der gevallen, in wen- bedoelde zinsnede onder A c. omschreven, in de gemeente, waar hij verblgf houdt B. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin snede 4<j., indien hij meeiderjarig is: in de gemeente, waar hij woonplaats heeft. De in de vorige zinsnede als plaats van in schrijving aangowezen gemeente is die, waar hei verblgf of de woonplaats gevestigd is of was op den len Januari van l.et jaar. volgende op dat, xa»rin de m te schrijven persoon het 18de le vensjaar volbracht, tenzij het iemand geldt, wiens inschrijving te Amsterdam of te Rotter dam moet. ceschieden wegen* verblijf of woon plaats onderscheidenlijk in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België. Art. 15. Voor de militie wordt niet ingeschre ven lo. de ingezetene niet-Nederlander, die be wijst te behoonea tot een Staat, waar de Neder- landers niet aan de verplichte krijgsdienst zgn onderworpen of waar ten aanzien van den dienst plicht het beginsel van wederkeerigheid is aan genomen 2o. hij, die bewijst in de koloniën of bezittin gen des Rijks in andere werelddeelen verblijf te houden of woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder, voogd of curator woonplaats bin nen het Rijk. Art. 16. Hij, die volgens art. 13 behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar volgens art. 14 de inschrijving moet ge schieden, aan te geven tusschen den lsten en den 31sten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hg het 18de levensjaar volbracht. Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich ter inschrijving moet aangeven, alsmede in een der gevallen, hierna in de vierde zinsnede omschreven, mst de verpliohting tot het doen der aangifte indien het een minderjarige betreft, op zijn vader, moeder of voogd indien het een meerderjarige betreft, die on der curateele gesteld is, op zijn curator. De ver plichting van vader, moeder of voogd geldt even wel slechts zoo hij of «ij binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België woon plaats heeft. Behoudens de uitzonderingen bij de volgende zinsnede gemaakt, rust de zorg voor het doen der aangifte uitsluitend op den in te schrgven minderjarige indien zijn vader, moeder of voogd niet. bin nen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België woonplaats heeft indien zijn vader of moedc-r of beiden de ouder lijke macht missen indien hij door zijn vader, moeder of voogd verlaten is of indien hij ouderloos is of in wettelgken zin geen vader of moeder heeft en het met bekend is dat hij een voogd heeft. Hij, die door de bestuurders, in art. 22 ver meld, ter inschrijving moet worden opgegeven of die in dienst i9 bij de zeemacht, de onarine-re- serve en liet corps mariniers hieronder begre pen, bij het leger hier te lande of bij de koloniale troepenis tot het doen van aangifte niet verplicht. v Voor hem of haar, die tot het doen der aan gifte verplicht ie, kan de aangifte geschieden door een ander daartoe schriftelijk gemachtigd. De volmacht blijft onder Burgemeester en Wet houders berusten. De wijze, waarop van do gedane aangifte moet blijken, wordt door Ons bepaald Art. 18. Voor de militie wordt ook ingeschre ven of wordt opnieuw ingeschreven lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlan der, die na den lsten Januari van het jaar, vol gende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het. intreden van het 21ste levensjaar zijn verblijf bmnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België ge vestigd heeft 2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlan der, wiens Tader, moeder of voogd na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin de minderjarige het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van diens 21ste lerensjaar zijne of hare woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België ge vestigd heeft 3o. ieder mannelijk minderjarige, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van liet 21ste levensjaar Nederlan der of opnieuw Nederlander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder lo. omschreven ge vallen verkeert, of wiens vader, moeder of voogd verkeert in een der gevallen, hierboven onder 2o omschreven 4o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlan der, die na den lsten Januari van het jaar, vol gende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar zijne woonplaats binnen het Rijk, in hei Duitsche Rijk of in het Koningrijk België gevestigd of er woonplaats verkregen heeft 5o. ieder mannelijk meerderjarige. die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van hot 21ste levensjaar Ne derlander of opnieuw Nederlander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder 4o. omschre ven gevallen verkeert 6o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar inge zetene of opnieuw ingezetene is geworden in den zin der tweede zinsnede van art. 13. Hierbij gelden de laatste zinsnede van dat ar tikel cn art. 15. Ten aanzien vaD de gemeente, waar de inschrij ving of de inschrijving opnieuw moet geschieden en van de verplichting tot het doen van aan gifte ter inschrijving of ter inschrijving opnieuw gelden de eerste zinsnede van art. 14 en de laat ste vijf zinsneden van art. 16. De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving opnieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede van dit artikel moet worden ingeschreven, ge schiedt binnen dertig dagen na het verkrijgen, of werd hij reed6 vroeger ingeschreven doch van het register afgevoerd, na het terug erlangen van het Nederlanderschap of van het ingezeten schap, of na de vestiging van verblijf of de ves tiging of het verkrijgen van woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koning rijk België. De inschrijving geschiedt in het register be treffende de lichting van het jaar, waartoe de in de eerste zinsnede van dit artikel bedeelde per soon volgen* zijnen leeftjjd behoort. AH. 22. Behoudens do bepalingen in art. 16 zenden bestuurders van krankzinnigen-, doof stommen- en; blindengestichlen, alsmede die dor koloniën van weldadigheid, van gevangenissen, van Rijks-inrichtingen on van Rijks-opvoe dingsgestichten jaarlijks, vóór den lOden Janu ari, eenè opgave van de daarin opgenomen man nelijke personen, die op den lsten Januari hun 19de jaar zijn ingetreden, aan Onzen Com missaris in de Provincie, in welke do inschrij ving van die personen voor de militie moet plaats hebben. Deze opgave.is.ingericht in oen door Ons te liepalen vorm. Art. 166. liet boete van ten minste vijftig cents en ten hoogste f 100 wordt gestraft de over treding van de artt. 16, 18 en 22. VoPrts wordt bekend gemaakt, dat van elk, die moet worden ingeschreven, do overlegging van. een uittreksel uit het geboorte-register kan wor den gevorderd dat die uittreksels voor hen, die in deze Gemeente in het jaar 1885 zijn geboren, 'bij de inschrijving zullen voorhanden zijn en dat zij, die in een andere Gemeente zijn ge boren. zich gedurende den loop dezer maaJnd dagelijks (Zon- en» feestdagen uitgezonderd), van des morgens 10 tot I uur dos namiddags, kun nen vervoegen ter Gemeente-Secretarie, teneinde zoodanig uittreksel door tusschenikorast van den •Burgemeester te doen aanvragen. Wordende de belanghebbenden verder, ter be vordering van orde, verzocht om do bovenbedoel de tijdsbepalingen nauwkeurig in acht te nemen, alsmede om-bij de aangifte mede te brengen eene du i lelijke opgave van de woonplaats, met aan duiding van wijk en huisnummer. De eerste maal afgekondigd te Amersfoort, den 5. December 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Do Secretaris, De Burgemeester, B. W. Th. SANDBBRG. WITJTIKRS. NATIONALE MILITIE. De Burgemeester cn Wethouders der van Amersfoort, Gelet op de artt. 73 en 74 der Militiewot 1901 en art. 46 van 'liet Koninklijk besluit van den 2. December 1901, St. 230 Gezien de kennisgeving van den heer Kolonel, Militie-Commissaris in de provincie Utrecht, van den 26. November 1903 Doen ,tc weten, dat de zitting van den Militie raad' voor deze gemeente op Maandag den 14. December 1903, des voormiddags te 10 uren. in het openbaar wordt gehouden in de zaal genaamd „Groot Kunstliefde' van het Gebouw voor Kun sten en Wetenschappen aan de Mariaplaats te U-.recht, in te gaan tegenover de Botermarkt, en bestemd is tot" het doen' vaii uitspraak omtrent dc lotelingen die redenen van vrijstelling heb ben inged7end, de lotelingen die van den dienst uitgesloten of daarbij -voorloopig niet toegelaten worden, cn alle overige lotelingen, behoorende tot de lichtina; van het jaar 1904. En 'brengen tevens ter kennis van do belang, hebbenden, dat. de tijd én plaats der zitting aan eltkcn lotóïing'zal worden bekend gemaakt door middel van. een aan zijne woning of aan die van. zijnen vader of voogd t,e bezorgen biljet., alhoe wel het niet-ontvangen van zoodanig biljet, niet ontheft van de verplichting tot het verschijnen voor den Militieraad, of tot het indienen van do tot. staving dér redenen van vrijstelling gevor derde bewijsstukken zullende de loteling, die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke gcsteld1- heid, gebreken of gemis van de gevorderde lengte voor den Militieraad moeten verschijnen, op het hierboven vermelde tijdstip. Amersfoort, den 7. December 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, B. W. Th. SANDBERG, WU1JT1ERS. Politiek Overzicht Engeland in Rlidden-Azië Opmerkelijk is de' grooto belangstelling, die Engeland tlians wijdt aam de gebeurte nissen in Midden-Arië. Naast de reis van den onderkoning' van Indic, lord Cnr7.cn. langs de kust van de Perzisch- golf en dc Engelschc expctd'itie naar Thibc-i schenkt men aandacht aan Afghanistan-, aan welks heerscher bijzondere voordooien worden toe- I gezegd voor de verbeteriug van de militaire I instellingen van zijn land. Lord Curzon, het hoofd va» het Britsohe j testoor van het Indische keizerrijk, heeft bij zijn bezoek aan de zuidkust van Arabië den hoofdlieden, die hij can. zich heen ver zamelde, de herinnering aan het Britsche oppergezag ingescherpt. Daarna, heeft hijr Perzische havens bezocht To Bender Abbas nam hij, bij dc ontvangst van vertegen vroon- digers der daar gevestigde Euge Lelie kolonie, de gelegenheid waar om den uonsch. uit to spreken tot handhaving en ontwikkeling van de Perziso h-E ngels oh© betrokkingen, iiij t oogde o. a.i dat Benden- Abb as een gewich tige buitenpost van de.ru Imlisolion handel is, wamt van daaruit brengen sints onheuge lijke tijden karavaanwegen voornaam lijk Engelsabc cn, Indische waren naar de steden van het Perzisch o binnenland en. naai- da bazars van Khornssan, Afghanistan, en Mid- dcn-Azaë. Perziis aan de oostelijke gfens door da nabijheid van Böloodsjistam ek Afghanistan als do directe buurman van In die tc beschouwen, want de buitculdndscho betrekkingen van de genoemde landen» wór den, door Engeland bestuurd. Staten cn lan den. die aldus in verhouding tot olkaar staan, moeten van elkaar leeren on trachten liunno wederzijdscho mceningon en behoeftén to ver staan. De onderkoning eindigde mét de be lofte, dat hij zou trachten de Perzische re- geering te bewegen tot ondersteuning van het plan om de telegraaf door te trc-kken tot Bender Abb as. Do Revue Russe. oen orgaan dat l ekeild is door zijne betrekkingen, met hot' officicedo Rusland, komt in oen© bespreking van de reis van -lord Curzon tot de slotsom, dat dc aanspraken, die lord Curzon 'voor' Engeland verkondigt, ongerechtvaardigd zijn. Het blad schrijft..Engeland wil onbetwist ofschoon zeer betwistbaar meester aan de Perzische g©if zijn. Om tot dit 'doel te geraken, heeft, het den Sjech van Ku<Srt beschermd cn tM hem verder beschermen, en daarom doej. hot zich ook in Btehdér Abbas gelden. Zoo meent hot zich zijne hegemonie te kunnen verze keren, den handel van noord wi stél ijk lucht te kunnen bevordert-»: en Rusk rid den hadd- schoeii to kUrflféiti loetvorpen, 'doóT het eerst vóór voldongen feiten en dan voor de En- gelSch-Perzi solve vriendschap to plautaem». En geland' heeft echter evenmin rechten iw Kueit '6Is in Bender Abbas. Deze wijze van zijn optreden bewijst, voldoende, dat Rusland en Turkije, die beide door de Britscb© eer zucht benadeeld worden, ia deze zaak zoo als in alle andere kwestie» zich met elkaar moeten verstaan. Dat is de oenig mogelijke oplossing van do hangende vraag-tukken in Europa zoowel als in Azië on Afrika; allo overige oplossingen zijn oppervlakkig en on logisch." Eenó bijdrage ter beoordeeling van da Russisclio opvattang ctntrenc de voorgenomen Britsche expeditio naar Thibet, lovert dc op merking van do PebarsburgBche Nowojo Wrernja. dat Engeland's prestige op hot Aziatische vasteland, dat dooi- don Boeren oorlog zoo zeer geleden heeft, geheel her steld zal worden, wanneer hot Engeland wer kelijk gelukt het- heilige land Thibet in zijne macht to krijgen. Daai toch zouden 500 «ui* lioen boeddhisten tegen Engeland als het sterkste land der wereld opzien. De Xowoje Wrem ja is zich er ton volle van bewust, dat het vruchteloos is te hopen, dat het den Thibctancn. zou kunnen gelukken do Engel- sohen tanig to slaan en hen te beletten over de Himalaya to gaan. Wel zou bet mogelijk kunnen zijn, do Engelsohe expeditie tót staan te brengen, <Ic<xr een zekeren druk uit ta oefenen op andere punten, die de Engelscho staatslieden van gewicht voorkomen. Uit een militair oogpunt schijnt uien clez© Uit het Engelsch TAV FLORENCE MARRY AT. HOOFDSTUK XIII Een toevallige gelijkenis. .Eon tijdlang stond Eveline Rayne, in dliep gepeins verzonken-, voor het venster, van waaruit zij Ag*fc& had zien wegrijden. Ho©was zij er toe gckcanon, om. Will Qpryiflma a,nil to no armen cn. heit geheim to cpeolbaireu!, ©feut. zij tien jaar lang in hot diiiepüt har or ziel verborgen had) gehouden- Had een gevoel van jaloezie haar aangegre pen), toen zij, dc tijld'iug van Aguea' geluik vernam, en was dat de rodön geweest, waar aan zij haar hart aan haar vriendin had uit gestort. Zij \vtas niet bij madhto, haar eigen vragen te beantwoorden. Zij gewoelde ailtceai, met pijnlijke duidc'ijkhHd, dat het weerzien van haar vriendin een wend had opengereten, die zij gc-hezm baande. Het verleden roes in heldere trokken voor het oog barer verbeel ding op. Terwijl Eveline Rayne zioh zoo on- geftoord aam haaj droofgceddge mijmeringen overgaf, doorleefde zij in den geert veer dé tweede maail do dlag-.w vi&nhot gelukkig weleer, mot eoui vruioliltolioios simiaehhemid ver langen. Zij dacht aan dlcun dag, toen m.ijin- •Hcer Caryiil voor heit eerst Will dk> woning I van haar tante bfemenleficUde en met d.c goeid1- i hartige juffrouw Raynte onderhal;(Ml.ie over lie:b k'O&tgdkl cn do extra^bciellage voor Will's bcwaseclhiing. Zij had haar com destijds voor i een hardvcdhtiig, gjierig nuan gehouden i thans wist zij. dot hij aïleetn wijs on voorzidh- tig wan gewe.- Maar Will bu.i> hem ailtajH i ui tgemaakt voor alles wat leelijk was I Will mot zijn slanke, bevallige gestaltezijn i flinke housing cn betcoverdec glimlach J Will, met ïijn welgevormd geiaat ctii inne- monde manieren Hoe was het mogelijk, dat j haar tante zco'n hdked had aan. haar armen, i 3ch.ukj.gen, maar t xth zoo onwcci-Airunibctar i bekoorlijken Will? I Omvilaok-eiuaiig pLcoéd'on haar lippen zioh tot een, glimlach bij do gedachte aam het ge- i vool van onbeschrijfelijk geluk, dat haar hart i doorstroomido, als zij;, ua tijdens zijn afwezig- hsiidl voor beam geawoagi en gesloofd te bob ben, in blijjde spaeniinig zijn tbuhkarasl ver- beddidb en zich voor al haar opofferingen ruimt scibcots beloond achtte door e:n enkelen, kus van hom. Zij fronste do wenkbrauwen on de tranen sproüUgcn haar in de oogen, toen zij zic-h het oogonblik te binnen riep, waarop hij, in diicn noadlohtiigon nacht, zijn gelaat in haar schobt verborg cn haar mêdcdecldle, aan welk afschuwelijk misdrijf hij zich sohul- d'ig liad g.maakt In het eerst had zij zich vel afschuw en ontzetting van hem afgenvend. Haar door en j djocr oprc<flïte cn reohtecihapen u.vuair mceet noodzakelijk ccn diepen afkeer koostcrcm van oncarlijkhoid, longen on bodrog. maar zij had henii hiervan niets laten blijkeai. Zij was. blij1- j ven voortgaan met. haar beste krachten naar lichaam en ziel aan hem te wijlden, tot het i oogeniblik toe. dlat zi:i hem de huisdeur uit- diuwde en hem, in haar kleeren uitgedwt, do wijdte wereld in stuuirdio, om con nieuwe loo|)- baan te beginnen. Hoe vci-wouidorlijk bolider etemd dlat oojgenibüik haai- voor dern geesit1 Tui-wijl zij zoo uit het venster naar buiten etaar.de, was het haai-, of de lommerrijke laan, diie naar liot park van Rozenheuvel voorde, in de oncogelijke Livcrpoolsoh© dwars straat veranderde, zooals d ze zich op dien gedenkwaaa-digen ochtend nam haar blikken had voorgedaan 1eenzaam on doodsch, zan der een enkel levend wazen, bdhalve een kat, dit yan haar nachtelijkon zwerftocht terug- j keerde maar de woning, waar zij thuis hoonde en ccn leeuwerik, diie gelijk met dc. zon ont- waakt was en in zijn ge tralieden kerker zijn j miorganiliiöd kweHdo. En ziji hoe balloos reósi i gewaarwordingen hadden haar binmcn-ito be- 6'termd., terwijl zij i» do huisdeur stond en j dis stille c: tra at. in koek. met haar rechtca-- hanid! .hoor door tranon benevelde oogen tegen d.' stralen der morgenzon bosoliuttcnid, to»' j do gestalte, diie Will en toch ook weer uiiot Will was, in haar winl.ija.pcm gehuld, ah een duef (zooah hij dan o- k werkelijk was) I uiit die woning harer tamte was weggeslopen cn dén hoek dor straat had ocngcelagc-n, om zijsi schreden naar do kade tc richten. En toen hij uit het gezicht verdwenen was, ha/l zij dé huisdeur gosilotcci cn zich omgekeerd, mtot een gewoel van trccstclooz verlatenheid, dat haar altijd min of meer was bij geld cn-en Maar hoewel hij. liaor nooit geschreven, had ©n met tot haar teruggekeerd was, klonken zijni laatste waardon haar nqg voortdurend' in dé ooren. ,,Je bent de mijne, geheel en al even goed, alsof wij reeds man t». vrouw waren Eva.. Dat zal Ik nooit uit het oog verliezen. Beloof je mij, dat jc met onbezweken trouiw i op mij zult wachten, ook al is het mij niet mogelijk, in de eerste jaar of wat terug te ko men? Ziwéer je mij, dat?" „Ja, WiM, dat zweer ik je-'" had zij oj» ernstigen toon ten antwoord gegeven. „En als oom bijdraait," had haar arme Will cr bijgevoegd, „en bij zijfa dood Rozenheuvel aan mij vermaakt, zullen wij eerlijk samen deelen, Eva.'' Met de'herinnering aan de belofte, die zij op den a-vond hunner vei loving vau weers kanten hadden afgelegd, waren zij van el kander gegaan, voor tien lange, lange jaren. Was haar Will levend of dood? Deze gedach te had Eva na hun scheiding onophoudelijk gemarteld, zoowel overdag als des nachts. Zoo- dra zij Rozenheuvel in haar bezit had gekre gen, had zij de- noodigo maatregelen willen nemen, om haar neef op te sporen. Zij had in de meest gelezen couranten een adverten tie willen plaatsen of de zaak een bekwaam detect ivo in handen willen goven, maar haar notaris en raadsman had haai dit ten sterkste afgeraden, omdat- Will Caryll daardoor aan liet grootste gevaar »ou worden blootgesteld Mijnheer Roger Caryll was gestorven, maar de firm» Cnryil, Tyndal on Masters bestond nog cn elk der Vennooten afzonderlijk had het recht, straf te eisdhéti voor een misdrijf, dat jegens hen allen gepleegd was geworden. Ha ars ondanks had zij zich derhalve genoodzaakt, gezien. Iiaar oorspronkelijk voornemen to la ten varen en af te wachten, wat de tijd haar brengen zou. Maar tot. nog toe had de tijd haar niets gebracht. En toch droeg Eveline de zokerheüi met zich rond, dat zij' en Will elkander eenmaal zouden weerzien. Als dc ge dachte, dat de uitverkorene haars harten mis schien gestorven was, zicli ooit aan haar op drong, zette zij die onmiddellijk met kracht en geweld van zich af. Als Will gestorven was, zou zij dit wel op dc een of andere manier ver nomen hebben. Iïij had haar zoo innig lief gehad.. Als hij zijn eind© had voelen naderen, zou hij wel tot haar gekomen zijn, om haar te zeggen, dat alle hoop vervlogen was, al- thans'voor deze wereld. God zou hen niet van elkaar gescheiden hebben, zouder hun een laatst vaarwel op aard© toe to staan. Will was niet dood daar was zij zeker van. Alleen wist zij zichzelf geen voldoende rekenschap te geven van het. feit. dat hij haar nooit -ge schreven had. De eenige verklaring, die zij voor zijn hardnekkig stilzwijgen wist aan t© voeren was deze. dat hij nog altijd achter volgd werd door het dreigend schrikbeeld van ontdekking cn inhechtenisneming. Wist hij maar, Tlal zijp oom gestorven was en hij veilig in Engeland kon terugkeeren 1 Toen mijnheer Caryll overleden was en Eveline met haar vertrouwden raadsman en administrateur ver schillende aangelegenheden besprokori had» o.a. de kwestie aangaande Will, had zij don valschen wissel in een geldkist gevonden dio zij daarop weer gesloten en zelf in bewaring genomen had. Als dc firma dat verkoos, kon zij recht svervolging tegen Will instellen, maar zonder bewijzen kon zij tooh niets uitrichten. Indien er ecnig gevaar in aantocht was, zou zij den wissel ©ogenblikkelijk vernietigen. Zij wist zelf niet, waarom zij. dit niet reeds al lang had gedaan misschien hoopte zij een maal het genot te smaken van te zien. dat Will den wissel eigenhandig aan dc .vlammen prijsgaf. Hij had derhalve van niemand eenig onheil to duchtten dan van haar en dat zij hem ooit eenig leed zou kunnen berokkenen, was een ondenkbare mogelijkheid. li'oral vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1903 | | pagina 1