Hunnenland.
W. 175. Tweede Blad.
Donderdag 24 December 1903.
KOLONIËN.
3de Jaargang.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONïïEMENTSPRIJS
Pér 8 maanden toot Amersfoort f 1.29.
Idem franco per post. •*••••- 1.79.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Adrertentiën, mededeelingen en*., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers» VALKHOFF ft C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnnmmer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
f 0.75.
- 0.15.
Tan 1—8 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Yoor handel en bedrijf bostaan voordeollge bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
ÖÖST-INDIË.
Het Soer. Hbld. acht het zonden van
de Gelderland naar de kust van Tabanan
een politieke fout. „De vorst van Tabanan
kon niet terug. Reeds waren" ten zijp ent tal
van andere radja's of hunne vertegenwoordi
gers met groot gevolg aanwezig. Hij waa
gastheer en moest als zoodanig zijn plichten
vervullen. Hij had aan den warisch van de
Indische regeering gevolg gegeven, hij zou
zich eenvoudig onmogelijk hebben gemaakt.
Op deze wetenschap moesten de zwaarste be
dreigingen afstuiten.
„Moeten wij nu de door ons gemaakte!
fout pogen uit te wisschaa door het militai
re apparaat te hulp te roepen? Het zou al
te zot zijn, te meer wijl, zooals gezegd, de
vorst van Tabanan beloofde dat een volgende
maal geen weduwen verbranding zou plaats
hebben. Men mag dus verwachten dat hij in
een wijziging van het contract met het gou-
nement van Ned.-Indië zal bewilligen en de
ge)dane belofb zou bezegelen}. Vermoedeilij|kj
kan hij er tevens toe gebracht worden door
een boete zijn ongelijk te erkennen.
„Het optreden met ruw getweld zon hoogst
betreurenswaardige gevolgen hebben. Van de
moeilijkheden die een militaire actie in het
binnenland van Bali andervinden zal, behoeft
niet gerept te worden; wij kunnen volstaan
met te verwijzen naar het relaas van de ex
pedities van 1848 en 1849. Oneindig zwaar
der Weegt do ellende die een oorlog over de,
na zooveel onderlingen strijd eindelijk tot
rust gekomen Balische staatjes zal brengen.
Het zou onverantwoordelijk zijn de na zoo veel
inspanning aan de bevolking geschonken or
delijke ontwikkeling een kwart eeuw achter
uit te brengen om een. betrekkelijk futiele
kwestie op te lossen. Wie in dit blad Van
Hal's belangwekkend reisverhaal over Bali
gevolgd heeft, weet hoe groot die zegeningen
van onze tusschenkomst zijn, dank zij het
bijzonder beleid van den controleur Schwarz,
door Van Kol als volgt geschetst: „een man
die nadenkt, die zorgvuldig overweegt eer
hij begint, doch' dan met voorzichtig beleid
doortastend weet op te treden om zijn doel,
de bescherming mn den kleinen man tegen
vorstelijke willekeur en knevelarij1,, te "bei-
reiken. Op Bali heeft hij vooral in Gianjar
eene eerezuil opgericht en een taak vervuld
die ik niet aarzel een der schoonste feiten
te noemen uit onze geheeJe koloniale geschie
denis."
„Zoo'n man is zeker een paar bataljons
vechteenheden waard. En kost het optreden
van dezen allicht een millioenen, de gestie
van den controleur Schwarz kost niets. Hij
heeft het vertrouwen van de Balische vor
sten en zal dezen weten te brengen waar zijn
lastgevers het wenschen. Zonder twijfel zul
len dan ook spoedig, naar wij verwachten,
de contracten met de zelf besturen do lamd-
schappen want men behoort zich niet tot
Tabanan te bepalen in den verlangden zin
gewijzigd worden.
„Uit de laatste berichten in de bladen valt
op te maken dat ook de regeering Ie kanon
nen niet wil laten spreken. Zoo zal het dus
tot geen Balisch avontuur komen."
Het 75-jarig bestaan van de Kon. Mil.
Academie is, naar, wij in het Bat. Nbld. lezen,
door tal van oud-cadeten in do AD lit Socië
teit Concordia te Batavia op feestelijke wijze
herdacht. De eorewijn vloeide in ruime mate,
er werden gloeiende reden gehouden, luide
weerklonken de bekende, nimmer verloren
gaande academieliederen door de ruime zalen
en zelden heerschte een meer kaïnraadscthap-
jelijke geest onder de bijiQeugekomenn vain al
le rangen.
Aan H. M. de Koningin en Z. K. H. den
Prins-gemaal on aan het cadet ten corps wer
den telegrammen van eerbiedige hulde en
sympathie gezonden; op het eerst werd als
antwoord ontvangenDank van Har Maje
steit en Koninklijke Hoogheid. Adjudant
Zegers Reijser."
Een goede maatregel. Voor
een opzending van dwangarbeiders naar
strafplaatsen buiten Batavia, zullen van Ba
tavia bet eerst worden aangewezen alle voor
langer dan één jaar veroordeelde inlanders,
afkomstig uit de afdeeling Meester-Cornelis.
Deze maatregel is genomen, om te voorko
men dab de veroordeelden wegloopcn om de
dieven en rooversfoenden van Mecster-Cor-
nolis te versterken. (Blat. Nbld.)
Kameroverzicht.
Tweede Kamer.
Vergadering van Woensdag 23 Dec.
Staatsbegrooti ng 1904.
Hoofdstuk IX (Waterstaat H. N.)
De beraadslaging over de artikelen wordt
voortgezet.
De Minister geeft op eene desbetref
fende vraag van don heer Van G ijl n eenige
inliahtingen omtrent den stand der werken
van dew waterweg van Dordrecht naar zee.
De Voorzitter deelt mede, dat reeds
50 sprekers zijn ingeschreven en dringt aan
op kortheid, opdat ook niet morgen avond
zal moeten vergaderd worden. Verleden jaar
moest het geheele hoofdstuk Landbouw on
besproken blijven.
Bij artt. 16 en 17 dringt de heer Pas-
stoor s aan op hooger aanvang-salarissen
voor bureel- en kanaalbeambten.
De heer Ter Laan klaagt over de positie
der wegwerkers bij den Waterstaat dooi* het
geheele land, zeer ongelijk zijn, en dat die
iriensohen zonder verlof er niets bijl mogen
doen, omi het karige loon te verhoogen.
Dte Minister antwoordt, dat in 1898
de salarissen geregeld zijn en er voor hemj
geen aanleiding bestaat om daarop reeds
terug to komen.
Do Zondagsrust is voldoende. Het pen
sioen wordt ook voor de Waterstaats-
ambtenaren zooveel mogelijk bevorderd.
Bij art. 35 bespreekt de heer B o 1 s i u s
den waterafvoer op de Maas in Limburg Hij
dringt aan op meer spoed bij de verbetering.
Do heer Rruimm,elkamp bespreekt
den toestand van de havtu, van Maas
sluis, in verband met de werken tot onder
hond en verbetering van den waterweg van
Rotterdam naar zee. Spr vraagt het onder
hond van die haven geheel voor 'sRijiks
rekening te siemien.
De Minister antwoordt dat overwogen
zal worden, welke steun het Rij|k verleemen
kan.
Bij art. 47 zegt de Minister op een
vraag van den hoer Smeenge, dat nog geen
beslissing is genomen omtrent de droogma
king van de Zuiderzee. De minister acht dit
werk niet zoo urgent als andere zaken.
Bij art. 54 (Voorziening oeverwerken)
klaagt de heer Van Foreest over gemis
aan toelichting van den post en over te ruime
uitgaven. Verleden jaar heeft Spr. totaal on-
noodige werken zien maken. En ook dit jaar
zal er absoluut onnoodig werk worden ge
maakt, wanneer de minister niet tusschenbei-
do komt.
De heer F erf dringt aan op beveiliging
van het eiland Marken tegen jaarlijksche
overstroomingen.
De Minister zal daaraan rijn aandacht
schenken en zal de opmerkingen van den
heer Van Foreest onderzoekon. Hij blijft
zich aanbevelen voor dergelijke critiek
Bij art. 55 (voorziening Noordzee-kust),
komt de heer Van Foreest op tegen het
uitgeven van f 50,000 voor een zanddijk te
Callantsoog achter den buitenduinregel. Die
f 50,000 zijn weggeworpen, want die zand
dijken zullen weer verdwijnen als de forten,
die de kinderen aan het strand bouwen.
D|e Minister antwoordt, dat 's mm.
ambtsvoorganger is begonnen met de ver
sterking van den duinregel. De thans gevolg
de methode is die van den minister Lely.
Reeds het vorige jaar adviseerde de hoofdin
genieur van den Waterstaat tot aansluiting
der werken bij Callantsoog, maar toen werd
die urgentie betwist en is zij nagelaten.
Bij art. 56 (onderhoud en herstel van zee-
oeverwerken enz., onderhoud van havens),
klaagt de heer Lucasse over dë onvol
doende exploitatie van de havenwerken te
Vlissingen door de maatschappijl De Schelde.
De Minister heeft geen bepaalde grie
ven vernomen waaraan hij zou kunnen tege
moet komen.
Bij art. 65 (Onderhoud en herstel van
havens enz.) vraagt de heer Van Heem
stra verbetering van de haven van Muiden,
waardoor ook Muiderberg zal warden ge
baat.
De Minister antwoordt dat deze zaak
in onderzoek is.
Bij art. 69 (Havens in Groningen) vraagt
de heer Schaper spoediger afwerking van
do haven van Delfzijl, waarbij de heer Bos
zich aansluit. Geregelde stoomvaartverbin
dingen zullen daarvan het gevolg zijn.
De AI i n i s t e r antwoordt dat hij veel be
langstelling heeft in de haven van Delftzij],
maar dio belangstelling moet wel gelijken
tred houden met de beschikbare gelden.
Bij art. 78 (kanaal van Amsterdam naar
de Noordzee), spreekt de heer Van Fo
reest zijn leedwezen uit over het stand
punt door den minister aangenomen ten aan
zien van het op peil houden van het Kanaal.
Het Rijk is verplicht het peil te houden
op 50 A. P.
De Minister ontkent die verplichting.
Bij de overneming van het kanaal van de
Ka naai-maatschappij', is rij niet op den Staat
overgegaan.
Bij art. 80 (haven IJmuiden) vraagt do
heer Smeenge een speciaal onderzoek
naar het door een ambtenaar van den Rijks
waterstaat genomen ontslag als secretaris
eencr vcrecniging.
Naar Spr. vernomen heeft is dit onder
pressie geschied.
De Minister antwoordt, dat dit onder
zoek reeds heeft plaats gehad. Pressie heeft
niet plaats gevonden.
Bij art. 82 (vaart tusschcn Amsterdam en
Vreeswijk) dringt de heer Do Waal Ma
le f ij t aan op voorziening in den water
stand van de Vecht.
De Minister heeft dezo zaak reeds on
der do aandacht van Gedep. Staten van
Utrecht gebracht.
Bij de afdeeling Landsgebouwen geeft de
Minister eenige inlichtingen omtrent de
inrichting van de Hofzaal (Loterijzaal). De
troon komt niet in liet front, maar aan de
langszijde- De levering van het meubilair
zal aan de binnenlandsche industrie worden
opgedragen.
Bij de HIe afdeeling (Spoorwegen) spreekt
do heer Willinge zijne ingenomenheid
uit met d'e verhooging van subsidlie aan do
Nodorlandsche Tram weg-Alaatsdhappij.
Do heer Siueengo dankt dein minister
voor de betere verbinding met het Noorden
en vraagt uitbreiding van de overkapping
aan het station Moppel. Spr. klaagt over het
gebrek aan materieel op het traject Amster
damDen Haag van do H. IJ. S. Mij. Spe
ciaal geldt de klacht de treinen 109 en 113,
waarvoor oud materieel wordt gebruikt eu
de mensdien op elkaar worden gepakt. Spr.
heeft een lijstje met grieven over de dienst
regeling, dat hij den minister zal overleggen
om tijd te besparen. Verder bepleit hij traan-
aanleg, waardoor geïsoleerde streken worden
aangesloten. Wanneer de minister zoo voort
gaat zal hij zich in Drenthe een monument
opriahten, dat daar zal staan als de minister
er niet meer is. (Bravo's).
De heer Z ij 1 m a klaagt over den slechten
toestand van het station Winsum. Da perrons
zijn onvoldoende en er is geen behoorlijke
verlichting.
De heer Hugenholtz sluit zich aan bij
liet betoog van de heeren Willinge en
Smeenge met betrekking tot de Nederland-
sche Tramweg-Maatschappij. Het heeft Spr.
verlieugdl dat de minister de Drentsch-
Friesahe tram plannen wil bevorderen, doch
hij vraagt of dieper ingrijpen misschien niet
wenschelijk ware. Zou Staatsexploitatie niet
noodig zijn
De heer De Ridder wijpt op den onvol
doenden staat van het station Bunnik.
De heer AI e 1 o k e r s bespreekt den toe
stand vami het Nederlandsahe spoorwegperso
neel in verband met de werkstaking in het
voorjaar.
Met het bekende artikel 113 werd op schro
melijke wijze de hand gelicht. Spreker noemt
daarna een aantal misstanden, welke volgens
hem bestaan.
In den loop der vergadering werden tot
leden der commissie van voorbereiding be
noemd voor onderzoek van het wetsontwerp
tot wijziging van de eerste zes titels van het
Vierde Boek van het Burger 1. Wetb. de hee
ren Lobman, Wellinga, v. Raai te, v. Sassen
van Ysselt en De Ridder.
In de gisterenavond gehouden vergade
ring werd Hoofdstuk X (koloniën) behan
deld.
De heer F o o k komt terug op de quaestie
van het uitzenden van een expeditie naar
Tabanan. Te mieer aanleiding heeft omi nar
dere inlichtingen te vragen waar, volgens
particuliere berichten, reeds een) expeditiei zou
zijn voorbereid.
Hoewel het gebruik van de weduwen-ver
branding ten volle afkeurende, zegt*Spr. dat
hij een expeditie zeer zou betreuren.
De heer Van Kol ondersteunt geheel
wat door den vorigen Spr. is gezegd, en
meent dat een expeditie voor het bespro-
keu doel, ook in strijd zou zijn met het recht,
terwijl wij ook geen reden hebben om in de
inwendige aanngelegenheden in te grijpen.
De Minister van Koloniën, dan
kende er voor dat mon hem vooraf heeft
gewaarschuwd, deelt de bijzonderheden der
zaak mede, waaruit blijkt dat ia de land
schappen, onder direct bestuur, geen wedu
wen-verbranding meer zou plaats hebben.
Naar aanleiding van heb bericht, dat de
verbranding had plaats gehad, heeft dö gou
verneur-generaal geweigerd den nieuwen Rad
ja te erker nen, tenzij ran bepaalde edscken
zou worden voldaar vóór 1 Januari. De gou-
vorneui-generaal heeft nu geseind, dat de
eisoheai reeds voorloopig zijn aajngenomen,"
zoodat er groote kans bestaat dat de rad jak
aan onze eischen zal voldoen en dat dus
geen expeditie zal noodig zijn. Officieel heeft
hij dan ook geenerlei bericht van een samen
stelling der expeditie ontvangen.
Meer kan hij niet zeggen, maar wel kan
hij zeggen, dat ook de gouverneur-generaal
niet dan in den uitersten nood gewapend te
gen WaJi moet worden opgetreden.
Nu is aan de orde de Begrooting van
Suriname.
De heer V ai n B y 1 ai n, d t wijst er op dat
in de laatste jaren de belangstelling in Suri
name en Curasao is toegenomen. Met het
oog op het aanstaande Panamakanaal hoopt
hij dat alles zal worden gedaan in het be
lang van die kolonie.
Wat nu speciaal SurinamB betreft, be
spreekt spreker in de eerste plaats de emi
gratie. Hij waarschuwt echter de regeering
tegen den toememenden invoer van Chinee-
zen.
Overigens vindt Spr. het zeer goed "at men
voor de ontwikkeling van Suriname zal doen
wat mogelijk is.
Men moet geven wat noodig is voor de
ontwikkeling van do kolonie, maar de heo-
ren moeten zelf betalen wat rij meeuen
voor hun genoegen noodig te hebben.
De heer Van Kol wil noch erkennon,
noch ontkennen dab Suriname een rijk land
is, maar zijn ondervinding is, dat hij meent
veel te kunnen onderschrijven, van wat voor-
kamt in eene niet al te pessimistische bro
chure van den heer De Gelder.
De groote cultuur gaat achteruit, doch hij
wil nog geen bepaald oordeel uitspreken.
Doch hij meent dat men vooral zijn heil
moet zoeken in de kleine cultuur. Rijstcul
tuur zou voor de Javaansche koliee zeer goed
rijn, maar de grond schijnt daarvoor niet
Wat nu de kleine landbouw betreft, deze
kan daarom goed bevorderd worden, omdat
negen-tiende van het land domeingrond is.
Spr. heeft de vestigingsplaatsen bezocht en
is daardoor overtuigd geworden, dat de
kleine landbouw een goede toekomst heeft.
Wat den invoer van vreemde werkkrach
ten betreft, (fit behoeft voor Suriname geen
groot bezwaar te rijn, doch voor behoorlijk
toezicht moet ewrg worden gedragen.
De regeering doet veel voor dae vreemde-
lingen, doch rij moet ook meer doen voor de
inboorlingen en moet me» trachten het hei
dendom onder hen tegen te gaan, waartoe de
zending veel kan bijdragen. Met genoegen
heeft hij gezien, dat de tegenwoordige gou
verneur een tuchtschool heeft opgericht.
Spr. wijst verder op tal van goede maat
regelen door deoi gouverneur genomende
vaccinatie heeft hij, ingevoerd etn vele an
dere maatregelen genomen. En als er van
Suriname iets goed te maken is, dan, zal dit
zeker onder den tegenwoordigen gouverneur
geschieden.
De heer F o c k zegt, dat waar men met
Suriname op con keerpunt verkeert, het
wenschelijk zal wezen meer tijd aan de be
grooting te kunnen besteden.
Met weinig genoegen heeft hij gelezen de
brochure van den heer De Gelder, die nu
zegt dat Suriname niets waard is, maar toch
gestaan heeft aan het hoofd der maatschappij
Suriname, die zeide de kolonie tot cmtwikke
ling te zullen brengen.
Spr. waarschuwt ook tegen het optimisme
van den gouverneur en heeft met genoegen,
gezien dat de minister heeft afgewezen het
verlangen om de kosten voor do electrisöhe
verlichting op de begrooting te brengen. Het
is hier een zaak die met de ontwikkeling der
kolonie niets te maken heeft eu ook on
noodig is, waar vele gas-ooncossiën gevraagd
zijn.
Wat de emigratie betreft, ook Spr. wil
dat men trachten moet zooveel mogelijk Ne
derlanders naar Suriname te doen vertrek
ken, maar hij gelooft toch dat de voorkeur
verdient de bevordering der emigratie van
Javanen.
De Minister sluit rich aan bij den
lof, den gouverneur gebracht.
Wat betreft het gevaar, dat kan voort
vloeden uit eenigszrtus ruime schaal aanvoe
ren van Ckineezetn. Die minister zal de aan
dacht van den gouverneur er op vestigen,
maar hem is niet bekend dat invoer van
Ohineeizeu bevorderd wordt.
Wat aangaat de bevordering der geeste
lijke belangen van de bevolking, de minister
zal gaarne de pogingen der zending steunen^
ofschoon natuurlijk van geen godsdienstige
propaganda sprake kan rijn, wel van be
vordering der verstandelijke belangen van
de bevolking.
Wat aangaat den invoer van Nederlanders
in Suriname, zeker is de minister het hier
mede eens, als ei sprake zou rijn van keus
tussahen Nederlanders en vreemdelingen, doch
het. verleden is wel een waarschuwing tegen
optimistische verwachtingen omtrent de be
vordering der emigratie van Nederlaudscho
boerenbevolking. Ons ras kan moeielijk zon
der bloedmenging iu Suriname.
Wat de brochure van den heer De Gelder
betreft, de minister beeft het noohi met ge
noegen, noch met instemming gelezen en dat
wat er in staat onjuist is, is door deskun
digen bewezen.
Na repliek van de heeren Van Bylandt
Van Kol en Fock en dupliek van den
Minister, worden de beraadslagingen
gesloten.
Bij art. 24 bespreekt de heer Van Kol
de quaestie der vluchtelingen uit Franse 1-
Cayenne. Hij heeft niet het oog op misda
digers, maar op andere personen, die geen
misdaad hebben gepleegd. Hij meent dat
men deze niet behoeft uit te leveren.
Bij artikel 71 wijfet de heer Van Kol
op de slechte toestanden in het gesticht
Boniface, zijnde liet oude mannengesticht .ij
Paramaribo.
Bij artikel 73 vestigt de heer Van Kol
de aandacht op het quarantaine-stelsel; ver
betering is zeer noodig; het tegenwoordige
quarantaine-station moet in vele opzien! en
veranderd wélden, ook oml internationale
moeielijkheden te voorkomen.
De minister zal op de verschillende
zaken, de aandacht van den gouverneur ves
tigen.
Bij do afdeeling pensioenen ent." wij'sfc
de heer Van Kol op de toenemende uit
gaven voor verlofs-tractemonten, waarop de
minister de aandacht van den gouverneur
zal vestigen.
De begrooting van Suriname wordt goed
gekeurd.
Curasao.
Aan de orde is dë behandeling der be
grooting van Curasao.
De lieer Van Kol, herinnerende aan
wat in de Troonrede omtrent Curasao 13 ge
zegd, zegt dat de geheele hulp van Neder
land zich bepaald heeft tot een som van
f 10,000.
Als mon de toestanden kent, dan krijgt
men diep medelijden en moet men, overtuigd
rijp dat er veel meer moet gedaan worden.
Het hoofddoel rijmer nota was, dat men
spoedig krachtige hulp moest verleenen,
doch uit het antwoord blijkt, dat Spr. zou
gezondigd 1 ebben tegen den vorm, omdat
hij zijne nota niet in de afdeelingen had
voorgelezen.
Hij dankt den minister voor rijn uitvoe
rig antwoord, doch hadi wel iets anders ver
wacht dan een verwijt.'
De Minister deelt mede de maatrege
len van regeeringswege genomen om te voor
zien in den acuten nood van Curasao in den
aanvang van dit jaar. Een som van f 10,000
werd beschikbaar gesteld! en de gouverneur
heeft gemeld dat geen verdere hulp noodig
was om in den oogenhlikkelijken nood te
voorzien.
Wat de nota van den 'heer Van Kol be
treft, rijn antwoord bewijst dat hij er ge
noegzanie aandacht aan heeft geschonken.
Doch bijl ia opgekomen tegen uitdrukkingen
van schrielheid, omdat Oura$ao juist redle
nen voor het tegendeel heeft.
Wat de mijnwet betreft, hij erkent dat do
heer Van Kol getracht heeft de zaak van
de pbosphaatexploitatie te bevorderen. Hij
hoopt dat de mijnwet spoedig zijn departe
ment zal kunnen verlaten.
De minister zal overigens laten onderzoo
ken al wat kan worden gedaan om den bloei
dér kolonie te bevorderen.
Na repliek van den heer Van Kol (die
terugneemt het woord „schrielheid", en daar
voor in de plaats stelt „ondoelmatige be
steding der gelden"), en dupliek van den
Minister, worden de beraadslagingen ge
sloten, nadat de minister gezegd heeit dat
bij het karakter en de toewijding der amb
tenaren op' Curasao volkomen erkent.
Bij de behandeling der artikelen warden
door den heer Van Kol nog enkele op
merkingen gemaakt.
De begrooting van Curasao wordt goedge
keurd.
Hierna wordt de geheele begrooting van
koloniën aangenomen.
Nadat neg enkele kleinere zaken waren
afgedaan, werd de vergadering verdaagd tot
heden ochtend 10 uur.
STAATSLOTERIJ.
Trekking van 23 Dec.
31 61 219 401 423 458 610 518
700 779 851 917 932 967 988 1040
1044 1089 1153 1159 1160 1181 1191 1201
1211 1275 1281 1287 1321 1329 1417 1424
1490 1495 1514 1553 1618 1629 1745 1856
1941 I960 2000 2025 2049 2069 2137 2144
£73 2213 2239 2242 2262 2284 2320 2363
2481 2577 2581 2614 2615 2665 2704 2732
2778 2845 2919 2942 2997 3046 3187 3241
3242 3318 3342 3349 3358 3484 3487 3552
3638 3672 3736 3742 3748 3769 3778 3826
3060 3082 4030 4063 4089 4097 4204 4256
4262 4266 4270 4415 4420 4436 4454 4518
4577 4612 4616 4690 4704 4803 4940 4956
4978 5109 5130 5132 5237 5286 6334 5340
5473 5520 5563 5666 5769 5805 5829 5858
5870 5894 6095 6098 6106 6130 6141 6150
6163 6176 6191 6218 6272 6282 6410 6421
6456 6460 6489 6496 6505 6649 6722 6723
6755 6773 6806 6832 6841 6023 6926 6953
6960 6984 7121 7135 7147 7179 7292 7345
7363 7367 7384 7397 7419 7433 7462 7523
7615 7664 7692 7725 7764 7769 7794 7821
7915 8003 8106 8166 8190 8191 8202 8217
8241 8245 8262 8324 8365 8418 8469 8495
8510 8544 8585 8632 8675 8901 8912 8919
8937 8950 9002 9069 9076 9113 9153 9159
9218 9263 9325 9431 0476 9400 9586 9592
9664 9736 9751 9768 S841 9886 9990 10012
10059 10079 10006 10098 10120 10217 10236 10248
10312 10356 10624 10792 10812 10902 10967 10986
11016 11024 11032 1112811154 11170 1117211194
11258 11278 11328 11347 11374 11400 11427 11449
11479 11508 11548 11564 11592 11653 11669 11723
11729 11772 12037 12038 12060 12099 12130 12284
12294 12307 12406 12476 12507 12514 12683 12Ö13
12878 12387 12926 12944 12979 13123 13136 13158
13161 13232 13282 13290 13325 13461 13479 13521
13533 13600 13668 13676 13727 13729 13779 13836
13026 13057 14049 14066 14240 14293 14313 14319
14328 14367 14418 14532 14/73 1/643 14855 14884
14911 14931 14976 14999 15010 15050 15067 15071
15126 15132 15178 15201 15203 15219 15232 1523/
15287 15477 15503 15505 15923 15533 15607 15633
15643 15665 15670 15695 15717 15758 15801 15811
15831 15936 16947 15966 15079 16000 16014 16020
16052 16082 16154 16180 16200 16220 16343 16370
16389 16506 16511 16618 16761 16797 16905 16907
16028 16931 16981 17001 17005 17019 17033 17064
17112 17150 17195 17212 17278 17283 17364 17381
17409 17518 17520 17539 17600 17643 17648 17683
17723 17725 17888 17949 17956 17981 17985 18080
18132 18200 18206 18219 18225 18326 18362 18365
18377 18389 18456 18482 18681 18807 18822 18853
18910 18987 19025 19046 19133 19155 19900 19204
19229 19249 19316 19324 19342 19373 19386 19521
19532 19542 19574 19578 19585 19671 19660 19696
19715 10723 19747 19750 19833 19925 20050 20065
20086 20097 20201 20276 20374 d)389 20635 2(047
20648 20652 20665 20660 20669 20714 20773 20834
20868 30871 20912 20919 20970
De hoognte prijzen der 3. klantte.
Trekking van 24 Dee.
Prjjs v. f 1000 No. 18012
100 20658