nr. sin. jnarj^nng. Woensdag 3 Februari 1904. rsa BUITENLAND. FEUILLETON. Rozenheuvel. ERSFOORTSCH DAGRLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, raededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij do Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: ▼an 1—5 regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tót het herhaald odverteeren in dit Blad bij abonnement Eens circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht De obetruotie in Hongarije. De geheele politiek in Hongarije draait eich sedert vele maanden- enkel om de vraag der vaststelling van het contingent dei- mili- tiepliohtigen. Alles wat de Kroon heeft onder nomen om, met de Hongaren op goeden voet te kamen, is geschied met. het oog op dit puiat. Do inwilliging van, verschillende wcn- sohön dei* Magyaxen in de legerkwestie, de intrekking van het wetsontwerp, strekkende tot verhoogmg v*u het contingent der mili tie, waardoor dei in, den. Oostenrijkscheai rijks raad reeds aangenomen wet weder ongedaan werd gemaakt, de val van twee minister presidenten, Kolomen Szell en graaf Khuesi- Hedervary, de opdracht van het ambt van eersten minister aan graaf Stefan Tisza, de onderhandelingen met de Kossuth-partij, do veranderingen in het militaire programma van de liberale partij) door Tisza in overleg met de Kroon tot stand gebracht, dit alles moest slechts dienen om voor het Hon- gaarsche parlement, den weg te effenen can tot de vaststelling vaar het recruten-coutin- gent, waarvoor jaarlijks een besluit van den rijksdag uoodig is, te kunnen komen. Dat is echter, ondanks al de moeite die men rich daarvoor gegeven heeft, tot heden nog niet geschied. De tweede maand van het jaar 1904 is ingetreden; doch daar het parle mentsbesluit tot vaststelling van het cijfer der lichting, die onder de wapenen moet worden geroepen, nog niet genomen is, kon den de reoruten, die in 1903 moesten worden opgeroepen, nog altijd niet ingelijfd worden. Graaf Tisza heeft wel eene numeriek zwak- here parlementaire obstructie tegenover zich dan zijn voorganger in het bewind; maar dat baat hemi weinig. In de zaak zelve is hij oog niets gevorderd; ook deze zwakkere obstruc tie is krachtig genoeg om te beletten, dat het voorstel der regeering kan worden afge daan. In het leger komt het dientengevolge tot onhoudbare toestanden. De manschappen' van de oudste lichting, die reeds in October jl. naar hunne haardsteden hadden moeten gezonden zijn, moeten in dienst gehouden worden, omdat de belangen van den dienst niet toelaten, het effectief plotseling met vele duizenden te verminderen. Op vele plaatsen is het dientengevolge tot onlusten en mui terijen onder do manschappen van deze lich ting gekomen. Ten slotte zal men er wel toe moeten overgaan, aan deze otngeduldigen de vrijheid to verschaffen, clie hun rechtmatig toekomt. Maar wanneer inmiddels geen toe stemming is verkregen tot het oproepen van de nieuwe lichting der militie, zullen de manschappen der reserve- onder de wapens moeten komen, hetgeen wederom aan duizen den familiai zware lasten en ontberingen zou opleggen. De Keizer, die zijn vertrouwen gesteld had op graaf Tisza in de hoop. dat deze eindelijk ruim baan zou kunnen verkrijgen in het huis van afgevaardigden voor het wetsontwerp op liet militiecontingent, is onder deze omstan digheden zelf ongeduldig geworden. Graaf Tisza heeft eene. audiëntie gehad in, den hof- burg te Weenen, en als de uitkomst, van deze audiëntie zijn te beschouwen de verklarin gen, die hij in het laatst der vorige week in het. huis van afgevaardigden heeft afgelegd. Hii heeft daarin den obstructionist en hun zon den register nog eens met nadruk voorge houden. Hij aeide o. a: „Slechts zeer weinige leden van het huis volharden in, de obstructie; zelfs het groot ste gedeelte van de oppositie heeft de voort zetting van de obstructie mannelijk en be slist veroordeeld en du verklaring afgelegd, dat het het werk der oppositie binnen de perken van het normale politieke leven on onder handhaving van de groote beginselen vian het parlement wil voortzetten. Jammer genoog komen de parlementaire maatregelen, die ons ten dienste staan, zoozeer tegemoet aan het anarchistische streven, dat hier kou gebeuren wat in geen ander parlement mo gelijk geweest bou zijn, dat het veertigste gedeelte van bot huis in staat was, drio maanden lang den vruchtbaren arbeid in het parlement tegen te houden. En, thans zijn wij genoodzaakt met het feit te rekenen, dat wij. op den weg, dien wij in den laatsten tijd hebben ingeslagen, niet in staat zullen zijn de belangen van hot land met succes te behartigen. Wij moeten daarom zonder partijverschil de consequentiën daaruit trek ken. Ik geloof bepaald, dat de strijd, die voor de deur staat, geen partijstrijd zal zijn. Aan dien strijd moeten allen deelnemen, die de Hongaarsche grondwet en het Hongaar se he parlementarisme in bet hart dragen. Ik doe voor dezen strijd geen afstand van de hoop, dat wij, die niet willen dat het con stitutionalism© aan de grootste gevaren wordt blootgesteld en dat eenige weinig© politieke desperado's ons beletten ons werk te doen, onverschillig tot welke partij wij; behooren, in één kamp vereenigd zullen zijn. Het huis van afgevaardigden mag niet lan ger aan het frivole spol van een. gering deel zijner leden blootgesteld blijven." Wanneer de obstructie met. woorden ware te overwinnen, dan zou dat ongetwijfeld aan graaf Tisza gelukken. Maar om woorden geven deze politiek© desperado's niets; er zijn daden noodig om Een onsc' adelijk te maken. JNu heeft graaf Tisza gedreigd, dat, als alle andere middelen uitgeput waren, het reglement van orde zou worden veranderd, en medegedeeld, dat de regeering de toestem ming van de Kroon bezit tot alle maatre gelen, die zij noodig mocht achten. Hij heeft aan het handjevol obstructionisten den eiscb gesteld om vóór het einde van de week de wet op het militie-contingent te laten pas seren. Daaraan hebben de heeren zich niet gestoord. Nu zou het dus moeten komen tot dwangmaatregelen. Maar er is nog een be denktijd van drie weken toegestaan zoo lang zij,n namelijk de zittingen van het huis verdaagd, om aan de delegatiën gelegenheid te geven hun arbeid to verrichten. Over drie weken zal derhalve de beslissende strijd in Hongarije beginnendan zal blijken of men werkelijk de obstructie aandurft. Men heeft echter m de laatste jaren reeds zoo dikwijls gehoord, dat er „afdoende maatregelen" zouden genomen worden in Hongarije en in Oostenrijk. Daarvan is nooit iets gekomen en het is dus niet te verwonderen, wanneer ditmaal die aankondiging eenigszins slcep- tisch wordt opgenomen. Dultschland. Graaf Balie strem heeft, reeds in den Rijks» dag van het sterke plichtsgevoel van den Keizer gesproken, dat hem weer hield, toen zich de eerste verschijnselen van de keelaandoening vertoonden, eerst aan zich zelf te denken en die ontmoeting met den Tsaar af te gelasten, „daar hijv, voor het geval het iets ernstigs was, ten minste aan rijn zoon een goede nabuurschap met Rus land w;lde nalaten Dat Z. M. zich inder daad beeft voorgesteld, dat de aandoening van einstigen aard kon zijn, blijikt. uit zijn antwoord op de opmerking, dat het verstan dig van hem geweest was te verlangen, dat do waarheid voor liet volk niet zou worden verbloemd. .Ja, gij hebt het goed gehad; maar ik heb twee maanden rondgeloopen zander te wetou of liet geval goedaardig of kwaadaardig was." Landraad van Wedel, de broeder van den Saiksisehen minister van het koninklijke huis, heeft deaa niededeelingeu nog aangevuld.. In Saksen, zoo vei telde hij, merkte de Keizer voor het eerst, dat hol aan zijn stemband haperde. Het was toen nog zoo'n diep ge heim, dat zelfs de Keizerin er niets van wist. De Keizer liet zich dbor zijn lijfarts onder zoeken. die liet uoodig achtte er onverwijld een specialist bij te halen. D© specialist kwam. Maar den dag van liet onderzoek reed de Keizer eerst nog aan het hoofd van vier legercorpsen over het manoeuvre-terrein. Pas 'b avonds had te Meraeburg het onderzoek plaats. De specialist verklaarde, dat een on middellijke operatie noodig was, er was geen tijtel te verliezen. Da Keize-r antwoordde ech- tei* dat, ook hij geen tijd te verliezen had, omdat ernstige plichten hem wachtten. In dien tijd viel de ontmoeting tusschen don Tsaar en den Keizer. Pas daarna gaf de Keizer zijne toestemming tot de operatie. Hoe het hem te Wiesbaden an Darmstadt te moede was, terwijl hij rondliep met de gedachte aan een herhaling van het lijden van zijm vader, heeft niemcandl aan hem ge merkt. In het publiek vertoonde de Keizer zicht aldoor als opgewekt prater, terwijl juis de schuchtere Czaar zich bepaalde tot het gebruik van eenlettergrepige woorden. Zwitserland. Do Bondsraad heeft de bijeenkomst van do Internationale conferentie van. het Roode Kruis, tot herziening van de on- venti c van Genève, bepaal dl op begin Sep tember. Frankrijk. De Senaat heeft de algemeene beraadsla ging over het wetsontwerp tot het verlee- nen van machtiging aan het Seine-departe- ment tot het sluiten van eene leening van 200 millioen francs, ten einde gebracht. Art. 1 is goedgekeurd met 173 tegen 13 stemmen, bngeiand. In de troonrede tot opening van de zitting van het- parlement, wordt gezegd, dat do betrekkingen met de vreemde mogendheden gunstig blijven, en het ver trouwen uitgedrukt, dat het Engelsch-Fran- sche arbitrage-verdrag bevorderen zal, dat bij internationale geschillen de toevlucht zal worden genomen, tot arbitrage. Het verdrag is ecu bewijs voor de vriendschappelijke be trekkingen tusschen beide landen. Onderhan delingen warden gevoerd met Italië en Ne derland tel het. sluiten van dergelijke ver dragen. Verder wordt gewezen op het verdrag met Portugal, waarbiji aan do scheidsrechterlijke uitspraak van den Koning van Italië werd onderworpen de bepaling van de grens tus schen de bezittingen in Zuidwest-Afrika. Over de beslissing in het Alaska-geschil wordt leedwezen betuigd verblijdend is het echter, dat. de zaak nu van de baan is. De Koning hoopt, dat de macht van den Mullah in Somali land spoedig gebroken zal wordeu, en wijst daarbij op de hartelijke me dewerking van Italië en Abessinië. Verder zegt de troonrede; „Wij hebben met belangstelling den loop der Russisch-Japansche onderhandelingen ge volgd een verstoring va» den vrede in die streken zou betreurenswaardige gevolgen moe ten hebben. De hulp. die onae regeering kan verleenen om eene vreedzame oplossing te bevorderen, zal gaarne verleend worden. „Wij hopen, dat het gewijzigde plan van. de Macedonische hervormingen, zooals het na een betreurenswaardig uitstel door de Porto is aangenomen, de uitvoering zal mogelijk maken van deze doeltreffende maatregelen van verbetering, waaraan zoo dringend be hoefte bestaat in die ongelukkige streken. De Koning vertrouwt, dat de politieke zen ding naar Thibet zal leiden tot oen schikking met de Chicecsche en Thibetaansche autori teiten, die langs vreedzamen weg de bron. zal wegnemen van aanhoudende wrijvingen aan de Indische gr$ns. Een, wetsontwerp wordt aangekondigd te gen de nadeelige gevolgen van de immigratie van misdadigers en armlastige vreemdelingen. De eerste minister Arthur Balfour was, wegens em aanval van influenza, bij de ope ning van het parlement niet aanwezig. Bij de behandeling van het adres van ant woord op deze troonrede in het Hooger- h u i s wees de minister van buitenlandsche zaken, lord Lansdowne, met voldoening op het arbitrage-verdrag met Frankrijkhij zeide dat onderhandelingen over een derge lijk verdrag met Nederland gaande zijn. Het betrekking tot Macedonië zeide hij, dat En geland niets verzuimd heeft om het hervor mingsplan zoo volledig mogelijk te maken. De toestand is daar ongetwijfeld ernstig. Wij hebben ons de volle vrijheid voorbehouden' om een anderen, weg in te slaan of verder strekkende maatregelen te nemen, indien het tegenwoordige plan mocht mislukken. Over de crisis in het uiterste Oosten zeide d© minister, dat het een axioma in de diplo matie is, dat het niet wenschelijk is goede diensten aan te bieden, tenzij men reden heeft te gelocwen, dat die goede diensten verlangd worden. „Wij zijn niet uitgenoodigd geworden goed© diensten te bewijzen. In tus schen heeft althans ee*n van beide partijen duidelijk t© kennen gegeven, dat zij op het oog cn blik werkelijk tusschen komst, wcnscht. Wij zijn daarom geheel correct geweest, door Ln de troonrede woorden in te lasschen welke aantoonea, dat wij eene vreedzame schikking wenschon te bevorderen en als do gelegen, heid om mede te werken tot dit doel zich mocht voordoen, zullen wij ons gaarne daar» van bedienen." Lord Lansdowne besloot met te verklaren, dat hij sympathiseerde met het streven van Chamberlain om de verschillende deelen van het rijk nauwer aan elkaar te verbinden, maar al is de belooning bij het welslagen van zulk een staatkunde groot, clc straf bi', eene mis lukking zou onherstelbaar zijn. De regeering geeft slechts van gewone voorzichtigheid blijk, wanneer zij weigert» zich door zulke voorstellen te laten meeslee- pen. De houding van do regeering is volko men logisch. Het adres van antwoord werd daarop goed gekeurd. In het Lagerhuis deelde Sir Heruy Campbell Bannerman mede, dat de heer Mor- ley een amendement op het adres van ant woord zal indienen, waarbij de geheele fiscale quaeatie ter sprake zal worden gebracut. Wegens de ongesteldheid van den heer Bal four echter, zijn de debatten daarover eenige dagen uitgesteld. Italië. Het Engelse h-I taliaanschu aeheidsgerechttractaat is, vol» gens een bericht uit Rome, gisterenmiddag in het ministerie van buitenlandsche zaken onderteekend. Servië. Officieel wordt uit Belgrado gemeld, dat de mededeel ing der Porte, dat in Wranja i n andere plaateen van Servië dynamiet i u bommen vervaardigd worden, om in de drie vilajetten gebruikt te worden, iederen grond van waarheid mist. Zij moet slechts dienen om de blikken dier openbare meening in Europa van de concentratie van Turkaoha troepen aan de grenzen van Servië af Ie leiden en de wreedheden te verontschuldi gen, die de Turkseho troepen dagelijks ia het vilajet Koseowo begaan. De Servische regeering blijft trouw aan haar beginsel om niets te doen, wat de doorvoering der pas begonnen hervormingen in den weg zou kun nen staan. Mededeelingen a's die der Porte kunnen de regeering niet doen afwijken van haren weg, hoewel rij haar taak ongetwijfeld met voorbedachten rade bemoeielijken. Rusland. De minister van verkeer, vorst Chilkof, is tot een inspectie van den Siberischen en Transbaikalspoorweg uit Peters burg ver trokken. Oost-Azië. In verband met de «ffisis in het uiterste Oosten verneemt de Telegraph, uit Petersburg, dat de officieele nota van Rusland aan Japan in beleefde termen is vervat en voorstellen inhoudt, die eenstem mig zijn aangenomen door de vergadering van den oppersten raad van verledan Donder dag. De nota is gelijktijdig medegedeeld aan den stadhouder Alexejew en aan den gezant baron Rosen. Men verneemt, dat de nota niet gewaagt van Mandsjoerije, omdat de inzichten van Rusland over dit onderwerp reeds voldoende bekend zijn. Het Russische telegraafagentechap bericht, dat de in de haven van Wladiwoetok liggen de oorlogsschepen „Gromsboi„Rossya"; „Bogatyr" en „Rjur en het transportschip „Lena"' uitgerust oa K-ekiaar gemaakt zijn. Al het houtwerk is gisteren verwijderd. Zij zijn gereed om op het eerste bevel in zee te gaan. Do haven wordt door een ijsbreker opengehouden. Verder deelt het agentschap mede, dat het bericht van Reuter's particulieren cor respondent d.d. 29 Jan over de voorloopige schorsing van het vervoer van handelswaren op den Oost-Siberischen spoorweg, ten einde den weg vrij te houden voor het vervoer van troepen en materieel voor het leger, van al len grand ontbloot is. Van bevoegde rijde wordt verzekerd, dat op den Siberische» spoorweg het gewone verkeer geregeld, zon- dei het minste oponthoud voortgaat, omdat er thans transport van troepen plaats heeft, dat maatregelen vordert, die belangrijk in grijpen op het gewone verkeer. Uit Washington wordt bericht: Het ant woord van Rusland aan Japan is wat zijn hoofdinhoud betreft aan de verschillend© kan selarijen medegedeeld cu heeft aanleiding ge- 91 Uit het Engelsch van FLORENCE MARRYAT. Voor een krachtige natuur als van Eve line Rayne was dé' aanblik van iemand als Jasper Lyle onbeschrijfelijk terneerdrukkend en ontmoedigend. Wel gaf zij hem van tijd tot t-ijd een zachte, vriendelijke vermaning, maar nooit verweet zij hem zij|n luiheid en aanmatiging. Wie stond er baar borg voor, wat hij doen of zeggen zou, als hij oneenig- heid kreeg met haar of met zich zelf? Jasper Lyle begreep zeer goed, welke angsten en zorgen haar kwelden, en met die wetenschap toegerust, ging hiji ongestoord, zonder blik ken of blozen, zijn ouden gang en maakte hij zich liet leven zoo aangenaam en ge makkelijk mogelijk Hij wist, dat Eveline Item niet kon treffen, zonder tevens Agnes te raken, en hij wist ook, dat ziji liever alles zou verduren dan dat zij haar vriendin het huis ontzegde. Zijn jonge vrouwtje was een onfeilbaar wapen in zijn hand en hij dank'to zijn gelukkig gesternte, dat. hem tot Agues had gevoerd, toen het noodlot zich tusschen hem en Eveline had gesteld. Als Rozenheu vel zijn wettig eigendom was geweest, had liij er niet meer genot van kunnen hebben dan hij thans smaakte, en met een gevoel van innerlijke voldoening hield hij zich zelf gedurig voor, dat hij; thans al de voordeelen genoot, aan liet bezit van zulk een uitge strekt landgoed verbonden, zonder do las ten en zorgen, welke eveneens daarmede samengaan, Het schitterend salaris, dat Elve- line hem voor zijn vermeende diensten uit- lietanlde, was ruimschoots voldoende, otn hem en zijn vrouwtje van zakgeld te voor zien en voor het overige hadden zij niet. te zorgen; Eveline's huis, kou ken en kelder stonden tc hunner beschikking. Jasper Lyle's luiheid en verregaande aan matiging namen, hand over hand toe. Ein delijk nam hij zelfs niet eens meer den schijn aan, alsof hij iets uitvoerde. In zijn fluwee- len jasje en eon fijne sigaar tusschen de lip pen, drentelde hij den geheel em dag door den tuin en het park rond. Ondier zijn zoo genaamde vrienden telde hiji verscheddenen, die een alles behalve geschikte conversatie vormden voor iemand, die er zich niet wei nig op liet voorstaan, een „gentleman' tö zijn. Zijn oivde lieflhebberij, om kennisma king aan te knoopen met menschen, die in stand beneden hem stonden, kwam weer met kracht en geweld boven en tot haar niet geringen wrevel cu ergernis vernam Eveline, dat haar administrateur (zooals Lylo algemeen genoemd werd) in de dorps herberg gezien was geworden, waar hij zich op kameraadschappelijke wijze onderhield met haar pachters en zelfs met- uit haar dienst ontslagen knechts en dagloonere. Zij I sprak Jasper hierover aan en zeide hem in vrij strenge bewoordingen, dat hij te ver ging en dat zij niet zou du Idem, dat hij haar of Rozenheuvel in opspraak bracht. Hij wist, welk wapen hij tegen haar moest keeren, om zegevierend uit het strijdperk te treden, ca liet dan ook niet- na, daarvan gebru-ik te maken. „Voor zoover ik weet. heb ik niets ge daan, om een dergel ijken lieftigen uiitval van uw kant uit te lokkon." gaf hij geme lijk ten antwoord, „maar als mijn gedrag u zoozeer mishaagt, was het, dunkt rnij, beter, dat. wij van elkaar afgingen." „Waar wilt ge dan heen? vroeg zij. „Dat weel ik niet. Dat is van later zorg. Agnes heeft- vrijwillig haar lot aan het mijne verbonden cn moet zich derhalve ge laten in alles schikken. Ik zal met haar naar Londen gaan en ergens in een achter buurt een kamertje huren, waar wij kun nen wonen, tot ik een betrekking gevonden heb. Als ik niets to doen krijg, moeten wij omkomen van gebrek daar is niets aan te verhelpen. Gij hebt in geen geval de macht, ons dit te beletten." „Sla toch niet zulko wartaal rat, Will. Ge I weet evengoed als ik, dat ik dit. nooit lijde- j lijk zou dulden. Ge weet dat ik gaarne en van ganscher hart© lioreid beu, allee, wat ik bezit, met u en Agnes te doelen. Ge zult j haar niet van hier voeren, vóór ge in staat j zij£, behoorlijk in haar onderhoud te voor zien. Ik raad u alleen ten sterkste aan. in I 't vervolg een weinig voorzichtiger to zijn. j Ik boor van alle kanten klachten over ui. Kunt ge u niet voorstellen, dat het mij hoogst pijnlijk en onaangenaam moet aan- i doen, als ik hoor, dat mijn neef ik be- i doel mijn administrateur een getrouw bezoeker is van de dorpsherberg Om don wille van Rozenheuvel moogt ge uw fatsoen niet te grabbelen gooien." „Die brave Hendrik heeft zeker al die leugenachtige praatjes aangaande mij uit gestrooid," hernam Lyle op knorrigen toon. „Ik weet, dat hij het land aan mij, heeft en mij liefst zooveel mogelijk op allerlei manieren zou benadeelen. Laat hij maai* op zich zelf letten die valscbe, schijnheilige stroopsmeerder Eveline zag hem met van verontwaardi ging fonkelende oogen aan. De herinnering aan haar oude liefde was thans niet meer bij machte, haar zachter jegens Agnes' echt genoot te stemmen. Er gloorde geen sprank je van liefde voor hem meer in haar borat. Het verleden was dood cn. begraven. De gedachte daaraan zou veeleer haar toorn nog bobben aangewakkerd. „Waag het niet weer, op zulk een belee- digehde manier over kapitein Philip te spreken," riep zij „Hij is een door en door rechtschapen, achtenswaardig man, die in alle opzichten boven elke verdenking ver heven is. Ge moest het als een groote eer aanmerken, dat ge onder zijn toezicht hier cro Rozenheuvel werkzaam moogt zijn. Als ge hem durft belasteren, krijgt go met mij te doen. Luister goed naar hétgeen ik u to zeggen heb, mijnheer Lyle: kapitein Philip heeft hier feitelijk het gezag in handen cn wie zich niet aan zijn gezag wil onderwer pen, moet maar heengaan. Hij heeft zich nooit tegenover mij ongunstig over \r uit gelaten. Hij is te nobel, om een zijner mo- demenschen opzettelijk te willen benadeelen. Wat ik aangaande iv weet, hebben mijn on dergeschikten mij verteld, meer toevalliger wijze. dan uit kwaadwilligheid. Gij hadt echter nooit aanleiding daartoe moeten ge ven." Jasper Lyle haalde onverschillig zijn schou ders op. „Ik geloof werkelijk, dat het beter is als ik gevolg geef aan het daar zooeven. dloor mij vermelde voornemen en met mijn vrouw tje Rozenheuvel voor goed den rug toekeer. Ik vermoedde in de verste verte niet, dati kapitein Philip s naam zulk een stortvloed van welsprekendheid bij ui zou uitlokken. Hce kon ik weten, dat hij hier onbeperkt g.bieder is? Misschien zijjt go van plan hem ui werkelijMieid tot heer van Rozenheuvel te verheffen. Tn d'at geval bied! ik u mijn nederige geluk wensehen aan." Deze hoon en de woorden en de spottende toon, waarop ze geuit werden, brachten Eve line's bloed aan 't koken. Als Jasper Lyla op dat tijdstip ongetrouwd' was geweest, zon zij alle lankmoedigheid te zijnen opzichte hebben laten varen, om hem openlijk ten toon te stellen als een bedrieger en oplich ter. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1