IS". 1Sd" Jaargang. Vrijdag 4 Maart 1904. JBUITENLAND. FEUILLETON. 's ZOMERS BUITEN. AMERSFOORT ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.25. Idem franco per post. 1.75. Afzonderlijke nummersU.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met nitzondering van Zon- eu Feestdagen. Advèrtentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te 2enden. Uitgevers: VALKHOFF O. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÉN: Van 1—5 regels 0.75. Elke regel meer0.15; Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnemont. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kinderbescherming. De wet op de ouderlijke macht en de voogdij eau 6' Februari 1001, Stbl. 62, door L. .T. VAN DfER MOER. I. Deze wet vormt, met een paar andere wetjes, wat men noemt: de Kinderwetten. Daar zooals mr. F. C van Geer zegt in de voorrede van zijn studie: „Ouderlijke macht en Voogdij" „iedereen belang heeft biji de kennis van de nieuw'e wettelijke om lijning der begrippen „ouderlijke macht" en „voogdij" en voeg ik er bij van ver schillende bepalingen, welke niet direct met- die omlijning iu verband staande, tooh de bestaande wet aanmerkelijk wijzigen af aan vullen, had ik bet voornemen in dit blad de bovengenoemde wet toe te lichten, ten einde daarvoor wat meer belangstelling te wekken. Die toelichting zou, als artikel in een courant, niet te uitgebreid moeten zijn. Doch daar ik li ierbij ook rekening diende te houaen met- de vrij groote onkunde ten aanzien van bestaande wetsbepalingen en men zich van vele nieuwe voorschriften niet meteen korte toelichting kan afmaken, kwam ik op mijn voornemen terug en besloot slec-hta eenige grepen te doen in de-, ook blij kens de schriftelijke en mondelinge behan deling door de Staten-Generaal, voor bespre king zoo overrijke stof. Het spreekt vanzelf dat ik hierbij in de eerste plaats bepaalde nieuwigheden wil vermelden. Ik stel mij derhalve niet voor hier een vol ledig overzicht te geven, evenmin een vol komen ungewerkte toelichting, waaruit voor een leek men verguune mij dit woord - veel zal te leeren zijn. Mijne bedoeling is in hoofdzaak alleen te wijzen op nieuw© voorscluiften, waarmede tal van personen kunnen te maken hebben. Daarbij kunnen vanzelf oude bepalingen, thans nog geldende, niet onvermeld b'ijven. Wellicht zullen verschillende ouders en voogden zich aangespoord voelen om eens wat nader keunis te maken met de bepalin gen, welke hunne rechten en verplichtingen regelen. Want 1n het a-lgemeen heeft men daarvan of heelcmaa I geen bf een zonderling of zeer oppervlakkig begrip en het is wel opmerke.- lijk, dat nierbij de minder ontwikkelde soms» gunstig afsteekt bij. den in ontwikkeling hoo- ger staande. Dat- er in de rechtsgeleerde wereld veel belangstelling is voor de nieuwe wet, blijkt wel uit hetgeen daarover reeds geschreven is. Behalve bovenvermeld werkje van Mr De Geer hebben we o. a. reeds eene toelichting of handleiding van Mr. J. Limburg, en het groote werk (nog niet geheel compleet) in 2 deelen, ieder van GOO pagina's van Mr. IA (Dl W. de Vries en, mr. F. J. G. va,n Tricht. Doch nu ter zake Wanneer ik hierna spreek van „oude" en „nieuwe" wet. dan bedoel ik met „oude" de nog geldende, met „nieuwe" de bovenver melde wet. Want deze is nog niet ingevoerd, zooals men weet, ofschoon men het werd waar lijk tijd met de voorbereidende uitvoe ring is begonnen. We krijgen toch al vast, zooals bekend is. „Tuchtscholen wier doel door den naam wordt aangeduid. Wil men eene wet goed begrijpen, da.n dient men zich in de eerste plaats de vraag te stellenWat heeft de wetgever willen regelen, wat is zijne bedoeling, wat is zijn doel, omdat. pion toch dient aan te nomen, dat op dat doel zijne voorschriften zijn ge richt, omdat in. a. w. die voorschriften alleen oin en voor dat. doel in het leven zijn ge roepen. Eene wolsbepaling letterlijk opgevat zoo als zij luiidt, zonder zich af te vragen wat heeft de wetgever willen regelen, leidt som3 tot de onzinnigste of meest willekeurige toe passing. 'Daarom ook is het zoo te betrem-en dat de uitvoering en toepassing van wetten enzoo- voorts dikwijls is overgelaten aan personen, wier opleiding niet den minsten waarborg geeft, dat zij met eenige vrucht de studie van die wetten enz. kunnen ter hand nemen Doch dit zij slechts ter loops opgemerkt. DOEL. Wat is nu het doel, laat ik zeggen het hoofddoel van den wetgever met zijne kinder wetten Niets anders dan: bescherming van jeuir- dig© personen, vooral ook van verwaarloosde kinderen, in de eerste plaats in hun eigen belang, in de tweede plaats in het belang van den Staat, van de Gemeenschap dus. De vraag of de wetgever dat doel met deze wetten r/.öo nabij, komt als hij1 zich wellicht heeft voorgesteld laat- ik hier onbesproken Hij heeft in ieder geval eene poging ge daan, en de praktijk zal moeten leeren wat er aan ontbreekt. Dat er gebreken zijn valt evenwel nu reeds te constateeren, want evenals verschillende andere wetten van het vorfig Ministerie (Leerplichtwet, Ongevallenwet, Woningwet, enz.) munt tie bovengenoemde, wet hier e n daar uit in... grooten omhaal van woorden en groote onduidelijkheid Difc is zelfs zóó sterk, dat reeds vóór de aanneming door de Tweede Kamer daarop door verschillende leden werd gewezen en dat de Minister van Justitie.... liet niet kon tegenspreken maar zich verdedigde met te ver wijeen naar enkele andere wetten, welke ook niet altijd zoo erg duidelijk zijn' Mij dunkt, dat is toch eigenlijk al te gek'. Ik erken volkomen de groote moeielijkheid van wetten maken, vooral wanneer moet worden ingegrepen in hetgeen reeds ruim 60 jaren heeft, gegolden. Maar dat men zelf zegt, zoo ongeveer: „Ja-, nu, het is niet ceer duidelijk maar dat gebrek vindt men ook in die en d>e wet", zonder eene poging te doen gut wel duidelijk te zijn dat is mij totaal onverklaarbaar. Het doel is, zooals ik zcide, bescherming van het kind, speciaal van het verwaar loosde kind. Evenwel niet alle nieuwe voorschriften staan met dit- doel in verband. Als middel ter bereiking van het doel, en daarmede dus direct samenhangende, komen in de eerste plaats in aanmerking de nieuwe bepalingen omtrent ontzetting en ontheffing uit- de ouderlijke macht ^waarvan in de oude wet niet wordt gesproken), en de aanvullin gen der bepalingen omtrent uitsluiting en afzetting van de voogdij en de toeziende voogdij». Ondjr de oude, nog geldende, wet komt ontzetting van de ouderlijke ma'cbt uitslui tend voor als eene straf en wel eene bijko mende straf, volgens het "Wetboek van Straf recht. i^afc zal nu andera Worden. Deze zaak wordt aan de bevoegdheid des strafrechters onttrokken en komt geheel in handen van den burgerlijken rechter Timmer» men ging uit van de juiste stel ling dat ontzetting enz alleen moet geschie den in het belang van het kind. Hierna kom ik op cle ontaetting enz. tearug- Politiek Overzicht Ue onderwijsatrijd in Frankrijk. iSedert de Direyfus-zaak. luuar karakter van politiek© strijdvraag gr ooteiidee ls verloven heeft, zijn het andere onderwelpen, die in den pol it u-k en strijd op den voorgrond staan. Inzonderheid ziju het. de geestelijke orden, die in het. middelpunt staan van den strijd. Het kabinet-Waldeck-Rousseau heeft in zijne vereenigingawet aan, de congregatiën een breidel aangelegd, dbor hun, voortbestaan afhankelijk te maken van eene wettelijke er kenning. Het thans aan het. bewind zijnde kabiuet-Combes 'heeft, zich, naast de uitvoe ring van de vereenigin-gswetinzonderheid tot taak gesteld, de congregatiën uit te slui ten van het onderwijfe-gebied, een gebied dat. zij tot> dusver voor een groot, deel bearbeid den en waarop zij den staat, eene geduchte concurrent i© aandeden. In het parlement is de stemming dit strev ven ongetwijfeld gunstig gezind. Het bewijs daarvan levert do aanneming in de vorige week door den Senaat van het wetsontwerp tot regeling van het bijzondere middelbaar andenvijs. Dit wetsontwerp Jieft, zooals be kend is, de van 1850 duteerendfl wct-Falloux op en stelt nieuw'e eisohen voor do bewijzen van. wetenschappelijke en jredagogisc.be be kwaamheid, waaraan de bestuurders en de leeraren van bijzondere middelbare scholen moeten voldoen. Van ingrijpend gewicht ia do op voorstel van den senator Del pech inge- lasolite bepaling, die van den bestuurder der school de verklaring vordert, dat. hij t-ot geöne congregatie behoort. Daarmede worden alle geestelijke orden, ook de erkende, van het middelbaar onderwijs uitgesloteu. Bij de eindstemming in den Senaat, werd dit wets ontwerp met 184 tegen 98 stemmen aange nomen. Het moet. nu nog door de Kamer be handeld worden. Wat dat wetsontwerp beoogt voor het mid delbaar onderwijs, dat heeft eeai ander wets ontwerp ten doel voor het lager onderwijs. Dit wetsontwerp, dat nu bdj de Kamer in openbare behandeling is, legt den bijl aan den wortel. Op grond van de vereenigings- wet zijn reeds alle niet erkende onderwijzen de orden eu orde schalen opgehevenDit wets ontwerp echter gaat verderliet bepaalt in artikel 1 „Te rekenen van die afkondiging dezer wet,, mag geen geestelijke orde of gods dienstige vereeniging van mannen of vrou wen 'gemachtigd worden tot. het. geven van onderwijs, van welken aard ook. De uitslui tend als onderwijzende orden erkende orden worden in den loop van hoogstens vijf jaren opgeheven. Hetzelfde aal het geval zijn voor de orden en do instellingen, die, ofschoon voor meer doeleinden erkend, zich feitelijk den len Januari 1903 enkel aan het onder wijs wijdden. De door uitsluitend onderwij zende orden ingediende aanvragen om erken ning zijn krachtens deze wet afgewezen. De orden, die erkend rijn, en die welke tegelijk voor het onderwij? en voor andere doelein den verlangen erkend te worden, blijden de rechtsvoordeeleu van deze erkenning of van dit verzoek om erkenning slechts deelachtig voor de doeleinden, in hunne statuten voor zien, welke vreemd zijn aan het onderwijs." Dat wil dus met andere woorden 2cggen Het geheele congrea nistische onderwijp is af geschaft. iu Frankrijk alle nog bestaande, vroeger erkende ordeacholem rijn ontbon den het parlement staat hun. enkel, naar mate van de behoefte en van de mogelijk heid hunner vervanging door leekenscholen, nog een levenstijd van hoogstens vijf jaar toe. Dfe verdere artikelen va.u de wet ziju slfcvhta aanvullingsbepalingenzij regelen de ontbiir. biudiug van <1© door artikel 1 getroffen orden of ook het voort bestaan van die erken de ordeu, die zich niet uitsluitend met onder wijs bezig houden, voor het andere ui liiuino statuten omschreven deel, verder de sluiting va,n hunne onderwijsinrichtingen, de verei' fening van hunne: bezittingen, de aan do leden dar ontbonden orden uit dat vermo gen of, zoo noodig. uit de staatskas to ver- leenen pensioenen, de besteding van de uit. de liquidatie averbliivende saldo's tot on dersteuning van de gemeenten voor het bou wen of het huren van nieuwe schoolgebou wen, eindelijk de straffen, bedreigd tegen overtreding van <1© bepalingen dezer wet. Van hoe grooten omvang het werk der uit voering van deze wet zal zijn, blijkt uit de volgende officieel© cijfers: Den n October 1903 telden de jongensscholen van de erkende orden 178,522 leerlingen. Van d^zen konden 75,541 terstond in openbare scholen een on derkomen vinden. Voor de overig© 102,981 leerlingen is liet echter aioodig 77G nieuwe klasse-lokalen in bastaand© ojwnbajje scholen bij te bouwen en 351 nieuwe schol.-n met 1520 klaese-lokalen te bouwen; de kosten daarvan zijn berekend op respectievelijk 3.198.720 en 42,256,920 francs 2442 nieuwe onderwijzersbetrekk ingeu aan openbare scho len moeten worden gecreëerdlhj een ge middeld .inkomen, van 1600 francs vordert dat ©ene jaaxlij.ksche uitgave van 3.663,000 fraais. Het aantal meisjesscholen van erkende orden wa3 den 21en Juli 1903 2195 met. 195,329 leerlingen. Tot. hunne vervanging zullen noodig zijn 331 nieuwe klassen in be staande openbare scholen en 748 geheel nieuwe scholen. De bouwkosten worden op 17 millioen francs begTOot. De 2418 nieuwe onderwijzeressen, welker aanstelling noodig zal zijn, zullen aan salarissen jaarlijks een bedrag van 3,058,770 francs vorderen. De totale uitgaven tot uitvoering van de wet in de eerste vijf jaren worden geraamd op 64 mi41ioen francs voor eens en mil lioen, jaarlijks terugkeerende. Hot is dus een zeer ingrijpende maatregel, die 'thans bijl de Kamer in behandeling is, niet alleen op principieel gebied <1 oor de uitsluiting der- geestelijke orden van elke be moeiing op onderwijsgebied, maar ook door de finaucieele lasten, die de uitbreiding van liet openbare onderwijs aan den staat op draagt. Dc behandeling is begonnen met verschil lende pogingen om, de beraadslaging op te schorten. Achtereenvolgens werd voorgesteld de beraadslaging te verdagen tot het najaar, het wetsontwerp ter zijde te stellen als in strijd met do grondwet, de voordracht om advies te verwijzen naar de begrootingscorn- missie, aan de gemeenteraden in het land dc vraag voor te leggen of zij het behoud van de ordescholen wenschelijk achten Al deze voorstellen werden verworpen, en sbits^ den len Maart ia het wetsontwerp nu iu discus sie. Hard zal de strijd, hartstochtelijk zullen de debatten zijn. Maar <h* aanneming van het, wetsontwerp schijnt niet aan twijfel on derhevig te rijn. Op audere punten moge liet „bloc" scheuren vertoonon hier echter is eene strijdvraag, waarin a.lle doelen der meerderheid eensgezind zijn en die als t ware de trait-d'uniou is tusachen hare vel schillende schakeeringen. Frankrijk. Voor de Kamer van, Ktrafzaken van hef. Hof van Cassatie begon gisteren de behan deling van de aanvrage tot herziening van licti Dreyfus-proces. In "t rapport van don raads heer Boyer, waarvan voorlezing werd gedaan, herinnerde deze aan twee nieuwe feiten, door tien minister van justitie aangewezen, eu die de onschuld van Dreyfus zouden kunnen be wijzen, u.l. een brief, gebezigd voor liet, pro ces te Rennes, eu waarin men een lettor D. in de plaats stelde van een letter T., on ver volgens een brief, onderteekend Alexandrine, bevattend;, eene mc-dedeeling. gedaan door Henry, d d. April 1894, terwijl do juiste da tum zou zijn 28 Maart 1895, het tijdstip waarop Dreyfus Gp het Duivelseiland verban nen was. Het rapport van raadsheer Boyer eindigt met tïe «oiicludceren torti ontvankelijk ver klaring van het voraock om revisio van het vonnis van den krijgsraad van 1 ten nes en tot het gelasten van een onderzoek. In het rapport worden aangehaald de re sultaten van het onderzoek van den contro leur generaal Cretin, waaruit blijkt, dat een generaal iu persoon heeft medegewerkt, tot het plegen van ernstige vervalschingen bij het viseeren va.u do 'tescheiden nopens de geheime fondsen. 'Deze vervalschingen wer den gepleegd, om de getuigen,verklari u-jon van de generaals Merrier on Gons©, alsmede van kolonel Du Paty de Clam te drieken. De verantwoordelijke jxraoneu zijn wijlen kolonel Henry, die archivaris Gribolin en ge neraal Gonse. Dó beide laatste personen zijn door de amnestie gevrijwaard ivoor eene straf rechtelijke vervolging. D© controleur conclu deerde echter in rijn rajuport tot. hunne dis ciplinaire bestraffing. Het Openbaar Ministerie is thans aan het woord. fingeland. In het Engelse he Lagerhui? is Maandag die begroot uig van marine voor 1904 inge diend. welke in uitgaven lioogor ia dau de vorige. De beer Pretyman, secretaris van de admiraliteit, die haar namens de regee ring aanbood, tetoogdc dat Engeland steeds een sterkere vloot moert hebben dan da vloten van de twee» voornaamste maritieme mogend lied'cni. Frankrijk en Rusland! hebben samen 64 pantserscliepen le en 2e klasse, Frankrijk en Duitsohlaud 61, Engeland alleen heeft er M- Wat de kruisers betreft, volgt dc admirali teit een nderen regel dau de overige mogend- lieden. Zij, houdt rekening mot liet. overwicht van de Engclsoho koopvaardijvloot. De hosgwra bedragen, die bij; dozo beiitroo- ting worden nmgovraagd, zijn geba&oetri op wetenschappelijke gegevens van don inlich tingendienst van de admiraliteit. Dö Engel scue marine is de machtigste ter wereld- Bovendien i3 rij de krachtigste factor* om den vrede te handhaven. Uit het Deemch 2 door HERMAN BANG. Ze dacht eensklaps (ze wist zelf niet, hoe zo bet dezen morgen had, maar haar gedach ten dwaalden telken» af) aan de kamer» thuis cp de hoeve bij Tonder, waar grootmoeder alles zoo blank poetste, en de oude vader lijke boerderij zoo helder was, dat ze blonk. En 's avonds zat ze op de bank buiten en keek naar haar groene akkers. De grond in Tonder was vruchtbaar en de grenzen van grootmoeder» land Jagen ver van elkaar. De oud© vrouw» richtte haar lioofd op. Haar gezicht behoorde aan een van haar, die doof zijn geworden of het moe zijn lan ger naar de praatjes der menschen te luis teren. „Maar hier is het mooi", zei ze, en heb was bijna of ze glimlachte. „Ja moeder", zei juffrouw Brasen, die zich ook altijd meer thuis gevóelde t.usschen al het groen. De oud© vrouw bukte zich weer, ©n opnieuw hoorde men het krassen van de bark over den grond, terwijl juffrouw Brasen naar huis ging. Plotseling had ze er met sclirik aan ge dacht, dat. de slager er wel zou kunnen zijn. Ln als je in het boek bij iemand staat, kan je hem niet laten wachten. Juffrouw' Brasen holde biina weer terug naar huis. Ja. Ander3e was er. Hij stond al in de keuken, voor zijn kalfs- vleesch, dat opgestapeld lag op de keuken tafel. „Wat zal liet zijn? vroteg hij,, terwijl hij met beide handen gesticuleerde. „Zijn er gasten?" vroeg hij. Juffrouw Brasen, die hem den rug toe keerde, zei „Ze hebben geschreven, dat zij komen." „Zoo antwoordde de slager. „Ik zal er maar uitnemen zei juffrouw Brasen. „Zoo, zoo", zei Andersen die zijn beide handen had gelegd op het. vleeech, alsof hij liet wilde verdedigen. Andersen droeg veel dikke, gouden ringen aan zijn vingers llij kwam veel samen met. de slagers uit Aalborg. Juffrouw Brasen had haastig de deur naar de gelagkamer geopend „Ben jij daar, Brasen?" „Ja, Janiine". ..Andersen is daar", zei de juffrouw. „Is Andersen er", riep Brasen terug ..Kom binnen, man. En Andersen liet het- vleesch los, en trad de gelagkamer binnen. „Goeden morgen, slager"', zei Brasen, die zich niet van zijn stoel verroerde, maar slechts lachte tegen den vleeschhaadelaar „Ga, zitten". Brasen sprak, als hij vroolijk was zoo luid, of hij een middernachtsla waai in zijn eigen gelagkamer wilde overstemmen. „Ga zitten, ik zit hier mijn eigen schilden te bewonderen." Br aeon lichtte zijn hand op van zijn knie, en wees naar de markt, waar Hotel Brasen geschilderd was op alle gevels, zwart op wit. „Maar wat helpt- liet., Andersen?" Eu wat is dit nu zulke kleine letters, die ze in een hoekje wegstoppen Brasen wees op de „Jutla-ndscbe Courant", waarin zij.n advertentie met heel kleine let ters gedrukt stond Amdersen keek naar het blad. „Ja", zei Eij. „Dó reoiame moet het in dezen tijd doen. Waar leelijk is het, Brasen". „Ja>, dat is zoo", zei Brasen en keek p'ot- seling naar den grond, alsof hij iets zocht. Ze namen elk een fleschje bier Birasen was ©ren opgestaan van zijn stoel om ze te halen „Je geeft, zeker ©en rondje, Andersen," zei hij vóór hij de fle^schcn op tafel zette Toen Andersen weer in do keuken kwam, had juffrouw Brasen vleesch uitgezocht. Dat duurde bij' haar altijd bel lang, want zo moest éérst nauwkeurig uitrekenen, hoeveel de beenderen wo»gen zij moest toch liever mager schenkelvke=ch voor de 3oep nemen van Nielsen uit het steegje. Andersen zag neer cp zijn vleesch, rmak te zijn waren in de kist en zei „Ja, dan gaan» we voorloopdg." Hij ging heen met -ijn kist. Óp de plaats ontmoette hij dén stalhouder Nielsen Tlij is schraal, hoor, zei hij. Nielsen lachte slechte. „Ja, zei hij, en toch ia hij dik „Jij lacht, omdat je geluk hebt." zei de slager Andersen, die staan bleef en naar Nielsen keek, die ©en bruin rood en kleur had. „Wat duivel, zien dc meisjes torii in jau, Nielsen," zei hij plotseling. Nielsen hield rijn beide handen in zijn broekzakken. „Mijn gezicht, Andersen c-n mijn houding." De .slager bleef nog even staan. „Ja," zei liij. „Daar moet ik wel eens aan donken. Maar wat dat betreft, ik ben oen getrouwde man. Goeden morgen, Nielsen. Slager Andersen waa dertig jaar en. on langs voor den derden keer getrouwd. Het was of zij.n vrouwen, die anders h ol knap van uiterlijk waren geweest, wegteerden, pre cies of Andersen ?e den ademi benam in do echtelijke samenleving. Maar toch dreef hij, altijd den spot- met het huwelijk: „Ja.," antwoordde Andersen. „Er ziju menschen, die telkens naar den burgemeester moeten, als ze De slager ging naar zijn wagen, door liet. paard voorzichtig verder getrokken tot voor liet. gele huis van den koopman Tcrkildson. Het was een huis van twee verdiepingen, met wit geverfde lijsten om de ramen en groene vensterkozijnen. Een trap voerde near do winkeldeur, welker leuningen ever de hon derd jaar oud waren. Toen de slager Anderren do poort wildo binnenrijden, kwam de consul mijnheer Terkildscn was vice-consul van Zweden c-n Noorwegen te voorschijn op zijn trap. Hij had geen baard, droeg en bruine pruik n bezat geen lippen. Hij knikt© goeden dag tegen den slager, dat bet eekeode. dat Andersen moest stalhou der». „Goeden morgen. zei hij weer, en zweeg opnieuw een seconde het was ren gewoon te van «ten consul zijn me.dewereld ren oogen- blik to laten wachten tusechen elk zijner zinnen. „Het weer is anders goed." Het. lievelingswoordje van den consul was bet woord „anders dat. voortdurend de ge heime te teekenis verborg, die drio districten vreesden. „Ja, het weer is heel goed, mijnheer Ter kildscn," zei do» slager, die op het vervolg wachtte. „Andersen kon wel een oo gen blikje naar binnen "gaan," zei do consul, hij liet Ander- een de trap en den winkel binnen gaan, t erwijl hij zelf een ooeenblik bleef staan op zijn trap, gelijk iemand die bij don aanvang van den arbeid zijn gemeente overziet. Do slager Andersen wachtte in den winkel, die de geheelc lengte van het huis innam, en op een zwarten trechter geleek, waaruit, al" do measchelijke bcuoodigdhedeii gehaald konden worden van twee opgezwollen win kelbedienden, wier oog©n volkomen verdwo rn en in hun gezichten en wier kleeren er uit zagen. alsof ze een jaar geleden in een vat groen zeep waren gestopt en cr daarna» allo ingrediënten uit, den kruidenierswinkel op waren blijven plakken. „Wil Andersen naar binnengaan," zei de consul cn zich wendend tot een zijner be dienden, zei hTj „Breng een glas port. binnen." Do consul liep door den trechter; aan de zoldering hingen zeisen: en harken, gelijjc getrokken zwaarden en vreemde folter werk tuigen en hij trad het kantoor binnen, waar het schemerdonker was, omdat liet uitzag op een schuur. Het was gemeubileerd met een paardenharen canapé ©u een schrijf lessenaar, die bruin geverfd en zoo hoog was, dat hij reikte tot aan den hals van ec-n normaal langen man. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1