K®. S48. Tweede Blad. 2"' Jaargan Zaterdag 12 Maart 1904. KOLONIËN. BINNENLAND. RSFOORTSGH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededcclingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. PRIJS DER ADVERTENTIËN: :::W Van 1—5 regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen, het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Ee circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvra toegezonden. OOST-INDIË. Uit Koeta-Radja wordt dato 3 Februari aan de Java-Bode geseind: Dij; de vermeestering eener benting in de bako-bako nabij gampong Somati in Bloem- pang doea, door eene patrouille onder -Ion kapitein J. F. Later, sneuvelden de zieken verpleger Jansens, en een inlandsch fuselier. Gewond werden niet-levensgevaarlijk de le luitenant M. J. van Lakerveld, sergeant Wallenburg, de fuselier Smit, en zes inland- sche fuseliers. De vijand, liet 79 dooden met 9 achterlaad- en 33 voorlaadgeweren liggen. Het. blad teekent hierbii aan De gampong Somati, waarbij, blijkens ons telegram uit Koeta-Radja, zulk een bloedig treffen iieeft gehad, ligt te midden van een groot moeras in het landschap Gloempang Doea, aan de Noordkust van Atjeh. Zooals men op de jongste kaart van dat rijk kan nagaan, loopt, de trambaan van Lbo Seuma.- weh in westelijke richting, langs de kust tot aan de Koewala Mané. Die baan en ook de telefoongeleiding hadden het vorig jaar her haaldelijk te lijden van molest, gepleegd door uitgewekenen, die in Boven-Sawang hunne schuilplaatsen hadden on die af ou toe naar do bene denstreken kwamen afzak ken om tramdekkingen te beschieten en in de gampongs te rooven. Sedert te Pantel* Lhong, aan de Kroeng Blang Mé, een bivak gelegerd werd, meende men de onruststokers ondier de knie te hebben thans schijnen dezen een versterking te hebben opgericht te midden van het bovengenoemde bivak. De majoor H. N. A. Swart, die in do onderaf- deeling Lhö Seumaweli het bestuur leidt, zal den kapitein Later hebben opgedragen liet roofnest' op te ruimen, en deze is daarin met groot succes geslaagd, ten koste van een ge ring verlies aan onze zijde. De Atjeh-correspondent van het. Bat. Nbld. schrijft, dat de artillerie in Atjeh spoe dig naar Java teruggezonden zal worden. De Merapi. Uit Klaten wordt dato 4 Februari aan de Java-Bode geseind In den nacht van den 29en op den 30en Januari, vermoedelijk tusschen 2 en 6 uur, heeft de Merapi gewerkt. Te Klaten werden geen ontploffingen en ook geen aardbevingen waargenomen, wel op andere plaatsen der af dee ling. Hier en daar viel een weinig be duidende asch- en zandregen. De berg ont lastte vermoedelijk geen lava., daarentegen wel gloeiend zand, dat in het rarvijen Woro tot op ongeveer 4000 voet werd aangetroffen. Of de top verandering heeft ondergaan, is thans nog niet vast te stellen, omdat de berg door wolken omhuld is. Sedert is hij rustig gebleven. In drie desa's langs het Woro-ravijn wer den respectievelijk 10, 3 en 18 menschen gewond, allen door de li^ete lucht uit het gloeiende zand, die de wind in de huizen dreef. Daarop ontstond een paniek en vlucht te de bevolking naar buiten, bij welke vlucht de zwaarste verwondingen plaats hadden. Verscheidene huizen zijn door den hevigen wind omgewaaid en twee stuks vee gedood. Oveneaen zijn- 17 menschen, waarvan 2 in het hospitaal alhier. De toestand der overi gen is bevredigend, maar de wonden zijn vreeselijk om aan te zien. Sommige erven, waarop djagoeng was aangeplant, en 600 koffieboomen zijn zwaar beschadigd. De ver moedelijke gevolgen van deze verhoogde wer king van den vulkaan zullen waarschijnlijk zijn dat de rivieren veel zand zullen afvoe ren, vooral de Dengkeng, waarvan schade is te voorzien voor drie ondernemingen. Alle gewonden hebben verbrande beenen en armen, sommigen ook brandwonden aan rug, borst en aangezicht. Ofschoon tot hoog boven den top groote witte en donkere wol kenmassa's zichtbaar waren, is het gebeurde vermoedelijk toch geen eigenlijke uitbarsting geweest. Wanneer zulk een uitbarsting op groote schaal plaats heeft, kan de daaruit voortspruitende ramp ontzettend zijn. Do ingenieur van het mijnwezen P. M. van Boss©4 is thans den berg op. Een telegram van 8 Februari uit Semarang bericht aan de Java-Bode: Uit Klaten zijn berichten ontvangen, dat de Merapi den 6en Februari weder in wer king was, maar minder hevig. Evenals bij de jongste uitbarsting wierp de berg geen modder, maar gloeiend zand uit, vermengd met steenen. De linker tak van het ravijn Tjomplong, d^t hoogcr ligt dan de Djoerang Woro en 50 vadem diep is, is geheel gevuld met zand en steenen, door den Merapi uit geworpen; de rechter tak is daar half mee gevuld. Op de ondernemingen in de nabijheid koes tert men op het oogenblik geen vrees, wijl de berg voortdurend dichte rookmassa's uit werpt. Kameroverzicht Tweede Kamer. Vergadering van Vrijdag 11 Maart. Interpellatie. De heer Mees vraagt en bekomt verlof op nader te bepalen dag tot den minister van waterstaat de vraag te richten, over de wijze waarop de minister van. plan is de gel den te besteden op de begrootiug voor het loopende jaar, toegestaan voor onderhoud, herstel en verbetering van den waterweg van Rotterdam naar zee. D'e interpellatie zal gehouden worden na afloop der iivterpellatie-Druckcr over het ont slag-Lindeman Hoogor Ouderwijs. De beraadslaging wordt voortgezet, en wel over het amendement-Schokking, om na art. 107ij bis, in te voegen een art. I07ij ter. Aan instellingen, stichtingen of recktsper- soolijkheid bezittende vereenigingcn Kan door Ons op hun verzoek, curatoren gehoord, telkens voor eeu studiejaar worden toegestaan aan eene Rijksuniversiteit of aan de techni sche hoogescbool eene reeks wetenschappe lijke voorlezingen te doen houden. Bij het verzoek, dat vóór 1 April is in te zenden, moeten worden overgelegd lo. de statuten, do akte of het reglement voor de te houden lezingen; 2o. eene opgave van de dagen en uren. 'waarop zij de voorlezingen zullen doen 1 ou den 3o. eene lijst van hen, die eene voorle zing liouaen zullen en van de door hen te behandelen onderwerpen. Bij de voorlezingen wordt door curatoren $et gebruik van de inrichtingen, verzame lingen en hulpmiddelen voor het onderwijs, onder door hen te stellen voorwaarden ver gund. De voorlezingen en de daarin te behan delen onderwerpen worden op het program ma der lessen aangekondigd. Zonder betaling heeft tot deze voorlezin gen toegang een ieder, die toegang heeft tot de lessen der universiteit of der technische koogeschool. De heer Schokking licht dit amende ment dat voor zich zelf spreekt nog kort toe. Dé heer Bos juicht het donkbeeld van het amendement toe. Zoowel voor het volk als de wetenschap verdient het aanbeveling. Tegen de slot-alinea luidende: „Bij de voorlezingen wordt door curatoren het gebruik van dc inrichtingen, verzame lingen en. hulpmiddelen voor het onderwijs onder door hen te stollen voorwaarden ver gund", heeft Spr. eenige bedenking. Hij zou die bepaling facultatief en niet imperatief willen voorsckrijiven. De heer Röell deelt deze bedenking. Ook hem komt het voor, dat deze bepaling niet imperatief in de wet geschreven moet worden. Tegen de grondgedachte heeft Spr- geen bezwaar DeMinistervan Bi nnenl. Zaken (dr. Kuyper) gaat ook mede met de grond gedachte, maar heeft eenige bedenking tegen de redactie van het amendement. De minister acht het b.v. noodig dat de curatoren een concreet voorstel voor zich hebben. Ook de minister is van oordeel, dat de bepaling omtrent het verleenen van ver gunning tot het houden van voorlezingen facultatief gesteld moet worden. De mi nis ter, wijst voorts op de m(gelijkheid, dat docr die voorlezers schade kon worden toegebracht aan, kostbare instrumenten of grondstoffen. Daarom zou de minister het wenschelijk ach ten, dat vooraf aan den Minister van Bin- nenlandsclie Zaken kennis werd gegeven van de aanvragen, opdat deze curatoren kan raadplegen. De heer Schokking brengt eenige re dactie-wijzigingen aan, waardoor aau de ge opperde bedenkingen wordt tegemoet geko men. De vergunning wordt daardoor facul tatief gesteld en als voorwaarde wordt opge nomen kennisgeving aan den Min. van Bin nen landsche Zaken. De heer Bos acht het noodig. dat worde opgenomen dat het verlof wordt verleend aan bepaalde personen over een vooraf op gegeven onderwerp. Spr. keurt- af de opge nomen bepaling, dat do voorlezing on on derwerp in het programma der lesuren moet aangekondigd worden. Ook deze bepaling zou hij facultatief willen stellen. De heer Heemskerk geeft den voor steller in overweging eene bepaling op te nemen, dat het verlof kan worden in get. rok ken.- De heer Schok Icing wijjrigt nogmaals zijn amendement. Dé bepaling, door den heer Heemskerk gewcnscht, acht hij echter niet noodig. De heer Heemskerk zegt, dat de com missie van voorb. geen bezwaar tegen het amendement zou hebben, wanneer daar nog eene wijziging in gebracht wordt. (Uitbundig gelach). De Comm. van voorb. stelt een sub-aanen- dement voor, strekkende om intrekking van heb verlof mogelijk te maken. De Minister acht het sub-amendement uiet noodzakelijk, maar onschadelijk en geeft den voorsteller van het amendement in over- weging het sub-amendement over te nemen. De heer Schokking geeft daaraan ge volg, waarna dit amendement zonder stem ming wordt aangenomen. Asnnu is aau de orde het door de Regee ring gewijzigde art. 107 ijt „De in artikel 107n bedoelde aanwijzing kan door Ons, bij besluit, den Raad vnn State gehoord, na ingewonnen advies van curatoren der Rijks-Universiteit, ten allen tijde worden ingetrokken, komt eene aan gewezen instelling, stichting of vereeniging liet bepaalde bij artikel 107v niet of niet langer ua, dan wordt de aanwijzing op ge lijke wijze ingetrokken. De heer v. d. V 1 u g t erkent gaarne de tegemoetkoming aan rijpe bezwaren door de voorgestelde wijziging. Het printipieele be zwaar is echter blijven bestaan, nl. het ver schil van wetenschappelijk-peil tusschen ker kelijke hoogleeraren in die van andere fa culteiten. Spr. blijft dus aandringen op stem raing over dit artikel. Dé heer Bos constateert, dat zijne beden kingen tegen het artikel, ook na de wijzi ging, intact zijn gebleven. Art 107ij (toezicht op de theologische fa culteit) in stemming gebracht, wordt aan genomen met 52 tegen 35 stemmen. Tegen stemde de linkerzijde met den heer Schokking. Aan de orde is Hoofdstuk V (van de bij zondere universiteiten). De heer De Savornin Lohma n treedt terug in eene beschouwing over de waarborgen. Spr. zet uiteen dat deze wet er voor zorgt dat de mannen die aan het hoofd der universiteiten komen te staan, behooren tot de wetenschappelijke piannen. Naar het Spr. voorkomt, zijn de waarborgen hier zelfs grooter dan voor de openbare universiteit, en kiji is dus volstrekt niet bevreesd dat de Staat mindere ambtenaren zal krijgen. Voor den Staat moet het overigens onverschillig zijn van welke universiteit hij zijne ambte naren krijgt, mits zij maar voldoen. Den effectus civilis zou Spr. daarom los willen maken van de universitaire examens. Spa', houdt vol, dat het examen niet voldoende waarborgen oplevert voor wetenschappelijke mannen. Spr. stelt de volgende motie voor: „De Kamer van oordeel dat het wensclielijk is de bevoegdheid tot het bekleeden van openbare betrekkingen en het uitoefenen van beroepen niet uitsluitend te verbinden aan den uitslag van universitaire examens, gaat over tot cle orde van den dag. Besloten wordt deze motie dadelijk te be handelen. De heer Druckor heeft daartegen be zwaar. Zonder eenige voorbereiding wordt deze motie hier in liet debat gebracht. Be doelt zij hier een oordeel uit te spreken over de wijze van opleiding aan de universiteit, dan is dit een quaestie die hier tolcli zoo maar met even kan worden uitgemaakt. En bedoelt deze motie dit niet, dan is zij een axioma waarvoor men gerust kan stemmen. De lieer Mees verzet zich mede tegen dadelijke behandeling. De Voorzitter stelt voor de motie te doen drukken en liaar later te behandelen. De lieer L o h m a n heeft daartegen geen bezwaar. Besloten wordt de motie te doen drukken en later te behandelen. De heer Van der Vlugt zal kort re kenschap geven van de reden waarom dit voornaamste deel van het wetsontwerp voor hem onaannemelijk blijft. Spr. meent gerust te mogen constateeren dat de argumenten tegen het standpunt waarop de Regeering de professoren plaatst, zooals dit door den heer Bos op 26 Februari werd in het licht gesteld, nog niet zijn weerlegd. Geen enkel argument tegen het gemis aan waarborgen voor een zoo gewichtig recht als hier voor instituten wordt gevraagd, is in den loop van het debat weerlegd. De bezwaren door Spreker en de heeren Troelstra en Goeman Blorgesius aangevoerd tegen de verantwoor delijkheid tegenover contribuanten der vrije universiteit, vonden steun in de eerste rede van den heer Lohman. Spr. en zij die met hem de waarborgen te gering achtten, stel den zich uitsluitend op het standpunt der wetenschappelijke waarde van de universitei ten. Toegegeven werd dat het minimale van (1c eischen met te loochenen viel, maar dat- zij konden worden opgevoerd. Zal men nu trachten door amendementen dit ontwerp nog te verbeteren? Spr. meent dat het nut teloos ware tijd en krachten daaraan te be proeven. Do eindstemming zal wel gelegen heid geven blijk te geven van zijne zienswijze. Zooals thams de zaken staan, acht Spr. alle hoop op overleg -uitgesloten. De heer Röell zal zijtn persoonlijk stand punt uiteen zetten tegenover gemaakte op merkingen en voorts een kort woord spreken naar aanleiding van de laatste woorden van don heer v. d. Vlugt. Wat de samenstelling der faculteiten be treft, herinnert Spr. aan hetgeen door de hh. Do Visser en Schokking daaromtrent is ge zegd. Spr. blijft aannemen, dat in de samen stelling der bijzondere unversiteiten een waarborg gelegen kan zijn voor toekenning van het recht van don effectus civilis, maar juist daarom komt- alles aan op die samen stelling. Eene universiteit met drie facultei ten blijft Spr. onvoldoende achten. De ver gelijking door don hoer Lohman gemaakt met de Belgische wet gaat gelijk Spr. vroe ger reeds heeft opgemerkt niet op. De Belgische wat geeft veel meer waarborgen dan het. wetsontwerp dat hier voor ons ligt Spr. blijft beslist, van meening, dat de waar- horgen onvoldoende zijn. Ook bij Spr. is de vraag gerezen of daarin geen verbetering ware aau te brengenmaar lüj moet erken nen dat, na hetgeen reeds is voorgevallen, do kans op aanneming van amendementen zeer gering is. Gaarne zal hij echter zijn steun geven aan aventucele amendementen tot versterking der waarborgen. Door den minister van Binnenlandsche Zaken is gezegd, dat de wereld-geschiedenis uitspraak zal doen. Mocht die ongunstig zijn voor Spr. en zijn vrienden, dan zal zij zeker verzachtende omstandigheden in aanmerking nemen, daar nergens in het buitenland de waarborgen zoo onvoldoende rijp. De Minister zal ook niet- tei-ug treden in het algemeen ddbat en rich bepalen tot enk.Ie detailpunten. De minister acht het onnoodig hier de détails der Belgische wet op dit oogenblik te gaan uitpluizen het zou tot geen practise!) resultaat leiden en ons Parlement heeft zelfstandigheid genoeg, om zich niet uitsluitend door het buitenland te laten leiden. De Pers-dscussie laat de minis ter rusten en ontkent tan stelligste dat hij) van standpunt is veranderd. De Regeering heeft het. door haar ingenomen standpunt ge handhaafd. Dat standpunt was en is nog vrijmaking van het hooger onderwijs in historische lijn, door het die bevoegdheid en gelijkheid van rechten te geven, zonder welke de vrijheid van onderwijs illusoir is. De minister con stateert dat de linkerzijde zich steeds heeft beroepen op de eisohen der wetenschap, zon der, hoe daartoe ook uitgenoodigd, eene defi nitie van wetenschap te geven. En waar men zegt, uwe waarborgen voor eene wetenschappelijke opleiding zijn mij on voldoende, daar wijst de minister er op dat de opposju© met de bestaande artt. 85 en 99 onmogelijk haar standpunt kan handha ven. De positie die men van de linkerzijde innam, was eenvoudig: de wetenschap der rechterzijde is geen wetenschap. Ook zijner zijds terugkomende tot de waarborgen, zegt de minister dat de hier geboden waarborgen gelijk zijn aan die der Rijksuniversiteit. Vast staat dat er tal van jongelieden zijn, die aan de rijksuniversiteiten niet studeeren, zich laten klaarmaken door repetitoren en den effectus civilis krijgen, zonder eene we tenschappelijke opleiding te hebben genoten. De minister komt er tegen op dat men wi- lens en wetens de waarborgen, die hier ge boden worden, gaat verkleinen. Alles wat de minister heeft aangevoerd voor universitei ten met zelfs nog kleiner aantal faculteiten, heeft de oppositie eenvoudig onbesproken ge laten, Waar men in Groningen met 5 facul teiten kan volstaan, daar is nog niet aange toond dat men met 3 niet kan volstaan. De publieke promotie, zij werd als een kleinig heid voorgesteld. Over het hoofd werd gezien dat de effectus civilis volstrekt nog niet be- teefyent plaatsing, maar niet anders is als eene voorloopige qualificatie. Ilad de regee- ring te doen met eene oppositie, welke met het beginsel der wet meeging, dan ware door amendementen eén compromis te verkrijgen, maar bij de oppositie zooals die gevoerd werd, was dat met te verwachten. Dit. neemt niet weg, dat, wanneer een amendement werd voorgesteld, dat de schei ding minder scherp en het ontwerp beter maakt, do Regeering daarvoor wel te vinden zoude zijn. Na hetgeen gisteren over de theo logische quaestie is gezegd, wonscht de Re geering daarop niet terug te komen. Ten slotte wijst de minister er op, dat de ge schiedenis oordeel zal vellen over hen, die de vrijheid van anderer levensbeschouwing niet hebben ■willen erkennen bij (le worsteling tusschen twee levensbeschouwingen, die te genover elkander staan. De beraadslaging wordt gesloten. Op art. 107bb. lilt. H, wordt een amen dement voorgesteld door den heer Van Karncbeek, strekkende om te bepalen, dat bij het examen moet blijken, dat niet alleen do examens, maar ook de college-gel den betaald zijn. Dit amendement wordt door de Regeering overgenomen. Bij art107dd verklaart de Minister niet te kunnen voldoen aan den wensch van den heer Van Kamebeek, om elke aanstel ling van een hoogleeraar aan eene bijzondere Universiteit, door de Regeering te doen be krachtigen. Bij art. 107mm zegt de Minister, in antwoord op eene vraag van den heer Van Karncbcok, dat do daar bedoelde mach tiging tot het verleenen van een doctoraat, honoris causa eene machtiging voor elk spe ciaal geval is. Bij art. 107nn (subsidie) verklaart de heer Van Kar neb eek principieel gekant te zijn tegen het subsidieeren van het bijzon der hoogcr onderwijs. Hij kan dan ook on mogelijk met hot artikel meegaan. Ook het beurzenstelsel wrordt door Spreker afgekeurd, daar dit op kunstmatige wijze de bijzondere instellingen zal bevolken. Besloten wordt Dinsdag 22 Maart in de afdeel ingen te onderzooken verschillend© wetsontwerpen, als: afschaffing der Staats loterij wijziging der wet op het Notaris ambt.; wijziging der wet op het Middelbaar Onderwijswijziging Vermogensbelasting idem Personccle belasting en het Arbeidscon tract. Na het Paasch-rocès komen in behandeling de dan gereed zijnde i werpen en daarna zullen weder in de tien onderzocht wordende Tariefwet, Arbeidswet en twee voorstellen tot Grc ■wetsherziening. Dinsdag 11 uur voortzetting. Berichten. De Verkiezing te Eist. In door den voorzitter der Liberale Kies vore ging te Wageningem, dr. Cattic, tegen de Iciezingen van baron Van Wijnbergen lid der Tweede Kamer voor Eist ingedii bezwaarschrift, hierop gegrond*, dat in dé; moeuiite Remkum do afkondiging, bedoedd art. 51 dter Kieswet, niet heeft plaats wordt o. a. aangevoerd: dat een lijst Retikum to laat is aangekomen en dus ingeleverd is kunnen worden; dat, uid voldaan was aan een tijdige apenbare kon geving, een derde candidateailijpt luid k nen worden ingeleverd, waardoor dé uit der stemming anders had kunnen zijn; niet kennis geven van don dag der veri ring een geldige reden voor niet wettig! der verkiezing mag geacht worden, daar ders allerlei kwade praktijken ongestraft i nen worden uitgeoefend en onrechtfcm verkregen eenvoudige candidaatstelling verkiezing van een candidaat aanleiding* ven kan. In het proces-verbaal der candid stelling is aangeteekeind!, dat tengevolge den spoed, die mot deze verkiezing is maakt, niet behoorlijk kon worden void aan art. 51 der Kieswet, omdat de plaa lijke bladen Zaterdags verschijnen on bij kiezers in de buurten gewoonlijk '"ét namiddag worden ontvangen. Koninklijke Militaire - (lemie. Uit het verslag- van den toes der Kon. Mil. Academie over 1903 bi dat op 15 Oct. van dat jaar aan die in ting werkzaam waren 47 officieren en 8 ger-ambtcnaren. Het aantal officieren-I ren bedroeg 31. Bij den aanvang van hot leerjaar 19i 1904 had het cadottenkorps hij de Acad eene sterkte van 276 cadetten, te we voor do infanterie: hier to lande 48 Ned.-Indiü 94; voor de cavaleriehie lande 14 en in Ned.-Indië 6voor de i lerie: hier te lande 47 en in Ned.-Indië eox voor de geniehier te land© 21 c: Ned.-Indiö 16, totaal over de 3 Btudiejt, Over het algemeen mogen ook dit jaa, uitkomsten yam de detachoeriug der ca ten zeer gunstig genoemd worden, terwij] den aard der oefeningen, waaraan de c ten deelnamen, kan worden afgeleid, dat detachecring veel zal hebben bijgedrag® hunne practischo vorming. Met de cadetten van het derde studie die met guinstig gevolg het eind-examen den afgelegd, werden belangrijke practï oefeningen van verschil lende wapens b woond en 1 czoeken aan bouwwerken en dere inrichtingen gebracht. Het gedrag der cadetten gaf aan de detmie reden tot tevredenheid en kan gt rende do detacheering goed worden genoe Veile vrijjwillige vereenigingen strekken bewijze van de goede verstandhouding bi cadetten. De gezondheidstoestand der cadetten bepaald gunstig genoemd worden. Zoowel het- totaal aantal zieken (236) het totaal aantal vorpleegdagem (1483) belangrijk geringer dan vorige jaren, do gezondheidstoestand bevredigend heeten. Van besmettelijk o ziekten bleef de demio ook in den curai» 1902/1903 bevrij Aan liet eind-examen werd declgcno; door20 cadetten van het wapen der in teric hier tc lande; 33 van de infanterii Ned.-Indië5 van do cavalerie h. t. 1. van de cavalerie in Ned.-Indiö; 16 van artillerie h. t. 1.7 vam do artillerie in Indië; 2 van de gonie h. t l.; en 6 genie in Ned.-Indië. Het Koloniale Werfde Het Volk schrijft: Men herinnert zich, hoe Schaper Kamer een boekje opendeed over de w waarop adspirant-kolonialcn te Harderv door logementhouders behandeld wor< Zij u interpellate had het gevolg, dat ministers Bergausius en Idenburg zich a Harderwijk begaven, ten einde persoon een onderzoek in te stellen. Thans is een ministerieel besluit afgc. men, waarbij bepaald wordt dat na 1 A- de buitenlanders, die bij hot koloniale w depot dienst wenschen te nemen, dadelijk, aankomst in de kazerne kunnen gehuisi worden Het gevolg hiervan zal zijn, dat kolonialen minder gemakkelijk in ham zullen vallen van de logementhouders, he» veelal plachten te plunderen. Het kwam ook veel voor dat de bij herbergiers gemaakt© grove, brooddron verteringen door tusschen komst der militf autoriteiten voldaan werden. Voortaan echter zal do militaire over! in dergelijke gevallen niet meer tusschen de treden, zoodat het geven van crediet adspirant-kolonialcn veel onzekerder

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1