K®. S48. Tweede Blad.
2"' Jaargan
Zaterdag 12 Maart 1904.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
RSFOORTSGH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededcclingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
:::W
Van 1—5 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen,
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Ee
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvra
toegezonden.
OOST-INDIË.
Uit Koeta-Radja wordt dato 3 Februari
aan de Java-Bode geseind:
Dij; de vermeestering eener benting in de
bako-bako nabij gampong Somati in Bloem-
pang doea, door eene patrouille onder -Ion
kapitein J. F. Later, sneuvelden de zieken
verpleger Jansens, en een inlandsch fuselier.
Gewond werden niet-levensgevaarlijk de le
luitenant M. J. van Lakerveld, sergeant
Wallenburg, de fuselier Smit, en zes inland-
sche fuseliers. De vijand, liet 79 dooden met
9 achterlaad- en 33 voorlaadgeweren liggen.
Het. blad teekent hierbii aan
De gampong Somati, waarbij, blijkens ons
telegram uit Koeta-Radja, zulk een bloedig
treffen iieeft gehad, ligt te midden van
een groot moeras in het landschap Gloempang
Doea, aan de Noordkust van Atjeh. Zooals
men op de jongste kaart van dat rijk kan
nagaan, loopt, de trambaan van Lbo Seuma.-
weh in westelijke richting, langs de kust tot
aan de Koewala Mané. Die baan en ook de
telefoongeleiding hadden het vorig jaar her
haaldelijk te lijden van molest, gepleegd
door uitgewekenen, die in Boven-Sawang
hunne schuilplaatsen hadden on die af ou
toe naar do bene denstreken kwamen afzak
ken om tramdekkingen te beschieten en in
de gampongs te rooven. Sedert te Pantel*
Lhong, aan de Kroeng Blang Mé, een bivak
gelegerd werd, meende men de onruststokers
ondier de knie te hebben thans schijnen
dezen een versterking te hebben opgericht
te midden van het bovengenoemde bivak. De
majoor H. N. A. Swart, die in do onderaf-
deeling Lhö Seumaweli het bestuur leidt, zal
den kapitein Later hebben opgedragen liet
roofnest' op te ruimen, en deze is daarin met
groot succes geslaagd, ten koste van een ge
ring verlies aan onze zijde.
De Atjeh-correspondent van het. Bat.
Nbld. schrijft, dat de artillerie in Atjeh spoe
dig naar Java teruggezonden zal worden.
De Merapi. Uit Klaten wordt dato
4 Februari aan de Java-Bode geseind
In den nacht van den 29en op den 30en
Januari, vermoedelijk tusschen 2 en 6 uur,
heeft de Merapi gewerkt. Te Klaten werden
geen ontploffingen en ook geen aardbevingen
waargenomen, wel op andere plaatsen der
af dee ling. Hier en daar viel een weinig be
duidende asch- en zandregen. De berg ont
lastte vermoedelijk geen lava., daarentegen
wel gloeiend zand, dat in het rarvijen Woro
tot op ongeveer 4000 voet werd aangetroffen.
Of de top verandering heeft ondergaan, is
thans nog niet vast te stellen, omdat de
berg door wolken omhuld is. Sedert is hij
rustig gebleven.
In drie desa's langs het Woro-ravijn wer
den respectievelijk 10, 3 en 18 menschen
gewond, allen door de li^ete lucht uit het
gloeiende zand, die de wind in de huizen
dreef. Daarop ontstond een paniek en vlucht
te de bevolking naar buiten, bij welke vlucht
de zwaarste verwondingen plaats hadden.
Verscheidene huizen zijn door den hevigen
wind omgewaaid en twee stuks vee gedood.
Oveneaen zijn- 17 menschen, waarvan 2 in
het hospitaal alhier. De toestand der overi
gen is bevredigend, maar de wonden zijn
vreeselijk om aan te zien. Sommige erven,
waarop djagoeng was aangeplant, en 600
koffieboomen zijn zwaar beschadigd. De ver
moedelijke gevolgen van deze verhoogde wer
king van den vulkaan zullen waarschijnlijk
zijn dat de rivieren veel zand zullen afvoe
ren, vooral de Dengkeng, waarvan schade is
te voorzien voor drie ondernemingen.
Alle gewonden hebben verbrande beenen
en armen, sommigen ook brandwonden aan
rug, borst en aangezicht. Ofschoon tot hoog
boven den top groote witte en donkere wol
kenmassa's zichtbaar waren, is het gebeurde
vermoedelijk toch geen eigenlijke uitbarsting
geweest. Wanneer zulk een uitbarsting op
groote schaal plaats heeft, kan de daaruit
voortspruitende ramp ontzettend zijn.
Do ingenieur van het mijnwezen P. M.
van Boss©4 is thans den berg op.
Een telegram van 8 Februari uit Semarang
bericht aan de Java-Bode:
Uit Klaten zijn berichten ontvangen, dat
de Merapi den 6en Februari weder in wer
king was, maar minder hevig. Evenals bij
de jongste uitbarsting wierp de berg geen
modder, maar gloeiend zand uit, vermengd
met steenen. De linker tak van het ravijn
Tjomplong, d^t hoogcr ligt dan de Djoerang
Woro en 50 vadem diep is, is geheel gevuld
met zand en steenen, door den Merapi uit
geworpen; de rechter tak is daar half mee
gevuld.
Op de ondernemingen in de nabijheid koes
tert men op het oogenblik geen vrees, wijl
de berg voortdurend dichte rookmassa's uit
werpt.
Kameroverzicht
Tweede Kamer.
Vergadering van Vrijdag 11 Maart.
Interpellatie.
De heer Mees vraagt en bekomt verlof
op nader te bepalen dag tot den minister
van waterstaat de vraag te richten, over de
wijze waarop de minister van. plan is de gel
den te besteden op de begrootiug voor het
loopende jaar, toegestaan voor onderhoud,
herstel en verbetering van den waterweg
van Rotterdam naar zee.
D'e interpellatie zal gehouden worden na
afloop der iivterpellatie-Druckcr over het ont
slag-Lindeman
Hoogor Ouderwijs.
De beraadslaging wordt voortgezet, en wel
over het amendement-Schokking, om na art.
107ij bis, in te voegen een art. I07ij ter.
Aan instellingen, stichtingen of recktsper-
soolijkheid bezittende vereenigingcn Kan
door Ons op hun verzoek, curatoren gehoord,
telkens voor eeu studiejaar worden toegestaan
aan eene Rijksuniversiteit of aan de techni
sche hoogescbool eene reeks wetenschappe
lijke voorlezingen te doen houden.
Bij het verzoek, dat vóór 1 April is in te
zenden, moeten worden overgelegd
lo. de statuten, do akte of het reglement
voor de te houden lezingen;
2o. eene opgave van de dagen en uren.
'waarop zij de voorlezingen zullen doen 1 ou
den
3o. eene lijst van hen, die eene voorle
zing liouaen zullen en van de door hen te
behandelen onderwerpen.
Bij de voorlezingen wordt door curatoren
$et gebruik van de inrichtingen, verzame
lingen en hulpmiddelen voor het onderwijs,
onder door hen te stellen voorwaarden ver
gund.
De voorlezingen en de daarin te behan
delen onderwerpen worden op het program
ma der lessen aangekondigd.
Zonder betaling heeft tot deze voorlezin
gen toegang een ieder, die toegang heeft tot
de lessen der universiteit of der technische
koogeschool.
De heer Schokking licht dit amende
ment dat voor zich zelf spreekt nog
kort toe.
Dé heer Bos juicht het donkbeeld van
het amendement toe. Zoowel voor het volk
als de wetenschap verdient het aanbeveling.
Tegen de slot-alinea luidende:
„Bij de voorlezingen wordt door curatoren
het gebruik van dc inrichtingen, verzame
lingen en. hulpmiddelen voor het onderwijs
onder door hen te stollen voorwaarden ver
gund", heeft Spr. eenige bedenking. Hij zou
die bepaling facultatief en niet imperatief
willen voorsckrijiven.
De heer Röell deelt deze bedenking.
Ook hem komt het voor, dat deze bepaling
niet imperatief in de wet geschreven moet
worden. Tegen de grondgedachte heeft Spr-
geen bezwaar
DeMinistervan Bi nnenl. Zaken
(dr. Kuyper) gaat ook mede met de grond
gedachte, maar heeft eenige bedenking tegen
de redactie van het amendement.
De minister acht het b.v. noodig dat de
curatoren een concreet voorstel voor zich
hebben. Ook de minister is van oordeel, dat
de bepaling omtrent het verleenen van ver
gunning tot het houden van voorlezingen
facultatief gesteld moet worden. De mi nis
ter, wijst voorts op de m(gelijkheid, dat docr
die voorlezers schade kon worden toegebracht
aan, kostbare instrumenten of grondstoffen.
Daarom zou de minister het wenschelijk ach
ten, dat vooraf aan den Minister van Bin-
nenlandsclie Zaken kennis werd gegeven van
de aanvragen, opdat deze curatoren kan
raadplegen.
De heer Schokking brengt eenige re
dactie-wijzigingen aan, waardoor aau de ge
opperde bedenkingen wordt tegemoet geko
men. De vergunning wordt daardoor facul
tatief gesteld en als voorwaarde wordt opge
nomen kennisgeving aan den Min. van Bin
nen landsche Zaken.
De heer Bos acht het noodig. dat worde
opgenomen dat het verlof wordt verleend
aan bepaalde personen over een vooraf op
gegeven onderwerp. Spr. keurt- af de opge
nomen bepaling, dat do voorlezing on on
derwerp in het programma der lesuren moet
aangekondigd worden. Ook deze bepaling
zou hij facultatief willen stellen.
De heer Heemskerk geeft den voor
steller in overweging eene bepaling op te
nemen, dat het verlof kan worden in get. rok
ken.-
De heer Schok Icing wijjrigt nogmaals
zijn amendement. Dé bepaling, door den heer
Heemskerk gewcnscht, acht hij echter niet
noodig.
De heer Heemskerk zegt, dat de com
missie van voorb. geen bezwaar tegen het
amendement zou hebben, wanneer daar nog
eene wijziging in gebracht wordt. (Uitbundig
gelach).
De Comm. van voorb. stelt een sub-aanen-
dement voor, strekkende om intrekking van
heb verlof mogelijk te maken.
De Minister acht het sub-amendement
uiet noodzakelijk, maar onschadelijk en geeft
den voorsteller van het amendement in over-
weging het sub-amendement over te nemen.
De heer Schokking geeft daaraan ge
volg, waarna dit amendement zonder stem
ming wordt aangenomen.
Asnnu is aau de orde het door de Regee
ring gewijzigde art. 107 ijt
„De in artikel 107n bedoelde aanwijzing
kan door Ons, bij besluit, den Raad vnn
State gehoord, na ingewonnen advies van
curatoren der Rijks-Universiteit, ten allen
tijde worden ingetrokken, komt eene aan
gewezen instelling, stichting of vereeniging
liet bepaalde bij artikel 107v niet of niet
langer ua, dan wordt de aanwijzing op ge
lijke wijze ingetrokken.
De heer v. d. V 1 u g t erkent gaarne de
tegemoetkoming aan rijpe bezwaren door de
voorgestelde wijziging. Het printipieele be
zwaar is echter blijven bestaan, nl. het ver
schil van wetenschappelijk-peil tusschen ker
kelijke hoogleeraren in die van andere fa
culteiten. Spr. blijft dus aandringen op stem
raing over dit artikel.
Dé heer Bos constateert, dat zijne beden
kingen tegen het artikel, ook na de wijzi
ging, intact zijn gebleven.
Art 107ij (toezicht op de theologische fa
culteit) in stemming gebracht, wordt aan
genomen met 52 tegen 35 stemmen.
Tegen stemde de linkerzijde met den heer
Schokking.
Aan de orde is Hoofdstuk V (van de bij
zondere universiteiten).
De heer De Savornin Lohma n
treedt terug in eene beschouwing over de
waarborgen. Spr. zet uiteen dat deze wet er
voor zorgt dat de mannen die aan het hoofd
der universiteiten komen te staan, behooren
tot de wetenschappelijke piannen. Naar het
Spr. voorkomt, zijn de waarborgen hier zelfs
grooter dan voor de openbare universiteit,
en kiji is dus volstrekt niet bevreesd dat de
Staat mindere ambtenaren zal krijgen. Voor
den Staat moet het overigens onverschillig
zijn van welke universiteit hij zijne ambte
naren krijgt, mits zij maar voldoen. Den
effectus civilis zou Spr. daarom los willen
maken van de universitaire examens. Spa',
houdt vol, dat het examen niet voldoende
waarborgen oplevert voor wetenschappelijke
mannen. Spr. stelt de volgende motie voor:
„De Kamer van oordeel dat het wensclielijk
is de bevoegdheid tot het bekleeden van
openbare betrekkingen en het uitoefenen
van beroepen niet uitsluitend te verbinden
aan den uitslag van universitaire examens,
gaat over tot cle orde van den dag.
Besloten wordt deze motie dadelijk te be
handelen.
De heer Druckor heeft daartegen be
zwaar. Zonder eenige voorbereiding wordt
deze motie hier in liet debat gebracht. Be
doelt zij hier een oordeel uit te spreken over
de wijze van opleiding aan de universiteit,
dan is dit een quaestie die hier tolcli zoo
maar met even kan worden uitgemaakt. En
bedoelt deze motie dit niet, dan is zij een
axioma waarvoor men gerust kan stemmen.
De lieer Mees verzet zich mede tegen
dadelijke behandeling.
De Voorzitter stelt voor de motie te
doen drukken en liaar later te behandelen.
De lieer L o h m a n heeft daartegen geen
bezwaar.
Besloten wordt de motie te doen drukken
en later te behandelen.
De heer Van der Vlugt zal kort re
kenschap geven van de reden waarom dit
voornaamste deel van het wetsontwerp voor
hem onaannemelijk blijft. Spr. meent gerust
te mogen constateeren dat de argumenten
tegen het standpunt waarop de Regeering
de professoren plaatst, zooals dit door den
heer Bos op 26 Februari werd in het licht
gesteld, nog niet zijn weerlegd. Geen enkel
argument tegen het gemis aan waarborgen
voor een zoo gewichtig recht als hier voor
instituten wordt gevraagd, is in den loop
van het debat weerlegd. De bezwaren door
Spreker en de heeren Troelstra en Goeman
Blorgesius aangevoerd tegen de verantwoor
delijkheid tegenover contribuanten der vrije
universiteit, vonden steun in de eerste rede
van den heer Lohman. Spr. en zij die met
hem de waarborgen te gering achtten, stel
den zich uitsluitend op het standpunt der
wetenschappelijke waarde van de universitei
ten. Toegegeven werd dat het minimale van
(1c eischen met te loochenen viel, maar dat-
zij konden worden opgevoerd. Zal men nu
trachten door amendementen dit ontwerp
nog te verbeteren? Spr. meent dat het nut
teloos ware tijd en krachten daaraan te be
proeven. Do eindstemming zal wel gelegen
heid geven blijk te geven van zijne zienswijze.
Zooals thams de zaken staan, acht Spr. alle
hoop op overleg -uitgesloten.
De heer Röell zal zijtn persoonlijk stand
punt uiteen zetten tegenover gemaakte op
merkingen en voorts een kort woord spreken
naar aanleiding van de laatste woorden van
don heer v. d. Vlugt.
Wat de samenstelling der faculteiten be
treft, herinnert Spr. aan hetgeen door de hh.
Do Visser en Schokking daaromtrent is ge
zegd. Spr. blijft aannemen, dat in de samen
stelling der bijzondere unversiteiten een
waarborg gelegen kan zijn voor toekenning
van het recht van don effectus civilis, maar
juist daarom komt- alles aan op die samen
stelling. Eene universiteit met drie facultei
ten blijft Spr. onvoldoende achten. De ver
gelijking door don hoer Lohman gemaakt
met de Belgische wet gaat gelijk Spr. vroe
ger reeds heeft opgemerkt niet op. De
Belgische wat geeft veel meer waarborgen
dan het. wetsontwerp dat hier voor ons ligt
Spr. blijft beslist, van meening, dat de waar-
horgen onvoldoende zijn. Ook bij Spr. is de
vraag gerezen of daarin geen verbetering
ware aau te brengenmaar lüj moet erken
nen dat, na hetgeen reeds is voorgevallen,
do kans op aanneming van amendementen
zeer gering is. Gaarne zal hij echter zijn
steun geven aan aventucele amendementen
tot versterking der waarborgen.
Door den minister van Binnenlandsche
Zaken is gezegd, dat de wereld-geschiedenis
uitspraak zal doen. Mocht die ongunstig zijn
voor Spr. en zijn vrienden, dan zal zij zeker
verzachtende omstandigheden in aanmerking
nemen, daar nergens in het buitenland de
waarborgen zoo onvoldoende rijp.
De Minister zal ook niet- tei-ug treden
in het algemeen ddbat en rich bepalen tot
enk.Ie detailpunten. De minister acht het
onnoodig hier de détails der Belgische wet
op dit oogenblik te gaan uitpluizen het zou
tot geen practise!) resultaat leiden en ons
Parlement heeft zelfstandigheid genoeg, om
zich niet uitsluitend door het buitenland te
laten leiden. De Pers-dscussie laat de minis
ter rusten en ontkent tan stelligste dat hij)
van standpunt is veranderd. De Regeering
heeft het. door haar ingenomen standpunt ge
handhaafd.
Dat standpunt was en is nog vrijmaking
van het hooger onderwijs in historische lijn,
door het die bevoegdheid en gelijkheid van
rechten te geven, zonder welke de vrijheid
van onderwijs illusoir is. De minister con
stateert dat de linkerzijde zich steeds heeft
beroepen op de eisohen der wetenschap, zon
der, hoe daartoe ook uitgenoodigd, eene defi
nitie van wetenschap te geven.
En waar men zegt, uwe waarborgen voor
eene wetenschappelijke opleiding zijn mij on
voldoende, daar wijst de minister er op dat
de opposju© met de bestaande artt. 85 en
99 onmogelijk haar standpunt kan handha
ven. De positie die men van de linkerzijde
innam, was eenvoudig: de wetenschap der
rechterzijde is geen wetenschap. Ook zijner
zijds terugkomende tot de waarborgen, zegt
de minister dat de hier geboden waarborgen
gelijk zijn aan die der Rijksuniversiteit.
Vast staat dat er tal van jongelieden zijn,
die aan de rijksuniversiteiten niet studeeren,
zich laten klaarmaken door repetitoren en
den effectus civilis krijgen, zonder eene we
tenschappelijke opleiding te hebben genoten.
De minister komt er tegen op dat men wi-
lens en wetens de waarborgen, die hier ge
boden worden, gaat verkleinen. Alles wat de
minister heeft aangevoerd voor universitei
ten met zelfs nog kleiner aantal faculteiten,
heeft de oppositie eenvoudig onbesproken ge
laten, Waar men in Groningen met 5 facul
teiten kan volstaan, daar is nog niet aange
toond dat men met 3 niet kan volstaan. De
publieke promotie, zij werd als een kleinig
heid voorgesteld. Over het hoofd werd gezien
dat de effectus civilis volstrekt nog niet be-
teefyent plaatsing, maar niet anders is als
eene voorloopige qualificatie. Ilad de regee-
ring te doen met eene oppositie, welke met
het beginsel der wet meeging, dan ware door
amendementen eén compromis te verkrijgen,
maar bij de oppositie zooals die gevoerd
werd, was dat met te verwachten.
Dit. neemt niet weg, dat, wanneer een
amendement werd voorgesteld, dat de schei
ding minder scherp en het ontwerp beter
maakt, do Regeering daarvoor wel te vinden
zoude zijn. Na hetgeen gisteren over de theo
logische quaestie is gezegd, wonscht de Re
geering daarop niet terug te komen. Ten
slotte wijst de minister er op, dat de ge
schiedenis oordeel zal vellen over hen, die de
vrijheid van anderer levensbeschouwing niet
hebben ■willen erkennen bij (le worsteling
tusschen twee levensbeschouwingen, die te
genover elkander staan.
De beraadslaging wordt gesloten.
Op art. 107bb. lilt. H, wordt een amen
dement voorgesteld door den heer Van
Karncbeek, strekkende om te bepalen,
dat bij het examen moet blijken, dat niet
alleen do examens, maar ook de college-gel
den betaald zijn.
Dit amendement wordt door de Regeering
overgenomen.
Bij art107dd verklaart de Minister
niet te kunnen voldoen aan den wensch van
den heer Van Kamebeek, om elke aanstel
ling van een hoogleeraar aan eene bijzondere
Universiteit, door de Regeering te doen be
krachtigen.
Bij art. 107mm zegt de Minister, in
antwoord op eene vraag van den heer Van
Karncbcok, dat do daar bedoelde mach
tiging tot het verleenen van een doctoraat,
honoris causa eene machtiging voor elk spe
ciaal geval is.
Bij art. 107nn (subsidie) verklaart de heer
Van Kar neb eek principieel gekant te
zijn tegen het subsidieeren van het bijzon
der hoogcr onderwijs. Hij kan dan ook on
mogelijk met hot artikel meegaan.
Ook het beurzenstelsel wrordt door Spreker
afgekeurd, daar dit op kunstmatige wijze de
bijzondere instellingen zal bevolken.
Besloten wordt Dinsdag 22 Maart in de
afdeel ingen te onderzooken verschillend©
wetsontwerpen, als: afschaffing der Staats
loterij wijziging der wet op het Notaris
ambt.; wijziging der wet op het Middelbaar
Onderwijswijziging Vermogensbelasting
idem Personccle belasting en het Arbeidscon
tract.
Na het Paasch-rocès komen in
behandeling de dan gereed zijnde i
werpen en daarna zullen weder in de
tien onderzocht wordende Tariefwet,
Arbeidswet en twee voorstellen tot Grc
■wetsherziening.
Dinsdag 11 uur voortzetting.
Berichten.
De Verkiezing te Eist. In
door den voorzitter der Liberale Kies vore
ging te Wageningem, dr. Cattic, tegen de
Iciezingen van baron Van Wijnbergen
lid der Tweede Kamer voor Eist ingedii
bezwaarschrift, hierop gegrond*, dat in dé;
moeuiite Remkum do afkondiging, bedoedd
art. 51 dter Kieswet, niet heeft plaats
wordt o. a. aangevoerd: dat een lijst
Retikum to laat is aangekomen en dus
ingeleverd is kunnen worden; dat, uid
voldaan was aan een tijdige apenbare kon
geving, een derde candidateailijpt luid k
nen worden ingeleverd, waardoor dé uit
der stemming anders had kunnen zijn;
niet kennis geven van don dag der veri
ring een geldige reden voor niet wettig!
der verkiezing mag geacht worden, daar
ders allerlei kwade praktijken ongestraft i
nen worden uitgeoefend en onrechtfcm
verkregen eenvoudige candidaatstelling
verkiezing van een candidaat aanleiding*
ven kan. In het proces-verbaal der candid
stelling is aangeteekeind!, dat tengevolge
den spoed, die mot deze verkiezing is
maakt, niet behoorlijk kon worden void
aan art. 51 der Kieswet, omdat de plaa
lijke bladen Zaterdags verschijnen on bij
kiezers in de buurten gewoonlijk '"ét
namiddag worden ontvangen.
Koninklijke Militaire -
(lemie. Uit het verslag- van den toes
der Kon. Mil. Academie over 1903 bi
dat op 15 Oct. van dat jaar aan die in
ting werkzaam waren 47 officieren en 8
ger-ambtcnaren. Het aantal officieren-I
ren bedroeg 31.
Bij den aanvang van hot leerjaar 19i
1904 had het cadottenkorps hij de Acad
eene sterkte van 276 cadetten, te we
voor do infanterie: hier to lande 48
Ned.-Indiü 94; voor de cavaleriehie
lande 14 en in Ned.-Indië 6voor de i
lerie: hier te lande 47 en in Ned.-Indië
eox voor de geniehier te land© 21 c:
Ned.-Indiö 16, totaal over de 3 Btudiejt,
Over het algemeen mogen ook dit jaa,
uitkomsten yam de detachoeriug der ca
ten zeer gunstig genoemd worden, terwij]
den aard der oefeningen, waaraan de c
ten deelnamen, kan worden afgeleid, dat
detachecring veel zal hebben bijgedrag®
hunne practischo vorming.
Met de cadetten van het derde studie
die met guinstig gevolg het eind-examen
den afgelegd, werden belangrijke practï
oefeningen van verschil lende wapens b
woond en 1 czoeken aan bouwwerken en
dere inrichtingen gebracht.
Het gedrag der cadetten gaf aan de
detmie reden tot tevredenheid en kan gt
rende do detacheering goed worden genoe
Veile vrijjwillige vereenigingen strekken
bewijze van de goede verstandhouding bi
cadetten.
De gezondheidstoestand der cadetten
bepaald gunstig genoemd worden.
Zoowel het- totaal aantal zieken (236)
het totaal aantal vorpleegdagem (1483)
belangrijk geringer dan vorige jaren,
do gezondheidstoestand bevredigend
heeten.
Van besmettelijk o ziekten bleef de
demio ook in den curai» 1902/1903 bevrij
Aan liet eind-examen werd declgcno;
door20 cadetten van het wapen der in
teric hier tc lande; 33 van de infanterii
Ned.-Indië5 van do cavalerie h. t. 1.
van de cavalerie in Ned.-Indiö; 16 van
artillerie h. t. 1.7 vam do artillerie in
Indië; 2 van de gonie h. t l.; en 6
genie in Ned.-Indië.
Het Koloniale Werfde
Het Volk schrijft:
Men herinnert zich, hoe Schaper
Kamer een boekje opendeed over de w
waarop adspirant-kolonialcn te Harderv
door logementhouders behandeld wor<
Zij u interpellate had het gevolg, dat
ministers Bergausius en Idenburg zich a
Harderwijk begaven, ten einde persoon
een onderzoek in te stellen.
Thans is een ministerieel besluit afgc.
men, waarbij bepaald wordt dat na 1 A-
de buitenlanders, die bij hot koloniale w
depot dienst wenschen te nemen, dadelijk,
aankomst in de kazerne kunnen gehuisi
worden Het gevolg hiervan zal zijn, dat
kolonialen minder gemakkelijk in ham
zullen vallen van de logementhouders,
he» veelal plachten te plunderen.
Het kwam ook veel voor dat de bij
herbergiers gemaakt© grove, brooddron
verteringen door tusschen komst der militf
autoriteiten voldaan werden.
Voortaan echter zal do militaire over!
in dergelijke gevallen niet meer tusschen
de treden, zoodat het geven van crediet
adspirant-kolonialcn veel onzekerder