a4* Jaargnng. Vrijdag 25 Maart 1^04. BUITENLAND. FEUILLETON. '8 ZOMERS BUITEN. aeo. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden roor Amersfoort f 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderly ke nummers0.05. Deie Courant verschijnt Dagelijks, met nitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF 6 C». Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVEBTSHTlfiN Van 1—B regelsf 0.75» Elke regel meer- d.lm Groote letters naar plaatsrnimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeellge bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad by abonnement. Bene oircnlaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan, hen, die met I April a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die gedurende de maand Maart nog zullen verschijnen, KOSTELOOS toe gezonden. Kennisgeving. De Burgemeester van Amersfoort, Gezien artikel 41 der gemeentewet. Brengt ter kennis van ue ingezetenen, dat de Raad dezer gemeente zal vergaueren, op Dinsdag, den 29. Maart, aanstaande, des namiddags te li ure. Amersfoort, den 24. Maart 1904. De Burgemeester voornoemd, WUUTIERS. Politiek Overzicht. De oorlog. Generaal Kooropatkin, de Russische veld heer die het ambt van minister van oorlog beeft nedergelegd om het opperbevel over het Russische landleger in den oorlog tegen Japan op zich te nemen, heeft reeds een goed deel van den langen weg, die den zetel van de Russische regeer mg scheidt van het oorlogstooneeJ, afgelegd. In het begin van April denkt hij te Charbin te zijn, waar voor- loopig zijn hoofdkwartier gevestigd zal rijp. Gedurende zijno reis heeft hij enkele ma len, o. a. te Moskou, redevoeringen gehou den, waarin aan een bewonderend gehoor schitterende beloften gedaan werden. Als voorzichtig veldheer zal hij niet gaan vech ten voordat hij gereed is wat hiji om streeks Juli denkt te zijn dan zal hij| oprukken met onweerstaanbare macht en de Japanners door Mandsjoerijc en Korea heen in de zee drijven. Wanneer inmiddels de groote stapelplaatsen aan de kust mochten vallen, laat dat dan geschieden, maar zij zul len met den meesten. nadruk verdedigd wor den, evenals de stellingen verder landwaarts in. Maar hij is er zeker van, dat alles voorbij zal zijn tegen, het einde van het jaar; dan zal hij don vrede in Tokio voorschrijven. De Russische opperbevelhebber beschouwt dus de overwinning als zeker. Intusschen erkent hij, dat het eene reusachtige krachts inspanning zal vorderen, de overwinning aan do Russische wapenen te verzekeren. Maar wat op liet spel staat, is zulk eene in spanning ten volle waard. In de Nowoje Wrem ja. wordt de inzet, waarom liet hier gaat. aldus omschreven: „Wij zullen óf de overwinning behalen, en dan niet alleen Japan, maar ook alle landen, die wij in den loop van twee eeuwen ver kregen hebben, voor goed bedwingen en de vooroordeelen van Europa tegen Rusland overwinnen, óf wij zijn overwonnen, en zijn het dan voor de geheele wereld, voor Turkije, voor Kaukasie, voor onze Midden-Aziatische bezittingen, in onzen invloed op liet Balkan schiereiland, voor het geheele Slavische ele ment, dat Rusland als de oudere en sterkere zuster beschouwt, en eindelijk voor al onze vijanden. Daarom kan deze oorlog onver gelijkelijk veel nuttiger zijn dan de vroege re hij zal óf de kroon zetten op hunne uitkomsten óf een noodlottige oorlog zijn. Daarom moet Rusland alle middelen aan wenden, waarover het beschikt, al zijne stof felijke en geestelijke krachten inspannen en niets verzuimen wat voor de overwinning dienstig kan zijn. Zij; die eene nederlaag wenschen om. volgens het oude en tot ver- 7-adigens toe gehoorde gebazel van Sebasto- pol en den tijd van het jaar 1860, tot her vormingen te geraken, zijn óf dwazen óf schurken. De dwazen buiten rekening laten de, die zich met jeugdige dwalingen kunnen verontschuldigen, kan slechts de onverschil lige misdadigheid, de onrijpe bekrompenheid des geestes gelooven, dat zij meer verdient dan de slavernij., wanneer zij eene nederlaag van het eigen leger, d. w. z. van liet eigen volk, wenscktAls overwinnaar kan Rus land Korea onder het protectoraat van Ja pan stellen, Mandsjoenje aan China terugge ven, kortom alles afstaan wat het wil, nadat het zich den weg naar den Grooten oceaan verzekerd en aan zijn oever vasten voet ver kregen heeft. Dan geeft Rusland dit alles als overwinnaar, als grootmoedig held met ruime inzichten terug. China moet onze vriend en bondgenoot worden, zooals het eeuwen lang is geweest. Wij zullen het niet veroveren, evenmin als Japan liet doen zal, maar Japan moeten wij tot eiken prijs over winnen. Dit bewustzijn moet allen bezielen, en bovenal do beschaafde maatschappij, waa neer zij als zoodanig werkelijk bestaat. En voelt zij niet reeds de gansche beteekenis van dezen oorlog, is zij niet er op uit, door nauwgezette zorg voor de troepen, door aller lei bemoeiingen en olfers steeds inniger deel te nemen aan den oorlog?'' Men ziet hieruit, waar 'tvoor Rusland om gaat. Maar aan den anderen kant is men niet minder in Japan doordrongen van de beteekenis van dezen oorlog. Men heeft juist in deze dagen kunnen rien, hoe do volksver tegenwoordiging volledig instemt met het besluit der regeering, dat tot do uitbarsting van den oorlog hoeft geleid. Geen enkele stem is in Japan opgegaan tegen den oorlog. Alle partijstrijd is voor 't oogenblik op zijdo ge zet; de groote geldsommen, die gevorderd worden cm den oorlog tot het einde van het jaar te kunnen voeren, zullen zonder eenig verzet door het parlement toegestaan wor den. De zware lasten, die daarvoor zullen moeten worden opgelegd, zullen gewillig ge dragen worden; de leeningen, die de regee ring heeft uitgeschreven, zijn in het binnen land geplaatst. Deze oorlog is, wat Japan aangaat, éène volkszaak. Wanneer straks aan de Yaije de groote botsing van de beide vijandige legers plaats heeft, dan strijdt in het Japansche leger ieder, van den aanvoer der tot den geringsten soldaat, voor wat hij begrijpt het belang te zijn van het vader land. Zal dit moreele element even sterk zijn invloed doen gelden in het Russische ieger, dat duizenden miilen ver is aangevoerd om voor Rusland's macht en grootheid op te komen? In ieder geval zal dit moreele ele- met een "belangrijke factor zijn in defcen, strijd, waarvan de uitslag niet enkel afhangt van de macht van den sterkste. Daarbij komt nog iets anders in aanmerking dan de dom mekracht van het geweld; ook de waarde van den Japanschen soldaat in vergelijking tot den Russischen zal daarop van invloed zijn. En dat is een factor, waarvan de waar de tot heden nog onbekend is; eerst op het oorlogsveld zal die aan het licht komen. Italië. De Ageuzia Stefani meldtDo K o n i n g zal zich Zaterdag tot eene ontmoeting met Keizer Wilhelm naar Napels begeven De minister van buitenlandsche zaken Pit toni zal den Koning begeleiden. Woensdagavond richtte de Koning het volgende telegram aan den Keizer: „Op het oogenblik waarop gij als hoogst welkome gast den Italiaanschen bodem betreedt, wensch ik, terwijl ik mij verheug u spoedig weer te zien, dat inmiddels de eerste groet aan U van mij, uw toegenegen vriend en trouwen bondgenoot toegaat. Victor Emanuel." Do stoomboot König Albert met den Kei zer aan boord, kwam- gisteren morgen te 9 en. een kwart uur te Napels aan, en werd door het saluut van het daar geankerd lig gende1 Italiaansche escader en het hoerahi der manschappen begroet. Keizer Wilhelm zond van Napels een har telijk telegram aan den Koning van Italië. Het. telegram was onderteckend „Een toe genegen vriend en trouw bondgenoot Rusland. Aan de Brusselscho ..Duitsobe Korr." wordt uit Petersburg geschrevenEene on aangename crisis bedreigt Rusland. Er heerscht gebrek aan thee. Men weet van welk eene groote beteekenis de theo- quaestie ten allen tijde voor het Tsarenrijk is geweest, want de thee is daar de volks drank, die door arm en rijk gedronken wordt, e nderhalve een grooten economischen factor vormt. Een der gevolgen van den oorlogs toestand is thans, dat geen thee meer in het land komt. Te water is het theevervoer tengevolge van het kruisen der Japansche schepen onmogelijk en te land moeten de spoorwegen, die geheel voor het transportee ren van troepen en het proviandeeren der manschappen gereserveerd zijn, elk waren- transport weigeren. Een enkel groot huis heeft in het Verre Oosten een voorraad van 70 waggons thee, doch het kan dien voor raad niet naar Moskau laten komen. De di recteur van het huis beproeft deze thee op het oogenblik aan admiraal Alexepef, ten gebruike voor de troepen te vgrkoopen. Daar men geen mogelijkheid ziet, om de theequaes- tie spoedig op te lossen, verwacht men bin nenkort een groote duurte van de thee. De Engelschen stellen alreeds alle pogingen in het werk, om de markten in Rusland van Ceylon van andere thee te voorzien. De Rus is echter een goed kenner van thee en boven dien een fijnproever op dat gebied, zoodat de hem minder bevallende Engelsche merken slechts weinig afzet vinden De oorlog in Oost-Azië. Do Regeeringsbodc maakt da benoeming bekend van den chef van den generalen staf, adjudant-generaal 'Ssacharow tot. minM-er, van oorlog cn van grootvorst Kyrill Wladi- morowitsch tot chef van de marinc-afdeeling in den staf van den bevelhebber van de vloot in den Grooten Oceaan. Naar uit een legerorder van den Russi schen minister van oorlog blijkt, is de post van een chef van den. gezondheids dienst van het leger in M a n t s j o o r ij e geschapen. De voor dien post te benoemen officier staat onmiddelijk onder commando van den opperbevelhebber. Het rapport van admiraal Togo over den slag bij Port Arthur op 22 Maart luidtDe vereenigdo vloot ageerde ge heel volgens het vastgestelde plan. Twee flottilles torpedojagers bevonden zich voor Port Arthur ingevolge de hun gegeven in structie, van des avonds 21 Maart tot don morgen van 22 Maart. Hoewel gedurende dezen tijd de torpedojagers door den vijand werden beschoten, kregen zij geen schade. De hoofdmacht van de vloot kwam om acht uur in den morgen van 22 Maart voor Port Ar- tnur. Een deel van de vloot kreeg last in de richting van do Duiven-baai te stoomen en de Fiju en d© Yashima ontvingen bevel tot beschieting van de binnenhaven. Gedurende d© beschieting kwamen allengs de vijandelijke schepen uit de haven en toen om twee uur de beschieting werd gestaakt, bedroeg het aantal naar buiten gekomen Russische schepenvijf linieschepen en vier kruisers en torpedojagers. Wij geloofden, dat de bedoeling van den vijand met deze beweging was ons dichter bij de forten te drijven. De vijandelijke sche pen namen ons onder vuur en velen van hunne projectiele® kwamen neer in de nar bijheid van de „irtiji", maar onze schepen beliepen geen schade. Te dne uur gingen onzo schepen terug en verwijderden zich van do haven. Generaal-majoor Pflug sperekt in een te legram uit. Moekden do berichten uit Engel sche bron' tegen, meldende dat do Japan ners den Tatoengpas zijn overgetrokken, waar zij ontmoetingen met de Rassen hebben ge had. Ook spreekt hij tegen, dat cr den 19en Maart een gevecht bij Port Arthur is ge weest en dat do Japanners de Dadoengoe zijn overgetrokken. Uit Ying-kow wordt berichtGeloofwaar dige berichten uit Kirin, Kwan-tsjen-tsjoe, Moekden, Ixaojang en Hsoeyen toonen aan, dat de opmarsch der Russische troepen naai de Yaloe geregeld voortgaat Den 20en Maart trok een regiment door Hsoeyen. Uit Petersburg bericht het Russische Tele- graaf-agentsehapVolgens hardnekkig de ronde doende geruchten, zijin de Japanners voornemens in Gatsiai (Noordelijk van Sjan- haikwan, in de golf van Liautoeng) troepen te ontschepen. Verscheidene Japansche spion nen bevinden zich in Sjanliaikwan en laaigs den spoorweg naar Nioetsjwang. Eene afdeeling van generaal Mitsjenko be vindt zich nog steeds in Noordelijk Koaa en zet zijne verkenningen in de bciurt jan Antsjoe voort. Generaal Linevits verwelkomde geuera.il Kocropatkin, na diens aankomst in het Transbaikalgebied telegrafisch, en voegde aan toeDe troepen dorsten er naar, rich op den vijand te kunnen wreken en verwachten met ongeduld uw aankomst. Naar uit Zuidelijk Mantsjoerije en vit het Noorden van Korea gemeld wordt, is alles daar rustig. De Koreanen beklagen rich over het barbaarsche optreden der Japanners, die do bevolking uitplunderen en bedreig -n, haar zelden betalen en alles wegnemen. Allerlei vHet Fransch ia Rusland. Het „Journal" vestigt er de aandacht der Franschen op, dat in weerwil van de pogin gen der „Alliance Franyaise" in Rusland de Frarsche taal steeds minder in gebruik geraakt. In het begin der negentiende eeuw was er geen ontwikkeld Rus, of hij sprak of Las de Fransche taal. Maar tegenwoordig wordt het Fransch bedreigd door 'tDuitsch. Als de schuldige wordt door het „Jour nal" genoemd de man met den breeden rug, de Duitsche. handelsreiziger. vDe dynamietaanslag te Luik. Het Hbld. van Antw doet het vol gende boekje open uit het verleden van Lam bin, een dor daders van de dycamietaanslar gen te Luik. La in bm is, zooals wij zeiden, geboortig van Reims. Vroeger was hij bediende in een ma- nuf actuur-magazijn, later kwam hij als hel per bij een apotheker te Troyes, waar ihij in de scheikunde ingewijd werd. In de Stadsbibliotheek, die hij veel bezocht, las hij geen andere boeken dan die handel den over ontploffingswerktuigen. In dezelfde stad werd hij op 12 Juni 1900 tot 6 maanden gevangenisstraf veroordeeld wegens diefstal en bewaring van ontplofbare stoffen. Hij was toen 17 jaar oud. Men dacht niet meer aan hem, toen den 18. Augustus 1901 in dezelfde stad eene ont ploffing plaats had in de kerk van St.-Nizaer, en de preekstoel, een biechtstoel, banken en stoelen werden omgeworpen, glasramen uit de XHIe eeuw verbrijzeld en een uit een boogvenster losgeraakte steen een beeld ver brijzelde. Die ontploffing had plaats terwijl de pas toor een vijftiental kinderen catechiseerde. Het was dus een waar mirakel dat niemand gekwetst werd. Dr. Bordas, van het stedelijk laboratorium van Parijs, kwam tep plaatse een onderzoek doen en hij vond stukken ijzer, hout, stuk ken van het blad le Libertaire, watten en spo ren van potascli. De bom bestond uit een houten doos, be vattende eene buis, geladen met groene poe ders, watten en zwavelzuur. Het was het typ© van de omverwerpings- bom. Het schroot waarmede rij geladen was gaf aan dezen aanslag een ernstig karakter. Aangehouden op 14 Augustus werd hij la ter veroordeeld tot gevangenisstraf en ver banning. Het was niet bevestigd dat hij de bom in de kerk had geplaatst, maar men had hem in het bezit gevonden van het chloor- poeder. Lambin, zich ook noemend Reauman'air» werd ook vervolgd en in hechtenis genomen voor den aanslag tegen de kerk van St.-Jean- Baptiste, te Belleville, op 31 October van verleden jaar. Men weet dat in die kerk, terwijl verschei dene geloovigen aan twee biechtstoelen za ten, eene bom ontplofte, zonder stoffelijke schade, noch letsel aan personen te veroor zaken. Er was geen schroot in, zoodat deze bom minder gevaarlijk Vas dan die van Troyes. Verscheidene sporen werden nagegaan en men wanhoopte zelfs den dader te ontdek ken, toen het toeval de politie op het spoor bracht van een kerel, die zich Beaum&nodr noemde. Men ondervroeg nu nog eens de personen, die verdachte lui hadden zien slenteren rond de kerk en een kind gaf geheel het sig nalement op van Lambin. Bevonden werd dat do persoon, dio zich Beaumanoir noemde, werlceliik Lambin heet te, dat hii eene kamer liad nabij: de kerk Belleville en dat hij te Parijs was op 31 Oc tober. 't Was eerst op 14 November dat hij te Cherbourg in hechtenis werd genomen. De zaak liep echter uit op een bevel van niet- vervolging. vDe geheimzinnige dame. Het, gerecht te Görz heeft zich dezer dagen moe ten bezig houden ct eene zeer zonderlinge dame, waarin het ten slotte eene oudo be kende van den Weenschen strafrechter Uit het Deensch 18 DOOR HERMAN BANG. Toen de winkelbedienden de beide dames op de trap zagen, holde een van hen beiden naar den consul, die altijd de dochter van den burgemeester aansprak, wanneer zij: in rijn winkel kwam. „Therkildsen, je bliift hier", zei mevrouw. ..Het past niet-, dat ze jou achter de toon bank zien." De bediende keerde terug naar den win kel, waar juffrouw Fryant reeds drie glazen met Fransche vruchten'had ontdekt, die be stemd waren voor mevrouw Therkildsens priviaat gebruik en een restantjo waren van het gemeenteraadsdSner. „Zoo, dat is uistekendzei juffrouw Fryant. „Nu nog wat biscuits". Plotseling dacht ze aan kaas, en vroeg Welke soort ze in den winkel hadden. „Ik geloof nog wel, dat mevrouw iets heeft", zeide de bediende en holde weer weg. Juffrouw Johnny moeet opnieuw lachen, ze kreeg de kaas, terwijl ze luid tegen juffrouw Ingeborg zei „Wat rijn dit toch voor menschen?" „Een zekere consul Tlierkildsen," zei juf frouw Ingeborg. „Zoo." antwoordde Johnny, die den naam misschien niet eens had verstaan, ze betaal de hetgeen zo schuldig was uit een leeren hee re n-porteinonnaie. „Nu moeten we nog lint bobben," zei zc. „Waarvoor?" vroeg juffrouw Ingeborg. „Voor het feest," antwoordde juffrouw Fryant, die reeds den winkel van den heer Rist binnenstapte. Ze moeet wit en groen zijldon lint hebben. Mijnheer Rist en zijn bediende zochten iu alle doozen. Er was geen groen rijden lint. jTMaar je kunt immers oven goed blauw lint nemen," zei juffrouw Ingeborg. „Neen," zei juffrouw Jdhnny. „Neen, dan nemen we alleen het witte lint," en ricli tot* juffrouw Ingdborg wendend, fluisterde ze; „Ik kan de strikken van mijn groene ja pon tornen. Toen ze weer op straat kwamen, zei juf frouw Johnny „Nu gaan wc rozen plukken in jou tuin." Terwijl ze zoo naast elkaar liepen, zei juf frouw Ingeborg, haar oogen staarden ver iu de ludht ,,'t Is zco lang geleden, dat ik op een feest was." „Kan je dan niet lezen in de gedachten dor menschen?" vroeg Jdhnny. Maar juffrouiw Ingeborg greep haar hand en Johnny zweeg, terwijl ze verder naast el kaar wandelden. Bij het huis van den burgemeester ont moetten ze twee heeren in wit. flanellen patk- ken, Sjportpetten op en verlakte schoenen De beide jonge mannen groetten, en ze waren nauwelijks voorbij of juffrouw Jdhnny vroeg „Maar wat doen die heeren hier?" Juffrouw Ingeborg antwoordde: ,,'t. Zijn de zonen van consul Therkildsen.' „Ja, 't is waar ook, zo heetcn Therkild sen," zei Johnny en zij gingen naar binnen. Aan tafel was het göheelo gezelschap over de Fryants beginnen te spreken, over hun buitenverblijf, over de vreemde zeeofficieren, die de consul-generaal als gastheer had ont vangen, en over de reederij. „Dat is nog eens een flinke man," zet de houthandelaar. ,JIij is onze voornaamste koopman." De inspecteur Rasmussen zei „Ja, de handel is de hoop voor Denemar ken's toekomst geworden." En men hoorde de Oostjutlandsohe me vrouw tegen mevrouw Lindegaard zeggen „Op het schip danste ze twee? maal met onzen prins." Haar dodlvter, d'ie zidh plotseling naar voren drong, vroeg „Zou John hier ook zijn?" John was de jonge Fryant, dien juffrouw Lucia bij zijn voornaam noemde, omdat ze hem kende van de couranten, Waarin de heer Fryant Junior dikwijls genoemd werd als een mee6ter op het tennisveld. Do fietsers kenden den heer Fryant niet. Zo speelden geen tennis. Do bruin-verbrande, die teruggekeerd was. sprak met zijn vriend, toen de vrouw van den houthandelaar aan Kristiaan vroeg .."Waar zullen ze ritten f' Kristiaan antwoordde „Ze eten om zeven uiur." „Waar?" vroeg de Oostjutlandsohe me vrouw. Kristiaan mompelde zoo iets van dat ze stellig in hun eigen kamer zouden eten, cti i mevrouw Lindegaard, die haastig haar man had aangekeiken, zei „Hier is immers ook geen plaats." „En geen" eten," zei de houthandelaar, die plotseling met een stem. die aan rijn bout- werf deed denken, tegen Stine riep ,.Zcg, er is geen vleeedh De bruin-verbrande en zjjji vriend stonden °I>. bogen diep voor de oude dame en haar dochter, cn zeiden „Wel bekome het u. Wc staan maar op. 't is hier wat nauw, en de beide vrienden verlieten de zaa1. Het was zoo stil geworden, dat men het geluid van hun schreden, en van de deur, die aclïter hen dicht viel, hoorde. „Hans," zei mevrouw Lindegaard, „vraag om wat meer lap," en de houthandelaar, die met zijn glas op de tafel hamerde, zei „Ja. wij krijgen toch zeker ook iets te eten." De Oo&tjutlandsohg mevrouw wendde zich tot Stine ..Mag ik den schotel ook nog oven heb ben?" Ma-ar toon cr geen borst qp was, zei ze „Je moot even nieuwe kip halen," en tot. mevromiw Rasmussen gekeerd, vervolgde ze „Waarom zouden die beide heeren eigen lijk zoo ver*gereisd hebben?" En mijnheer Rasmussendie zijn schouders optrok, zei: „Ja, voor flirfke jonge mannen is er hier iu het land nog plaats genoeg." Do houthandelaar, die nog steeds om vleeedh riep, befkendc „Ik heb nog nooit voor zaken gereisd, behalve in Zweden. Mijnheer Rasmussen be gon over de broederrijken te spreken en de dames aan don anderen kant van de tafel bogen rich diep voorover can te luisteren, naar do onderwijzeressen, die plotseling be gonnen te spreken over een riokenverpleeg ster, die eene bij de familie Fryant geweest was. ..Tegen haar was men \olstrekt niet aar- dig ezi een der onderwijzeressen. De fiet.ser zei tegen de Oostjutlandsche juffrouw, dat tennissen niets anders was dan blufferij. en mevrouw Lindegaard maakte do opmerking togen haar man, dat mijnheer Borg werkelijk gelijlk had ..Het is niot netjes jo zoo van de anderen af te sehciden." Stine was met den leogen schotel van do trap geloopcn, toen Brasen door het, 'nik riep ..Jansine! Jansiue!" „Daar zijn David en Goliath!" ,,'t 'Is tooli niet waar?" vroeg juffrouw Bra«on, die alles in den steek liet om naar de gelagkamer te snellen. „Zijn dat de zonen van Therkildsen? zei Kristiaan, die achter haar aan rende. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1