Zaterdag 16 April 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. ZIJN WELDOENER. .V'. «77. 2de Jaargnng. AHIERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Par 8 maanden voor Amersfoort Idem franco per post. f 1.89. Afzonderlijke nummers- 0.09. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advértentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C». Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 1~5 regels9; 75* Elke regel tfeer- «OK Gröote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald advèrteeren in dit Blad bij abonnement. Eène circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht De oorlog* Nog is <yp bet Oost-Aziatische oorlogstoo- neel alles in voorbereiding en reeds behan delt de Moskowskija Wjedoimoeti de voor- Waarden, waaronder Rusland gezind zou zijn vrede te sluiten. Dit blad, bekend als het hoofdorgaan van de Panslavisten, omschrijft de toekomstige vredesvoorwaarden van het zegevierende Rusland aldus1Korea wordt bij Rusland ingelijfd; 2. het Japansche eiland Kioesioe wordt door Rusland bezet en versterkt; 3. Formosa wordt aan Ghina teruggeven, Rusland zal daar slechts een ge schikte haven voor zich verlangen om een kolenstation en eene versterkte ankerplaats voor de Russische vloot in te richten4. Ja pan zal eene oorlogsschadevergoedi ng beta len, die den Japanners voor goed den lust zal benemen om Rusland uit te dagen. Op de oorlogsvloot van Japan zal, als onderpand voor de betaling, door Rusland beslag gelegd worden. Dit was geschreven voordat de ramp plaats had, die verleden Woensdag de Russische vloot voor Port Arthur is overkomen. On der den indruk van die ramp komt de zelf overschatting, die uit het voorbarige artikel van de Moskowskija Wjedomosti spreekt, des te meer uit. De Japansche vloot door Rus land in beslag genomen als onderpand voor de schadevergoeding, die Japan zal hebben te betalen! Ja, om bet zoover te brengen, is er toch nog heelwat te doen. En deze ramp kan slechts dienen om hen, die bij het begin van den oorlog hoofdschuddend vroegen of Rusland dezen tegenstander niet onderschat te, in hun twijfel te versterken. Behartiging verdienen eenige opmerkingen, die deNeue Freie Presse maakt over den reueaohtigen moreelen indruk, dien het op dezen ongeluks dag voor Rusland gebeurde moet achterla ten. Zij schrijft: „Makarow gedood, een grootvorst ernstig gewond, een pantserschip vernietigd, het moeten wanhopige gewaarwordingen zijn, die deze droevige ramp van het winterpaleis tot de afgelegenste hiuit van den moejik wekt. En omgekeerd, het moet, waardoor ook de onder gang van de Petropawlowsk veroorzaakt moge zijn, een geweldige zwelling van het Japansche zelfbewustzijn ten gevolge hebben, dat een nieuwe en tot dusver de gevoeligste slag eene verwachting van den RussisChen tegenstander te niet doet. Weldra zal men op de vingers kunnen tellen, wat er nog over is van bet Oost-Aziatische eskader van Rus land en minder dan ooit sedert het eerste zeegevecht voor Port Arthur is sedert Woens dag de mogelijkheid aanwezig, dat den Ja panners de heerschappij over de Gele zee ontrukt wordt. „Wel is waar beslissend voor den uit slag van den oorlog is ook de ramp van Woensdag niet. Beslissend daarvoor is in 't geheel niet wat op zee gebeurt. De bet- slissingen in dezen oorlog zullen vallen op bet vaste land daar, waar zich, ten noorden en ten westen van de Yaloe-rivier, Mand- sjoerije uitstrekt naar Moekden, de oude doodenstad van de Chineeecbe Mandsjoe- dynastie, en tot aan de grens van het „Rijk van het midden7'. Maar steeds duidelijker, boe zwaarder de eerete teleurstellingen op Rusland drukken en hoe hooger de verwach tingen van de Japanners stijgen, wordt de verre weg tot aan het einde van dezen oor log. En reusachtig zal aan beide zijden het offer aan volkskracht en aan volksgoederen, afwisselend en onzeker zal het worstelen zijn, totdat het laatste kanonschot dreunt. Zenuw schokkende voorspelen aan den rand van het ruime oorlogsveld, zijp deze bloedige zeegef- vechten, niets meer. Groot echter is hun mo- reel© beteekenis, hunne psychologische uit werking op de oorlogvoerenden, wanneer inr zonderbeddi zulke zware rampen gebeuren als die van verleden Woensdag, die met admi raal Makarow eene hoop van Rusland in de golven begraven heeft. Aanvoerders zijn moeielijk te vervangen in den loop van een oorlog, moeilijker dan stukgeschoten linie schepen. Wanneer bij het afscheid van Koe- ropatkin de metropoliet van Petersburg, door eene plotselinge ontroering overmand, den generaal snikkend de handen zegenend op het hoofd legde en hem kuste, dan was dat het hem overmannende bewustzijn van de grootheid der taak, die den krijgsman is gesteld en welker gelukkige volbrenging ge heel Rusland van hem verwacht. En ueeelfde verwachting nam Makarow mee, in wien nu geen hoop meer kan worden gesteld, omdat hij met. het wrak van het linieschip, aan welk9 mast zijn admiraalsvlag wapperde, in de diepte der zee is verzonken. Knagend als gewetenswroeging moet thans door Rusland de vraag gaan of deze oorlog, weiKS offers zich zoo smartelijk op een hoopen, eene onafwijsbare drang van het noodlot was. Een uationale oorlog, die de ze nuwen van het volk tot onbegrensde offer vaardigheid staalt, is hij niet, en geestdrift was nergens in Rusland aanwezig toen hij begon. Men heeft ook in Petersburg aan zijne uitbarsting niet geloofd, totdat de Ja pansche scheepska nonnen tegen Port Arthur bulderden; men is tegen zijn zin letterlijk in den oorlog gesleept en kan nu niet meer terug, omdat de wa.peu.eer en het prestige van Rusland geen ander dan een zegevierend einde toelaten. Of echter eene andere diplo matieke leiding vóór den oorlog dan de dub belzinnig dralende, waardoor ten slotte het geduld van Japan werd uitgeput, den Japan ners niet ondanks hun strijdlust de reden tot oologvoeren had kunnen ontnemen, dat moet ernstige® twijfel aan de noodzakelijkheid van den oorlog bij de Russen verwekken. En deze twijfel moet des te kwellender zijn, nu de Oost-Aziatische vloot aanhoudend wordt geteisterd door vernietigende rampen, die haar eene roemlooze werkeloosheid op dringen. Makarow scheen de man te zijn om d!oor heldhaftige waagstukken deze werke loosheid in eene kloeke aanvalsbeweging om te zetten ©n thans, nu ook hij tot de slachtof fers van dezen oorlog behoort, die niet zijp te vervangen, kan in Rusland de droevige vraag zeker niet onderdrukt worden of het doel van dezen oorlog de offers waard is, die hij tot dusver reeds heeft gekost en nog in reusachtig grooter mate verder kosten zal." Frankrijk. De oudervoorzitter van de Fransche Ka mer Etienne, die als koloniale specialiteit onder zijne medeleden een man van groot gezag is, heeft zich, vergezeld van den onder prefect en van twee officieren der Fransche missie te Udschdo, begeven naar dezen Ma- rokkaansche stad, die op 10 K. M. afstand van de Fransche grens gelegen is. De chef van de Marokkaansche missie begroette Etienne met de woorden, dat de Sultan van Marokko en Frankrijk nu één zijn. Etienne antwoordde, dat de Sultan op den duurza- men bijstand van Frankrijk kan rekenen, en voegde daaraan toe„Frankrijk zal u helpen do moeielijkheden van allerlei aard tc overwinnen, waaronder gij tegenwoordig lijdt." Spanje. Het lijk van Koningin Isabella is gisteren in tegenwoordigheid van den prins van Asturië, van den infant Alfbnsus'en een aantal Spaanscbe edelen in het Escoriaal en wel in de Pudnrero's (koningsgraven) met groot© plechtigheid bijgezet. Verder waren tegenwoordig de minister van justitie na mens het koninkrijk en eenige paleisbeamb ten, t erwijl een bataljon van het Isabella- regiment als eerewacht fungeerde. Korea. Te Seoel is het geheel© keizerlijke leis in den afgeloopen nacht in asch gelegd. Alle schatten, waaronder de juwee- len, zijn verloren gegaan. De brand 9chijnt te zjjn ontstaan door te hevig gestookte kachels. De Keizer redde zich in een een steenen huis, dat buiten den paleismuur ge legen 19. Daar ontving hij middags het corps diplomatique. AJlcs is hier rustig. Zuidwest-Afrika. Volgens een telegram uit Windhoek Duitsch Z.-W.-Alrika zijn in het gevecht van 13 dezer bij Okatoemba, waarover nog geen officieel bericht is ontvangen, een kapitein, een eerste-luitenant en zee man gevallen; zwaar gewond zijn een luitenant en zeven man, licht gewond vijf man. Okatoemba ligt 9 K. M. zuidwestelijk van Katjapia, waarop zich de rechtervleugel van den vijand na het gevecht bij Onganjira op 9 dezer terugtrok. De oorlog in Oost*Azië. Generaal Koeropatkin heeft aan grootvorst CyriBus zeer vlug herstelt van den doorge- stanen schok. Zijne wonden zuilen spoedig gvenezen zijn. Een telegilam yan etadihouder Aloxegjew aan den Czaar, d.-d. 15 April meldt: De Ja- pansche vloot beschoot beden, 14 liniesche pen sterk, iln 2 afdeelingen. gesplitst, van 's morgens 9£ uur tot den middag met tus- schenpoozon van Liaotsjau uit do vesting en de stad Port Arthur. De vijand loste 185 schoten. De kustbatterijen en ons eskader, waar onder het pantserschip Pobjeda, beantwoord den de beschieting van hunne ankerplaatsen uit met indirecte schoten. Van het garnizoen werden 5 man gewond. De schepen hadden geen verliezen en wer den evenmin beschadigd. Van dè Chineezen aan den oever werden 7 gedood en 3 gewond. Over het zeegevecht, dat verleden Woens dag heeft plaats gehad, wordt uit Peters burg het volgende bericht: Om zes uur 's morgens had een geveent plaats met zeven Japansche torpedobooten, die tot zeven uur duurde. De Besstratschny. die door drie torpedobooten, omsingeld werd, ging te ,niet. De kruiser Bajan was naar bui ten gekomen om hulp te verleenen. De vijandelijke torpedobooten trokken zich terug naar de voorhoede van hun eska der. Om acht uur 's morgens ongeveer verlieten de linieschepen Petropawlowsk, Padjeda en Peresvjet, de kruiser Bajan, en vijf torpedo booten en de mijnkruiser Gaidamak de reede en namen koers naar het vijandelijke eska der. Dit trok zich terug op de hoofdmaent die weldra ter sterkte van 16 schepen in 't gezicht kwam. Daarna trok ons eskader zich terug op de reede en nam eene geveohtstelling in. Om half tien geschiedde de ontploffing, waar door de Petropawlowsk binnen twee minuten zonk. Over het aantal geredden loopen de opgaven uiteen tusschen 50 en 90. Ook do Pobjeda is aan het middendeel beschadigd en ging daarop in de binnenhaven voor a 1- ker. Het Japansche eskader bleef tot drie uur 's namiddags in 't gezicht; het splitste zici daarna in twee afdeelingen en verdween aan den horizont. Gedurende den ganschen tijd waaide er een sterke bries, die des avonds aangroeide tot een hevigen storm. Onder hen, die met het vlaggeschip Petro pawlowsk zijn ondergegaan, behoort ook de schout-bij-nacht Molas, die zich op dit schip bevond. Hij was pas in de tweede helft van Maart tot tweeden chef van den marinestaf der Oost-Aziatische vloot benoemd, en was een tijdgenoot van Makarow. De adjudant van grootvorst Cyrillus risp dezen toe, dab hij terstond over boord mot st springen. Dit deed de grootvorst en redde zich daardoor het leven. De adjudant reif kwam om. In den strijd over de vraag of het eeue Russische of eene Japansche mijn is geweest, waarop de Petropawlowsk gestooten is, zal men wel nooit tot positieve zekerheid komen. De eenvoudigste verklaring is echter, zoa- als het Journal des Débats opmerkt, dat de Japanners torpedo's hebben gestrooid. Dat is eene praktijk, die bij alle marines bekend is, en het is niet aan te nemen, dat de Rus een hunne vijanden hebben kunnen beletten haar toe te passen. Al wat zij er tegen kol den doen, was te beggeren, om de vaargeu len veilig te maken, waarvan hunne schepen zich in de kuststrook moeten bedienen, want de torpedo's zijn niet stevig bevestigd. Dezi „slapende" torpedo's bestaan uit een drijver aan het einde van een kabel, die aan het an dere einde een anker heeft. Men zou zulk een torpedo kunnen noemen een onderzeesclien ballon-captif. De lengt© van den kabel ;s zoodanig geregeld, dat de drijver niet boven wiater komt en dus onzichtbaar blijft; hij heeft eene lading ontplofbare stoffen en is voorzien van een toestel, dat hem doet ont ploffen wanneer het schip er tegen stoot. Het wordt bevestigd, dat de schilder We- resjtsdhagin bij het ondergaan van de Pe tropawlowsk is omgekomen. De Russische torpedoboot, die Verleden Woensdag verloren ging, was de Strasjny en niet de Besstrasjny. De 14e April is te Petersburg als een rouwdag doorgebracht. In de meeete kerken werden plechtige diensten gehouden voor de nagedachtenis van de bij de ramp van Woensdag omgekomenen. De bladen versohenen met artikelen, die in een rouwrand waren gevat. De Wjedo- mosti maakte de opmerking, dat het „hard is te denken aan de uitbundige vreugde, die onze tegenstanders moet vervullen." Van de Pobjeda, die na de ontploffing waarbij zij beschadigd werd met hare eigen machine in de binnenhaven is kunnen ko men, heeft geen der bemanning letsel beko men; de schade aan het schip is, volgens het rapport van den waaxnemenden bevel hebber, schout-bij-nacht Uchtomsky, ernstig, maar hij hoopt dat zij hersteld zal kunnen worden. Bij de bcsdhieting van gisteren heeft ook de Pobjeda aan het vuren deelge nomen dat is echter geschied van de plaats, waar do schepen voor anker lagen. Admiraal Skrydlow, de nieuwe bevelheb ber to Port Arthur, is in 1844 geboren en hooft zich in den Russisoh-Turkschen oorlog zoozeer onderscheiden, dat hij het kruis van St. George verwierf. Hij heeft herhaaldelijk verantwoordelijke posten' bij de Russische zeemacht bekleed en Rusland o. m. vertegen woordigd bij do opening van het Keizer- Wilhelm-kanaal en bij de vlootscbouw te Spithead ter gelegenheid van Victoria's dia manten jubilee. Tijdens den Kretenser opstand voerde hij bevel over het Russische Middellandsche Zee-eskader en twee jaren geleden werd hij tot bevelhebber over de vloot in de Zwarte Zee benoemd. De Petereburgsche correspondent van de „Ma- tin" heeft van een der hooge hofdignitaris- sen bijzond er hole n ontvangen over de aan den Tsaar gceonden telegrammen na de voor Rusland zoo noodlottige gebeurtenissen. Dezo deelde hean mede, dat admiraal Makarow aan boord van de „Petropawlowsk" do haven uit gestoomd was om een verkenningstocht in de nabijheid van Part-Arthur te ondernemen en ach op de hoogte te stellen van de bewegin gen dier Japansche vloot. Na ongeveer een. uur in volle zee gestoomd te hebben, bemerkte Jlij eenige sehojxm, die zich bij nadering van de „Petropawlowsk" terugtrokken. Eenigen tijd later kwam liet geheele vijandelijk eskader in zicht, bestaande uit een veertigtal schepen, zoowel pantserschepen, als kruisers en torpe dobooten. Daar admiraal Makarow inzag, dat hij tegen zoo groot© overmacht toch niets kon uitrichtenliet hij achteruit stoomen en keerde naar d'e haven van Port-Arthur te rug. Op ongeveer 2 mijlen afstands van den ingang gekomen, werd een ontzettende ont ploffing waargenomen. Te midden van een geweldige stortzee word do ontzaglijke massa van liieb slagschip letterlijk in de lucht ge worpen en daarop viel het sohip in zee te rug, gedieel op zij|do kantelend en de 830 officieren en matrozen,, welke zich aan boord bevonden, in de dieipte meesleurend. Groot vorst Cyrill, die een uitmuntend zwemmer is, slaagde er in, met 5 officieren en een 50- tal matrozen, zwemmende dè kust te berei ken. Het wiarou do jongste cn krachtigste personen van do bemanning. Tot nu toe is men er, niettegenstaande herhaalde pogingen, niet in geslaagd, het lijk van admiraal Makarow to vinden. Aan boord van het verongelukte liniesdhip waren de door Makarow pgemaakto oorlogsplan nen. Dozo zijn met het sdhip de diepte in gegaan. Een correspondent van da Daily Mail be zocht gisteren het kamp tc Nioet-sjwang met vergunning van de Russische autoriteiten. Hij vond het plan van versterkingen tot be scherming van do stad compleetzij wordt daardoor beveiligd voor oen aanval op de zuid- en de westzijde. Men bericht uit Liaojang, dat de Rus sische versterkingen op den Mandsjocrijscheu oever van de Yaloe gereed zijn gekomen. Het middelpunt van dezo versterkingen is de stad Antoeng, gelegen ongeveer 45 K. M. ten noorden van den Yalooinond. De rechtervleugel loopt tot het stadje Tatoenkan, gelegen aan den mond van de ROMAN VAN ALEX. RÖMER. „Valsche jongen," bromde zij verontwaar digd. Nu werden er' deuren geopend' en ge sloten haar moeder deed „den weldoener der familie" natuurlijk uitgeleide tot aau da trap de nederigheid en onderdanigheid har er moeder kwam haar onwaardig voor En dat alles, om dat domme geld Ellendig Nu werd de deur van het kleine kamertje waarin zij zich bevond, opengestooten en Leo stormde naar binnen. Hij had een pakje blau we briefjes iu de hand, zwaaide daarmee in de lucht en danste als een gek in de rondte. „Jofifaldera! Hoera! Tien „flappies." Do oude was royaal Het volgende halfjaar krijg ik weer zooveel en nu voorwaarts de vrij heid in Hoerah!" Het kamertje was te klein voor den dollen dans, Leo bracht de eettafel, die gedekt stond en de andere meu bels en stoelen in gevaar, liep Ellen haast omver, hield haar de bankbiljetten onder den neus en sprong in zijn opgewondenheid zelfs op de oude versleten sofa, die nog dateerde van zijn vader's studententijd en die nu bij zoo'n ongewone behandeling, onder de gym nastische oefeningen van den jeugdigen jprin- ger, geweldig kraakte. Mama kwam juist bin nen m gaf een gillejte, toen zij «ag wat er gebeurde. j Leopold sprong van de sofa af met zoo'n vaart, dat het niet al te soiled! gebouwdo I huis schudde, pakte zijn moeder beet en trok j haar mee dn zijn wilden rondedans, zoodat zij geen ad!ean kon krijgen. Daarna ette hij d© arme vrouw, die geheel buiten adem was, op de sofa en riep uit: „Vandaag moe ten we een gezellig dagje hebben. M© duukt, daartoe is aanleiding genoeg. En daarom wil ik het maar dadelijk zeggen. Ik heb voor van avond! do geheele klas uitgenoodigd. tot een fuif liier, op onze kast; een fuif, dien ik als primus geven moet. Ik had hem natuurlijk liever gegoveu iu de een of andere restaura tie, waar de andéren veel beter op hun ge mak zouden zijn, maar dat gfing niet om dio oude mummie, die geen druppel warm bloed meer in de aderen heeft, Hij zou me ont erven, als hij het hoorde." De armo Mevrouw Kramer kwam lang zamerhand weer op adem; zij kon echter nog niet spreken, maar zag er zeer verschrikt uit. Ellen, die tot nu toe lachend had toege zien op do dolle uitgelatenheid van haar broe der cn haar best had gedaan om stoelen en al wat breekbaar was, zooveel mogelijk in veiligheid te brengen, viel nu verontwaardigd uit: „Ben jo mal, Leo? Vandaag, nu er niéts klaar is! Hoe kun je dat van mama vergen! Onze kaniers zijn trouwens veel te klein voor zulke dingen."' „O! O! juffortjc-eigenwij6, ben je alweer klaar met je rappe tong?" „Maar, mijn lieve jongen", zei nu mevrouw Kramer, die haar stem bad teruggekregen, „dat gaait werkelijk niet; 't is onmogelijk waar moeten wij dan blijven? Als ik het van te voren geweten had' „Luister nu asjeblieft- eens naar mij", viel Leopold haar in de rede, „ik was op dien storm: van mijn kleingeestige vrouwtjes voor bereid en heb alle moeielijkheden overwo gen. U ruimt- ons de woonkamer in, maakt hier in het eetkamerfcje een buffet gereed; gesmeerde boterhammen met verschillend© 6oorten vloesch belegd, haringsla en een paar taarten. In de eerste plaats zorgt u voor glazen ik zal een vaatje bier bestellen, dat wordt hier neergelegd en vroolijk uitgedron ken." „Hoeveel jongelui heb je gevraagd", vroeg mama. „Hm 't zullen er veertien zij®; er zijn er versoheidene bij, die morgen met vacantia weggaan, daarom moest het vandaag gebeu ren". „Veertien!" herhaalde de arme vrouw, op een toon, om een hart van steen te vermur wen. Ellen stond er bij, met schitterende oogen. „Leo! je bent veeleischendwaar vind je dan, dat mama en ik moeten blijven?" „Hé, hé! kindje! Andere zusters hebben baar broeders lief en offeren graag iets voor hen op. Je hebt toch je slaapkamer? Niet vóór acht uur komen ze en dau ga je gauw naar bed, want dan heb ik niets meer noo- dig." „Wel, wel, wat een goedheidJe staat ons dus toe, een slapeloozen nacht door te bren gen bij jelui gckrijscb!" Mama was zwijgend naar de keuken ge gaan, om de soep te halenzij had geen dienstmeisje, alleen ochtends een werkvrouw voor het grove werk. Zij moeet tot zich zelf komenzij was geheel van streek, door de maatregelen, die haar zoon, zonder haar voor kennis, genomen had, „Stil maar, Ellen", zei ze nu, terwijl ze de soepterrine op tafel zette, „als hij zijne vrienden gevraagd heeft, dan valt er niets meer aan te veranderen. Laat ons nu eerst eten en dan het noodige in orde maken en de kamers opruimen." „Mama! u bent u bent werkelijk te goed en te toegevend", riep Ellleu veront waardigd uit. „Als ik in jau plaats was, Leopold" „N!u wat zou jij dan doen, moedertje wijsheid, bij! zulke dringende redenen?" vroeg do jonge heer spottend', terwijl hij wolbek a- gelijk zijn soep nuttigde. „Wat ik zou doen dat zal ik je zeggen. Ik zou open en eerlijk zijn en zou ronduit zeggen aau mij® voogd en weldoener, die mijl pas zoo'n mooae som gaf, dat ik als primus niet Inreken kon met een overoude gewoonte hij zal dit net zoo goed weten als jij en dat ik mi'® zwakke moeder die drukte niet veroorzaken kon, dus Leopold boog zich achterover en lachte luid „Wel, welwat ben je verstandig wat ken jij dan de nukken van dien ouden mum mie? Een fuif staat nu eenmaal niet op zijn programma, en wat niet op zijn program ma staat, is uit den boctee." Leo had toch een kleur gekregen van drift. Ellen sloeg er geen acht op. Haar eerlijke natuur verzette zich tegen alles wat huichel achtig en onwaar scheen. ..'k Zou mets willen hebben, wat ik niet eerlijk krijgen kon", zei ze trotsch. „En van een „mummie", voor wien ik noch eerbied, noch liefde gewoelde, zou ik geen geld willen aannemen. Ik ging 'iever bedelen." Leo zag nu rood als een kreeft, en wierp Ellen een woedenden blik toe. „Mama! u moest Ellen een betere opvoe ding geven", riep hij uit, „zij went zich een wijze van spreken aan „Ik vind het- naar, als jelui twisten", zei mevrouw Kramer, terwijl Ellen zwijgend <1© borden wegnam en naar de kcukon ging, om d© andere schotels tc halen. Zij ging met een trotsche houding de kaancr uit; het kookte en gistte -in haar, want zij keurde ook dc toegevendheid liarer moeder af, en voelde zich volkomen in haar recht met haar opvat ting der .zaken. Toen zij weer binnenkwam, hoorde zij nog het slot van een gesprek. „Jij, Leo, moet later Ellen's hulp en steun zijn, als ze niet trouwt-, wat zeer twijfelachtig is." „Zeker, en ik zou den man, die haar krijgt, niet benijdenbromde Leo. Ellen lacht©; de wending, die liet gesprek had genomen, kwam haar erg komiek voor. „Als ik eens wil trouwen, zal ik zelf wel mij® man uitzoeken en jou geen moeite ver oorzaken". zei ze overmoedig, ..en als ik niet trouw, dan kan je er ook zeker van zijn, dat ik je geen last zal veroorzakenik sta, goddank, zelf 6tevig op mijn becnen." Leo trok minachtend de schouders op, en de maaltijd wcTd verder zwijgend genuttigd. Toen stond do jonge heer op en zei, dat hij het vlcesch zelf zou gaan bestellen, als mama voor het overige wou zorgen. Hij ging brommend heen en vond zichzelf erg te be klagen, om die benauwde, bekrompen omge ving. waar men het eenvoudigste, het aller gewoonste, met strijd veroveren moest. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1