Zaterdag 16 April 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
ZIJN WELDOENER.
.V'. «77.
2de Jaargnng.
AHIERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Par 8 maanden voor Amersfoort
Idem franco per post.
f 1.89.
Afzonderlijke nummers- 0.09.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advértentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 1~5 regels9; 75*
Elke regel tfeer- «OK
Gröote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald advèrteeren in dit Blad bij abonnement. Eène
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
De oorlog*
Nog is <yp bet Oost-Aziatische oorlogstoo-
neel alles in voorbereiding en reeds behan
delt de Moskowskija Wjedoimoeti de voor-
Waarden, waaronder Rusland gezind zou zijn
vrede te sluiten. Dit blad, bekend als het
hoofdorgaan van de Panslavisten, omschrijft
de toekomstige vredesvoorwaarden van het
zegevierende Rusland aldus1Korea wordt
bij Rusland ingelijfd; 2. het Japansche
eiland Kioesioe wordt door Rusland bezet
en versterkt; 3. Formosa wordt aan Ghina
teruggeven, Rusland zal daar slechts een ge
schikte haven voor zich verlangen om een
kolenstation en eene versterkte ankerplaats
voor de Russische vloot in te richten4. Ja
pan zal eene oorlogsschadevergoedi ng beta
len, die den Japanners voor goed den lust
zal benemen om Rusland uit te dagen. Op de
oorlogsvloot van Japan zal, als onderpand
voor de betaling, door Rusland beslag gelegd
worden.
Dit was geschreven voordat de ramp plaats
had, die verleden Woensdag de Russische
vloot voor Port Arthur is overkomen. On
der den indruk van die ramp komt de zelf
overschatting, die uit het voorbarige artikel
van de Moskowskija Wjedomosti spreekt, des
te meer uit. De Japansche vloot door Rus
land in beslag genomen als onderpand voor
de schadevergoeding, die Japan zal hebben
te betalen! Ja, om bet zoover te brengen,
is er toch nog heelwat te doen. En deze ramp
kan slechts dienen om hen, die bij het begin
van den oorlog hoofdschuddend vroegen of
Rusland dezen tegenstander niet onderschat
te, in hun twijfel te versterken. Behartiging
verdienen eenige opmerkingen, die deNeue
Freie Presse maakt over den reueaohtigen
moreelen indruk, dien het op dezen ongeluks
dag voor Rusland gebeurde moet achterla
ten. Zij schrijft:
„Makarow gedood, een grootvorst ernstig
gewond, een pantserschip vernietigd, het
moeten wanhopige gewaarwordingen zijn, die
deze droevige ramp van het winterpaleis tot
de afgelegenste hiuit van den moejik wekt. En
omgekeerd, het moet, waardoor ook de onder
gang van de Petropawlowsk veroorzaakt
moge zijn, een geweldige zwelling van het
Japansche zelfbewustzijn ten gevolge hebben,
dat een nieuwe en tot dusver de gevoeligste
slag eene verwachting van den RussisChen
tegenstander te niet doet. Weldra zal men op
de vingers kunnen tellen, wat er nog over
is van bet Oost-Aziatische eskader van Rus
land en minder dan ooit sedert het eerste
zeegevecht voor Port Arthur is sedert Woens
dag de mogelijkheid aanwezig, dat den Ja
panners de heerschappij over de Gele zee
ontrukt wordt.
„Wel is waar beslissend voor den uit
slag van den oorlog is ook de ramp van
Woensdag niet. Beslissend daarvoor is in 't
geheel niet wat op zee gebeurt. De bet-
slissingen in dezen oorlog zullen vallen op
bet vaste land daar, waar zich, ten noorden
en ten westen van de Yaloe-rivier, Mand-
sjoerije uitstrekt naar Moekden, de oude
doodenstad van de Chineeecbe Mandsjoe-
dynastie, en tot aan de grens van het „Rijk
van het midden7'. Maar steeds duidelijker,
boe zwaarder de eerete teleurstellingen op
Rusland drukken en hoe hooger de verwach
tingen van de Japanners stijgen, wordt de
verre weg tot aan het einde van dezen oor
log. En reusachtig zal aan beide zijden het
offer aan volkskracht en aan volksgoederen,
afwisselend en onzeker zal het worstelen zijn,
totdat het laatste kanonschot dreunt. Zenuw
schokkende voorspelen aan den rand van het
ruime oorlogsveld, zijp deze bloedige zeegef-
vechten, niets meer. Groot echter is hun mo-
reel© beteekenis, hunne psychologische uit
werking op de oorlogvoerenden, wanneer inr
zonderbeddi zulke zware rampen gebeuren als
die van verleden Woensdag, die met admi
raal Makarow eene hoop van Rusland in de
golven begraven heeft. Aanvoerders zijn
moeielijk te vervangen in den loop van een
oorlog, moeilijker dan stukgeschoten linie
schepen. Wanneer bij het afscheid van Koe-
ropatkin de metropoliet van Petersburg,
door eene plotselinge ontroering overmand,
den generaal snikkend de handen zegenend
op het hoofd legde en hem kuste, dan was
dat het hem overmannende bewustzijn van
de grootheid der taak, die den krijgsman is
gesteld en welker gelukkige volbrenging ge
heel Rusland van hem verwacht. En ueeelfde
verwachting nam Makarow mee, in wien nu
geen hoop meer kan worden gesteld, omdat
hij met. het wrak van het linieschip, aan
welk9 mast zijn admiraalsvlag wapperde, in
de diepte der zee is verzonken.
Knagend als gewetenswroeging moet
thans door Rusland de vraag gaan of deze
oorlog, weiKS offers zich zoo smartelijk op
een hoopen, eene onafwijsbare drang van het
noodlot was. Een uationale oorlog, die de ze
nuwen van het volk tot onbegrensde offer
vaardigheid staalt, is hij niet, en geestdrift
was nergens in Rusland aanwezig toen hij
begon. Men heeft ook in Petersburg aan
zijne uitbarsting niet geloofd, totdat de Ja
pansche scheepska nonnen tegen Port Arthur
bulderden; men is tegen zijn zin letterlijk
in den oorlog gesleept en kan nu niet meer
terug, omdat de wa.peu.eer en het prestige van
Rusland geen ander dan een zegevierend
einde toelaten. Of echter eene andere diplo
matieke leiding vóór den oorlog dan de dub
belzinnig dralende, waardoor ten slotte het
geduld van Japan werd uitgeput, den Japan
ners niet ondanks hun strijdlust de reden tot
oologvoeren had kunnen ontnemen, dat moet
ernstige® twijfel aan de noodzakelijkheid
van den oorlog bij de Russen verwekken.
En deze twijfel moet des te kwellender zijn,
nu de Oost-Aziatische vloot aanhoudend
wordt geteisterd door vernietigende rampen,
die haar eene roemlooze werkeloosheid op
dringen. Makarow scheen de man te zijn om
d!oor heldhaftige waagstukken deze werke
loosheid in eene kloeke aanvalsbeweging om
te zetten ©n thans, nu ook hij tot de slachtof
fers van dezen oorlog behoort, die niet zijp te
vervangen, kan in Rusland de droevige
vraag zeker niet onderdrukt worden of het
doel van dezen oorlog de offers waard is, die
hij tot dusver reeds heeft gekost en nog in
reusachtig grooter mate verder kosten zal."
Frankrijk.
De oudervoorzitter van de Fransche Ka
mer Etienne, die als koloniale specialiteit
onder zijne medeleden een man van groot
gezag is, heeft zich, vergezeld van den onder
prefect en van twee officieren der Fransche
missie te Udschdo, begeven naar dezen Ma-
rokkaansche stad, die op 10 K. M. afstand
van de Fransche grens gelegen is. De chef
van de Marokkaansche missie begroette
Etienne met de woorden, dat de Sultan van
Marokko en Frankrijk nu één zijn. Etienne
antwoordde, dat de Sultan op den duurza-
men bijstand van Frankrijk kan rekenen,
en voegde daaraan toe„Frankrijk zal u
helpen do moeielijkheden van allerlei aard
tc overwinnen, waaronder gij tegenwoordig
lijdt."
Spanje.
Het lijk van Koningin Isabella is gisteren
in tegenwoordigheid van den prins van
Asturië, van den infant Alfbnsus'en een
aantal Spaanscbe edelen in het Escoriaal en
wel in de Pudnrero's (koningsgraven) met
groot© plechtigheid bijgezet. Verder waren
tegenwoordig de minister van justitie na
mens het koninkrijk en eenige paleisbeamb
ten, t erwijl een bataljon van het Isabella-
regiment als eerewacht fungeerde.
Korea.
Te Seoel is het geheel© keizerlijke
leis in den afgeloopen nacht in asch
gelegd. Alle schatten, waaronder de juwee-
len, zijn verloren gegaan. De brand 9chijnt
te zjjn ontstaan door te hevig gestookte
kachels. De Keizer redde zich in een een
steenen huis, dat buiten den paleismuur ge
legen 19. Daar ontving hij middags het
corps diplomatique. AJlcs is hier rustig.
Zuidwest-Afrika.
Volgens een telegram uit Windhoek Duitsch
Z.-W.-Alrika zijn in het gevecht van 13
dezer bij Okatoemba, waarover nog geen
officieel bericht is ontvangen, een kapitein,
een eerste-luitenant en zee man gevallen;
zwaar gewond zijn een luitenant en zeven
man, licht gewond vijf man.
Okatoemba ligt 9 K. M. zuidwestelijk van
Katjapia, waarop zich de rechtervleugel van
den vijand na het gevecht bij Onganjira op
9 dezer terugtrok.
De oorlog in Oost*Azië.
Generaal Koeropatkin heeft aan grootvorst
CyriBus zeer vlug herstelt van den doorge-
stanen schok. Zijne wonden zuilen spoedig
gvenezen zijn.
Een telegilam yan etadihouder Aloxegjew
aan den Czaar, d.-d. 15 April meldt: De Ja-
pansche vloot beschoot beden, 14 liniesche
pen sterk, iln 2 afdeelingen. gesplitst, van
's morgens 9£ uur tot den middag met tus-
schenpoozon van Liaotsjau uit do vesting en
de stad Port Arthur. De vijand loste 185
schoten.
De kustbatterijen en ons eskader, waar
onder het pantserschip Pobjeda, beantwoord
den de beschieting van hunne ankerplaatsen
uit met indirecte schoten.
Van het garnizoen werden 5 man gewond.
De schepen hadden geen verliezen en wer
den evenmin beschadigd. Van dè Chineezen
aan den oever werden 7 gedood en 3 gewond.
Over het zeegevecht, dat verleden Woens
dag heeft plaats gehad, wordt uit Peters
burg het volgende bericht:
Om zes uur 's morgens had een geveent
plaats met zeven Japansche torpedobooten,
die tot zeven uur duurde. De Besstratschny.
die door drie torpedobooten, omsingeld werd,
ging te ,niet. De kruiser Bajan was naar bui
ten gekomen om hulp te verleenen.
De vijandelijke torpedobooten trokken
zich terug naar de voorhoede van hun eska
der.
Om acht uur 's morgens ongeveer verlieten
de linieschepen Petropawlowsk, Padjeda en
Peresvjet, de kruiser Bajan, en vijf torpedo
booten en de mijnkruiser Gaidamak de reede
en namen koers naar het vijandelijke eska
der. Dit trok zich terug op de hoofdmaent
die weldra ter sterkte van 16 schepen in 't
gezicht kwam.
Daarna trok ons eskader zich terug op de
reede en nam eene geveohtstelling in. Om
half tien geschiedde de ontploffing, waar
door de Petropawlowsk binnen twee minuten
zonk. Over het aantal geredden loopen de
opgaven uiteen tusschen 50 en 90. Ook do
Pobjeda is aan het middendeel beschadigd
en ging daarop in de binnenhaven voor a 1-
ker.
Het Japansche eskader bleef tot drie uur
's namiddags in 't gezicht; het splitste zici
daarna in twee afdeelingen en verdween aan
den horizont. Gedurende den ganschen tijd
waaide er een sterke bries, die des avonds
aangroeide tot een hevigen storm.
Onder hen, die met het vlaggeschip Petro
pawlowsk zijn ondergegaan, behoort ook de
schout-bij-nacht Molas, die zich op dit schip
bevond. Hij was pas in de tweede helft van
Maart tot tweeden chef van den marinestaf
der Oost-Aziatische vloot benoemd, en was
een tijdgenoot van Makarow.
De adjudant van grootvorst Cyrillus risp
dezen toe, dab hij terstond over boord mot st
springen. Dit deed de grootvorst en redde
zich daardoor het leven. De adjudant reif
kwam om.
In den strijd over de vraag of het eeue
Russische of eene Japansche mijn is geweest,
waarop de Petropawlowsk gestooten is, zal
men wel nooit tot positieve zekerheid komen.
De eenvoudigste verklaring is echter, zoa-
als het Journal des Débats opmerkt, dat de
Japanners torpedo's hebben gestrooid. Dat
is eene praktijk, die bij alle marines bekend
is, en het is niet aan te nemen, dat de Rus
een hunne vijanden hebben kunnen beletten
haar toe te passen. Al wat zij er tegen kol
den doen, was te beggeren, om de vaargeu
len veilig te maken, waarvan hunne schepen
zich in de kuststrook moeten bedienen, want
de torpedo's zijn niet stevig bevestigd. Dezi
„slapende" torpedo's bestaan uit een drijver
aan het einde van een kabel, die aan het an
dere einde een anker heeft. Men zou zulk een
torpedo kunnen noemen een onderzeesclien
ballon-captif. De lengt© van den kabel ;s
zoodanig geregeld, dat de drijver niet boven
wiater komt en dus onzichtbaar blijft; hij
heeft eene lading ontplofbare stoffen en is
voorzien van een toestel, dat hem doet ont
ploffen wanneer het schip er tegen stoot.
Het wordt bevestigd, dat de schilder We-
resjtsdhagin bij het ondergaan van de Pe
tropawlowsk is omgekomen.
De Russische torpedoboot, die Verleden
Woensdag verloren ging, was de Strasjny en
niet de Besstrasjny.
De 14e April is te Petersburg als een
rouwdag doorgebracht. In de meeete kerken
werden plechtige diensten gehouden voor de
nagedachtenis van de bij de ramp van
Woensdag omgekomenen.
De bladen versohenen met artikelen, die
in een rouwrand waren gevat. De Wjedo-
mosti maakte de opmerking, dat het „hard
is te denken aan de uitbundige vreugde, die
onze tegenstanders moet vervullen."
Van de Pobjeda, die na de ontploffing
waarbij zij beschadigd werd met hare eigen
machine in de binnenhaven is kunnen ko
men, heeft geen der bemanning letsel beko
men; de schade aan het schip is, volgens
het rapport van den waaxnemenden bevel
hebber, schout-bij-nacht Uchtomsky, ernstig,
maar hij hoopt dat zij hersteld zal kunnen
worden. Bij de bcsdhieting van gisteren
heeft ook de Pobjeda aan het vuren deelge
nomen dat is echter geschied van de plaats,
waar do schepen voor anker lagen.
Admiraal Skrydlow, de nieuwe bevelheb
ber to Port Arthur, is in 1844 geboren en
hooft zich in den Russisoh-Turkschen oorlog
zoozeer onderscheiden, dat hij het kruis van
St. George verwierf. Hij heeft herhaaldelijk
verantwoordelijke posten' bij de Russische
zeemacht bekleed en Rusland o. m. vertegen
woordigd bij do opening van het Keizer-
Wilhelm-kanaal en bij de vlootscbouw te
Spithead ter gelegenheid van Victoria's dia
manten jubilee.
Tijdens den Kretenser opstand voerde hij
bevel over het Russische Middellandsche
Zee-eskader en twee jaren geleden werd hij
tot bevelhebber over de vloot in de Zwarte
Zee benoemd.
De Petereburgsche correspondent van de „Ma-
tin" heeft van een der hooge hofdignitaris-
sen bijzond er hole n ontvangen over de aan
den Tsaar gceonden telegrammen na de voor
Rusland zoo noodlottige gebeurtenissen. Dezo
deelde hean mede, dat admiraal Makarow aan
boord van de „Petropawlowsk" do haven uit
gestoomd was om een verkenningstocht in de
nabijheid van Part-Arthur te ondernemen en
ach op de hoogte te stellen van de bewegin
gen dier Japansche vloot. Na ongeveer een. uur
in volle zee gestoomd te hebben, bemerkte Jlij
eenige sehojxm, die zich bij nadering van de
„Petropawlowsk" terugtrokken. Eenigen tijd
later kwam liet geheele vijandelijk eskader in
zicht, bestaande uit een veertigtal schepen,
zoowel pantserschepen, als kruisers en torpe
dobooten. Daar admiraal Makarow inzag, dat
hij tegen zoo groot© overmacht toch niets kon
uitrichtenliet hij achteruit stoomen en
keerde naar d'e haven van Port-Arthur te
rug. Op ongeveer 2 mijlen afstands van den
ingang gekomen, werd een ontzettende ont
ploffing waargenomen. Te midden van een
geweldige stortzee word do ontzaglijke massa
van liieb slagschip letterlijk in de lucht ge
worpen en daarop viel het sohip in zee te
rug, gedieel op zij|do kantelend en de 830
officieren en matrozen,, welke zich aan boord
bevonden, in de dieipte meesleurend. Groot
vorst Cyrill, die een uitmuntend zwemmer
is, slaagde er in, met 5 officieren en een 50-
tal matrozen, zwemmende dè kust te berei
ken. Het wiarou do jongste cn krachtigste
personen van do bemanning.
Tot nu toe is men er, niettegenstaande
herhaalde pogingen, niet in geslaagd, het
lijk van admiraal Makarow to vinden. Aan
boord van het verongelukte liniesdhip waren
de door Makarow pgemaakto oorlogsplan
nen. Dozo zijn met het sdhip de diepte in
gegaan.
Een correspondent van da Daily Mail be
zocht gisteren het kamp tc Nioet-sjwang met
vergunning van de Russische autoriteiten.
Hij vond het plan van versterkingen tot be
scherming van do stad compleetzij wordt
daardoor beveiligd voor oen aanval op de
zuid- en de westzijde.
Men bericht uit Liaojang, dat de Rus
sische versterkingen op den Mandsjocrijscheu
oever van de Yaloe gereed zijn gekomen.
Het middelpunt van dezo versterkingen is de
stad Antoeng, gelegen ongeveer 45 K. M. ten
noorden van den Yalooinond.
De rechtervleugel loopt tot het stadje
Tatoenkan, gelegen aan den mond van de
ROMAN
VAN
ALEX. RÖMER.
„Valsche jongen," bromde zij verontwaar
digd. Nu werden er' deuren geopend' en ge
sloten haar moeder deed „den weldoener
der familie" natuurlijk uitgeleide tot aau da
trap de nederigheid en onderdanigheid
har er moeder kwam haar onwaardig voor
En dat alles, om dat domme geld Ellendig
Nu werd de deur van het kleine kamertje
waarin zij zich bevond, opengestooten en Leo
stormde naar binnen. Hij had een pakje blau
we briefjes iu de hand, zwaaide daarmee in
de lucht en danste als een gek in de rondte.
„Jofifaldera! Hoera! Tien „flappies." Do
oude was royaal Het volgende halfjaar krijg
ik weer zooveel en nu voorwaarts de vrij
heid in Hoerah!" Het kamertje was te
klein voor den dollen dans, Leo bracht de
eettafel, die gedekt stond en de andere meu
bels en stoelen in gevaar, liep Ellen haast
omver, hield haar de bankbiljetten onder den
neus en sprong in zijn opgewondenheid zelfs
op de oude versleten sofa, die nog dateerde
van zijn vader's studententijd en die nu bij
zoo'n ongewone behandeling, onder de gym
nastische oefeningen van den jeugdigen jprin-
ger, geweldig kraakte. Mama kwam juist bin
nen m gaf een gillejte, toen zij «ag wat er
gebeurde. j
Leopold sprong van de sofa af met zoo'n
vaart, dat het niet al te soiled! gebouwdo I
huis schudde, pakte zijn moeder beet en trok j
haar mee dn zijn wilden rondedans, zoodat
zij geen ad!ean kon krijgen. Daarna ette
hij d© arme vrouw, die geheel buiten adem
was, op de sofa en riep uit: „Vandaag moe
ten we een gezellig dagje hebben. M© duukt,
daartoe is aanleiding genoeg. En daarom wil
ik het maar dadelijk zeggen. Ik heb voor van
avond! do geheele klas uitgenoodigd. tot een
fuif liier, op onze kast; een fuif, dien ik als
primus geven moet. Ik had hem natuurlijk
liever gegoveu iu de een of andere restaura
tie, waar de andéren veel beter op hun ge
mak zouden zijn, maar dat gfing niet om dio
oude mummie, die geen druppel warm bloed
meer in de aderen heeft, Hij zou me ont
erven, als hij het hoorde."
De armo Mevrouw Kramer kwam lang
zamerhand weer op adem; zij kon echter
nog niet spreken, maar zag er zeer verschrikt
uit.
Ellen, die tot nu toe lachend had toege
zien op do dolle uitgelatenheid van haar broe
der cn haar best had gedaan om stoelen en
al wat breekbaar was, zooveel mogelijk in
veiligheid te brengen, viel nu verontwaardigd
uit:
„Ben jo mal, Leo? Vandaag, nu er niéts
klaar is! Hoe kun je dat van mama vergen!
Onze kaniers zijn trouwens veel te klein voor
zulke dingen."'
„O! O! juffortjc-eigenwij6, ben je alweer
klaar met je rappe tong?"
„Maar, mijn lieve jongen", zei nu mevrouw
Kramer, die haar stem bad teruggekregen,
„dat gaait werkelijk niet; 't is onmogelijk
waar moeten wij dan blijven? Als ik het
van te voren geweten had'
„Luister nu asjeblieft- eens naar mij", viel
Leopold haar in de rede, „ik was op dien
storm: van mijn kleingeestige vrouwtjes voor
bereid en heb alle moeielijkheden overwo
gen. U ruimt- ons de woonkamer in, maakt
hier in het eetkamerfcje een buffet gereed;
gesmeerde boterhammen met verschillend©
6oorten vloesch belegd, haringsla en een paar
taarten. In de eerste plaats zorgt u voor
glazen ik zal een vaatje bier bestellen, dat
wordt hier neergelegd en vroolijk uitgedron
ken."
„Hoeveel jongelui heb je gevraagd", vroeg
mama.
„Hm 't zullen er veertien zij®; er zijn
er versoheidene bij, die morgen met vacantia
weggaan, daarom moest het vandaag gebeu
ren".
„Veertien!" herhaalde de arme vrouw, op
een toon, om een hart van steen te vermur
wen.
Ellen stond er bij, met schitterende oogen.
„Leo! je bent veeleischendwaar vind je
dan, dat mama en ik moeten blijven?"
„Hé, hé! kindje! Andere zusters hebben
baar broeders lief en offeren graag iets voor
hen op. Je hebt toch je slaapkamer? Niet
vóór acht uur komen ze en dau ga je gauw
naar bed, want dan heb ik niets meer noo-
dig."
„Wel, wel, wat een goedheidJe staat ons
dus toe, een slapeloozen nacht door te bren
gen bij jelui gckrijscb!"
Mama was zwijgend naar de keuken ge
gaan, om de soep te halenzij had geen
dienstmeisje, alleen ochtends een werkvrouw
voor het grove werk. Zij moeet tot zich zelf
komenzij was geheel van streek, door de
maatregelen, die haar zoon, zonder haar voor
kennis, genomen had,
„Stil maar, Ellen", zei ze nu, terwijl ze
de soepterrine op tafel zette, „als hij zijne
vrienden gevraagd heeft, dan valt er niets
meer aan te veranderen. Laat ons nu eerst
eten en dan het noodige in orde maken en
de kamers opruimen."
„Mama! u bent u bent werkelijk te
goed en te toegevend", riep Ellleu veront
waardigd uit.
„Als ik in jau plaats was, Leopold"
„N!u wat zou jij dan doen, moedertje
wijsheid, bij! zulke dringende redenen?" vroeg
do jonge heer spottend', terwijl hij wolbek a-
gelijk zijn soep nuttigde.
„Wat ik zou doen dat zal ik je zeggen.
Ik zou open en eerlijk zijn en zou ronduit
zeggen aau mij® voogd en weldoener, die mijl
pas zoo'n mooae som gaf, dat ik als primus
niet Inreken kon met een overoude gewoonte
hij zal dit net zoo goed weten als jij
en dat ik mi'® zwakke moeder die drukte
niet veroorzaken kon, dus
Leopold boog zich achterover en lachte
luid
„Wel, welwat ben je verstandig wat
ken jij dan de nukken van dien ouden mum
mie? Een fuif staat nu eenmaal niet op
zijn programma, en wat niet op zijn program
ma staat, is uit den boctee."
Leo had toch een kleur gekregen van drift.
Ellen sloeg er geen acht op. Haar eerlijke
natuur verzette zich tegen alles wat huichel
achtig en onwaar scheen.
..'k Zou mets willen hebben, wat ik niet
eerlijk krijgen kon", zei ze trotsch. „En van
een „mummie", voor wien ik noch eerbied,
noch liefde gewoelde, zou ik geen geld willen
aannemen. Ik ging 'iever bedelen."
Leo zag nu rood als een kreeft, en wierp
Ellen een woedenden blik toe.
„Mama! u moest Ellen een betere opvoe
ding geven", riep hij uit, „zij went zich
een wijze van spreken aan
„Ik vind het- naar, als jelui twisten", zei
mevrouw Kramer, terwijl Ellen zwijgend <1©
borden wegnam en naar de kcukon ging, om
d© andere schotels tc halen. Zij ging met een
trotsche houding de kaancr uit; het kookte
en gistte -in haar, want zij keurde ook dc
toegevendheid liarer moeder af, en voelde
zich volkomen in haar recht met haar opvat
ting der .zaken.
Toen zij weer binnenkwam, hoorde zij nog
het slot van een gesprek. „Jij, Leo, moet
later Ellen's hulp en steun zijn, als ze niet
trouwt-, wat zeer twijfelachtig is."
„Zeker, en ik zou den man, die haar krijgt,
niet benijdenbromde Leo.
Ellen lacht©; de wending, die liet gesprek
had genomen, kwam haar erg komiek voor.
„Als ik eens wil trouwen, zal ik zelf wel
mij® man uitzoeken en jou geen moeite ver
oorzaken". zei ze overmoedig, ..en als ik niet
trouw, dan kan je er ook zeker van zijn,
dat ik je geen last zal veroorzakenik sta,
goddank, zelf 6tevig op mijn becnen."
Leo trok minachtend de schouders op, en
de maaltijd wcTd verder zwijgend genuttigd.
Toen stond do jonge heer op en zei, dat
hij het vlcesch zelf zou gaan bestellen, als
mama voor het overige wou zorgen. Hij ging
brommend heen en vond zichzelf erg te be
klagen, om die benauwde, bekrompen omge
ving. waar men het eenvoudigste, het aller
gewoonste, met strijd veroveren moest.
Wordt vervolgd.