3" Jaargang.
Vrijdag 22 April 1904.
:s&
BUITENLAND.
FEUILLETON.
ZIJN WELDOENER.
M\ SS83.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.35.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advèrtentiën, mededeeKrigen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTTÈN
Van 15 regels
Elke reghl rileer
Gróoté letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrgf bestaan voordeelig
het herhaald advérteèren in'dit B15d b*y a&L.
circulaire, bevattende de vborvraafdéfiT, wffatöP aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
De expeditie in Somaiiland.
Die Btritsohe expeditie in Somaiiland is
geëindigd op zeer eigenaardige wijze. Niet
doordat aan de eer der wapenen is voldaan,
ook niet. omdat het doel van de onderneming
is bereikt. De Mullah, die geruimen tijd in
de Britsche pers geheeten heeft- de „gekko"'
Mullah, totdat de ernstige verliezen aan geld
©n meusohenlevens, die hij den Engelschen
wist toe te brengen, eene wijziging brachten
in het oordeel over hem, heeft een afdoend
bewijs geleverd, dat hiji zoo gek niet is als
waarvoor hij gehouden werd. Hij heeft zich
onvindbaar weten te maken. Niemand weet.
waar hij zich bevindt, en als gevolg daarvan
is de Britsche regeering tot het besluit ge
komen, om de jacht op den Mullah, met het
oog op de kosten, op te geven
De regeering heeft dit besluit aan het
lagerhuis medegedeeld met de toelichting, dat
zij geloofde dat de Mullah ontsnapt was naar
Italiaausch gebied. Hij had ernstige verliezen
geleden aain menschen en dieren en was nu
feitelijk zonder volgelingenmet het oog
daarop was besloten de militaire operation
niet verder voort te zetten. De noodt ge be
velen waren gegeven om de te velde staande
strijdmacht to verminderen. De kosten van
de operation in het loopende dienstjaar kon
den worden geschat op omstreeks 50.000 p.
st. Op de vraag, wat de geheele kosten in
het lcopende jaar zouden zijn, werd verklaard,
dat men nog niet in staat was dit te zeggen,
on op d© verdere vraag of er iets bekend was
waar de Mullah zich nu bevindt, dat hij on
dersteld wordt te zijn overgegaan op Ita-
liaiansoh gebied, maar dat niet met juistheid
kan worden gezegd waar hij is. Twee Iersche
leden gunden zich /nog het genoegen to vrar
gen, wanneer hij zou terugkomen en of de
regeering eene opgave zou doen wat de veld
tocht in zijn geheel had gekost en wat voor
die kosten was verkregen. Daarop werd een
minachtend zwijgen bewaard.
De geschiedenis van de jacht op dezen Mul
lah dateert, van 1901, toen eene verecnigde
A'bessynische en Britsche expeditie uitgezon
den werd, oon Hadji Fahomed Bin Abdullah
te straffen voor ergerlijke daden in Noord-
Somaliland en Abessynië. Dit werd gevolgd
door eene tweede Britsche expeditie, die ten
gevolge van de lafheid van de in Somaiiland
op de been gebrachte hulptroepen eene ern
stige nederlaag leed bij Erego. Eene derde
expeditie, die nu bestemd schijnt de slot-
expeditde te zijn, werd uitgezonden onder
generaal Manning. Italië gaf toestemming
om Obbia als operatiebasis te gebruiken, en
de Abessyniërs deden weer mee.
Maar ook dit bleek eene zeer ongelukkige
onderneming te zijn. D'e ramp, die overkwam
aan een troep van 200 man onder kolonel
Plunkett den 17en Maart van het vorige
jaar, is nog niet vergeten. De Mullah had
zich uit Wal wal teruggetrokken, en eene
vliegende colonne onder kolonel Cobbe was
uitgezonden tot verkenning van den weg. In
strijd met de orders, die hij had bekomen
ging kolonel Plunkett te snel vooruit, en te
Gumbura werd zijn troep in de pan gehakt.
Hij zelf boette met zijn leven voor zijn stout
moedigheid en met hem werden 8 officieren
en' 174 manschappen gedood. Majoor Gough.
de bevelhebber van eene andere vliegende
colonne, geraakte ook in eene hinderlaag, en
ten gevolge van deze ongolukkige gevechten
werd de opmarseh van de Engelschen ge
staakt.
In Juni ging het weer voorwaarts, nadat
generaal-majoor Egerton aan het hoofd van
de expeditie was geplaatst. Later in het jaar
verleenden de Abessyniërs met eene groote
macht hunne medewerking. Dtit had tot
resultaat, dat de Mullah terugtrok, en sedert
vertoeft hij men weet niet waar. Men ge
looft, dat hij zich op Italiaansch gebied be
vindt, en als hij zich daar bij de overheid
komt aanmelden, dan zal die hem vasthou
den Maar zoolang hij dat zelf verkiest, blijft
hij in 't genot van zijne vrijheid, wamt de
van Britsche zijde tegen hem ingestelde ver
volging is gestaakt. En als hij verkiest de
vijandelijkheden te hei-vatten, dan zal men
van Britscihe zijde wel genoodzaakt zijn zich
weder tegen hem te weer te stellen. De
herhaalde expeditiën, die tegen hem zijn uit
gezonden, hebben geen andere uitkomst ge
had, dan dat hij den bijnaam van den „gek
ken" Mullah verloren heeft Het. is zeker
zeer vleiend voor hem, dat hij op die wijze in
zijne eer hersteld is. maar dat. is toch niet de
bedoeling geweest, 'waarmee deze expeditiën
zijn ondernomen.
Engeland.
In het Hoogerhuis heeft lord Spencer, de
leider van do oppositie, den minister van
buitenlaudsche zaken geluk gewenscht met
de overeenkomst tusschen Frankrijk en En
geland. Lord Lansdowne, die door het Hvis
met levendige toejuichingen begroet weed,
antwoordde dat de bekendmaking van den
inhoud der overeenkomst zeer naar den zin
der regeering geweest was, al i9 zij geenszins
van meening, dat de overeenkomst boven
kritiek verheven is. Hij geloefde dat d^ na
tie het streven, dat tot grondslag gediend
heeft aan het verdrag, goedkeurde; dat het
voor twee groote natiën wenschelijk was, vrij
moedig en in hun vollen omvang alle geschil
punten -te onderzoeken en te trachten, deze
uit den weg te ruimen door «een overeenkomst
waarin aan de wederzijdsche rechten cn aan
spraken zooweel mogelijk tegemoet gekomen
zou worden. Vervolgens sprak Lansdowne <ie
ho*>p uit, dat de Fransch-Engelsohe overeen
komst een precedent mocht zij|n, dat navol
ging zou vinden bij andere natiën.
Bij de behandeling van de begrooting werd
gisteren door het lagerhuis een voorstel tot
goedkeuring van de voorgestelde verhooging
der inkomstenbelasting aangenomen met 214
tegen 16 stemmen.
Italië.
In diplomatieke kringen wordt gezegd, dat
de Fransche gezant bij het Vaticaan, Nisard,
waarschijnlijk Rome zal verlaten, zoolang de
aanwezigheid van president Loubet in Rome
duurt. In ieder geval is het bericht van de
Tri buna, dat Nisard aan het galamaal in het
Fransche gezantschap bij het Quirinaal zal
deelnemen, onjuist. Met het vertrek van
Nisard zou Frankrijks bedoeling om het Va
ticaan bij deze gelegenheid te ignoreeren,
op zijn scherpst uitgedrukt zijn en daarme
de zouden de geruchten, die ondanks alle
dementis nog altijd rondgaan van eene mo
gelijke ontvangst van minister Delcassé in
het Vaticaan, op de meest adoende wijze weer
legd zijn.
Oostenrijk.
De prins en prinses van Wales vertoeven
ithans te Weenen. Aan het gala-diner op
den Hofbiu-g bracht de keizer van Oostenrijk
een dronk uit op deai prins en de prinses van
Wales. Hij zeide in hun bezoek een nieuw
bewijs te zien voor de groote vriendschap,
welke de keizerlijke cn koninklijke familie»
en hunne landen vereenigt.
De prins van Wales antwoordde den Keizer
met zijn. daruk uit. te spreken voor deze wel
willende woorden en voor do scliooue ont
vangst.
Hongarije.
De staking van het spoorwegpersoneel is
bijna even vlug geëindigd als rij was uitgebro-
keu. Gisteren kou de regeering in de Ka
mer mededeeleu, dat lieden de dienst weer
nagenoeg normaal zou zijn.
Als bemiddelaars tusschen de regeering en
de stakers zijn opgetreden de afgevaardigden
Vaszönyi en Vöros, die, na te hebben ver
kregen dat de gearresteerde leiders van de
beweging werden vrijgelaten, met d© stakers
overleggingen pleegden. Daarmede was de
geheele nacht van gisteren gemoeid. Nadat
de stakers hunne cischen uiteengezet had
den, ging Vörös tegen middernacht spreken
met minister Hieronymi. In de vergadering
teruggekeerd, kon hij meedeel en dat de re
geering bereid was, een algemeene amnestie
uit te vaardigen, en de groote vergadering,
tegen Donderdag bijeengeroepen, toe te
staan voorts zou het. wetsontwerp op de
loonregeling uitgesteld worden tot na een
tweede groote vergadering van het personeel.
De regeering zou ook nog de vorming van
een algemeenen bond van het spoorwegper
soneel toestaan en den dienst nader regelen,
en de tegen Mei verlangde loonsverhooging
verleenen.
Te Weenen, dat een groot deel van d©
benoodigde melk en groenten uit Hongarije
betrekt, deedl de staking har© uitwerking on
aangenaam voeden.
Rusland.
De Neue Freie Pr esse berichtDe onder
handelingen over de Russisch© leening zul
len waarschijnlijk zonder resultaat blijven.
Naar de tegenwoordige stemming te oordee-
len, zal het niet tot eene Russische leening
in Duitschland komen, en ook is het weinig
waarschijnlijk, dat de leeningj in Frankrijk
geplaatst wordt.
Turkije.
De Russische gezant Sinowjew heeft in
de laatste audiëntie, die hij had, aangedron
gen op de betaling van de 20 millioen francs,
waarop Rusland sints lang aanspraak maakt
als interest, verschuldigd door het uitstel
van de betaling der aan Russische onderda
nen voor in den Turksoh-Russischen oorlog
voor meer dan 25 jaren geleden nadeelen ver
schuldigde schadevergoeding. Deze vraag, op
dit ©ogenblik gedaan, doet volgens den cor
respondent van de Temps te Konstantinopel
denken, dat de Russische diplomatie er op
uit is het terrein voor eene andere vordering
te effenen.
Vereenigde Staten.
Het huis van afgevaardigden van het con
gres der Unie heeft het wetsontwerp aange
nomen, waarbij de territoriën Arizona,
Nieuw-Mexico, Oklahoma en het Indianco-
territorium tot staten verheven worden.
De oorlog in Oost-Azië.
D Czaar heeft grootvorst Alexis, het- hoofd
der Russische marine, bij rich laten komen,
om hem te zeggen, dat het zijn uitdrukkelijk
verlangen is, dat de Oostzee-vloot den 15en
Juli gereed zal rijn om te vertrekken.
In verband hiermede verdient de aandacht
eene opmerking, door admiraal Skrydlow, den
nieuwen commandant der Russische zeemacht
in den Groeten Oceaan tot den correspon
dent. van de Matin gemaakt, dat rijm© togen-
waardigheid evengoéd noodig kon zijn te
Wiadiwostok als te Port. Arthur, en dat het
niet onmogelijk was. dat hij rijn hoofdkwar
tier in eerstgenoemde haven zou vestigen.
Te Wiadiwostok ligt nog een sterk kruiser
smaldeel, en de haven va» Wiadiwostok is
gemakkelijker te verdedigen dan die van
Port Arthur.
Eene verlegging van het hoofdkwartier
naar Wiadiwostok zal wel in verband staan
met de mogelijkheid, dat de vijand er in
slaagt, den spoorweg op het schiereiland
Liao-toug af te snijden, waardoor Port, Ar
thur geïsoleerd zou worden. De vesting zou
rich dan tegen den vijand hebben te verde
digen rij zou t, naar het oordeel dor Rus
sen, lang genoeg kunnen uithouden, en het
overschot, der vloot zou Port Arthur voors
hands niet verlaten, maar daar blijven lig
gen om later gezamenlijk op te treden met
de Oost-zee-vloot.
Tot den vertegenwoordiger te Petersburg
va,n de Echo de Paris zeide de nieuwe vloot-
be vel hebber in het verre Oosten, admiraal
Skrydlow„Ik weet, dat Rusland veel van
mij verwacht. Of ik het zal volbrengen? Wij
hebben ongetwijfeld met een geduchten te
genstander te doen. Het eskader, dat ik
zal hebben aan te voeren, is na de laatste
ongelukken zeer verzwakt. Ik zal moeten be
ginnen met orde op do zaken te stellen cn
mij van uitvallen onthouden. Hc zou natuur
lijk eene bladzijde aam het gulden boek van
de Japanners kunnen toevoegen, door hun
het genoegen te doen, mijne schepen naar
buiten te brengen en door hen in den grond
te laten boren. De heeren Japanners kun
nen gerust rijn. Ik zal mijne schepen voor
een geschikte gelegenheid bewaren. Het Oost-
zee-eskader zal bezwaarlijk te rechter tijd
aankomen. Wanneer het kan uitgaan, zullen
groote gebeurtenissen zijne aanwezigheid
reeds overbodig gemaakt hebben. Ik wou
an aar, dat de Japanners zooveel mogelijk
troepen ontscheeptendan zullen de veldsla
gen in den landoorlog des te beslissender
zijn."
Bij Port Arthur rijn een aantal lijken
van Russische officieren aan land gespoeld,
waaronder, zooals stellig bericht wordt, ook
het lijlk van admiraal Makarow.
Ben telegram van generaal Koeropatkin
van 21 dezer luidt:
Aan de Yaloe was het den 19. en den 20.
Vusfciger rijn geene veranderingen ingetre
den.
In den nacht van den 19. werd bij Kaap
Towerhill ten westen van Kaitsjoe een stoom
boot opgemerkt, die blijkbaar tot het doen
van 'opmetingen sloepen had uitgezonden,
welke zich snel verwijderden.
Uit Tientsin wordt aan de Standard be
richt: Japansche troepen in Korea worden
thans ingescheept, vermoedelijk om aan land
te worden gezet op het schiereiland Liaotong.
In Tokio gaan geruchten, dat do brand,
die onlangs het paleis te Seoel heeft vernield,
is toe te schrijven aan de inblazingen van de
RusBi'sch gezinde fractie. Meer dan honderd
personen, die bij het hof in dienst zijn, rijn
in hechtenis genomen op de beschuldiging
van diefstal en plundering bij gelegenheid
van den brand.
Uit Nioetsjwang wordt aan de Times be
richt: De Russen ontblooteu bert Iandl ten
westen van de Yaloe. Zij zenden troepen ko
zakken uit om te fourageeren, vijftig uian
sterk; ieder man wordt gerekend een dier
per dag op te brengen. Zoo werden duizenden
stuks vee in de vorige maand naar Moekden
gedreven, waarvoor noch geld noch bewijs
van ontvangst gegeven wordt.
De Russen hebben strooibiljetten, in het
Ohinecsoh gesteld, uitgegeven, waarin do op
marseh van de Japanners wordt tegengespro
ken, bijzonderheden worden gegeven van do
door do Russen behaalde voordeel en, d©
sterkt© van de Russen vergroot wordt voorge
steld en voorspeld wordt, dat de overwinning
zal zijn voor de Russen. De Chineezen laten
zich daardoor ma et misleider, maar gel oo ven
nog steeds, dat de Japanners Mandsjocmje
zullen veroveren.
De dagblad-correspondenten, die bij het
Russische leger rij(n ingedeeld, rijn gisteren
van hier vertrokken naar Moekden. Zdj heb
ben rich verbonden geen berichten te zullen
geven over de uitkomsten van gevechten of
Russische verliezen, of andere mededeelingon,
die ongerustheid bij het puibliek kunnen ver
wekken.
Een bode van de Yaloe bericht, dat de
Japansche voorposten dicht bij de Russische
loopgraven staan met groote troepen-afdee-
lingen op vijf mijlen afstand. Ook deelt hij
mede, dat de Russen naar het noorden vluch
ten over de rivier in overvolle booten, hon
derden door verdrinken verliezende.
Allerlei
vDe Hambirrgsche Senaat heeft bij de
Bhrgersehaft een voorstel ingediend tot bat
bouwen van een tunnel onder de Elbe, tus
schen St. Pauli en het eiland Stednwarder.
De kosten worden op 8,200.000 mark geraamd.
vDo catastrophe van de „Petrcpaw-
lowsk' heeft Rusland ook van den beroem
den zeesla^sohilder Wasili Wcreschtchagin
beroofd. Oorspronkelijk voor den zeedienst
bestemd en in de marine opgenomen zijnde,
heeft hij ook rijn dood op zee gevonden.
Slijp noodlot heeft hem naar den Stillen
Oceaan gedreven. Nog voor rijn afreis naar
het toonecl van den krijg, ried Koeropatkin
hem aan, den dag van zijp vertrek tot Mei
te verschuiven, daar de operatiën nog niet
waren begonnen. D© kunstenaar wilde echter
het bombardement van Port Arthur niet
voorbij laten gaap.
Allerlei eenigsrins mogelijke gunstiger be
palingen waren hem door do verschillende
ministers verzekerd. Hi; was in 't bezit van
een vrijkaart voor alle naar het krijgstooneel
voerende spoorwegbanen en zou overal toe
gang hebben en alles mogen bezichtigen.
Den 5en April was hij to Liaojang aangeko
men en den volgenden dag begaf hij ridh
naar Port-Arthur, om weinige dagen later
in de koele golven rijp graf te vinden. We-
roschtebagin heeft den oorlog met Japan
lang van te votren voorspeld, ongeveer 2 jaar
geleden. Een overvloed! van ontwerpen, die
hij van rijn reis door Japan had meegebracht,
als ook nieuwere van het krijgstooneel,
wilde hij te Sackum aan do Zwarte zee ten
uitvoer meebrengen. Hij was van plan daar
ROMAN
7 VAX
Al E X. R M E R.
Jaren rijk verloopcn. Leopold Kramer
heeft rijn studententijd volop genoten, maar
rijn doctoraat in dè rechten op tijd ver
overd. Zijn weldoener en voogd heeft niet
dan goeds van hem gehoord.
Na een lange scheiding, rijp broeder en
zuster eindelijk weer eens samen thuis. Ellen,
die sinds drie jaar in een Engelsche meisjes
school te Putney, bij Londen, als leerares
in 't Duitsah, haar eigcp brood verdiende
en zich de weelde van een. reis naar huis
nog niet gunde, verheugt zich over ihet def
tig voorkomen van haai* broeder. Hun ooi*~
reopondentio was niet heel druk geweest.
zij wist niet veel van rijn studentenleven
alleen wist ze, dat lrij ondanks rijp goed in
komen niet met zijn geld toekwam. Zij had
in haar betrekking een ruim tractement
en zeer weinig bethoeftcndaarom had ze
hom graag geholpen, zoo veel ze kon, want
advokaat Goldau mocht niet van buitenspo
righeden hooren.
Ellen werd nu niet moe, hem uit te vrar
gen. Zij: had in haar schoollokaal zoo weinig
beleefd, maar hij was nu al een jaar te
Berlijn aan het ministerie geplaatst geweest,
en slechts ongaarne va.n daar gegaan.
Leopold vloekte en klaagde zijn weldoener
aan, die liean natuurlijk die kool gestoofd
had. Hij was het vorige jaar, in den herfst,
tot rijn groote ergernis, verplaatst naar de
rechtbank te Clausthal, het kleine bergstadje
„Men kan daar 't goedkoopst leven eu
verveelt er zich dood", zei hij. „Ik wed, dat
ik het aan de oude te danken heb, dat ik in
dien hoek gestopt ben. Stel je voor, van
Berlijn naar Clausthal".
Ellen stelde in alles levendig belang; zij
was, als vroeger, levendig, openhartig en vol
frisse hen humor. Plagend herinnerde zij hem
aan het vroolijke leventje, dat hij geleid had
eu dat hij; toch alleen te danken had aan
den oude, op wien hij nu zat te schimpen.
„Ben je nu werkelijk soliede geworden,
zooals je beloofde, toen ik je uit de verlegen
heid redde f' vroeg rij. ,,Het verwonderde
me, dat je later nooit meer aanklopte."
Hij keek haar een oogenblik wantrouwen]
en van ter zijde aan, en rekte zich geeuwend
uit. Haar open, lachend gelaat, scheen hem
echter gerust te stellen.
„Hm ik zal jou niet weêr lastig vallen
dat stuit me tegen de borstik red me wel
de oude zal niet eeuwig leven."
Ellen's gelaat betrok. Zij verheugde zich
van harte in. rijn uiterlijk, en in wat hij ge
presteerd had. Iedereen roemde hem als een
begaafd man, die een schitterende toekomt
voor rich had. Maar zulke uitingen vond ze
ruw en zijner onwaardig.
„Je zegt veel, waaraan je hart geen deel
heeft", zei zc, „maar het klinkt naar."
„Kijk! Nog dezelfde neuswijze praatjes van
vroeger", riep hij lachend uit. „Je bent toch
precies dezelfde gebleven; alleen nog wat
meer een echte choolmamsel."
Ellen wendde zich boos af on beduidde
zichzelf, dat het verstandiger van haar zou
zijn, zoo ze ziah niet met zijn zaken be
moeide.
Door haar zwijgen scheen hij te begrijpen,
dat hij lomp was geweest. Hij, die graag
overal den ridder speelde, was van meening,
dat men bij moeder en zuster geen compli
mentjes behoefd© tc maken.
Hij begon nu echter vertrouwelijk te pra
ten over zijoi plannen voor de toekomst. Hij
hoopte vlug carrière te maken, als hij: eerst
ook doctor in de staatswetenschappen was
geworden. Dat duurde nog een paar jaar, en
zoo lang was hij afhankelijk van den oude,
maar die had geld genoeg en behoefde niet
op te potten.
„Ik moest wel mal rijn, als ik mijn leven
niet genoot", zei hij, „wie blijft aan den ket
ting liggen, als hij rich losmaken kan, ©n wie
komt van dorst om, als d© druiven hem bo
ven het hoofd hangen. Later een bekwa
me kop wordt spoedig erkend later kun-
nen we de beste plaatsjes veroveren."
„Ik feliciteer je!" riep Ellen uit, „je
schijnt me wel de rechte man, om carrière
te maken, cn dau doe je later zeker een voor
naam, rijk huwelijk. Zij lachte, en zag
hem eenigsrins spottend aan.
Hij schrikte, en zijn gelaat nam weer een
wantrouwende uitdrukking aan. Hij scheen
allerlei geheimen te hebben en altijd bang
te rijn, dat men die op 't spoor zou komen.
Doch Ellen's opmerkingen waren argeloos.
„Is mijnheer Goldau met je plannen -ngo-
nomen?" vroeg zij. „Ik herinnor mij, dat hij
vroeger zei, dat je levensplan in zijn schrijf
tafel klaar lag."
Zc lachten beiden hartelijk. „Ja juist, die
pedant, dat heeft hij gezegd", herhaalde Leo
pold, opnieuw in lachen uitbarstende. „Ik
zal wel oppassen, dat ik met hem niet over
de toekomst spreek."
Op een goeden dag kwam ook het gesprek
op Adine. Zij was op dat oogenblik met haar
moeder naar de Raviera. Het speet Ellen,
haar nu niet te~"zien. Leopold, die met de
vacanties meestal thuis geweest was, moest
baar echter ontmoet hebben. Zij vroog er
hem naar.
Biji die vraag deed hij, alsof hij zich beden
ken moest, bloosde onwillekeurig en zei ein
delijk „zij is oen schoonheid van den eer
sten rang geworden, ©n natuurlijk heel
trotsoh. Ik Ben haar ontweken; je kent me
slecht, als je meent, dat ik de kennismaking
met haar bad__willen vernieuwen."
„Neen, waaróm zou je jezelf opdringen",
zei Ellen, „maar vroeger stond j© erg bij
haar in de gunst. Als ik nog denk aan dat
afscheidstoonèel op het perron, toon ze jou
en den advokaat rozen gaf zij was een
gevaarlijk persoontje."
„Kom gekheid! Dat was een grap van
haar, anders niet."
„Als een liefdesverklaring heb ik het ok
niet opgevat", verklaarde Ellen. „Jelui wegen
loopen te ver uiteen; daar kan je niet bij,
mijn jongen
„Dd heb er ook geen lust in", riep de
jonge heer, en wierp zijn hoofd in den nek
Ellen verwonderde zich over rijn prikkel
baarheid bij zoo weinig aanleiding.
Den avond van dien dag kwam rij laat
naar huis bij een bezoek hij een kennis. Het
was Mei en heerlijk warm in de lucht. De
maan stond vol aan den hemel. Zij maakte
oen om,weg langs het meerhet gezicht op
hot prachtig gebouwde hortogelijjk slot was
verrukkelijk. Zachtjes klotsten de golven van
het groote meer, dat Schwanau bijna geheel
ompoelt, tegen d© oevers. Het was eenzaam
en stil in de laan, Ellen slenterde droornerig
voort. Sinds te thuis was en niets te doen
had, was ze onderhevig aan stemmingen, die
haar vroeger onbekend warenverlangens
naar geluk.
Daar, achter het slot, was het bankje, waar
zij vaak met Adine had gezeten; rij onder-
scheidde de weide, die aan den tuin van
Rodenfels grensde. Hoe zou Adine zich ont
wikkeld hebben? Wat zou ze al niet beleefd
hebben. Terwijl rij haar jeugd doorbracht in
het stoffige schoollokaal bij ingespannen, cen-
tonigcn arbeid, bewoog haar bevoorrecht
speelmakkertje zich in een druk gezelschaps
leven. Misschien zouden ze elkander noodt
meer ontmoeten.
Terwijl rij zoo in gedachten verzonken aan
den oever stond, hoorde zij voetstappen ach
ter zich, en half-luid gefluister.
Zij keek omwaarschijnlijk een verliefd
paartje, dat zich alleen waande.
Juist! een jonge man, met een meisje aan
den arm, tot wie hij zich vol fceoderhoid over-
boog.
Wordt vervolgd.