3" Jaargang. Vrijdag 22 April 1904. :s& BUITENLAND. FEUILLETON. ZIJN WELDOENER. M\ SS83. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.35. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advèrtentiën, mededeeKrigen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTTÈN Van 15 regels Elke reghl rileer Gróoté letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrgf bestaan voordeelig het herhaald advérteèren in'dit B15d b*y a&L. circulaire, bevattende de vborvraafdéfiT, wffatöP aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht De expeditie in Somaiiland. Die Btritsohe expeditie in Somaiiland is geëindigd op zeer eigenaardige wijze. Niet doordat aan de eer der wapenen is voldaan, ook niet. omdat het doel van de onderneming is bereikt. De Mullah, die geruimen tijd in de Britsche pers geheeten heeft- de „gekko"' Mullah, totdat de ernstige verliezen aan geld ©n meusohenlevens, die hij den Engelschen wist toe te brengen, eene wijziging brachten in het oordeel over hem, heeft een afdoend bewijs geleverd, dat hiji zoo gek niet is als waarvoor hij gehouden werd. Hij heeft zich onvindbaar weten te maken. Niemand weet. waar hij zich bevindt, en als gevolg daarvan is de Britsche regeering tot het besluit ge komen, om de jacht op den Mullah, met het oog op de kosten, op te geven De regeering heeft dit besluit aan het lagerhuis medegedeeld met de toelichting, dat zij geloofde dat de Mullah ontsnapt was naar Italiaausch gebied. Hij had ernstige verliezen geleden aain menschen en dieren en was nu feitelijk zonder volgelingenmet het oog daarop was besloten de militaire operation niet verder voort te zetten. De noodt ge be velen waren gegeven om de te velde staande strijdmacht to verminderen. De kosten van de operation in het loopende dienstjaar kon den worden geschat op omstreeks 50.000 p. st. Op de vraag, wat de geheele kosten in het lcopende jaar zouden zijn, werd verklaard, dat men nog niet in staat was dit te zeggen, on op d© verdere vraag of er iets bekend was waar de Mullah zich nu bevindt, dat hij on dersteld wordt te zijn overgegaan op Ita- liaiansoh gebied, maar dat niet met juistheid kan worden gezegd waar hij is. Twee Iersche leden gunden zich /nog het genoegen to vrar gen, wanneer hij zou terugkomen en of de regeering eene opgave zou doen wat de veld tocht in zijn geheel had gekost en wat voor die kosten was verkregen. Daarop werd een minachtend zwijgen bewaard. De geschiedenis van de jacht op dezen Mul lah dateert, van 1901, toen eene verecnigde A'bessynische en Britsche expeditie uitgezon den werd, oon Hadji Fahomed Bin Abdullah te straffen voor ergerlijke daden in Noord- Somaliland en Abessynië. Dit werd gevolgd door eene tweede Britsche expeditie, die ten gevolge van de lafheid van de in Somaiiland op de been gebrachte hulptroepen eene ern stige nederlaag leed bij Erego. Eene derde expeditie, die nu bestemd schijnt de slot- expeditde te zijn, werd uitgezonden onder generaal Manning. Italië gaf toestemming om Obbia als operatiebasis te gebruiken, en de Abessyniërs deden weer mee. Maar ook dit bleek eene zeer ongelukkige onderneming te zijn. D'e ramp, die overkwam aan een troep van 200 man onder kolonel Plunkett den 17en Maart van het vorige jaar, is nog niet vergeten. De Mullah had zich uit Wal wal teruggetrokken, en eene vliegende colonne onder kolonel Cobbe was uitgezonden tot verkenning van den weg. In strijd met de orders, die hij had bekomen ging kolonel Plunkett te snel vooruit, en te Gumbura werd zijn troep in de pan gehakt. Hij zelf boette met zijn leven voor zijn stout moedigheid en met hem werden 8 officieren en' 174 manschappen gedood. Majoor Gough. de bevelhebber van eene andere vliegende colonne, geraakte ook in eene hinderlaag, en ten gevolge van deze ongolukkige gevechten werd de opmarseh van de Engelschen ge staakt. In Juni ging het weer voorwaarts, nadat generaal-majoor Egerton aan het hoofd van de expeditie was geplaatst. Later in het jaar verleenden de Abessyniërs met eene groote macht hunne medewerking. Dtit had tot resultaat, dat de Mullah terugtrok, en sedert vertoeft hij men weet niet waar. Men ge looft, dat hij zich op Italiaansch gebied be vindt, en als hij zich daar bij de overheid komt aanmelden, dan zal die hem vasthou den Maar zoolang hij dat zelf verkiest, blijft hij in 't genot van zijne vrijheid, wamt de van Britsche zijde tegen hem ingestelde ver volging is gestaakt. En als hij verkiest de vijandelijkheden te hei-vatten, dan zal men van Britscihe zijde wel genoodzaakt zijn zich weder tegen hem te weer te stellen. De herhaalde expeditiën, die tegen hem zijn uit gezonden, hebben geen andere uitkomst ge had, dan dat hij den bijnaam van den „gek ken" Mullah verloren heeft Het. is zeker zeer vleiend voor hem, dat hij op die wijze in zijne eer hersteld is. maar dat. is toch niet de bedoeling geweest, 'waarmee deze expeditiën zijn ondernomen. Engeland. In het Hoogerhuis heeft lord Spencer, de leider van do oppositie, den minister van buitenlaudsche zaken geluk gewenscht met de overeenkomst tusschen Frankrijk en En geland. Lord Lansdowne, die door het Hvis met levendige toejuichingen begroet weed, antwoordde dat de bekendmaking van den inhoud der overeenkomst zeer naar den zin der regeering geweest was, al i9 zij geenszins van meening, dat de overeenkomst boven kritiek verheven is. Hij geloefde dat d^ na tie het streven, dat tot grondslag gediend heeft aan het verdrag, goedkeurde; dat het voor twee groote natiën wenschelijk was, vrij moedig en in hun vollen omvang alle geschil punten -te onderzoeken en te trachten, deze uit den weg te ruimen door «een overeenkomst waarin aan de wederzijdsche rechten cn aan spraken zooweel mogelijk tegemoet gekomen zou worden. Vervolgens sprak Lansdowne <ie ho*>p uit, dat de Fransch-Engelsohe overeen komst een precedent mocht zij|n, dat navol ging zou vinden bij andere natiën. Bij de behandeling van de begrooting werd gisteren door het lagerhuis een voorstel tot goedkeuring van de voorgestelde verhooging der inkomstenbelasting aangenomen met 214 tegen 16 stemmen. Italië. In diplomatieke kringen wordt gezegd, dat de Fransche gezant bij het Vaticaan, Nisard, waarschijnlijk Rome zal verlaten, zoolang de aanwezigheid van president Loubet in Rome duurt. In ieder geval is het bericht van de Tri buna, dat Nisard aan het galamaal in het Fransche gezantschap bij het Quirinaal zal deelnemen, onjuist. Met het vertrek van Nisard zou Frankrijks bedoeling om het Va ticaan bij deze gelegenheid te ignoreeren, op zijn scherpst uitgedrukt zijn en daarme de zouden de geruchten, die ondanks alle dementis nog altijd rondgaan van eene mo gelijke ontvangst van minister Delcassé in het Vaticaan, op de meest adoende wijze weer legd zijn. Oostenrijk. De prins en prinses van Wales vertoeven ithans te Weenen. Aan het gala-diner op den Hofbiu-g bracht de keizer van Oostenrijk een dronk uit op deai prins en de prinses van Wales. Hij zeide in hun bezoek een nieuw bewijs te zien voor de groote vriendschap, welke de keizerlijke cn koninklijke familie» en hunne landen vereenigt. De prins van Wales antwoordde den Keizer met zijn. daruk uit. te spreken voor deze wel willende woorden en voor do scliooue ont vangst. Hongarije. De staking van het spoorwegpersoneel is bijna even vlug geëindigd als rij was uitgebro- keu. Gisteren kou de regeering in de Ka mer mededeeleu, dat lieden de dienst weer nagenoeg normaal zou zijn. Als bemiddelaars tusschen de regeering en de stakers zijn opgetreden de afgevaardigden Vaszönyi en Vöros, die, na te hebben ver kregen dat de gearresteerde leiders van de beweging werden vrijgelaten, met d© stakers overleggingen pleegden. Daarmede was de geheele nacht van gisteren gemoeid. Nadat de stakers hunne cischen uiteengezet had den, ging Vörös tegen middernacht spreken met minister Hieronymi. In de vergadering teruggekeerd, kon hij meedeel en dat de re geering bereid was, een algemeene amnestie uit te vaardigen, en de groote vergadering, tegen Donderdag bijeengeroepen, toe te staan voorts zou het. wetsontwerp op de loonregeling uitgesteld worden tot na een tweede groote vergadering van het personeel. De regeering zou ook nog de vorming van een algemeenen bond van het spoorwegper soneel toestaan en den dienst nader regelen, en de tegen Mei verlangde loonsverhooging verleenen. Te Weenen, dat een groot deel van d© benoodigde melk en groenten uit Hongarije betrekt, deedl de staking har© uitwerking on aangenaam voeden. Rusland. De Neue Freie Pr esse berichtDe onder handelingen over de Russisch© leening zul len waarschijnlijk zonder resultaat blijven. Naar de tegenwoordige stemming te oordee- len, zal het niet tot eene Russische leening in Duitschland komen, en ook is het weinig waarschijnlijk, dat de leeningj in Frankrijk geplaatst wordt. Turkije. De Russische gezant Sinowjew heeft in de laatste audiëntie, die hij had, aangedron gen op de betaling van de 20 millioen francs, waarop Rusland sints lang aanspraak maakt als interest, verschuldigd door het uitstel van de betaling der aan Russische onderda nen voor in den Turksoh-Russischen oorlog voor meer dan 25 jaren geleden nadeelen ver schuldigde schadevergoeding. Deze vraag, op dit ©ogenblik gedaan, doet volgens den cor respondent van de Temps te Konstantinopel denken, dat de Russische diplomatie er op uit is het terrein voor eene andere vordering te effenen. Vereenigde Staten. Het huis van afgevaardigden van het con gres der Unie heeft het wetsontwerp aange nomen, waarbij de territoriën Arizona, Nieuw-Mexico, Oklahoma en het Indianco- territorium tot staten verheven worden. De oorlog in Oost-Azië. D Czaar heeft grootvorst Alexis, het- hoofd der Russische marine, bij rich laten komen, om hem te zeggen, dat het zijn uitdrukkelijk verlangen is, dat de Oostzee-vloot den 15en Juli gereed zal rijn om te vertrekken. In verband hiermede verdient de aandacht eene opmerking, door admiraal Skrydlow, den nieuwen commandant der Russische zeemacht in den Groeten Oceaan tot den correspon dent. van de Matin gemaakt, dat rijm© togen- waardigheid evengoéd noodig kon zijn te Wiadiwostok als te Port. Arthur, en dat het niet onmogelijk was. dat hij rijn hoofdkwar tier in eerstgenoemde haven zou vestigen. Te Wiadiwostok ligt nog een sterk kruiser smaldeel, en de haven va» Wiadiwostok is gemakkelijker te verdedigen dan die van Port Arthur. Eene verlegging van het hoofdkwartier naar Wiadiwostok zal wel in verband staan met de mogelijkheid, dat de vijand er in slaagt, den spoorweg op het schiereiland Liao-toug af te snijden, waardoor Port, Ar thur geïsoleerd zou worden. De vesting zou rich dan tegen den vijand hebben te verde digen rij zou t, naar het oordeel dor Rus sen, lang genoeg kunnen uithouden, en het overschot, der vloot zou Port Arthur voors hands niet verlaten, maar daar blijven lig gen om later gezamenlijk op te treden met de Oost-zee-vloot. Tot den vertegenwoordiger te Petersburg va,n de Echo de Paris zeide de nieuwe vloot- be vel hebber in het verre Oosten, admiraal Skrydlow„Ik weet, dat Rusland veel van mij verwacht. Of ik het zal volbrengen? Wij hebben ongetwijfeld met een geduchten te genstander te doen. Het eskader, dat ik zal hebben aan te voeren, is na de laatste ongelukken zeer verzwakt. Ik zal moeten be ginnen met orde op do zaken te stellen cn mij van uitvallen onthouden. Hc zou natuur lijk eene bladzijde aam het gulden boek van de Japanners kunnen toevoegen, door hun het genoegen te doen, mijne schepen naar buiten te brengen en door hen in den grond te laten boren. De heeren Japanners kun nen gerust rijn. Ik zal mijne schepen voor een geschikte gelegenheid bewaren. Het Oost- zee-eskader zal bezwaarlijk te rechter tijd aankomen. Wanneer het kan uitgaan, zullen groote gebeurtenissen zijne aanwezigheid reeds overbodig gemaakt hebben. Ik wou an aar, dat de Japanners zooveel mogelijk troepen ontscheeptendan zullen de veldsla gen in den landoorlog des te beslissender zijn." Bij Port Arthur rijn een aantal lijken van Russische officieren aan land gespoeld, waaronder, zooals stellig bericht wordt, ook het lijlk van admiraal Makarow. Ben telegram van generaal Koeropatkin van 21 dezer luidt: Aan de Yaloe was het den 19. en den 20. Vusfciger rijn geene veranderingen ingetre den. In den nacht van den 19. werd bij Kaap Towerhill ten westen van Kaitsjoe een stoom boot opgemerkt, die blijkbaar tot het doen van 'opmetingen sloepen had uitgezonden, welke zich snel verwijderden. Uit Tientsin wordt aan de Standard be richt: Japansche troepen in Korea worden thans ingescheept, vermoedelijk om aan land te worden gezet op het schiereiland Liaotong. In Tokio gaan geruchten, dat do brand, die onlangs het paleis te Seoel heeft vernield, is toe te schrijven aan de inblazingen van de RusBi'sch gezinde fractie. Meer dan honderd personen, die bij het hof in dienst zijn, rijn in hechtenis genomen op de beschuldiging van diefstal en plundering bij gelegenheid van den brand. Uit Nioetsjwang wordt aan de Times be richt: De Russen ontblooteu bert Iandl ten westen van de Yaloe. Zij zenden troepen ko zakken uit om te fourageeren, vijftig uian sterk; ieder man wordt gerekend een dier per dag op te brengen. Zoo werden duizenden stuks vee in de vorige maand naar Moekden gedreven, waarvoor noch geld noch bewijs van ontvangst gegeven wordt. De Russen hebben strooibiljetten, in het Ohinecsoh gesteld, uitgegeven, waarin do op marseh van de Japanners wordt tegengespro ken, bijzonderheden worden gegeven van do door do Russen behaalde voordeel en, d© sterkt© van de Russen vergroot wordt voorge steld en voorspeld wordt, dat de overwinning zal zijn voor de Russen. De Chineezen laten zich daardoor ma et misleider, maar gel oo ven nog steeds, dat de Japanners Mandsjocmje zullen veroveren. De dagblad-correspondenten, die bij het Russische leger rij(n ingedeeld, rijn gisteren van hier vertrokken naar Moekden. Zdj heb ben rich verbonden geen berichten te zullen geven over de uitkomsten van gevechten of Russische verliezen, of andere mededeelingon, die ongerustheid bij het puibliek kunnen ver wekken. Een bode van de Yaloe bericht, dat de Japansche voorposten dicht bij de Russische loopgraven staan met groote troepen-afdee- lingen op vijf mijlen afstand. Ook deelt hij mede, dat de Russen naar het noorden vluch ten over de rivier in overvolle booten, hon derden door verdrinken verliezende. Allerlei vDe Hambirrgsche Senaat heeft bij de Bhrgersehaft een voorstel ingediend tot bat bouwen van een tunnel onder de Elbe, tus schen St. Pauli en het eiland Stednwarder. De kosten worden op 8,200.000 mark geraamd. vDo catastrophe van de „Petrcpaw- lowsk' heeft Rusland ook van den beroem den zeesla^sohilder Wasili Wcreschtchagin beroofd. Oorspronkelijk voor den zeedienst bestemd en in de marine opgenomen zijnde, heeft hij ook rijn dood op zee gevonden. Slijp noodlot heeft hem naar den Stillen Oceaan gedreven. Nog voor rijn afreis naar het toonecl van den krijg, ried Koeropatkin hem aan, den dag van zijp vertrek tot Mei te verschuiven, daar de operatiën nog niet waren begonnen. D© kunstenaar wilde echter het bombardement van Port Arthur niet voorbij laten gaap. Allerlei eenigsrins mogelijke gunstiger be palingen waren hem door do verschillende ministers verzekerd. Hi; was in 't bezit van een vrijkaart voor alle naar het krijgstooneel voerende spoorwegbanen en zou overal toe gang hebben en alles mogen bezichtigen. Den 5en April was hij to Liaojang aangeko men en den volgenden dag begaf hij ridh naar Port-Arthur, om weinige dagen later in de koele golven rijp graf te vinden. We- roschtebagin heeft den oorlog met Japan lang van te votren voorspeld, ongeveer 2 jaar geleden. Een overvloed! van ontwerpen, die hij van rijn reis door Japan had meegebracht, als ook nieuwere van het krijgstooneel, wilde hij te Sackum aan do Zwarte zee ten uitvoer meebrengen. Hij was van plan daar ROMAN 7 VAX Al E X. R M E R. Jaren rijk verloopcn. Leopold Kramer heeft rijn studententijd volop genoten, maar rijn doctoraat in dè rechten op tijd ver overd. Zijn weldoener en voogd heeft niet dan goeds van hem gehoord. Na een lange scheiding, rijp broeder en zuster eindelijk weer eens samen thuis. Ellen, die sinds drie jaar in een Engelsche meisjes school te Putney, bij Londen, als leerares in 't Duitsah, haar eigcp brood verdiende en zich de weelde van een. reis naar huis nog niet gunde, verheugt zich over ihet def tig voorkomen van haai* broeder. Hun ooi*~ reopondentio was niet heel druk geweest. zij wist niet veel van rijn studentenleven alleen wist ze, dat lrij ondanks rijp goed in komen niet met zijn geld toekwam. Zij had in haar betrekking een ruim tractement en zeer weinig bethoeftcndaarom had ze hom graag geholpen, zoo veel ze kon, want advokaat Goldau mocht niet van buitenspo righeden hooren. Ellen werd nu niet moe, hem uit te vrar gen. Zij: had in haar schoollokaal zoo weinig beleefd, maar hij was nu al een jaar te Berlijn aan het ministerie geplaatst geweest, en slechts ongaarne va.n daar gegaan. Leopold vloekte en klaagde zijn weldoener aan, die liean natuurlijk die kool gestoofd had. Hij was het vorige jaar, in den herfst, tot rijn groote ergernis, verplaatst naar de rechtbank te Clausthal, het kleine bergstadje „Men kan daar 't goedkoopst leven eu verveelt er zich dood", zei hij. „Ik wed, dat ik het aan de oude te danken heb, dat ik in dien hoek gestopt ben. Stel je voor, van Berlijn naar Clausthal". Ellen stelde in alles levendig belang; zij was, als vroeger, levendig, openhartig en vol frisse hen humor. Plagend herinnerde zij hem aan het vroolijke leventje, dat hij geleid had eu dat hij; toch alleen te danken had aan den oude, op wien hij nu zat te schimpen. „Ben je nu werkelijk soliede geworden, zooals je beloofde, toen ik je uit de verlegen heid redde f' vroeg rij. ,,Het verwonderde me, dat je later nooit meer aanklopte." Hij keek haar een oogenblik wantrouwen] en van ter zijde aan, en rekte zich geeuwend uit. Haar open, lachend gelaat, scheen hem echter gerust te stellen. „Hm ik zal jou niet weêr lastig vallen dat stuit me tegen de borstik red me wel de oude zal niet eeuwig leven." Ellen's gelaat betrok. Zij verheugde zich van harte in. rijn uiterlijk, en in wat hij ge presteerd had. Iedereen roemde hem als een begaafd man, die een schitterende toekomt voor rich had. Maar zulke uitingen vond ze ruw en zijner onwaardig. „Je zegt veel, waaraan je hart geen deel heeft", zei zc, „maar het klinkt naar." „Kijk! Nog dezelfde neuswijze praatjes van vroeger", riep hij lachend uit. „Je bent toch precies dezelfde gebleven; alleen nog wat meer een echte choolmamsel." Ellen wendde zich boos af on beduidde zichzelf, dat het verstandiger van haar zou zijn, zoo ze ziah niet met zijn zaken be moeide. Door haar zwijgen scheen hij te begrijpen, dat hij lomp was geweest. Hij, die graag overal den ridder speelde, was van meening, dat men bij moeder en zuster geen compli mentjes behoefd© tc maken. Hij begon nu echter vertrouwelijk te pra ten over zijoi plannen voor de toekomst. Hij hoopte vlug carrière te maken, als hij: eerst ook doctor in de staatswetenschappen was geworden. Dat duurde nog een paar jaar, en zoo lang was hij afhankelijk van den oude, maar die had geld genoeg en behoefde niet op te potten. „Ik moest wel mal rijn, als ik mijn leven niet genoot", zei hij, „wie blijft aan den ket ting liggen, als hij rich losmaken kan, ©n wie komt van dorst om, als d© druiven hem bo ven het hoofd hangen. Later een bekwa me kop wordt spoedig erkend later kun- nen we de beste plaatsjes veroveren." „Ik feliciteer je!" riep Ellen uit, „je schijnt me wel de rechte man, om carrière te maken, cn dau doe je later zeker een voor naam, rijk huwelijk. Zij lachte, en zag hem eenigsrins spottend aan. Hij schrikte, en zijn gelaat nam weer een wantrouwende uitdrukking aan. Hij scheen allerlei geheimen te hebben en altijd bang te rijn, dat men die op 't spoor zou komen. Doch Ellen's opmerkingen waren argeloos. „Is mijnheer Goldau met je plannen -ngo- nomen?" vroeg zij. „Ik herinnor mij, dat hij vroeger zei, dat je levensplan in zijn schrijf tafel klaar lag." Zc lachten beiden hartelijk. „Ja juist, die pedant, dat heeft hij gezegd", herhaalde Leo pold, opnieuw in lachen uitbarstende. „Ik zal wel oppassen, dat ik met hem niet over de toekomst spreek." Op een goeden dag kwam ook het gesprek op Adine. Zij was op dat oogenblik met haar moeder naar de Raviera. Het speet Ellen, haar nu niet te~"zien. Leopold, die met de vacanties meestal thuis geweest was, moest baar echter ontmoet hebben. Zij vroog er hem naar. Biji die vraag deed hij, alsof hij zich beden ken moest, bloosde onwillekeurig en zei ein delijk „zij is oen schoonheid van den eer sten rang geworden, ©n natuurlijk heel trotsoh. Ik Ben haar ontweken; je kent me slecht, als je meent, dat ik de kennismaking met haar bad__willen vernieuwen." „Neen, waaróm zou je jezelf opdringen", zei Ellen, „maar vroeger stond j© erg bij haar in de gunst. Als ik nog denk aan dat afscheidstoonèel op het perron, toon ze jou en den advokaat rozen gaf zij was een gevaarlijk persoontje." „Kom gekheid! Dat was een grap van haar, anders niet." „Als een liefdesverklaring heb ik het ok niet opgevat", verklaarde Ellen. „Jelui wegen loopen te ver uiteen; daar kan je niet bij, mijn jongen „Dd heb er ook geen lust in", riep de jonge heer, en wierp zijn hoofd in den nek Ellen verwonderde zich over rijn prikkel baarheid bij zoo weinig aanleiding. Den avond van dien dag kwam rij laat naar huis bij een bezoek hij een kennis. Het was Mei en heerlijk warm in de lucht. De maan stond vol aan den hemel. Zij maakte oen om,weg langs het meerhet gezicht op hot prachtig gebouwde hortogelijjk slot was verrukkelijk. Zachtjes klotsten de golven van het groote meer, dat Schwanau bijna geheel ompoelt, tegen d© oevers. Het was eenzaam en stil in de laan, Ellen slenterde droornerig voort. Sinds te thuis was en niets te doen had, was ze onderhevig aan stemmingen, die haar vroeger onbekend warenverlangens naar geluk. Daar, achter het slot, was het bankje, waar zij vaak met Adine had gezeten; rij onder- scheidde de weide, die aan den tuin van Rodenfels grensde. Hoe zou Adine zich ont wikkeld hebben? Wat zou ze al niet beleefd hebben. Terwijl rij haar jeugd doorbracht in het stoffige schoollokaal bij ingespannen, cen- tonigcn arbeid, bewoog haar bevoorrecht speelmakkertje zich in een druk gezelschaps leven. Misschien zouden ze elkander noodt meer ontmoeten. Terwijl rij zoo in gedachten verzonken aan den oever stond, hoorde zij voetstappen ach ter zich, en half-luid gefluister. Zij keek omwaarschijnlijk een verliefd paartje, dat zich alleen waande. Juist! een jonge man, met een meisje aan den arm, tot wie hij zich vol fceoderhoid over- boog. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1