JS°. SOI. Tweede Klad. Sd' Jaargang;. Zaterdag 30 April 1904. BINNENLAND. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur '8 morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJ8 DER ADVERTENTIËN Van 1^-6 regels f 0.75. Elke régel meer- 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bjj abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kameroverzicht Tweede Kamer. Vergadering van Vn^iag 29 April. Drankwet. De algemeene beraadslagingen worden voortgezet. De heer Passtoors (repliek) blijft het in twijfel trekken of de voordeelen, die in "het ontwerp worden toegezegd, opwegen te gen de nadeelen, welke aan de tappers zul len worden toegebracht. Tegenover den heer Melchers houdt hij vol, dat de alcohol in sommige ziektegevallen onschatbare diensten kan bewijzen en hij steunt die bewering met tal van citaten van medici. Sedert 18 jaren gebruikt Spr. geen drank en hij wil alles doen om het drankgebruik te temperen en te be strijden. mits met practische maatregelen. Maar juist dezen mist hij in dit ontwerp. Spr. wijst op tal van oorzaken, die het drank gebruik in de hand werkenin de eerste plaats de lange arbeidsduur. Hij hoopt dat de Reg. niet te sterk vast zal houden aan de door haar voorgestelde artikelen, maar zich zal laten vinden voor practische maat regelen. De heer Van der Zwaag (repliek) zal zich bezig houden met het algemeen verbod en met den heer Talma, die door dik en door dun dit ministerie schijnt te willen steunen, maar daarbij zoo ver ging, dat het zelfs den minister van Binnenl. Zaken te ver ging. De toon van den heer Talma heeft Spr. ge- ergerd. Tot nu toe had hij In den heer Talma ecu ernstig drankbestrijder een geestver want gezien, daar staat hij althans voor bekend in Nederland. In plaats van zich nu echter tegen het drankgebruik te keeren, haalde de hoer Talma er het socialisme weer bij en rediculiseerde hij de door Spr. aange geven middelen tot drankbestrijding. Zoo maakte hij een soort grap van die jonge meid, die met een ouden tapper zou trouwen, om op die manier zich ecne broodwinning te versohaffen. Maar het zou dan nog eerst de vraag zijn of er een jonge meid gevonden kan worden, die zich aan zoo'n oude schar relaar zou willen verbinden. Spr. acht alge- hieel verbod volstrekt niet onmogelijk en zoo ver moet liet komen, wil men zulke treu rig© toestanden voorkomen, als de minister ons uit Normandië heeft geschetst. Zeker, tot algeheel verbod kau het komen, als de heer Talma en zoovele andoren maar mêe willen werken, in plaats van door dik en dun met de Reg. mêe te gaan. Spr. geeft toe, dat het een los opgeworpen denkbeeld is in deze vergadering, maar nieuw is het niet want 30 jaren geleden werd de alcohol hier al een vergif genoemd, dat in de medicijn kast van den apotheker behoort. Spr. houdt vol, dat algeheel verbod het eenige middel is om de steeds toenemend© volksvergiftiging te keeren. Spr. bedoelde niet alleen het verbod om alcohol te verkoopen, maar ook de productie, behalve in laboratoria. De controle daarop is zeer goed mogelijk. De heer Brants (repliek) doet een woord van protest hooreu tegen uitlatingen van den heer Nolting over de gemeente waar Spr. burgemeester is. Bovendien vergiste do heer Nolting zich, maar dat is voor zijne re kening. Spr. zet uiteen dat dit ontwerp be oogt de tappers te beschermen tegen hun eigen egoisme. De tapper dankt de wet in stilt© voor die bescherming. (Gelach). Spr. blijft der Regeering zijne eerbiedige hulde brengen voor hetgeen zij heeft voorgesteld in het zedelijke belang der natie, en komt op tegen de insunatiën, hem door door de heeren Schaper, Staalman en Melchers naar het hoofd geslingerd. Die insunatiën laten hem koud. Insunatiën teokenen de insinuan- ten. De heer B o 1 s i u s blijft volhouden dat de nieuwe wet aanleiding zal geven tot vele overtredingen en du9 tot vele straffen. Van de door Spr. gevoende critiek op het ontwerp neemt hij geen woord terug. Ieder heeft het recht verschillend over een ontwerp te oor- deelen en te spreken. Eigenaardig is het dat de drankbestrijders en geheelonthouders ver schillend over de %'oorgesteide bepalingen oordeel en. De een keurt goed, wat de ander afkeurt. Dat de ellende onder het volk do aanleiding is tot het drankmisbruik, is in strij*d niet de feiten. Juist waar meer werd verdiend door de arbeidende bevolking, weid meer uitgegeven voor Alcoholica. Spr. komt in verzet tegen liet verwijt dat in Noord- Brabant en Limburg niets wordt gedaan tot veifoetering van sociale toestanden en we ring van dronkenschap Ook komt Spr op tegen het smalen op aen katholieken god» dienst. Die godsdienst heeft nog genoeg kracht om «en heer hchaper en de zijnen buiten de zuidelijke provinciën te houden. De heer De Savornin Loliman (repliek) geeft toe dat hoe minder drank huizen er zijn, hoe beter, maar wij hebben hier niet alleen te doen met tappers maar ook met café s en restauraties, die nu een maal niet gemist kunnen worden. Men moet daar alles kunnen krijgen wat men verlangt, anders is de concurrentie niet vol te hou den. De concurrentie mag niet belemmerd worden door ongelijkmatig drukkende be palingen. Daartegen blijft Spr. opkomen. Do beste bestrijding van het drankgebruik is de bestrijding der drinkgewoonte. Bij „local option" moet de meening der meerderjarige mannen en vrouwen tot uiting komen, maar de gemeenteraad moet de beslissing nemen. Spr. geeft toe dat de Regeering moeielijk met een ander stelsel had kunnen konien, want zij moest rekening houden met do stemming der Kamer. Dab neemt niet weg dat ieder Kamerlid het recht heeft iedereen maatregel op zich zelf te beoordeelen. Be valt hem de een of andere maatregel in dit ontwerp niet, dan heeft hit het recht daar tegen te stemmen. Nu echter de blunder in 1881 gemaakt bestaat, moet daarmede reke ning worden gehouden. Spr. gevoelt daarom geen vrijheid om tegen het ontwerp te stem men, maar mocht de regeering liet intrek ken, dan zou hij zich daarover verheugen. Do heer Talma (repliek) zou niet dan noode verzwakking van het ontwerp zien Mochten enkele bepalingen verslapt worden dan hoopt hij dat anderen daartegenover ver sterkt zullen worden. Voorts zet spr. uiteen waarom de subjectieve waarde van dit ont werp van zoo groot belang is. Hij acht het zeer nuttig en noodig om het aantal drankgelegenheden te beperken Algeheel verbod van sterkendrank te ver koopen acht spr. een illusio en wanneer de overheid daartoe trachtte te komen zouzij een kolosaal verzet ondervinden, omdat de alco hol op dit oogenblik een behoefte vervult van ten groot gedeelte der bevolking. Schaft men dus do alcohol af dan zal men gelijk elders reeds geschiedt zijn toevlucht ne men tot nog veel gevaarlijker bedwelmings middelen. Een wezenlijke neutrale drank bestrijding heeft nooit succes gehad en zou dat ook in ons land niet hebben. Er moeten bijzaken zijn die er toe leiden om afstand te doen van de alcohol. Zoo herinnert spr. er aan dat eens een arbeider-vereeniging een eigen lokaal oprichtte en toen werd do vraag gesteld of er al of niet vergunning zou worden gevraagd. Men besloot om het niet te doen omdat men dan vrij was om zoo lang te vergaderen als men wilde. Spr. houdt vol dat zoo sterk mogelijk moet worden geageerd tegen den clandestienen drankverkoop en dat dit met het aangeboden ontwerp, wordt het wet, mogelijk is. Verbaasd heeft het spr. dat do heer Borgesius nu de tappers wil uitkoo- pen met geld uit de schatkist, terwijl hij dit in zijn eigen ontwerp, wilde doen met het geld van dc tappers zelf. Ook op andere punten oordeelde de minister Borgesius an ders anders dan liet Kamerlid Borgesius nu. Uitvoerig bestrijdt spr. daarna het betoog door den lieer Schaper tegen hem gericht. Dat- hij de argumenten van den heer van der Zwaag beeft belachelijk gemaakt, of geredi- culiseerd heeft, gelijk hij het noemde, ont kent spr De krasse middelen die do heer van der Zwaag wenscht, zouden naar Spr's meening voora voor het platteland falen zoolang als ons volk is zooa-ls het is zullen de tapperijen blijven bestaan. Spr. gunt aan de tappers de voordeelen welke zij hen geeft Hij denkt in dit opzicht anders over de tappers dan dc heer Staalman. Het gaat. niet aan hun bedrijf als onzedelijk te brandmerken. Spr. heeft er goeden moed op dat dit ontwerp niet al te zeer beschadigd tot wet zal worden ver heven. De heer Melchers (repliek) meent, dat. wanneer do minister do gevolgtrekkingen had willen maken die uit zijn materiaal vielen af te leiden, hij veel krasser zou zijn geweest in zijne bestrijding van het drankgebruik. Spr. constateert dat deze wet zeer sterk is on der de politieke consternatie van het land en daarom diende deze regeering een wetsont werp in waarover het nageslacht zich zal ver bazen. Zij, dio gisteren den minister hoorden spreken, zullen naar Spr.'s meening, den in druk hebben gekregen Och, het is bij ons nog zoo erg nietwij hebben eigenlijk geen Drankwet noodig' Willen wij niet den weg opgaan van Normandië. dan dienen maatre gelen genomen te worden en Spr. kan de Reg. nul reeds voorspellen, dat deze wet geen doel zal treffen. Met den heer v. d. Zwaag dringt hij aan op het besteden van meer geld voor de drankbestrijding. Na dc schets over de gevolgen van alcohol in Normandië, had Spr. verwacht een oproe ping om zich scherp daar tegenover te stel len, maar het bleef bij die schets. Van het ontwerp zelf hoorde men weinig of niets. Op de critiek gaf de minister ook geen antwoord, waarschijnlijk omdat er weinig tegen te zeg gen viel Tegenover den heer Brants ont kent Spr. beslist, dat de socialisten deze wet gebruiken voor socialistische propaganda. Hij verwijt den heer Rrant, dat deze zijn drank bestrijding ondergeschikt heeft gemaakt aan zijn politieke gevoelens, een fout. waarin ook de hoer Talma verviel. Aan den heer Bolsius vraagt Spr., of hij den alcohol niet beschouwt als een man zonder wil, als een ziekelijk persoon, die tegen zijn wil moet kunnen worden opgesloten. De Voorzitter verzoekt, de Sprekers om zich te beperken, opdat de algemeene beschouwingen nog heden kunnen afloopen. De heer Staalman (repliek) zal zich naar het verzoek van den voorzitter voegen. Door den minister werd gisteren de Drank zucht een etterbuil genoemd, die zijn grond vindt in 0119 organisme. En nu meent Spr. dat aau dat organisme alles moet onthouden worden, wat nieuwe smetstof in den etter buil kan brengen. Door den heer Talma werd het drankge bruik geschetst als een behoefte, maar als dat zoo i9, dan is het een zonde waartegen met kracht gestreden moet worden. Spr. waarschuwt tegen verdere verslapping der wet. De heer Rink (repliek) vindt in de rede van den minister geen aanleiding tot langen repliek. De minister verdaagde het debat tot bij den inhoud der wet, en Spr. heeft be toogt, dat die inhoud verderfelijk was. Daar over komt het debat dus nog. De minister heeft in zijn causerie belangrijke mededeelin gen gedaan. Zoo weten wij nu wat een bas- touille is. maar de minister heeft niet aan getoond dat ons land een wet noodig heeft als ons voor wordt gelegd. Naast Normandië had de minister ons een stad uit Afrika of Amerika kunnen noemen., wier bevolking door het vuurwater verteerd is. 's Ministers betoog deed Spr. denken aan het intrappen van een open deur. De nuttigheid, de doel matigheid der hier aangeboden verscherping heeft de minister niet aangetoond. ïue stel ling des ministers is onbewezen gebleven. Onjuist was 's ministers betoog, dat Spr. met de wet van 1881 was ingenomen. Hij is niet overtuigd vau de juistheid van het stelsel en gaat dus ook niet mee met. de verscherping. De Deugdelijkheid van het stelsel van 1881 is noch dooi* den minister, noch door den heer Borgesius aangetoond, evenmin de doelmatig heid. Deze wet gaat niet tegen het misbruik van drank, maar tegen het gebruik en daar om vervalt zij, in plagerijen. Aan do hand van de Mem. van Toel. gebruikt Spr. bier liet ware woord en vindt steun bij den heer Talma, den vurigen verdediger van dit ont werp, die zich in zijn rede op een geheel an der standpunt plaatste dan werd ingenomen in de Mem. van Toel. en de Mem. van Antw. Met hem zegt hij, dat al is een maatregel kras. hij daarom nog niet altijd doel treft. Dat past Spr. toe op dit ontwerp. De heer Troelsbra oenstateert, dat er weinig belangstelling was bij het debat, en wijst op de merkwaardige verklaring van den minasterde Regeering staat hier geïso leerd. Hoe dit te rijmen met het belangrijk ste onderwerp van dit christelijke kabinet? Dit steekt vreemd af bij hetgeen wij hebben gelezen m de Mem. van Toel. van dit ont werp. Is de banjd die de ministers bindt dan niet denzelfden band die de regeeriugsmeer- derheid bindt? Spr. constateert, voorts, .dat de minister voor zijn wet het oog gericht houdt op de mannen van de materialistische levensopvatting. De krachtigste verdediger toch van het ontwerp was de heer Borgesius. De debatten waren zoo lusteloos, omdat- de mannen due er warm voor moesten zijn, koud voor dit ontwerp zijn gebleven. Spr. komt er tegen op dat toeneming van welvaart bij de arbeiders, toeneming van alcoholgebruik tengevolge heeft gehad. Ten slotte een enkel woord aan den heer Bolsius, dio een verwijt richtte tot den heer Schaper. De heer Bolsins gaf zelf toe, dat het noo dig was de bierhuizen in Limburg onder con trole te brengen. De heer Schaper daarop ingaande, heeft volstrekt de godsdienst niet aangevallen, zooals de neer Bolsius ten on rechte heeft gemeend. Door eigen partij ge> nooten van den hoer Bolsius is de groote criminaliteit in het Zuiden toegeschreven aan alcoholgebruik. Waarom nam do heer Bolsius dan het argument van den beer Scha per zoo hoog op, alsof de godsdienst daarbij 111 het spel kwam Op de rede vau den heer Brants zal Spr. niet ingaan, vreczende daar bij met zijn lioofd in botsing te komen met het een of ander hemellichaam. De rede sproot voort uit een kleine scherts van den lieer Schaper, over het misschien wel eens drinken van een glas bier door den minister Kuyper. Verder zal Spr. hier niet op in gaan. Ook Spr. meent dat het komen moet tot een algeheel verbod. Dat er zoo weinig lust tot debatteeren was, leidt Spr. hieruit af, dat allen hier zoo weinig resultaat van dit ontwerp verwachten, ieder gevoelt zich mis troostig over deze methode van wetgeving. Spr. wijst op de enorme ontduiking van de wet die nu reeds plaats heeft, en dio ontduikers worden nu door deze wet begun stigd De tegenwoordige clandestiene slijter is er door geboren Dfe fout van dit ontwerp is, dat men gaat regelen den verkoop van sterken drank in het klein in plaats van do dran lever koop Plaat sen in hei algemeen aan banden te leggen. Spr. hoopt dat bij do- artikelen ruime gelegenheid gegeven zal v or den. de artikelen met elkander verband hou dende, tegelijk te behandelen. Dinsdag 11 uur voortzetting. Berichten. Te Amsterdam is in liet Muntgebouw de jaarvergadering gehouden van het Kon. Oudheidkundig Geuootaohap, onder voorzit terschap van den heer P. vau Ecglien. Besloten werd tot een statutenwijziging, strekkende 0111 den duur van het Genoot schap to verlengen tot 14 Februari 1935; de koninklijikc bewilliging zal hiervoor wor den verzocht. Aan het jaarverslag is het volgende ont leend Het Genootschap bleef zich in bestendigen bloei verheugen, het ledental nam toe. Met. leedwezen werd melding gemaakt van het overlijden van het eere-lid jhr. mr. J. M. W. Sohorer, vioe-president van den Raad van State, en van een der oudste leden, den 1 heer J. A. Maedh'haupt. In bet afgeloopen jaar werden onderhan delingen gevoerd met de vereeniging Johan nes de Deo, wier nieuwe gesticht gevestigd werd in het huis, vroeger bewoond door P. C. Hooft. De steen, vroeger door het Genootschap in den gevel van dit huis geplaatst, werd door de Vereeniging niet opnieuw ingemet- seld en weder ter beschikking gesteld van het Genootschap, dat hem voorloopig in het j j Stedelijke Museum plaatste. Bij do veiling van perceel 145 der War- 1 moesstraat, waarin vóór de ingebruikstelling van de Nieuwe Beurs de Vereeniging voor j den Effectenhandel zetelde, viel de aandacht I van het bestuur op de fraai gesneden balk- sleutels, die door de bemoeiingen van het bestuur ten geschenke werden gegeven aau het Ncderlandsche Museum. Afwijzend werd door het bestuur beschikt op een verzoek van den minister van Bin nenlandsche Zaken, om voorwerpen te willen afstaan voor de tentoonstelling te St. Peters burg. Voor een zoodanige zending wilde het bestuur niet de verantwoording op zich ne men. De gezamenlijke verzamelingen van het Genootschap bevinden zich in goeden toe stand. De penningmeester, de heer D. C. Meijer, vermeldde in zijn financieel verslag, dat de ontvangsten in 1903 bedroegen f 3509.13, de uitgaven f 3247,81. De inkomsten van het fonds D. Franken Dzn. bedroegen f 360. Het bestuur, dat in zijn geheel aftrad, werd herkozen. Als voorzitter werd gekozen, in de plaats van den heer P. van Eeghen, die als zoo danig niet herkiesbaar was, prof. dr. jhr. J. Six. Den 21 en Mei zal de groep Nederland van het Algemeene Nedcrlandsche Verbond te Dordt haar algemeene vergadering hou den. Er moeten zeven leden van het groeps bestuur gekozen worden. Voorgesteld worden de volgende dubbeltallen (de eerstgenoemde van de eerste vijf dubbeltallen is het aftre dende lid): 1. J J. B. Van der Chijs, 'sGra- venhagedr. F. A. Stoett, Amsterdam; 2 Marcel les Eniants, sGravenhage; W. G. Van Nouhuvs, 'sGravenhage; 3. prof. dr. J. II. Gallée, UtrechtS. Reinders, Appdnge- <lam>4. Th. Nolen, Rotterdam; mr R. Van Veen, 'sGravenhage; 5. Prof. dr. J. Woltjer, Amsterdam; H. J Emous, Am sterdam 6 Prof. dr. P. J. Blok, Leiden prof. dr G. Kalff, Leiden 7. Luit O A Eekhout, Breda J. A. v. d. Star, 's Graven- li age. Ue familie Carré. 1 Mei as. is het een halve eeuw gele den, dat de familie Carré haar wereldberoemd circus exploiteert. In het „Nieuws van den Dag" leest men j hierover de volgende bijzonderheden, j ,,'t Was op 1 Mei 1854. dat Wilhelm Carré, j aan de zijde van zijn kloeke echtgenoote, mevrouw Katchen Carré, zijne circus-exploi tatie aanving In Servies hoofdstad, Belgra do. werd op dien avond dc eerste voorstelling gegeven. Reeds toen moet dat een goed in gerichte circus met een behoorlijke stoeterij geweest zijn, on reeds toen gevoelden vorsten rzidh tot de onderneming aangetrokken, wat ■wé! blijkt uit het feit. dat de Vorstin van Servië de petemoei van Carré s eerste doch ter Mftlawi was, die echter jong gestorven is. Van de drie kinderen. Méhwi. Oscar en Adolf, is alleen Oscar nog in lew 11, en dat wvil (in volle kracht <1 energie Ook de we duwe, Mevrouw Katchen Carré, leeft nog in hoogen ouderdom voort, zoo ongeveer bij do 80, in rustige rust in het stille Oosterbeek, "bij Arnhem. Na. Servië volgden verscheidene tochten door geheel Duitsr-hland. Rn land en Frank rijk, en hoe langer hoe meer werd de circus Wilhelm Carré beroemd, 't Was de oude, ook nog in leven zimd-e heer J. A. Gras, hij had met Eduard Wólschlager vele tour noes door Nederland gemaakt die Wil helm Carré aanried ook hier te lande t-r ko men, 001 wenk. die lang niet slecht bleek Wilhelm Carré zou hier $p:o.liv naam ma ken. en vooral te Amsterdam wekte hij dra grootcn opgang. Meermalen werd hier een ganschen winter vertoefd, 't zij op het Fre deriksplein (toen zoo goh ml anders dan nu) 1 of in de Plantage, terwijl in den zomer de j kermissen op bijna alle plaatsen van ecnigc i bcteckenis werden br-zooht. Toen de oude Wilhelm door wankele ge zondheid niet meer in staat was de leiding te voeren, werd die op krachtige wijze over genomen door zijne gade, en na zijn dood zette zij kloek do zaak voort, daarbij flink gesteund door haren oudsten zoon Oscar. De bloei, en vermaardheid waren steeds toene mend, zoodat. toeai de weduwe zich uit. de zaken terugtrok, do Circus-Carré in Neder land zoowel als in het buitenland een naam had, die klonk, en de concurrentie met Renz en andere voorname ondernemingen van dien aard schitterend werd doorstaan. Hoevelen zijn er sedert niet reeds onder gegaan, zelfs cèn Renz, die eenmaal zoo hoog stond Dat Oeca.r, die nu als directeur optrad, ge dachtig aan het groote sucoes. hetwelk zijn vader hier had verworven, zeer aan Neder land gehecht was, bewijpt wel het feit, dat hij zich liet naturaliseeren en met zijn gansche gezin het Nederlanderschap aan vaardde. En door die omstandigheid, èn door de uitmuntende wijze, waarop de circus werd geëxploiteerd, was 't niet te vorwonderen, dat eenmaal liet praedicaat Koninklijk werd toe gestaan en 't voortaan mocht heeten „Ko ninklijk Nederlandsoh Circus Oscar Carré.' Evenmin mocht 't verwondering wekken, dat onze Vorsten Carré kenden, hem menig be wijs van genegenheid schonken. Koning Wil lem Hl scihouk hem als Groothertog van Luxemburg het ridderkruis der Eikenkroon orde. en de toenmalige Kroonprins, de Prins van Oranje, ging evenzeer als de aanzien lijksten in den lainde op •crtrcmwelijken voet met Oscar Carré om. Die Eikenkroon prijkte het eerst naast vele buitenlandsche ©nder- 'scheidingen op Oscars borst Vaak ook is in de jongste jaren hel publiek getuige geweest van de aanwezigheid onzer tegenwoordige Koningin in dea Circus-Carré menigmaal beeft de jonge Vorstin naast Hare Moeder, Koningin Emma, de voorstel lingen met belangstelling gevolgd, getroffen door de voortreffelijke dressuur en opgetogen door de schitterende balletten t Is zelfs ge beurd, dat Carré vanwege het Hof uitgenoo- digd werd met zijn circus te Apeldoorn te komen optreden. Fraaie geschonken, doek spelden met diamanten, getuigden van vor stelijke dankbaarheid. Bestond in den aanvang en nog lang daar na, zooals trouwens schier overal, de circua uit een houten tent, door Oscar werd een dertig jaren geleden aaii den Amstel voor het eerst een vast gebouw neergezet, even wel hoofdzakelijk van hout opgetimmerd. Op dezelfde plaats verrees een veertiental jaren geleden (November 1887) het kloeke steenen gebouw, geheel gevolgd naar het, model van den circus te Keulen, dat insge lijks door Oscar C..rré kort te voeren daar was gevestigd. Is Oscar Carré steeds een gunsteling van het Nederlamdsche publiek gebleven en heeft hij in het door hem aangenomen vaderland gelukkige jaren doorleefd, ook droevige ge beurtenissen zijn hem niet gespaard gebleven, waarvan het familiegraf op „Zorgvlicd" ge tuigt. Heeft de dood ook zijne kinderen niet gespaard, hij mag zich thans aan de zijde van eene beminnelijke echtgenoote verblij den in het bezat zijner lieftallige dochters Katchen en Wilholniina Victoria, en kloeke zonen als Maximiiliaan. Albert en Ernst, waarvan de meesten wedijveren in het stre ven 0111 den naam van het Koninklijk Ne- derlandsch Circus huns vaders hoog te hou den." De klokken van Via 11 en. Op twee der drie klokken van Vianen. waar voor bij de Provinciale Staten een subsidie is aanhangig gemaakt, vindt men de volgen de opschriften Op klok 1. „Ick slae na den tyt „de vre, vreucht oft strydt „danckt God mil vlydt „dye 't werek ghebenedyt. Op klok 2. „Al myn gheluyt vrouch ende spaede „svn vermaen van Gods weldade. thomas both me ficit 1593 thomas both mo ficit 1593." Do derde klok voert alleen „Peter Seeet Amstelodami Anno 1758 me fecit", benevens namen van twee burgemees ters en een dijkgraaf met dezer familiewa pens. In de 16e eeuw zocht men dus de eer Gods door de klokken te verkonden. In de acht tiende dio der Heeren Regenten Lustrumfeesten te Gronin gen. Ter gelegen he id van de lustrumfeesten te Groningen (vu IJ 17 Juli) zal dótlr ceno réunie van oud-studenten der universiteit plaat hebben Er is reeds eene réunie-com missie gevormd, waarvan het dagelijksch be stuur is samengesteld als volgt: jhr. mr. D. R Marees van Swindcron, voorzitter; dr. B. W. Siemens, penningmeester; mr. II. L Hennanus, secretaris; mr. G. M. Doornbos, ds. Mulder (Loppcrsum) en dr. Diddens Prof. dr. A. (J van Hamel zal de ope ningsrede houden in de Martinikerk, ter wijl de réunie zal worden besloten met een diner.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1