JS°. SOI. Tweede Klad.
Sd' Jaargang;.
Zaterdag 30 April 1904.
BINNENLAND.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
'8 morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJ8 DER ADVERTENTIËN
Van 1^-6 regels f 0.75.
Elke régel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bjj abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kameroverzicht
Tweede Kamer.
Vergadering van Vn^iag 29 April.
Drankwet.
De algemeene beraadslagingen worden
voortgezet.
De heer Passtoors (repliek) blijft het
in twijfel trekken of de voordeelen, die in
"het ontwerp worden toegezegd, opwegen te
gen de nadeelen, welke aan de tappers zul
len worden toegebracht. Tegenover den heer
Melchers houdt hij vol, dat de alcohol in
sommige ziektegevallen onschatbare diensten
kan bewijzen en hij steunt die bewering met
tal van citaten van medici. Sedert 18 jaren
gebruikt Spr. geen drank en hij wil alles doen
om het drankgebruik te temperen en te be
strijden. mits met practische maatregelen.
Maar juist dezen mist hij in dit ontwerp.
Spr. wijst op tal van oorzaken, die het drank
gebruik in de hand werkenin de eerste
plaats de lange arbeidsduur. Hij hoopt dat
de Reg. niet te sterk vast zal houden aan
de door haar voorgestelde artikelen, maar
zich zal laten vinden voor practische maat
regelen.
De heer Van der Zwaag (repliek) zal
zich bezig houden met het algemeen verbod
en met den heer Talma, die door dik en door
dun dit ministerie schijnt te willen steunen,
maar daarbij zoo ver ging, dat het zelfs den
minister van Binnenl. Zaken te ver ging.
De toon van den heer Talma heeft Spr. ge-
ergerd. Tot nu toe had hij In den heer Talma
ecu ernstig drankbestrijder een geestver
want gezien, daar staat hij althans voor
bekend in Nederland. In plaats van zich nu
echter tegen het drankgebruik te keeren,
haalde de hoer Talma er het socialisme weer
bij en rediculiseerde hij de door Spr. aange
geven middelen tot drankbestrijding. Zoo
maakte hij een soort grap van die jonge
meid, die met een ouden tapper zou trouwen,
om op die manier zich ecne broodwinning
te versohaffen. Maar het zou dan nog eerst
de vraag zijn of er een jonge meid gevonden
kan worden, die zich aan zoo'n oude schar
relaar zou willen verbinden. Spr. acht alge-
hieel verbod volstrekt niet onmogelijk en
zoo ver moet liet komen, wil men zulke treu
rig© toestanden voorkomen, als de minister
ons uit Normandië heeft geschetst. Zeker,
tot algeheel verbod kau het komen, als de
heer Talma en zoovele andoren maar mêe
willen werken, in plaats van door dik en
dun met de Reg. mêe te gaan. Spr. geeft
toe, dat het een los opgeworpen denkbeeld is
in deze vergadering, maar nieuw is het niet
want 30 jaren geleden werd de alcohol hier
al een vergif genoemd, dat in de medicijn
kast van den apotheker behoort. Spr. houdt
vol, dat algeheel verbod het eenige middel
is om de steeds toenemend© volksvergiftiging
te keeren.
Spr. bedoelde niet alleen het verbod om
alcohol te verkoopen, maar ook de productie,
behalve in laboratoria. De controle daarop
is zeer goed mogelijk.
De heer Brants (repliek) doet een
woord van protest hooreu tegen uitlatingen
van den heer Nolting over de gemeente waar
Spr. burgemeester is. Bovendien vergiste do
heer Nolting zich, maar dat is voor zijne re
kening. Spr. zet uiteen dat dit ontwerp be
oogt de tappers te beschermen tegen hun
eigen egoisme. De tapper dankt de wet in
stilt© voor die bescherming. (Gelach). Spr.
blijft der Regeering zijne eerbiedige hulde
brengen voor hetgeen zij heeft voorgesteld
in het zedelijke belang der natie, en komt
op tegen de insunatiën, hem door door de
heeren Schaper, Staalman en Melchers naar
het hoofd geslingerd. Die insunatiën laten
hem koud. Insunatiën teokenen de insinuan-
ten.
De heer B o 1 s i u s blijft volhouden dat
de nieuwe wet aanleiding zal geven tot vele
overtredingen en du9 tot vele straffen. Van
de door Spr. gevoende critiek op het ontwerp
neemt hij geen woord terug. Ieder heeft het
recht verschillend over een ontwerp te oor-
deelen en te spreken. Eigenaardig is het dat
de drankbestrijders en geheelonthouders ver
schillend over de %'oorgesteide bepalingen
oordeel en. De een keurt goed, wat de ander
afkeurt. Dat de ellende onder het volk do
aanleiding is tot het drankmisbruik, is in
strij*d niet de feiten. Juist waar meer werd
verdiend door de arbeidende bevolking, weid
meer uitgegeven voor Alcoholica. Spr. komt
in verzet tegen liet verwijt dat in Noord-
Brabant en Limburg niets wordt gedaan tot
veifoetering van sociale toestanden en we
ring van dronkenschap Ook komt Spr op
tegen het smalen op aen katholieken god»
dienst. Die godsdienst heeft nog genoeg
kracht om «en heer hchaper en de zijnen
buiten de zuidelijke provinciën te houden.
De heer De Savornin Loliman
(repliek) geeft toe dat hoe minder drank
huizen er zijn, hoe beter, maar wij hebben
hier niet alleen te doen met tappers maar
ook met café s en restauraties, die nu een
maal niet gemist kunnen worden. Men moet
daar alles kunnen krijgen wat men verlangt,
anders is de concurrentie niet vol te hou
den. De concurrentie mag niet belemmerd
worden door ongelijkmatig drukkende be
palingen. Daartegen blijft Spr. opkomen. Do
beste bestrijding van het drankgebruik is
de bestrijding der drinkgewoonte. Bij „local
option" moet de meening der meerderjarige
mannen en vrouwen tot uiting komen, maar
de gemeenteraad moet de beslissing nemen.
Spr. geeft toe dat de Regeering moeielijk
met een ander stelsel had kunnen konien,
want zij moest rekening houden met do
stemming der Kamer. Dab neemt niet weg
dat ieder Kamerlid het recht heeft iedereen
maatregel op zich zelf te beoordeelen. Be
valt hem de een of andere maatregel in dit
ontwerp niet, dan heeft hit het recht daar
tegen te stemmen. Nu echter de blunder in
1881 gemaakt bestaat, moet daarmede reke
ning worden gehouden. Spr. gevoelt daarom
geen vrijheid om tegen het ontwerp te stem
men, maar mocht de regeering liet intrek
ken, dan zou hij zich daarover verheugen.
Do heer Talma (repliek) zou niet dan
noode verzwakking van het ontwerp zien
Mochten enkele bepalingen verslapt worden
dan hoopt hij dat anderen daartegenover ver
sterkt zullen worden. Voorts zet spr. uiteen
waarom de subjectieve waarde van dit ont
werp van zoo groot belang is.
Hij acht het zeer nuttig en noodig om
het aantal drankgelegenheden te beperken
Algeheel verbod van sterkendrank te ver
koopen acht spr. een illusio en wanneer de
overheid daartoe trachtte te komen zouzij een
kolosaal verzet ondervinden, omdat de alco
hol op dit oogenblik een behoefte vervult
van ten groot gedeelte der bevolking. Schaft
men dus do alcohol af dan zal men gelijk
elders reeds geschiedt zijn toevlucht ne
men tot nog veel gevaarlijker bedwelmings
middelen. Een wezenlijke neutrale drank
bestrijding heeft nooit succes gehad en zou
dat ook in ons land niet hebben. Er moeten
bijzaken zijn die er toe leiden om afstand
te doen van de alcohol. Zoo herinnert spr.
er aan dat eens een arbeider-vereeniging
een eigen lokaal oprichtte en toen werd do
vraag gesteld of er al of niet vergunning zou
worden gevraagd. Men besloot om het niet
te doen omdat men dan vrij was om zoo lang
te vergaderen als men wilde. Spr. houdt vol
dat zoo sterk mogelijk moet worden geageerd
tegen den clandestienen drankverkoop en dat
dit met het aangeboden ontwerp, wordt het
wet, mogelijk is. Verbaasd heeft het spr. dat
do heer Borgesius nu de tappers wil uitkoo-
pen met geld uit de schatkist, terwijl hij
dit in zijn eigen ontwerp, wilde doen met
het geld van dc tappers zelf. Ook op andere
punten oordeelde de minister Borgesius an
ders anders dan liet Kamerlid Borgesius nu.
Uitvoerig bestrijdt spr. daarna het betoog
door den lieer Schaper tegen hem gericht.
Dat- hij de argumenten van den heer van der
Zwaag beeft belachelijk gemaakt, of geredi-
culiseerd heeft, gelijk hij het noemde, ont
kent spr
De krasse middelen die do heer van der
Zwaag wenscht, zouden naar Spr's meening
voora voor het platteland falen zoolang als
ons volk is zooa-ls het is zullen de tapperijen
blijven bestaan. Spr. gunt aan de tappers
de voordeelen welke zij hen geeft Hij denkt
in dit opzicht anders over de tappers dan dc
heer Staalman. Het gaat. niet aan hun bedrijf
als onzedelijk te brandmerken. Spr. heeft
er goeden moed op dat dit ontwerp niet al
te zeer beschadigd tot wet zal worden ver
heven.
De heer Melchers (repliek) meent, dat.
wanneer do minister do gevolgtrekkingen had
willen maken die uit zijn materiaal vielen
af te leiden, hij veel krasser zou zijn geweest
in zijne bestrijding van het drankgebruik.
Spr. constateert dat deze wet zeer sterk is on
der de politieke consternatie van het land en
daarom diende deze regeering een wetsont
werp in waarover het nageslacht zich zal ver
bazen.
Zij, dio gisteren den minister hoorden
spreken, zullen naar Spr.'s meening, den in
druk hebben gekregen Och, het is bij ons
nog zoo erg nietwij hebben eigenlijk geen
Drankwet noodig' Willen wij niet den weg
opgaan van Normandië. dan dienen maatre
gelen genomen te worden en Spr. kan de
Reg. nul reeds voorspellen, dat deze wet geen
doel zal treffen. Met den heer v. d. Zwaag
dringt hij aan op het besteden van meer
geld voor de drankbestrijding.
Na dc schets over de gevolgen van alcohol
in Normandië, had Spr. verwacht een oproe
ping om zich scherp daar tegenover te stel
len, maar het bleef bij die schets. Van het
ontwerp zelf hoorde men weinig of niets. Op
de critiek gaf de minister ook geen antwoord,
waarschijnlijk omdat er weinig tegen te zeg
gen viel Tegenover den heer Brants ont
kent Spr. beslist, dat de socialisten deze wet
gebruiken voor socialistische propaganda. Hij
verwijt den heer Rrant, dat deze zijn drank
bestrijding ondergeschikt heeft gemaakt aan
zijn politieke gevoelens, een fout. waarin
ook de hoer Talma verviel. Aan den heer
Bolsius vraagt Spr., of hij den alcohol niet
beschouwt als een man zonder wil, als een
ziekelijk persoon, die tegen zijn wil moet
kunnen worden opgesloten.
De Voorzitter verzoekt, de Sprekers
om zich te beperken, opdat de algemeene
beschouwingen nog heden kunnen afloopen.
De heer Staalman (repliek) zal zich
naar het verzoek van den voorzitter voegen.
Door den minister werd gisteren de Drank
zucht een etterbuil genoemd, die zijn grond
vindt in 0119 organisme. En nu meent Spr.
dat aau dat organisme alles moet onthouden
worden, wat nieuwe smetstof in den etter
buil kan brengen.
Door den heer Talma werd het drankge
bruik geschetst als een behoefte, maar als
dat zoo i9, dan is het een zonde waartegen
met kracht gestreden moet worden. Spr.
waarschuwt tegen verdere verslapping der
wet.
De heer Rink (repliek) vindt in de rede
van den minister geen aanleiding tot langen
repliek. De minister verdaagde het debat tot
bij den inhoud der wet, en Spr. heeft be
toogt, dat die inhoud verderfelijk was. Daar
over komt het debat dus nog. De minister
heeft in zijn causerie belangrijke mededeelin
gen gedaan. Zoo weten wij nu wat een bas-
touille is. maar de minister heeft niet aan
getoond dat ons land een wet noodig heeft
als ons voor wordt gelegd. Naast Normandië
had de minister ons een stad uit Afrika of
Amerika kunnen noemen., wier bevolking
door het vuurwater verteerd is. 's Ministers
betoog deed Spr. denken aan het intrappen
van een open deur. De nuttigheid, de doel
matigheid der hier aangeboden verscherping
heeft de minister niet aangetoond. ïue stel
ling des ministers is onbewezen gebleven.
Onjuist was 's ministers betoog, dat Spr. met
de wet van 1881 was ingenomen. Hij is niet
overtuigd vau de juistheid van het stelsel en
gaat dus ook niet mee met. de verscherping.
De Deugdelijkheid van het stelsel van 1881 is
noch dooi* den minister, noch door den heer
Borgesius aangetoond, evenmin de doelmatig
heid. Deze wet gaat niet tegen het misbruik
van drank, maar tegen het gebruik en daar
om vervalt zij, in plagerijen. Aan do hand
van de Mem. van Toel. gebruikt Spr. bier
liet ware woord en vindt steun bij den heer
Talma, den vurigen verdediger van dit ont
werp, die zich in zijn rede op een geheel an
der standpunt plaatste dan werd ingenomen
in de Mem. van Toel. en de Mem. van Antw.
Met hem zegt hij, dat al is een maatregel
kras. hij daarom nog niet altijd doel treft.
Dat past Spr. toe op dit ontwerp.
De heer Troelsbra oenstateert, dat er
weinig belangstelling was bij het debat, en
wijst op de merkwaardige verklaring van
den minasterde Regeering staat hier geïso
leerd. Hoe dit te rijmen met het belangrijk
ste onderwerp van dit christelijke kabinet?
Dit steekt vreemd af bij hetgeen wij hebben
gelezen m de Mem. van Toel. van dit ont
werp. Is de banjd die de ministers bindt dan
niet denzelfden band die de regeeriugsmeer-
derheid bindt? Spr. constateert, voorts, .dat
de minister voor zijn wet het oog gericht
houdt op de mannen van de materialistische
levensopvatting. De krachtigste verdediger
toch van het ontwerp was de heer Borgesius.
De debatten waren zoo lusteloos, omdat- de
mannen due er warm voor moesten zijn, koud
voor dit ontwerp zijn gebleven. Spr. komt
er tegen op dat toeneming van welvaart bij
de arbeiders, toeneming van alcoholgebruik
tengevolge heeft gehad.
Ten slotte een enkel woord aan den heer
Bolsius, dio een verwijt richtte tot den heer
Schaper.
De heer Bolsins gaf zelf toe, dat het noo
dig was de bierhuizen in Limburg onder con
trole te brengen. De heer Schaper daarop
ingaande, heeft volstrekt de godsdienst niet
aangevallen, zooals de neer Bolsius ten on
rechte heeft gemeend. Door eigen partij ge>
nooten van den hoer Bolsius is de groote
criminaliteit in het Zuiden toegeschreven
aan alcoholgebruik. Waarom nam do heer
Bolsius dan het argument van den beer Scha
per zoo hoog op, alsof de godsdienst daarbij
111 het spel kwam Op de rede vau den heer
Brants zal Spr. niet ingaan, vreczende daar
bij met zijn lioofd in botsing te komen met
het een of ander hemellichaam. De rede
sproot voort uit een kleine scherts van den
lieer Schaper, over het misschien wel eens
drinken van een glas bier door den minister
Kuyper. Verder zal Spr. hier niet op in
gaan.
Ook Spr. meent dat het komen moet tot
een algeheel verbod. Dat er zoo weinig lust
tot debatteeren was, leidt Spr. hieruit af,
dat allen hier zoo weinig resultaat van dit
ontwerp verwachten, ieder gevoelt zich mis
troostig over deze methode van wetgeving.
Spr. wijst op de enorme ontduiking van
de wet die nu reeds plaats heeft, en dio
ontduikers worden nu door deze wet begun
stigd De tegenwoordige clandestiene slijter is
er door geboren Dfe fout van dit ontwerp
is, dat men gaat regelen den verkoop van
sterken drank in het klein in plaats van do
dran lever koop Plaat sen in hei algemeen
aan banden te leggen. Spr. hoopt dat bij do-
artikelen ruime gelegenheid gegeven zal v or
den. de artikelen met elkander verband hou
dende, tegelijk te behandelen.
Dinsdag 11 uur voortzetting.
Berichten.
Te Amsterdam is in liet Muntgebouw
de jaarvergadering gehouden van het Kon.
Oudheidkundig Geuootaohap, onder voorzit
terschap van den heer P. vau Ecglien.
Besloten werd tot een statutenwijziging,
strekkende 0111 den duur van het Genoot
schap to verlengen tot 14 Februari 1935;
de koninklijikc bewilliging zal hiervoor wor
den verzocht.
Aan het jaarverslag is het volgende ont
leend
Het Genootschap bleef zich in bestendigen
bloei verheugen, het ledental nam toe.
Met. leedwezen werd melding gemaakt van
het overlijden van het eere-lid jhr. mr. J.
M. W. Sohorer, vioe-president van den Raad
van State, en van een der oudste leden, den 1
heer J. A. Maedh'haupt.
In bet afgeloopen jaar werden onderhan
delingen gevoerd met de vereeniging Johan
nes de Deo, wier nieuwe gesticht gevestigd
werd in het huis, vroeger bewoond door P.
C. Hooft.
De steen, vroeger door het Genootschap
in den gevel van dit huis geplaatst, werd
door de Vereeniging niet opnieuw ingemet-
seld en weder ter beschikking gesteld van
het Genootschap, dat hem voorloopig in het j
j Stedelijke Museum plaatste.
Bij do veiling van perceel 145 der War-
1 moesstraat, waarin vóór de ingebruikstelling
van de Nieuwe Beurs de Vereeniging voor
j den Effectenhandel zetelde, viel de aandacht
I van het bestuur op de fraai gesneden balk-
sleutels, die door de bemoeiingen van het
bestuur ten geschenke werden gegeven aau
het Ncderlandsche Museum.
Afwijzend werd door het bestuur beschikt
op een verzoek van den minister van Bin
nenlandsche Zaken, om voorwerpen te willen
afstaan voor de tentoonstelling te St. Peters
burg. Voor een zoodanige zending wilde het
bestuur niet de verantwoording op zich ne
men.
De gezamenlijke verzamelingen van het
Genootschap bevinden zich in goeden toe
stand.
De penningmeester, de heer D. C. Meijer,
vermeldde in zijn financieel verslag, dat de
ontvangsten in 1903 bedroegen f 3509.13,
de uitgaven f 3247,81. De inkomsten van
het fonds D. Franken Dzn. bedroegen f 360.
Het bestuur, dat in zijn geheel aftrad,
werd herkozen.
Als voorzitter werd gekozen, in de plaats
van den heer P. van Eeghen, die als zoo
danig niet herkiesbaar was, prof. dr. jhr. J.
Six.
Den 21 en Mei zal de groep Nederland
van het Algemeene Nedcrlandsche Verbond
te Dordt haar algemeene vergadering hou
den. Er moeten zeven leden van het groeps
bestuur gekozen worden. Voorgesteld worden
de volgende dubbeltallen (de eerstgenoemde
van de eerste vijf dubbeltallen is het aftre
dende lid): 1. J J. B. Van der Chijs, 'sGra-
venhagedr. F. A. Stoett, Amsterdam;
2 Marcel les Eniants, sGravenhage; W. G.
Van Nouhuvs, 'sGravenhage; 3. prof. dr. J.
II. Gallée, UtrechtS. Reinders, Appdnge-
<lam>4. Th. Nolen, Rotterdam; mr R.
Van Veen, 'sGravenhage; 5. Prof. dr. J.
Woltjer, Amsterdam; H. J Emous, Am
sterdam 6 Prof. dr. P. J. Blok, Leiden
prof. dr G. Kalff, Leiden 7. Luit O A
Eekhout, Breda J. A. v. d. Star, 's Graven-
li age.
Ue familie Carré.
1 Mei as. is het een halve eeuw gele
den, dat de familie Carré haar wereldberoemd
circus exploiteert.
In het „Nieuws van den Dag" leest men
j hierover de volgende bijzonderheden,
j ,,'t Was op 1 Mei 1854. dat Wilhelm Carré,
j aan de zijde van zijn kloeke echtgenoote,
mevrouw Katchen Carré, zijne circus-exploi
tatie aanving In Servies hoofdstad, Belgra
do. werd op dien avond dc eerste voorstelling
gegeven. Reeds toen moet dat een goed in
gerichte circus met een behoorlijke stoeterij
geweest zijn, on reeds toen gevoelden vorsten
rzidh tot de onderneming aangetrokken, wat
■wé! blijkt uit het feit. dat de Vorstin van
Servië de petemoei van Carré s eerste doch
ter Mftlawi was, die echter jong gestorven is.
Van de drie kinderen. Méhwi. Oscar en
Adolf, is alleen Oscar nog in lew 11, en dat
wvil (in volle kracht <1 energie Ook de we
duwe, Mevrouw Katchen Carré, leeft nog in
hoogen ouderdom voort, zoo ongeveer bij do
80, in rustige rust in het stille Oosterbeek,
"bij Arnhem.
Na. Servië volgden verscheidene tochten
door geheel Duitsr-hland. Rn land en Frank
rijk, en hoe langer hoe meer werd de circus
Wilhelm Carré beroemd, 't Was de oude,
ook nog in leven zimd-e heer J. A. Gras,
hij had met Eduard Wólschlager vele tour
noes door Nederland gemaakt die Wil
helm Carré aanried ook hier te lande t-r ko
men, 001 wenk. die lang niet slecht bleek
Wilhelm Carré zou hier $p:o.liv naam ma
ken. en vooral te Amsterdam wekte hij dra
grootcn opgang. Meermalen werd hier een
ganschen winter vertoefd, 't zij op het Fre
deriksplein (toen zoo goh ml anders dan nu)
1 of in de Plantage, terwijl in den zomer de
j kermissen op bijna alle plaatsen van ecnigc
i bcteckenis werden br-zooht.
Toen de oude Wilhelm door wankele ge
zondheid niet meer in staat was de leiding
te voeren, werd die op krachtige wijze over
genomen door zijne gade, en na zijn dood
zette zij kloek do zaak voort, daarbij flink
gesteund door haren oudsten zoon Oscar. De
bloei, en vermaardheid waren steeds toene
mend, zoodat. toeai de weduwe zich uit. de
zaken terugtrok, do Circus-Carré in Neder
land zoowel als in het buitenland een naam
had, die klonk, en de concurrentie met Renz
en andere voorname ondernemingen van dien
aard schitterend werd doorstaan.
Hoevelen zijn er sedert niet reeds onder
gegaan, zelfs cèn Renz, die eenmaal zoo hoog
stond
Dat Oeca.r, die nu als directeur optrad, ge
dachtig aan het groote sucoes. hetwelk zijn
vader hier had verworven, zeer aan Neder
land gehecht was, bewijpt wel het feit, dat
hij zich liet naturaliseeren en met zijn
gansche gezin het Nederlanderschap aan
vaardde. En door die omstandigheid, èn door
de uitmuntende wijze, waarop de circus werd
geëxploiteerd, was 't niet te vorwonderen, dat
eenmaal liet praedicaat Koninklijk werd toe
gestaan en 't voortaan mocht heeten „Ko
ninklijk Nederlandsoh Circus Oscar Carré.'
Evenmin mocht 't verwondering wekken, dat
onze Vorsten Carré kenden, hem menig be
wijs van genegenheid schonken. Koning Wil
lem Hl scihouk hem als Groothertog van
Luxemburg het ridderkruis der Eikenkroon
orde. en de toenmalige Kroonprins, de Prins
van Oranje, ging evenzeer als de aanzien
lijksten in den lainde op •crtrcmwelijken voet
met Oscar Carré om. Die Eikenkroon prijkte
het eerst naast vele buitenlandsche ©nder-
'scheidingen op Oscars borst
Vaak ook is in de jongste jaren hel publiek
getuige geweest van de aanwezigheid onzer
tegenwoordige Koningin in dea Circus-Carré
menigmaal beeft de jonge Vorstin naast
Hare Moeder, Koningin Emma, de voorstel
lingen met belangstelling gevolgd, getroffen
door de voortreffelijke dressuur en opgetogen
door de schitterende balletten t Is zelfs ge
beurd, dat Carré vanwege het Hof uitgenoo-
digd werd met zijn circus te Apeldoorn te
komen optreden. Fraaie geschonken, doek
spelden met diamanten, getuigden van vor
stelijke dankbaarheid.
Bestond in den aanvang en nog lang daar
na, zooals trouwens schier overal, de circua
uit een houten tent, door Oscar werd een
dertig jaren geleden aaii den Amstel voor
het eerst een vast gebouw neergezet, even
wel hoofdzakelijk van hout opgetimmerd.
Op dezelfde plaats verrees een veertiental
jaren geleden (November 1887) het kloeke
steenen gebouw, geheel gevolgd naar het,
model van den circus te Keulen, dat insge
lijks door Oscar C..rré kort te voeren daar
was gevestigd.
Is Oscar Carré steeds een gunsteling van
het Nederlamdsche publiek gebleven en heeft
hij in het door hem aangenomen vaderland
gelukkige jaren doorleefd, ook droevige ge
beurtenissen zijn hem niet gespaard gebleven,
waarvan het familiegraf op „Zorgvlicd" ge
tuigt. Heeft de dood ook zijne kinderen niet
gespaard, hij mag zich thans aan de zijde
van eene beminnelijke echtgenoote verblij
den in het bezat zijner lieftallige dochters
Katchen en Wilholniina Victoria, en kloeke
zonen als Maximiiliaan. Albert en Ernst,
waarvan de meesten wedijveren in het stre
ven 0111 den naam van het Koninklijk Ne-
derlandsch Circus huns vaders hoog te hou
den."
De klokken van Via 11 en. Op
twee der drie klokken van Vianen. waar
voor bij de Provinciale Staten een subsidie
is aanhangig gemaakt, vindt men de volgen
de opschriften
Op klok 1.
„Ick slae na den tyt
„de vre, vreucht oft strydt
„danckt God mil vlydt
„dye 't werek ghebenedyt.
Op klok 2.
„Al myn gheluyt vrouch ende spaede
„svn vermaen van Gods weldade.
thomas both me ficit 1593
thomas both mo ficit 1593."
Do derde klok voert alleen
„Peter Seeet Amstelodami Anno 1758 me
fecit", benevens namen van twee burgemees
ters en een dijkgraaf met dezer familiewa
pens.
In de 16e eeuw zocht men dus de eer Gods
door de klokken te verkonden. In de acht
tiende dio der Heeren Regenten
Lustrumfeesten te Gronin
gen. Ter gelegen he id van de lustrumfeesten
te Groningen (vu IJ 17 Juli) zal dótlr ceno
réunie van oud-studenten der universiteit
plaat hebben Er is reeds eene réunie-com
missie gevormd, waarvan het dagelijksch be
stuur is samengesteld als volgt: jhr. mr. D.
R Marees van Swindcron, voorzitter; dr.
B. W. Siemens, penningmeester; mr. II. L
Hennanus, secretaris; mr. G. M. Doornbos,
ds. Mulder (Loppcrsum) en dr. Diddens
Prof. dr. A. (J van Hamel zal de ope
ningsrede houden in de Martinikerk, ter
wijl de réunie zal worden besloten met een
diner.