X\ 300.
2de Jaargang.
Dinsdag 10 Mei 1904.
ÏSSM :TT:?l
BUITENLAND.
FEUILLETON.
ZIJN WELDOENER.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Pér 3 maanden voor Amersfoortf L35.
Idem franco per post- 1.79.
Afzonderlijke nummers
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, raededeeKngen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF ft Co.
Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en hedrnf bestaan voordeeljge bepalingen tót
het herhaald advêrteeren inj dit^ Öl5a bij abofiifeSoM Eëne
circulaire, bevattèndé dé votfrwaarden, ifofdt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
De (Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op art. 264 der gemeentewet
l>oen te weten, dab het primitief ikoihier der
plaatselijke directe belasting (inkomsten belas
ting) over het dienstjaar 1904, goedgekeurd door
(ieaopuileerde Staten van Utrecht, in afschrift
gedurende vijf maanden op de Secretarie der
gemeente voor een ieder Lr lezing ligt.
Amersfoort, den 9. Mei 1904.
(Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Ue Secretaris, De Burgemeester,
B. W'. Th. SANIDBHRG. WUUTIERS.
KOSTELOOZE-INENTIXG.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
Gelet op artikel 18 der wet van 4 December
1872 (Staatsblad no. 134)
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
voor een ieder de gelegenheid tot kostelooze in
enting wordt gegeven op den eersten en tweeden
Maandag van de maanden Januari, April, Juli
en October, telkens des namiddags te drie ure,
in de daartoe bestemde localiteit van het voor
malig schoolgebouw wijk A, Koestraat no. 9.
Gedaan te Amersfoort, den -9. Mei 1904.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Secretaris, De Burgemeester,
B. W. Th. SAMDBE1ÖG. WUUTÏBRS.
Politiek Overzicht*
De plannen op waterstaatsgebied
in Pruisen.
De bundel water st-aatso ntwerpendie de
Pruisische regeering bij den landdag heeft
ingediend, is thans door het eerste stadium
der behandeling heengeloodst. De algemeeue
beraadslagingen zijn atgeloopen en zooals de
Duitsohe parlementaire gewoonte meebrengt,
zijn daarna de wetsontwerpen in handen ge
steld van eene commissie, waarin de verschil
lende partijen naar verhouding van hunne
sterkte zdj.n vertegenwoordigd.
Po officieuss N'ordd. Allg. Zeitung is met
liet resultaat van de a-lgeimeéne debatten nog
al tevreden. Zij schrijft: Wanneer men oe»e
voorloopig© slotsom uit deze debatten wil
trekken, dan moet tegenover de gekunstelde
pessimistische commentaren van een deel der
pers er bovenal nadruk op gelegd worden, dat
ditmaal in verblijidende tegenstelling tot
vroeger geen enkele spreker uit het huis zicih
principieel heeft uitgesproken als tegenstan-
de van 'het wetsontwerp (het is ontweip no.
5, de voordracht tot het aanleggen van
eóheepvaartkanalen, die hier wordt bedoeld),
dat veeleer ook de vertegenwoordigers van
die partijen op welker verzet de vroegere
kanaa 1 ontwerpe 11 ten slotte zijn afgestuit,
met meer of minder warmte, ondanks veel
vuldige bezwaren tegen bijzonderheden, den
weuseii hebben uitgedrukt naar overleg en
overeenstemming in de commissie. De kalme
en zakelijke loop, uien de beraadslagingen
ditmaal genomen hebben, doet hopen, dat
fleze verzekeringen niet enkel woorden zullen
blijven, maar zich in de commissie zullen
omzetten in eeue bereidwillige samenwer
king met de regeering ten behoeve der posi
tieve bevordering en zoo spoedig mogelijke
voltooiing van dit voor de Pruisische monar
chie zoo gewichtige cultuurwerk."
Zal die hoop worden verwezenlijkt? Dat is
nu nog onzeker. Men zal daarover eerst kun
nen oordeelen, wanneer de commissie met
kaar rapport gereed is. Geheel gerust kan
men daarop echter niet zijnalthans er
straalt wel eenige ongerustheid door in dé
opmerking van de Köln. Ztg.„De samen
stelling van de commissie opent, naar wij ho
pen, geen al te sombere vooruitzichten, al
hebben de partijen der rechterzijde er enkel
kanaalvijanden in benoemd."
Onder kanaalvijanden moet men hier ver
staan de tegenstanders van het vroeger door
de regeering voorgestane kanalennet, dat be
oogde alle groot© rivieren der Pruisische mo
narchie, van den Rijn tot de Weichsel, met
elkaar in verbinding te brengen. Wat nu
wordt voorgesteld is echter iets anders. Dr.
Aan Zehnhoff, een woordvoerder van het cen
trum, omschreef het verschil tussohen deze
voordracht en liet vroegere plan aldus„Het
kanaalplan is gesplitst in twee deelen, die
technisch en economisch onafhankelijk van
elkaar zijn; technisch in zooverre onafhan
kelijk, dat het verbindingsstuk van Hanno
ver tot de Elbe ontbreekt, en' bovendien nog
in zoover, dat in het westen van de monar
chie het kanaal voor schepen van 600 tonnen
inhoud zal worden ingericht, terwijl de kanar
len in het oosten, met uitzondering van het
groote seheepvaartkanaal Berlijn—Stettin
slechts voor schepen van 400 ton zullen war
den ingericht." Hij voegde er bij, dat juist
het gemis van samenhang tussohen de beide
deelen van dit plan het voor discussie vat
baar maakte, want het oude plan, waarbij het
verband tusschen de waterwegen van het oos
ten en het westen op den voorgrond stond,
was volstrekt onaannemelijk. Vergeleken met
dit oude plan, was het nieuwe bepaald beter,
maar daarmede was nog niet gezegd, dat men
daarop nu ja zouden zeggen.
Het schijnt dus, dat liet nieuwe plan nog
beter moet worden, om te kunnen worden
aangenomen. Beter namelijk in den zin,
waarin de ka naai vijanden dat verstaan. Wat
aan die zijde als verbetering wordt be
schouwd, blijikt uit eene verklaring, die door
een der hoofdleiders van de vroegere kanaal
oppositie, baron Von Zedlitz, is afgelegd,
waarin wordt gezegd„Meer dan onzeker
zijn de kansen van het gedeelte van het
Dortmund-Eemsk anaal tot Hannover. Of
schoon liet Middelland-kanaal door de regee
ring prijs gegeven is, brengt zijne schim het
kanaalvak Bevea-gern-Hannover ernstig in go-
vaarKortom, Bevergern-Hannover is
het zwakste punt van het goheele plan van
waterwegen."
Dat zal dus het offer moeten zijn, dat de
regeering nog zal hebben te brengen om haar
kanaalplan aannemelijk te maken voor de
kanaalvijianden. Maar er is veel kanSj dat he(.
dan voor de kanaalvriendew onaannemelijk
zal worden. Zij moeten zich er mee troosten,
dat het verbindingsstuk Hannover-Maagden-
burg, dat nu is losgelaten, in de toekomst te
verkrijgen zal zijn. Maar wanneer hun het
uitzicht daarop benomen wordt, dan verliest
deze voordracht voor hen alle aantrekkelijk
heid. In de debai-ten van de 'vorige week
werd dit niet onduidelijk te kennen gegeven.
Do afgevaardigde Oeser, van de vrijzinnigen,
zeide: ,JEene hoofdvraag voor ons is, of het
afgesneden staartstuk te vergelijken is met
een hondemstaart of met een bagedisséli-
staart. Een afgesneden hondenstaart groeit
niet weer aan. De hagedis echter is een merk
waardig dier; bij haar groeit de staart weer
aan. In ieder geval mag er geen slagboom op
gericht worden, dat het thans ontbrekende
stuk van het Middelland-kanaal ten eeuwigen
dage niet mag worden aangelegd."
Hier hebben wij dus de kwetsbare plek
van de voordracht. Wat daarvan zal terech^
komen, zal uit de verdere behandeling moe
ten blijken.
Duitschland.
In dein Rij|ksdag critiseerdö Bebel
het telegram van don Keizer aan den
- Czaar, naar aanleiding van den ondergang
van de Petropawlowsk. De uitdrukking dat
Ruslaud's rouw ook D'uitsohlaiid's rouwi is,
was niet in avereetistemming met de opvat
tingen va.il liet D'uitsch© volk, welks sym
pathie aan de zij|de van Japan was. Beibel
waarschuwde voor een inmenging in den oor
log.
De rijkskanselier graai Biilow antwoordde,
dat de heer Bebel de bewoordingen van het
keizerlijke telegram niet juist had weergege
ven. Wel echter gaf do Keizer den Czaar zijn
deelneming te kennen met het ernstige on
geluk. Ik beu overtuigd, zeide de rijkskanse
lier, dat dit gevoel van menschelijke deelne
ming niet alleen door de meerderheid van
het Huis, maar ook door de meerderheid in
het land wordt, gedeeld. (Toejuichingen
rechts.) De hatelijke, spottende houding van
een deel van de pers tegenover rampen in
een naburig, bevriend land, is in strijd zoo
wel met 'liet menschelijke gevoel, als met den
politieken tact.. (Zeer juist, rechts). Dat Be-
bel zeide, dat liiji de nederlaag vau Rusland
wenschte, was een schending der neutraliteit
tegenover de oorlogvoerenden, die ik als ver
antwoordelijk minister niet- kan goedkeuren.
Bebel besprak verder nog den toestand in
Zuid - WesL A f ri k aDe rijkskanselier ant
woordde, dat onzen officieren in Zuid-West-
Afrika hoogstens kon worden verweten, dat
zij te roekeloos hun leven op het spel zetten,
en dat is een grondige weerlegging van de
in den laatsten tijd tegen het officierencorps
gerichte verwijten. Enkele betreurenswaar
dige gevallen van buitensporigheden, door
Duitschers in Zuid-West-Afrika begaan, en
die Be-bel voor het uitbreken van den op
stand verantwoordelijk maakt, mogen niet
gegeneraliseerd worden. Sedert de ontvangst
der eerste berichten over den opstand, heb
ik er geen twijfel over laten bestaan, dat ik
voor alle noodzakelijke troepenuitzendingen
de verantwoordelijkheid op mij neem. Zuinig
heid zou hier waarlijk misdaad zijp, omdat
het hier aankomt, op die redding van Duit
schers en liet aanzien van liet Rijk.
Eindelijk meende de heer Rebel, dat in
da wereld er zooveel antipathie, zooveel haat
en nijd tegen ons bestond. Ik betwist, dat er
antipathie bestaat in zoo hooge mate als de
heer Bebel beweert. Indien dit echter wer
kelijk zoo ware, zou dit een reden te meer
zijn om onze toerustingen zoo te handhaven,
dat wij allo gebeurlijke dingen kalm kunnen
afwachten. (Zeer waai"). Want een ander mid
del om qngereohtvaardigden haat en nijd
en haat on nijd tegen ons zijn ongerechtvaar
digd, want wij hebben sedert 33 jaren een
vreedzame politiek gevoerd te ontwape
nen, is nog niet gevonden. (Toejuichingen).
Brazilië.
Uit- Rio de Janeiro wordt bericht: De ge.
spannen toestand is eenigszins verbeterd. De
gezant van Peru overhandigde gisteren het
antwoord op de Braziliaansche nota. Het
antwoord isin. verzoenenden geest gesteld.
De regeering te Lima aanvaardde een ge-
dachtenwisseling over de eigendoms-rechteq
en zal bij voorbaat de betwiste gebieden ont
ruimen,
Öe oorlog in Oost-Azië.
Grootvorst Cyril lus is te Petersburg aan
gekomen.
Het Russische telegraaf-agentschap ver
klaart voor geheel ooigcgrond hot bericht van
Loudensche bladen, volgens lietweilk stad
houder Aleocejew op gemeenschappelijk ver
zoek van generaal Koeropatkin en admiraal
Skrydilow zou zijn teruggeroepen en groot
vorst Nikodaos Nilcodajewitsch tot zijn opvol
ger zou zijn benoemd.
De Russische opperbevelhebber, generaal
Koeropatkin, 'heeft den Keizer geseind, dat
hij. hoopt, dat de vesting Port Abthur een
beleg zal kunnen weerstaan. Men is zonder
bericht van Port Arthur sinte den avond
van den Gen Mei. Ofschoon een aantal toe
stellen voor draadlooze telegrafie, in Duitsch
land aangekocht, te Port Arthur aanwezig
zijn, zal t. niet mogelijk zijn er gebruik van
te maken, omdat <to Japanners gemakkelijk
de mededeelmgeu kunnen onderscheppen, al
zijn zij niet in staat zo te ontcijferen.
Terstond na hunne landing hebben de
Japanners twee regimenten naar het westen
gezonden, om .do gemeenschap per spoor en
per telegraaf af te snijden.
De vesting-commandant van Port Arthur,
generaal btoe6sel, bekleedt die waardigheid
eigenlijk maar voorloopig; een ander as tot
commandant benoemd. Deze, generaal Smir-
now, verkeert cakter in dezelfde omstandig
heden als admiraal Skrydlow, de benoemde
vlootbevelhebberhij kan zijn ambt voor
eerst niet aanvaarden.
In 1894, toen het Japansche leger Port
Arthur op de Chineezen in een enkelen dag
veroverde, liet de verdediging alles te wen
scheu over. De toenmalige forten en batte
rijen waren meest aardwerken. Sedert heb
ben de Russen de herschepping van Port
Arthur in eene moderne vesting tem uitvoer
gelegd :en daaraan vele millioenen besteed
Na het bezoek in het voorjaar van 1903 van
■den toenmaligon minister van oorlog, thans
opperbevelhebber van het Mandsjoerijsohe
leger, generaal Koeropatkin, werden weder
om 13 nuihoen roebels toegestaan .voor het
aanleggen van nieuwe versterkingen tusschen
Port Arthur en Dalny. Of dit bedrag voor
dat doel is besteed, is niet' bekend en ook
over deu toestand van de dioor Russische in
genieurs gebouwd© vestingwerken zijn geen
gegevens bekend. Blijkbaar bevinden z'ich de
kustforten en kustbatterijen in yoortreffelij-
ken toestand en zijn ook goed bewapend;
dat blijkt uit het feit, dat de sterkste Japan-
sche pantsersdhepen 't niet waagden binnen
het. bereik van de vuurmonden dezer verster-
kHugeai te komen. Mogelijk is het echter,
daib de versterkingen aan do landzijde ©enigs
zins stiefmoederlijk behandeld zijn, omdat
de Russen zich wel niet zullen hebben voor
gesteld, dat sy reeds vóór de oorlogsverkla
ring door den torpedo-aanval van 8 op 9
Februari de heerschappij over de zee zouden
verliezen en dus de Japanners ook aan de
landzijde zoudeu moeten weerstaan.
Wanneer de Japannors er niet in mochten
slagen, door eem overval of een geweldda-
digen aanval au verband met eene sterke
(beschieting zich van Port Arthur of althans
van eemge gewichtigo forten meester te ma-
ken, dan zullen zij tot een omslachtig en
langdurig beleg moeten overgaan. Of het
hun gelukken zal door een beleg Port Arthur
te bedwingen, en in hoeveel tijd dit doel zal
worden bereikt, hangt, wanneer men aan
neemt dat do Verdedigingswerken ien hunne
bewaponipg in goeden toestand verkeeren,
af :a do eerste plaats van de sterkte der
bezettingstroepen en Van den geest die hen
boneerecht, verder van net beleid en de
energie van den commandant, Voorts van
de wijze waarop voor do uitrusting van de
vesting is gezorgd, vau den voori'aad levens
middelen, waarover kan worden beschikt, en
(eindelijk van do aanwezigheid van bomvrije
'verblijven en magazijnen.
Toen generaal Koeropatkin in het voorjaar
van 1903 Port Arthur bezocht en op liet
parade veld eene wapenschouwing hield: over
net garnaz/oen, hield hit eene toespraak tot
de troepen, waarin hij verklaarde, dat do
vesting tqgcu alle aanvallen van buiten be
stand was. Het zal nu moeten blijken of dit
fiere woord waarheid bevat.
De j-Nordd. Allg. Zoitung schrijft:, „Het
laat zich aanzien, dat die bemoeiingen der
Japanners thans ailcrceret geanunt. zullen
zijn op de inneming van de zeeve6ting Dort
Arthur, tot welk uoel intusschen nog het
vereischte materieel aan belegeringsgeschut
zal moeten worden aangevoerd. Dit op zich
zelf mot gemakkelijke werk kan daardoor
verlicht worden, dat de Japanners nu in
het bezat zijn van den van Dort Arthur naar
'hot noorden loopenden spoorweg, dien zij
■blijkbaar in hun eigen belang voor vernie-
lmg beschermen. Daar deze spoorweg meer
malen dicht bij de kust voorbijloopt, zou
het transport van zware kanonnen eerst per
tehip on -daarna per spoor naar Dort Arthur
geen bezwaarlijke onderneming zijn."
De Nowoje W'remja schrijft, naar aanlei
ding yan do afsluiting van Port Arthur, dat
het noodig is, dat het van Dort Arthur ge--
scheiden Rusland zijn plicht doet. „Geheel
Rusland moet leven in deze ééne gedachte,
dat de Russische vlag du Port Arthur niet
kan worden neergehaald. Slechts wanneer
allen beslist voor hot tijdige ontzet van Port
Arthur opkomeu, zal al wat noodig is kun
nen gebeuren. AVij zullen deze nieuwe be
proeving rustig verdragen en de gelofte af-
1 eggenPort Arthur kan overtuigd ziju, dat
Rusland zijn plicht zal doen."
Eon koopman te Sjau-Hai-Kwan, die
goed op de boogt© kan. zijn, verklaart, dat
de voorraad kolen voor de oorlogsschepen te
Dort fArtihur slechts voor zes weken vo<Hoja
de Ss, terwijl de voorraad levensmiddülo.i
voldoende is om 8000 mensdlien gedurende
drie (maanden te voeden.
Blijkens het officieelo rapport- hebben
de Verliezen der Japanners in den
slag aan de Yaloe op den lsten Mei be
dragen Yan de garde1 officier en 20 man
gedood, 7 officiereu cn 122 man gewond. Van
de tweede divisieéén officier en 84 man
gedood; 13 officieren en 305 man gewoud.
Yan de twaalfde divisie: 3 officieren en 76
man gedood, 5 officieren cn 263 man gewoud.
Het Journal verneemt uit Petersburg dat
generaal Öassoelitsch, een van de Russische
bevelhebbers aan de Yaloe, op bevel van den
Keizer is teruggeroepen. Meai zal zich her
inneren, dat aan hom de schuld werd geweten
Van "het standhouden dor Russische troepen
aan de Yaloe togen do Japanscho overmacht.
De correspondent van de Standard te Tokio
seint, dat do overwinning der Japanners aan
de Yaloe ©en bijzonder heilzame uitwerking
heeft op de Koreanen, die tot dusver nog
onder den indruk waren van de verzekerin
gen der Russen, dat de Japanners niets te
gen hen zouden kunnen uitrichten te land.
Daarentegen moet men, volgens verschil
lende berichtgovers, te Petersburg uiterst
neerslachtig zijn en er is eenige reden
ROMAN
19 VAN
ALEX. RÖMER.
'Dlat Voelde ln'j een oogenblik, maar toen
trad hij onwillekeurig een paar stappen ach
teruit, op het duistere nauwe straatje toe,
waaruit hij gekomen was. Twee mannen kwa
men van den anderen kant op het huis toe
de dokter, dien hiji kende en een collega van
mijnbeer Kern. Een oogenblik later twee
vrouwen, Suze's tante, de vrouw1 van den
controleur, die hij graag zoo ver mogelijk uit
den weg ging, en Suze's vriendin,
Hij bedacht zich en haalde diep adem,
Die menschen zouden haar nu ter zijde staan
en pasten beter bij haar in dit uur. Of de
oud© man werkelijk dood was? Ann, klein
ding! Hij was Haastig het nauwe straatje in
gclocpen en nu al een goed eind van het
treurtooneel verwijderd. Zijn gedachten be
gonnen zich te ordenen.
Of Suze, die naast den doode stond en
juist opkeek, toen hij den jongen van het
venster wegtrok en zelf een oogenblik door
Het venster in de kamer keek, hem werke
jijk herkend had? Haar gil klonk hem nog
in de ooren die was te verklaren door
den schrik van het oogenblik Dat zij do
handen naar hem uitstrekte zou wel inbeel
ding zijn geweest bij zag op dat oogenblik
niet helder of was zelf ook geschrokken. Zij
kon hem in de verwarring dn 't geheel niet
herkend hebben.
Hij traentte zichzelf meer en meer hiervan
te overtuigen. En nu hoe kon hij zich daan'
nu mee bemoeien Dan zou hij zich voor het
oog van anderen aan haar hebben moeten
blinden, en dat was onmogelijk. Hoe hard
deze slag ook was, op deze wijze zou zij' 't
best over haar verdriet heen komen.
De oude tantes en vriendinnen zouden
baar ^een minuut alleen laten en later,
als hiji vertrokken was, zou de geschie
denis vergeten worden.
Hij haalde diep adem. Mijn GodWat een
onaangename dingen. Wat een zorgen en
lasten. Het gewone dageiijksche leven was af
schuwelijk en hij dacht aan de betoove-
ring van dien avond in den maneschijn.
Den volgenden dag hoorde hij, dat de
klerk bij de griffie Ke^n, in het bierhuis,
waar hij gezond met de anderen aan tafel
zat, plotseling een beroerte had gekregen en
dood naar huis gebracht was.
Zijn dochter, dat arme, jonge meisje was
stom van verdriet en had nog geen duido
lijke voorstelling van haar lot. Vermogen
was er niet, de wees zou zich zelf moeten
redden.
De een of ander keek bij die mededeeling
den jongen advocaat wel strak aanmen ver
moedde, dat hij geen vreemdeling voor Suze
was.
Maar hij zette een gewoon, deelnemend
gezicht cn de mensohen dachten, dat een
weinig het- hof maken heel iets anders is, dan
echte huwelijksplannen. Mijnheer zag er ook
niet naar uit, dat hij bij zoo n eenvoudig
meisje paste.
Ellen vervulde intusschen in haar geliefd
Putney welgemoed haar taak. Zij had de
beste vooruitzichten. Miss Robins, die jaren
lang Miss Soott ter zijd© had gestaan, welke
eens het nu zoo beroemde instituut met haar
had gesticht, was op den onverwachten inval
gekomen nog te willen trouwen; zij was
diep in de veertig en haar uitverkorene was
eeuige jaren jonger.
Dit had1 veel strijd gegeven tusschen de
beide vriendinnen, die van hun vroegste jeiugd
af trouw en innig verbanden waren geweest
en zicih samen hadden omhoog gewerkt.
Miss 'Soott begreep dat late huwelijk van
haar vriendin niet en keurde het scherp af.
Gedurende dozen tijd was Ellen haar vau
zeer veel nut geweest en zij werd op een
goeden dag verrast door het voorstel, voortaan
Miss Robins' plaats te willen innemen. Miss
Scott bood haar de helft van dé winst aan.
Ellen was sprakeloos van verbazing; zij
wist, wat dat betee kende. Door dit ge bokkig
toeval was haar toekomst verzekerd; zij was
iu staat een kapitaaltje to verdienen, waar
door haar ouden dag verzorgd was. Een opge
wonden brief vertelde haar moeder het groot©
nieuws.
Thuis, bij de haren, was veel veranderd!
Zij had indertijd uit de brieven van haar
moeder gehoord van do beschikkingen, die
de heer Goldau gemaakt had voor de toe
komst van Leopold en zij had gevonden, dat
Leo daarmee tevreden kon zijn. Het moest
hem toch zeer aangenaam zijn, zoo spoedig
een onafhankelijke positie te krijgen, des te
meer, omdat hij zion zoo vroeg verloofd had
en natuurlijk verlangde om to kunnen trou
wen.
Zij begreep niet.coed, wat haar moeder
schreef van Lco's afkoer van het plan, van
zijn woede en zijn strijd, voor hij tot een
besluit kwam. Haar broeder had in dien tijd
tegenover haar steeds het stilzwijgen bewaard
hij! Had reden genoeg, om haar niets van
ziju innerlijk leven te verraden tot zij ten
slotte vol deelneming het woord 't eerst tot
hem lichtte. Zij kendo zijn eerzuchtige» aard
eu was bang, dat er dooi- zijn trots een geest
vam verzet in hem gewekt- was, die hem veel
last veroorzaakte. Ze schreef hem hartelijk,
daar ze hem begreep, en vroeg naar Suze.
Zijn antwoord was gematigdhij, schikte
zich in 't onvermijdelijke en ofschoon hij dat,
wat anderen oen ongehoord geluk zouden
noexnon, eon cllend'igen dwang vond, bij
sprak er toch verstandig over. Over Suze
sprak hij niet, wat El Ion veel te denken gaf.
Mama prees zich zelf gelukkig, dat zij. haar
zou verzorgen en dagelijks bij haar zou zijn.
Zij hadden middeu in de stad oen grooter
huis betrokken en haar moeder sohreef veel
en vol trots over dc- nieuwe inrichting en
hoe gezien Leo was bijl zijn chique vrienden.
Daar Ellen het zelf heel druk had, stelde
zij zich gerust raet die goede berichten en
dacht niet verder over de toestanden thuis
na. Het deed haar wel verdriet, dat haar
correspondentie met haar broeder geheel had
opgehouden, maar zij vond dit verklaarbaar,
omdat zijn tijd natuurlijk erg bezet was en
ze door haar moeder toch van elkander hoor
den. Do drukte, in dc groote, geregelde huis
houding te Putnev. veroorzaakt door het
huwelijk van Miss Robins, was voorbij Ellen
zou tegen den winter haar nieuwe betrekking
aanvaarden cn er was tusschen haar en Miss
Nxitt nog allerlei te regelen en te bespréken,
waartoe do vacantic in September zou wor
den gbbruikt.
Het- was een trieste avond, een uurtje vóór
het- diner. Het eenige uur, dat Miss Scott ge
heel ongestoord wou blijven met haar gezel
lin. Elke storing was dus streng verboden.
In Miss Scotts behagelijk. sierlijk ingerich
te drawing-room brandde ai oen heerlijk
vuurtje in den haard; de zware overgor
dijnen. waren gesloten cn do met een rose-
ka.p bedekte lamp verlichtte alleen de om
geving van de tafel, waaraan Miss Scott eu
Ellen zaten. De dames waren beide reeds
gekleed voor het diner, in zware zijden japon
nen. Ellen had zich ontwikkeld tot een zeer
bevallige figuur, terwijl Miss Soott, die veel
grooter was dan zijl, een en «al waardigheid
was.
Ei- wérd geklopt. Miss Scott keek een
weinig ontstemd op en, riep „binnenZo
waren juist in een belangrijk gesprek.
Het was M'abcl, het kamermeisje, met het
kokette mutsje op het blonde kopje.
„Neemt u niet kwalijk, maar het is een
brief met spoedbestelling."
Mabel reikte Ellen den brief, dezo schrikte
en -keek verwonderd naar het schrift van het
adres. Uit Schwanau maar noch van haar
moeder, noch van haar broeder met klop
pend hart deed ze het couvert open.
Dtrie dicht beschreven zijdjesHet
slot luidde:
„Uw arme mama weet niet waar hij is.
Sedert eenige dagen is zij ziek en bedlegerig
en ik vrees, dat zij niet spoedig beter zal
warden. Ik hoorde haar dikwijls zoggen, dat
zii naar u verlangde zij voelt zich zoo
verlaten en zoo hulpeloos maar zij zal u
nooit terugroepen. Ik goloof echter, dat u
moet komen. Ér moet raad geschaft, worden
en een vreemde kan in zoo n geval Weinig
doen, omdat hier slechts sprake is van zede
lijken steun. In zoo n tijd moet de dochter de
moeder ter zijde staanmisschien kunt u in
vloed op uw broeder uitoefenen. Ik ken u te
goed, dan dat ik vree zen zou te vergeefs een
beroep te doen op uw gevoel van plicht."
Wordt vervolgd.