X". 314. Eerste Blad. 8d' Jaargang?. Zaterdag 28 Mei 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. ZIJN WELDOENER. ERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Conrant verschijnt Dagelijks, met nitzondering van Zon- en Feestdagen. Advêrtentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers! VALKHOFF Co. Utfechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVEBTENTIËN Van 15 regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeollge bepalingen, tot het herhaald advêrteèren in dit Blad bij abonnonüéht Eène circolaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag den. Kennisgeving. Do Burgemeester van Amersfoort, Gezien artikel 41 der gemeentewet, Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de ltaad dezer gemeenite zal vergaderen op Dins dag, den 31. Mei aanstaande, des namiddags te 1^ ure. Amersfoort, den 27. Mei 1904. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIRBS. Politiek Overzicht Re insluiting wan Port-Arthur. Do staking van den opinarsch der Japan ners, waarvan sprake was, is slechts van kor ten duur geweest. De berichten, die gewagen van een strijd in den Tatoenpas, waar de Russen zich door de Japanners hebben laten verrassen, leveren het bewijs, dat do oorlog in Mandsjoerije niet tot rust gekomen is. Maar van meer beteekenis zijn voor 't oogenblik de operation aan het uiteinde van het schier eiland Liaotong. Daar is het Japansche leger thans bezig met de afsluiting van Port Ar thur aan do landzijde. Den 26en is Kintsjau bezet, en daarmede heeft het Japansche leger hot westelijke eindpunt bezet van eene linie, die, gaande van de Kintsjau-baai naar de Talienwanbaai over het nauwste gedeelte van do daar slechts 5 K.M. breede landengte, goed versterkt een slagboom zou vormen, die Port Arthur zou maken tot eene ingesloten stad. Van deze linie tot aan de buitenwer ken van do ingesloten vesting bedraagt de afstand nog 45 a 50 K.M. Dat is eene strook van genoegzame breedte om het begin van de beschieting em belegering van Port Arthur niet slechts dagen, maar weken te vertragen. Intusschen zal, wanneer de Japanners er in slagen deze versterkte linie aan to leggen, met het beleg van Port Arthur gerekend moe- ton werden als met eene gebeurlijkheid, die dicht ophanden is. Wat dit voor de Russen be tec kont Eene bijdrage tot beoordeeling van deze vraag le vert ©ene brochure, die door den Oosten rij k- sohen majoor Jozef Schön in 't licht gegeven is onder den titel„De Russische oorlogsha- vems in Oost-Azië". Dezo Schr. betoogt, dat van do beide oorlogshavens der Russen in het verre Oosten Wladiwostok, de boter in gericht© en ook uit haren aard gunstigste haven, door hare ligging en ook door het daar heerschende klimaat niet geschikt is als steunpunt voor de Russische vloot. Port Ar thur is daarvoor maar half geschikt; het hoeft voor do behoeften van. ©ene grooto vloot evenmin voldoend© ruimte als repara tie-inrichtingen, zooals eene tot ontzet uit Europa gezonden vloot behoeft-, wanneer zij na eene reis van twee maanden en misschien na ernstige gevechten in de Gel© zee bij Port Arthur aankomt. Aan deze vloot, die wordt tegemoet gezien, het- eenige, zij 't ook slechts ten halve bruikbare steunpunt te ontnemen, is het doel, waarop de Japanners het oog hebben. Op do vraag, hoe lang Port Arthur zich zal kunnen staande houden tegen een Japanschen aanval van de land- en zeezijde, geeft de Schr., zooals wel verklaarbaar is, geen recht- streeksch antwoord. De duur der verdediging van ©ene vesting is niet alleen van den aard der vestingwerken en van hunne uitrusting afhankelijk, maar nog meer van do wijze waarop do verdediger on de aanvaller zich gedragen, en zooals alle beslissingen in den oorlog van eon aantal toevallige om standigheden. Intusschen zijn er eenige pun ten, die gelegenheid geven zich eene voor stelling to maken' van den waarschijnlijks® loop, dien de strijd zal nemen. Do weg van de Japansche strijdkrachten, die tegen Port Arthur oprukken, voert over den sniallen hals van het Kwantong-schier- eiland bij Kintsjou. Deze is alleen te forccc- ren onder medewerking van de vloot van één of van do beid© flanken uit, hetzij door be schieting of door landing in de Kintsjou- qf do Talicnwan-bhai. Dit werk wordt door do versterkingen aan do kust, door Russische mijnen en door do sterke mobiele bezetting van het Kwantong-sohiereiland bemoeilijkt. Deze periode van den strijd kan vele dagen, ja weken duren. Wanneer het den Japanners gelukt is, op de aangegeven wijze, door de vloot onder steund, over de landengte van Kintsjou heen to komen, Dalny meester te worden en zich daar tegen de mobiele Russisch© troepen staande to houden, dan worden de Japanners zelf tot verdedigers van de land engte van Kwantong, en elke Russische aan val of poging tot ontzet van het noodden uit heeft geen kans van slagen zonder onder steuning door eene Russische vloot. De op het Kwantong-schiereiland aanwezige Russi sche troepen echter krijgen in de haven van Dalny eene voortreffelijke, veilige verbin ding met het moederland en kunnen de groote, voor de onderwerping van eene ves ting noodige middelen laten overkomen. Maar ook dan kan het vóór de insluiting van den kring van versterkingen aan de landzijde nog tot gevechten met de mobiele bezetting van Port Arthur komen, die om tijd te winnen den Japanners wel eiken stap naar de vesting betwisten zal. Wanneer echter de verdediging van den 40 a 50 KM. langen weg van de Talienwanbaai tot den kring der vestingwerken van Port Arthur niet 'door kunstwerken wordt ondersteund, dan kan deze periode van den strijd niet van zeer langen duur zijn. Eerst wanneer eindelijk de mobiele bezet ting van Kwantong in de vesting terugge drongen is, kan de belegeraar zich voor den vestinggordel installeeren. Het oostelijke front is sterk omdat het breede dal, idat er voor ligt, gemakkelijk is te overzien. Ook het noordelijke en westelijke front, dat zwak was in den Chineeschen tijd,^ zal inmiddels belangrijk versterkt zijn, nog daargelaten, dat do sterke mobiele bezetting misschien ook nog stellingen in bet vóór den vesting gordel gelegen terrein gedurende eenigien tijd kan verdedigen. Het transport van het groote en zware Japansche belegeringsmatericel wordt door de havenwerken van Dalny, -die door de Russen zijn aangelegd en mocielijk geheel te vermelen zijn. en voorts door den spoor weg van daar naar Port Arthur zeer verge makkelijkt. Wanneer de Japanners niet mochten beschikken over bedrijfsmaterieel van dezen spoorweg, n kunnen zij deze 65 KM. lange baan als gewone weg gebrui ken, want alle andere wegen, de postweg van Dalny naar Port Arthur niet uitgezon derd, zijn slecht en steil. De inrichting van de artillerieparken tot beschieting van den vestinggordel zal dus wel geen groote be zwaren ontmoeten. Van beslissende beteekenis voor de dan beginnende belegering van b<t landfront is do vraag of liet inwendige van de vesting, namelijk de stad en de binnenhaven, ont trokken zijn aan eene indirecte beschieting over de vestingwerken heen. To oordeplen naar het plan, dat bij de aangehaalde bro chure gevoegd is, zou dit voor ernstigen twijfel vatbaar zijn. Zeker is het echter, dat de stad en de binnenredde door de Japan sche vloot uit verscheidene stellingen indi rect beschoten kunnen worden. En onder zulke omstandigheden zou men aan dezo periode van den vestingstrijd, die anders de langdurigste is, bezwaarlijk een duur van verscheidene maanden kunnen voorspellen. Want eene bezet ting. welker reserven nooit voor het vijan delijke vuur veilig zijn en dus geen mst kunnen vinden na strijd en ontberingen, zou m har© moreel© stemming weldra zeer moe ten achteruitgaan. In deze omstandigheden zou alleen eene Russische ontzet-vloot eene omkeering kun nen teweeg brongen. Maar die vloot is nog njet onderwegmen krijgt over hare uitrus ting van tijd tot tijd berichten, die afgewis seld worden door tijdingen over tegenspoe den, die vertraging teweegbrengen en die maar al te zeer voedsel geven aan de op vatting, dat „there is something rotten Het zal nog een paar maanden moeten du ren, voordat zij gereed is om te vertrekken, en daarna zullen cr nog een paar maanden heengaan voordat zij op het oorlogstooneel zal zijn aangekomen. En inmiddels kan er zeer veel gebeuren wat thans onmogelijk is te voorzien. Die overweging leidt den Oos- fenrijkschcn militairen schrijver, wiens bro chure wij hier aanhaalden, tot de conclusie, dat het misschien nog van den loop van d© Japanscho operatiën tegen Port Arthur zal afhangen of het komt tot de uitzending van eene Russisch© ontzet vmot. Frankrijk. In de Kamer is het Geelboek rondgedeeld over de Engelsch-Franscho overeenkomst. Het bevat den tekst van het verdrag, bene vens verscheidene nota's, die den uieuwen toestand in Newfoundland omschrijven, en oono circulaire aan de vertegerrwoordigers van Frankrijk in het buitenland, waairin uiteen gezet wordt wat door de overeenkomst is verkregen, zonder dat intusschen, nieuwd gezichtspunten worden geopend. De Kamer behandelde gisteren die inter pellation over het protest van den Paus. Minister Delcassé herinnerde in zijn ant woord aan de gesprekken, die hij met den vertegenwoordiger van den Heiligen Stool had gehad over de rechten van Frankrijk. Hij bracht de bezoeken van den Koning van Italië aan Parijs en van den heer Loubet aan Rome in herinnering en las het protest voor, dat hij ontvangen had van den staats secretaris van het Vaticaan. Ook wees bij er op, hoe de „Osservatare Romano" had aangekondigd, dat door den Paus een circu laire tot andere staten gericht -was en dat een Parijsch blad die circulaire rad afgedrukt. Het crustigo van deze zaak is, dat de mede- doeling aan die staten betrekking heeft op een incident, dat uitsluitend Frankrijk aangaat. In dezo mededeel ing wordt een waar schuwend© ttrn aangeslagen, die niet toe laatbaar is. De regeering was van oordeel, dat do eenvoudige terugroeping oen maat regel zou zijn geweest, die niets om het lijf had. terwijl bet, een te strenge maatregel zou geweest zijn <1© betrekkingen af te breken. Daarom riep de regeer in g haren gezant te rug, zooals do waardigheid van het land eisehte. „Wij hebben hot goed rcoht en de opinio der wereld aan onze zijde. De Kaauer zal on getwijfeld zeggen, dlat ouzo handelwijze, hare goedkeuring Wegdraagt." De ministeü--presidentdo .heer Combes, verklaarde daarop, dat het terugroepen van den heer Ni&ard bet eekent, dat do aanwezig heid van onzen gezant te Rome zou kunnen worden uitgelegd als eene goedkeuring van aanspraken, die wij; volstrekt terugwijzen. Wij hebben willen opruimen met de verjaarde pretentie van het wereldlijke gezag. Wij liobbcn gemeend', dat wij niet allo leden van het gezantschap konden terugroepen, omdat wij krachtens het Concordaat ver plicht zijn personeel aan te houden voor de regeling van de loopendo zaken. Wat be treft de opzegging van het Concordaat, liet afschaffen van het gezantschap en do schei ding van kerk en staat, dat zijn zaken, die het parlement aangaan Gegeven zijnde de wijze, waarop liet Concordaat wordt nage leefd, kunnen wij niet langer in dien tegen* woordigen toestand blijven. Do hoer Combes verzocht- de Kamer alle motiën betreffende de scheiding van Kerk en Staat tot. Januari 1905 uit te stellen en zich te bepalen tot eene motie, overeenkomende mot do zaak, die thans aan de ord© was. Do voorzitter Brisson deelde mede, dat negen motiën bij hem waren ingekomen. De minister-president verklaarde geen an dere motie to zullen aannemen dan die, welko geteokend was door de afgevaardigden Bionvenu Martin, Samen, Eticnno en Jau- res. Deze motie is van den volgenden in houd ,.De Kamer, goedkeurende dat de regee ring onzen gezant bij het Vaticaan heeft te ruggeroepen en elke bijvoeging afwijzende, gaat over tot de ord© van den dag." Het eerste deel van deze motie: goedkeu rende dat de regeering onzen gezant beeft teruggeroepen", werd aangenomen met 427 tegen 95 stemmen. Het tweede deel „en elke bijvoeging afwijzend©" word aangenomen mot 38.'5 tegen 160 stemmen. Ten slotte werd do geheele motie aange nomen biji stemming met het opsteken dor handen. Om kwart over negen werd do zitting ge sloten. Zwitserland. Do kantonnale raad van Beam lieoft een voorstel tot invoering der facultatieve lijk- ver bra aiding met gTootc meerderheid aange nomen. Oostenrijk-Hongarije. De Oostenrijksche delegatie heeft de be grooting win Imitenjland^ohe feakeit aange nomen met een votum van vertrouwen voor graaf Goluchowski. De oorlog in Oost-Azië. Over de laatste gebeurtenissen voor Port Art hur wordt uit Tokio bericht Na vijf dagen van hardnekkigen strijd heb ben de Jajniuners gisteren avond Kintsjau genomen. Later werd Hanschau, eene vij andelijk versterkte plaat-s, genomen na een heet gevecht. Het artillerioduel duurt nog voort. Een Russische kanonneerboot beschoot de Japansche linkervleugel van de Talien wanbaai uit; Japanscho oorlogsschepen on dersteunden het leger van dj Talienwanbaai uit. Tweede bericht. Admiraal Togo heeft ceno volledige blokkade ingericht rondom het zuidelijke uiteinde van het schiereiland Liaotong. Zijne strijdmacht, omringt Port Ar thur. Dit duidlb waarschijnlijk bot begin aan van do finaio insluiting. De Japanners kob ben do Russen verdreven uit de versterkingen ten westen van Talicnwan. Hot wordt on waarschijnlijk geacht, d:at de Russen in staat zullen zijni verderen tegenstand te bieden ten noorden van Port, Arthur. Jüie Russen hadden uitgebreide maatregelen genomen om don op marsck van het Japansche leger naar het zuiden van het schiereiland Liaotong tegen to hou den. Zij versterkten de heuvels aan de zuidzijde van de baai van Talienwau. Hunne sterkste stelling was do heuvel van Nansjan ten we6ten van Taüenwan, waar tal van bat terijen beschermd werden door verschansin gen voor infanterie, door mijnen en door draadversperringen. Een andere verdedigings linie, goed door draadversperringen be schermd, strekte zich uit van do baai van Talienwau naar het noorden tot Fonsjientien ten zuiden van Kintsjau. De Japanners had den een rechthoekige positie ten oosten van Kintsjau. Verleden Zaterdag beproefden do Russen do Japanners aan te vallen; maar deze gin gen terug, en bepaalden zich voorhands tot opneming vau de stelling en de sterkte der Russen door een reeks van verkenningen, die eenige dagen duurden. Japansche officieren naderden de Russische stellingen zoo dicht dat op hen gevuurd werd; zij veraamelden daarop de stukken der granaten om heti kaliber van de Russische kanonnen te lee- ren kennen. Bij hunne verkenningen ontdekten de Ja panners eeno leemte m de Russische verde digingslinie. De Japansche troepen nikten toen voorwaarts tusschen de baai van Ta licnwan en de westkust van Liaotong voorbij Kintsjau. Na een lang artillerie-gevecht van Woensdag op Donderdag, trokken de Japan ners in den ochtend van Donderdag te 5 uur 20 minuten Kintsjau binnenzij volgden, de Russen naar het Zuiden. De Russen boden een hardnekkigen tegenstand te Nansjan dat te zeven uur des avonds werd ingenomen na herhaalde stormaanvallen. In den loop van den dag trokken do Russen naar Nan-kwau- ling terug, waar een tweede linie van verster kingen is. Uit de achtereenvolgens inkomende be richten blijkt, dat do bestorming van Nan sjan gisteren veel bloed heeft gekost. De Ja panners vorconigden hun vuur eerst op de Russische batterijen, daarbij gesteund door vier kan on neerbooten in de Kintsjaubaai. Zij brachten daardoor vele kanonnen toti zwijgen. Do Russen hadden een reeks ver schansingen terrasvormig oon Hen heuvel aangelegd, beschermd door draadversperrin gen en andere middelen. Herhaaldelijk lie pen do Japanners vruchteloos storm; heb' moorddadige geweer- on kanonvuur bracht1 hen eenige malen tot staan. Eindelijk om drie uur formeerden zij zich opnieuw tot den aanval en namen met den stormpas do kruin van den heuvel, die door de Russen met de uiterste hardnekkigheid werd verdedigd. Het was zeven uur voordat do Japanner8 den heuvel in hun l»ezit hadden. Een hooggeplaatst officier ecide heden avond, dat de forten te Nansjan bewapend waren met zwaar geschut; de Japannere hadden slechts veldgeschut, omdat het te bezwaarlijk was geweest het zware geschut aan te voeren. Het Japanscho leger verdiende hulde, omdat het do Russen verdreven had ROMAN 32 van ALEX. RÖMER. Elleni keek strak voor zich uit. Zij voelde zich, ongelukkig. Het onschuldige hart van het meisje ha<l Leopold! aam zich geketend en /haar toen in haar nood en ellende verlaten. Zonder bescherming, zonder hulp, was zij aan de grootste verzoekingen blootgesteld en h iji diaoht niet meer aan haar, liijj bekom merde zich niet om haar. Met welken naam was zoo iets te bestempelen? En h.ii, die zoo handelde, was haar broe der, van wien zij zooveel gehouden had. „Is juffrouw Kern nog bijt uwt zuster?" vroeg zij dof. „Zeker Elly heeft een hart van goud, on daarbij, Suze is een vlijtig, welwillend schep seltje; zij naait voor Elly's garderobe en helpt zoo veel zij kan. Zij komen binnenkort hier, Elly zal hier optreden en zal waarschijn lijk hier een engagement krijgen voor den volgenden winter." Ellen verbleekte. Als Suze hier kwam en haar broeder weer ontmoette dat zou voor hot arme meisje een bron van nieuwe kwel ling werden, want Leopold's hart was vol van eene andere, 't Was alsof zij den wreken- den arm der Nemesis boven zijn hoofd zag. Zij bedankte juffrouw Helmke voor haar inlichtingen, nam afscheid van haar en ging treurig gestemdl naar huis. 't Was erg vreemd, dat ziji bij haar moeder een mannenstem hoorde. Zij deed de deur open en zag Schneider, den bediende vans advokaat Goldau. Haar moedor kwam 'haar ontsteld) tege moet. „Ellen Jij weet natuurlijk ook niet, waar Leopold is," riep zij uit. „Mijnheer Goldau heeft oen beroer to gehad; hij is verlamd en heeft do spraak verloren. Schneider cn vrouw Holz wóteii geen raad." Ellen verschoot van klöur. Het bericht, dat misschien een keerpunt zou gelven in het leven van haar broeder, ontroerde ook haar ten zeerste. Ja, waar was Leopold zij wist het na tuurlijk ook niet. Schneider, do korpulente en op zijn ge mak gestelde bediende, wendde zich nu tot haar. „Ik beu in mijn angst .hierheen geloopen.' bracht hij hijgend uit. „Br. Schneller, d-e anders do dokter is van mijnheer, is op reis on nu wou ik mijnheer Kramer eerst vragen, wie ik halen moot. Hij moet nu toch eigen lijk zeggen, wat er moet Worden gedaau bij is do naaste er aan toe en moest nu on zijn post zijn. Bij kennis is mijnheer; hij ^S^jpt alles, maar kan niets zeggen en geeft alleen maar teekens, die wij niet begrijpen. En die vrouw Holz is zoo'n malle joris; als cr iets buiten het koekje gaat, dan huilt zij eai stelt zij zich aan en zegt, dat zij bang is. Mijnheer ziet er ook akelig uit; liij zwaait maar al met zijn eene hand, die hij uog be wegen kan en de oogen rollen hem in 't hoofd', 't is wel om bang van to worden ik ben weggeloopen, eerst maar hierheen." Ellen zweeg en keek haar moeder aan, die da handen wrong. „Als ik .maar uit kon en niet zoo akelig zwak was," zei zo Weeaiend, „dan zou ik wel naar hem toegaan." Ellen aarzelde nog een oogenblik, toen zei ze „Zeker, hulp moet er geschaft worden. Schneider ga jij een dokter halen, dr. Her mann of wie j© maar 't eerst thuis vindt. Ik kom dadelijk en zal zien of ik helpen of raden kan." Schneider keek haar met open mond! aan. „U, juffrouw Kramer? Maar miju God u weet toch, <lat mijnheer geen vrouwen bij zich duldt." Ellen haalde «enigszins spottend do schou ders op. „Als hij zoo hulpbehoevend is en ons noo- dig heeft, zal hij ons wel dulden," sprak zij beslist. „Ik weet ook niet, hoo liet anders moet," zei Schneider. Ilij ging heen, om een dokter te halen cn Ellen haastte zich. zich klaar t© maken, om 's nachts te waken. Zij sprak met haar moe der over de to nemen maatregelen. „Stuurt u Leopold, zoodra hij thuis komt" vroeg zij, toen zij wtogging. Tn haar donkoren regenmantel gehuld, ijlde zij do straten door naar de woning van den man, die haar nooit met een blik had verwaardigd en misschien retxls lang haar bestaan vergeten was. Het mocht haar zwaar vallen, hem te hel pen, maar hij had haar nabestaanden goed godain, tenminste goed willen doen; hij had!, door do opvoeding van Leopold op zich te uenien, toch ook indirekt haar moeder ge steund zij had dus een schuld voor kaar familie af te doem Toen zij het huis binnentrad, hoorde zij do huishoudster in dó keuken luid jammeren en klagen. Ellen stond nu tegenover den Cerberus in vrouwelijke gedaante-, die er niet erg aanminnig uitzag. Zijl korde Ellen blijkbaar niet en keek haar mot haar roodgeweende oogen aan, alsof zij een. spook zag. Toen vroeg zij barse li „Wie is u? En wat wilt u hier? 't Is ecu sterfhuis daarbinnen) ligt er ©en, voor wien men bang is en sterven doet hij nog niet; hij is veel te taai; hij kan iömand nog het leven zuur maken, en dat wil ik uiet meer neen, dat wil ik niet meer." De schrik was vtouw Holz ora 't hart ge slagen zij wist niet meer, wat ze zei. Zij bonsde met haar luiwagen, dat het door het heelc buis weerklonk. „Waar ligt de zieke?" vroeg Ellen. „Ik bon de zustor vau advokaat Kramer en ik wil zien, of ik helpen kan." Vrouw Holz zette groote oogen op. „Zoo »x»! Is u do zuster van den jon gen mijnheer? Ja, dan maar ik zeg u vooruit, hij wil u niet bij zich hebben. Al kan hdj ook geen hand of voet verroeren en niet eens praten, hij jaagt iemand met zijn oogen weg is dat een man!" Ellen luisterdo niet meer. Zij had aar mantel afgelegdi en ging toen zachtjes de haar aangewezen kamer binnen. Vrouw Holz volgdó haar op de teen.mi, nieuwsgierig, wat er nu geba i m zou. J>e zieke lag in een groot ledikant, be hangen mot- een gordijn vau ge bloem l karivn en Ellen zag niets dan een arm, die heftig op en neer bewogen werd. Zij stak licht aan en zette dit zoo, dat zij den zieke kon zion, zonder dat het schijnsel hem hinderde. Ook zij deinsde terug. Dat was zeer zeker een mcnschclijk gelaat, waarvoor men bang kon worden. „Zie toch eens die oogen," fluisterde vrouw Holz haar in. Dó oogen van1 den zieke traden bijna uit hun kassen, en spraken doodsangst uit, die zich op gecu andere wijze uiten kan. De arme man leed onbeschrijfelijk- Ellen boog zich vol liefde over hem heen. „Hoort u mij? Verstaat u mijl? Wees niet bang, het gaat Wel overik blijf hior, oin u op te passou." Do rollende oogen werden strak; zij vestig den zich verwonderd, vragend op haar ge laat. „Ik ben Ellen Kramer," zei zc. Zijn blik werd nu kalmer; do arm, die hij bewegen kon, werd op het dfck gelegd; zij groep do koude hand cn meende, dat. hij do hare oven drukt©. Hij sloot do oogen en haalde diop adem. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1