X". 314. Eerste Blad.
8d' Jaargang?.
Zaterdag 28 Mei 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
ZIJN WELDOENER.
ERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Conrant verschijnt Dagelijks, met nitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advêrtentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers! VALKHOFF Co.
Utfechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVEBTENTIËN
Van 15 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeollge bepalingen, tot
het herhaald advêrteèren in dit Blad bij abonnonüéht Eène
circolaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
den.
Kennisgeving.
Do Burgemeester van Amersfoort,
Gezien artikel 41 der gemeentewet,
Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de
ltaad dezer gemeenite zal vergaderen op Dins
dag, den 31. Mei aanstaande, des namiddags te
1^ ure.
Amersfoort, den 27. Mei 1904.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIRBS.
Politiek Overzicht
Re insluiting wan Port-Arthur.
Do staking van den opinarsch der Japan
ners, waarvan sprake was, is slechts van kor
ten duur geweest. De berichten, die gewagen
van een strijd in den Tatoenpas, waar de
Russen zich door de Japanners hebben laten
verrassen, leveren het bewijs, dat do oorlog
in Mandsjoerije niet tot rust gekomen is. Maar
van meer beteekenis zijn voor 't oogenblik
de operation aan het uiteinde van het schier
eiland Liaotong. Daar is het Japansche leger
thans bezig met de afsluiting van Port Ar
thur aan do landzijde. Den 26en is Kintsjau
bezet, en daarmede heeft het Japansche leger
hot westelijke eindpunt bezet van eene linie,
die, gaande van de Kintsjau-baai naar de
Talienwanbaai over het nauwste gedeelte van
do daar slechts 5 K.M. breede landengte,
goed versterkt een slagboom zou vormen, die
Port Arthur zou maken tot eene ingesloten
stad. Van deze linie tot aan de buitenwer
ken van do ingesloten vesting bedraagt de
afstand nog 45 a 50 K.M. Dat is eene strook
van genoegzame breedte om het begin van
de beschieting em belegering van Port Arthur
niet slechts dagen, maar weken te vertragen.
Intusschen zal, wanneer de Japanners er in
slagen deze versterkte linie aan to leggen,
met het beleg van Port Arthur gerekend moe-
ton werden als met eene gebeurlijkheid, die
dicht ophanden is.
Wat dit voor de Russen be tec kont Eene
bijdrage tot beoordeeling van deze vraag le
vert ©ene brochure, die door den Oosten rij k-
sohen majoor Jozef Schön in 't licht gegeven
is onder den titel„De Russische oorlogsha-
vems in Oost-Azië". Dezo Schr. betoogt, dat
van do beide oorlogshavens der Russen in
het verre Oosten Wladiwostok, de boter in
gericht© en ook uit haren aard gunstigste
haven, door hare ligging en ook door het
daar heerschende klimaat niet geschikt is als
steunpunt voor de Russische vloot. Port Ar
thur is daarvoor maar half geschikt; het
hoeft voor do behoeften van. ©ene grooto
vloot evenmin voldoend© ruimte als repara
tie-inrichtingen, zooals eene tot ontzet uit
Europa gezonden vloot behoeft-, wanneer zij
na eene reis van twee maanden en misschien
na ernstige gevechten in de Gel© zee bij Port
Arthur aankomt. Aan deze vloot, die wordt
tegemoet gezien, het- eenige, zij 't ook slechts
ten halve bruikbare steunpunt te ontnemen,
is het doel, waarop de Japanners het oog
hebben.
Op do vraag, hoe lang Port Arthur zich zal
kunnen staande houden tegen een Japanschen
aanval van de land- en zeezijde, geeft de
Schr., zooals wel verklaarbaar is, geen recht-
streeksch antwoord. De duur der verdediging
van ©ene vesting is niet alleen van den aard
der vestingwerken en van hunne uitrusting
afhankelijk, maar nog meer van do wijze
waarop do verdediger on de aanvaller zich
gedragen, en zooals alle beslissingen in
den oorlog van eon aantal toevallige om
standigheden. Intusschen zijn er eenige pun
ten, die gelegenheid geven zich eene voor
stelling to maken' van den waarschijnlijks®
loop, dien de strijd zal nemen.
Do weg van de Japansche strijdkrachten,
die tegen Port Arthur oprukken, voert over
den sniallen hals van het Kwantong-schier-
eiland bij Kintsjou. Deze is alleen te forccc-
ren onder medewerking van de vloot van één
of van do beid© flanken uit, hetzij door be
schieting of door landing in de Kintsjou- qf
do Talicnwan-bhai. Dit werk wordt door do
versterkingen aan do kust, door Russische
mijnen en door do sterke mobiele bezetting
van het Kwantong-sohiereiland bemoeilijkt.
Deze periode van den strijd kan vele dagen,
ja weken duren.
Wanneer het den Japanners gelukt is, op
de aangegeven wijze, door de vloot onder
steund, over de landengte van Kintsjou
heen to komen, Dalny meester te worden
en zich daar tegen de mobiele Russisch©
troepen staande to houden, dan worden de
Japanners zelf tot verdedigers van de land
engte van Kwantong, en elke Russische aan
val of poging tot ontzet van het noodden
uit heeft geen kans van slagen zonder onder
steuning door eene Russische vloot. De op
het Kwantong-schiereiland aanwezige Russi
sche troepen echter krijgen in de haven van
Dalny eene voortreffelijke, veilige verbin
ding met het moederland en kunnen de
groote, voor de onderwerping van eene ves
ting noodige middelen laten overkomen.
Maar ook dan kan het vóór de insluiting
van den kring van versterkingen aan de
landzijde nog tot gevechten met de mobiele
bezetting van Port Arthur komen, die om
tijd te winnen den Japanners wel eiken
stap naar de vesting betwisten zal. Wanneer
echter de verdediging van den 40 a 50 KM.
langen weg van de Talienwanbaai tot den
kring der vestingwerken van Port Arthur
niet 'door kunstwerken wordt ondersteund,
dan kan deze periode van den strijd niet
van zeer langen duur zijn.
Eerst wanneer eindelijk de mobiele bezet
ting van Kwantong in de vesting terugge
drongen is, kan de belegeraar zich voor den
vestinggordel installeeren. Het oostelijke
front is sterk omdat het breede dal, idat er
voor ligt, gemakkelijk is te overzien. Ook
het noordelijke en westelijke front, dat zwak
was in den Chineeschen tijd,^ zal inmiddels
belangrijk versterkt zijn, nog daargelaten,
dat do sterke mobiele bezetting misschien
ook nog stellingen in bet vóór den vesting
gordel gelegen terrein gedurende eenigien
tijd kan verdedigen.
Het transport van het groote en zware
Japansche belegeringsmatericel wordt door
de havenwerken van Dalny, -die door de
Russen zijn aangelegd en mocielijk geheel
te vermelen zijn. en voorts door den spoor
weg van daar naar Port Arthur zeer verge
makkelijkt. Wanneer de Japanners niet
mochten beschikken over bedrijfsmaterieel
van dezen spoorweg, n kunnen zij deze
65 KM. lange baan als gewone weg gebrui
ken, want alle andere wegen, de postweg
van Dalny naar Port Arthur niet uitgezon
derd, zijn slecht en steil. De inrichting van
de artillerieparken tot beschieting van den
vestinggordel zal dus wel geen groote be
zwaren ontmoeten.
Van beslissende beteekenis voor de dan
beginnende belegering van b<t landfront is
do vraag of liet inwendige van de vesting,
namelijk de stad en de binnenhaven, ont
trokken zijn aan eene indirecte beschieting
over de vestingwerken heen. To oordeplen
naar het plan, dat bij de aangehaalde bro
chure gevoegd is, zou dit voor ernstigen
twijfel vatbaar zijn. Zeker is het echter, dat
de stad en de binnenredde door de Japan
sche vloot uit verscheidene stellingen indi
rect beschoten kunnen worden. En onder
zulke omstandigheden zou men aan
dezo periode van den vestingstrijd, die
anders de langdurigste is, bezwaarlijk
een duur van verscheidene maanden
kunnen voorspellen. Want eene bezet
ting. welker reserven nooit voor het vijan
delijke vuur veilig zijn en dus geen mst
kunnen vinden na strijd en ontberingen, zou
m har© moreel© stemming weldra zeer moe
ten achteruitgaan.
In deze omstandigheden zou alleen eene
Russische ontzet-vloot eene omkeering kun
nen teweeg brongen. Maar die vloot is nog
njet onderwegmen krijgt over hare uitrus
ting van tijd tot tijd berichten, die afgewis
seld worden door tijdingen over tegenspoe
den, die vertraging teweegbrengen en die
maar al te zeer voedsel geven aan de op
vatting, dat „there is something rotten
Het zal nog een paar maanden moeten du
ren, voordat zij gereed is om te vertrekken,
en daarna zullen cr nog een paar maanden
heengaan voordat zij op het oorlogstooneel
zal zijn aangekomen. En inmiddels kan er
zeer veel gebeuren wat thans onmogelijk is
te voorzien. Die overweging leidt den Oos-
fenrijkschcn militairen schrijver, wiens bro
chure wij hier aanhaalden, tot de conclusie,
dat het misschien nog van den loop van d©
Japanscho operatiën tegen Port Arthur zal
afhangen of het komt tot de uitzending van
eene Russisch© ontzet vmot.
Frankrijk.
In de Kamer is het Geelboek rondgedeeld
over de Engelsch-Franscho overeenkomst.
Het bevat den tekst van het verdrag, bene
vens verscheidene nota's, die den uieuwen
toestand in Newfoundland omschrijven, en
oono circulaire aan de vertegerrwoordigers
van Frankrijk in het buitenland, waairin
uiteen gezet wordt wat door de overeenkomst
is verkregen, zonder dat intusschen, nieuwd
gezichtspunten worden geopend.
De Kamer behandelde gisteren die inter
pellation over het protest van den Paus.
Minister Delcassé herinnerde in zijn ant
woord aan de gesprekken, die hij met den
vertegenwoordiger van den Heiligen Stool
had gehad over de rechten van Frankrijk.
Hij bracht de bezoeken van den Koning van
Italië aan Parijs en van den heer Loubet
aan Rome in herinnering en las het protest
voor, dat hij ontvangen had van den staats
secretaris van het Vaticaan. Ook wees bij
er op, hoe de „Osservatare Romano" had
aangekondigd, dat door den Paus een circu
laire tot andere staten gericht -was en dat
een Parijsch blad die circulaire rad afgedrukt.
Het crustigo van deze zaak is, dat de mede-
doeling aan die staten betrekking heeft
op een incident, dat uitsluitend Frankrijk
aangaat. In dezo mededeel ing wordt een waar
schuwend© ttrn aangeslagen, die niet toe
laatbaar is. De regeering was van oordeel,
dat do eenvoudige terugroeping oen maat
regel zou zijn geweest, die niets om het lijf
had. terwijl bet, een te strenge maatregel zou
geweest zijn <1© betrekkingen af te breken.
Daarom riep de regeer in g haren gezant te
rug, zooals do waardigheid van het land
eisehte.
„Wij hebben hot goed rcoht en de opinio
der wereld aan onze zijde. De Kaauer zal on
getwijfeld zeggen, dlat ouzo handelwijze, hare
goedkeuring Wegdraagt."
De ministeü--presidentdo .heer Combes,
verklaarde daarop, dat het terugroepen van
den heer Ni&ard bet eekent, dat do aanwezig
heid van onzen gezant te Rome zou kunnen
worden uitgelegd als eene goedkeuring van
aanspraken, die wij; volstrekt terugwijzen.
Wij hebben willen opruimen met de verjaarde
pretentie van het wereldlijke gezag. Wij
liobbcn gemeend', dat wij niet allo leden
van het gezantschap konden terugroepen,
omdat wij krachtens het Concordaat ver
plicht zijn personeel aan te houden voor de
regeling van de loopendo zaken. Wat be
treft de opzegging van het Concordaat, liet
afschaffen van het gezantschap en do schei
ding van kerk en staat, dat zijn zaken, die
het parlement aangaan Gegeven zijnde de
wijze, waarop liet Concordaat wordt nage
leefd, kunnen wij niet langer in dien tegen*
woordigen toestand blijven.
Do hoer Combes verzocht- de Kamer alle
motiën betreffende de scheiding van Kerk en
Staat tot. Januari 1905 uit te stellen en zich
te bepalen tot eene motie, overeenkomende
mot do zaak, die thans aan de ord© was.
Do voorzitter Brisson deelde mede, dat
negen motiën bij hem waren ingekomen.
De minister-president verklaarde geen an
dere motie to zullen aannemen dan die,
welko geteokend was door de afgevaardigden
Bionvenu Martin, Samen, Eticnno en Jau-
res. Deze motie is van den volgenden in
houd
,.De Kamer, goedkeurende dat de regee
ring onzen gezant bij het Vaticaan heeft te
ruggeroepen en elke bijvoeging afwijzende,
gaat over tot de ord© van den dag."
Het eerste deel van deze motie: goedkeu
rende dat de regeering onzen gezant beeft
teruggeroepen", werd aangenomen met 427
tegen 95 stemmen. Het tweede deel „en elke
bijvoeging afwijzend©" word aangenomen
mot 38.'5 tegen 160 stemmen.
Ten slotte werd do geheele motie aange
nomen biji stemming met het opsteken dor
handen.
Om kwart over negen werd do zitting ge
sloten.
Zwitserland.
Do kantonnale raad van Beam lieoft een
voorstel tot invoering der facultatieve lijk-
ver bra aiding met gTootc meerderheid aange
nomen.
Oostenrijk-Hongarije.
De Oostenrijksche delegatie heeft de be
grooting win Imitenjland^ohe feakeit aange
nomen met een votum van vertrouwen voor
graaf Goluchowski.
De oorlog in Oost-Azië.
Over de laatste gebeurtenissen voor Port
Art hur wordt uit Tokio bericht
Na vijf dagen van hardnekkigen strijd heb
ben de Jajniuners gisteren avond Kintsjau
genomen. Later werd Hanschau, eene vij
andelijk versterkte plaat-s, genomen na een
heet gevecht. Het artillerioduel duurt nog
voort. Een Russische kanonneerboot beschoot
de Japansche linkervleugel van de Talien
wanbaai uit; Japanscho oorlogsschepen on
dersteunden het leger van dj Talienwanbaai
uit.
Tweede bericht. Admiraal Togo heeft
ceno volledige blokkade ingericht rondom het
zuidelijke uiteinde van het schiereiland
Liaotong. Zijne strijdmacht, omringt Port Ar
thur. Dit duidlb waarschijnlijk bot begin aan
van do finaio insluiting. De Japanners kob
ben do Russen verdreven uit de versterkingen
ten westen van Talicnwan. Hot wordt on
waarschijnlijk geacht, d:at de Russen in staat
zullen zijni verderen tegenstand te bieden ten
noorden van Port, Arthur.
Jüie Russen hadden uitgebreide maatregelen
genomen om don op marsck van het
Japansche leger naar het zuiden van
het schiereiland Liaotong tegen to hou
den. Zij versterkten de heuvels aan de
zuidzijde van de baai van Talienwau. Hunne
sterkste stelling was do heuvel van Nansjan
ten we6ten van Taüenwan, waar tal van bat
terijen beschermd werden door verschansin
gen voor infanterie, door mijnen en door
draadversperringen. Een andere verdedigings
linie, goed door draadversperringen be
schermd, strekte zich uit van do baai van
Talienwau naar het noorden tot Fonsjientien
ten zuiden van Kintsjau. De Japanners had
den een rechthoekige positie ten oosten van
Kintsjau.
Verleden Zaterdag beproefden do Russen
do Japanners aan te vallen; maar deze gin
gen terug, en bepaalden zich voorhands tot
opneming vau de stelling en de sterkte der
Russen door een reeks van verkenningen, die
eenige dagen duurden. Japansche officieren
naderden de Russische stellingen zoo dicht
dat op hen gevuurd werd; zij veraamelden
daarop de stukken der granaten om heti
kaliber van de Russische kanonnen te lee-
ren kennen.
Bij hunne verkenningen ontdekten de Ja
panners eeno leemte m de Russische verde
digingslinie. De Japansche troepen nikten
toen voorwaarts tusschen de baai van Ta
licnwan en de westkust van Liaotong voorbij
Kintsjau. Na een lang artillerie-gevecht van
Woensdag op Donderdag, trokken de Japan
ners in den ochtend van Donderdag te 5 uur
20 minuten Kintsjau binnenzij volgden,
de Russen naar het Zuiden. De Russen boden
een hardnekkigen tegenstand te Nansjan dat
te zeven uur des avonds werd ingenomen na
herhaalde stormaanvallen. In den loop van
den dag trokken do Russen naar Nan-kwau-
ling terug, waar een tweede linie van verster
kingen is.
Uit de achtereenvolgens inkomende be
richten blijkt, dat do bestorming van Nan
sjan gisteren veel bloed heeft gekost. De Ja
panners vorconigden hun vuur eerst op
de Russische batterijen, daarbij gesteund
door vier kan on neerbooten in de Kintsjaubaai.
Zij brachten daardoor vele kanonnen toti
zwijgen. Do Russen hadden een reeks ver
schansingen terrasvormig oon Hen heuvel
aangelegd, beschermd door draadversperrin
gen en andere middelen. Herhaaldelijk lie
pen do Japanners vruchteloos storm; heb'
moorddadige geweer- on kanonvuur bracht1
hen eenige malen tot staan. Eindelijk om
drie uur formeerden zij zich opnieuw tot den
aanval en namen met den stormpas do kruin
van den heuvel, die door de Russen met de
uiterste hardnekkigheid werd verdedigd.
Het was zeven uur voordat do Japanner8 den
heuvel in hun l»ezit hadden.
Een hooggeplaatst officier ecide heden
avond, dat de forten te Nansjan bewapend
waren met zwaar geschut; de Japannere
hadden slechts veldgeschut, omdat het te
bezwaarlijk was geweest het zware geschut
aan te voeren. Het Japanscho leger verdiende
hulde, omdat het do Russen verdreven had
ROMAN
32 van
ALEX. RÖMER.
Elleni keek strak voor zich uit. Zij voelde
zich, ongelukkig. Het onschuldige hart van
het meisje ha<l Leopold! aam zich geketend en
/haar toen in haar nood en ellende verlaten.
Zonder bescherming, zonder hulp, was zij
aan de grootste verzoekingen blootgesteld en
h iji diaoht niet meer aan haar, liijj bekom
merde zich niet om haar. Met welken naam
was zoo iets te bestempelen?
En h.ii, die zoo handelde, was haar broe
der, van wien zij zooveel gehouden had.
„Is juffrouw Kern nog bijt uwt zuster?"
vroeg zij dof.
„Zeker Elly heeft een hart van goud, on
daarbij, Suze is een vlijtig, welwillend schep
seltje; zij naait voor Elly's garderobe en
helpt zoo veel zij kan. Zij komen binnenkort
hier, Elly zal hier optreden en zal waarschijn
lijk hier een engagement krijgen voor den
volgenden winter."
Ellen verbleekte. Als Suze hier kwam en
haar broeder weer ontmoette dat zou voor
hot arme meisje een bron van nieuwe kwel
ling werden, want Leopold's hart was vol
van eene andere, 't Was alsof zij den wreken-
den arm der Nemesis boven zijn hoofd zag.
Zij bedankte juffrouw Helmke voor haar
inlichtingen, nam afscheid van haar en ging
treurig gestemdl naar huis.
't Was erg vreemd, dat ziji bij haar moeder
een mannenstem hoorde. Zij deed de deur
open en zag Schneider, den bediende vans
advokaat Goldau.
Haar moedor kwam 'haar ontsteld) tege
moet.
„Ellen Jij weet natuurlijk ook niet, waar
Leopold is," riep zij uit. „Mijnheer Goldau
heeft oen beroer to gehad; hij is verlamd en
heeft do spraak verloren. Schneider cn vrouw
Holz wóteii geen raad."
Ellen verschoot van klöur. Het bericht,
dat misschien een keerpunt zou gelven in het
leven van haar broeder, ontroerde ook haar
ten zeerste.
Ja, waar was Leopold zij wist het na
tuurlijk ook niet.
Schneider, do korpulente en op zijn ge
mak gestelde bediende, wendde zich nu tot
haar.
„Ik beu in mijn angst .hierheen geloopen.'
bracht hij hijgend uit. „Br. Schneller, d-e
anders do dokter is van mijnheer, is op reis
on nu wou ik mijnheer Kramer eerst vragen,
wie ik halen moot. Hij moet nu toch eigen
lijk zeggen, wat er moet Worden gedaau
bij is do naaste er aan toe en moest nu on
zijn post zijn. Bij kennis is mijnheer; hij
^S^jpt alles, maar kan niets zeggen en geeft
alleen maar teekens, die wij niet begrijpen.
En die vrouw Holz is zoo'n malle joris; als
cr iets buiten het koekje gaat, dan huilt zij
eai stelt zij zich aan en zegt, dat zij bang is.
Mijnheer ziet er ook akelig uit; liij zwaait
maar al met zijn eene hand, die hij uog be
wegen kan en de oogen rollen hem in 't hoofd',
't is wel om bang van to worden ik ben
weggeloopen, eerst maar hierheen."
Ellen zweeg en keek haar moeder aan, die
da handen wrong.
„Als ik .maar uit kon en niet zoo akelig
zwak was," zei zo Weeaiend, „dan zou ik wel
naar hem toegaan."
Ellen aarzelde nog een oogenblik, toen zei
ze
„Zeker, hulp moet er geschaft worden.
Schneider ga jij een dokter halen, dr. Her
mann of wie j© maar 't eerst thuis vindt.
Ik kom dadelijk en zal zien of ik helpen of
raden kan."
Schneider keek haar met open mond! aan.
„U, juffrouw Kramer? Maar miju God
u weet toch, <lat mijnheer geen vrouwen bij
zich duldt."
Ellen haalde «enigszins spottend do schou
ders op.
„Als hij zoo hulpbehoevend is en ons noo-
dig heeft, zal hij ons wel dulden," sprak zij
beslist.
„Ik weet ook niet, hoo liet anders moet,"
zei Schneider.
Ilij ging heen, om een dokter te halen cn
Ellen haastte zich. zich klaar t© maken, om
's nachts te waken. Zij sprak met haar moe
der over de to nemen maatregelen.
„Stuurt u Leopold, zoodra hij thuis komt"
vroeg zij, toen zij wtogging.
Tn haar donkoren regenmantel gehuld,
ijlde zij do straten door naar de woning van
den man, die haar nooit met een blik had
verwaardigd en misschien retxls lang haar
bestaan vergeten was.
Het mocht haar zwaar vallen, hem te hel
pen, maar hij had haar nabestaanden goed
godain, tenminste goed willen doen; hij had!,
door do opvoeding van Leopold op zich te
uenien, toch ook indirekt haar moeder ge
steund zij had dus een schuld voor kaar
familie af te doem
Toen zij het huis binnentrad, hoorde zij
do huishoudster in dó keuken luid jammeren
en klagen. Ellen stond nu tegenover den
Cerberus in vrouwelijke gedaante-, die er niet
erg aanminnig uitzag.
Zijl korde Ellen blijkbaar niet en keek
haar mot haar roodgeweende oogen aan, alsof
zij een. spook zag. Toen vroeg zij barse li
„Wie is u? En wat wilt u hier? 't Is ecu
sterfhuis daarbinnen) ligt er ©en, voor
wien men bang is en sterven doet hij nog
niet; hij is veel te taai; hij kan iömand nog
het leven zuur maken, en dat wil ik uiet
meer neen, dat wil ik niet meer."
De schrik was vtouw Holz ora 't hart ge
slagen zij wist niet meer, wat ze zei. Zij
bonsde met haar luiwagen, dat het door het
heelc buis weerklonk.
„Waar ligt de zieke?" vroeg Ellen. „Ik
bon de zustor vau advokaat Kramer en ik
wil zien, of ik helpen kan."
Vrouw Holz zette groote oogen op.
„Zoo »x»! Is u do zuster van den jon
gen mijnheer? Ja, dan maar ik zeg u
vooruit, hij wil u niet bij zich hebben. Al
kan hdj ook geen hand of voet verroeren en
niet eens praten, hij jaagt iemand met zijn
oogen weg is dat een man!"
Ellen luisterdo niet meer. Zij had aar
mantel afgelegdi en ging toen zachtjes de haar
aangewezen kamer binnen.
Vrouw Holz volgdó haar op de teen.mi,
nieuwsgierig, wat er nu geba i m zou.
J>e zieke lag in een groot ledikant, be
hangen mot- een gordijn vau ge bloem l karivn
en Ellen zag niets dan een arm, die heftig
op en neer bewogen werd. Zij stak licht aan
en zette dit zoo, dat zij den zieke kon zion,
zonder dat het schijnsel hem hinderde.
Ook zij deinsde terug. Dat was zeer zeker
een mcnschclijk gelaat, waarvoor men bang
kon worden.
„Zie toch eens die oogen," fluisterde vrouw
Holz haar in.
Dó oogen van1 den zieke traden bijna uit
hun kassen, en spraken doodsangst uit, die
zich op gecu andere wijze uiten kan. De arme
man leed onbeschrijfelijk-
Ellen boog zich vol liefde over hem heen.
„Hoort u mij? Verstaat u mijl? Wees niet
bang, het gaat Wel overik blijf hior, oin u
op te passou."
Do rollende oogen werden strak; zij vestig
den zich verwonderd, vragend op haar ge
laat.
„Ik ben Ellen Kramer," zei zc.
Zijn blik werd nu kalmer; do arm, die hij
bewegen kon, werd op het dfck gelegd; zij
groep do koude hand cn meende, dat. hij do
hare oven drukt©.
Hij sloot do oogen en haalde diop adem.
Wordt vervolgd.