2'" Jaargang.
Maandag 30 Mei 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
ZIJN WELDOENER.
316
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Pêr 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per poBt- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Conrant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Adtortentiën, mededeeüngen enz., gelieve men vóór 10 nnr
'b morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 1-ró regels0.75.
Elke regel meer- O", ill.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel on bedrijf bestaan voordoeligo bepalingen tot
het herhaald advèrteèren in dit Blad bij abónnonièht Èene
ciroolaire, bevattende de voorwaarden, \$ordt op aanvraag
Politiek Overzicht
Frankrijk en heft Vaticaan.
„De Kamer, goedkeurende de terugroe
ping van den gezant bij het Vaticaan door do
regeering, gaat over tot de orde van don
dag". ïviet dit votumi werd in den laten
avond van verleden Vrijdag het langdurige
debat besloten over de acht interpellatiën,
die waren ingediend om van do regeering
licht te verkrijgen over haar geschil met den
Heiligen Stoel, dat uit het bezoek van presi
dent Loubet aan Rome is voortgevloeid
Do beteckenis van deze beslissing wordt
verhoogd door de wijze, waarop zij verkre
gen is. Want ido verhouding der stemmen
wijst uit, dat nog lieelwat meer leden van
de Kamer dan die welke behooren tot „le
bloc", de meerderheid die het kabinet ge
woonlijk steunt, tot dit besluit hebben mee
gewerkt. Do motie is aangenomen met 420
tegen 90 stemmen. Onder de voorstemmers
vindt men alle leden van de ministerieelo
meerderheid, benovens de dissidenten onder
de radicalen en de Union démocratique en
de revolutionaire socialisten, en voorts 87
leden van de oppositie (78 progressisten en
9 nationalisten). De 90 tegenstemmers wa
ren, op drie progressisten na. monarchalen,
nationalisten en rallies, terwijl 54 leden van
de oppositie zich van de stemming onthiel-
don. Met recht mag dus gezegd worden, dat
de houding van de regeering in dit conflict
door het gansche repuilikeinsche Frankrijk
is goedgekeurd.
De progressisten hebben niet alleen door
hunne stem de regeering gesteundhun
woordvoerder in het debat, de oud-minister
Ribot, verklaarde „Wanneer er ©ene motio
wordt voorgesteld, die enkel slaat op het
incident, zunen mijne vrienden en ik haar
voteeren, omdat wij aldus willen loonen, dat
wij evenzeer als wie ook naijverig zijn op
de rechten eni de onafhankelijikheid van ons
land, en dat wij: de rechten van de burger
lijke maatschappij verdedigen met dezelfde
kracht, waarmede wij voor de verdediging
van de liberale denkbeelden opkomen."
Maar de motie, die is aangenomen, leeft
nog een; tweede gedeelte, en dat Heeft even
zeer zijne beteckenis. Daarmede sprak do
Kamer uit, dat zij elke toevoeging aan het
reeds uitgebrachte votum afwees. De aanne
ming van dit gedeelte, met 361 tegen 144
stemmen, sneed een voorstel af, dat strekte
om de regeering uit te noodigon den dooï
haar genomen maatregel aan te vullen, door
den, nuntius zijn paspoort toe te zenden.
Vooraf was nog de prioriteit geweigerd aan
een voorstel om de regeering uit te noodi-
gen, terstond het Concordaat op te zeggen,
ca een ander voorstel om haar te verzoeken
door onderhandelingen met den Heiligen
Stoel eene nieuwe regeling der betrekkingen
van de Kerk tot den Staat voor te bereiden
De Kamer geeft dus zco duidelijk moge
lijk te kennen gegeven, dat zij zich enkel
wilde uitspreken over het geval, dat de aan
leiding geweest is tot deze interpellate
Daarmede handelüe zij trouwens in overeen
stemming met wat de regeering verlangde.
Wat in de toekomst uit dit conflict zal
voortvloeien, daarover heeft men zich niet
willen uitlaten de regeering gaf dien wensch
uitdrukkelijk te kennen en de Kamer viel
haai- daarin bij..Maai- wanneer de tijd daar
voor 7s aangebroken, dan zal de zaak in
haar vollen omgang aan de orde komen.
Daarover laat de korte, maar belangwek
kende rode geen twijfel, die de minister-
president in dit debat hield. Wij laten die
rede liior volgen
De lieer Combes, minister-president. „Ik
verzoek do Kamer het debat zijne werkelijke
portee te laten behouden, zonder er beschou
wingen van uitgebreider aard aan vast t©
knoopen. De Heilige Stoel .hééft in een voor
Frankrijk krenkend stuk aa,n eetiige Euro-
peesche staten de beweerde beleediging aan
gegeven, die het hoofd van den Franscheu
staat te zijlhen aanzien zou hebben gepleegd,
door den Koning van Italië in de onbetwiste
hoofdstad van zijn rijk een vriendschappe
lijk bezoek te beantwoorden, dat hij van
dien souveroin ontvangen had, en door te
weigeren zich te buigen voor de ultramon-
taansche cischen betreffende zoogenaamde
onvergankelijke rechten.
Wij hebl>en op dit stuk geantwoord zooals
behoortdoor de terugroeping van onzen ge
zant. Deze terugroeping beteekent uit poli
tiek oogpunt, dat wij niet kunnen toelaten,
dat de aanwezigheid van onzen gezant te
Rome door den Heiligen Stoel kan worden
uitgelegd in een voor zijne pretentiën gunsti
ge» zin on hem kan dienen als schijnbare
rechtvaardiging voor rechtsaanspraken, dio
wij afwijpèn. Zij duidt eveneens aan, dat wij
niet hebben willen dulden die inmenging van
liet pausdom iu onze internationale betrek
kingen, alsmede dat wij hebben willen bre
ken met de verjaarde fictie van een wereld
lijk gezag, dat sints 34 jaren verdwenen is.
Moest ons rechtmatig protest tegen de in
menging van het pausdom in onze internatio
nale betrokkingen verder gedreven worden en
het gekecle personeel van ons gezantschap
teruggeroepen worden? Wij hebben gemeend
van niet. Krachtens een verdrag, dat ons
bindt, zoolang het niet is opgazegd, krachtens
het Concordaat-, zijn wij verplicht betrekkin
gen met het Vaticaan te onderhouden voor
het afdoen van de zaken. Wij kunnen het
gezantschap en het Concordaat niet opheffen
op eigen gezag; het komt aan do Kamers
toe tot "een dergelijken maatregel te besluiten.
Sommige sprekers dringen bij u aan, om
zonder verder verwijl tot do opzegging van
dit verdrag over te gaan. Wie voelt niet, dat
eene zoo ernstige daad, die het misschien be
langrijkste deel van ons bestuurs-organisme
doet verdwijnen, moet worden voorafgegaan
door maatregelen, geschikt om den republi-
keinscheu staat te waarborgen tegen de poli
tieke gevaren van eene zoo radicale veran
dering in zijne wetgeving en in zijne gewoon
ten? Niet door middel van eene motie kan
men die teere kwestie regelen
Een vau uwe commissiën is gesaisisseerd
van verschillende voorstellen, strekkende tot
scheiding van Kerk cn Staat. Zij zal u hare
conclusion voordragen. Op dat tijdstip zullen
de Kamer cn clo regeering zich iu volledige
vrijheid kunnon uitspreken. Men heeft u bij
schatting een datum geuoemd; de regeering
aanvaardt dien. Het hangt alleen van de
Kamer af, of het vraagstuk terstond na de
begrooting in behandeling zal komen in do
zitting van Januari a.s.
De regeering is even verlangend als de
haastigste van ulieden, om dit vraagstuk te
onderzoeken en te regelen, want bij de wijze
waarop het Concordaat in acht genomen, of
liever dagelijks geschonden wordt door de
geestelijke overheid, moet een geneesmiddel
worden aangewend. Wij kunnen niet langer
in een toestand blijven, waaruit wij ons an
ders niet meer zouden kunnen roeiden. Ik
stel dus tot dat tijdstip de uiteenzetting van
do inzichten der regeering uit. Ik verzoek
de Kanier ook tot uien datum een votum
uit to stellen, dat nu voorbarig zou zijn, en
zich in liaro motie te beperken tot den maat
regel der regeering, die tot deze discussie aan
leiding gegeven heeft."
België.
De verkiezingen voor leden van Senaat en
Kamer, dio elk voor do helft moesten aftre
den, hadden gistereu plaats iu 'volkomen
kalmte.
De cijfers wijzen uit, dat de liberalen vrij
belangrijk zijn vooruitgegaan. De katholieke
regeerings-meerderheid is echter niet ernstig
verminderd.
Engeland.
Sir Charles Hardingo, de. nieuwe Engelsche
gezant te Petersburg, diür eergisteren den
Czaar zijne geloofsbrieven heeft, aangeboden,
moet in den loop van het gehoor den Czaar
een eigenhandige» brief van Koning Eduard
ter hand giesteld hebben
Hongarije
De Hongaarsehe delegatie nam Za
terdag de begrooting voor buitenlandsche
zaken aan. Minister Tisza verklaarde, dat
do woorden, die door Goluchowski gespro
ken betreffende Turkije, geen bedreigingen,
doch vermaningen waren. Wij willen op den
Ralkan geen overwegenden invloed oefenen,
doch zullen ook niet toelaten, dat andere
mogendheden dat doen. Wanneer het tot eene
uitbarsting mocht komen in de Balkan-Sta-
ten, dan zullen Oostenrijk en Rusland een
vredelievende oplossing vinden.
Het zou een dwaling zijn te gelooven, dat
de bezwaren, die Rusland ondervindt, in het
Verre Oosten, zijn gezag en macht in Euro
pa afbreuk zouden kuunen doen.
Zuid-Afrika
In de rede, waarmede bij het Boeren-Con-
gres sloot, verklaarde gr ueraal Botha, dat
hij zoor aangenaam getroffen was door de
woorden, die do luitenant-gouverneur van
Transvaal, Sir Arthur Lawley, gericht had
tot de deputatie van het congres. Volgens het
bericht, dat do Times van deze rede bevat,
zei de geueraal Botha, dat hij overtuigd was
vau liet oprechte verlangen der regeering om
voortaan steeds met do Boeren samen te wer
ken.
Evenals aan president Krugér. liceft het
Booren-congres ook aan president Steyn een
telegram van hulde gezonden van dozen in
houd
„Deze vergadering zendt hare hartelijke
groeten aan ZHEd. gewezen staatspresident
Steijn en wcnscht hem namens het volk ge
luk mot het herstel zijner gezondheid en
hoopt hom 6poedig in Zuid-Afrika terug le
zien Generaal Botha".
De oorlog in Oosf-Azië.
Over 'de gebeurtenissen op het schierei
land Liaotong zijnde volgende berichten ont
vangen
Parijs28 Mei. Het Japansche gezant
schap deelt aan Havas het volgende telegram
uit Tokio van heden mede
Do bcvelhebben van het tegen Kintsjou
opereerende leger bericht, dat ©en detache
ment uit infanterie, artillerie <_n genie sa
mengesteld, Nankwanling bezet, heeft. De vij
and werd teruggedrongen naar Port Arthur;
hij stak het station Sanshilipao, ten noord
westen Van Dalny gelegen, in brand. D'e
Japanners hebben 50 Rus3ischa kanonnen,
on vele andere tquipementstukkem genomen.
De vijand liet 400 dooden op het slagveld.
Onze verliezen v rden op 3000 man geschat.
Tokio, 28 Mei. Officieel wordt medege
deeld De aanval tegen de vijandelijke stel
ling van Nanshan begon des nachts te 2 uur
35 minuten. Het Japansche veldgeschut
bracht de Russische artillerie, welke uit 50
stukken geschut cn 2 compagnieën snelvuur
artillerie bestond, des middags te elf uur tot
zwijgen. De Japansche infanterie rukte voort
tot 400 meter van den vijand, toen zij tegen
gehouden werd door draadversperringen, mij
nen en loopgraven.
Het vuur der Russische infanterie cn
maxims duurde onverzwakt voort. Wij rukten
200 meter verder. Verscheidene stormloopen
mislukten; alle officieren en manschappen
vielen op 20 a 30 meter voor den vijand.
Des avonds geschiedde, ouder het zwaarste
geschutvuur, do laatste stormaanval. Wij be
zetten de hoogten, verdreven den vijand en
veroverden alle vijandelijke kanonnen.
Door een gelukkig toeval word eene mijn-
ontploffing aan den oostelijken kant van.dou
Nanshau-berg verhinderd.
De Telegraph ontvina uit Tokio een vol
lediger relaas van de depêche van generaal
Okoc dan het door de Japansche L-gatic uit-
gegevene. Het bevat de volgende bijzonder
heden
Wij voltooiden onze toebereidselen tot den
aanval den 25en en begonnen onze actio den-
zelfden dag to middernacht. Hot weder was
stormachtig en het was stikdonker. Een deel
van onze strijdmacht viel echter Kintsjou
aan, dat weldra werd vermecsterd.
Onze aanval op Nanshan zou om 4.40
's morgens beginnen, maar door den mist be
gon geen van do kanonnen, die onder bevel
waren van generaal Uchiyma, het vuur eer
der dan ©en uur daarna.
Van 5 uur 's morgens ondersteunden ons
vier van onze oorlogsschepen van de
Kintsjou-haai uit. De vijand antwoordde met
al zijne kanonnen. Er volgde een hevig ge
vecht.
Drie uren later werd het Russische infan
terie vuur zwakker. Onze infanterie avanceer
de daarop om 10 uiur 's morgens. Br Waren
vijf barkassen, met troepen gevuld, die de
vijand trachtte bij Luangdutubudi aan land
te zetten, maar onze strijdmacht vooruit
ziende trekken, gingen zij terug.
De Russen hadden vier kanonnen in bat
terij te Tadocng-fang, Dnslien en ten zuiden
van Nanshan, die op de derde divisie vuur
den op eeai afstand van 7000 meter en tot
zeven uur des avonds ons vuur zonder uit
werking maakten.
Onze kanonnen deden hun uiterste best,
maar do Russische infanterie l>ood den liard-
nekkigsten tegenstand. Er kon geen bres wor
den gemaakt voor oen stormaanval door onze
infanterie vóór 5 uur des avonds.
Later avanceerde onzo derde divisie zoo
ver, dat zij geheel door dein vijand omringd
was. De Russen versterkten daarom hunne
infanterie op onzen linkervleugel en beproef
den een aharge op onzo derde divisie; twee
van hunne batterijen to Han wan lang werkten
daartoe mede. Do munitie van caizc batte
rijen raakte op en de kanonnen hadden
bijna verwijderd moeten worden. Wij deden
daarom een laatste uiterste poging met al
ouzo krachten. Onzo batterijen vuurden wat
zij konden. Do infanterie van de eerste di
visie chargeerde niet ongelooflijke dapper
heid maar zij leod zware verliezen door
het heete vuur van den vijand en werd tot
staan gebracht voordat wij de uiterste stel
ling bereikten.
Gelukkig •begonnen onze schepen weer to
vuren op den linkervleugel van don vijand.
Ons vierde arti 1 lerie-regiment deed, in sa
men working met de vierde divisie, met in
spanning van alle krachten oen aanval op
den Russische» linkervleugel en bereikt© do
hoogten onder grooto geestdrift. Do eerste en
dorde divisie forceerden daarop, over huuine
dooden lieoiispringende, de Russisch© looj>gra-
ven en forten cn dreven in een goveoht van
man tegon man met pistool, sabel en bajonet
den vijand in verwarring uit zijne laatste
liniën van verdediging.
Een aantal van onze soldaten vervolgden
de vluchtelingen, de kanonnen vuurden gra
naten op hen af, onze troepen juichten en,
trotsch op liet werk van dezen dag, sliepen
zij op het slagveld.
Wij namen een aantal officieren en man
schappen gevangen. Verder maakten wij ons
meester van eon locomotief, drie zoeklichten,
een dynamo, vijftig mijnon, vele geweren,
veel munitie enz.
Tokio, 28 Mei. Het Japansche eskader, dat
den aanval op Kintsjou steunde, stoomde
Woensdag de haven van Kintsjou binnen.
De stormachtige zee verhinderde terstond
dool te nemen aan de operation. Dadelijk na
dat het weder gunstiger was, Donderdagmor
gen, naderde het eskader de kust eu bom
bardeerde de Russische batterijen. l>e tor-
pcdo-flotille beschoot den spoorweg bij de
Shao-rivier en décd peilingen. Dé kanonnen
van de groote schepen van het eskader na
derden op den linker-vleugel en hielpen het
Japansche leger bij den aanval.
De aanval van de Japanners op Nanshan
was een der wocdeudsten en bloedigste» in
do geschiedêhis "va.ii' den 'modernen oorlog.
Gedurende den eersten aanval werd ieder
officier en ieder soldaat doodgeschoten, voor
dat zij de eerste Russische linie bereikten.
Een artillerie-bombardement was noodig
vóór de laatste, uiterste poging, die slaagde,
omdat een detachement, dat do anderen in
moed overtrof, door de Russische linie hoen
kwam.
Do ontdokking van do draden der mijnen
was ecu groot gelukstocval voor de Japan
ners. Wanneer de mijnen waren gesprongen,
zouden de verliezen van de Japanners ontzet
tend geweest zijn en hadfden de Russen hunne
stellingen kunnen behouden.
Om elf uur s morgens waren do voornaam
ste Russische batterijen tot zwijgen gebracht
Twee Russische veldbatterijen trokken terug
naar Hankwangleng, van waar zij de Japan
ners bombardeerden tot do nacht inviel.
De Japansche infanterie avanceerde tot op
geweorschotsafstandzij stuitte op een net
werk van draadversperringen. Nadat daarin
cemo opening was ontdekt, ging de infanterie
vooruit tot op 200 meters van de Russische
linie. Zij deed een aanval, maar werd terug
gedreven Do Japansche artillerie hervatte
het. bombardement. Tegen den avond nam
een Japansch detachement een gedeelte van
de Russische linie. De kameraden, door dit
succes aangevuurd, avanoeerdlcu weldra over
de gehéclo linie. Zoo kwam het Japans he
leger in 't bezit van den heuvel.
ROMiN
33 VAN
ALEX. RÖMER.
Ellen legde de dekens terecht, gaf vrouw
Holz een wenk, om heen te gaan en zétte zich
voor het bed. De zieke hield krampachtig haar
vingers vast. Na een poosje opende hij de
oogen weer cn hij keek liaar aan, volkomen
bij bewustzijn. Hij bewoog de lippen, maar
hij kon geeai verstaanbaar geluid uitbrengen.
Zij schudde treurig het hoofd het-diepste
medelijden sprak uit haar trekken..
Db zieke bewoog nu de handi en die vingers.
Hij maakte teckens op de dekens, hij trek
lijnen., die letters moesten beteekenen, zij volg
de do bewegingen in gespannenoponerkzaam-
beid.
„Er moet een dokter gehaaid worden"
zij had goed geraden een uitdrukking van
groote verlichting kwam in de angstige oogen.
„Dokter Sohneller is niet thuis, Schneider
zal dadelijk möt een ander komen", antwoord
de zij.
Een dankbare blik overtuigde haar, dat do
patiënt hoorde en begreep. Zoo was dan een
middel gevondenwaardoor hij zich uiten
kou.
Na een poosje kwam de dokter, onderzocht
en gaf zijn voorschriften.
Ellen diende tot tolk tusscheu hem en den
verlamde; met groote handigheid ontcijferde
zij de teekensdie de vinger op de dekens
schreef.
„Tong zwaar, alles verlamd', behalve de
rechterhand, hoor en zie alles."
Er viel weinig te doen. Misschien ging do
aanval voorbijzoo'u verlamming week soms
na eeuige dagendat moest men afwach
ten.
„Blijft u hier?" vroeg de dokter aan El
len.
Dezen nacht tenminste," antwoordde zij.
Vrouw Holz was er erg mee tevreden zij
\Vas bang, zooals zij telkens beweerde.
Ellen gaf den patiënt een lepel bolillon cn
het drankje, dat de dokter had voorgeschre
ven.
Het. slikken ging moeilijker behoorde
handigheid en geduld toe, den lepel zóó te
houden en den zieke zoo ver op te richten, dat
de vloeistof in de keel terechtkwam.
Ellen speelde het klaar, als eene geoefende
verpleegster. Stilletjes richtte zij de sofa tot
ligplaats in voor den nacht. Maar de zieke
sliep niet en meestal zat zij aan zijn bed. De
groote, wijd geopendé oogen hadden nu een
hulpeloos smockende uitdrukking.
Don volgenden morgen kwam Leopold pas.
Hij was laat thuis gekomen, had in den nacht
niet willen storen en trok nu, bij het zien
van den toestand, de schouders op. Hij zag
er frisch gekapt, in een élégant nieuw pak
gestoken, heel goed uit en scheen heel opge
wekt gestemd.
Hij was in 't geheel niet verrast door Ellen's
optreden hij, sprak daarover ook niet verder.
Hij liet zich nauwkeurig door haar inlichten.
Ellen zag, er erg moe uit en zei zachtjes„Nu, j
lang kan deze toestand natuJurlijk niet du- I
reu, en 't zou 't beste voor hem zijn, als de
dood) hem verloste."
„tk vind het erg prettig, dat je hier een
beetje toézdet, want. men weet wel, ihoe het
bij zulke gelegenheden gaat. Zijn geld zal do
oude wel goed hebben weggesloten, zijn effec
ten zijn, zoover ik weet, bij: dén bankier eu
het testament is bij; den notaris gedeponeerd.
Dat is wel in orde; maar geef toch eeu wei
nig acht op de zaken in die kast wordt, het
zilver bewaard, en daar zij,n kostbare stuk
ken bij.
Ellen zat ineengedoken eu luisterde naar
de woorden van haar broeder, waarin geen
woord van liefdé of deelneming voor den ar
men lijder doorschemerde. Zou zij hem zeg
gen, wat zij gisteren over Suze gehoord had
Maar neen,.waarom? Het zou weinig indruk
op hem maken. Had hij wel een hart? Hij
ging een gevaarlijken weg bergafwaarts,
zei eeu stem in haar binnenste, en zij zag
geen mogelijkheid om hem te redden. Maar
met Gods liefde gaat niemand verloren. Zij
herinnerde zich de woorden van Welcord, die
hij onlangs tot haar gesproken had„Wij
mönschen moeten weten tö wachten on liefde
geven, zooveel we kunnen."
„Leopold! Je hebt den man, die daar cp
zijin sterfbed! ligt, veel te danken vorge'd
het- hem ten minste met een weinig liefde
en deelneming, hij hoort cn verstaat alles",
zei ze.
„Nu ja, ik kan hem niet gezond maken,"
antiVoorddo Loopold barsch, „en ik vers'a de
kunst niet, om als klaagvrouw op te treden.
Dan ben jij hier veel beter op je plaats!"
Hij gaf haar eeu kus, wat hij zelden deed
eu ging heen. Zij zag hem lang na, met oen
moodoloozen blik.
Met den heer Goldaui liep het echter nog
niet af. Zijn sterke natuur behaalde do over
winning; do verlamming week; hij kon
spoedig weer beide armen bewegen en een
paar minuten op zijn beenén staan, zoodat
Schneider hem van het bed naar do sofa kon
brengén.
Ook de spraak kwam terug, al lispelde hij
nog erg en al was hij moeielijk te verstaan.
•Daar het juist Paa.schvacantie was, kon
Ellen dagelijks komen. Het slikken ging nog
altijd zeer bezwaarlijkhij kon dat slechts
doen, als men hem precies de juiste houding
gaf en dat kon Ellen alleen.
Vrouw Holz had respect voor haar gekre
gen, daar zij; dien vreesolijken nacht alleen
bij mijtnheer hadj durven blijven cn zioh zoo
goed had weten te redden, ofschoon zij ca'
heel vreemd inkwam. 'tWas haar een erg
gemak, als de juffrouw kwam en alles regel
de. Dat mijnheer dit goedvond, was letterlijk
een wonder. De advocaat was soms org brom
mig; vrouiw Holz kon hij1 na het ongeval
niet uitstaan; zij mocht niet meer bij hem
komen.
Op Schneider bromde liij voortduren*!.
Dikwijls, als Ellen in do voorkamer lioed eu
mantel aflegde, hoorde zij zijn bnrsclic, nog
niet. geheel normale stem en Schneider's ge
mompel daartussohen.
Zoodra zij binnenkwam, helderde het gele,
magere gelaat van den zieke op en werd het
rustig. Hij, groette haar beleefd eu vertrouw
de zich zwijgend aan haar zorgen toe. HSj
had nog geen woord gezegd over haar onver
wachte komst en haar optreden had haar
ook niet hedlankt, maar hij söhikto zich zon
der eenige tegenkanting in al wat zij voor
schreef.
Zij had een ernstige, besliste manier van
met hem om to gaanzij heerechte hier,
alsof zo van jongs af in deze kamers thuis
hoorde, en deed alles, alsof hot Van zelf sprak.
Zij wist precies, op welke uren zij den zieke
werkelijk van nut was Vu kwam dan gere
geld, op dc minuut af.
Schneider verteldio haar dikwijls, dat dc
patient geen oog van de klok. af had, totdat
zij kwam. En. dan Werd zijn gelaat altijd
kalm.
Zij merkte niet, met welk eens belangstel
ling hij al haar bewegingen volgdeals zij
zioh zonder godruisch iu de kamer heen cn
weer bevtoog of halfluid Sultfieider haar be
sliste bevolen gaf.
Schneider bromdo en knorde dan. Een paar
lepels van het drankje kon hiy toch ook wel
ingevenhij had zijn heer nu al dertig jaar
gediend.
Maar dan begonnen dc oogen van den zieke
«wr te rollen. Hij was oen oude sukkel, zei
hij dan, zijn hand was veel té ruw cn hij wist
de lepel niet te hanteerun.
Schneider trok do schouders op en had er
ten slotte vrede mee, dat juffrouw1 Kramer
kwam.
Wordt vervolgd.