33©.
S8de Jaargang.
Maandag 13 Juni 1904.
ï£1,£.r2£ria
BUITENLAND.
FEUILLETON.
ZIJN WELDOENER.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoort f L25.
Idém franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Ad verten tien, mededeeKngen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers! VALKHOFF ft C«.
Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Groote letters naar plaatsruimte.
Yoor handel en bedrijf bestaan voordeeüge bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bg abonnement. Bene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hen, die met I Juli a. s.
op dit blad inteekenen, worden
de nummers die gedurende de
maand Juni nog zullen ver
schijnen, KOSTELOOS toege
zonden.
Politiek Overzicht
Het millioen der Karthuizers.
Den 7en Juni was het twee jaren geleden,
dat in Frankrijk het kabinet-Combes zijn
ambt aanvaardde. T'weé jaren zijn een lange
levenstijd voor een Fransch ministerie. Van
de veertig minister-presidenten, die Frank-
rijik onder do derde republiek gehad heeft,
zijn behalve de heer Combes slechts drie
langer dan twee jaren aan liet bewind ge
weest: J.ules Ferry, Méline en Waldeck -
Rousseau.
Het ministerieel© leven is een leven van
aanhoudenden strijd, in Frankrijk evengoed
als elders, misschien zelfs nog meer. Het
is eigenaardig, dat de strijd tegeai- het ka
binet-Combes niet enkel is een zuiver poli
tieke strijd. De hevigste aanvallen tegen dit
kabinet gaan niet uiit van zijne politieke
tegenstanders, maar komen van ontevreden
leden der meerderheid. Het zijn inzonder
heid leden van het kabinet-Waldeck-Rous-
seau, die in deze aanvallen op den voorgrond
treden. Telkens verwekken zij incidenten,
met de blijkbare bedoeling scheuring te
brengen in den boezem van de meerderheid
en met behulp vau de rechterzijde het ka
binet te doen vallen. Van die zijlde ging
ook in de zitting van verleden Vrijdag een
aanval uit, die op de regeering werd be
proefd. Een der ontevredenen, de afgevaar
digde Charles Bos, interpelleerde den minis
ter van justitie over een besluit, waarbij een
nieuw tarief voor gerechtskosten was vast
gesteld. Maar de aanval ging van de ge
noemde oud-ministers uit, vau wie de heer
Millerand optrad om het debat over te bren
gen op liet algemeen politiek beleid der re
geering, waarvan het verband met het ta
rief van de gerechtskosten ver te zoeken is.
Het debat had dan ook een politiek naspel,
dat uiterst stormachtig is verloopen.
De minister-president weerde den aanval
af met een persoonlijken tegenaanval. Hij
zeide „Wij zien hier 't eigenaardige schouw
spel, dat de leden van het vroegere kabinet-
Waldeck-Rousseau het ministerie moedelijk-
heden bereiden en het willen doen vallen,
hetzelfde kabinet, dat door de tegenwoor
dige ministers zoo trouw verdedigd is. Trouil-
lot, Val lé, Doumergue zij hebben voor
het kabinet Waldeck-Rousseau de bezwaren
weggeruimd, die het bedreigden, en de
steentjes verwijderd, die zich op zijn weg
bevonden. Wij hadden reciprociteit kunnen
verwachtenik begrijp niet hoe een lid van
dit vorige kabinet koelbloedig onzen val
kan aanzien Wanneer de heer Millerand
ons verwijlt, dat wij slechts bezeten zijn door
de gedachte aan de congregatiën, dan moet
ik hem antwoordenIk ontbind de geeste
lijke congregatiën, maar ik verdedig ze niet
voor do rechtbanken. (Dit was eene zinspe
ling op een geval uit Millerand's praktijk
als advocaat). Wanneer ik de congregatiën
ontbind, dan geschiedt het eenvoudig in het
belang van de republiek, eu ik verrijk mij
niet aan. hun overschot.''
Hier werd van de rechterzijde geroepen
„En liet millioen van de KarthuizersDeze
interruptie gaf aan liet debat eene geheel
andere wending. Van het tarief der gerechts
kosten was voortaan geen sprake meer; de
interpellatie daarover werd afgedaan door
een besluit, met 313 tegen 250 stemmen ge
nomen. om over te gaan tot de orde van den
dag. De aandacht werd voortaan geheel in
beslag genomen door dat millioen van de
Karthuizers, naar aanleiding waarvan de
minister-president opmerkte: ..Dteze inter
ruptie herinnert mij aan een smartelijk of
fer. Ik moest ter wille van hooger politiek
belang Millerand weet bet -het offer
brengen, af te zien van de onthulling van
deze hatelijke lastering en de bewijzen voor
mij te houden."
Dit antwoord maakte natuurlijk eerst
recht de nieuwsgierigheid wakker. Terstond
nadat de interpellatie-Bos was afgedaan,
vroeg Renault-Molière het woord, om de re-
geering te interpelleeren over de door den
minister-president afgelegde verklaring over
eene poging tot omkooping, en de Kamer
besloot, op verzoek van den lieer Combes,
die interpellatie terstond te behandelen. On
der dankbetuiging aan den interpellant, dat
hij hem in de gelegenheid stelde zich te verlos
sen van een geheim, dat hem drukte, ver
klaarde de minister-president:
„In December 1902 zeide de secretaris-ge
neraal van het ministerie van binnenlaml-
sclie zaken mij, dat hij het bezoek .ontvan
gen. had van een persoon, die hem twee mil
lioen had aangeboden, wanneer ik een wets
ontwerp indiende, dat gunstig was voor de
Karthuizers. Hij antwoordde dien persoon,
dat als hij niet uit het venster geworpen
wilde worden, 'hij hem raadde niet door de
deux van mijti kabinet te gaan.
Ik hechtte, daaraan geen gewicht, totdat
eenige maanden later, nadat het wetsont
werp om (de vergunning aan de Karthuizers
te weigeren, was ingediend, een dagblad de o
secretaris-generaal aan het ministerie van
"binnenlandsche zaken beschuldigde een mil
lioen te hebben gevraagd, om mij eene red*
te doen houden ten gunste van de Karthui
zers.
Er werd een onderzoek ingesteld. Men
hoorde daarin de verklaring van den tus-
echenpersoon, den heer Lagrave, commissa
ris-generaal op de tentoonstelling te St.-
Iiouis, die den persoon niet wi 1de noemen,
voor wiens rekening de stap was gedaan. De
minister van koophandel gaf hem per tele
graaf bevel dien naam bekend te maken. Hij,
antwoordde, dat hij hem genoemd had aan
zijn vongen chef. Toen kwam de heer Mille
rand (dat was de vorige chef) mij vragen
den naam niet bekend te maken om hoogere
politieke overwegingen.
Ik sprak over dit incident in den minis
terraad en tot den president der republiek,
<iie op de hoogte gebracht was, maar die
mij vriendschappelijk zeide, dat hij mij er
niet over had willen spreken, omdat hij
meende dat het de moeite niet waard was en
omdat hij er volstrekt geen waarde aan
hechtte.
De heer Renault-Molière. De gegeven in
lichtingen zijn onvoldoende; de minister
president is verplicht ons den naam te zeg
gen.
Do heer Combes. Het staat aan hem, die
mij gevraagd heeft er niet over te spreken,
den naam te noemen.
Do heer Renault Morlière. Het past mij
niet te zeggen, van welke zijde de naam
moet komen. Maar wij moeten hem weten.
De heer Millerand. De minister-president
heeft gezegd, dat ik hem had opgezocht om
hem te zeggen, dat ik het gedrag en de ver
klaring van mijn vroegeren ondergeschikte
volkomen goedkeurde en dat de redenen, die
hem hadden doen handelen, onze handel
wijze moeten bepalen. De minister-presi-
kan van meening veranderd zijn. Ik niet, eu
ik zal nooit een geheim openbaren, dat ik
slechts ken op grond van mijne vroegere
functiën van minister van koophandel."
Dit antwoord heeft, zooals men ziet, nog
niet voldoende licht ontstoken. Maar nu een
maal de nieuwsgierigheid geprikkeld was
wilden allen er meer van weten. En zoo werd
eenstemmig besloten, dat aan eene commis
sie zal worden opgedragen d© zaak te onder
zoeken. Mengen zal die oommissie in de af-
deelingen benoemd worden.
In afwachting daarvan omschrijft de Par
rijsche correspondent van de Köln. Ztg. het
politieke resultaat van dezen dag en van de
over de interpellatie-Bos gehouden stemming
aldus„De overwonnenen in deze stem
ming zijn niet de oppositie, maax de dissi
denten van het „bloc", van wie de aanval
was uitgegaan, en inzonderheid Millerand.
Voor hem compliceert zich de politieke neder
laag met de nog te verwachten moreel© af
rekening over zijne rol in de poging tot om
kooping. Het kabinet-Combes kan hierna
echter voorloopig getroost weer de toekomst
tegemoet zien. Kenschetsend is, dat. alle leden
van het kabinet-Waldeck-Rousseau in de
Kamer, namelijk Baudin. Caillaux, De La-
nessan en Leygues, den heer Millerand bij
zijn aanval steun verleendenook Doumer
en Lockroy sloten zich bij hen aan. En toch
brachten deze generaals het slechts tot een
gevolg van 17 stemmen, die zich als dissi
denten van het „bloc" bij hen aansloten en.
zich met de oppositie vereenigden. Het
kabinet Waldeck-Rousseau kan men dus als
voor goed afgedaan beschouwen, en de meer
derheid van de republikeinen st^at en blijft
onder het toeken van het „bloc" en van zijn
clericalen strijd."
Engeland.
De minister voor Indië Brodrick ver
klaarde in het. lagerhuis, in antwoord op
eene daartoe strekkende vraag, dat de regee
ring niet van plan is een bijzonder gezant
schap naar Kaboel te zenden.
Zwitserland.
De juiste naam van den man die den
moordaanslag op den Russisohen gezant te
Bern heeft, gepleegd, is Jan Iinicki. Hij be
schouwt zichzelf als een slachtoffer van Rus
sische willekeur en schijnt aan vervolgings
waanzin te lijden. Verleden jaar was hij naar
Darmstadt gegaan, om den Czaar zelf over
zijne belangen te spreken.
Iinicki is vroeger Russisch officier geweest,
maar thans Turksoh onderdaan. Te Weenen.
waar hij ook lang heeft gewoond, lag hij
dikwijls overhoop met. de overheid en is er
wegens huwelijkszwendelarij tot tien maanden
gevangenisstraf veroordeeld. Bij do toen ge
voerde prooessen kwam uit, dat hij uit Dene
marken gezet was, omidat hij ook daar be
proefd had, den Czaar te naderen. Toen de
Ozaar indertijd te Weenen vertoefde, was
Iinicki door de Weenscho politie tijdelijk uit
de stad verwijderd.
De gewonde gezant heeft een goeden nacht
gehadkoortsversaliijnsel en hebben ziah niet
voorgedaan.
Balkan-Staten.
Betreffende de vaststelling van de Donau-
grens tusschen Rumenië en Bulgarije heeft
de Bulgaarsche regeering de voorstellen van
Rumenië aangenomen. De grenslijn is vast
gesteld: om de tien jaren zullen eventueele
veranderingen van het riviergebied worden
opgenomen. Vijf Rumeensdie eilanden gaan
over aan Bulgarije en acht Bulgaarsche eilan
den aan Rumenië.
Do Bulgaarsche agent te Konstantinopel
heeft namens zijjne regeering aan do Porie
stellige verklaringen afgelegd, volgens welke
onverwijld in Bulgarije de strengste maat
regelen zullen worden genomen om de ver
zending van ontplofbare stoffen van daar naar
Turkije tegen te gaaai. Daar hot vaststaat,
?lat het pakket naar Gewgheli uit Bulgarije
verzonden is, zal de Porte op verlangen van
de Bulgaarsche regeering aan deze de vracht
brieven overgeven, om te beproeven door het
schrift op het spoor van den misdadiger te
komen.
Do vertegenwoordigers te Sofia van de bin-
nenlandsche Macedonische organisatie heb
ben eene verklaring openbaar gemaakt, waar
in zij elke deelneming van de organisatie aan
den aanslag op den spoorweg bij Gewgheli
ben stelligste ontkennen.
In de regeeringskringen te Sofia wordt de
dynamiet aanslag van Gewgheli zeer scherp
veroordeeld. Men zegt daar, dat deze aanslag
geschikt is de pas tot stand gekomen goede
verhouding tusschen Turkije en Bulgarije te
bederven.
Een keizerlijk iradé vergunt aan Hongarije
de overbrenging van het in de Grieksche
kerk van Roderto ter aarde bestelde stoffelijk
overschot van den nation al en held Rakoczy
naar Hongarije.
De Politisch Correspoiadenz berichtDe
Servische regeering heeft in de kerkelijke
kwestie besloten, van het patriarchaat auto
nomie te verlangen voor de Servische kerk
in Turkije, derhalve ongeveer hetzelfde,
waarop de Kutzowalachen voor zich aanspraak
maken. Er zullen kleine Servische kerkelijke
gemeenten opgericht warden, die in de leer
vau het patriarchaat afhankelijk blijven,
maar in hun inwendig bestuur geheel zelf
standig zullen zijn. Gelijktijdig zal het. aan
tal Servische bisschoppen in Turkiie verhoogd
worden.
Turkije.
Eene mededeeling van de Porte aan de
.gezanten van de entente-mogendheden houdt
in, dat de laatste spoorwegaanslag door eene
helse he machine veroorzaakt is. De machine
is geborgen geweest öf in eene als een bezen
ding boter gedeclareerd© kist, of in eene
kist, die gedeclareerd) was als bevattende boe
ken.
De gezanten van de entente-mogendheden
hebben bij de Porte stappen gedaan om te
bewerken, dat de op de uitvoering van de
hervormingen doelende interventie van hunne
Macedonische consuls, die van goede uitwer
king is geweest, in haar vollen omvang blijft
bestaan. In den laatsten tijd willen de auto
riteiten in de vilajets deze interventie ont
duiken, waarbij zij zich beroepen op eene
door de Porte uitgevaardigde dionstinstructie,
volgens welke alleen de civiele agenten tot
interventie bevoegd zijn. Verder verlangen do
gezanten van de entente-mogendheden een
gewaarmerkt afschrift van de met do Banquo
Ottoman© gesloten overeenkomst betreffende
het jaarlijksche budget van dc Macedonische
gendarmerie.
Volgens geloofwaardige berichten uit par
ticulier© bron geven de jongste gebeurtenis
sen in het district Sassoen. aanleiding tot ern
stige ongerustheid.
in toonstelling met do verklaringen ran
de Porte melden deze berichten, dat de
revolutionnaire herweging met veel bloedver
lies onder de bevolking onderdrukt werden.
De Fmnsche en Engelsche gezanten Con
st ans en O Uonor drongen bij de Porte aan
op ataiung van de vervolging der Armeniërs.
Marokko.
Staatssecretaris Hay heeft den Amerikaan-
schen consul te Tanger per telegraaf de in
structie gegeven dat hij niets moet doen wat
de Vereenigde Staten zou kunnen binden
om in eenig opzicht aan de Marokkaansche
roovers straffeloosheid tc verzekeren, of wat
zou kunnen worden aangemerkt alsof de Ver-
eenigde Staten roof en afpersing in Marokko
als rechtens bestaande erkennen.
Uit Tanger wordt aan.' de imiee berichtEr
'bestaat een goed) georganiseerd complot door
geheel Marokko ten gunste van de afzetting van
den Sultan Het heeft niets gemeen met den
Laatsten opstand, maar is opgekomen onder
de godsdienstige beschaafde standen en wordt
gesteund door veel personen van betee-
kenis. De omwenteling is op touw gezet voor
dat de Engelsoh-Fransch© overeenkomst be
kend was, maar het sluiten van die overeen
komst heeft de beweging versterkt, omdat
de Sultan nu beschuldigd wordt ziju land
aan Frankrijk .te verkoopon. De Sultan weet
van het complot; hij zal waarschijnlijk ge
noodzaakt zijn Fez te verlaten, in welk ge
val hij waarschijnlijk naar Tanger zal gaan.
Midden-Amerika.
De Amerikaansche admiraal Sigsbee heeft
uit Monte Christi naar Washington geseind:
Alle havens van Sint Domingo zijn nu voor
den handel geopend. De revolutie is geëindigd.
Zuid-Amerika.
Het geschil tusschen Brazilië en Peru is
in het stadium van vreedzame oplossing ge
treden. Men spreekt van een gemengd be
stuur, dat zal worden ingesteld voor het Acre-
gebied, waarover het geschil loopt.
De oorlog in Oost-Azië.
Officieel wordt aan den Pctersburgschon
correspondent van het „Berl. Tagebl." ver
zekerd, dat alle beweringen dat de leiding
van den oorlog berust in Petersburg, onjuist
zijn. Integendeel worden Kocropatkin's be
velen uit het Oosten te Petersburg opgevolgd.
Uit Petersburg vertrekt geen enkel bevel.
Alexejew is ondergeschikt aan Koeropatkin,
ook in civiele aangelegenheden, terwijl hij
in militaire quaeeties niets te zeggen heeft.
Daarmee is dus do onjuistheid aangetoond
van een zitting van. den oorlogsraad ondor
voorzitterschap van den Czaar, die Koero
patkin een beweging tot ontzet van Port Ar
thur zou opgedragen hebben.
Over den oorlog zijn de volgende berichten
Petersburg12 Juni. (11.50 's avonds.) Er
loopen hier geruchten, dat voor Port Arthur
een groote zeeslag geleverd is. Twee groote
ROMAN
43 TAN
ALEX. RÖMER.
Hij had mevrouw Rose gegroet en stond
nu naast Ellen.
„Goed, dat ik u ontmoet," zei kijk 2011
anders vandaag bij u zijn gekomen. Ik was
gisteren in bet ziekenhuis en heb onze be
schermelinge gezien en gesproken. Ziji ia veel
beter; zij gaf sterk haar verlangen naar u
te kennen. Gaat u niet eens naar haar toe?"
„Zeker, vandaag nog," riep Ellen uit.
„Welken indruk heeft bet meisje op u ge
maakt,'' vroeg zij vol spanning.
Hij'i glimlachte, zijn eigenaardigon, harte
lijke n glimlach.
„Zalig zijn dc rednen van hart," antwoord
de hij.
Angelita schikte de rozen in een vaas. Hij
trad) snel op haar toe.
„Angelita, je bent mild1 en deelt graag iets
meê," zei hij| guitig, „geef mij een paar van
de rozen terug."
Hij greep een paar van do mooiste, schikte
ze in zijn hand en reikte ze aan Ellen. ;,Voor
u en de zieke."
De blik, waarmee hij deze woorden deed
vergezeld gaan, joeg haar een kleur aan. Zij
nam de bloemen, dankte hem en nam spoe-
dig daarop afscheid.
Zij besloot dadelijk naar Suae te gaan. Zij
was weemoedig gestemd) bij de gedachte aan
dat weerzien, en toch verheugde het haar,
dat Suze op Welcord een goeden indruk bad
gemaakt. Het antwoord, dat hij) op baar
vraag had gegeven, was weer juist iets voor
hem.
Zij had d© rozen in de hand en ademde
de heerlijke geur in. Voor zijl er aan dacht,
was er een traan op gevallen. Hij had ze
niet voor haar gekozenzij had slechts een
deel ontvangen van den rijkdom van een
ander dat waren slechte gedachten en zij
was boos op zich zelf. God beware mij voor
dwaze gedachten, mompelde zij.
Zuster Corduila, dezelfde, die toen dien
nacht waakte en haai' in haar feesttoilet ge
houden had voor de vrouw van haar metge
zel, bracht Haar naar No. 17, waar Suzc in
een vriendelijk, zonnig kamertje, dat op den
tuin uitzag, voor het venster zat. Zij zag
er bleek uit. Zuster Oordlula had Ellen: on
derweg reeds verteld, dlat het gevaar gewe
ken/ was. Door dé vele aandoeningen en het
harde loepen was hier of daar een adertje
gesprongenhet sterke bloedverlies had de
diepe bewusteloosheid en de langdurige zwak
te veroorzaakt. Zij' moest nog erg oppassen,
maar zou toch geheel genezen.
Suze stond op toen Ellen binnenkwam, en
een diepe blos kleurde haar teer gezichtje».
„Juffrouw Kramer", het scheen haar
moeite te kosten dien naam uit te spreken
zij zonk in haar stoel terug en verborg lraar
gelaat in haar zakdoek.
Zuster Cordula had zachtjes de deur dicht
gedaan en de meisjes alleen gelaten.
Ellen trad' op Suze toe. „Suzelieve, arme
Suze. Wat ben ik blij dat je hier opgenomen
bent."
Haar toon was heel hartelijk.
Suze nam den zakdoek van iiaar gelaat
weg en zag haar door tranon aan. „Hebt u
dus nog aan mij gedacht, nu en dan?" fluis
terde zij.
„SuzeNoem mij toch bijl den naam even
als vroeger. Ik blijf een zuster voor je, al is
ook nu daarover spreken w<e niet. Ik had
me veel eerder met je moeten bemoeien en
onderzoek moeten doen naar je verblijf. Ik
wist dat je alleen stond in de wereld. Wat
zal je geleden hebben
Suzc knikte treurig, hielp Ellen hoed eu
mantel afdoen en verzocht haar te gaan zit-
teu.
„Ziet u, zie je zij verbeterde zich
zelf eu een weemoedig lachje verhelderde
haar uog altijd fief gezichtje, „hoe aardig ifc
het hier heb. Mijnheer Welcord betaalt alles
voor mijn verblijf en heeft mij in de eerste
k'as doen opnemen. Dit benauwt mij, want
ik zie geen kans hom die uitgaven terug te
gevenik weet nog in het geheel niet wat
er van mijl worden inoet" zij zag er uit als
een hulpeloos kind „maar het was heerlijk
dat alleenzijn", voegde zij: er bij. „In de eerste
klas heeft men zijn eigen kamer."
„Heb daarover in 't- geheel geen zorg,
Suze", riep Ellen. „Mijnheer Welcord is heel
rijk on heel goed."
„Je bent met hem verloofd, niet waar,
Ellen? Zuster Cordula meende eerst dat jelui
al getrouwd Was."
„Onzin, Suzo!"
Ellens gelaat waa donkerrood, tot achter
d© ooren. „Ik heb mijtoheer Welcord kort
geleden leeren kennenhij is heel vriendelijk
en beleefd, maar nader dan ieder ander sta
ik hem niet."
„O, hoe jammer!" Suze zag er verschrikt
vilt en scheen, bang te zijn iets ongepast te
hebben gezegd. Zij keek verlegen voor zich.
Ziji was nog hetzelfde kindi van vroeger
en zijl was onbesmet gebleven. Zalig zijn de
reincn van harte.
„Vertel mij nu eens, Suze, hoe het je ge
gaan is", vroeg Ellen, „alles, hoor! Wat
bracht je dien nacht tot zoo'n vertwijfeling?
Waarheen wou je vluchten? In het moer?
Arm kind! Ik begrijp, dat je erg moet heb
ben geloden, maar er lagen jaren tusschen je
groote smart en nu."
Suze haalde diep adem en zag er verslagen
uit.
„Als het je te veel aandbet en je nog niet
veel praten raag, doe het dan niet", zei Ellen
snel.
Suze schudde het hoofd. „Otoen ik hoordo
dat jij het was die me hier had gebracht, heb
ik vreeselijk naar je verlangd. Ik moet ik
moet je alle9 vertellen. Zie je, toen Leo niet
meer van me hield en me verliet, toen werd
het duister om mij heen en ik dacht, dat ik
sterven ging. Ik weet het nu al lang, dat men
niet sterft van verdriet en veel verduren kan.
Ik ben veel wijzer geworden, Ellen."
Dit klonk bijna komiek. Ellen hield haar
kleine magere hand vast en'streelde en lief
koosde die.
,,Ik weet nu ook, dat ik het Leo niet zoo
kwalijk nemen kan. Ik pasto niet biji hem
en ik Was heel lichtzinnig, om zoo'n geheim
engagement aan te knoopen, zonder mede
weten van mijn vader. Daarop moest dit alles
volgen. Zie, toen vader dood in huis werd
gedragen en ik vol ontzetting naast zijn lijk
stond en hem zag buiten voor het ven
ster o God!Toon was ik blij onder al het
verschrikkelijke, eu de vreugde over zijn
tegenwoordigheid was grooter dan de smart
om den doode.
„Later heb ik gevoeld welki een zware
zoude dit was. Hij trok zich terug en ver
dween en ik zag hem nooit weer.
„Aan den tijd daarna durf ik niet den
kon; ik geloof dat ik niet goed bijl
verstand wasik dacht er maar steeds over.
hoe ik mij uit do Wereld kon helpen en was
toch te laf en to onhandig, om bet te doen.
Toen is Ëlly gekomen.
„Elly Helmke. Ik zal haar dankbaar zijn
tot in alle eeuwigheid, Want zij was vol me
delijden en wou mij goeddoen. Maar
„Maar Suzo, je past niet bij haar, en je
hebt je in baar omgeving heel ongelukkig ge
voeld", vulde Ellen aan.
Suze knikte. „Het was verschrikkelijk",
zei ze zachtjes. „Elly", zij aarzelde alsof
zij moest nadenkendan ging zij voort„Zij
is Diet slecht. Zij neemt bet leven niet zwaar
oj) en geniet van alles, zonder er bij te den
ken. Zij lacht on schertst met de hoeren, tot
ik mij schaamde en bang werd ik begrijp
hot met, ik ben te dom. Wat heb ik niet
alles moeten doen zingen in het koor op
het toonecl, ik stierf van angst en het vree-
selijkste Was achter de coulissen. Ik voeldo
dat ik niet thuis was in di" kringen.
Wordt vervolgd.