f LA VITA NUOVA. V. 343. Eerste Blad. 8de Jaargang Zaterdag 25 Juni 1904. r m BUITENLAND. FEUILLETON. GRAAF W. 62. AMERSFOORTSGH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: 1 P« 8 maanden roor Amersfoortf 1.85. Idem franco per post- 1.75. JLWonderlijke nummers- 0.05. -I Oeae Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. - Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utiechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN Tan l«r5 regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald advèrteeren in dit Blad bij abonnement. Béne circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. it Aan hen, die met I Juli a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die gedurende de maand Juni nog zullen ver- .schijnen, KOSTELOOS toege- zonden. Een lied van Liefde. „Al mijn gedachten zijtu dei- liefde gewijd.'' DANTE. Waar het in 't algemeen golden lcaai van "de grooten van ons geslacht, dat ziji gevormd -werden door, en hun beteekenis dankten aan ld en tijd in, en de omstandigheden onder -welken zij leefden, daar zeer zeker is net ook "en allermeest waar met betrekking) tot den jinan, van wien gezegd is, dat van de later le- —vendeu tot op zekere hoogte slechts een jdjrötho in zijn schaduw kon staan. 41 Die man was Dan te Aligkieri, levende in "den tijd, in welken do juist geëindigde kruis- - tochten den geest des mieuschen machtig "hadden aangegrepen,, zoon van het zonnig -Italië, waar üe poëzie en de wijjshedd der "^klassieke oudheid sinds de dagen der Romei- -iiien onafgebroken was onderhonden, poëzie en wijsheid, die ten eeneu male ten Noorden ïlder Alpen ontbrak. J Dante (eigenlijk Durante) werd in 1265 te Florence geboren, aan zijn opvoeding werd ngoede zorg besteed, en hoewel vooral de taal studie hem aantrok, kan gezegd, wórden -dat „Dante zich op elk gebied, waarop het "geestelijk leven der middeleeuwen zich. be- ^woog, heeft betoond de geest te zijn, cue haar 'leidende gedachten samenvatte in het groot- -ste werk, waarvan de wereld te spreken heeft." Het lag niet in mijn bedoeling voor be dden stil te.staan bij die machtige schepping van dit groot genie, de „vJommedia" la stere vereerders van den dichter voegden er -het epitheton „divina' aan toe die in 11472 voor het eerst het licht zag en sedert' -in tal van herd nikken in allerlei talen ver- j; scheen, evenmin als 't mij te doen is om te spreken van het door hem ingenomen stand punt met betrekking tot den strijd zijner da- ;gen, noch over den politicus, noch over den "theoloog weid ik hier uit. Alleen wil ik. dit nog opmerken, hoe het nl. Dante geweest is, die krachtig gestreden - heeft voor de vrijmaking van de taal van zijin land, die de doode latijusehe taal ver bannen heeft uit net verkeer met de leven den, en hoe Dante het was door wien in meer dan één opzicht tegen het einde der middeleeuwen Italië geworden is de bakermat der nieuwe beschaving. Algemeen bekend is deze groote Floren- tijner als de dichter van het- zooeven genoem de, ongeëvenaarde meesterwerk, maar be trekkelijk weinigen kennen hem als zanger van een tweede Hooglied, een lied van Lief de, 't laatste woord in den hoogsten en edel- sten zin te verstaan. La Vita Nuova-, een verzameling van on vergetelijk teedero en innige sonnetten en verzen, telkens verduidelijkt door mis schien deels overbodige mededeelingien in proza.. Het is hier, dat deze oudste en grootste Italiaansche dichter, schepper der Italiaan- sche taal, in elk woord getuigt van zijn tee- dere liefde voor de sohoone Beatrice, een liefde, aan welke al het zinnelijke vreemd was, een goddelijke liefde, die onzen Vondel tot voorbeeld moet hebben gediend, toen hij de in schoonheid onovertroffen versregels dichtte, zingende van „die liefde, stereker dan de dood". Daai- zijn er geweest, die het vermoeden geopperd hebben, dat Beatrice misschien nooit werkelijk bestaan heeft, maar dat de dichter zich slechts van dien naam bediende bij het schetsen van zijn ideaal. Maar daar voor zijn de woorden to innig, daarvoor is het gevoel te diep. Men leze slechts hoe Dante in „het nieuwe leven de geschiedenis van zijn liefde verhaalt, een liefde, zóó groot, zóó machtig, dat hij geen weerstand kon bieden aan den drang, haai* in liederen te bezingen al zijn gedachten waren aan haar gewijd, heel zijn ziel was van haar ver vuld daarom zegt hij „het is de liefde, die mij ziendt, zijl is het, die mij gebiedt te spreken." Het was op den eersten. Mei van heb jaar 1274, dat hit voor de eerste maal ten huize van den edelman Folco dei Portinari diens dochter, de negenjarige schoone Beatrice ontmoette, die eer aan een engel dan aan een menschenkind deed denken. En gelijk eens Orestes t*t Pylades sprak: „toen ik u ontmoette, begon ik eerst waarlijk te loven", zoo kon Dante zeggen, dat voor hem met het ontmoeten van Beatrice aanving „het uieuwo leven". Na negen jaar, over welk tijdsverloop de dichter zwijgt, ontmoet hij andermaal het hemelsoh kind, nu eien schoone jonkvrouw, om thans voor 't eerst baar stem te hooren. Een onuitsprekelijke zaligheid deelt zich aan hem meê, van nu aan wordt heel zijn den ken door de liefde in beslag genomen. Zoo gebeurde het, na verloop van eenigen tijd, toon een smartelijke ziekte den dichter had aangetast en de gedachte aan het ver gankelijke des levens hem oen angstigen droom bezorgde, dat hij zich inbeeldde, dat Beatrice gestorven was, ja, hij zag het lijk zijner gelieide, een zalige uitdrukking op het gelaat als wilde zij zeggen„ik ben op weg om de bron van allen vrede te vinden.' Snikkend ontwaakte lnjhoe had1 hij om harentwille geleden En zij verdiende die liefde; allen, die haaf zagen, noemden haar een engel des hemels, haar schoonste sieraad was haar eenvoud en haar bescheidenheid, alle ijdelheid was haar vreemd. Helaas, de teerste bloemen worden liet eerst geknakt. De negenden Juni 1290 ver liet zij deze aardehoe eenzaam en ver laten was de stad „Ach, mijn oogen zoo zingt Dante hebben veel geleden door heete sm artetra- nen, biji dag en nacht geschreid. Kom, Dood, kom, maak een einde ook aan mijn leven I Hoe kan ik benijden ieder, wien het ver gund werd te sterven!" En kwam daar later ook een oogeublik, waarin het scheen, dat hij troost zou vinden in zijn smart, troost bij eene, die hem ver schenen was als 't innigst medelijden, en die hem tegemoet gevoerd scheen door geen an der dan de liefde zelf, deze troost kon dé zijne niet wezen. Daar verschijnt hem de zalige Beatrice, en met den aanblik zijner geliefde komt over hem een machtig berouw„Neen, de van schaamte roodgekreten oogen, zij kennen voortaan geen anderen weaisoh, dan blijk te geven van diepgevoelde smart des harten, het hart. waar onuitwisbaar steeds geschre ven blijft de zoete naam van haar, die mij te vroeg werd ontnomen." Toovc-rkracht gaat uit van deze zangen der liefde gewijld, een ganscli eenige beko ring, alleen reeds daarom dat de hier neer geschreven woorden komen uit het hart en tot het hart spreken, anderen voor waarach tige liefde en deugd, ontgloeiend. Dante lieeft bewezen meester van de taail te zijn, maar meer nog was hij meester van liet gemoed.. Daar gaat bezieling uit van zijn woord, omdat lui zelf kende het heerlijk zieleleven, dat in de liefde is, de reine, de kuische, die van goddelijken oorsprong, dia onsterfelijk is. Zulke liefde, gelijk Schiller zong, maakt dëu hemel bemelseher en de aarde tot een hemelrijk. F. W. DRIJVER. Politiek Overzicht- Koning Eduard Vil in Duitschland. Koning Eduard VII van Engeland vertoeft than's te Kiel, om als gast van den Duitschen Keizer de watersportfeesten bij te wonen, die daar nagenoeg eene gansohe week tot den 29en dezer, gehouden worden. Als inleiding tot deze feestweek heeft Keizer Wilhelm te Cuxhaven eene rede gehouden, die den lof verkondigde van de solidariteit der volken. Die doet zich golden op het gebied van de sport, maar geh kkig niet op dat gebied al leen. Het solidariteitsgevoel heeft een bree- deren grondslag, dan een zeil- en roeiwed- strijd verschaffen kaaidaaraan dacht ook de keizerlijke redenaar, toen hij gewaagde van den koopman, den industrieel en den landbouwer, die 't aan deze solidariteit heb ben te danken, wanneer zij zich in rustigen arbeid voortdurend kunnen ontwikelen. Bij eene ontmoeting tusschen de gekroonde hoofden van het Britsche en het. Daitsche rijk is t. natuurlijk, dat men in de eerste plaats denkt aan de solidariteit tusschen dez° twee natiën. Dat er .:i dit opzicht nog heel- wat zou zijn te erbeteren, straalt door zoo wel in de welkomstgroeten, die aan Koning Eduard bij zijne komst in Duitschland wer den gebracht door de Duitsche pers, als in de beschouwingen, waarmee de Engclsche pers hem bij zijn vertrek uitgeleide heeft gedaan. Zoo erkent de Köln. Ztg., dat de verhouding nu anders is dan in 1898, toen Chamberlain den lof verkondigde van eene goede verstand houding tusschen het Angelsaksische en het Teutonische ras en uitsprak, dat die voor den wereldvrede meer zou bet eekenen dam de vereeniging van legers. Zij is van mee ning, dat er vermoedelijk neg menige zeil wedstrijd in Kiel zal worden gehouden, voor dat men in Duitschland rn Engeland, zooals destijds deze Britscke staatsman deed, elkaar wederkeerig ten aanhoore van een ieder zal kunnen en willen herinneren aan de bestaan de gemeenschap van belangen en rasverwant schap. „Misschien echter draagt reeds deze ontmoeting tusschen de beide heerschers er toe bij om voor de verstandhouding den weg te effenen, en in dien zin hopen en wenschen j ook wij, dat de ontmoeting te Kiel politieke vruchten moge doen rijpen. Wanneer wij i de teekenen des tijds juist- verstaan, dan is in Duitschland de gevoeligheid zóó ver ge- I daald, dat zulk eene poging kan worden be proefd. Is dan de draad eenmaal aange knoopt., dan zal bet dc taak van de openbare meening zijn om, tot b t inzicht gekomen van het kwaad, dat is aangericht, en in het bewustzijn van de verantwoordelijkheid, die op haar drukt, met takt en zorg er voor te waken, dat hij niet weer breekt. Dat past voor hier gelijk voor ginds." Dezelfde gereseveerde toon klinkt in de beschouwingen van dc Engelsche bladen. De Standard schrijft, dat niets de Britsche natie aangenamer zou zijn, daai het opkomen van eene vriendelijker stemming in de Duitsche politieke kringen te kunnen waarnemen. Tusschen de beide volken heeft nooit eene ernstige of blijvende verbittering bestaan. Wanneer de Engelsclien met voldoening de deelneming van hun Koning aan de feeste lijkheden te Kiel beschouwen, elan is dit om dat dit bezoek een indruk zal achterlaten, die den vrede cn de wederzijdsche welwil lende gezindheid dienstig is. De Daily Telegraph zegt, dat de ontmoe ting te Kiel op zich zelf geen verandering lcain brengen in den wezenlijken aard van de betrekkingen tusschen Engeland en Duitsch land, maar wel den toon tusschen de beide volken kan verbeteren. De Daily Mail schrijft„Wij twijfelen niet aan eene harte lijke ontvangst van den Koning in Duitsch land, maar de Duitsche en de Britsche poji- tiek staan afgezonderd van elkaar en of schoon iedere aan onzen Koning door het Duitsche volk bewezen attentie ons welkom zal zijn, zullen wij zulk ee ne houding aan geen andere oorzaak dan de internationale beleefd heid toeschrijven." Het hoofdorgaan van de oppositie, de Daily News, drukt groot wantrouwen uit in het Duitsche politiek beleid, maar meent toch, dat er één weg is, waarop men van Engelsche ziide zich daarmee kan vereenigen. Dat is de weg, die is aangewezen door de overeen komen met Frankrijk en met Italië, welke vatbaar zijn vcor onbepaalde uitbreiding. „Wij zien geen reden, waarom de positieve vredespolitiek, die door Koning Eduard en president Loubet is ingeleid, niet zou worden uitgebreid tot de betrekkingen van Groot- Brit tannië en Duitschland. en wij hopen dat iets van dien aard moge voortvloeien uit Koning Eduards bezoek." Duitschland. De Koning van Engeland is gisteren tegen 11 uur 's avonds te Brunsbültol aan boord van het jacht Victoria and Albert aangeko men. Het koninklijke jacht, dat door eenige Engelsche oorlogsschepen begeleid werd, bracht in de sluis den nacht door. Het tot dusver slechts geparafeerde, d. w. z. door de met het voeren van de onderhan delingen belaste gemachtigden onderteekonde Duitech-Belgische handelsverdrag is thans definitief onderteekend namens de beide re- geeringeu door den Duitschen gezant te Brussel en den Belgischen minister van bui- tenlandsche zaken. Dit is het eerste handels verdrag, dat tot- stand gekomen is op grond van het nieuwe Duitsche tarief van invoer rechten. België. De Etoile Beige spreekt het bericht van de Times tegen, dat melding maakte van ii ondertee kening van een Nederlandsch-Bel gisch verdrag, die eergisteren zou hebben plaats gehad. Frankrijk. De Senaat is begonnen met de behandeling van het wetsontwerp tot afschaffing van bet congregatie-ouderwijs. Van de rechterzijde werden voorstellen gedaan tot verdaging van de discussie, hetgeen met groote meerder heid varworpen werd. In den loop vau deze discussie werd opgemerkt, dat het bestaan van het ministerie bedreigd was. De minister president Com-es antwoordde, dat het nrnis- terie de republikeinsche meerderheid van ue beide Kamers vertegenwoordigde en dat deze meerüerheid steeas eensgezind was in de bestrijding van het clericalisme en het nationalisme. Niet voor 't eerst werd thans de val van het ministerie aangekondigd, maar welk ministerie er ook aan het be wind was, men kon ei- zeker van zijn, dat de meerderheid tot het einde van de zittings periode zou volharden uij hare politiek. Nadat de verdaging was verworpen, word door do regeering en de commissie de ur- gentverklaring verlangd, waartoe met 167 tegen 110 stemmen besloten werd. In 't. bijzijn van den Koning, de ministers cn het gemeentebestuur is te Rome in do villa Borghese een marmeren gedenkboeken van Goethe onthuld, een geschenk van den Duitschen Keizer als herinnering aan den tijd, dien Duitschlands grootsten dichter in Rome heeft doorgebracht. De Duitsche ge zant, graaf Monts^ droeg het monument over aan den burgemeester van Rome, waarna deze en de minister van onderwijs Orlando in geestdriftvolle redevoeringen den dichter van den Faust huldigden. Spanje. De regeering heeft bij den Senaat de met het Vaticaan gesloten overeenkomst over de congregatiën ingediend. De overeenkomst waarborgt hen hunne tegenwoordige rechts positie, maar onderwerpt hen voortaan aan de betaling van de rijksbelastingen voor hun vermogen en hunne industrieele bedrijven. Nieuwe kloosters en nieuwe orden mogen slechts, met goedkeuring van do kerk en van do regeering opgericht, worden. Kloosters, die minder dan twaalf leden tellen, worden met grootere inrichtingen vercenigd, uitge zonderd scholen en ziekeninriebtingen. Vreemdelingen mogen slechts orden stichten na voorafgegane naturalisatie. Rusland. Het onderzoek naar den moordaan- slag op gouverneur-generaal Bobrikow is, op lievel van den Keizer niet aau de Finlandscho rechterlijke autoriteiten, maar aan den rechter van instructie van de rechtbank te Petersburg ouder toeziaht van den procureur-generaal en het hof van appèl aldaar opgedragen Nadat het onderzoek in deze zaak is gesloten, zal de Keizer beschik kingen nemen over wat verder in deze ge- hcele zaak moet worden gedaan. Uit eene levensbeschrijving van generaal Bobrikof, den vermoorden gouverneur-gene raal van Finland, releveeren wij een ken schetsend incident, dat voorviel tusschen den gouverneur en kolonel Scbauman, een oom van den moordenaar. Scbauman was bevel hebber van het regiment Finsche dragonders, met het batalj-n scherpschutters de conige troepenafdeekiig die na do invoering van de nieuwe legerwet nog van K', nationale leger overbleef. Tijdens een bezoek, dat Bobrikof aan den kolonel bracht, vroeg hij bem, wau- neer de beëediging van do recruten plaats I had en merkte tegelijkertijd op, dat deze j moest plaats vinden volgens het formulier, I dat geldig was vo het geheele Russische rijk. Do kolonel antwoordde, dat men in Fin- R OMAN 3 VAX MdRITZ VO* RZICBENBACH, OOR LIERMAN LINO. Op aandrang van Edwtird begaf de fami lie zich aan tafel, waar nog lang en breed de voordeelen van het voorgenomen liuwe'^K werden uitgemeten, dat is te zeggen, bijna uitsluitend door de dame des huizes, want „papa" was te midden van zijn gezin nooit bijzonder spraakzaam en Edward hield met een spottend lachje om den mond voorna melijk zrjo zuster m 't oog. Wat Wauda be treft, zij luisterde slechts met een half oor naar de lango redenaties van haar moeder, hier en daar met wijze lessen gekruid, en dacht in stilte, hoe zij, toen zij; op 't buiten goed bij, Hertha Egdoff was gelogeerd, ge tuige waa geweest van de thuiskomst der oudste zuster, die met haai- man van 't hu- uelijiksreisje terugkeerde. Het was een heer lijke zomerdag. Het jonge paar, zooals /ij het in 't park had gezien, omgeven door 't groen, tussolicn welriekende rozen, met het gezang der vogieleu boven hun hoofden, verscheed in haar herinnering als een visioen van jeugd, geluk en liefde, en dat was iets zee geheel anders geweest, dan wat men hier een goede partij en een gelukkig huwelijk noemde. „Waarom lieeft Anna den officier, dien zij Jiefkad, niet getrouwd?" vroeg Wanda, die opeens uit haar droom ontwaakte. Ed ward begon hartelijk te lachen. „Ge hebt immers uit haar eigen mond ge hoord, kind," verklaarde mama, „dat zij zich zoo wil opschikken en dat zou met een lui tenantsinkomen toch niet mogelijk zijn ge weest." „Ja, zij wil 't nu, omdat zo niet van haa- aanstaanden man houdt." „Zie eens aan, wat een verstandige rede- neeriug! Maar om u do geschiedenis niet »i te romantisch te doen voorstellen, zal ik er u maar dadelijk bij vertellen, dat die mooie luitenant, ua Anna het hoofd tamelijk op hol te hebben gebracht, er op stuk van zaken toch maar de voorkeur aan gaf om met een rijke hertogin to gaan trouwen." „Dan was hij ook niet voornaam, als liij dat kou doen," riep Wauda verontwaardigd „D'ie kleine is wel aardig met haar kost- schoolmoraal in onze werkelijko wereldWat dunkt u, papa?" De commercieraad, die juist zijn courant was gaan inzien, keek op en knikte vervol gens over zijn bril heen zijn dochter toe. „Laat haar met rust, Edward, dat komt altemaal wel terecht," zeide hij en stond nu. men hem toch in zijn lectuur had gestoord, van tafel op, welk voorbeeld door de anderen gevolgd werd. In 't-voorbij gaan las Wanda op een ver keerd toegevouwen courant, dio de commer cieraad op tafel had laten liggen, toevallig het met groote letters gedrukte hoofd eener advertentie „Een voornaam huwelijk!" Zij bloosde, want daar stond het nu drukt, wat haar, half onbewust, den ganscli mi dag had beziggehouden. Voornaam zijn, dat was liet „Sesam," dat alle poorten opende; „voornaam zijn", dat woord omsloot de wereld, waarin zij geduren de haar zomervacantie een blik had geslar gen en die haar aantrok, als niets anders het vermocht. Zoodra zij het onopgemerkt meendo te kunnen doen, sloop zij in do eetzaal terug, bemachtigde zich van het bijblad, dat nog op tafel lag en spoedde zich daarmede naar haar slaapkamer, het eenige vertrek in dit groote huis, waar zii wist niet gestoord te zullen worden. Toen las zij bij het licht eener kaars, wat er onder die groote letters stond. Veel was het niet, doch aan duidelijkheid liet het niets te wenschen over: „Een adellijk heer, jong, voornaam en arm wenscht een rijke vrouw te trouwen. Voor waarden onbesproken na?»n en Christelijke godsdienst. AdresGraaf W. 62, Anoncenbu- reau Fadolf Mosse, Berlijn." „Voornaam en arm wat moet dat treurig) zijnmompelde Wanda en die twee woorden alleen veranderden de overigens vrij droge advertentie voor haar in 't begin van een ro man, waarbij zij zichzelve de rol van redden de engel toebedeelde. „Hoe heerlijk zou 't niet zijn," zoo begon haar droom en hij tin- digde hiermede, dat zij uitriep: ..Maar dat is immers alles onzin, ik ken hem immers niet eens!" Zij keerde met de courant in haar zak naar de huiskamer terug, doch die dwaze advertentie wilde haar maar niet uit het hoofd. De commercieraad en zijn zoon waren naar hun clubs gegaan, ieder naar de zijne, en mevrouw Dralier liep op en neer, dan hier heen, dan daarheen, want zij had altijd iet? te beredderen of na te zien. cn als dat gedaan was, bleek het haar toch, dat zij nog iets ver geten had. Eindelijk viel zij tegenover Wan da, die een boek rt» handen had, met een zucht want ze was „doodaf' op de sofa neder en begon toen uit een groote, ele gante werkmand, die onder haar bereid stond, eenig breiwerk voor den dag te halen. „Dat kon jij toch eigenlijk ook wel doen, Wanda," luidde het toen, „want papa draagt nooit anders dan eigengemaakte sokken." „Als u het graag hadt, mama „Lieve deugd, zet maar uiet dadelijk zoo'n arme zondaarsgezicht., kind! Ik wil maar zeg gen, dat een mensch toch niet altijd kan zitten lezen of piano-spelen, en dan als je eens iemand trouwt, die zoo lastig met zijn voeten is, als vader „Ik trouw in 't geheel niet „Leuter toch zoo niet, WandaEen meisje, dat later een half millioen of misschien nog meer te wachten heeft, blijft niet zitten." „Maar ik wil om mijn geld niet gevraagd worden I" „Wie zegt dat ook?" Het geld is maa'- bijzaak, ziet ge, maar toch ook een heel aar dige bijzaak en al9 eenmaal do ware Jozïf komt, die er net zoo over praat als jij of hij er net zoo over denkt laat ik in h it midden dan zullen wij wel een9 zien wal er gebeurt! Lieve Hemeltje, ja, nu heb ik nog vergeten aan Lena te zeggen, dat zij wat borstpocders voor mij mee moet brengen als zij maar niet al do deur uit is!" En wio, daar was zij weer van de sofa opgevlogeu „Neen, Wanda, blijf maar, dat kun ja toch niet voor me doen, ik heb Lena ook nog wat anders te zeggen." Wanda bleef alleen. Haar wangen gloeiden „O, ik ik trouw nooit!" riep zij overluid Maar terwijl zij haar stoel verschoof om wear te gaan zitten, hoorde zij 't geritsel vau le courant, die zij nog altijd in haar zak had. Onwillekeurig legde zij haar hand daarop. „Of als ik het doe, trouw ik met een voor naam man! Mama kent alleen het slag van menschen, dat hier aan huis komt en dat in aanmerking genomen, heeft de gravin voti Egdoff eigenlijk groot gelijk, dat zij haar dochter niet bij ons brengt', want zulk gezel schap past Hertha niet. Ik schaamde mij werkelijk, terwijl do gravin met mama zat te praten Wolk een verschilEn mama meent het toch zoo goed!" Zij was weder gaan zitten on steunde het hoofd in de hand, in een mijmerendo hou ding. Eindelijk kwamen er tranen in haar oogen. „O, waarom moet ik juist in een gezin zijn, waar de spil van a!!e redeuecringen „bat geld" is? En dat zou nu do wereld zijn, waar van ik mij zooveel had1 voorgesteld? Maar een ouden man trouwen, zooals Anna, dat doe ik zeker niet en uit dezen kring wil ik trouwens niemand hebben!" Eensklaps zweeg zij. Als zij eens beproefde haar lot zelfstan dig te bepalenAls zij eens zelf handelend optrad, in plaats van af te wachten wat het noodlot over haar beschikte? Als zij dien W. eens antwoordde op zijn advertentie, aan gaande dat voorname huwelijk! Lacheud schudde zij hot, hoofd. „Welk een gedachte! Onzin, dwaasheid, anders niet!" Ifordi vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1