f LA VITA NUOVA.
V. 343. Eerste Blad.
8de Jaargang
Zaterdag 25 Juni 1904.
r m
BUITENLAND.
FEUILLETON.
GRAAF W. 62.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
1 P« 8 maanden roor Amersfoortf 1.85.
Idem franco per post- 1.75.
JLWonderlijke nummers- 0.05.
-I Oeae Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
- Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utiechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Tan l«r5 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald advèrteeren in dit Blad bij abonnement. Béne
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
it Aan hen, die met I Juli a. s.
op dit blad inteekenen, worden
de nummers die gedurende de
maand Juni nog zullen ver-
.schijnen, KOSTELOOS toege-
zonden.
Een lied van Liefde.
„Al mijn gedachten zijtu dei- liefde
gewijd.''
DANTE.
Waar het in 't algemeen golden lcaai van
"de grooten van ons geslacht, dat ziji gevormd
-werden door, en hun beteekenis dankten aan
ld en tijd in, en de omstandigheden onder
-welken zij leefden, daar zeer zeker is net ook
"en allermeest waar met betrekking) tot den
jinan, van wien gezegd is, dat van de later le-
—vendeu tot op zekere hoogte slechts een
jdjrötho in zijn schaduw kon staan.
41 Die man was Dan te Aligkieri, levende in
"den tijd, in welken do juist geëindigde kruis-
- tochten den geest des mieuschen machtig
"hadden aangegrepen,, zoon van het zonnig
-Italië, waar üe poëzie en de wijjshedd der
"^klassieke oudheid sinds de dagen der Romei-
-iiien onafgebroken was onderhonden, poëzie
en wijsheid, die ten eeneu male ten Noorden
ïlder Alpen ontbrak.
J Dante (eigenlijk Durante) werd in 1265
te Florence geboren, aan zijn opvoeding werd
ngoede zorg besteed, en hoewel vooral de taal
studie hem aantrok, kan gezegd, wórden
-dat „Dante zich op elk gebied, waarop het
"geestelijk leven der middeleeuwen zich. be-
^woog, heeft betoond de geest te zijn, cue haar
'leidende gedachten samenvatte in het groot-
-ste werk, waarvan de wereld te spreken
heeft."
Het lag niet in mijn bedoeling voor be
dden stil te.staan bij die machtige schepping
van dit groot genie, de „vJommedia" la
stere vereerders van den dichter voegden er
-het epitheton „divina' aan toe die in
11472 voor het eerst het licht zag en sedert'
-in tal van herd nikken in allerlei talen ver-
j; scheen, evenmin als 't mij te doen is om te
spreken van het door hem ingenomen stand
punt met betrekking tot den strijd zijner da-
;gen, noch over den politicus, noch over den
"theoloog weid ik hier uit.
Alleen wil ik. dit nog opmerken, hoe het
nl. Dante geweest is, die krachtig gestreden
- heeft voor de vrijmaking van de taal van
zijin land, die de doode latijusehe taal ver
bannen heeft uit net verkeer met de leven
den, en hoe Dante het was door wien in
meer dan één opzicht tegen het einde der
middeleeuwen Italië geworden is de bakermat
der nieuwe beschaving.
Algemeen bekend is deze groote Floren-
tijner als de dichter van het- zooeven genoem
de, ongeëvenaarde meesterwerk, maar be
trekkelijk weinigen kennen hem als zanger
van een tweede Hooglied, een lied van Lief
de, 't laatste woord in den hoogsten en edel-
sten zin te verstaan.
La Vita Nuova-, een verzameling van on
vergetelijk teedero en innige sonnetten en
verzen, telkens verduidelijkt door mis
schien deels overbodige mededeelingien in
proza..
Het is hier, dat deze oudste en grootste
Italiaansche dichter, schepper der Italiaan-
sche taal, in elk woord getuigt van zijn tee-
dere liefde voor de sohoone Beatrice, een
liefde, aan welke al het zinnelijke vreemd
was, een goddelijke liefde, die onzen Vondel
tot voorbeeld moet hebben gediend, toen hij
de in schoonheid onovertroffen versregels
dichtte, zingende van
„die liefde, stereker dan de dood".
Daai- zijn er geweest, die het vermoeden
geopperd hebben, dat Beatrice misschien
nooit werkelijk bestaan heeft, maar dat de
dichter zich slechts van dien naam bediende
bij het schetsen van zijn ideaal. Maar daar
voor zijn de woorden to innig, daarvoor is
het gevoel te diep. Men leze slechts hoe
Dante in „het nieuwe leven de geschiedenis
van zijn liefde verhaalt, een liefde, zóó groot,
zóó machtig, dat hij geen weerstand kon
bieden aan den drang, haai* in liederen te
bezingen al zijn gedachten waren aan haar
gewijd, heel zijn ziel was van haar ver
vuld daarom zegt hij „het is de liefde,
die mij ziendt, zijl is het, die mij gebiedt te
spreken."
Het was op den eersten. Mei van heb jaar
1274, dat hit voor de eerste maal ten huize
van den edelman Folco dei Portinari diens
dochter, de negenjarige schoone Beatrice
ontmoette, die eer aan een engel dan aan
een menschenkind deed denken. En gelijk
eens Orestes t*t Pylades sprak: „toen ik u
ontmoette, begon ik eerst waarlijk te loven",
zoo kon Dante zeggen, dat voor hem met
het ontmoeten van Beatrice aanving „het
uieuwo leven".
Na negen jaar, over welk tijdsverloop de
dichter zwijgt, ontmoet hij andermaal het
hemelsoh kind, nu eien schoone jonkvrouw,
om thans voor 't eerst baar stem te hooren.
Een onuitsprekelijke zaligheid deelt zich aan
hem meê, van nu aan wordt heel zijn den
ken door de liefde in beslag genomen.
Zoo gebeurde het, na verloop van eenigen
tijd, toon een smartelijke ziekte den dichter
had aangetast en de gedachte aan het ver
gankelijke des levens hem oen angstigen
droom bezorgde, dat hij zich inbeeldde, dat
Beatrice gestorven was, ja, hij zag het lijk
zijner gelieide, een zalige uitdrukking op het
gelaat als wilde zij zeggen„ik ben op weg
om de bron van allen vrede te vinden.'
Snikkend ontwaakte lnjhoe had1 hij om
harentwille geleden
En zij verdiende die liefde; allen, die haaf
zagen, noemden haar een engel des hemels,
haar schoonste sieraad was haar eenvoud en
haar bescheidenheid, alle ijdelheid was haar
vreemd.
Helaas, de teerste bloemen worden liet
eerst geknakt. De negenden Juni 1290 ver
liet zij deze aardehoe eenzaam en ver
laten was de stad
„Ach, mijn oogen zoo zingt Dante
hebben veel geleden door heete sm artetra-
nen, biji dag en nacht geschreid. Kom, Dood,
kom, maak een einde ook aan mijn leven I
Hoe kan ik benijden ieder, wien het ver
gund werd te sterven!"
En kwam daar later ook een oogeublik,
waarin het scheen, dat hij troost zou vinden
in zijn smart, troost bij eene, die hem ver
schenen was als 't innigst medelijden, en die
hem tegemoet gevoerd scheen door geen an
der dan de liefde zelf, deze troost kon dé
zijne niet wezen.
Daar verschijnt hem de zalige Beatrice,
en met den aanblik zijner geliefde komt
over hem een machtig berouw„Neen, de
van schaamte roodgekreten oogen, zij kennen
voortaan geen anderen weaisoh, dan blijk te
geven van diepgevoelde smart des harten,
het hart. waar onuitwisbaar steeds geschre
ven blijft de zoete naam van haar, die mij
te vroeg werd ontnomen."
Toovc-rkracht gaat uit van deze zangen
der liefde gewijld, een ganscli eenige beko
ring, alleen reeds daarom dat de hier neer
geschreven woorden komen uit het hart en
tot het hart spreken, anderen voor waarach
tige liefde en deugd, ontgloeiend.
Dante lieeft bewezen meester van de taail
te zijn, maar meer nog was hij meester van
liet gemoed.. Daar gaat bezieling uit van zijn
woord, omdat lui zelf kende het heerlijk
zieleleven, dat in de liefde is, de reine, de
kuische, die van goddelijken oorsprong, dia
onsterfelijk is.
Zulke liefde, gelijk Schiller zong, maakt
dëu hemel bemelseher en de aarde tot een
hemelrijk.
F. W. DRIJVER.
Politiek Overzicht-
Koning Eduard Vil in Duitschland.
Koning Eduard VII van Engeland vertoeft
than's te Kiel, om als gast van den Duitschen
Keizer de watersportfeesten bij te wonen, die
daar nagenoeg eene gansohe week tot den
29en dezer, gehouden worden. Als inleiding
tot deze feestweek heeft Keizer Wilhelm te
Cuxhaven eene rede gehouden, die den lof
verkondigde van de solidariteit der volken.
Die doet zich golden op het gebied van de
sport, maar geh kkig niet op dat gebied al
leen. Het solidariteitsgevoel heeft een bree-
deren grondslag, dan een zeil- en roeiwed-
strijd verschaffen kaaidaaraan dacht ook
de keizerlijke redenaar, toen hij gewaagde
van den koopman, den industrieel en den
landbouwer, die 't aan deze solidariteit heb
ben te danken, wanneer zij zich in rustigen
arbeid voortdurend kunnen ontwikelen.
Bij eene ontmoeting tusschen de gekroonde
hoofden van het Britsche en het. Daitsche
rijk is t. natuurlijk, dat men in de eerste
plaats denkt aan de solidariteit tusschen dez°
twee natiën. Dat er .:i dit opzicht nog heel-
wat zou zijn te erbeteren, straalt door zoo
wel in de welkomstgroeten, die aan Koning
Eduard bij zijne komst in Duitschland wer
den gebracht door de Duitsche pers, als in de
beschouwingen, waarmee de Engclsche pers
hem bij zijn vertrek uitgeleide heeft gedaan.
Zoo erkent de Köln. Ztg., dat de verhouding
nu anders is dan in 1898, toen Chamberlain
den lof verkondigde van eene goede verstand
houding tusschen het Angelsaksische en het
Teutonische ras en uitsprak, dat die voor
den wereldvrede meer zou bet eekenen dam
de vereeniging van legers. Zij is van mee
ning, dat er vermoedelijk neg menige zeil
wedstrijd in Kiel zal worden gehouden, voor
dat men in Duitschland rn Engeland, zooals
destijds deze Britscke staatsman deed, elkaar
wederkeerig ten aanhoore van een ieder zal
kunnen en willen herinneren aan de bestaan
de gemeenschap van belangen en rasverwant
schap. „Misschien echter draagt reeds deze
ontmoeting tusschen de beide heerschers er
toe bij om voor de verstandhouding den weg
te effenen, en in dien zin hopen en wenschen
j ook wij, dat de ontmoeting te Kiel politieke
vruchten moge doen rijpen. Wanneer wij
i de teekenen des tijds juist- verstaan, dan is
in Duitschland de gevoeligheid zóó ver ge-
I daald, dat zulk eene poging kan worden be
proefd. Is dan de draad eenmaal aange
knoopt., dan zal bet dc taak van de openbare
meening zijn om, tot b t inzicht gekomen
van het kwaad, dat is aangericht, en in het
bewustzijn van de verantwoordelijkheid, die
op haar drukt, met takt en zorg er voor te
waken, dat hij niet weer breekt. Dat past
voor hier gelijk voor ginds."
Dezelfde gereseveerde toon klinkt in de
beschouwingen van dc Engelsche bladen. De
Standard schrijft, dat niets de Britsche natie
aangenamer zou zijn, daai het opkomen van
eene vriendelijker stemming in de Duitsche
politieke kringen te kunnen waarnemen.
Tusschen de beide volken heeft nooit eene
ernstige of blijvende verbittering bestaan.
Wanneer de Engelsclien met voldoening de
deelneming van hun Koning aan de feeste
lijkheden te Kiel beschouwen, elan is dit om
dat dit bezoek een indruk zal achterlaten,
die den vrede cn de wederzijdsche welwil
lende gezindheid dienstig is.
De Daily Telegraph zegt, dat de ontmoe
ting te Kiel op zich zelf geen verandering
lcain brengen in den wezenlijken aard van de
betrekkingen tusschen Engeland en Duitsch
land, maar wel den toon tusschen de beide
volken kan verbeteren. De Daily Mail
schrijft„Wij twijfelen niet aan eene harte
lijke ontvangst van den Koning in Duitsch
land, maar de Duitsche en de Britsche poji-
tiek staan afgezonderd van elkaar en of
schoon iedere aan onzen Koning door het
Duitsche volk bewezen attentie ons welkom
zal zijn, zullen wij zulk ee ne houding aan geen
andere oorzaak dan de internationale beleefd
heid toeschrijven."
Het hoofdorgaan van de oppositie, de Daily
News, drukt groot wantrouwen uit in het
Duitsche politiek beleid, maar meent toch,
dat er één weg is, waarop men van Engelsche
ziide zich daarmee kan vereenigen. Dat is
de weg, die is aangewezen door de overeen
komen met Frankrijk en met Italië, welke
vatbaar zijn vcor onbepaalde uitbreiding.
„Wij zien geen reden, waarom de positieve
vredespolitiek, die door Koning Eduard en
president Loubet is ingeleid, niet zou worden
uitgebreid tot de betrekkingen van Groot-
Brit tannië en Duitschland. en wij hopen
dat iets van dien aard moge voortvloeien uit
Koning Eduards bezoek."
Duitschland.
De Koning van Engeland is gisteren tegen
11 uur 's avonds te Brunsbültol aan boord
van het jacht Victoria and Albert aangeko
men. Het koninklijke jacht, dat door eenige
Engelsche oorlogsschepen begeleid werd,
bracht in de sluis den nacht door.
Het tot dusver slechts geparafeerde, d. w.
z. door de met het voeren van de onderhan
delingen belaste gemachtigden onderteekonde
Duitech-Belgische handelsverdrag is thans
definitief onderteekend namens de beide re-
geeringeu door den Duitschen gezant te
Brussel en den Belgischen minister van bui-
tenlandsche zaken. Dit is het eerste handels
verdrag, dat tot- stand gekomen is op grond
van het nieuwe Duitsche tarief van invoer
rechten.
België.
De Etoile Beige spreekt het bericht van
de Times tegen, dat melding maakte van ii
ondertee kening van een Nederlandsch-Bel
gisch verdrag, die eergisteren zou hebben
plaats gehad.
Frankrijk.
De Senaat is begonnen met de behandeling
van het wetsontwerp tot afschaffing van bet
congregatie-ouderwijs. Van de rechterzijde
werden voorstellen gedaan tot verdaging van
de discussie, hetgeen met groote meerder
heid varworpen werd. In den loop vau deze
discussie werd opgemerkt, dat het bestaan
van het ministerie bedreigd was. De minister
president Com-es antwoordde, dat het nrnis-
terie de republikeinsche meerderheid van
ue beide Kamers vertegenwoordigde en dat
deze meerüerheid steeas eensgezind was in
de bestrijding van het clericalisme en het
nationalisme. Niet voor 't eerst werd thans
de val van het ministerie aangekondigd,
maar welk ministerie er ook aan het be
wind was, men kon ei- zeker van zijn, dat
de meerderheid tot het einde van de zittings
periode zou volharden uij hare politiek.
Nadat de verdaging was verworpen, word
door do regeering en de commissie de ur-
gentverklaring verlangd, waartoe met 167
tegen 110 stemmen besloten werd.
In 't. bijzijn van den Koning, de ministers
cn het gemeentebestuur is te Rome in do
villa Borghese een marmeren gedenkboeken
van Goethe onthuld, een geschenk van den
Duitschen Keizer als herinnering aan den
tijd, dien Duitschlands grootsten dichter in
Rome heeft doorgebracht. De Duitsche ge
zant, graaf Monts^ droeg het monument over
aan den burgemeester van Rome, waarna
deze en de minister van onderwijs Orlando
in geestdriftvolle redevoeringen den dichter
van den Faust huldigden.
Spanje.
De regeering heeft bij den Senaat de met
het Vaticaan gesloten overeenkomst over de
congregatiën ingediend. De overeenkomst
waarborgt hen hunne tegenwoordige rechts
positie, maar onderwerpt hen voortaan aan
de betaling van de rijksbelastingen voor hun
vermogen en hunne industrieele bedrijven.
Nieuwe kloosters en nieuwe orden mogen
slechts, met goedkeuring van do kerk en van
do regeering opgericht, worden. Kloosters,
die minder dan twaalf leden tellen, worden
met grootere inrichtingen vercenigd, uitge
zonderd scholen en ziekeninriebtingen.
Vreemdelingen mogen slechts orden stichten
na voorafgegane naturalisatie.
Rusland.
Het onderzoek naar den moordaan-
slag op gouverneur-generaal Bobrikow
is, op lievel van den Keizer niet aau
de Finlandscho rechterlijke autoriteiten,
maar aan den rechter van instructie van de
rechtbank te Petersburg ouder toeziaht van
den procureur-generaal en het hof van appèl
aldaar opgedragen Nadat het onderzoek in
deze zaak is gesloten, zal de Keizer beschik
kingen nemen over wat verder in deze ge-
hcele zaak moet worden gedaan.
Uit eene levensbeschrijving van generaal
Bobrikof, den vermoorden gouverneur-gene
raal van Finland, releveeren wij een ken
schetsend incident, dat voorviel tusschen den
gouverneur en kolonel Scbauman, een oom
van den moordenaar. Scbauman was bevel
hebber van het regiment Finsche dragonders,
met het batalj-n scherpschutters de conige
troepenafdeekiig die na do invoering van de
nieuwe legerwet nog van K', nationale leger
overbleef. Tijdens een bezoek, dat Bobrikof
aan den kolonel bracht, vroeg hij bem, wau-
neer de beëediging van do recruten plaats
I had en merkte tegelijkertijd op, dat deze
j moest plaats vinden volgens het formulier,
I dat geldig was vo het geheele Russische
rijk. Do kolonel antwoordde, dat men in Fin-
R OMAN
3 VAX
MdRITZ VO* RZICBENBACH,
OOR
LIERMAN LINO.
Op aandrang van Edwtird begaf de fami
lie zich aan tafel, waar nog lang en breed de
voordeelen van het voorgenomen liuwe'^K
werden uitgemeten, dat is te zeggen, bijna
uitsluitend door de dame des huizes, want
„papa" was te midden van zijn gezin nooit
bijzonder spraakzaam en Edward hield met
een spottend lachje om den mond voorna
melijk zrjo zuster m 't oog. Wat Wauda be
treft, zij luisterde slechts met een half oor
naar de lango redenaties van haar moeder,
hier en daar met wijze lessen gekruid, en
dacht in stilte, hoe zij, toen zij; op 't buiten
goed bij, Hertha Egdoff was gelogeerd, ge
tuige waa geweest van de thuiskomst der
oudste zuster, die met haai- man van 't hu-
uelijiksreisje terugkeerde. Het was een heer
lijke zomerdag. Het jonge paar, zooals /ij het
in 't park had gezien, omgeven door 't groen,
tussolicn welriekende rozen, met het gezang
der vogieleu boven hun hoofden, verscheed
in haar herinnering als een visioen van
jeugd, geluk en liefde, en dat was iets zee
geheel anders geweest, dan wat men hier
een goede partij en een gelukkig huwelijk
noemde.
„Waarom lieeft Anna den officier, dien
zij Jiefkad, niet getrouwd?" vroeg Wanda,
die opeens uit haar droom ontwaakte. Ed
ward begon hartelijk te lachen.
„Ge hebt immers uit haar eigen mond ge
hoord, kind," verklaarde mama, „dat zij zich
zoo wil opschikken en dat zou met een lui
tenantsinkomen toch niet mogelijk zijn ge
weest."
„Ja, zij wil 't nu, omdat zo niet van haa-
aanstaanden man houdt."
„Zie eens aan, wat een verstandige rede-
neeriug! Maar om u do geschiedenis niet »i
te romantisch te doen voorstellen, zal ik er
u maar dadelijk bij vertellen, dat die mooie
luitenant, ua Anna het hoofd tamelijk op
hol te hebben gebracht, er op stuk van zaken
toch maar de voorkeur aan gaf om met een
rijke hertogin to gaan trouwen."
„Dan was hij ook niet voornaam, als liij
dat kou doen," riep Wauda verontwaardigd
„D'ie kleine is wel aardig met haar kost-
schoolmoraal in onze werkelijko wereldWat
dunkt u, papa?"
De commercieraad, die juist zijn courant
was gaan inzien, keek op en knikte vervol
gens over zijn bril heen zijn dochter toe.
„Laat haar met rust, Edward, dat komt
altemaal wel terecht," zeide hij en stond nu.
men hem toch in zijn lectuur had gestoord,
van tafel op, welk voorbeeld door de anderen
gevolgd werd.
In 't-voorbij gaan las Wanda op een ver
keerd toegevouwen courant, dio de commer
cieraad op tafel had laten liggen, toevallig
het met groote letters gedrukte hoofd eener
advertentie
„Een voornaam huwelijk!"
Zij bloosde, want daar stond het nu
drukt, wat haar, half onbewust, den ganscli mi
dag had beziggehouden.
Voornaam zijn, dat was liet „Sesam," dat
alle poorten opende; „voornaam zijn", dat
woord omsloot de wereld, waarin zij geduren
de haar zomervacantie een blik had geslar
gen en die haar aantrok, als niets anders
het vermocht.
Zoodra zij het onopgemerkt meendo te
kunnen doen, sloop zij in do eetzaal terug,
bemachtigde zich van het bijblad, dat nog
op tafel lag en spoedde zich daarmede naar
haar slaapkamer, het eenige vertrek in dit
groote huis, waar zii wist niet gestoord te
zullen worden. Toen las zij bij het licht eener
kaars, wat er onder die groote letters stond.
Veel was het niet, doch aan duidelijkheid liet
het niets te wenschen over:
„Een adellijk heer, jong, voornaam en arm
wenscht een rijke vrouw te trouwen. Voor
waarden onbesproken na?»n en Christelijke
godsdienst. AdresGraaf W. 62, Anoncenbu-
reau Fadolf Mosse, Berlijn."
„Voornaam en arm wat moet dat treurig)
zijnmompelde Wanda en die twee woorden
alleen veranderden de overigens vrij droge
advertentie voor haar in 't begin van een ro
man, waarbij zij zichzelve de rol van redden
de engel toebedeelde. „Hoe heerlijk zou 't
niet zijn," zoo begon haar droom en hij tin-
digde hiermede, dat zij uitriep: ..Maar dat
is immers alles onzin, ik ken hem immers
niet eens!"
Zij keerde met de courant in haar zak
naar de huiskamer terug, doch die dwaze
advertentie wilde haar maar niet uit het
hoofd. De commercieraad en zijn zoon waren
naar hun clubs gegaan, ieder naar de zijne,
en mevrouw Dralier liep op en neer, dan hier
heen, dan daarheen, want zij had altijd iet?
te beredderen of na te zien. cn als dat gedaan
was, bleek het haar toch, dat zij nog iets ver
geten had. Eindelijk viel zij tegenover Wan
da, die een boek rt» handen had, met een
zucht want ze was „doodaf' op de
sofa neder en begon toen uit een groote, ele
gante werkmand, die onder haar bereid stond,
eenig breiwerk voor den dag te halen.
„Dat kon jij toch eigenlijk ook wel doen,
Wanda," luidde het toen, „want papa draagt
nooit anders dan eigengemaakte sokken."
„Als u het graag hadt, mama
„Lieve deugd, zet maar uiet dadelijk zoo'n
arme zondaarsgezicht., kind! Ik wil maar zeg
gen, dat een mensch toch niet altijd kan
zitten lezen of piano-spelen, en dan als je
eens iemand trouwt, die zoo lastig met zijn
voeten is, als vader
„Ik trouw in 't geheel niet
„Leuter toch zoo niet, WandaEen meisje,
dat later een half millioen of misschien nog
meer te wachten heeft, blijft niet zitten."
„Maar ik wil om mijn geld niet gevraagd
worden I"
„Wie zegt dat ook?" Het geld is maa'-
bijzaak, ziet ge, maar toch ook een heel aar
dige bijzaak en al9 eenmaal do ware Jozïf
komt, die er net zoo over praat als jij
of hij er net zoo over denkt laat ik in h it
midden dan zullen wij wel een9 zien wal
er gebeurt! Lieve Hemeltje, ja, nu heb ik
nog vergeten aan Lena te zeggen, dat zij wat
borstpocders voor mij mee moet brengen
als zij maar niet al do deur uit is!" En wio,
daar was zij weer van de sofa opgevlogeu
„Neen, Wanda, blijf maar, dat kun ja toch
niet voor me doen, ik heb Lena ook nog wat
anders te zeggen."
Wanda bleef alleen. Haar wangen gloeiden
„O, ik ik trouw nooit!" riep zij overluid
Maar terwijl zij haar stoel verschoof om wear
te gaan zitten, hoorde zij 't geritsel vau le
courant, die zij nog altijd in haar zak had.
Onwillekeurig legde zij haar hand daarop.
„Of als ik het doe, trouw ik met een voor
naam man! Mama kent alleen het slag van
menschen, dat hier aan huis komt en dat
in aanmerking genomen, heeft de gravin voti
Egdoff eigenlijk groot gelijk, dat zij haar
dochter niet bij ons brengt', want zulk gezel
schap past Hertha niet. Ik schaamde mij
werkelijk, terwijl do gravin met mama zat
te praten Wolk een verschilEn mama
meent het toch zoo goed!"
Zij was weder gaan zitten on steunde het
hoofd in de hand, in een mijmerendo hou
ding. Eindelijk kwamen er tranen in haar
oogen.
„O, waarom moet ik juist in een gezin zijn,
waar de spil van a!!e redeuecringen „bat
geld" is? En dat zou nu do wereld zijn, waar
van ik mij zooveel had1 voorgesteld? Maar
een ouden man trouwen, zooals Anna, dat
doe ik zeker niet en uit dezen kring wil ik
trouwens niemand hebben!" Eensklaps zweeg
zij. Als zij eens beproefde haar lot zelfstan
dig te bepalenAls zij eens zelf handelend
optrad, in plaats van af te wachten wat het
noodlot over haar beschikte? Als zij dien W.
eens antwoordde op zijn advertentie, aan
gaande dat voorname huwelijk! Lacheud
schudde zij hot, hoofd.
„Welk een gedachte! Onzin, dwaasheid,
anders niet!"
Ifordi vervolgd.