m
345
Dinsdag 28 Juni 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
GRAAF W. 62.
5Sde Jaargttv
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Pêr 8 maanden roor Amersfoort f 1*35.
t^em franco per post1.75.
ASR)rider 1 ij ke nummers0.05.
Déze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advértentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 aur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgever»: VALKHOFF C«.
Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVESTENTIÈN
Tan 1—4 regels
Elke regel meer
Groots letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald advorteeren in dit Blad by abonnement Bene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
Ongelukkig Armenië.
De berichten uit Turksch-Armemë luiden
verachillend naar mate van de bron, waaruit
zij komen. Maar het is eigenlijk toch maar
een gradueel verschil, dat er in valt op te
merken. Dat er volslagen anarchie heerscht
in de streek, die onder het Saissoen-gebied
wordt verstaan, is aan geeu twijfel onder
hevig, en evenmin dat de bevolking zwaar
lijdt onder de gevolgen, die aan dien toe
stand zijn verbonden.
Het Sassoen-gebied wordt gevormd door
deu keten van den Taurus, die begrepen is
tusschen Moescli, Kharpoet en Diarbekir,
en in verdeeld in drie districten (kaza's)
kaza Saissoen, behoorende tot heb sand jak
(arrondissement) Moesch, kaza Mobek, be
hoorende tot het sand.jak Bitlis, en kaïza
Khoelp, behoorende tot het sandjak Gundj.
Het geheel maakt een onderdeel uit van het
vilajet (-departement) Bitlis.
De gebeurtenissen, die weder do aandacht
van buiten op deze rampzalige streek heb
ben gevestigd, hebben plaats gehad in de
nahié (gemeentel Chotak, waarvan Ghelegu-
zan de hoofdplaats is, behoorende tot de
kaza Moesch, welke gelegen is buiten het
sandjak van dien naam, en voorts in de na-
hie Khian, behoorende tot de kaza Khoelp,
waarvan Palori de hooidplaats is. Deze beide
gemeenten zijn middelpunten van eene uit
sluitend Armenische bevolking, terwijl over
al elders de bevolking gemengd is. Het
eigenlijke dorp Sassoen heeft eene uitslui
tend Koerdiscne oevolkmg.
De vernielde dorpen zijn 35 in getal, waar
van 15 gelegen zijn in de gemeente Chotak
en 20 in de gemeente Khian. Zij bevatten
meer dan 6000 inwoners, waarvan omstreeks
3500 geuood zijnde overigen zijn gevlucht
naar Moesch, waar zij van alles ontbloot zijn
en de bitterste armoede lijden, want de
onderstand van overheidswege is geheel on
voldoende en de door geloofsgenooten gezon
den huip bereikt hen slechts uiterst lang
zaam. Deze ongelukkigcn zijn nagenoeg allen
vrouwen en kinderen.
De tegenwoordige beweging in het Sas
soen-gebied en hare bloedige onderdrukking
door Koerden en Turksche troepen is reeds
an het laatst van Februaribegonnen.
Het Sassoen-gebied onderscheidt zich van
de andere door Armeniërs bewoonde
streken hierdoor, dat de bevolking groo-
tendeels goed bewapend is en ook in dap
perheid de overige Armeniërs vooruit is. De
hoofdreden, waarom de opstand opnieuw
is uitgebroken, schijnt geweest te zijn het
feit, dat de Turksche overheden de sedert
20 jaien achterstallige belastingen, van
welker betaling de belastingschuldigen door
de algemeene amnestie van 1896 vrijgesteld
waren, eensklaps weer invorderden. De Porto
trok, toen zij zag dat de Armeniërs aanstal
ten maakten om zich te verzetten, 12,000
man troepen met 15 kanonnen in Moesch
samen om ze naar Sassoen te zendenook
kregen 10,000 gewapende Koerden een wenk
zich gereed te houden Bij 't zoeken naar
Armenische revolutionairen plunderden en
verbrandden de troepen in 't laatst van Fe
bruari het dorp Hunan, waarbij 30 inwoners
gedood werden. Bij het bekend worden van
deze gebeurtenis tastten ook in andere plaat
sen van het Sassoen-gebied soldaten en
Koerden de Armeniërs aan.
De klachten, die over het gebeurde bij de
vertegenwoordigers van de mogendheden te
Konstantinopel inkwamen, leidden tot het
benoemen van eene gemengde commissie van
Armenische notabelen en Turksche ambte
naren, ciie den Ljen April uit Moesch ver
trok om als vredestichter op te treden. Maar
deze commissie is zonder succes aan 't werk
geweest.; na hare bemoeiingen schijnt zelfs
liet- moordwerk eerst recht begonnen te zijn.
Op den duur zullen de regeeringen der Euro-
peesche mogendheden wel niet in gebreke
kunnen blijven om met nadruk hun invloed
to doen gelden, opdat aan dit schandelijke
bedrijf paal en perk worde gestold.
Duitsehland.
Gisterenavond had een feestmaal plants van
de Keizerlijike Ja<ffltclub.
Die Keizer bracht een dronk uit op den
Koning van Engeland, waarin hij zeide
dat het een grooto eer ep genoegen was den
admiraal van de „Royal Yacht Squadron
als lid van de club te mogen begroeten.
Daarna bedankte hij don Koning voor do
wonderschoon© bokaal, welke cieze aan de
club geschonken had.
Koning Eduard dankte hartelijk voor deze
woordenhij verheugde zich over de hem
bereide ontvangst. Hij was er trotsch op, lid
van de Club geworden te zijn. Duizendmaal
zeide hij dank voor de goede wenschen en
eindigde met een „Hoch" op den Keizer.
Het heeft de aandacht getrokken, dat
Koning Eduard niet zijn minister van bui
tenlandsche zaken naar Duitsehland heeft
meegebracht, maar den lord der admiraliteit,
terwijl aan den anderen kant de Duitsche
Keizer heeft gezorgd, dat de rijkskanselier
in deze dagen in zijne nabijheid is. De Noue
Freie Presse verneemt hierover van Engelsche
zijde, dat in Engeland niet de gewoonte be
staat. dat bij reizen van den monarch de
minister van buitenlandsche zaken meegaat.
Ook naar Parijs heeft deze minister Koning
Eduard niet vergezeld, ofschoon de Parijsche
reis eene van groot gewicht was. Het histo
risch gewichtige oezoek, dat de Koningin van
Engeland indertijd aan Keizer Napoleon III
-it gebracht, geschiedde zonder dat de
minister -an buitenlandsche zaken haar ver
gezelde. In Engeland is cieze minister niet
gewoon buitenslands te gaan. Eene uit-zon-
'dering maakte lord Salisbury, die om redenen
van gezondheid vreemde badplaatsen moest
opzoeken, maar dan altijd incognito reisde en
voor zijne bedienden bijzonder© passen liet
gereed maken.
Frankrijk.
De Kamer heeft in behandeling genomen
een wetsontwerp, regelend© het toezicht op
do levensverzekering. Daaronder worden ge
bracht niet enkel de gewone maatschappijen,
maar ook alle pensioenkassen en andere in
stellingen, die verplichtingen op zich nemen,
welke met den levensduur samenhangen en
niet door bijzondere wetten geregeld zijn.
Flandin, de voorzitter van de commissie
van onderzoek naar de millioenen van de
Karthuizers, heeft van Pichat telegrafisch
bericht ontvangen, dat bij er, in weerwil van
zijn aandringen, niet in geslaagd is, de ver
tegenwoordigers van de Karthuizers te be
wegen, om te komen getuigen, maar dat hij
van hen een nieuwen brief heeft gekregeu,
dien hij aan de commissie zal overleggen.
De commissie van de Kamer voor handel
en nijverheid heeft een voorstel van den Pa-
rijschen afgevaardigde Gervais aangenomen,
om de regeering uit te noodigen in het vol
gende jaar eene internationale tentoonstel
ling voor automobielen en sport in Parijs te
doen houden.
Engeland.
Op voorstel van den Engelschen mi
nister* van koophandel Gerald Balfour,
zal dien 7en Juli ten zijnen huize
een© vriendschappelijke bespreking gehoud^i
worden over de bestaande verschillen van
meening tusschen den directeur-generaal Bal-
lin (van de HamburgAnierika-lijn) en lord
Inverclyde (van de Cunard).
Rusland.
Aan de Politische Correspondenz wordt uit
Konstantinopel bericht, dat volgens over
eenstemmende verzekeringen uit Turksche tn
Russische bron tot -dusver van Russische
zijde geen poging is ondernomen om de
machtiging tot den doortocht van Russische
oorlogsschepen door de Dardanellen te krijr
gun. Dit is. te minder geschied, omdat het
zou zdjn.te voorzien, dat het Turksche ant
woord in zoodanig geval in den vorm ont
wijkend, maar in het we >n afwijzend zou
zijn en zou inhouden, dat de toestemming
van alle groot© mogendheden daartoe ge-
'vorderd wordt.
Ook uit Londen heeft de Pol. Corr. eene
mededeeling ontvangen naar aanleiding van
de berichten over de pogingen, die van Rus
sische zijde zouden zijn gedaan tot bet ope
nen van de Dardanellen. Deze mededeeling
houdt in, dat de Engelsche regeering in aeze
zaak eenvoudig op den grondslag van het
verdrag staat. Al schijnt bet ook niet on
mogelijk, dat Engeland zou kunnen toe
stemmen in wijzigingen van sommige pun
ten in eene eventueele nieuwe conferentie
van alle betrokken mogendheden en mis
schien zelfs daar zelf eenige veranderingen
zou voorstellen, het is toch als eene uitge
maakte zaak te beschouwen, dat het Lon-
densche kabinet beslist zal optreden tegen
elke verandering van welke bepalingen ook,
die tot gevolg zou hebben eene zoodanige
wijziging van de omstandigheden in het
oosten teweeg te brengen, dat de Status quo
daardoor in gevaar zou komen. Engeland
heeft steeds vastgehouden aan het stand
punt, dat een© verandering van den Status
quo op het Balkan-schiereiland en in het
noordoosten van de Middellandsche zee on
der alle omstandigheden moet worden ver
meden, zoowel in het belang van het afwen
den van internationale stoornissen als om op
te komen voor gewichtige eigen rijksbelan
gen.
Turkije.
Uit Konstantinopel wordt het bericht te-
gongesproken, dat de Engelsche gezant we
gens den toestand van do Armeniërs in het
vilajet Bitlis met eene vlootdemonstratie zou
hebben gedreigd. De Engelsche gezant was
wel in deze zaak wat scherper opgetreden
dan de Russische en de Fransche; alvorens
verdere stappen te <loen, wacht hij echter
berichten van de consuls af, in hoever de
Koerden hebben deelgenomen aan de uit
spattingen tegen de Armeniërs.
Uit Saloniki wordt bericht: Ben bataljon
uit Verisonitsch is hier aangekomen om zoo
snel mogelijk naar Vodena op te rukken, ten
einde een militairen opstand, die daar is
uitgebroken., te onderdrukken.
De oorlog in Oosi-Azië.
Het nadere verslag van admiraal Togo over
den zeeslag van verleden Donderdag luidt in
zijn geheel aldus:
„Op 23 Juni viel mijne vereenigde vloot
den vijand vroeg in den ochtend bij Port
Arthur aan, Het feit dat de linieschepen
Pereewjet, Poltawa en Sebastopol met de
kruisers Ba jan, Pallada, Diana, Nowik en
Askold, voorafgegaan door verscheidene
stoombooten die mijnen opvischten, bezig
waren om uit de haven te komen, werd mij
door ons verkenningsschip met draadlooze
telegrafie gemeld.
Daarna haastte ik mij, overeenkomstig de
vroeger vastgestelde maatregelen tegen een
uitval van den vijand, naar de aangewezen
verzamelplaats, terwijl ik mijne 4de en 14de
flottieljes torpedo-jagers uitzond, om de be
wegingen van den vijand gade te slaan.
Om elf uur sloten de Cesaréwitsc'.i, Retvisan
en Pobjeda zich aan bij de mijnen opvisschen-
de stoomschepen, welke begonne.- te kruisen
in het mijnenveld en een vaargeul trachtten
te maken, terwijl wij hen bestookten.
Om drie uur 's middags raakten mijne 4de
en 14de flotielj^s slaags met de torpedo-jagers
van den vijand, die het opvisschen van de
mijnen dekten, en dreven ze op de vlucht.
Een van de Russische vaartuigen dat vlam
vatte, vluchtte de haven in. De Nowik kwam
naar buiten, om de andere flctieljes te dek
ken en voegde zich bij de hoofdmacht. Nadat
de vijand een vaargeul had gemaakt met be
hulp van bovengenoemde stoomschepen,
stoomde de Nowik naar buiten.
Ons derde eskader lokte den vijand, terwijl
het met hem in voeling bleef, zuidwaarts in
een zuidoostelijken koers. Ons eerste eskader
dat ten zuiden van het eiland Goegan ver
scholen lag, wachtte den vijand op en trok al
zijne torpedo-jagers samen.
Om kwartier over zessen kreeg ons eerste
e kader den vijand op acht mijlen ten N.W.
van het eiland Goegan in het gezicht. De
Cesaréwitsch voer aan het hoofd, met de
Nowik en de torpedo-jagers aan hare rechter
zijde, en zij stoomden zuidwaarts.
Om half acht waren wij op 14 K M. van
hen, De vijand veranderde eenigszins zijn koers
naar stuurboordszij, en wij volgden hem,
trachtende zijne voorhoede naar ons toe te
lokken. Om ach uur wijzigde de vijand zijn
koers naar het Noorden, en wij draaiden acht
stroken en stoomden in linie tot zonsonder
gang (half negen) toen wii. acht streken naai
bakboordszij uithaalden en ik de torpedo-vaar
tuigen beval, om den vijand aan te vallen.
Cm half tien deed de 14de flotielje, op
een afstand van 5 mijlen van de haven, den
eersten aanval op dc achterhoede van den
vijand, waarna de 5de volgde. De vijaud ge
raakte in verwarring en kon de haven niet
bereiken daarom ankerde hij om half elf op
de reede, waar wij hem acht malen vóór het
aanbreken van den dag aanvielen.
Om half elf stoomde onze 16de flottielje
van kaap Sjrosen op en lanceerde twee tor
pedo's in den boeg van een linieschip dat op
de Pereswjct geleek; dit zonk onmiddellijk.
Vóór den ochtend konden wij geen andere uit
komsten waarnemen Toen zagen wii dat
een pantserschip ontbrak en twee schepen
van het Sebastop-l- en Diana-typ*. niet in
staat waren hunne machines te gebruiken.
Op den 24sten Juni ging de vijandelijke vloot
de haven binnen, waarbij eenige schepen ge
sleept werden en andere onder hun eigen
stoom binnen voeren. Het laatste schip ging
om 4 uur 's namiddags naar binnen.
Velgens een telegram aan de Petit Parisien
uit Petersburg is het gezonken schip de
Pereewjet. De beide beschadigde scnepen
zouden het pantserschip Sebastopol en de
kruiser Pallada zijn. Béide zijn zoo zwaar
beschadigd, dat het niet mogelijk lijkt, ze te
behouden.
Admiraal Togo heeft, volgens een beriaht
uit Tokio, zijne regcering kennis gegeven,
dat de blokkade van het geheele sohiereiland
Liaotong nu een voldongen feit is.
Blijkens de officieel bekend gemaakte or
ganisatie van het opperbevel in Mandsjoe-
rije, heeft baron Kodama den titel gekre
gen van chef van den generalen staf, niet
dien van onder-oammandant. De bevelheb
bers te veld© zijn van de ruimste volmachten
voorzien.
Maarschalk Oyama en generaal Kodama
vertrekken den 6en Juli naar Mandsjoerijie.
Het bericht, dat markies Oyama tot on
derkoning van Mandsjoerije is benoemd, is
onjuist Oyama neemt liet. opperbevel op
zich van het leger in Mandsjoerije, waarin
eöhter de strijdkrachten in Korea niet be
grepen zijn.
Het telegraaf-agentsohap bericht uit Liao-
jang van gisteren:
De prins van Bourbon was ooggetuige van
de ergerlijke behandeling van Russiscne ge
wonden door de Japanners, die zelfs dooden
met de bajonet doorstaken Hij heeft bij de
ontruiming van het station Wafankou door
de Russische troepen eene met groote letters
op een muur geschreven mededeeling over de
door hem met eigen oogen waargenomen gru
welen achtergelatendeze mededeeling was
gericht aan de Japansche generaals en offi
cieren. Zij besloot met het vertrouwen uit te
drukken, dat dergelijke dingen zich niet zou
den herhalen.
Volgens een Duitsche statistiek zijn uit
do volgende staten stoomschepen verkocht
aan de beide oorlogvoerende partijen
Nederland, Italië en Noorwegen hebban
■ieder één schip verkocht aan Japan. Duitach-
land heeit zeven schepen aan Rusland en vier
aan Japan verkocht. Engeland heeft aan Ja
pan 17 schepen verkocht van een totalen :n-
houd van 51.418 ton en aan Rusland één
schip, de North-Tyne, an 1.209 ton.
Dezo statistiek loopt van het begin der vij
andelijkheden tot 15 Juni.
Allerlei
vHeden zal de „Adelaar van Water
loo", het standbeeld van Gérome, op het
slagveld worden onthuld. Een eigenaardig
heid is, dat een zekere mevrouw Dupuis,
102 jaar oud ze werd geboren te Seneffe
den 6den Juni 1802 de plechtigheid zal
bijwonen als de eenige getuige van dezen
beroemden volkerenslagals dertienjarig
meisje hielp zij de gesneuvelden begraven.
De „Journal de Charleroi" heeft een auto
mobiel beschikbaar gesteld om deze eene-
gast van haar huis naar het standbeeld te
rijden.
vHet eeuwfeest van het Fransche bur
gerlijke wetboek, de „Code Napoléon", het
welk in verscheidene andere Europeeeclie
landen ook Nederland de grondslag
van het burgerlijke redht bleef, zal dou 29eu
October a.s. te Parijs worden gevierd, on
der voorzitterschap van den minister van
justitie.
ROMAN
tan
MORITZ VOR REICHENBACH
foor
HERMAN LIND.
Wanda's geweten deed haar een hevig
verwijt a, 't was waar, zij had de zaak
veel te licht geteld, maar een weinig ernst
w'as daarbij toch eok in het spel geweest.
Zij voelde, dat ontkennen haar niets hielp;
haar blos, haar verlegenheid en zelfs de wijze,
waarop zij gelogen had, dat alles had haar
duidelijk genoeg verraden en een stormach
tig verlangen vervulde haai- om zich te ver
dedigen, om het verwijt, dat zoo plosebng
in die haar ernstig aanstarende oogen ge
komen was, althans eemgermate te verzach
ten.
„O, neen, geheel en al sdherts was het
toch niet, maar ach wat moet gij ,wel
van mijl denken?" Haar lippen beefden van
ontroerinig en de tranon wareni haar in de
oogen geaprongon.
Haf scheen 't inderdaad niet te weten, "wat
hij vam haar denken moest, want ook zijn ge
laat een knap, frisch, mannelijk gelaat
toekende verlegenheid. vHij zweeg een poos,
boog zich daarop tot Ihaar neer en .vroeg, ter
wijl hij haar vast in de oogen zag: ..Moet ik
weer gaan zooals ik gekomen ben?"
Nu had het zonderlinge verschijnsel plaats,
dat juist datgene, wat Wanda een oogenblik
geleden' als een redding zou hebben be
schouwd, haar plotseling ëeni groote ramp
toescheen. Iets van dat gevoel, iets van de
niet uitgesproken bede„Neen, neen, blijf
moet er wel uit haar blik heblben doorge
straald, al kwam er op de door hem gedane
vraag ook geen reChtstreeksoh antwoord.
het dus neen?" vroeg hij weder „Be
hoef ik niet heen te gaan?"
Zij hief de gevoUwen .handen half smee-
keud naar hem op.
„Zeg maar, dat ge 't .mij vergeeft, en ga
dan heen
„Wat moet. ik u vergeven? Was dus alles
wat mij door u geschreven werd, met. de uit-
noodiging om hierheen te komen, niet waar?
„O, dat- heb 'k niet gezegd, mijnheer...
Neen, ik heb niet gelogen. Ik geloof niet,
dat ik ooit gelogen heb!"
„Alles goed en wel, maar waarom moet ik
u dan vergiffenis schenken ©n heengaan?
Vindt ge ntij zoo verschrikkelijk?"
„O, neen, in 't gëheel niet!"
„Ik schaam mij dood!" had zij waarschijn
lijk gezegd, als niet juist haar moeder was
aangekomen, die den vreemden heer, met
wien zij haar dochter in gesprek vond, heel
bedaard grotette.
„O, mama," kwam er onwillekeurig, dobli
nauwelijks .verstaanbaar, over Wandas lip
pen, Het toouecl van ver lege nhcid, dat
thans onvermijdelijk scheen, werd hierdoor
gecoupeerd, dat de vreemde heer zich voor
de andere dame. die er in haar met bont
afgezetten fluweelen mantel werkelijk deftig
uitzag, boog en haar tegelijkertijd zijn «naam
noemde.
„Graaf We 11 camp ik 'had het genoegen,
mejuffrouw uw dochter vroeger te ontmoet-
tien en veroorloofd© mij niui juist de vrijheid,
haar daaraan te herinneren."
„O zeker op het pensionaatU hadt daar
waarschijnlijk ook een zusje?"
„Ja juist, mevrouw!"
„Ja, ja«, er waren daar allemaal freules,
ilk heb er dan eigenlijk ook nooit goede vrede
mee gehad, dat onze Wanda daar bleef,
want ziet ge, later is toch de conversatie-
kring ,een beetje anders, en dan maakt men
onwillekeurig zoo zijn eigeuaardige vergelij
kingen die natuurlijk niet altijd in 't voor
deel van de latere kennissen uitvallen."
„O, mevrouw, in onzen meer verlachten
tiid..."
„Ja, in de boeken eu in de couranten zeg
gen 'ze wel, dat er in onze dagen geen voor-
oordeelen van stand meer bestaan, maar in
't loven is dat zoo niet het, geval Ek zeg al
tijd maar, elk voor zich en God voor ons al
len, weet geNu, mijnheer de graaf, hoogst
aangenaam geweest. Kom, Wanda, kom, kind,
het wordt onze tijd
„Mijnheer de graaf" boog diep voor de
'beide dames.
Onder 'het heengaan zag Wanda nog even,
zeer echuohter en zelfs een weinig angstig
naar hem om.
Na een .oogenblik toevons volgde hij liet
tweetal en kwam in de vestibule, toen de
betide daan es die niist verlaten hadden.
„Kent ge die dames?" vroeg «hiji aan den
map, die daar met de controle scheen belast
j te zijn.
„Wel van uiterlijk, want ze zijn hier
1 meerlmalen geweest, maar hoe zo heeten, zou
1 ik u niet. kunnen zeggen, De oudste dame
moet dc vrouw van een commercieraad zijn,
maar die zijp er te Berlijn zooweel, dat het
lastig zoeken, is."
„Eien .malle historie," broande de graai
„denkelijk had ik daar vrouw Fortuna bij
haar sleep cn nu is zij-mij' weer ontsnapt!
Jammer, verduiveld jammer, want zooals de
zaak ziah liet aanzien, bdkoefde ik hier niet
alleen het nuchtere verstand aan het woord
te laten, maar kon er ook <van eenig gevoel
sprake zij.nl Moedertje is weliswaar wei
nig beschaafd, maar todh wel een brave vrouw
en heel toonbaar.maar de kleine heeft be
paald een zeer goede opvoeding gehad
een beetje overmoedig, nog geheel en al een
kind, maar lief, zeer lief' En nu nu laat
zij in haar meisjesachtige beschroomdheid
natuurlijk niets meer van zidh hooren.
Maar juist die beschroomdheid, die
schrik voor haar eigen waagstuk bevalt
mij eigenlijk het bestIk mag het er niet
bij laten, vind ik. Wie eenmaal A gezegd
heeft, is zedelijk verplicht ook B te zeggen..
Ik weet, er wel .raad op'... Als drenkeling
heb ik het recht naar een stroöhabn te grij
pen en hder werd mij een lieve meisjes
hand toegestoken."
Dan volgenden da'g vond Wanda in een
ander nummer ivan dezelfde courant, waarin
de huwelijks-advertentie had gestaan, de
Volgende annonoo
„Maarschalk-Niel-roos
„Wees zoo goed mij ,ujw' adres op te gewen
Ik verzoek u om dit bewijs van vertrouwen, j
anders zal ik moeten gelooven, dat er door
u werd geseher t met oen zaak, die mij bitt-
tere ernst was. Mijn naam staat er u 'borg
voor, dat gij te doen hebt. met een edelman,
zoodat het van zelf spreekt, dat gij in gee-
nerlëi opzidht kunt geoompriimitteerd wor
den. Adres; Graaf W 62, aan het bureel
van dit blad."
Wanda werd zeer rood, toen -zij die regels
las. Vriendelijk waren ze waarlijk niet op
gesteld. Hij sprak nog altijd van zijn voor
nemen als .van, „bitteren ernst." Hij schroom
de zelfs niet, haar een verwijt te doen, en fer
lag in die weinige woorden een gevoel van
zelfbewustheid en van trots, waarower Wan
da zidh eigenlijk had moeten ergeren, en dat
niettemin meisjes zijn soms zoo raadsel
achtig haar op een eigenaardige wijze
aantrok
„Hij heeft gelijk in wat hij daar aegt, ©n
en hij heeft zulke mooie oogen oogen,
die ik niet vergeten kan!'
Ziehier ongeveer de slotsom van Wanda's
overdenkingen en wat een vleiondc, zelfs
sentimenteel© bede misschien niet zou hebben
gedaan gekregen, werd integendeel bereikt
door deze zakelijke, prozaïsche oproeping, die,
gedekt door de rozen vlag der poëzie, in Wan
da's handen gevallen was.
„Ik zal morgenmiddag tusschen twaalf en
drie uur bijl het Rousseau eiland op de ij-baan
zij,n. Wanda Draller."
Zoo luidde Wanda's antwoord.
Den volgenden dag was graaf Wel kramp op
'het bepaalde uur te bestemder plaatse.
Wordt vervolgd.