i*°. 9. Eerste Blad.
3de Jaargang.
Zaterdag 9 Juli 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Oud, nieuw, allernieuwst.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f L25.
Idem franco per post1.75.
1 Wonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij do Uitgevers in te zenden.
Uitgevers! VALKHOFF ft Co.
Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 1—8 regelsf f7h
Elke regel meer- OlIM
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnenient. Kern
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicbt
De tweejarige diensttijd in Frankrijk.
De Fransclie Kamer heeft met de over
groot© meerderheid van 517 tegen 43 stem
men het wetsontwerp aangenomen, dat strekt
tot invoering van den tweejarigen dienst
tijd bij het leger. Dat is intusschen slechts
één van de oogmerken, waarmee deze her
vorming van den dienst bij het leger is on
dernomen.
De grondslag, waarop de nieuwe regeling
rust, is uitgedrukt in art. 1dat luidt
Ieder Franschman is bij het leger dienst
plichtig", waaraan artikel 2 toevoegt: „Af
gezien van volstrekte lichamelijke onge
schiktheid. zijn alle vrijstellingen uitgeslo
ten." Het hoofddoel van de nieuw© regeling
is dus: de volledige, haast zou men zeggen
automatische gelijkheid van alle mannelijke
Fransclie burgers, bij de vervulling van
hun dienstplicht in het leger. Er wordt
geen onderscheid gemaakt en geen uitzonde
ring toegestaan. De wet is voor allen gelijk.
En om het nakomen van dien plicht niet
al te drukkend te maken, is de tijd-, die
onder de wapenen moet worden doorge
bracht, tot twee jaren verminderd.
Zoo streng is dat gelijkheidsbeginsel door
gevoerd, dat zelfs de kweekelingen van de
inrichtingen tot opleiding van officieren,
Saint-Ojir en de Ecole polyteclinique, hunne
twee jaren in de geleden moeten uitdienen,
voordat zij kunnen worden opgenomen in de
vakscholen, die zij als officieren verlaten.
Daartegen heeft de minister van oorlog, ge
nei-aal 'André, zioli verzet. Hiji wilde vol
staan met een eenjarigen dienst bij den
troep voor de toekomstige officieren en gaf
te verstaan, dat de jongelieden, wanneer zij
g->en verlichting van hun militieplicht kre
gen, niet zouden storm loopen naar de exa
mens voor de militaire academiën, te minder
omdat er na den volbrachten militiedienst an
dere wegien openstaan om de offieiersepau-
letten te krijgen. Maar de Kamer volgde het
advies van den minister van oorlog niet.
Dit was niet het eenige geval, waarin de
stem van den minister zonder invloed bleef
op de beslissing van de Kamer. De Temps
noemt eenigen van die gevallen op. Zij
schrijft
„Zoo zij.n de oefeningstijden der manschap
pen van de landweer geschrapt en die van
de reservisten belangrijk verkort. Dte minis
ter van oorlog en de rapporteur van de com
missie bestreden die amendementen en ver
klaarden om strijd, dat ais de Kamer ze aan
nam, er geen legier meer zoui zijinmaar zij
verklaarden niet, dat er geen minister en
geen rapporteur meer zou zijn, en zijl Wacht
ten zich wel de kwestie van vertrouwen te
stellen.
„Alle partijen hebben hunne verantwoor
delijkheid laten wegen. Zoo heeft de heer
Breton, socialist, verkregen, dat men de re
servisten niet in den oogsttijd zou oproepen.
De heer Lasies, nationalist, heeft dien vrij
dom doen uitbreiden tot den tijd van den
wijnoogst. De heer Guyot-Deesaigne, voor
zitter van de commissie, heeft gezegd„Wan
neer dit amendement verworpen werd, zou
de militaire overheid de reservisten niet.
meer kunnen oproepen. Nu is juist in den
tijd van de manoeuvres de instructie het
meest afdoende. Wanneer men geen ma
noeuvres meer wil, dan zegge men het.'' Ge
neraal Audré en de heer Berteaux hebben
zich aangesloten bij de zoo uitdrukkelijke
verklaringen van den heer Guyot-Dc:saigne.
Resultaathet amendement is aangenomen
met 400 tegen 173 stemmen. En zoo is bet
steeds geweest, van het begin van deze dis
cussie af."
Dit maakt, dat ae ingenomenheid van de
Temps met de nieuwe regeling slechts matig
is, hoe rechtmatig ook de grondgedachte
daarvan moge zijnde verlichting van de
zware lasten, die do dienst bij het leger op
de bevolking legt, voor zoover de handhaving
van de voor de landsverdediging onmisbare
strijdvaardigheid dit toelaat. Het blad geeft
de schuld daarvan aan de bij de afgevaar
digden overheerschende zucht om hunne kie
zers naar de oogen te zien. Wat hiervan ziji,
zeker is, dat onder de nieuwe regeling het
Fransclie legier geheel anders zal worden dan
liet thans is.
De door de Kamer .-.ngenomen regeling is
echter nog niet voor goed vastgesteld. Zij
wijkt op verschillende punten af van die,
welke door den Senaat, waar het wetsont
werp het eerst was ingediend, was aangeno
men. De punten van verschil zullen door
gezamenlijk overleg uit den weg geruimd
moeten worden, voordat de nieuwe wet in
werking kan treden.
Frankrijk.
Db commissie voor de buitenlandsche
zaken heeft zicih verklaard voor de ongewij
zigde aanneming van de Engelsoh-Fransolie
overeenkomst en van de nieuw© overeen
komst met Siiann.
De vertegenwoordigers van de partijen dea
meerderiieid hebben besloten met de regee-
ring die afspraak te maken, dat het ontwerp
van de inkomstenbelasting in het najaar zal
worden behandeld vóór de begrooting, om
dat thans de tijd ontbreekt voor eene gronr
dige discussie.
Dte comnirissie van enquête in de Karthui-
zer omkoopingsziaaik heeft haar onderzoek
gesloten en zich tot heden verdaagd tot
overweging van haar rapport.
Over den waarschijn 1 ijke n inlhoUid van het
rapport wordt bericht, dat er naar de een
stemmige overtuigjing van de leden der com
missie evenmin tegen Edgar Combes ails tegen
zijn vader, den minister-president, eenige
reden tot verden Icing bestaat. Echter zal het
rapport eene betuiging van leedwezen bevat
ten., dat de minister-president het noodig
aclhtte in de Kamer van een© poging tot oan-
kooping te spreken, terwijl uit de getuigen
verklaringen duidelijk blijkt, dat de bij den
secretaris-genei'aal van het minister van bin-
nenlandscbe ziaken ondernomen stap vol
strekt niet dat karakter- heeft gehad.
Engeland.
De minister van buitenlandsche zaken
lord Lansdowne, heeft in het hoogerhuis uit
eengezet, waarom de regeering tot het be
sluit gekomen was niet deel te nemen aan
de internationale maritieme conferentie. Hij
voegde hieraan toe, dat de regeering het ge
wicht erkent van overeenstemming in het
maritieme volkenrecht- betreffende de aan
varingen op zee. Wanneer de conferentie
daartoe voorstellen mocht doen, dan zullen
die welwillend in overweging genomen wor
den.
In Chertsey, graafschap Surrey, is de cou-
servatief lord Bingham tot lid van het la
gerhuis gekozen met 5425 stemmen tegen
4876 stemmen op den liberalen tegencandi-
daat. De meerderheid bedroeg dus 549 stem
men. De vorige maal was zij 1171.
De minister van marine, lord Sel-
borne, verklaardo in het Hoogerhuis,
dat de admiraliteit wenscht, dat er meer
aandacht geschonken zal worden door de
officieren, aau de studie van vreemde talen.
Het aantal officieren, aan wie is toegestaan
in het buitenland niet dat doel te gaan stu-
deeren, is vermeerderd. Zij krijgen hun
volle traktement. De studie van de volgende
talen wordt verlangdFranscb, Duitsch,
Nederlandsch, Japansch, Russisch, Spaansch,
Italiaansoh en Portugeesch.
Rusland.
Behalve de personen, van wier arrestatie
reeds melding gemaakt werd, in verband met
den moord op Bobrikow, ie ook de hoogleeraar
in het Romeinsche recht en het burgerlijke
procesrecht, baron Wrede, een van de meest
geziene rechtsgeleerden van Finland, gevan
kelijk naar Petersburg overgebracht.
Uit Petersburg wordt aan de Frankf. Ztg.
bericht, dat de benoeming van prins C'-o-
lenski tot gouverneur-generaal van Finland
daar in humaan denkende kringen een zeer
terneerslaanden indruk maakt, Van de bla
den heeft tot dusver alleen de Nowoje Wrem-
ja de benoeming besproken, die zich er izeer
voldaan over toont.
De correspondent van do Köln. Ztg. te
Petersburg bericht: Wanneer men hier men-
schen, die hem kennen, naar zijn karakter
vraagt, dan krijgt men het korte antwoord
Zeer energiek man.
Thibet.
De strijld om het fort te Gyangtse heeft
een gelieelen dag geduurd.
Het eene gebouw na het andere tegenover
het fort moest bestormd wordende Tibe-
ta.nen boden hardnekkigen tegenstand. Toch
verloren de EngelsHien over heb geheel
weinig manschappen, reeds 's morgens ech
ter was luitenant Gurdon gesneuveld, toen
hij een der stormloopcn leidde. Een eerste
poging van de Goerka's om de hoofdpoort
van het .fort te veroveren, mislukte, hoewel
de aanval door geschutvuur werd onder
steund.
's Namiddags koos generaal Macdonald een
punt uit in de muren van het fort, en daar
op werd al het vuur der Engelscihen saaim-
getrokken. Langzaam werd aldus een bres
geschoten, en om vier uur ontplofte een
massa kruit van de Tibetanen, waardoor het
gat grooter weid. Eerst nu was liet moge
lijk den wand van het fort te beklimmen,
waarop de dzjong genomen wertl.
Opmerkelijk was, dat de Tibetanen in den
loop van den dag een tegen-aanval richtten
op den .Engelsohen rechtervleugel.
Vereenigde Staten.
Men beschouwt het als zeker, dat 'de na
tionale democratisch© conventie-rechter
Parker zal stellen tegenover president Roo
sevelt.
De voorstanders van genoemden cgndidaat
rekenen bij de eerste stemming op 608 van
de 994 stemmen voor hun candidaat, 56 te
weinig dus voor de vereisdhte meerderheid
van twee derden. De tegenstanders van
rechter Parker beweren dat zij beschikken
over 435 stemmen, maar kunnen tot dusver
niet verder tellen dan tot 336.
De commissie ran de democratische
nationale conventie te Sint-Louis, voor de
samenstelling van het verkiezingsprogram
ma heeft aangenomen een amendement van
Bryan op de tariefparagraaf. Daarin wordt
verklaard, dat een beschermend tarief dief
stal is, en eene geleidelijke vermindering van
het tarief van invoerrechten, zonder stoor
nis te brengen in de zaken, aanbevolen.
Bryan heeft ook gedaan gekregen, dat uit
d' voorstellen van de commissie is wegge
laten de verklaring ten gunste van den gou
den standaard.
Het succes, dat Biyan heeft behaald, door
zijne denkbeelden to doen aannemen, wordt
druk btsproken.
Nader wordt berichtDe conventie heeft
het programma aangenomen zonder eenige
zinsnede, betrekking hebbende op de munt-
kwestie.
Het programma dringt aan op herziening
en geleidelijke vermindering van het tarief,
op vermindering van de uitgaven voor leger
en vloot op den veiligen grondslag van de
grootste zuinigheid, die voor alle regeerings»-
uitgaven wordt verlangd, verder op wetten,
die onpartijdig rechtmatige rechten toeken
nen aan arbeid en kapitaal
Dc oorlog in Oost-Azië.
Over den oorlog zijn de volgende berichten
Tokio, 8 Juli. Er zijn operation van groot
gewicht in uitvoering op het oorlogstooneel,
maar de regeering is er in geslaagd ze in
een bijna volstrekt geheim te hullen. Sints
de bezetting van Dalny heeft de regeering
volledig stilzwijgen in acht genomen betref
fende de belegering van Port Arthur. Ge
deeltelijke berichten uit verschillende, meest
Chineesohe, bronnen bereiken Japan, maar
de openbaarmaking en de mededeeling naar
het buitenland van die berichten is onder
zware straf verboden. Geen vreemdeling is
bij de strijdmacht, die Port Arthur bele
gert, of bij Okoe's leger of bij het Takoesjan-
leger. De oorlogscorrespondenten en de
vreemde attaché's, die bij KoerokL zijn, wor
den gehouden binnen een kring van twee
K.M. middellijn.
Tsjifoe, 8 Juli. Een betrouwbare öhi-
nee6, die hier aangekomen is van de oost
kust van Liaojang bij, Port Arthur, bericht,
dat den 5en eene divisie van het Japansche
leger de noordelijke helling heeft bereikt van
den Taloesjan-berg, welks top op minder dan
drie mijlen afstand van Port Arthur ligt.
Deze divisie is op den grooten weg ten noor
den van Port Arthur afgegaan van eene an
dere divisie en is door het bergachtige land
verder getrokken. De andere divisie zette
baren tocht voort langs den grooten weg
naar het marinekamp. Om dat kamp te be
reiken, zal ziji over eene vlakte moeten
gaan; maar wanneer de Japansche divisie
op den Taloesjan-berg is, wordt het marine
kamp onhoudbaar.
Het Russische fort no. 16 op de hoofdver
dedigingslinie is gisteren ingenomen.
Tsjifoe, 8 Juli. (Express). De Japanners
hebben voor Port Arthur fort no. 14 ver
overd, dat wederom een deel van de hoofd
linie van verdediging befheersciht. Alles is nu
gereed voor den eind-aanval.
Tokio, 8 Juli. (Chronicle). Dte Japanners
veroverden meer dan tien kanonnen en
maakten 50 gevangenen bij Kaiping.
9 J u 1 i. Na zwaien strijd heeft generaal
Okce gisteren Kaiping bezet.
Over de belegeriugsoperat.iën van do Ja
panners tegen Port Arthur dringt zeer
■weinig naar buiten door. Men kan uit het
hierboven opgenomen telegram uit Tokio
zien, waaraan dat ligt. i. en zorgt van
Japansche zijde, dat er zoo weinig mogelijk
van wereldkundig wordt. Intusschen kan
men zich, naar de Vossische Ztg. opmerkt,
wel zoo ongeveer een denkbeeld vormen van
wat er voorvalt. De Japanners dringen lang
zaam, stelselmatig en onophoudelijk vooruit.
De Russen wordeu gaandeweg meer terug
gedrongen en verliezen steeds meer van het
voorterrein. Ieder strook grond, die in het
bezit van de J; pawners komt, wordt door
hen versterkt en door het opstellen van ge
schut beveiligd. Het reeds eenigen tijd ge
leden vernomen bericht, dat de Japanners
drie Russische forten hadden genomen, kan
als de inleiding van de operation hunnerzijds
worden aangemerkt. Dit zijn geen werken
van de beide laatste, verdedigingliniön voor
Port Arthur geweest, maar ver vooruit ge
schoven veldwerken. Men moet dit aan
nemen, omdat volgens eeu ander, vroeger be
richt gemeld werd, dat de Russen op af
standen telkens van drie kilometers door
veldwerken verdedigingsstellingen hebben
aangelegd. De Russen trachten daarom de
nadering van de Japanners tot de hoofdwer
ken zooveel mogelijik te belemmeren. De
Japanners rukken voorzichtig en met be
sparing van me nsch en levens steeds naderbij,
het hoofdwerk daarbij steeds aan de artil
lerie overlatende.
Hoe Port Arthur zal worden bestormd, be
schrijft Bennet Burleigh in de Daily Tele
graph aldus
„Wat ook admiraal Togo op zee moge doen
of laten, de Japanners hebben het vaste voor
nemen, do vesting tot eiken prijs te nemen.
eene fort na het ander door wallen in
gesloten, met muren en grachten omringd,
met buitenwerken, loopgraven, mijnen en
draadversperringen omgeven, zij zullen
stuk voor stuk plat geschoten en door min
stens 30.000 man bestormd worden, d.. zich
verheugd gewijd hebben aan den dood of
aa 1 den eeuwigen roem."
Sedert den slag bij Kintsjou hebben de
Japanners, zoo bericht dezelfde correspondent,
onafgebroken en bij tienduizenden troepen
naar Liaojang vervoerd. Sedert bet laatst
van Mei werden voortdurend troepen inge-
scbeep en deze beweging is nog niet tot
stilstand gekomen. Dag en nacht gaan er
troepen naar heb oorlogstooneel.
Het vierde leger bestaat grootendeels uit
oudgediende soldaten, rijpe mannen van
krijgshaftig uiterlijk en minstens zoo goed
als de beste regimenten van het eerste, tweede
en derde leger. De meeste manschappen dra
gen militaire medailles op de borst. Gemid
deld zijn zij 30 a 35 jaren oud. De tegen Port
Arthur bestemde belegeringsartillcrie omvat,
behalve het reusachtige park van de gewone
belegeringskanonnen, honderd achtduims-ka-
nonnen van de nieuwste constructie. Reeds
het vuur uit vijftig van deze kanonnen zou,
naar de overtuiging van de Japansche offi
cieren, voldoende zijn om de Russische bui
tenwerken van de vesting binnen korten tijd
onhoudbaar te maken.
De Standard laat zich berichten, dat de
Japanners voornemens zijn, zich eerst van
den grooten Wolfsberg, oen 1520 voet hoogen,
de havens en de forten in t Z.Z.W. van de
vesting beheerschenden Liautisjan te nemen,
daar boven hunne zware belegeringskanon-
x.
,,La critique eet aisée, mais l'art est dif
ficile", zong onze vriend Boileau, en die had
het in vele dingen bij het rechte eind.
Al is hij nog zoo ultra-modern, zoo zal
tooh een letterkundige nog menige wijze les
kunnen opdiepen uit het nooit banaal ge
worden „L'art poetique" van genoemden
Fcmschen dichter. Ik mag gaarne eens in
die oude boeken snuffelen, en al doorblade
rend word ik getroffen door een Fijnen geest
en een humor, die ik in de producten van
onze tegenwoordige dichters en schrijvers
mis. Het is alles even. sinister en droefgees
tig, alsof het leven een last is geworden
do toekomst wordt ons afgeschilderd als de
tijd van verlossing uit onze ellende. Is 't zóó
treurig met ons gesteld? Zouden ook vroe
ger geen wanklanken, gehoord, geen misstan
den bestaan hebbenwas men er zich min
der van bewust toen, dat armoede .een ellen
dig iets is, dat er mensehen zajoi, die altijd
vóór den wind zeilen, terwijl anderen hun
gansche leven met tegenwind te kampen
hebben?
Wat me stuit in onze tegenwoordige letter
kundige producten, meer speciaal in onze
romans, is. dat de mensehen van onzen tijd
altijd schijnen to moeten ondergaan in des
levens maaJstroom, wanneer stormen woeden
op de levenszee, terwijl de personen in de
romans uit de tijden mijner jeugd wilskracht
en zedelijkon moed als groote deugden pre
zen en zich daarin oefenden.
Ik weet wel, dat modern© schrijvers lachen
om de boeken, waarin de deugd beloond en
bet kwaad gestraft werd, en toegegeven
dat er veel conventioneels is in die altijd
tcrugkeerende variatie op hetzelfde thema,
toch valt daaruit, de groote les te leeren
van Schiller's gevleugeld woord: „Alle
Schuld racht sich auf Erde" Zie om u heen
in het leven en merk op, hoe in d© meest©
gevallen boontje om zijn loontje komt, en ik
stel me voor dat de schrijvers in mijne jong©
jaren met deze gestrafte ondeugd en be
loonde deugd altijd weer de menschheid on
der de oogen wilden brengen, dat 't niet on
verschillig) was, hoe ziji het leven opnamen,
hoe ziji de dagen, hun geschonken, door
brachten.
Tegenwoordig zegt. men van een mislukt
mensch „Hij werd het- slachtoffer van zijine
levensomstandigheden"met dit. gezegde
wischt men op gemakkelijke wijze alle schuld
uit. En 't ellendige, het fatale van die
levensomstandigheden wordt breed uitge
sponnen. om toch vooral te doen uitkomen,
dat de arme roeier machteloos was tegen den
stroom en niets beters had te doen dan zich
willoos overgeven aan het noodlot. En de
riemen, die hij nog te zijner beschikking had,
bleven werkeloos.
Neen, er is iets wat me aantrekt in die
oude boeken van romanheldendeugd, en iets
daarvan vind ik terug in Cyrano de Berge
rac, waar de oude ridderlijkheid den waren
chevalier nooit verlaat, zelfs niet in het uur
van zijn dood. Eu dat de mensehen gevoeld
hebben, welk een onwederstaanbaar goeden
invloed zulk een karakter heeft, bewijst wel
liet sucoes van dat moderne ouderwetscho
boek, want ik kan niet geloovcn dat het
zijne vermaardheid alleen te danken heeft
aau de bekoring, die uitgaat van de wellui
dende taal. De charme gaat dieper, zij gaat
uit van don hoofdpersoon, die niet alleen oen
held is in mannenmoed, doch die tevens ka-
raktermoed bezit, mo«P om zich te stellen
boven de tegen heden des levens, moed om
zich zelf te blijven cn 't beste deel van zich
hoog te houden, ondanks de beproevingen,
die hem geenszins gespaard blijven.
Wat me nog meer aantrekt in de boe
ken ik bedoel natuurlijk de goede mij
ner jeugd? Dat is de taal. de gezonde, onge
kunstelde, glasheldere taal, waardoor de
schrijver zijn bedoeling niet liet raden, doch
welke te proeven was voor ieder gezond-den
kend mensch uit den eenvoudigste» zin.
Ik pijmiig dikwijls tevergeefs mijn oiule
hersens, om de beteokenis te vinden van
vele zinnen uit de lax-ken der „jongeren''.
En al die hedendaagsehe schrijvers dit kweb
belpraatje eens per ongeluk lazen, zouden
ze met verachtelijk schouderophalen zeggen
„onze Werken werden ook niet gemaakt voor
zulke oudjes als jij bent. Wij. sohrijK-en voor
gt e st vc rwa nten."
„Ah zoo' Pardon. Ik dacht juist, dat die
boeken vol moderne wijsheid dienden, niet
om de geestverwanten te doen uitroepen o
hoe mooi! hoe waar! Zat wei,on immers mèt
u, hoe hot leven ismaar om do minder ge-
avanceoTden, hen, die nog niet verwant ziju,
te maken tot geest.verwan ten, hen te be-
keereu tot het geloof der broederschap van
ultra-modernen, om proselieten te maken
voor de leer der fatalisten; want als je geen
pessimist of fatalist of althans een of an
der „ist" bent, dan kom je heelemaal niet
in aanmerking, en kun je niet beter doen dan
je te voegen bij de groote meerderheid, die
met artistieke verachting „dom publiek"
worden genoemd. Ik voor mij reken het tot
een eer, mij bij de laatsten te mogen schar
ren. Als ik goed oppas, zal ik misschien in
een volgend stadium tot een der ,,isten"-or-
den mogen beliooren volgens opvatting
der theesofisten.
Wat sinds de dagen mijner jeugd ook oen
groote hervorming heeft ondergaan in onze
boeken, dat is de spelling. Lieve deugd, dat
is eeu studie apart.
Als ik veel fouten maak, moeten mijine
lezers het do oude vrouw maai- niet kwalijk
nemen. Het is bepaald een oefening om „bij"
te blijven. Ik dacht nog wel, dat ik me vrij
aardig in de „nieuwe" spelling (voor zoover
je iets nieuw kunt noemen, dat al ongeveer
vijf en twintig jaar bestaat.) had ingewerkt-
en daar krijg ik me laatst een boek in han
den van zekeren mijnheer Brauidt van
Doorn© „Huiselik Leed" heette het. Jon
gens, jongens, het was of ik abracadabra
vóór me zag in het eerst, doch weldra wen
den mijne oude oogen aan die vreemde spel
wijze, en vond ik zelfs eindelijk dat
het wel makkelijik las.
Ik ben een gek mensch. Jo zegt altijd:
Moeder wil van alles 't naadje van de kous
weten, en het kind (ze is bijna dertig n.b.)
heeft gelijk. Ik houd er van raadsels op te
lossen Zoo nam ik Kollewijn's spelling op
en neusde er wat in, ofschoon ik 't gevoel
kreeg van oen aap, die den Btijbel bestu
deert. Ik beu maar oen leek en mag me
dus geen oordcel aanmatigen.
Ik geef toe, dat er veel onlogisch is in
onze spelling; er kunnen veel onnoodige
moeielijkheden vermeden werden. Toch zou
ik nog verder willen gaan en zeggen indien
gij vervormen en vereenvoudigen wilt, doe
het- dan radicaal, dat wil zeggen maak de
spelling zóó eenvoudig), dat schoolgaande
kinderen zich niet. langer behoeven suf te
leeren met „uitzonderingversjes", regels van
eufonie, enz.
Over de ellende van do „nieuwe", dat is
dus niet de „allernieuwste" spelling, een on
kel staaltje
Een kind dat lezen leert, begint met de
volkomen klinkers en leert spellenrooft-,
oor-, raam-, noot-, muur-, riem Kan het een
weinig lezen en ook wat schrijven, dan moet
het. op zijn lei de meervoudsvormen neer
schrijven, en ontdekt nu dat onze spelling
hem tot speelbal maakt van haar willekeur.
Want nu moet het schrijfven rozen-, ooren-,
ramen-, nooten- en noten-, muren-, riemen-,
en bemerkt, tot zijn schrik dat slechts twee
van die geleerde w-oorden hun meervouds
vorm krijgen alleen door bijvoeging van en
de andere ondergaan allen een verandering.
Leerde het. dus eerst dat de volkomen
a aa en dat a als a wordt uitgesproken,
zoo moet het zich al spoedig vertrouwd ma
ken met het feit, dat ook a dienst kan doen
als volkomen klinker, te weten in die en die
en die gevallen, uitgezonderd: „jetzt geht's
los". Airne zevenjarige scholier
Wat al tekortkomingen moeten hem nog
worden aangerekend eer hij niet meer na
der, schaapen, koelen schrijft.
Waarom hem niet geleerd, dat lang,