i*°. 9. Eerste Blad. 3de Jaargang. Zaterdag 9 Juli 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. Oud, nieuw, allernieuwst. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f L25. Idem franco per post1.75. 1 Wonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij do Uitgevers in te zenden. Uitgevers! VALKHOFF ft Co. Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1—8 regelsf f7h Elke regel meer- OlIM Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnenient. Kern circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicbt De tweejarige diensttijd in Frankrijk. De Fransclie Kamer heeft met de over groot© meerderheid van 517 tegen 43 stem men het wetsontwerp aangenomen, dat strekt tot invoering van den tweejarigen dienst tijd bij het leger. Dat is intusschen slechts één van de oogmerken, waarmee deze her vorming van den dienst bij het leger is on dernomen. De grondslag, waarop de nieuwe regeling rust, is uitgedrukt in art. 1dat luidt Ieder Franschman is bij het leger dienst plichtig", waaraan artikel 2 toevoegt: „Af gezien van volstrekte lichamelijke onge schiktheid. zijn alle vrijstellingen uitgeslo ten." Het hoofddoel van de nieuw© regeling is dus: de volledige, haast zou men zeggen automatische gelijkheid van alle mannelijke Fransclie burgers, bij de vervulling van hun dienstplicht in het leger. Er wordt geen onderscheid gemaakt en geen uitzonde ring toegestaan. De wet is voor allen gelijk. En om het nakomen van dien plicht niet al te drukkend te maken, is de tijd-, die onder de wapenen moet worden doorge bracht, tot twee jaren verminderd. Zoo streng is dat gelijkheidsbeginsel door gevoerd, dat zelfs de kweekelingen van de inrichtingen tot opleiding van officieren, Saint-Ojir en de Ecole polyteclinique, hunne twee jaren in de geleden moeten uitdienen, voordat zij kunnen worden opgenomen in de vakscholen, die zij als officieren verlaten. Daartegen heeft de minister van oorlog, ge nei-aal 'André, zioli verzet. Hiji wilde vol staan met een eenjarigen dienst bij den troep voor de toekomstige officieren en gaf te verstaan, dat de jongelieden, wanneer zij g->en verlichting van hun militieplicht kre gen, niet zouden storm loopen naar de exa mens voor de militaire academiën, te minder omdat er na den volbrachten militiedienst an dere wegien openstaan om de offieiersepau- letten te krijgen. Maar de Kamer volgde het advies van den minister van oorlog niet. Dit was niet het eenige geval, waarin de stem van den minister zonder invloed bleef op de beslissing van de Kamer. De Temps noemt eenigen van die gevallen op. Zij schrijft „Zoo zij.n de oefeningstijden der manschap pen van de landweer geschrapt en die van de reservisten belangrijk verkort. Dte minis ter van oorlog en de rapporteur van de com missie bestreden die amendementen en ver klaarden om strijd, dat ais de Kamer ze aan nam, er geen legier meer zoui zijinmaar zij verklaarden niet, dat er geen minister en geen rapporteur meer zou zijn, en zijl Wacht ten zich wel de kwestie van vertrouwen te stellen. „Alle partijen hebben hunne verantwoor delijkheid laten wegen. Zoo heeft de heer Breton, socialist, verkregen, dat men de re servisten niet in den oogsttijd zou oproepen. De heer Lasies, nationalist, heeft dien vrij dom doen uitbreiden tot den tijd van den wijnoogst. De heer Guyot-Deesaigne, voor zitter van de commissie, heeft gezegd„Wan neer dit amendement verworpen werd, zou de militaire overheid de reservisten niet. meer kunnen oproepen. Nu is juist in den tijd van de manoeuvres de instructie het meest afdoende. Wanneer men geen ma noeuvres meer wil, dan zegge men het.'' Ge neraal Audré en de heer Berteaux hebben zich aangesloten bij de zoo uitdrukkelijke verklaringen van den heer Guyot-Dc:saigne. Resultaathet amendement is aangenomen met 400 tegen 173 stemmen. En zoo is bet steeds geweest, van het begin van deze dis cussie af." Dit maakt, dat ae ingenomenheid van de Temps met de nieuwe regeling slechts matig is, hoe rechtmatig ook de grondgedachte daarvan moge zijnde verlichting van de zware lasten, die do dienst bij het leger op de bevolking legt, voor zoover de handhaving van de voor de landsverdediging onmisbare strijdvaardigheid dit toelaat. Het blad geeft de schuld daarvan aan de bij de afgevaar digden overheerschende zucht om hunne kie zers naar de oogen te zien. Wat hiervan ziji, zeker is, dat onder de nieuwe regeling het Fransclie legier geheel anders zal worden dan liet thans is. De door de Kamer .-.ngenomen regeling is echter nog niet voor goed vastgesteld. Zij wijkt op verschillende punten af van die, welke door den Senaat, waar het wetsont werp het eerst was ingediend, was aangeno men. De punten van verschil zullen door gezamenlijk overleg uit den weg geruimd moeten worden, voordat de nieuwe wet in werking kan treden. Frankrijk. Db commissie voor de buitenlandsche zaken heeft zicih verklaard voor de ongewij zigde aanneming van de Engelsoh-Fransolie overeenkomst en van de nieuw© overeen komst met Siiann. De vertegenwoordigers van de partijen dea meerderiieid hebben besloten met de regee- ring die afspraak te maken, dat het ontwerp van de inkomstenbelasting in het najaar zal worden behandeld vóór de begrooting, om dat thans de tijd ontbreekt voor eene gronr dige discussie. Dte comnirissie van enquête in de Karthui- zer omkoopingsziaaik heeft haar onderzoek gesloten en zich tot heden verdaagd tot overweging van haar rapport. Over den waarschijn 1 ijke n inlhoUid van het rapport wordt bericht, dat er naar de een stemmige overtuigjing van de leden der com missie evenmin tegen Edgar Combes ails tegen zijn vader, den minister-president, eenige reden tot verden Icing bestaat. Echter zal het rapport eene betuiging van leedwezen bevat ten., dat de minister-president het noodig aclhtte in de Kamer van een© poging tot oan- kooping te spreken, terwijl uit de getuigen verklaringen duidelijk blijkt, dat de bij den secretaris-genei'aal van het minister van bin- nenlandscbe ziaken ondernomen stap vol strekt niet dat karakter- heeft gehad. Engeland. De minister van buitenlandsche zaken lord Lansdowne, heeft in het hoogerhuis uit eengezet, waarom de regeering tot het be sluit gekomen was niet deel te nemen aan de internationale maritieme conferentie. Hij voegde hieraan toe, dat de regeering het ge wicht erkent van overeenstemming in het maritieme volkenrecht- betreffende de aan varingen op zee. Wanneer de conferentie daartoe voorstellen mocht doen, dan zullen die welwillend in overweging genomen wor den. In Chertsey, graafschap Surrey, is de cou- servatief lord Bingham tot lid van het la gerhuis gekozen met 5425 stemmen tegen 4876 stemmen op den liberalen tegencandi- daat. De meerderheid bedroeg dus 549 stem men. De vorige maal was zij 1171. De minister van marine, lord Sel- borne, verklaardo in het Hoogerhuis, dat de admiraliteit wenscht, dat er meer aandacht geschonken zal worden door de officieren, aau de studie van vreemde talen. Het aantal officieren, aan wie is toegestaan in het buitenland niet dat doel te gaan stu- deeren, is vermeerderd. Zij krijgen hun volle traktement. De studie van de volgende talen wordt verlangdFranscb, Duitsch, Nederlandsch, Japansch, Russisch, Spaansch, Italiaansoh en Portugeesch. Rusland. Behalve de personen, van wier arrestatie reeds melding gemaakt werd, in verband met den moord op Bobrikow, ie ook de hoogleeraar in het Romeinsche recht en het burgerlijke procesrecht, baron Wrede, een van de meest geziene rechtsgeleerden van Finland, gevan kelijk naar Petersburg overgebracht. Uit Petersburg wordt aan de Frankf. Ztg. bericht, dat de benoeming van prins C'-o- lenski tot gouverneur-generaal van Finland daar in humaan denkende kringen een zeer terneerslaanden indruk maakt, Van de bla den heeft tot dusver alleen de Nowoje Wrem- ja de benoeming besproken, die zich er izeer voldaan over toont. De correspondent van do Köln. Ztg. te Petersburg bericht: Wanneer men hier men- schen, die hem kennen, naar zijn karakter vraagt, dan krijgt men het korte antwoord Zeer energiek man. Thibet. De strijld om het fort te Gyangtse heeft een gelieelen dag geduurd. Het eene gebouw na het andere tegenover het fort moest bestormd wordende Tibe- ta.nen boden hardnekkigen tegenstand. Toch verloren de EngelsHien over heb geheel weinig manschappen, reeds 's morgens ech ter was luitenant Gurdon gesneuveld, toen hij een der stormloopcn leidde. Een eerste poging van de Goerka's om de hoofdpoort van het .fort te veroveren, mislukte, hoewel de aanval door geschutvuur werd onder steund. 's Namiddags koos generaal Macdonald een punt uit in de muren van het fort, en daar op werd al het vuur der Engelscihen saaim- getrokken. Langzaam werd aldus een bres geschoten, en om vier uur ontplofte een massa kruit van de Tibetanen, waardoor het gat grooter weid. Eerst nu was liet moge lijk den wand van het fort te beklimmen, waarop de dzjong genomen wertl. Opmerkelijk was, dat de Tibetanen in den loop van den dag een tegen-aanval richtten op den .Engelsohen rechtervleugel. Vereenigde Staten. Men beschouwt het als zeker, dat 'de na tionale democratisch© conventie-rechter Parker zal stellen tegenover president Roo sevelt. De voorstanders van genoemden cgndidaat rekenen bij de eerste stemming op 608 van de 994 stemmen voor hun candidaat, 56 te weinig dus voor de vereisdhte meerderheid van twee derden. De tegenstanders van rechter Parker beweren dat zij beschikken over 435 stemmen, maar kunnen tot dusver niet verder tellen dan tot 336. De commissie ran de democratische nationale conventie te Sint-Louis, voor de samenstelling van het verkiezingsprogram ma heeft aangenomen een amendement van Bryan op de tariefparagraaf. Daarin wordt verklaard, dat een beschermend tarief dief stal is, en eene geleidelijke vermindering van het tarief van invoerrechten, zonder stoor nis te brengen in de zaken, aanbevolen. Bryan heeft ook gedaan gekregen, dat uit d' voorstellen van de commissie is wegge laten de verklaring ten gunste van den gou den standaard. Het succes, dat Biyan heeft behaald, door zijne denkbeelden to doen aannemen, wordt druk btsproken. Nader wordt berichtDe conventie heeft het programma aangenomen zonder eenige zinsnede, betrekking hebbende op de munt- kwestie. Het programma dringt aan op herziening en geleidelijke vermindering van het tarief, op vermindering van de uitgaven voor leger en vloot op den veiligen grondslag van de grootste zuinigheid, die voor alle regeerings»- uitgaven wordt verlangd, verder op wetten, die onpartijdig rechtmatige rechten toeken nen aan arbeid en kapitaal Dc oorlog in Oost-Azië. Over den oorlog zijn de volgende berichten Tokio, 8 Juli. Er zijn operation van groot gewicht in uitvoering op het oorlogstooneel, maar de regeering is er in geslaagd ze in een bijna volstrekt geheim te hullen. Sints de bezetting van Dalny heeft de regeering volledig stilzwijgen in acht genomen betref fende de belegering van Port Arthur. Ge deeltelijke berichten uit verschillende, meest Chineesohe, bronnen bereiken Japan, maar de openbaarmaking en de mededeeling naar het buitenland van die berichten is onder zware straf verboden. Geen vreemdeling is bij de strijdmacht, die Port Arthur bele gert, of bij Okoe's leger of bij het Takoesjan- leger. De oorlogscorrespondenten en de vreemde attaché's, die bij KoerokL zijn, wor den gehouden binnen een kring van twee K.M. middellijn. Tsjifoe, 8 Juli. Een betrouwbare öhi- nee6, die hier aangekomen is van de oost kust van Liaojang bij, Port Arthur, bericht, dat den 5en eene divisie van het Japansche leger de noordelijke helling heeft bereikt van den Taloesjan-berg, welks top op minder dan drie mijlen afstand van Port Arthur ligt. Deze divisie is op den grooten weg ten noor den van Port Arthur afgegaan van eene an dere divisie en is door het bergachtige land verder getrokken. De andere divisie zette baren tocht voort langs den grooten weg naar het marinekamp. Om dat kamp te be reiken, zal ziji over eene vlakte moeten gaan; maar wanneer de Japansche divisie op den Taloesjan-berg is, wordt het marine kamp onhoudbaar. Het Russische fort no. 16 op de hoofdver dedigingslinie is gisteren ingenomen. Tsjifoe, 8 Juli. (Express). De Japanners hebben voor Port Arthur fort no. 14 ver overd, dat wederom een deel van de hoofd linie van verdediging befheersciht. Alles is nu gereed voor den eind-aanval. Tokio, 8 Juli. (Chronicle). Dte Japanners veroverden meer dan tien kanonnen en maakten 50 gevangenen bij Kaiping. 9 J u 1 i. Na zwaien strijd heeft generaal Okce gisteren Kaiping bezet. Over de belegeriugsoperat.iën van do Ja panners tegen Port Arthur dringt zeer ■weinig naar buiten door. Men kan uit het hierboven opgenomen telegram uit Tokio zien, waaraan dat ligt. i. en zorgt van Japansche zijde, dat er zoo weinig mogelijk van wereldkundig wordt. Intusschen kan men zich, naar de Vossische Ztg. opmerkt, wel zoo ongeveer een denkbeeld vormen van wat er voorvalt. De Japanners dringen lang zaam, stelselmatig en onophoudelijk vooruit. De Russen wordeu gaandeweg meer terug gedrongen en verliezen steeds meer van het voorterrein. Ieder strook grond, die in het bezit van de J; pawners komt, wordt door hen versterkt en door het opstellen van ge schut beveiligd. Het reeds eenigen tijd ge leden vernomen bericht, dat de Japanners drie Russische forten hadden genomen, kan als de inleiding van de operation hunnerzijds worden aangemerkt. Dit zijn geen werken van de beide laatste, verdedigingliniön voor Port Arthur geweest, maar ver vooruit ge schoven veldwerken. Men moet dit aan nemen, omdat volgens eeu ander, vroeger be richt gemeld werd, dat de Russen op af standen telkens van drie kilometers door veldwerken verdedigingsstellingen hebben aangelegd. De Russen trachten daarom de nadering van de Japanners tot de hoofdwer ken zooveel mogelijik te belemmeren. De Japanners rukken voorzichtig en met be sparing van me nsch en levens steeds naderbij, het hoofdwerk daarbij steeds aan de artil lerie overlatende. Hoe Port Arthur zal worden bestormd, be schrijft Bennet Burleigh in de Daily Tele graph aldus „Wat ook admiraal Togo op zee moge doen of laten, de Japanners hebben het vaste voor nemen, do vesting tot eiken prijs te nemen. eene fort na het ander door wallen in gesloten, met muren en grachten omringd, met buitenwerken, loopgraven, mijnen en draadversperringen omgeven, zij zullen stuk voor stuk plat geschoten en door min stens 30.000 man bestormd worden, d.. zich verheugd gewijd hebben aan den dood of aa 1 den eeuwigen roem." Sedert den slag bij Kintsjou hebben de Japanners, zoo bericht dezelfde correspondent, onafgebroken en bij tienduizenden troepen naar Liaojang vervoerd. Sedert bet laatst van Mei werden voortdurend troepen inge- scbeep en deze beweging is nog niet tot stilstand gekomen. Dag en nacht gaan er troepen naar heb oorlogstooneel. Het vierde leger bestaat grootendeels uit oudgediende soldaten, rijpe mannen van krijgshaftig uiterlijk en minstens zoo goed als de beste regimenten van het eerste, tweede en derde leger. De meeste manschappen dra gen militaire medailles op de borst. Gemid deld zijn zij 30 a 35 jaren oud. De tegen Port Arthur bestemde belegeringsartillcrie omvat, behalve het reusachtige park van de gewone belegeringskanonnen, honderd achtduims-ka- nonnen van de nieuwste constructie. Reeds het vuur uit vijftig van deze kanonnen zou, naar de overtuiging van de Japansche offi cieren, voldoende zijn om de Russische bui tenwerken van de vesting binnen korten tijd onhoudbaar te maken. De Standard laat zich berichten, dat de Japanners voornemens zijn, zich eerst van den grooten Wolfsberg, oen 1520 voet hoogen, de havens en de forten in t Z.Z.W. van de vesting beheerschenden Liautisjan te nemen, daar boven hunne zware belegeringskanon- x. ,,La critique eet aisée, mais l'art est dif ficile", zong onze vriend Boileau, en die had het in vele dingen bij het rechte eind. Al is hij nog zoo ultra-modern, zoo zal tooh een letterkundige nog menige wijze les kunnen opdiepen uit het nooit banaal ge worden „L'art poetique" van genoemden Fcmschen dichter. Ik mag gaarne eens in die oude boeken snuffelen, en al doorblade rend word ik getroffen door een Fijnen geest en een humor, die ik in de producten van onze tegenwoordige dichters en schrijvers mis. Het is alles even. sinister en droefgees tig, alsof het leven een last is geworden do toekomst wordt ons afgeschilderd als de tijd van verlossing uit onze ellende. Is 't zóó treurig met ons gesteld? Zouden ook vroe ger geen wanklanken, gehoord, geen misstan den bestaan hebbenwas men er zich min der van bewust toen, dat armoede .een ellen dig iets is, dat er mensehen zajoi, die altijd vóór den wind zeilen, terwijl anderen hun gansche leven met tegenwind te kampen hebben? Wat me stuit in onze tegenwoordige letter kundige producten, meer speciaal in onze romans, is. dat de mensehen van onzen tijd altijd schijnen to moeten ondergaan in des levens maaJstroom, wanneer stormen woeden op de levenszee, terwijl de personen in de romans uit de tijden mijner jeugd wilskracht en zedelijkon moed als groote deugden pre zen en zich daarin oefenden. Ik weet wel, dat modern© schrijvers lachen om de boeken, waarin de deugd beloond en bet kwaad gestraft werd, en toegegeven dat er veel conventioneels is in die altijd tcrugkeerende variatie op hetzelfde thema, toch valt daaruit, de groote les te leeren van Schiller's gevleugeld woord: „Alle Schuld racht sich auf Erde" Zie om u heen in het leven en merk op, hoe in d© meest© gevallen boontje om zijn loontje komt, en ik stel me voor dat de schrijvers in mijne jong© jaren met deze gestrafte ondeugd en be loonde deugd altijd weer de menschheid on der de oogen wilden brengen, dat 't niet on verschillig) was, hoe ziji het leven opnamen, hoe ziji de dagen, hun geschonken, door brachten. Tegenwoordig zegt. men van een mislukt mensch „Hij werd het- slachtoffer van zijine levensomstandigheden"met dit. gezegde wischt men op gemakkelijke wijze alle schuld uit. En 't ellendige, het fatale van die levensomstandigheden wordt breed uitge sponnen. om toch vooral te doen uitkomen, dat de arme roeier machteloos was tegen den stroom en niets beters had te doen dan zich willoos overgeven aan het noodlot. En de riemen, die hij nog te zijner beschikking had, bleven werkeloos. Neen, er is iets wat me aantrekt in die oude boeken van romanheldendeugd, en iets daarvan vind ik terug in Cyrano de Berge rac, waar de oude ridderlijkheid den waren chevalier nooit verlaat, zelfs niet in het uur van zijn dood. Eu dat de mensehen gevoeld hebben, welk een onwederstaanbaar goeden invloed zulk een karakter heeft, bewijst wel liet sucoes van dat moderne ouderwetscho boek, want ik kan niet geloovcn dat het zijne vermaardheid alleen te danken heeft aau de bekoring, die uitgaat van de wellui dende taal. De charme gaat dieper, zij gaat uit van don hoofdpersoon, die niet alleen oen held is in mannenmoed, doch die tevens ka- raktermoed bezit, mo«P om zich te stellen boven de tegen heden des levens, moed om zich zelf te blijven cn 't beste deel van zich hoog te houden, ondanks de beproevingen, die hem geenszins gespaard blijven. Wat me nog meer aantrekt in de boe ken ik bedoel natuurlijk de goede mij ner jeugd? Dat is de taal. de gezonde, onge kunstelde, glasheldere taal, waardoor de schrijver zijn bedoeling niet liet raden, doch welke te proeven was voor ieder gezond-den kend mensch uit den eenvoudigste» zin. Ik pijmiig dikwijls tevergeefs mijn oiule hersens, om de beteokenis te vinden van vele zinnen uit de lax-ken der „jongeren''. En al die hedendaagsehe schrijvers dit kweb belpraatje eens per ongeluk lazen, zouden ze met verachtelijk schouderophalen zeggen „onze Werken werden ook niet gemaakt voor zulke oudjes als jij bent. Wij. sohrijK-en voor gt e st vc rwa nten." „Ah zoo' Pardon. Ik dacht juist, dat die boeken vol moderne wijsheid dienden, niet om de geestverwanten te doen uitroepen o hoe mooi! hoe waar! Zat wei,on immers mèt u, hoe hot leven ismaar om do minder ge- avanceoTden, hen, die nog niet verwant ziju, te maken tot geest.verwan ten, hen te be- keereu tot het geloof der broederschap van ultra-modernen, om proselieten te maken voor de leer der fatalisten; want als je geen pessimist of fatalist of althans een of an der „ist" bent, dan kom je heelemaal niet in aanmerking, en kun je niet beter doen dan je te voegen bij de groote meerderheid, die met artistieke verachting „dom publiek" worden genoemd. Ik voor mij reken het tot een eer, mij bij de laatsten te mogen schar ren. Als ik goed oppas, zal ik misschien in een volgend stadium tot een der ,,isten"-or- den mogen beliooren volgens opvatting der theesofisten. Wat sinds de dagen mijner jeugd ook oen groote hervorming heeft ondergaan in onze boeken, dat is de spelling. Lieve deugd, dat is eeu studie apart. Als ik veel fouten maak, moeten mijine lezers het do oude vrouw maai- niet kwalijk nemen. Het is bepaald een oefening om „bij" te blijven. Ik dacht nog wel, dat ik me vrij aardig in de „nieuwe" spelling (voor zoover je iets nieuw kunt noemen, dat al ongeveer vijf en twintig jaar bestaat.) had ingewerkt- en daar krijg ik me laatst een boek in han den van zekeren mijnheer Brauidt van Doorn© „Huiselik Leed" heette het. Jon gens, jongens, het was of ik abracadabra vóór me zag in het eerst, doch weldra wen den mijne oude oogen aan die vreemde spel wijze, en vond ik zelfs eindelijk dat het wel makkelijik las. Ik ben een gek mensch. Jo zegt altijd: Moeder wil van alles 't naadje van de kous weten, en het kind (ze is bijna dertig n.b.) heeft gelijk. Ik houd er van raadsels op te lossen Zoo nam ik Kollewijn's spelling op en neusde er wat in, ofschoon ik 't gevoel kreeg van oen aap, die den Btijbel bestu deert. Ik beu maar oen leek en mag me dus geen oordcel aanmatigen. Ik geef toe, dat er veel onlogisch is in onze spelling; er kunnen veel onnoodige moeielijkheden vermeden werden. Toch zou ik nog verder willen gaan en zeggen indien gij vervormen en vereenvoudigen wilt, doe het- dan radicaal, dat wil zeggen maak de spelling zóó eenvoudig), dat schoolgaande kinderen zich niet. langer behoeven suf te leeren met „uitzonderingversjes", regels van eufonie, enz. Over de ellende van do „nieuwe", dat is dus niet de „allernieuwste" spelling, een on kel staaltje Een kind dat lezen leert, begint met de volkomen klinkers en leert spellenrooft-, oor-, raam-, noot-, muur-, riem Kan het een weinig lezen en ook wat schrijven, dan moet het. op zijn lei de meervoudsvormen neer schrijven, en ontdekt nu dat onze spelling hem tot speelbal maakt van haar willekeur. Want nu moet het schrijfven rozen-, ooren-, ramen-, nooten- en noten-, muren-, riemen-, en bemerkt, tot zijn schrik dat slechts twee van die geleerde w-oorden hun meervouds vorm krijgen alleen door bijvoeging van en de andere ondergaan allen een verandering. Leerde het. dus eerst dat de volkomen a aa en dat a als a wordt uitgesproken, zoo moet het zich al spoedig vertrouwd ma ken met het feit, dat ook a dienst kan doen als volkomen klinker, te weten in die en die en die gevallen, uitgezonderd: „jetzt geht's los". Airne zevenjarige scholier Wat al tekortkomingen moeten hem nog worden aangerekend eer hij niet meer na der, schaapen, koelen schrijft. Waarom hem niet geleerd, dat lang,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1