ri
X°. 13.
3de Jaargttng.
Woensdag 13 Juli 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
GRAAF W. 62.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Pêr 8 maanden voor Amersfoort f L28.
Idéfn franco per post- 1.75.
Alsoïiderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advêrtentiën, mededeeKngen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF O Co.
Utiechtschestraat 1. Intercomm. Tetephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIE:
Groote letters naar plaatsruimte.
Yoor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald advérteeren in dit Blad bij abonnement Béne
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt óp aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
De ontbinding van de kloosterscholen
in Frankrijk.
De nieuwe militiewet in Frankrijk, die
den tweejarigen diensttijd sanctioneert, zal
vooreerst nog niet tot uitvoering kunnen ko
men. De Fransche vertegenwoordiging staat
aan het einde van hare zitting; over weinig©
dagen wordt de gewone zitting van het jaar
1904 gesloten, en het overleg tussclien Se
naat en Kamer over de verschilpunten, die
nog moeten worden opgelost, zal zeker meer
tijd vorderen dan nu beschikbaar is. De af
doening van dit wetsontwerp zal dus tot de
aanstaande najaarszitting moeten worden
uitgesteld.
Daarentegen is een ander gewichtig- wets
ontwerp, dat tot afschaffing van het onder
wijs der geestelijke orden, terstond na de aan
neming door de beide takken der vertegen
woordiging in werking kunnen treden. Dit
wetsontwerp, dat door de Kamer bet eerst
behandeld was, is door den Senaat onveran
derd met 166 tegen 105 stemmen goedge
keurd na het besluit van den Senaat stond
er dus niets meer in den weg aan de afkon
diging van deze wet, hetgeen met bekwamen
spoed geschied is. ]\Jet het begin van het
nieuwe schooljaar, 1 October, zal dus do
nieuwe wet ten uitvoer gelegd worden.
Het doel van deze wet is, zooals bekend is,
eene aanvulling te leveren van de onder het
vorige kabinet tot stand gekomen vereeni-
gingswet. D'aardoor zijn de scholen ontbon
den van alle niet erkende geestelijke orden,
alsmede de niet erkende inrichtingen der
erkende orden. Nxi zullen, krachtens deze
wet, ook de erkende scholen van - erkende
orden ontbonden worden. Daarvoor is een
termijn van tien jaren ">epaaldmaar de re
geering is niet gJiouden dien termijn in
acht te nemen. Zij kan de'hier bedoelde scho
len ook binnen aien tijd opheffen. Daar
echter voor de vervanging van do ontbonden
scholen geld noedig is tot oprichting van de
daardoor gevorderd wordende nieuwe scho
len, zal met de volledige uitvoering van de
nieuwe wet wel oen goed deel van dien tijd
gemoeid zijn. Want men heeft hier te doen
met niet minder dan 1452 jongensscholen,
die allen onder ledding staan van de Broe
ders der christelijke leer, en met 2817 door
nonnen bestuurde meisjesscholen, die ook
omstreeks 200,000 leerlingen tellen.
De regeering heeft berekend, dat tot ge-
j leidelijke vervanging van deze inrichtingen
van onderwijs, 351 jongens- en 479 meisjes
scholen moeten worden gebouwd, terwijl 776
I jongens- en 600 meisjesscholen, die reeds be
staan, moeten worden vergroot. Dit vereischt-
eene uitgave voor eens van 67 millioen, te
verdoelen tusschen den staat, de departe
menten en de gemeenten. Voor de vervan
ging van het onderwijzerspersoneel wordt ge
rekend op de aanstelling van 2442 onderwij
zers en 2418 onderwijzeressen, te wier be
hoeve de jaarlijksclie uitgaven van de be
grooting "an onderwijs met 7 millioen ver
meerderd zullen moeten worden.
De wet schrijft echter niet alleen de ont
binding voor van de erkende ordescbolen.
maar ook die van de orden zelf en bepaalt,
dat hun vermogen moet worden verdeeld met
inachtneming van de bïpalingen van de wet
van 24 Mei 1825, volgens welke uit het ver
mogen aan de leden zekere pensioenen moe
ten betaald worden en de schenkingen, voor
zooveel zij zijn na te gaan, aan de schenkers
en humie rechtsopvolgers moeten worden
teruggeven, terwijl de rest door den staat
voor zijne onderwijs-doeleinden kan worden
gebruikt. De orden, die buiten het onder
wijs krachtens hunne statuten zich nog aan
andere doeleinden wijden, behouden hun
vermogen voor deze doeleinden.
Van de volledige ontbinding zijn verder
de orden uitgesloten, die onderwijzers voor
Frausohe scholen in het buitenland en in de
Fransche koloniën en protectoraten oplei
den. Intusschen is het getal van hunne in
richtingen en kweekelingen beperkt tot de
behoeften van de scholen, die zij van onder
wijzers voorzien, en er mogen geen kweeke
lingen beneden de 21 jaar aangenomen wor
den.
Dit zijn de hoofdbepalingen van de wet,
die thans is afgekondigd. De kloosterscholen
zijn dus bestemd om te verdwijnen, althans
in hun tegenwoordigen vorm. In een ande
ren vorm zullen zij wel blijven voortbestaan.
Do vrijheid is onverkort gebleven om naast
de openbare scholen bijzondere scholen te
stichten, waarin de onderwijzeres en onder
wijzeressen, die thans het geestelijke gewaad
dragen, nadat- rij vi n hunne ordegeloften zijn
ontslagen, als leeken-onderwijzers en onder
wijzeressen kunnen voortgaan met onderwijs
geven. Zulke scholca zullen van de vroegere
kloosterscholen in den vorm verschillen,
mrr.r in het wezen der zaak zullen zij de
zelfden gebleven zijn; er zal dezelfde geest
heerschen als vroeger in de kloosterscholen.
Duitschland.
Het militaire orgaan, de Russky Invalid,
maakt een telegram bekend, dat de Duitsohe
Keizer gezonden heeft aan den commandant
van het 85ste (Wiborg) infanterie-regiment,
waarvan Z. M. eere-kolonel is. D Keizier
wenseht liet regiment geluk met het vooruit
zicht, dat het -den vijand zal tegen-oet gaan
en voegt daaraan toe, dat hij er trotseh op
is, dat zijn Wiborgscili regiment de eer zal
hebben te vechten voor -den Gzaar, het vader
land en den roem van het Russische leger
hij eindigt met de woorden: „Mijne oprechte
wenschen vergezellen het regiment. God
zegene zijne vaandels."
Dit telegram is afgezonden als antwoord
op de door het regiment aan den Keizer ge
zonden mededeeling, dat het op het punt
staat naar het oorlogstooneel te gaan. Duit-
sche bladen die met de intentiën van de bui-
tenlandsche politiek der Duitsohe regeering
vertrouwd zijn, verzekeren overeenstemmend,
dat dit telegram geen politieke beteekenis
heeft, maar dat vorm en inhoud het ken
schetsen als een soldatmgroot van den chef
aan zijn regiment. Er wordt aan herinnerd,
dat Keizer Wilhelm aan zijn Engelsch dra
gonder-regiment, toen het naar het Zuid-
Af rik aansche oorlogstooneel vertrok, eene
dépêche van gelijken inhoud zond. Ook
wordt, wat tot dusver niet bekend was, mede
gedeeld, dat hij bij gelegenheid van de voor-
jaars-parade van dit jaar te Potsdam, aan den
Japanschen militairen attaché „zijne bewon
dering over de dapperheid van de Japansche
troepen" heeft uitgedrukt-, die destijds juist
de eerste proeven hadden afgelegd van dat
gene, waartoe zij als soldaten in staat waren
Het is wel jammer, dat de Keizer nog niet
de chef geworden is van een Japansch regi
ment, want Ban zou waarschijnlijk over kor
ter of langer tijd de onpartijdigheid van
Z. M. aan het licht komen door een telegra-
fischen groet ook aan dat regiment.
De Post schrijft over dit onderwerp„Men
weet, dat Rusland op de Duitsohe onzijdig
heid vast vertrouwen kan, en daarmede moet
Rusland ook veel meer gediend zijn dan met
het afleggen van deze onzijdigheid door
Duitschlanddaardoor toch zou terstond
een wereldoorlog ontbranden, en wel zonder
dat Rusland daarvan eenig nut zou kunnen
hebben, want dit land heeft immers zelf
meer troepen dan het op iet oorlogstooneel
kan gebruiken. Het telegram moet bovenal
worden opgevat als eene persooulijke daad
van den Keiz*v tegenov r net regiment, dat
zijn naam draagt en strijd en gevaren tege
moet gaat.
Een arbitrageverdrag tusschen Duitsch
land en Engeland, overeenkomende met die,
welke door Engeland reeds met andere mo
gendheden zijn gesloten, is gisteren te Lon
den door den Duitschen gezant Metternich cn
don Engelschen minister van buitenlandsche
zaken lord Landsdowne onderteekend.
Frankrijk.
In de Kamer lieeft Et-ienne het voorstel
gedaan, een Fransch-Marokkaansoh instituut
te vestigen om Marokko wetenschappelijk te
onderzoeken en tevens bestuurs- en consu
laire ambtenaren voor Marokko op te lei
den. De kosten van deze instelling zouden
75.000 francs 's jaars bedragen.
De commissie uit de Kamer voor buiten
landsche zaken heeft het rapport, dat zij
reeds had vastgesteld, over de verdragen van
Frankrijk met Engeland en met Sia-m, inge
trokken, zoodat de behandeling van dezo
verdragen in de vertegenwoordiging tot het
najaar is uitgesteld. Minister Delcassé stemt
met dit uitstel in. Men vreesde éenige opposi
tie tegen de wijze, waarop de zaken in New
foundland opnieuw geregeld zijn, en Delcas
sé heeft aan de commissie nieuw materiaal
over dit punt toegezegd.
De begrootingSAommissie heeft eene confe
rentie gehad met den minister van financiën
Rouvier, die beslist weigerde zich tevreden
te stellen met de gedeeltelijke bewilliging
van de directe belastingen. De commissie
veranderde -daarop bare tot dusver ingenomen
houding en besloot met 10 tegen 9 stem
men, terwijl vijf leden zich onthielden, de
belastingen volledig toe to staan en goed te
keuren, dat de behandeling van het ontwerp
der inkomstenbelasting wordt verdaagd
Onder deze omstandigheden zal dc sluiting
der zitting waarschijnlijk gemakkelijker vol
trokken worden dan zich eerst liet aanzien.
De Kamer heeft- gisteren de conclusiën van
het rapport der commissie van enquête over
de omkoopingszaak behandeld. Zij nam met
334 tegen 154 stemmen eene door de linker
zijde voorgestelde motie aan, luidende
„De Kamer, overwegende dat uit de en
quête blijkt, dat de eer van den minister
president en van de regeering boven elke
verdenking is verheven, brandmerkt de ano
nieme lasteringen en de lasteraars."
De oorlog in Oost-Azië.
Over den oorlog zijn de volgende berichten
Tokio, 12 Juli, des middags. Admiraal
Togo bericht, dat Maandag te middernacht
torpedobooten den afsluitboom aan den in
gang van de haven van Port Arthur zijn
genaderd en het wachtschip, dat van het
Diana-type is, met torpedo's hebben aange
vallen. Wat het resultaat van den aanval is,
heeft men niet gewaar kunnen worden. De
Japansche torpedobooten bleven ongedeerd.
Tsjifoe, 12 Juli. Er wordt bericht, dat
vijf Russische kruisers en verscheidene tor
pedo booten Zaterdagmorgen uit Port Ar
thur zijn uitgeloopen cn de ste.lingen van
den vijand aan de oostkust hebben bescho
ten. Om zes uur 's avonds keerden zij onge
deerd terug. Men gelooft-, dat d. schepen de
vloot van Togo hebben ontmoet, hetgeen
hen dwong terug te keeren.
Een heden morgen hier aangekomen jonk
bericht, dat twee verschrikkelijl ontplof
fingen gisteren te Port Arthur zijn voorge
komen.
Petersburg, 12 Juli. Het Russische tele
graaf-agentschap verneemt uit- Moekden on
der dagteekening van heden, dat volgens
berichten uit Japansche bron in den nacht
van Dinsdag de Japanners de Russische stel
lingen bij Port Arthur aanvielen. De Japan
ners werden met aanzienlijke verliezen af
geslagen.
Tokio, 12 Juli (Telegraph). In zijn tele
gram, betrekking hebbende op den uitval
van do Russische vloot van verleden Zater
dag, zegt admiraal Togo, dat de Russische
kruiser No<vik invaliede gemaakt scheen te
zijn.
Tsjifoe, 12 Juli. (Express). De vloot van
Togo is versterkt door de aankomst van ver
scheidene groote schepen van Sasebo, waar
zij herstellingen ondergaan hebben en nieuw
opgemaakt zijn.
Nioetsjwang, 11 Juli. Chineezen, die van
het platteland naar hier komen, berichten,
dat do Russen zich overal voor de Japan
ners terug trekken, wier spoedige komst men
hier verwacht. Er werden krachtige toebe
reidselen gemaakt om Tasjitsjao te verdedi
gen. In Nioetsjwang wordt- ondanks den toe
stand een levendige handel gedreven; er lig
gen vele schepen in de haven-
Nioetsjwang, 11 Juli. (Daily Mail). Men
bericht, dat in een gevecht bij Sanlcantai
van verleden week de Japanners 800 man
verloren hebben. Sanlcantai is tien mijlen
ten noordwesten van Kaitsjou gelegen.
Tokio, 12 Juli. (Express). De Japanners
hebben eene zwaar versterkte stelling bij
Shuhoko bezet- en rukken nu op naar
Huitsjeug, na een hardnekkig gevecht. De
verliezen zijn nog niet bekend.
Tokio, 12 Juli. (Standard). Generaal Okoe
bericht, dat de Russen zwaar versterkte stel
lingen op de hoogten in de buurt van Tasji
tsjao bezetten.
De correspondent, die met het eerste Ja
pansche leger in het veld is, bericht, dat de
vijand blijkbaar besloten heeft zich tegen d-rn
opmarsch van de Japanners aan de andere
zijde van Motienling te verzetten. De strijd
macht, die aan die zijde van den pas verza
meld is, vermeerdert in aantal. Er worden
nieuwe loopgraven gelegd langs den wig
naar Liaojang.
Tokio, 12 Juli. Het Takoesjanleger, dat in
noordwestelijke richting oprukt van Sioejen
uit in twee colonnes, heeft eene reeks kleine
gevechten doorgestaan op 9 en 10 Juni. In
den morgen van den 11. had het gcheele le
ger den vijand verdreven van de hoogten ten
westen van Sinchiaku en daarna uit een ster
ke stelling te KKsiutechikon.
Petersburg, 12 Juli. In een telegram uit
Tasjitsjao, opgenomen in de Regeeringsbode,
worden de volgende mededeelingen gedaan j
over den gezondheidstoestand van het Rus
sische leger. Tot 26 Juni bedroeg het aantal
zieken in de hospitalenwat de officieren
betreft 7.136, wat de soldaten betreft 3.934
procent van het effectief. Met inbegrip van
de geëvacueerde gewonde officieren en sol
daten, bedroeg het percentage respectievelijk
10.24 cn 6.51. Nadat de regentijd was be
gonnen, steeg op 9 Juli het- aantal der in de
hospitalen opgenomen officiereu en soldaten
tot 8.384 en 4 646 procent, net aantal der
aan besmettelijke ziekten lijdende officieren
en soldaten steeg van 2.19 tot 8.52 procent.
Daaronder leden 1.99 procent aan dysenterie.
Router's bureau bericht uit Liaojang van
7 dezer: Eene Japansche afdeeling, sterk
25,000 man, is tegen Moekden opgerukt. Zij
ging echter weer terug, evenals andere deelen
van het leger van Koeroki, v iens kwartier
zich, volgens berichten van Cliineesche ver
spieders, nu op den Fensjwilingpas bevindt.
Dc correspondent van de Times te Tokio
bericht, dat van Japanschen kant alle be
wegingen nog steeds volkomen geheim wor
den gehouden, maar uit „inlichtingen die
men bezit" valt op te maken, dat de rech
tervleugel van Koeroki langzaam Liao-jang
nadert langs den hoofdweg en de wegen uit
bet Noorden, zonder dat de Russen ernstig
verzet bieden.
De Temps merkt over ihet verlies van Kai-
ping door de Russen op, dat dit noodwendig
ook dat van Nioetsjwang na zich moet slee
pen. „Dat is een feit van groote politieke
en strategische beteekenis. Wanneer zij te
Nioetsjwang gevestigd zijn, zullen de Japan
ners nog sledhts door den stroom van den
Liao-iho van China gescheiden zijn. Zij zul
len er beschikken over den spoorweg, die
uitkomt op den rechteroever van deze ri
vier en waarbij talrijke Japansche ambte
naren in dienst zijnzij zullen genieten
van de hulpbronnen van allerlei aard, die
deze streek biedt, een der meest bevolkte
van Mandsjoerije (80 bewoners per KM.2);
zij zullen in de gelegenheid zijn uit Mon
golië vee en paarden te betrekken. Hoewel
onvolkomen, is het wegennet in het gebied
van de beneden Liao-ho veel beter geschikt
voor actieve operatiën dan het bergland,
waar het Japansche leger tot dusver opereer
de. Op dit nieuwe oorlogstooneel zich be
gevende, zal het dicht in de buurt zijn van
de troepen van generaal Mamen weet wat
er kan voortkomen uit die buurtschap en
om welke redenen niet alleen Rusland, maar
de geheele wereld de uitwerking er van met
ongerustheid moet volgen.
Eindelijk was Nioetsjwang tot dusver het
etappehoofd van een Russischen gemeen
schapsdienst en van een dienst voor den aan
voer van levensmiddelen over zee met be
stemming naar Port Arthur; deze belang
rijke bron voor de vesting zal voortaan ver
stopt zijn, en ditmaal zullen de operatiën
op het vasteland aangevuld hebben datgene,
waarin het optreden van de Japansche vloot
te kort schoot, wat de bewaking van de war
teren in de golf van Liaotong betreft.
Al deze redenen hadden generaal Koero-
patkin bewogen tot het einde toe de bezeb
ting van Kaiping te handhaven. Men ziet,
dat zij van zoodanigen aard waren, dat zij
een krachtig verzat op dit punt motiveerden
en van genoegzaam gewicht, om zich bloot
te stellen aan dezelfde gevaren, die reeds
zijn ondervonden ;an de Yaloe en bij Wa-
ROMAN
VAX
MORITZ VON REICHENBACH
DOOR
HERMAN LIND.
Nu was de dag aangebroken, dat moeder
1 en dochter het kasteel zouden moeten vaar
wel zeggen. Drie maanden waren er rc^us
voorbij gegaan, sedert llertha haar vader
had verloren en dagelijks wachtte zij nu op
eenig levenstecken van haar vriend, den lui
tenant vou Oolten.
Bleek en met tranen in de oogen was zij,
na het bitse antwoord, door haar aan dén
huismeester gegeven, naar haar moeder toe
gesneld. „Hier vandaan voor altoos hier
vandaanO God, mama, dat denkbeeld
kan ik niet verdragen, ik kan er mij niet
aan gewennen!'' Maar toen door.die harts
tochtelijke taal ook de oogen barer moeder
vodhtig werden, nep zij uit„Neen, neen,
ik wil u niet zien schreien, tmania. ik zal
still en verstandig wezen, ge zult het- zien
Kom, laten wij maar gauw naar dat andere
huis wandelen, zonder dat iemand iets van
ons vertrek bemerkt. En van middag
we hebben toch nog 'altijd paard en rijtuig
gaan wij voor een poosje naar Pont-owa,
naar Magda cn Bruno.
Het haastig op orde gebracht weduwen-
huis was ruim genoeg, maar de vertrekken
waren laag van verdieping en omdat het
zoo lang ougebruikt was geweest, omdat het
nu pas geschilderd was en er nieuwe krleeden
waren gelegd, heersdhte overal een onaange
name lucht- De meubels stonden nog niet
alle op hun plaats en. voor het huis lag hooi
en stroo, dat van de verhuiswagens was af
gevallen 't geheeil maakte op die twee
aan zoo veel weelde gewende dames een droe-
vigen indruk.
„Precies een dorpspastorie!" meende Her
tha met een opgetrokken neusje, maar ter
wijl zij die crit-iek uitsprak, troostte zij zidh
ook reeds met de gedachte: „Het is maar
voor korten tijd. Ben ik maar eerst ge
trouwd, dan gaat mij dat alles niets meer
aan en mama woont dan beurtelings bij mij
en 'bij Magda!"
Des namiddags op Pontowa beschouwde
Hert-ha die geheele verhuispartij al iets meer
van den liumoristischen kant. Tegen den
avond kwamen er eenige officieren uit de
nabij gelegen garnizoensplaats en Hert ha
lachte en praatte weder zoo ongedwongen
dat de oude gravin bijna gelukkig naar haar
jongste dochter omzag, terwijl de oudste doch
ter, Magda, minder tevreden het hoofd
schudde.
„Onze kleine tilt niet zwaar'zeide zij
zacht tot haar moeder. „Somtijds kan ik het
denkbeeld niet van mij afzetten, dat- alles
en alles oppervlakkig bij haar is!"
„Laat. haar maar begaan, Magda," ant
woordde de gravin glimlachend. „Haar vroo-
lijk gestel- is haar grootste geluk! Wat zou
er van ons beiden worden, als zij de toe
standen te ernstig opnam?"
Op dit oogenblik riep Hertha tot een da
me, die aan den overkant zat: „Welk soort
van wild kan men hier in dezen tijd van
t- jaar Schieten?"
„Nu met veel anders dan korhoenders
Maar hoe komt ge daar zoo op eens bij, Her
tha I'
„O, luitenant Hcrzberg vertelde daareven,
dat graaf Bertram Wellcamp hier in de buurt
gezien is en dan moet er noodzakelijk iets ie
jagen zijn
„Ja, Bertram Wellcamp komt binnenkort
ook hier voor de korhoenderjacht."
„Hoe jammer, dat juist hij het is! Ieder
ander zou ik gevraagd hebben, om n\ij ecn>
mee te nemen. Zulk een morgen in liet diep
ste bosch moet verrukkelijk zijn'!"
„Geheel tot uw dienst-, freule 1"
„Ja, ik ook!"
„Maar waarmee -.-©eft gf a5t Wellcamp
zich uw ongenade op den hals gehaald?"
„O, dat heeft hij volstrekt niet! Ik mag
hem gaarne lijden maar als hij op jacht
gaat, wil ik nooit van mijn leven meer met
hem mee. Hij neemt de zaak zoo verbazend
ernstig op. en verbeeld ut eens was het l>e-
paald mijn schuld, dat hij een reebok mis
te."
„Dat was dan ook een zwaar vergrijp, freu
le!"
„Nu, ge hadt dan ook eens moeten zien
met welke ernstige oogen hij mij teen aan
keek Destijds wist ik nog niet, welk een
ware passie iemand voor het jachtvermaak
kan hebben."
„Maar hoe kwam het zoo, dat u bij hem
waart
„O, het was natuurlijk ook in deze strook.
Mijn zwager Bruno en graaf Bertram zijn
immers zoo bizonder bevriend, dat wil zeg
gen, mijn zwager is evenzeer gesteld op de
herten van Wellcampsdorf als graaf Bert run
op de reebokken en korhoenders van Pon
towa."
„Maar Hertha!'' vermaande Magda.
„O, zonder iets af te dingen op al de vor-
treffelijke eigenschappen van. uw braven
Brunolachte Hertha. „Maar wanneer
komt nu eigenlijk de ware jachttijd voor de
hoeren 1
„Daar is Bruno zelf, die kan 't u zck--r
het best zeggen!"
„Och, eigenlijk interesseert net mij niet
bijzonder veel. Vertel mij maar liever of ge
mot- mijn Diana tevreden zijt, mijnheer Herz-
berg!"
„Het is een lief dier, freule," antwoor jde
de luitenant, „gelijkmatig van van gang sier-
'ijk van houding en het heeft alleen beu
kleine gebrek. Waarop uzelf mij, alvorens
het van de hand te doen, hebt attent ge
maakt."
„Die goede DianaIk zou, in spijt van
haar klein gebrek, het dier dolgraag terug
noineu, als de omstandigheden mij nog ver
gunden er een rijpaard op na te houdea
Twee uur later, toen de gasten verdwenen
waren, zat Hertha in de vensterbank en zag
van daar op den stillen tuin tl ans zco ge
heimzinnig door 't maanlicht beschenen. Ha
re gedachten verwijlden bij d»>u jongen man.
bij den luitenant von Geilen, die izTjiii ut
laatst te Berlijn had gezien op do roaw re
ceptie na liet overlijden haars vaders.
„Ik heb het dadelijk gedacht, dat- liij uit
wol vormelijkheid minstens drie maanden zou
wachten," ï-edencerde zij bij zichzelf, „maar
wordt nu toch tijd dat liij schrijft! Aan
mama of aan mij? O, ik heb hem zoo vree-
elijk lief!" riep zij, van do vensterbank
springend, plotseling uit, en haastig en be
schaamd. alsof iemand liet had gehoord
spoedde zij zich voort om naar bed te gaan,
HOOFDSTUK X.
A~bt dagen nadat de beide dames! het kas
teel van Saeewitz hadden verlaten, namen
graaf Walter Egdoff ou zijn vrouw aldaar
hun intrek. Hij had tot heden toe als lui
tenant bij de infanterie in een klein© gar
nizoensplaats gfelegen', was daar getrouwjd
met de dochter van zijn regimentscomman
dant en had enkele jaren achtereen zoo goed
en zoo Kwaad als het gaan wilde, van zijn
traktement en een kleine toelage geleefd,
door de meer ge fort ui .eerde familie van Sar
gewitz vrijwel geïgnoreerd. Toen was op Sa-
gewitz do eenige zoon en toekomstige majo
raatsheer gestorven. Men herinnerde zich
don armen luitenant en vroeg hem met zijn
vrouw te logeeren, maar bij die gelegenheid
had men de ervaring opgedaan, dat do be1'de
p; rtijen eigenlijk niet goed bij elkander pas
te\ Daar het bovendien do groote vraag was,
wanne?r de luitenant wel tot majoiaatsheer
zou worden verheven, had niemand op Sage-
witz zich verdn- veel om hem bekommerd.
„O. ik sterf zeker vóór mijn man", placht
de gravin te zeggen, „want de Egdoffe be
reiken allen een hoogen leeftijd."
„O, ik ben al. lang getrouwd, als die luite
nant Walter zijn glorierijken intocht op Ss
gewitz houdt!" had van haar kant llertha
altijd ged&cht."
Wordt veivolgd.