ritrtflfe
ST'. 30. Eerste Blad.
3de Jaar {gang.
Zaterdag 30 Juli 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Op z'n Amerikaansch.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
8 maanden Toor Amersfoort f 1.25.
idem f&noo per post- 1.75.
U&onderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
i/3verten tien, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
;a morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DHR ADVERTKimfiN
Groote letters naar plaatsrnimte.
Yoor handel en bedrijf bestaan voordeejjge bepalingen tot
het herhaald advêrteéren in dit Blad! bij abonnement Béne
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht-
Het prijsrecht.
Uit de verklaringen, die door minister Bal
four namens de Engelsohe regeering in het
lagerhuis zijn afgelegd, blijkt, dat Rusland
zoowel in het geval van de Malacca als in
dat van de Knight Commander ongelijk heeft
erkend. Maar die erkenning betreft slechts
deze twee bijzondere gevallenover de be-
ginselvragen. die hierbiji betrokken zijn,
duurt het overleg nog voort-. Het kan daar
om nuttig zijn de gewichtigste bepalingen
van het in het volkenrecht geregelde prijs
recht te vermelden.
Het recht tot het onderzoeken van schepen
onder onzijdige vlag kan alleen worden uit
geoefend door oorlogsschepen van de oorlog
voerende partijen, en wel in volle zee en in
de eigen of in do vijandelijke territoriale
wateren. Het is alleen toepasselijk tegenover
handelsvaartuigen, niet ook tegenover oor
logsschepen van onzijdige staten, want deze
laatsten «zijn alleen onderworpen aan het ge
zag van hunne regeeringen.
Wanneer het schip, dat moet worden on
derzocht, tot staan is gebracht, dan wordt,
een officier aan het hoofd van een gewapend
detachement aau boord gezonden. Deze hoort
den kapitein van het aangehouden schiphij
onderzoekt de saheepspapieren, de dagboe
ken cn de lading, stelt zich op de hoogte
wie de eigenaars zijrn van schip en lading cn
van den aard der onderdeden van de la
ding, alsmede van de plaatsen hunner be
stemming. Wanneer er grond bestaat om te
vermoeden, dat er in de papieren valsche
opgaven zijn gedaan of dat er dubbele pa
pieren voorhanden zijn, voorts wanneer er
gewichtige stukken ontbreken, dan gaat de
officier over tot de visitatie van schip cn
lading, waarbij de kapitein tegenwoordig
moet zijn en waarbij ook het gewapende de
tachement behulpzaam mag zijn.
Wanneer uit dë visitatie blijikt, dat schip
en lading vijandelijk, of het schip vijandelijk,
maar de lading neutraal is, of wanneer bij
neutrale schepen eene spending der onzij
digheid aanwezig is, eindelijk wanneer in al
deze gevallen ook maar een gegrond vermoe-
don bestaat, dan neemt het de zeepolitie uit
oefenende oorlogsschip het vaartuig in be
slag. Dan wordt het oommaudo over de prijs
aan een officier van den eigen staat over
gedragen, die met eene voldoende beman
ning aan boord gaat en het schip hetzij zelf
standig, hetzij onder geleide van een oor-
logssohip naar de naaste haven van den eigen
staat brengt, waar een prijsgorecht kan bij
eenkomen. De lading wordt vooraf in 't bij
zijn van den kapitein verzegeld en het schip
daarop met de vereischto zorg gebracht naar
de haven, die gekozen is. Wanneer tijdens
deze vaart, tengevolge van onvermijdelijk
zeegevaar averij of totaal verlies voorkomt,
dan kan de reeder daaruit geen aanspraak op
schadevergoeding putten. Daarentegen zijn
averijen of verliezen, die den inbeslagnemer
te wijden zijn, te vergoeden, wanneer het
opbrengen door het prijsgerecht voor on
rechtmatig wordt verklaard.
Kapitein en bemanning van het in beslag
genomen schip blijven, wanneer zij zich niet
met de. wapenen verzet hebben, in welk geval
zij als krijgsgevangenen beschouwd worden, in
de meeste gevallen aan boord van het schip,
totdat het vonnis wordt uitgesproken, dat
het prijsgerecht velt; het staat hun eohter
vrij het te verlaten, de kapitein uitgezon
derd.
Wanneer het vonnis van het prijsgerecht
strekt tot verbeurdverklaring, dan wordt de
prijs het eigendom van den staat van den
inbeslagnemer. Al naar de bestaande lands
wetten. kent de regeering den commandant
en de bemanning van den inbeslagnemer een
grooter of kleiner deel van do opbrengst of
eene schadevergoeding toe, want de staat
heeft als eigenaar van het schip liet recht
de prijs aan den meestbiedende te verkoo-
pen of bij de eigen vloot in te lijven. Wan
neer echter prijs niet verklaard wordt
voor een goede prijls, dan wOrdt het schip
wei vrijgelaten, maai* de eigenaars van het
aangehouden schip moeten de kosten van de
aanhouding en van het verblijf uit hun eigen
zak betalen, als enkel de motieven van de
aanklacht onvoldoende geacht worden voor
de inbeslagneming. Alleen wanneer het op
brengen is geschied om geheel onvoldoende
redenen van verdenking, is de staat van den
inbeslagnemer tot volledige schadevergoe
ding verplicht. Hierbij staat het den staat
vrij den verantwoordelijken commandant van
het. oorlogsschip, die het incident veroorzaakt
heeft, om schadevergoeding aa.n te spreken.
Kan de opgebrachte prijs niet naar een
haven van de eigen kust worden gebracht.
dan kan het rechtsgeding ook in eene an
dere, onzijdige haven gevoerd worden, wan
neer deze onzijdige staat daartegen niet pro
testeert. De prijzen, zoowel schip als lading,
kunnen voordat het vonnis van het prijsge
recht is geveld, slechts in bepaalde gevallen
verkocht worden deze gevallen zijn 1. on-
zeewaardigkei.l van het schip, 2. waardever
mindering van de vracht, 3. moeielijkheid
van de bewaking. Bij dezen gedwongen ver
koop moet een consul van den staat, waar
toe de prijs behoort, tegenw'oordig zijn. De
opbrengst moet aan het prijsgerecht afgedra
gen w'orden.
Wanneer de loop van de oorlogsgebeurte
nissen en de onzekerheid van den toestand
verhinderen den prijs te bergen, dan kan de
prijs vernietigd worden. Zulk eene hande
ling kan door verschillende omstandigheden
gemotiveerd woi*den en zal in vele gevallen
ook werkelijk gerechtvaardigd zijn b.v. wan
neer de prijs, door averij onzeewaardig ge
worden, de reis niet. kan voortzetten, de na
bijheid van den vijand en de verre afstand
van onzijdige havens de veiligheid van de
prijs in gevaar* brengt, of wanneer de inbe
slagnemer niet genoeg manschappen meer
bezit om de bewaking uit te oefenen. Dèzo
gronden zijn echter slechts dan als steekhou
dend te beschouwen, wanneer het- onomstoo-
telijk vaststaat, dat schip en lading als vij
andelijk zijn erkend, of wanneer bij onzij
dige schepen de lading in al hare besta nd-
deelen uit- oorlogscontrabande bestaat. Bo
vendien is vernietiging nog bij verbreking
van de blokkade gerechtvaardigd, omdat hier
het bloote feit voldoende is voor de ver
beurdverklaring. Iets anders is bet echter,
wannec-* deze gevallen zich niet voordoen,
want het zou zijn een weder in eere brengen
van de barbaarsclie tijden van den brutalen
kaperoorlog, wanneer de vernietiging van
prijzen, waarover nog geen vonnis is uitge
sproken, als volkenrechtelijk geoorloofd werd
beschouwd.
Dit zijn in hoofdzaak de bepalingen, wel
ker toepassing thans een onderwerp van ge-
dachtenwisseling uitmaakt, tusschen de re-
gcering van Rusland en de Britsche regee
ring, die haar, naar aanleiding van de voor
vallen van den laatsten tijd, in herinnering
brengt, dat zij als oorlogvoerende partij
tegenover de onzijo«gon zekere plichten heeft
in acht. te nemen, die niet straffeloos over
treden kunnen worden.
Frankrijk,
De ministerraad hield zich gisterenmiddag
van twee tot vijf uur geheel bezig met den
toestand, die voortvloeit uit lieti antwoord van
het Vaticaan op de laatste nota der Fransche
regeer iug.
De ministerraad bepaalde, dat zijn besluit
geheim gehouden zal worden.
Toen hij den ministerraad verliet, ver
klaarde minister-president Combes op eene
vraag, dat de dir'mnatieke gebruiken bem
beletten te spreken. Deze verklaring wordt
uitgelegd als eene aanwijzing, dat de diplo
matieke betrekkingen tusschen Frankrijk cn
den Heiligen Stoel geheel afgebroken zullen
worden. Hedenavond nog zal eene nota van
de Fransche regeeriug worden geseind aan
den zaakgelastigde De Courcel, die haar mor
gen aan het Vaticaan zal mededeelen. Men
verwacht dat het personeel van het gezant
schap bij liet Vaticaan morgen Rome zal
verlaten. Gelijktijdig zou ook de pauselijke
nuntius uit Parijs vertrekken.
Engeland.
De Koning heeft, bij het vernemen, van
het vreeselijke berieht- van den moord op
minister von Plehwe, per telegraaf den Czaar
zijne sympathie uitgedrukt wegens liet ver
lies van zdjin bekwamen minister. Hij ont
ving een zeer minzaam antwoord.
Rusland.
De vermoorde minister von Plehwe was
in 1846 geboren, uit een orthodox, oud-Rus
sisch geslacht. In 1862 trad hij iu den staats
dienst. bij het. depart .ment van justitie; toen
hij aan bet gerechtshof te Petersburg ver
bonden was, werd hem de opdracht gegeven,
den later vermoorden Keizer Alexander II
op de hoogte te houden van het onderzoek
in zake den aanslag in het winterpaleis. La-
ter werd hij directeur van een afdeelingder
staatspolitie, en daarna plaatsvervanger van
den minister van binnenlandsche zakenin
1894 volgde zijn benoeming tot rijks-secreta
ris en vijf jaren later die tot staatssecre
taris voor Finland (als eerste niet-Fin op
dezen post). Sedert 1 Mei 1902 was hij mi
nister van binnenlandsche zaken.
Uit geloofwaardige bron wordt bericht,
dat gisteren kort na den aanslag op
minister Van Pleliwe een medeplichtige
van den moordenaar gevangen is ge
nomen. Deze had zich. aan het Obwodny-
kanaal opgesteld om een tweeden aanslag
te plegen in geval de eerste mislukte. Na
de ontploffing huurde hij een boot voor een
tochtje op bet kanaal en wierp onder het va
ren een oogenschijnlijk zwaar voorwerp in
het water. De schipper kreeg verdenking en
liet den man in hechtenis nemen. Het weg
geworpen voorwerp bleek, nadat bet door
duikers was boven gebracht, een bom te zijn.
De moordenaar blijft hardnekkig weigeren
zijn naam te zeggen.
De bijzonderheden over den bommen-aan-
slag, waarvan de minister van Plehwe bet
slachtoffer is geworden, zijn in vele opzich
ten met elkaar tegenstrijdig. Het beste zal
wel zijn zich te houden aan de mededeelin
gen van de Regeeringsbode, volgens welke de
dader licht gewond gevat is. Daarmede zou
ook overeenkomen, dat hij na den aanslag
geroepen heeft,.Leve de vrijheidIk deed
mijn plicht." Volgens eene andere mededee-
liug heeft hij luid gedreigd, dat er nog ergere
dingen zouden volgen. Of hij medeplichtigen
heeft, is nog onbekend.
Uit de berichten over Plehwe's ambtelijke
loopbaan blijkt, dat hij zijne opklimming tot
de hoogcre rangen in den dienst te danken
heeft gehad aan zijn beleid, in de instructie
over de ontploffing in het winterpaleisalle
deelnemers aan dit complot wist hij in han
den te krijgen. Dit leidde tot zijne benoe
ming in 1881 tot chef van het departement
der staatspolitie en tot lid van eene com
missie, die gevormd was om maatregelen
voor te stellen tot handhaving van de rust
en orde in het rijk. Van toen af nam hij
een belangrijk deel aan alle regeeringsmaat-
regelen, en steeds deed hij zijn invloed gel
den in aarts-reactionairen zin
Wanneer Plehwe aan ecu dynamiet-aan
slag zijne opkomst te danken heeft gehad,
hij schijnt zich zelf geen illusie gemaakt te
hebben over liet lot. dat hem te wachten
stond. Wat hem bij herhaling voorspeld
werd, is nu tot een feit gewordenevenais
zijn voorganger Sipjagin, is hij door moor
denaarshand gevallen.
Iiij wist trouwens dat hij gevaar liep. Hij
reed nooit uit zonder een sterk geleide
politie te paard, ging vooruit en volgde zijn
rijtuig, aan weerszijden werd hij beschermd
door agenten op rijwielen. Zijn coupé was
een kleine vesting. Hij was rondom bekleed,
zoodat liij ondoordringbaar was voor kogels
en zoo diep dat men dooi* het portierraam
den minister niet kon zien. Slechts een bom
kon den minister gevaarlijk worden en door
een boom is hij dan ook omgekomen.
De ooupé is door de boan totaal vermeld,
slechsfc het onderstel is gespaard, de bak is
aau splinters geslagen, het lichaam van den
minister werd door de ontploffing loodrecht
omhoog geworpen, de koetsier werd 25 meter
weggeslingerd, van de ruiten in den omtrek
is niet een enkele heel gebleven.
In de in Parijs sterk vertegenwoordigde
kringen van de Russische omwentelingsge-
zinden wordt, volgens ene correspondentie
uit Parijs aan de Frankf. Ztgzonder om
wegen toegegeven, dat men hier te doen
heeft, met eene daad van de terroristen, in
zonderheid omdat het een bommen-aanslag
is geweest, terwijl een individueele aanslag
met een wapen zou zijn gepleegd. Dat een
Israëliet den aanslag zou hebben gepleegd,
wordt voor geheel onwaarschijnlijk verklaard,
omdat het terroristische comité, ondanks her
haalde aanbiedingen, tot dusver nooit Joden
heeft willen aanwijzen tot uitvoering van
een aanslag, ten einde te beletten, dat. de
Joden in het algemeen daarvoor verantwooi-
delijk zouden worden gesteld. Dat Plehwe
aan een aanslag ten offer zou vallen, was iin
den laatsten tijd te voorzien omdat de Rus
sische revolutionairen bijzonder verbitterd
waren door de overdreven strengheid e>n
wreedheid, waaraan de politieke gevangenen
in den laatsten tijd in de gevangenissen
blootgesteld waren
Wat zullen de politieke gevolgen van deze
misdaad zijn? In de kringen van de revolu
tionairen neemt men aan, dat. een liberaal
régime onder Witte waarschijnlijker is dan
eene voortzetting van de reactionaire poli
tiek onder Pobedonoszewwen zou Witte
niet willen bestrijden, maar slechts dan. wan
neer hij terstond door daden toonde tot een
constitutioneel stelsel den weg te willen be
reiden. Dezelfde verwachting koesterde men
ook na den moord op Bobrikow. en in de
plaats van Bobrikow is vorst Obolenski ge
komen. Is er uit de benoeming van Obolenski
eene conclusie te trekken omtrent de wijze,
waarop de vermoorde Plehwe als hoofd van
het departement van binnenlandsche zaken
zal worden vervangen? Donker zijn de voor
uitzichten in Rusland, cok op het gebied der
binnenlandsche staatkunde.
De oorlog in Oost-Azië.
Over den oorlog zijn de volgende berichten
Petersburg, 29 Juli. Do generale staf ver
klaart het gerucht van de verwonding van
generaal Koeropatkin voor onjuist. De gene
raal verheugt zich in do beste gezondheid.
Kapitein Reitzenstein. de bevelhebber van
het. smaldeel van Wladiwostok, is tot schout
bij-nacht bevorderd.
Tsjifoe, 29 Juli. Heden is hier een jonk
aangekomen met dertig vreemdelingen ui4
de beste standen uit Port Arthur, die Don
derdag van daar zijn vertrokken. Zij berich
ten, dat Woensdag en Donderdag een groot
gevecht ter zee en te land aan de oostzijde
en de noordoostzijde plaats had. Zij meentn,
dat do algemeeue aanval op de stad is be
gonnen. Donderdag was het bombardement
heviger dan ooit sedert het begin van het
beleg. De Russisohe forten antwoordden niet
bijzonder krachtig.
Maarschalk Ovama is Dinsdag met zijn
staf van Dalny vertrokken en leidt in per
soon de operatiën.
De vluchtelingen bevestigen de beriohten
omtrent den ernstigen toestand van de vloot.
De voorraad versch vleescli is uitgeput, de
troepen krijgen gezouten vleesck en de «iet-
strijders moeten hoofdzakelijk leven van ha
ver, meel en rijst.
Vluchtelingen melden voorts, dat in den
nacht van Donderdag een Japansche kruiser'
en een kanonneerboot door mijnen vernield
zijn.
Wcihauvei, 29 Juli. De Britsche vloot zal
morgen naar Weihaiwei terugkeeren. Dit
schijnt aan te duiden, dat Port Arthur ge
nomen is.
Londen, 29 Juli. Het Japansche gezant
schap maakt, het volgende telegram bekend,
dat het uit Tokio ontvangen heeft:
Generaal Okoe bericht, dat volgens me
dedeelingen van Russische officiereu. die te
Tasjitsjao krijgsgevangen zijn gemaakt, ge
neraal Koeropatkin den veldslag daar heeft
bijgewoond. De generaals Sacharow en Kon-
dratowitsch zijn gewond. De Russen veria-
ren ongeveer twee duizend man, do Japan
ners duizend. Hoe groot de buit is en hoe
veel gevangenen zijn gemaakt, wordt nog on
derzocht.
In het telegram, dat de ontruiming van
Tasjitsiao bericht, schat generaal Koeropat
kin de verliezen der Russen op 20 officiereu
en 600 soldaten gedood of gewond. Kolonel
O espenski, commandant van het regiment
uit Tomsk, is zwaar gewond.
Generaal Romanof, onder wien een paard
doodgeschoten werd, is lidht gekwetst aan het
hoofd.
XI.
Men behoeft werkelijk den Oceaan niet
meer over te steken om te zien hoe, in den
tijd van vijf en twintig jaren, vau niets iets
wordt, om zich te overtuigen, dat onderne
mingsgeest, groote durf en de noodigo con
tanten in staat stellen, ook elders dan ;n de
nieuwe wereld* kleiue dorpen te doen groeien
tot een middelpunt eener internationale
beau-monjde. Wij 'behoeven geen kostbare
reis meer te maken om ons te verlustigen
in 't luxeleven vau een metropool, waar
men echter alleen kennis maakt met 't
lachende aaugezioht der wereldstad.
Vóór vijf en twintig jaren was Schevenin-
gen een visschersdorp van zeer matige be-
leekenis, en het had als badplaats niet- meer
reputatie dan Wijk aan zee nu. Er was het.
badhuis, aan zeezijde voorzien van een klein
teiras, waarop tafeltjes en stoeltjes stonden
voor hen, die 's morgens, in strandstoelen
gedoken, s avonds ook nog wilden genieten
van de altijd frissche zeelucht. Dat badhuis
liestond uit een midden- of hoofdgebouw, ge
flankeerd door twee in ronden vorm aange
brachte zijvleugels. De groen geverfde tafel
tjes en de dito jaloeziestoeltjes konden wor
den gebruikt-, mits men cenige consumptie
bestelde. Het terras was voor iedereen toe
gankelijk, zelfs voor de Scheveningsche vi fu
seliers met hunne vrouwen en meisjes, wier
beperkte beurzen wel niet toelieten dat zij
zich daar ook nederzetten om iets te gebrui
ken, doch die deze schade zooveel mogelijk
trachtten in te halen door waar ze kon
den suikerklontjes weg te kapenze ont
zagen zelfs de bezette tafeltjes .niet, wanneer
men een oogenblik vergat te letten op 't.
geen zich daarop bevond.
Reeds destijds Waren de Scheveningers
er zich blijkbaar van bewust, dat suiker
groote voedingswaarde bevat.
Toen was het volgens de ouden van
dagen de gezellige tijd van Scheveniugen.
Het was er eenvoudig en prettig. Er klonk
onder de badgasten een zekere joviale toon,
een algemeene belangstellinger Was on
derlinge aaneensluiting waar te nemener
hecrschte een sans-gene, die niet overging
iu ongegeneerdheid en niettemin hooghartige
deftigheid buitensloot.
„Als niet komt tot. iet,
,.Dan kent iet. zioli zeiven niet",
zong onze Zuid-Nederlander Conscience.
Wie zou in deze wereld-badplaaits, Welke
als zeebadplaats die uit het buitenland verre
overstemt, het voor een kwart-eeuw zoo ge-
miithlicke (ik weet geen Hollandsch woord,
dat beter die stemming uitdrukt) Schevenin
gen herkennen? Wie denkt bij het zien van
de daar nu heerschende weelde aan het oude
badhuis, waar de jopjen langs de tafeltjes
slenterden met hoorbaar voetgcscliuifel, een
geur van visch opwasemend uit hunne wijd
uitwïiaiende rokken
Ik zou er bijna toe komen om te zeggen,
dat alleen de bodem en de naam van Sche
veningen Hollandsch zijn, en drie-vierde van
dc menschenmaar de groote motoren, die
't raderwerk van deze badplaats in beweging
houden, do drijfriemen,, die zich geklemd
hebben om do groote vliegwielen van deze
..trustis de op een Amerikaanschen voet ge
schoeide onderneming, die.al een reuzen-
autocraat het wel en wee dezer badplaats
iu handen heeft 't is grootendeels buiten-
landsch, al hebben Hollandscho lieeren de
slimheid gehad hun geld er in te steken.
De hotels verrijzen uit den grond, niet als
paddestoelen, maar als paleizen. Voor varia
tie wordt behoorlijk zorg gedragen, want men
vindt reeds hunne benaming in vele talen,
Hotel d'Orange, Palace Hotel, Kurliaus, Ho
tel Garni.
Welk bezwaar er bestond om eenvoudig
te zeggenOranjehotel. Paleishotel, Bad
huis, Gemeubeld hotel begrijp ik niet best;
edooh ik vergatwij Hollanders houden
van mooie woorden, en we vinden dikwijls
een uitdrukking in een andere taal mooier
dan in onze eigene, al beteekent ze precies
't zelfde daarom gebruikte ik straks 't woord
„gemüthlich" in plaats van(ik weet
werkelijk niet hoe dit te vertalen; wie helpt-
de oude vrouw?)
Zoo treft men overal 't uitnoodigend
bordje in het dorp: „Chambres garnies a
loucr". Zouden de menschen zelf wel weten
wal. 't. beteekent En waarom staan die
bordjes er alleen in het Frausch, terwijl liet
grootste deel der badgasten Duitschers zijn?
De vier groote hotels, die ik zooeven op
noemde, de exploitatie van de Pier, de voor
naamste café s, het. wordt alles gedreven door
één groote maatsohappij, door de Hagenaars
met zekeren spot op z'n Amerikaansch„de
trust genoemd, waarvan een Duitscher di
recteur is. Alles is behoorlijk op Duitsclio
wijze „gemaszregelt", en ondergeschikte be
ambten zoowel als publiek zijn genoodzaakt
zioli nolens volens te schikken in de beslui
ten, welke het- bestuur der trust, gesteund
door don directeur, zoo welwillend is te
nemen.
Waar men vijf en twintig jaar geleden zich
met zeker sans-gêue kon zetten aau een
tafeltje op het badhuisterras, daar moet. men
nu voor dit voorrecht, wanneer men met. zijn
vrouiw daarheen wil gaan, per seizoen dertig
gulden betalen, en zich tevens de moeite ge
troosten er zoo elegant en nieuwmodisch
mogelijk uit te zien. Wel heet- het- nog altijd,
dat men zich op een badplaats niet behoeft
te kleedenj, doch wanneer men zich daan-
met een al te huiselijk toilet zou vertoonen,
kan men zeker zijn met spottende blikken
ouneieuej op qejtt ua 'uoizoSeu uapjo.w 03
deukt van „une petite bourgeoise de la Pro
vince", dat dénkt de elegante mondaine van
't simpel gekleede vrouwtje, die rich ver
beeldt dat ze op een badplaats „vrij" is.
Vrij waar duizenden oogen kijken en
glurenvrij, Waar de vrouwen Wedijveren
om elkaar voorbij te streven in schoonheid
vrij waar zooveel menschen zich opeeu-
boopen tot eenzelfde doelrich te amusee
ren, zoo noodig ten koste van anderen
vrij waar het luxe-leven welhaast zijn top
punt heeft bereikt, waar al wat schoon en
mooi en rijk is ons omringt, als in de
met veel versiering opgetrokken gebouwen,
de voorwerpen, die we overal in de rijke win
kels zien uitgestald, de keur van spijzen, ver
krijgbaar in alle café s cn restaurants, den
overvloed van rijke toiletten, muziek van
hoog artistiek gehalte, café-concert en paar
denspol waar men zijn tijd kan zoek bren
gen in v rooi ijk hei d. Men is er nooit vrij,
want allen d;c Scheveningen bezoeken zijn
bevangen van do koorts„mee doen"de
een wil voor don ander niet achterblijven, en
wat men in „het" seizoen, tusschen half Juli
en één September, kan oversparen aan vrijen
tijd -- het geld is bijzaak, dat komt altijd
terecht brengt men te Scheveningen door
om te genietenvan do zee?
O ja, dat is waar ook, daar is ook nog
do zee. Ondanks haar eeuwig deinend woe
len, ondanks haar machtige stem, die ze
onverpoosd doet hooren. wordt ze vergeten,
de zee! Ze- is daar als vorfrisscheud element,
als reuzen bad kuip voor degenen, die 's mor
gens willen profiteeren van haar zonuwster-
keuden golfslagmaar 's middags, als de zon
glinstert op liet nu smaragd-groene, dan
ytaal-blauwc oppervlak en vloeibaar goud en
zilver sprankelt over 't water, als hier en
daar een enkele pink wiegelt over de gol
ven, of 't salon bootje voort,schroeft tusschen
't gebruis der branding, is ze vergeten; dan
overstemt mensciiengowoel het eeuwig ge
zang van komen en gaa-u.
En 's avonds als 't watervlak onzichtbaar
is geworden, achter de reeks van eleotri-
sehe lichten, als de menschen zich vermaken
bij muziek en dans cn scherts, als de maan
de golftoppen toekent met guldenen randen
of als 11a Warmen dag in den vooravond do
zee oplicht in phosforgloed, dan geniet alleen
de eenzame wandelaar van bet nooit volpre
zen schoon, dan telt men enkele gestalten op
hoogo duintoppen om in zich op te nemen,
om te genieten van wat natuur daar voor
hen heeft bewaard aan overweldigende ma
jesteit.
Slechts enkelen weten te genieten van wat
de zee te genieten geeft, weten zioli te voe
den aan den versterkenden wind, komen te
Scheveningen om er gezonder te worden.
Scheveningen is geen badplaats voor rie
ken. Dat. was ze voor vijtf en twintig jaren.
Toen had ze als zeebadplaats nog een repu
tatie te winnen, enze heeft haar
doel bereikt in wereldlijken zin.
Als gezondheidsoord is ze eohter te gronde
gegaan.
OUDE VROUW.