ritrtflfe ST'. 30. Eerste Blad. 3de Jaar {gang. Zaterdag 30 Juli 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. Op z'n Amerikaansch. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS 8 maanden Toor Amersfoort f 1.25. idem f&noo per post- 1.75. U&onderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. i/3verten tien, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur ;a morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C». Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DHR ADVERTKimfiN Groote letters naar plaatsrnimte. Yoor handel en bedrijf bestaan voordeejjge bepalingen tot het herhaald advêrteéren in dit Blad! bij abonnement Béne circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht- Het prijsrecht. Uit de verklaringen, die door minister Bal four namens de Engelsohe regeering in het lagerhuis zijn afgelegd, blijkt, dat Rusland zoowel in het geval van de Malacca als in dat van de Knight Commander ongelijk heeft erkend. Maar die erkenning betreft slechts deze twee bijzondere gevallenover de be- ginselvragen. die hierbiji betrokken zijn, duurt het overleg nog voort-. Het kan daar om nuttig zijn de gewichtigste bepalingen van het in het volkenrecht geregelde prijs recht te vermelden. Het recht tot het onderzoeken van schepen onder onzijdige vlag kan alleen worden uit geoefend door oorlogsschepen van de oorlog voerende partijen, en wel in volle zee en in de eigen of in do vijandelijke territoriale wateren. Het is alleen toepasselijk tegenover handelsvaartuigen, niet ook tegenover oor logsschepen van onzijdige staten, want deze laatsten «zijn alleen onderworpen aan het ge zag van hunne regeeringen. Wanneer het schip, dat moet worden on derzocht, tot staan is gebracht, dan wordt, een officier aan het hoofd van een gewapend detachement aau boord gezonden. Deze hoort den kapitein van het aangehouden schiphij onderzoekt de saheepspapieren, de dagboe ken cn de lading, stelt zich op de hoogte wie de eigenaars zijrn van schip en lading cn van den aard der onderdeden van de la ding, alsmede van de plaatsen hunner be stemming. Wanneer er grond bestaat om te vermoeden, dat er in de papieren valsche opgaven zijn gedaan of dat er dubbele pa pieren voorhanden zijn, voorts wanneer er gewichtige stukken ontbreken, dan gaat de officier over tot de visitatie van schip cn lading, waarbij de kapitein tegenwoordig moet zijn en waarbij ook het gewapende de tachement behulpzaam mag zijn. Wanneer uit dë visitatie blijikt, dat schip en lading vijandelijk, of het schip vijandelijk, maar de lading neutraal is, of wanneer bij neutrale schepen eene spending der onzij digheid aanwezig is, eindelijk wanneer in al deze gevallen ook maar een gegrond vermoe- don bestaat, dan neemt het de zeepolitie uit oefenende oorlogsschip het vaartuig in be slag. Dan wordt het oommaudo over de prijs aan een officier van den eigen staat over gedragen, die met eene voldoende beman ning aan boord gaat en het schip hetzij zelf standig, hetzij onder geleide van een oor- logssohip naar de naaste haven van den eigen staat brengt, waar een prijsgorecht kan bij eenkomen. De lading wordt vooraf in 't bij zijn van den kapitein verzegeld en het schip daarop met de vereischto zorg gebracht naar de haven, die gekozen is. Wanneer tijdens deze vaart, tengevolge van onvermijdelijk zeegevaar averij of totaal verlies voorkomt, dan kan de reeder daaruit geen aanspraak op schadevergoeding putten. Daarentegen zijn averijen of verliezen, die den inbeslagnemer te wijden zijn, te vergoeden, wanneer het opbrengen door het prijsgerecht voor on rechtmatig wordt verklaard. Kapitein en bemanning van het in beslag genomen schip blijven, wanneer zij zich niet met de. wapenen verzet hebben, in welk geval zij als krijgsgevangenen beschouwd worden, in de meeste gevallen aan boord van het schip, totdat het vonnis wordt uitgesproken, dat het prijsgerecht velt; het staat hun eohter vrij het te verlaten, de kapitein uitgezon derd. Wanneer het vonnis van het prijsgerecht strekt tot verbeurdverklaring, dan wordt de prijs het eigendom van den staat van den inbeslagnemer. Al naar de bestaande lands wetten. kent de regeering den commandant en de bemanning van den inbeslagnemer een grooter of kleiner deel van do opbrengst of eene schadevergoeding toe, want de staat heeft als eigenaar van het schip liet recht de prijs aan den meestbiedende te verkoo- pen of bij de eigen vloot in te lijven. Wan neer echter prijs niet verklaard wordt voor een goede prijls, dan wOrdt het schip wei vrijgelaten, maai* de eigenaars van het aangehouden schip moeten de kosten van de aanhouding en van het verblijf uit hun eigen zak betalen, als enkel de motieven van de aanklacht onvoldoende geacht worden voor de inbeslagneming. Alleen wanneer het op brengen is geschied om geheel onvoldoende redenen van verdenking, is de staat van den inbeslagnemer tot volledige schadevergoe ding verplicht. Hierbij staat het den staat vrij den verantwoordelijken commandant van het. oorlogsschip, die het incident veroorzaakt heeft, om schadevergoeding aa.n te spreken. Kan de opgebrachte prijs niet naar een haven van de eigen kust worden gebracht. dan kan het rechtsgeding ook in eene an dere, onzijdige haven gevoerd worden, wan neer deze onzijdige staat daartegen niet pro testeert. De prijzen, zoowel schip als lading, kunnen voordat het vonnis van het prijsge recht is geveld, slechts in bepaalde gevallen verkocht worden deze gevallen zijn 1. on- zeewaardigkei.l van het schip, 2. waardever mindering van de vracht, 3. moeielijkheid van de bewaking. Bij dezen gedwongen ver koop moet een consul van den staat, waar toe de prijs behoort, tegenw'oordig zijn. De opbrengst moet aan het prijsgerecht afgedra gen w'orden. Wanneer de loop van de oorlogsgebeurte nissen en de onzekerheid van den toestand verhinderen den prijs te bergen, dan kan de prijs vernietigd worden. Zulk eene hande ling kan door verschillende omstandigheden gemotiveerd woi*den en zal in vele gevallen ook werkelijk gerechtvaardigd zijn b.v. wan neer de prijs, door averij onzeewaardig ge worden, de reis niet. kan voortzetten, de na bijheid van den vijand en de verre afstand van onzijdige havens de veiligheid van de prijs in gevaar* brengt, of wanneer de inbe slagnemer niet genoeg manschappen meer bezit om de bewaking uit te oefenen. Dèzo gronden zijn echter slechts dan als steekhou dend te beschouwen, wanneer het- onomstoo- telijk vaststaat, dat schip en lading als vij andelijk zijn erkend, of wanneer bij onzij dige schepen de lading in al hare besta nd- deelen uit- oorlogscontrabande bestaat. Bo vendien is vernietiging nog bij verbreking van de blokkade gerechtvaardigd, omdat hier het bloote feit voldoende is voor de ver beurdverklaring. Iets anders is bet echter, wannec-* deze gevallen zich niet voordoen, want het zou zijn een weder in eere brengen van de barbaarsclie tijden van den brutalen kaperoorlog, wanneer de vernietiging van prijzen, waarover nog geen vonnis is uitge sproken, als volkenrechtelijk geoorloofd werd beschouwd. Dit zijn in hoofdzaak de bepalingen, wel ker toepassing thans een onderwerp van ge- dachtenwisseling uitmaakt, tusschen de re- gcering van Rusland en de Britsche regee ring, die haar, naar aanleiding van de voor vallen van den laatsten tijd, in herinnering brengt, dat zij als oorlogvoerende partij tegenover de onzijo«gon zekere plichten heeft in acht. te nemen, die niet straffeloos over treden kunnen worden. Frankrijk, De ministerraad hield zich gisterenmiddag van twee tot vijf uur geheel bezig met den toestand, die voortvloeit uit lieti antwoord van het Vaticaan op de laatste nota der Fransche regeer iug. De ministerraad bepaalde, dat zijn besluit geheim gehouden zal worden. Toen hij den ministerraad verliet, ver klaarde minister-president Combes op eene vraag, dat de dir'mnatieke gebruiken bem beletten te spreken. Deze verklaring wordt uitgelegd als eene aanwijzing, dat de diplo matieke betrekkingen tusschen Frankrijk cn den Heiligen Stoel geheel afgebroken zullen worden. Hedenavond nog zal eene nota van de Fransche regeeriug worden geseind aan den zaakgelastigde De Courcel, die haar mor gen aan het Vaticaan zal mededeelen. Men verwacht dat het personeel van het gezant schap bij liet Vaticaan morgen Rome zal verlaten. Gelijktijdig zou ook de pauselijke nuntius uit Parijs vertrekken. Engeland. De Koning heeft, bij het vernemen, van het vreeselijke berieht- van den moord op minister von Plehwe, per telegraaf den Czaar zijne sympathie uitgedrukt wegens liet ver lies van zdjin bekwamen minister. Hij ont ving een zeer minzaam antwoord. Rusland. De vermoorde minister von Plehwe was in 1846 geboren, uit een orthodox, oud-Rus sisch geslacht. In 1862 trad hij iu den staats dienst. bij het. depart .ment van justitie; toen hij aan bet gerechtshof te Petersburg ver bonden was, werd hem de opdracht gegeven, den later vermoorden Keizer Alexander II op de hoogte te houden van het onderzoek in zake den aanslag in het winterpaleis. La- ter werd hij directeur van een afdeelingder staatspolitie, en daarna plaatsvervanger van den minister van binnenlandsche zakenin 1894 volgde zijn benoeming tot rijks-secreta ris en vijf jaren later die tot staatssecre taris voor Finland (als eerste niet-Fin op dezen post). Sedert 1 Mei 1902 was hij mi nister van binnenlandsche zaken. Uit geloofwaardige bron wordt bericht, dat gisteren kort na den aanslag op minister Van Pleliwe een medeplichtige van den moordenaar gevangen is ge nomen. Deze had zich. aan het Obwodny- kanaal opgesteld om een tweeden aanslag te plegen in geval de eerste mislukte. Na de ontploffing huurde hij een boot voor een tochtje op bet kanaal en wierp onder het va ren een oogenschijnlijk zwaar voorwerp in het water. De schipper kreeg verdenking en liet den man in hechtenis nemen. Het weg geworpen voorwerp bleek, nadat bet door duikers was boven gebracht, een bom te zijn. De moordenaar blijft hardnekkig weigeren zijn naam te zeggen. De bijzonderheden over den bommen-aan- slag, waarvan de minister van Plehwe bet slachtoffer is geworden, zijn in vele opzich ten met elkaar tegenstrijdig. Het beste zal wel zijn zich te houden aan de mededeelin gen van de Regeeringsbode, volgens welke de dader licht gewond gevat is. Daarmede zou ook overeenkomen, dat hij na den aanslag geroepen heeft,.Leve de vrijheidIk deed mijn plicht." Volgens eene andere mededee- liug heeft hij luid gedreigd, dat er nog ergere dingen zouden volgen. Of hij medeplichtigen heeft, is nog onbekend. Uit de berichten over Plehwe's ambtelijke loopbaan blijkt, dat hij zijne opklimming tot de hoogcre rangen in den dienst te danken heeft gehad aan zijn beleid, in de instructie over de ontploffing in het winterpaleisalle deelnemers aan dit complot wist hij in han den te krijgen. Dit leidde tot zijne benoe ming in 1881 tot chef van het departement der staatspolitie en tot lid van eene com missie, die gevormd was om maatregelen voor te stellen tot handhaving van de rust en orde in het rijk. Van toen af nam hij een belangrijk deel aan alle regeeringsmaat- regelen, en steeds deed hij zijn invloed gel den in aarts-reactionairen zin Wanneer Plehwe aan ecu dynamiet-aan slag zijne opkomst te danken heeft gehad, hij schijnt zich zelf geen illusie gemaakt te hebben over liet lot. dat hem te wachten stond. Wat hem bij herhaling voorspeld werd, is nu tot een feit gewordenevenais zijn voorganger Sipjagin, is hij door moor denaarshand gevallen. Iiij wist trouwens dat hij gevaar liep. Hij reed nooit uit zonder een sterk geleide politie te paard, ging vooruit en volgde zijn rijtuig, aan weerszijden werd hij beschermd door agenten op rijwielen. Zijn coupé was een kleine vesting. Hij was rondom bekleed, zoodat liij ondoordringbaar was voor kogels en zoo diep dat men dooi* het portierraam den minister niet kon zien. Slechts een bom kon den minister gevaarlijk worden en door een boom is hij dan ook omgekomen. De ooupé is door de boan totaal vermeld, slechsfc het onderstel is gespaard, de bak is aau splinters geslagen, het lichaam van den minister werd door de ontploffing loodrecht omhoog geworpen, de koetsier werd 25 meter weggeslingerd, van de ruiten in den omtrek is niet een enkele heel gebleven. In de in Parijs sterk vertegenwoordigde kringen van de Russische omwentelingsge- zinden wordt, volgens ene correspondentie uit Parijs aan de Frankf. Ztgzonder om wegen toegegeven, dat men hier te doen heeft, met eene daad van de terroristen, in zonderheid omdat het een bommen-aanslag is geweest, terwijl een individueele aanslag met een wapen zou zijn gepleegd. Dat een Israëliet den aanslag zou hebben gepleegd, wordt voor geheel onwaarschijnlijk verklaard, omdat het terroristische comité, ondanks her haalde aanbiedingen, tot dusver nooit Joden heeft willen aanwijzen tot uitvoering van een aanslag, ten einde te beletten, dat. de Joden in het algemeen daarvoor verantwooi- delijk zouden worden gesteld. Dat Plehwe aan een aanslag ten offer zou vallen, was iin den laatsten tijd te voorzien omdat de Rus sische revolutionairen bijzonder verbitterd waren door de overdreven strengheid e>n wreedheid, waaraan de politieke gevangenen in den laatsten tijd in de gevangenissen blootgesteld waren Wat zullen de politieke gevolgen van deze misdaad zijn? In de kringen van de revolu tionairen neemt men aan, dat. een liberaal régime onder Witte waarschijnlijker is dan eene voortzetting van de reactionaire poli tiek onder Pobedonoszewwen zou Witte niet willen bestrijden, maar slechts dan. wan neer hij terstond door daden toonde tot een constitutioneel stelsel den weg te willen be reiden. Dezelfde verwachting koesterde men ook na den moord op Bobrikow. en in de plaats van Bobrikow is vorst Obolenski ge komen. Is er uit de benoeming van Obolenski eene conclusie te trekken omtrent de wijze, waarop de vermoorde Plehwe als hoofd van het departement van binnenlandsche zaken zal worden vervangen? Donker zijn de voor uitzichten in Rusland, cok op het gebied der binnenlandsche staatkunde. De oorlog in Oost-Azië. Over den oorlog zijn de volgende berichten Petersburg, 29 Juli. Do generale staf ver klaart het gerucht van de verwonding van generaal Koeropatkin voor onjuist. De gene raal verheugt zich in do beste gezondheid. Kapitein Reitzenstein. de bevelhebber van het. smaldeel van Wladiwostok, is tot schout bij-nacht bevorderd. Tsjifoe, 29 Juli. Heden is hier een jonk aangekomen met dertig vreemdelingen ui4 de beste standen uit Port Arthur, die Don derdag van daar zijn vertrokken. Zij berich ten, dat Woensdag en Donderdag een groot gevecht ter zee en te land aan de oostzijde en de noordoostzijde plaats had. Zij meentn, dat do algemeeue aanval op de stad is be gonnen. Donderdag was het bombardement heviger dan ooit sedert het begin van het beleg. De Russisohe forten antwoordden niet bijzonder krachtig. Maarschalk Ovama is Dinsdag met zijn staf van Dalny vertrokken en leidt in per soon de operatiën. De vluchtelingen bevestigen de beriohten omtrent den ernstigen toestand van de vloot. De voorraad versch vleescli is uitgeput, de troepen krijgen gezouten vleesck en de «iet- strijders moeten hoofdzakelijk leven van ha ver, meel en rijst. Vluchtelingen melden voorts, dat in den nacht van Donderdag een Japansche kruiser' en een kanonneerboot door mijnen vernield zijn. Wcihauvei, 29 Juli. De Britsche vloot zal morgen naar Weihaiwei terugkeeren. Dit schijnt aan te duiden, dat Port Arthur ge nomen is. Londen, 29 Juli. Het Japansche gezant schap maakt, het volgende telegram bekend, dat het uit Tokio ontvangen heeft: Generaal Okoe bericht, dat volgens me dedeelingen van Russische officiereu. die te Tasjitsjao krijgsgevangen zijn gemaakt, ge neraal Koeropatkin den veldslag daar heeft bijgewoond. De generaals Sacharow en Kon- dratowitsch zijn gewond. De Russen veria- ren ongeveer twee duizend man, do Japan ners duizend. Hoe groot de buit is en hoe veel gevangenen zijn gemaakt, wordt nog on derzocht. In het telegram, dat de ontruiming van Tasjitsiao bericht, schat generaal Koeropat kin de verliezen der Russen op 20 officiereu en 600 soldaten gedood of gewond. Kolonel O espenski, commandant van het regiment uit Tomsk, is zwaar gewond. Generaal Romanof, onder wien een paard doodgeschoten werd, is lidht gekwetst aan het hoofd. XI. Men behoeft werkelijk den Oceaan niet meer over te steken om te zien hoe, in den tijd van vijf en twintig jaren, vau niets iets wordt, om zich te overtuigen, dat onderne mingsgeest, groote durf en de noodigo con tanten in staat stellen, ook elders dan ;n de nieuwe wereld* kleiue dorpen te doen groeien tot een middelpunt eener internationale beau-monjde. Wij 'behoeven geen kostbare reis meer te maken om ons te verlustigen in 't luxeleven vau een metropool, waar men echter alleen kennis maakt met 't lachende aaugezioht der wereldstad. Vóór vijf en twintig jaren was Schevenin- gen een visschersdorp van zeer matige be- leekenis, en het had als badplaats niet- meer reputatie dan Wijk aan zee nu. Er was het. badhuis, aan zeezijde voorzien van een klein teiras, waarop tafeltjes en stoeltjes stonden voor hen, die 's morgens, in strandstoelen gedoken, s avonds ook nog wilden genieten van de altijd frissche zeelucht. Dat badhuis liestond uit een midden- of hoofdgebouw, ge flankeerd door twee in ronden vorm aange brachte zijvleugels. De groen geverfde tafel tjes en de dito jaloeziestoeltjes konden wor den gebruikt-, mits men cenige consumptie bestelde. Het terras was voor iedereen toe gankelijk, zelfs voor de Scheveningsche vi fu seliers met hunne vrouwen en meisjes, wier beperkte beurzen wel niet toelieten dat zij zich daar ook nederzetten om iets te gebrui ken, doch die deze schade zooveel mogelijk trachtten in te halen door waar ze kon den suikerklontjes weg te kapenze ont zagen zelfs de bezette tafeltjes .niet, wanneer men een oogenblik vergat te letten op 't. geen zich daarop bevond. Reeds destijds Waren de Scheveningers er zich blijkbaar van bewust, dat suiker groote voedingswaarde bevat. Toen was het volgens de ouden van dagen de gezellige tijd van Scheveniugen. Het was er eenvoudig en prettig. Er klonk onder de badgasten een zekere joviale toon, een algemeene belangstellinger Was on derlinge aaneensluiting waar te nemener hecrschte een sans-gene, die niet overging iu ongegeneerdheid en niettemin hooghartige deftigheid buitensloot. „Als niet komt tot. iet, ,.Dan kent iet. zioli zeiven niet", zong onze Zuid-Nederlander Conscience. Wie zou in deze wereld-badplaaits, Welke als zeebadplaats die uit het buitenland verre overstemt, het voor een kwart-eeuw zoo ge- miithlicke (ik weet geen Hollandsch woord, dat beter die stemming uitdrukt) Schevenin gen herkennen? Wie denkt bij het zien van de daar nu heerschende weelde aan het oude badhuis, waar de jopjen langs de tafeltjes slenterden met hoorbaar voetgcscliuifel, een geur van visch opwasemend uit hunne wijd uitwïiaiende rokken Ik zou er bijna toe komen om te zeggen, dat alleen de bodem en de naam van Sche veningen Hollandsch zijn, en drie-vierde van dc menschenmaar de groote motoren, die 't raderwerk van deze badplaats in beweging houden, do drijfriemen,, die zich geklemd hebben om do groote vliegwielen van deze ..trustis de op een Amerikaanschen voet ge schoeide onderneming, die.al een reuzen- autocraat het wel en wee dezer badplaats iu handen heeft 't is grootendeels buiten- landsch, al hebben Hollandscho lieeren de slimheid gehad hun geld er in te steken. De hotels verrijzen uit den grond, niet als paddestoelen, maar als paleizen. Voor varia tie wordt behoorlijk zorg gedragen, want men vindt reeds hunne benaming in vele talen, Hotel d'Orange, Palace Hotel, Kurliaus, Ho tel Garni. Welk bezwaar er bestond om eenvoudig te zeggenOranjehotel. Paleishotel, Bad huis, Gemeubeld hotel begrijp ik niet best; edooh ik vergatwij Hollanders houden van mooie woorden, en we vinden dikwijls een uitdrukking in een andere taal mooier dan in onze eigene, al beteekent ze precies 't zelfde daarom gebruikte ik straks 't woord „gemüthlich" in plaats van(ik weet werkelijk niet hoe dit te vertalen; wie helpt- de oude vrouw?) Zoo treft men overal 't uitnoodigend bordje in het dorp: „Chambres garnies a loucr". Zouden de menschen zelf wel weten wal. 't. beteekent En waarom staan die bordjes er alleen in het Frausch, terwijl liet grootste deel der badgasten Duitschers zijn? De vier groote hotels, die ik zooeven op noemde, de exploitatie van de Pier, de voor naamste café s, het. wordt alles gedreven door één groote maatsohappij, door de Hagenaars met zekeren spot op z'n Amerikaansch„de trust genoemd, waarvan een Duitscher di recteur is. Alles is behoorlijk op Duitsclio wijze „gemaszregelt", en ondergeschikte be ambten zoowel als publiek zijn genoodzaakt zioli nolens volens te schikken in de beslui ten, welke het- bestuur der trust, gesteund door don directeur, zoo welwillend is te nemen. Waar men vijf en twintig jaar geleden zich met zeker sans-gêue kon zetten aau een tafeltje op het badhuisterras, daar moet. men nu voor dit voorrecht, wanneer men met. zijn vrouiw daarheen wil gaan, per seizoen dertig gulden betalen, en zich tevens de moeite ge troosten er zoo elegant en nieuwmodisch mogelijk uit te zien. Wel heet- het- nog altijd, dat men zich op een badplaats niet behoeft te kleedenj, doch wanneer men zich daan- met een al te huiselijk toilet zou vertoonen, kan men zeker zijn met spottende blikken ouneieuej op qejtt ua 'uoizoSeu uapjo.w 03 deukt van „une petite bourgeoise de la Pro vince", dat dénkt de elegante mondaine van 't simpel gekleede vrouwtje, die rich ver beeldt dat ze op een badplaats „vrij" is. Vrij waar duizenden oogen kijken en glurenvrij, Waar de vrouwen Wedijveren om elkaar voorbij te streven in schoonheid vrij waar zooveel menschen zich opeeu- boopen tot eenzelfde doelrich te amusee ren, zoo noodig ten koste van anderen vrij waar het luxe-leven welhaast zijn top punt heeft bereikt, waar al wat schoon en mooi en rijk is ons omringt, als in de met veel versiering opgetrokken gebouwen, de voorwerpen, die we overal in de rijke win kels zien uitgestald, de keur van spijzen, ver krijgbaar in alle café s cn restaurants, den overvloed van rijke toiletten, muziek van hoog artistiek gehalte, café-concert en paar denspol waar men zijn tijd kan zoek bren gen in v rooi ijk hei d. Men is er nooit vrij, want allen d;c Scheveningen bezoeken zijn bevangen van do koorts„mee doen"de een wil voor don ander niet achterblijven, en wat men in „het" seizoen, tusschen half Juli en één September, kan oversparen aan vrijen tijd -- het geld is bijzaak, dat komt altijd terecht brengt men te Scheveningen door om te genietenvan do zee? O ja, dat is waar ook, daar is ook nog do zee. Ondanks haar eeuwig deinend woe len, ondanks haar machtige stem, die ze onverpoosd doet hooren. wordt ze vergeten, de zee! Ze- is daar als vorfrisscheud element, als reuzen bad kuip voor degenen, die 's mor gens willen profiteeren van haar zonuwster- keuden golfslagmaar 's middags, als de zon glinstert op liet nu smaragd-groene, dan ytaal-blauwc oppervlak en vloeibaar goud en zilver sprankelt over 't water, als hier en daar een enkele pink wiegelt over de gol ven, of 't salon bootje voort,schroeft tusschen 't gebruis der branding, is ze vergeten; dan overstemt mensciiengowoel het eeuwig ge zang van komen en gaa-u. En 's avonds als 't watervlak onzichtbaar is geworden, achter de reeks van eleotri- sehe lichten, als de menschen zich vermaken bij muziek en dans cn scherts, als de maan de golftoppen toekent met guldenen randen of als 11a Warmen dag in den vooravond do zee oplicht in phosforgloed, dan geniet alleen de eenzame wandelaar van bet nooit volpre zen schoon, dan telt men enkele gestalten op hoogo duintoppen om in zich op te nemen, om te genieten van wat natuur daar voor hen heeft bewaard aan overweldigende ma jesteit. Slechts enkelen weten te genieten van wat de zee te genieten geeft, weten zioli te voe den aan den versterkenden wind, komen te Scheveningen om er gezonder te worden. Scheveningen is geen badplaats voor rie ken. Dat. was ze voor vijtf en twintig jaren. Toen had ze als zeebadplaats nog een repu tatie te winnen, enze heeft haar doel bereikt in wereldlijken zin. Als gezondheidsoord is ze eohter te gronde gegaan. OUDE VROUW.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1