S". 47. 3d" Jaargnng. Donderdag 18 Augustus 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. FASTE F0RLAND. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS L}«t 3 maanden voor Amersfoortf LS5. Mém franco per post- 1.79. 1 Wonderlijke nummers0.09. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, i.dvertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers) VALKHOFF ft C». Utiechtschestraat l Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÉN Tab 1-t5 regels Elke reghl meer- Oroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald advêrteeren in dit Blad bij abonnement. 0ëne circulaire, bevattèndé de voorwaarden, wordt óp aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. Aan het einde van de Britsche parlem entszitting. Het Britsche parlement pleegt langer in den zomer bijeen te blijven dan eenig ander parlement. Maar wanneer do jacht op berk- hoenders geopend is, dan is het sluitingsuur geslagen. Verleden Maandag zijn de beide huizen van het parlement met de gebruike lijke koninklijke boodschap gesloten. Voor het kabinet-Balfour is de toestand bij de sluiting van deze zitting beslist on gunstiger dan toen den 9en Februari de zitting geopend werd. De ministerieel© meer derheid, die toen bedroeg 109 stemmen, is thans tot 88 stemmen gedaald. Dat is het gevolg vooreerst van de partieele verkiezin gen, die sints dien tijd hebben plaats gehad, en van den fiscalen veldtocht van den heer Chamberlain want al die verkiezingen hebben om die strijdvraag geloopen en verder van den afval van elf unionisten, die j van het ministerieel© kamp zijn overgegaan j naa$ de oppositie. De Standard, het conservatieve orgaan bij I uitnemendheid maar dat met onbezweken trouw het vrijhaudelsstandpunt blijft voor staan, maakt zich er geen illusie over hoe de uitslag zou zijn van algemeene verkiezin gen, wanneer thans het Lagerhuis ontbon den werd. Dit blad is van oordeel, dat als de verkiezingen nu werden uitgeschreven, de aanhangers van het kabinet in Schotland geen enkelen zetel zouden behouden en dat Engeland weinig minder gekant is tegen het beschermende stelsel dan Schotland. De Stan dard voegt daaraan toe ..Het is volstrekt niet zeker, dat een libe- ïaal kabinet, als het aan het bewind kwam 1 met eene verpletterende meerderheid, zoo zwak en van zoo korten duur zou zijn als men gelieft te gelooven. Wat ons betreft, wij zijn er niet op gesteld zulk een ministerie i aan het bewind te zien, evenmin voor een langen als voor een korten tijd. Wij kruinen niet met een kalm gemoed de toekomstige nederlaag van de groote unionistische partij aanzien, en wij koesteren de hoop, dat zij kan worden vermeden. Maar daartoe moet 1 men vlug en met nadruk handelen. Niets kan de partij redden van eene verpletterende nederlaag bij de aanstaande verkiezingen dan het volledig prijsgeven van de noodlottige politiek, die de kiezers schier overal verwer pen." Dat is duidelijk gesproken. Of het advies gevolgd zal worden, is echter eeno andere vraag. Een eigenaardig kenmerk van den huidi- gen politieken toestand is, dat de heer-en Balfour en Chamberlain er in geslaagd zijn van de vier volken, waaruit het vereenigde koninkrijk is samengesteld, drie van zich te vervreemden. Een correspondent van de j Vossisehe Ztg. schrijft daarover: „Na de khaki-verkiezingen van het jaar i 1900 was de meerderheid van de 72 Schot- sche afgevaardigden aan de zijde van de conservatieven, die voor 't eerst 38 vertegen woordigers uit Schotland in het Lagerhuis hadden. Tot 1900 werd Schotland als een I bolwerk van het liberalisme beschouwd; eerst de heer Chamberlain slaagde er in de vaderlandsliefde van de Schatten, wier regi menten bij Magersfontein vreeselijk geleden hadden, aan te sporen tot krachtige onder steuning van het ministerie, waarvan hij de leidende staatsman was. Maar nu is het blijkbaar voorbij met de voorliefde voor unionistische afgevaardigden in het noorde lijke koninkrijk. Een kenner van den toestand berekent, dat in het volgende Lagerhuis de liberale partij op minstens 50 Schotsche af gevaardigden kan rekenen. Zonder twijfel heeft het vonnis van het Engelsche Hooger- huis, dat aan de populaire vereenigde vrije kerk" het recht heeft ontzegd op haar sints 60 jaren verworven vermogen ten bate van eene nietige minderheid, de vijandigheid van de Schotsche kiezers tegen de regeering ver sterkt, ofschoon haar nominaal hoofd, de heer Balfour, ook een Schot is, cue echter als neef van lord Salisbury aan gene zijde van de Tweed niet voor vol wordt aangezien. Ook in Wales zijn de afgevaardigden in vollen opstand tegen de Engelsche regeering en vast besloten, zich door den onderwijsraad' te Londen niet de wet te laten voorschrij ven In Ierland is de stemming eveneens zeer ongunstig tegen de regeering, ondanks de voor twee jaren aangenomen agrarische wet, sints verscheidene invloedrijke ministers met de vermindering van het aantal vertegen woordigers gedreigd hebben. Het aantal Iersche afgevaardigden werd namelijk voor honderd jaren, toen de bevolking van lei-land bijna dubbel zoo groot was als nu, op 103 be paald, en staat nu niet meer in verhouding tot het bevolkingscijfer, dat thans niet groo- ter is dan dat van Schotland, dat slechts 72 afgevaardigden naar het Lagerhuis zendt. Aan de regeering wordt het voornemen toe geschreven. het aantal Iersche leden met minstens 40 te verminderen, geen won der, dat de heer Balfour aan de overzijde van het kanaal van St. George tegenwoordig meer vijanden dan vrienden heeft." Rusland. De kapitein van de garde Zwezinski, die bij den moordaanslag op minister Plehwe zwaar gewond werd, is tot vleugel-adjudant van den Keizer benoemd De oorlog in Oost-Azië. Over den oorlog zijn de volgende berichten Grootvorst Cyrillus, die na zijne redding bij de ramp van do Petropawlowsk, om ge zondheidsredenen naar Europa was gegaan, is naar Petersburg teruggekeerd om zich van daar naar het oorlogstoonecl te begeven. Generaal btoessel heeft den lOen dezer uit Port Arthur het volgende telegram verzon den De Japanners hebben in den nacht van 8 op 9 dezer, na een gevecht dat 15 uren duurde, Takoesjan en Siaokoesjan aangeval len met een ontzaglijke legermacht, dio het geschutvuur ondersteunde van den morgen van den 8en tot 9 uur 's avonds. Na deze hoogten bezet te hebben, rukten de Japan ners niet verder op; in den volgenden nacht echter, tijdens een zware regenbui, deden zij een aanval op het oostelijke front, maar zij werden overal teruggedreven. Zij vielen toen tegelijkertijd het geheele front aan, van den Wolfsberg tot i'akoesjan, maar deze aanval werd weer afgeslagen. De vestng wordt sedert vier dagen omschoten." Siaokoesjan ligt bij de kust, op 6 KM. ten oosten van Port Arthur Takoesjan ten noord oosten van dit fort. Over den toestand.van Port Arthur wordt uit Peters burg aan de Matin bericht, dat do toestand m de vesting critiek is en dat ge neraal Stoessel alle niet-strijdenden, onder wie zijne vrouw en zijne kinderen, heeft laten vertrekken. Van Liaojang is geen ander nieuws, dan da' er tusschen de Russische en Japansche voorposten voortdurend schermutselingen plaats hebben van weinig beteekenis. In het zuiden moeten de Japanners altijd nog twin tig wersten van Ansjantsjan zijn. Petersburg17 Mig. Aan het telegraaf- agentschap wordt van he-uen uit Moekden geseind Een 92-tal burgers uit Port Arthur zijn met hunne gezinnen hier aangekomen. Zij deelden mede, dat de Japanner» gezegd had den, dat deze groep de laatste was aan welke ziji zouden toestaan, de belegerde vesting te verlaten. Kwamen er nog meer schepen met vluchtelingen, dan zouden ziji in den grond worden geboord. Werd zulk een schip ge nomen, dan zou het van masten en zeilcL ontdaam en zoo in open zee aan zich zelf overgelaten worden. Tsjifoe, 17 AUg. De Japanners drongen door tot de Duivenbaai en rukten voorwaarts van Palingtsjing, twee mijlen ten noorden vac Port Arthur gelegen. De stad werd gisterenavond van do Duivenbaai gebombar deerd. Tokio, 18 Aug. Naar gemeld wordt, heeft de bevelhebber van Port Arthur geweigerd zich over te geven en is hij niet gezind de niet-strijdenden uit de stad to zenden. Tokio, 17 Aug. (Express.) Van niet-officieele zijde wordt bericht, dat de commandant van Port Arthur beleedd geantwoord heeft op den Japansehe-n brief; hij dankt daarin den Japanschen bevelhebber voor zijn aanbod om de niet-strijders te vergunnen de stad te ver laten, maar weigert onvoorwaardelijk de stad over te geven. Tokio, 17 Aug. In een nader rapport over den zeeslag van 10 Augustus geeft admiraal Togo op, dat de verliezen der Japanners be dragen 225 man. Sjanghai, 16 Aug. (Times). De Russische consul-generaal heeft den taotai geantwoord, dat hij bij: gemis van instruction van zijne regeering niet in discussie kan treden over de onmiddellijke ontwapening van de Askold en de Grozowoi, hetgeen in strijd zou zijn met de regelingen, die zijn gemaakt, en ook nieü in overeenstemming met de bepalingen van het volkenrecht. 17 Aug. (Times). De Chineezen zijn weer van houding veranderd. Dc taotai ontving beden instruction van de Waiwoepoe, dat aan de Askold en de Grozowoi een redelijke termijn moet worden toegestaan voor het doen van herstellingen. Aan het einde van dien termijn, waarvan de duur waarschijn lijk morgen zal worden beslist, moeten de schepen vertrekken of ontwapend worden. 18 Aug. Heden wordt hier een Japansch eskader verwacht. De Japanners zijn beslo ten te vorderen, dat de Askold en de Grozo woi de haven spoedig moeten verlaten of ontwapend moeten worden op gelijke wijze als met de schepen te Tsingtau is geschied. Het laatste rapport van stadhouder Alexe- jew over den toestand in Port- Arthur, heeft slechts een retrospectief belang, want het is van 13 Aug. gedagteelsend, terwijl de algemeene aanval den 15en is begonnen. Toch is het niet zonder belang. ,,Het leert ons, schrijft do Tcmps, dat op dien dag de Japanners post hadden gevat op de .Ta koesjan- en Liaohoesjan-heuvels, die respec tievelijk 196 en 130 M. hoog zijn. Deze hoog ten zijn 5 K.M. ten oosten van Port Arthur gelegen, tusschen het dal van de Ta-ho en de Tache baai. Zij liggen tegenover de Dra- kenbergen, welker hoogte afwisselt van 95 tot 200 Meters, en die eene reeks door de Russen bezette werken dragen. Waarschijn lijk is dat deel, dat het oostelijke front van de vestingwerken uitmaakt, het sterkste van de geheele verdedigingslinie. Aan dien kant zij;n de vorderingen van de Japanners dus niet zeer vlug geweest, en daar zij in hunne aanvallen van 10 Augustus zich niet van de Drakenbergen hebben kunnen meester ma ken, blijft het moeielijkste nog voor hen te doen. In het zuidwesten schijnen zij verder ge vorderd te zijn. Men is gerechtigd om aan te nemen, dat de Wolfsberg, waarvan se dert zoo lang sprake is, wel degelijk is de White Wolf Hill van do Engelsche kaarten, die een van do gewichtigste punten van de verdediging van Port Arthur uitmaakt. Men verneemt namelijk uit de berichten, dat zeer belangrijke Japansdie strijdkrachten bijeen getrokken zijn op Liautisjau, waar men niet dacht dat zij hadden bunnen komen. Aan den anderen kant zegt admiraal Alexejew, om uit te drukken dat de aanval van 10 Augustus over de geheele verdedigingslinie is ondernomen, dat zij, zich uitstrekte van den Wolfsberg tot Takoesjan. Nu is de White Wolf Hill het zuidwestelijk eindpunt van de linie, gelijk Takoesjan er het noord oostelijke uiteinde van uitmaakt. In die omstandigheden zijn de Russische schepen, die te Port Arthur zijn teruggeko men, in aeer slechten toestand en loepen zij' gevaar door do Japansche soldaten te worden genomen. Zij zullen imsschien vertrekken, maar waar zullen zij heengaan? Het Wladi- wostok-eskader, dat gehavend en in sterkte verminderd is, kan hien niet te hulp komen. De weinige Russische schepen, wier let wij niet kennen en die moesten trachten wanneer zij ten minste nog bestaan Port Arthur of Wladiwostok te bereiken, zouden ze slechts bij toeval tegenkomen. De wan hoop en de neerslachtigheid, die zich te Pe tersburg vertoonen, zijn wel gerechtvaardigd, want de toekomst, die zich ooent voor de vloot van Port Arthur, schijnt niet schitte rend." Volgens offieicele berichten, verloor het garnizoen van Port Arthur in de gevechten van 8 tot 10 Augustus aan dooden 7 officie ren en 248 soldaten, aan gewonden 35 offi cieren en 1553 soldaten. Vermist zijn 1 offi cier en 83 man. Een bericht van de Standard uit het hoofd kwartier van Koeroki verzekert, dat de ge zondheidstoestand van cte troepen uitstekend is; geen van de vreeselijke koortsziekte^ heerscht onder hen. Over t geheel zijn ziek ten en sterfte geringer dan bij eenig leger, dat ooit in het veld heeft gestaan. Schermut selingen, die van tijd tot tijd plaats hebba1', bewijzen, dat de vijand steeds aanwezig is tegenover de Japansche frontlinie; hij is bijzonder sterk voor den rechtervleugel. Vau eene belemmering der Japansche verbindin gen is geen sprake. Uit Aden wordt aan de Daily Mail ge meld, dat een Russisch stoomschip mot drie scboorsteenen, waarschijnlijk de Petersburg, te Hodoida proviand aan boord heeft wi'Ien nemen. De Turksclie overheid weigerde ech ter, dat t~e te staan. De overwinningen van de admiraals Togo en Kaminoera over de Russische vloten -an Port Arthur en Wladiwostok hebben in Tokio een voorbeeldelooze vreugde verwekt. De stra ten zijn bevlagd en verlicht en de geheele stad weergalmt van banzai-geroep. Daarbij zijn de Japanners niet alleen trotsch op het behaalde succes, maar bovenal ontsnapt hun een zucht van verlichting, omdat zij de hoop Koesteren, dat er nu voor goed een einde za\ zijn gekomen aan de lastige en schadelijke rooftochten van het Wladiwostok-eskader. Om onder alle omstandigheden tegen do Port Arthur-vloot opgewassen te zijn, had admiraal Togo de beste schepen van de vloot van Ka- mimoera aan zich getrokken. Daardoor was Kamimoera niet in staat om met den ver- eischteu nadruk tegen de rooftochten van het Wladiwostok-eskader op te treden, en het getuigt zeer ten gunste van den admiraal, dab hij ondanks de verbittering van het Japan sche volk over zijne schijnbare onbekwaam heid, verzweeg, dat een deel van zijne vloot gedetacheerd was naar de voor Port Arthur liggendo vloot. In Japan echter werd do in druk der strooptochten van het Wladiwo stok-eskader diep gevoeld; rij berokkenden niet alleen directe schade, maar maakten den ganschen handel onveilig. Daarom juicht men er over, dat aan het Wladiwostok-eskader zijn gevaarlijk handwerk voortaan is belet. Volgens een bericht uit Kopenhagen aan de Daily Mail is het vertrek van de Russi sche Oostzevloot naar Oost-Arië tot het aan staande voorjaar uitgesteld. Het kruisers-es kader zal intusschen neutrale wateren be zoeken. Daarentegen wordt uit Petersburg gemeld, dat admiraal Rodjestvenski zich heeft inge scheept op de „Prins Souvaroff" en van den commandant van de haven van Kroonstad tot afscheid den wensch raedekreeg: „Goede hoop, vertrouwen, beste wenschen, succ©3 op den tocht". Nagasaki, 17 Aug. Db postzakken, die in de Roode zee door de Russen waren wegge haald vau den Prins Heinrich, werden na de aankomst hier onderzocht in tegenwoordig heid van de Duitsche, Fransche en Engelsche consuls. Er bleken vele aangeteckendë en gewone brieven to ontbreken. De consuls stellen een krachtig protest op. Londen, 17 Aug. Een bericht van Lloyd's uit Aiaccio houdt in, dat het Engelsche kolenscnip Scotian den 12en werd aange houden, ten westen van de straat van Gi braltar, door den Russischen kruiser Ural, voorheen het Duitsche stoomschip Kaiserin Maria Theresaa. Het kreeg vergunning om verder te gaan. De commandant van de Urel verklaarde, dat hij uasporingen moe6t doen naar meer dan 200 stoomschepen, die con trabande voeren, om te worden overgeladen in Italiaansohe en Spaansohe havens. Kobe, 17 Aug. (Express). Onder de brie ven, die vermist worden uit de postzakkon van do Prinz Heinrich, zijn eenige van Ja pansche agenten in Rusland. Uit het Noorsch 2 VAN JONAS LIE. „Neen, neen, op die manier bedank ik er voor. Ik zeg u, gij moet mij niet beleedigen, oom anders werp ik het geld u onmid dellijk voor de voeten. Ik zal mij dan wel zonder u weten te helpen." ,,Nu, nu, laat uw hoed maar liggen. Gij behoeft niet zoo jongensachtig op te vliegen. Het geld kunt giji op mij trekken. Drie dui zend vijf honderd kronen schudt men anders niet zoo licht uit zijn mouw!" ,,Ik besluit hierbij dadelijk om u dank te zqggen, oom, al moet ik dan ook, daartoe ge dwongen, mij buigen en bukken voor uw vrij gevige „Nu, nu, nu!" „Eu hoogst delioate hand!" „Die taal mag ik liever." ,,Ik zeg u, gij zult respect voor iniji krij gen, zult er toe gedwongen worden. E'n nu, dank eu vaarwel oom I" De huisdeur sloeg achter hem licht. Weg was hij. Beneden op straat riep de tooneelspeler Werloff hem aan „Wat zegt ge er wel van Fastc? Gessing heeft zich ziek gemeld en nu zal Prcbensen Tjordenskjold spelen, met zijn dunne stem en nog dunner been en donderen en stampen op het dek Natuurlijk leeg© banken 't Is een toestand' bij den troepwij houden de kunst hoog. Willen wij in Helvetia een glas port gaan drinken?" „Geen tijd. ZakenZon willen dat de dagen vier en twintig uur hadden." „Ik begrijp u! Gij hebt uwt denkbeeld op gegeven van een volks-schouwburg, beneden aan het strand van de voorstad. Een paar maanden geleden kwaamt gij daar zoo flink mede thuis." „Ik wil dat in eens in orde maken wil weten waar ik sta. Het is voornamelijk de occonomische kant van de zaak die ik over weeg. De deelname is te gering, het denk beeld nog te nieuw." „Dat wil zeggenklonk het eenigszins ondeugend, „het denkbeeld ging denzelfden weg op ab een zekere uitgevonden machine, daar ik over heb hooren praten, die alle ipogelijke volmaaktheden bezat, maar alleen niet wilde loopen!" „Wel, wel, gij beminnelijke Haroellas, gij huilt met do wolven! Het denkbeeld van den schouwburg was anders drommelsch goed, moet ik u zeggen. Maar daar behoo- ren stukken bijl, stukken van het ware soort. Het toestel alleen heeft geen nut. Ik had in de eerste plaats het oog op een uitspan ningstheater voor het volk, zooals bijvoor beeld de vader is een paard, de moeder een ezel, de zoon dus een muilezel met twee willen in zich, die altijd in strijd zijn, dan heeft dc ezel en dan weer het paard de bovenhand. En dan staat in de laatste acte de muilezel voor den rechterstoel voor een of ander misdrijf. Maar misschien kon de laatste acte ook afspelen aan de hemelpoort, Waai* hiji voor den rechter komt. Ja, Wat moet zoo'n stakkcrb met twee'beestenn aturen in zich wel denkeu, als hij voor rij!n Schep per staatMaar wij: verliezen ons op die manier in diepzinnigheden. Ik zou gaarne, al had ik nog zoo weinig tijd, denkbeelden aangeven, wanneer ik maar iemand vond, die er iets van kon maken en ten tooneele brengen." „Ja, Weg met dergelijke hersenschimmen, mijn waarde Fast©Maar gij zult toch moe ten toegeven, dat de bezetting van Tjordens kjold het. toppunt van idiotisme is van beestachtigheid tegenover de idee!" „Do idee?ik leefde daar ook eens voor. Maar zoozoo zijn valuta te hebben ver plaatst in het Land der phantasie in blauwen nevel en rook daar ben ik van teruggekomen. M&ar God beware, men kan ook van geestdrift leven in dit aardsche tra nendal. Alle achting voor zoo iemand, als men mij maar vrij laat! Ja, comedie zien wil ik natuurlijk Fast© nam haastig zijn hoed' af en spoedde rich verder. Hij ging de drukke havenstraat af, tot de naamplaat der makelaarsfirma Reud en Co., in een van de ingangsdeuren beneden aan het douanekantoor zichtbaar werd. Vlug ging hijl het kantoor binnen. „Goeden morgen, mijnheer Rouid!" „Ah, mijnheer Forland, terug van Zurich? Ik heb nu en dan dezen zomer een glimp van u gezien." Faste meende bij zijn naam een glimlach op te vangen, als bij een of andere curieuso herinnering. „Ja, mijn technische studiën voltooid", antwoordde hij kortaf. „Ik heb wat Duitscb geld noodig drie honderd rijksmark." „Zij zijn ter uwer beschikking, mijnheer Forland." „Kan ik hier morgen een wissel halen? Ik denk, dat u mijn cheque wel in orde zult vin den, als ik op oom Joel trek." „Op den bankier? persoonlijk?" De makelaar zag er verbluft en bijna wantrou wend uit. „In de zes en twintig jaar dat ik hier woon, heb ik nog nooit iemand op den man zien trekken „Men moet n;et zeggen nooitTrou wens", klonk het onverschillig „wanneer ik een nul meer achter het cijfer had gezet, zou de cheque even goed gehonoreerd zijn... Rog tarwe suiker paraffine ta bak mompelde hij, de dagelijksche prijs- noteeriug, die op den lessenaar lag, vluchtig doorziende. „Wat! De gasaandeelen notee- ren boven de vier duizend acht honderd op dit oogenblik? O, gij oude, argelooze stad.' En kunt gij, makelaar, zoo iets voor uw ge weten verantwoorden en ze tot dien prijs ten verkoop aanbieden? Nu? De clectriciteit is op komst, hangt, om zoo te zeggen, in do lucht over de stad. Ik zeg u", riep hij uit, „dat is speculeoren in uitgeblusoht licht!" De makelaar antwoordde niet; zijn ge dachten waren elders en zijn blik rustte op Faste's schofele kleeding"D<at lag zoo voor dc hand. De kinderloos», ziekelijke geldschraper moest toch iemand van dfe fa milie als zijn opvolger uitkiezen eu „Steeds, steeds tot' uw dienst, mijnheer For land boog hij, hoogst voorkomend. „Men beleeft dus zelfs, dab iemand blanco-crediet bij den bankier krijgt!" „Neem mij niet kwalijk, mijnheer Reud," klonk het langzaam en met nadruk op ieder woord, „hetgeen ik op oom Joël trekt betaalt hij. Maar wat het blanoo-crediet aangaat, zulks is voor uw eigen rekening." De makelaar greep naar rijn hoed en keek op zijn horloge, dat, op een paar minuten na, het uur aanwees van zijn ochtendronde. En nu had hij een verbazend handelsniouwtje cm in de kantoren to vertellen, een nieuw gou.l- vischje en een aanstaande erfgenaam van oom Joël. Faste was weer buiten in de drukke straat. Hij was nu bevrijd van zijn schulden in Zurich!... Maar de makelaar had klaarblijkelijk dm toestand verkeerd begrepen... Dat zulk <eu overigens niet zoo'n vreeselijk ongerijmde gedachte rijn aanzien kon verhoogen vas toch volstrekt) niet in rijn nadeel. Met het verkregen crediet wilde hij uu zijn bouwerij in orde maken... Een oogenblik later haalde Faste met vluggo schreden juffrouw Bera Gylling in, aan het einde van de stadsbrug... Hij stak rijn van vreugde stralend gericht onder haar parasol, toen hij haar op rijde schoot en, terwijl rij den villaweg gingen, de clameerde hij", uitgelaten aegepraleiwl „Ada en Silla, hoort mijn stem, Lameöks huisvrouwen verneemt mijn taal Den man dien ik doodde, niet tob mijn bate „Zijjt gij gek geworden?" „.Zevenmaal word Kaïn gewroken, Zevenmaal zeventig keer zal Lameok ge wroken worden." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1