S". 47.
3d" Jaargnng.
Donderdag 18 Augustus 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
FASTE F0RLAND.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
L}«t 3 maanden voor Amersfoortf LS5.
Mém franco per post- 1.79.
1 Wonderlijke nummers0.09.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen,
i.dvertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers) VALKHOFF ft C».
Utiechtschestraat l Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Tab 1-t5 regels
Elke reghl meer-
Oroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald advêrteeren in dit Blad bij abonnement. 0ëne
circulaire, bevattèndé de voorwaarden, wordt óp aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht.
Aan het einde van de Britsche
parlem entszitting.
Het Britsche parlement pleegt langer in
den zomer bijeen te blijven dan eenig ander
parlement. Maar wanneer do jacht op berk-
hoenders geopend is, dan is het sluitingsuur
geslagen. Verleden Maandag zijn de beide
huizen van het parlement met de gebruike
lijke koninklijke boodschap gesloten.
Voor het kabinet-Balfour is de toestand
bij de sluiting van deze zitting beslist on
gunstiger dan toen den 9en Februari de
zitting geopend werd. De ministerieel© meer
derheid, die toen bedroeg 109 stemmen, is
thans tot 88 stemmen gedaald. Dat is het
gevolg vooreerst van de partieele verkiezin
gen, die sints dien tijd hebben plaats gehad,
en van den fiscalen veldtocht van den heer
Chamberlain want al die verkiezingen
hebben om die strijdvraag geloopen en
verder van den afval van elf unionisten, die
j van het ministerieel© kamp zijn overgegaan
j naa$ de oppositie.
De Standard, het conservatieve orgaan bij
I uitnemendheid maar dat met onbezweken
trouw het vrijhaudelsstandpunt blijft voor
staan, maakt zich er geen illusie over hoe
de uitslag zou zijn van algemeene verkiezin
gen, wanneer thans het Lagerhuis ontbon
den werd. Dit blad is van oordeel, dat als de
verkiezingen nu werden uitgeschreven, de
aanhangers van het kabinet in Schotland
geen enkelen zetel zouden behouden en dat
Engeland weinig minder gekant is tegen het
beschermende stelsel dan Schotland. De Stan
dard voegt daaraan toe
..Het is volstrekt niet zeker, dat een libe-
ïaal kabinet, als het aan het bewind kwam
1 met eene verpletterende meerderheid, zoo
zwak en van zoo korten duur zou zijn als
men gelieft te gelooven. Wat ons betreft, wij
zijn er niet op gesteld zulk een ministerie
i aan het bewind te zien, evenmin voor een
langen als voor een korten tijd. Wij kruinen
niet met een kalm gemoed de toekomstige
nederlaag van de groote unionistische partij
aanzien, en wij koesteren de hoop, dat zij
kan worden vermeden. Maar daartoe moet
1 men vlug en met nadruk handelen. Niets
kan de partij redden van eene verpletterende
nederlaag bij de aanstaande verkiezingen dan
het volledig prijsgeven van de noodlottige
politiek, die de kiezers schier overal verwer
pen."
Dat is duidelijk gesproken. Of het advies
gevolgd zal worden, is echter eeno andere
vraag.
Een eigenaardig kenmerk van den huidi-
gen politieken toestand is, dat de heer-en
Balfour en Chamberlain er in geslaagd zijn
van de vier volken, waaruit het vereenigde
koninkrijk is samengesteld, drie van zich
te vervreemden. Een correspondent van de
j Vossisehe Ztg. schrijft daarover:
„Na de khaki-verkiezingen van het jaar
i 1900 was de meerderheid van de 72 Schot-
sche afgevaardigden aan de zijde van de
conservatieven, die voor 't eerst 38 vertegen
woordigers uit Schotland in het Lagerhuis
hadden. Tot 1900 werd Schotland als een
I bolwerk van het liberalisme beschouwd;
eerst de heer Chamberlain slaagde er in de
vaderlandsliefde van de Schatten, wier regi
menten bij Magersfontein vreeselijk geleden
hadden, aan te sporen tot krachtige onder
steuning van het ministerie, waarvan hij de
leidende staatsman was. Maar nu is het
blijkbaar voorbij met de voorliefde voor
unionistische afgevaardigden in het noorde
lijke koninkrijk. Een kenner van den toestand
berekent, dat in het volgende Lagerhuis de
liberale partij op minstens 50 Schotsche af
gevaardigden kan rekenen. Zonder twijfel
heeft het vonnis van het Engelsche Hooger-
huis, dat aan de populaire vereenigde vrije
kerk" het recht heeft ontzegd op haar sints
60 jaren verworven vermogen ten bate van
eene nietige minderheid, de vijandigheid van
de Schotsche kiezers tegen de regeering ver
sterkt, ofschoon haar nominaal hoofd, de
heer Balfour, ook een Schot is, cue echter als
neef van lord Salisbury aan gene zijde van
de Tweed niet voor vol wordt aangezien.
Ook in Wales zijn de afgevaardigden in
vollen opstand tegen de Engelsche regeering
en vast besloten, zich door den onderwijsraad'
te Londen niet de wet te laten voorschrij
ven
In Ierland is de stemming eveneens zeer
ongunstig tegen de regeering, ondanks de
voor twee jaren aangenomen agrarische wet,
sints verscheidene invloedrijke ministers met
de vermindering van het aantal vertegen
woordigers gedreigd hebben. Het aantal
Iersche afgevaardigden werd namelijk voor
honderd jaren, toen de bevolking van lei-land
bijna dubbel zoo groot was als nu, op 103 be
paald, en staat nu niet meer in verhouding
tot het bevolkingscijfer, dat thans niet groo-
ter is dan dat van Schotland, dat slechts 72
afgevaardigden naar het Lagerhuis zendt.
Aan de regeering wordt het voornemen toe
geschreven. het aantal Iersche leden met
minstens 40 te verminderen, geen won
der, dat de heer Balfour aan de overzijde
van het kanaal van St. George tegenwoordig
meer vijanden dan vrienden heeft."
Rusland.
De kapitein van de garde Zwezinski, die
bij den moordaanslag op minister Plehwe
zwaar gewond werd, is tot vleugel-adjudant
van den Keizer benoemd
De oorlog in Oost-Azië.
Over den oorlog zijn de volgende berichten
Grootvorst Cyrillus, die na zijne redding
bij de ramp van do Petropawlowsk, om ge
zondheidsredenen naar Europa was gegaan,
is naar Petersburg teruggekeerd om zich van
daar naar het oorlogstoonecl te begeven.
Generaal btoessel heeft den lOen dezer uit
Port Arthur het volgende telegram verzon
den
De Japanners hebben in den nacht van
8 op 9 dezer, na een gevecht dat 15 uren
duurde, Takoesjan en Siaokoesjan aangeval
len met een ontzaglijke legermacht, dio het
geschutvuur ondersteunde van den morgen
van den 8en tot 9 uur 's avonds. Na deze
hoogten bezet te hebben, rukten de Japan
ners niet verder op; in den volgenden nacht
echter, tijdens een zware regenbui, deden zij
een aanval op het oostelijke front, maar zij
werden overal teruggedreven. Zij vielen toen
tegelijkertijd het geheele front aan, van den
Wolfsberg tot i'akoesjan, maar deze aanval
werd weer afgeslagen. De vestng wordt sedert
vier dagen omschoten."
Siaokoesjan ligt bij de kust, op 6 KM. ten
oosten van Port Arthur Takoesjan ten noord
oosten van dit fort.
Over den toestand.van Port Arthur wordt
uit Peters burg aan de Matin bericht, dat do
toestand m de vesting critiek is en dat ge
neraal Stoessel alle niet-strijdenden, onder
wie zijne vrouw en zijne kinderen, heeft laten
vertrekken.
Van Liaojang is geen ander nieuws, dan
da' er tusschen de Russische en Japansche
voorposten voortdurend schermutselingen
plaats hebben van weinig beteekenis. In het
zuiden moeten de Japanners altijd nog twin
tig wersten van Ansjantsjan zijn.
Petersburg17 Mig. Aan het telegraaf-
agentschap wordt van he-uen uit Moekden
geseind
Een 92-tal burgers uit Port Arthur zijn
met hunne gezinnen hier aangekomen. Zij
deelden mede, dat de Japanner» gezegd had
den, dat deze groep de laatste was aan welke
ziji zouden toestaan, de belegerde vesting te
verlaten. Kwamen er nog meer schepen met
vluchtelingen, dan zouden ziji in den grond
worden geboord. Werd zulk een schip ge
nomen, dan zou het van masten en zeilcL
ontdaam en zoo in open zee aan zich zelf
overgelaten worden.
Tsjifoe, 17 AUg. De Japanners drongen
door tot de Duivenbaai en rukten voorwaarts
van Palingtsjing, twee mijlen ten noorden
vac Port Arthur gelegen. De stad werd
gisterenavond van do Duivenbaai gebombar
deerd.
Tokio, 18 Aug. Naar gemeld wordt, heeft
de bevelhebber van Port Arthur geweigerd
zich over te geven en is hij niet gezind de
niet-strijdenden uit de stad to zenden.
Tokio, 17 Aug. (Express.) Van niet-officieele
zijde wordt bericht, dat de commandant van
Port Arthur beleedd geantwoord heeft op
den Japansehe-n brief; hij dankt daarin den
Japanschen bevelhebber voor zijn aanbod om
de niet-strijders te vergunnen de stad te ver
laten, maar weigert onvoorwaardelijk de stad
over te geven.
Tokio, 17 Aug. In een nader rapport over
den zeeslag van 10 Augustus geeft admiraal
Togo op, dat de verliezen der Japanners be
dragen 225 man.
Sjanghai, 16 Aug. (Times). De Russische
consul-generaal heeft den taotai geantwoord,
dat hij bij: gemis van instruction van zijne
regeering niet in discussie kan treden over
de onmiddellijke ontwapening van de Askold
en de Grozowoi, hetgeen in strijd zou zijn
met de regelingen, die zijn gemaakt, en ook
nieü in overeenstemming met de bepalingen
van het volkenrecht.
17 Aug. (Times). De Chineezen zijn weer
van houding veranderd. Dc taotai ontving
beden instruction van de Waiwoepoe, dat
aan de Askold en de Grozowoi een redelijke
termijn moet worden toegestaan voor het
doen van herstellingen. Aan het einde van
dien termijn, waarvan de duur waarschijn
lijk morgen zal worden beslist, moeten de
schepen vertrekken of ontwapend worden.
18 Aug. Heden wordt hier een Japansch
eskader verwacht. De Japanners zijn beslo
ten te vorderen, dat de Askold en de Grozo
woi de haven spoedig moeten verlaten of
ontwapend moeten worden op gelijke wijze
als met de schepen te Tsingtau is geschied.
Het laatste rapport van stadhouder Alexe-
jew over den toestand in Port- Arthur, heeft
slechts een retrospectief belang, want het
is van 13 Aug. gedagteelsend, terwijl de
algemeene aanval den 15en is begonnen.
Toch is het niet zonder belang. ,,Het leert
ons, schrijft do Tcmps, dat op dien dag de
Japanners post hadden gevat op de .Ta
koesjan- en Liaohoesjan-heuvels, die respec
tievelijk 196 en 130 M. hoog zijn. Deze hoog
ten zijn 5 K.M. ten oosten van Port Arthur
gelegen, tusschen het dal van de Ta-ho en
de Tache baai. Zij liggen tegenover de Dra-
kenbergen, welker hoogte afwisselt van 95
tot 200 Meters, en die eene reeks door de
Russen bezette werken dragen. Waarschijn
lijk is dat deel, dat het oostelijke front van
de vestingwerken uitmaakt, het sterkste van
de geheele verdedigingslinie. Aan dien kant
zij;n de vorderingen van de Japanners dus
niet zeer vlug geweest, en daar zij in hunne
aanvallen van 10 Augustus zich niet van de
Drakenbergen hebben kunnen meester ma
ken, blijft het moeielijkste nog voor hen te
doen.
In het zuidwesten schijnen zij verder ge
vorderd te zijn. Men is gerechtigd om aan
te nemen, dat de Wolfsberg, waarvan se
dert zoo lang sprake is, wel degelijk is de
White Wolf Hill van do Engelsche kaarten,
die een van do gewichtigste punten van de
verdediging van Port Arthur uitmaakt. Men
verneemt namelijk uit de berichten, dat zeer
belangrijke Japansdie strijdkrachten bijeen
getrokken zijn op Liautisjau, waar men niet
dacht dat zij hadden bunnen komen. Aan
den anderen kant zegt admiraal Alexejew,
om uit te drukken dat de aanval van 10
Augustus over de geheele verdedigingslinie
is ondernomen, dat zij, zich uitstrekte van
den Wolfsberg tot Takoesjan. Nu is de
White Wolf Hill het zuidwestelijk eindpunt
van de linie, gelijk Takoesjan er het noord
oostelijke uiteinde van uitmaakt.
In die omstandigheden zijn de Russische
schepen, die te Port Arthur zijn teruggeko
men, in aeer slechten toestand en loepen zij'
gevaar door do Japansche soldaten te worden
genomen. Zij zullen imsschien vertrekken,
maar waar zullen zij heengaan? Het Wladi-
wostok-eskader, dat gehavend en in sterkte
verminderd is, kan hien niet te hulp komen.
De weinige Russische schepen, wier let wij
niet kennen en die moesten trachten
wanneer zij ten minste nog bestaan Port
Arthur of Wladiwostok te bereiken, zouden
ze slechts bij toeval tegenkomen. De wan
hoop en de neerslachtigheid, die zich te Pe
tersburg vertoonen, zijn wel gerechtvaardigd,
want de toekomst, die zich ooent voor de
vloot van Port Arthur, schijnt niet schitte
rend."
Volgens offieicele berichten, verloor het
garnizoen van Port Arthur in de gevechten
van 8 tot 10 Augustus aan dooden 7 officie
ren en 248 soldaten, aan gewonden 35 offi
cieren en 1553 soldaten. Vermist zijn 1 offi
cier en 83 man.
Een bericht van de Standard uit het hoofd
kwartier van Koeroki verzekert, dat de ge
zondheidstoestand van cte troepen uitstekend
is; geen van de vreeselijke koortsziekte^
heerscht onder hen. Over t geheel zijn ziek
ten en sterfte geringer dan bij eenig leger,
dat ooit in het veld heeft gestaan. Schermut
selingen, die van tijd tot tijd plaats hebba1',
bewijzen, dat de vijand steeds aanwezig is
tegenover de Japansche frontlinie; hij is
bijzonder sterk voor den rechtervleugel. Vau
eene belemmering der Japansche verbindin
gen is geen sprake.
Uit Aden wordt aan de Daily Mail ge
meld, dat een Russisch stoomschip mot drie
scboorsteenen, waarschijnlijk de Petersburg,
te Hodoida proviand aan boord heeft wi'Ien
nemen. De Turksclie overheid weigerde ech
ter, dat t~e te staan.
De overwinningen van de admiraals Togo
en Kaminoera over de Russische vloten -an
Port Arthur en Wladiwostok hebben in Tokio
een voorbeeldelooze vreugde verwekt. De stra
ten zijn bevlagd en verlicht en de geheele
stad weergalmt van banzai-geroep. Daarbij
zijn de Japanners niet alleen trotsch op het
behaalde succes, maar bovenal ontsnapt hun
een zucht van verlichting, omdat zij de hoop
Koesteren, dat er nu voor goed een einde za\
zijn gekomen aan de lastige en schadelijke
rooftochten van het Wladiwostok-eskader.
Om onder alle omstandigheden tegen do Port
Arthur-vloot opgewassen te zijn, had admiraal
Togo de beste schepen van de vloot van Ka-
mimoera aan zich getrokken. Daardoor was
Kamimoera niet in staat om met den ver-
eischteu nadruk tegen de rooftochten van het
Wladiwostok-eskader op te treden, en het
getuigt zeer ten gunste van den admiraal, dab
hij ondanks de verbittering van het Japan
sche volk over zijne schijnbare onbekwaam
heid, verzweeg, dat een deel van zijne vloot
gedetacheerd was naar de voor Port Arthur
liggendo vloot. In Japan echter werd do in
druk der strooptochten van het Wladiwo
stok-eskader diep gevoeld; rij berokkenden
niet alleen directe schade, maar maakten den
ganschen handel onveilig. Daarom juicht men
er over, dat aan het Wladiwostok-eskader zijn
gevaarlijk handwerk voortaan is belet.
Volgens een bericht uit Kopenhagen aan
de Daily Mail is het vertrek van de Russi
sche Oostzevloot naar Oost-Arië tot het aan
staande voorjaar uitgesteld. Het kruisers-es
kader zal intusschen neutrale wateren be
zoeken.
Daarentegen wordt uit Petersburg gemeld,
dat admiraal Rodjestvenski zich heeft inge
scheept op de „Prins Souvaroff" en van den
commandant van de haven van Kroonstad tot
afscheid den wensch raedekreeg: „Goede
hoop, vertrouwen, beste wenschen, succ©3 op
den tocht".
Nagasaki, 17 Aug. Db postzakken, die in
de Roode zee door de Russen waren wegge
haald vau den Prins Heinrich, werden na de
aankomst hier onderzocht in tegenwoordig
heid van de Duitsche, Fransche en Engelsche
consuls. Er bleken vele aangeteckendë en
gewone brieven to ontbreken. De consuls
stellen een krachtig protest op.
Londen, 17 Aug. Een bericht van Lloyd's
uit Aiaccio houdt in, dat het Engelsche
kolenscnip Scotian den 12en werd aange
houden, ten westen van de straat van Gi
braltar, door den Russischen kruiser Ural,
voorheen het Duitsche stoomschip Kaiserin
Maria Theresaa. Het kreeg vergunning om
verder te gaan. De commandant van de Urel
verklaarde, dat hij uasporingen moe6t doen
naar meer dan 200 stoomschepen, die con
trabande voeren, om te worden overgeladen
in Italiaansohe en Spaansohe havens.
Kobe, 17 Aug. (Express). Onder de brie
ven, die vermist worden uit de postzakkon
van do Prinz Heinrich, zijn eenige van Ja
pansche agenten in Rusland.
Uit het Noorsch
2 VAN
JONAS LIE.
„Neen, neen, op die manier bedank ik er
voor. Ik zeg u, gij moet mij niet beleedigen,
oom anders werp ik het geld u onmid
dellijk voor de voeten. Ik zal mij dan wel
zonder u weten te helpen."
,,Nu, nu, laat uw hoed maar liggen. Gij
behoeft niet zoo jongensachtig op te vliegen.
Het geld kunt giji op mij trekken. Drie dui
zend vijf honderd kronen schudt men anders
niet zoo licht uit zijn mouw!"
,,Ik besluit hierbij dadelijk om u dank te
zqggen, oom, al moet ik dan ook, daartoe ge
dwongen, mij buigen en bukken voor uw vrij
gevige
„Nu, nu, nu!"
„Eu hoogst delioate hand!"
„Die taal mag ik liever."
,,Ik zeg u, gij zult respect voor iniji krij
gen, zult er toe gedwongen worden. E'n nu,
dank eu vaarwel oom I"
De huisdeur sloeg achter hem licht. Weg
was hij.
Beneden op straat riep de tooneelspeler
Werloff hem aan
„Wat zegt ge er wel van Fastc? Gessing
heeft zich ziek gemeld en nu zal Prcbensen
Tjordenskjold spelen, met zijn dunne stem
en nog dunner been en donderen en stampen
op het dek Natuurlijk leeg© banken 't Is
een toestand' bij den troepwij houden de
kunst hoog. Willen wij in Helvetia een glas
port gaan drinken?"
„Geen tijd. ZakenZon willen dat de
dagen vier en twintig uur hadden."
„Ik begrijp u! Gij hebt uwt denkbeeld op
gegeven van een volks-schouwburg, beneden
aan het strand van de voorstad. Een paar
maanden geleden kwaamt gij daar zoo flink
mede thuis."
„Ik wil dat in eens in orde maken wil
weten waar ik sta. Het is voornamelijk de
occonomische kant van de zaak die ik over
weeg. De deelname is te gering, het denk
beeld nog te nieuw."
„Dat wil zeggenklonk het eenigszins
ondeugend, „het denkbeeld ging denzelfden
weg op ab een zekere uitgevonden machine,
daar ik over heb hooren praten, die alle
ipogelijke volmaaktheden bezat, maar alleen
niet wilde loopen!"
„Wel, wel, gij beminnelijke Haroellas, gij
huilt met do wolven! Het denkbeeld van
den schouwburg was anders drommelsch
goed, moet ik u zeggen. Maar daar behoo-
ren stukken bijl, stukken van het ware soort.
Het toestel alleen heeft geen nut. Ik had
in de eerste plaats het oog op een uitspan
ningstheater voor het volk, zooals bijvoor
beeld de vader is een paard, de moeder
een ezel, de zoon dus een muilezel met twee
willen in zich, die altijd in strijd zijn,
dan heeft dc ezel en dan weer het paard de
bovenhand. En dan staat in de laatste acte
de muilezel voor den rechterstoel voor een
of ander misdrijf. Maar misschien kon de
laatste acte ook afspelen aan de hemelpoort,
Waai* hiji voor den rechter komt. Ja, Wat
moet zoo'n stakkcrb met twee'beestenn aturen
in zich wel denkeu, als hij voor rij!n Schep
per staatMaar wij: verliezen ons op die
manier in diepzinnigheden. Ik zou gaarne,
al had ik nog zoo weinig tijd, denkbeelden
aangeven, wanneer ik maar iemand vond,
die er iets van kon maken en ten tooneele
brengen."
„Ja, Weg met dergelijke hersenschimmen,
mijn waarde Fast©Maar gij zult toch moe
ten toegeven, dat de bezetting van Tjordens
kjold het. toppunt van idiotisme is van
beestachtigheid tegenover de idee!"
„Do idee?ik leefde daar ook eens voor.
Maar zoozoo zijn valuta te hebben ver
plaatst in het Land der phantasie in
blauwen nevel en rook daar ben ik van
teruggekomen. M&ar God beware, men kan
ook van geestdrift leven in dit aardsche tra
nendal. Alle achting voor zoo iemand, als
men mij maar vrij laat! Ja, comedie zien
wil ik natuurlijk
Fast© nam haastig zijn hoed' af en spoedde
rich verder.
Hij ging de drukke havenstraat af, tot de
naamplaat der makelaarsfirma Reud en Co.,
in een van de ingangsdeuren beneden aan
het douanekantoor zichtbaar werd.
Vlug ging hijl het kantoor binnen.
„Goeden morgen, mijnheer Rouid!"
„Ah, mijnheer Forland, terug van Zurich?
Ik heb nu en dan dezen zomer een glimp
van u gezien."
Faste meende bij zijn naam een glimlach
op te vangen, als bij een of andere curieuso
herinnering.
„Ja, mijn technische studiën voltooid",
antwoordde hij kortaf. „Ik heb wat Duitscb
geld noodig drie honderd rijksmark."
„Zij zijn ter uwer beschikking, mijnheer
Forland."
„Kan ik hier morgen een wissel halen? Ik
denk, dat u mijn cheque wel in orde zult vin
den, als ik op oom Joel trek."
„Op den bankier? persoonlijk?" De
makelaar zag er verbluft en bijna wantrou
wend uit. „In de zes en twintig jaar dat ik
hier woon, heb ik nog nooit iemand op den
man zien trekken
„Men moet n;et zeggen nooitTrou
wens", klonk het onverschillig „wanneer
ik een nul meer achter het cijfer had gezet,
zou de cheque even goed gehonoreerd zijn...
Rog tarwe suiker paraffine ta
bak mompelde hij, de dagelijksche prijs-
noteeriug, die op den lessenaar lag, vluchtig
doorziende. „Wat! De gasaandeelen notee-
ren boven de vier duizend acht honderd
op dit oogenblik? O, gij oude, argelooze stad.'
En kunt gij, makelaar, zoo iets voor uw ge
weten verantwoorden en ze tot dien prijs ten
verkoop aanbieden? Nu? De clectriciteit is
op komst, hangt, om zoo te zeggen, in do
lucht over de stad. Ik zeg u", riep hij uit,
„dat is speculeoren in uitgeblusoht licht!"
De makelaar antwoordde niet; zijn ge
dachten waren elders en zijn blik rustte op
Faste's schofele kleeding"D<at lag zoo
voor dc hand. De kinderloos», ziekelijke
geldschraper moest toch iemand van dfe fa
milie als zijn opvolger uitkiezen eu
„Steeds, steeds tot' uw dienst, mijnheer For
land boog hij, hoogst voorkomend. „Men
beleeft dus zelfs, dab iemand blanco-crediet
bij den bankier krijgt!"
„Neem mij niet kwalijk, mijnheer Reud,"
klonk het langzaam en met nadruk op ieder
woord, „hetgeen ik op oom Joël trekt betaalt
hij. Maar wat het blanoo-crediet aangaat,
zulks is voor uw eigen rekening."
De makelaar greep naar rijn hoed en keek
op zijn horloge, dat, op een paar minuten na,
het uur aanwees van zijn ochtendronde. En
nu had hij een verbazend handelsniouwtje cm
in de kantoren to vertellen, een nieuw gou.l-
vischje en een aanstaande erfgenaam van
oom Joël.
Faste was weer buiten in de drukke straat.
Hij was nu bevrijd van zijn schulden in
Zurich!...
Maar de makelaar had klaarblijkelijk dm
toestand verkeerd begrepen... Dat zulk <eu
overigens niet zoo'n vreeselijk ongerijmde
gedachte rijn aanzien kon verhoogen vas
toch volstrekt) niet in rijn nadeel.
Met het verkregen crediet wilde hij uu
zijn bouwerij in orde maken...
Een oogenblik later haalde Faste met
vluggo schreden juffrouw Bera Gylling in,
aan het einde van de stadsbrug...
Hij stak rijn van vreugde stralend gericht
onder haar parasol, toen hij haar op rijde
schoot en, terwijl rij den villaweg gingen, de
clameerde hij", uitgelaten aegepraleiwl
„Ada en Silla, hoort mijn stem,
Lameöks huisvrouwen verneemt mijn taal
Den man dien ik doodde, niet tob mijn
bate
„Zijjt gij gek geworden?"
„.Zevenmaal word Kaïn gewroken,
Zevenmaal zeventig keer zal Lameok ge
wroken worden."
Wordt vervolgd.