W®. 75. Eerste Blad.
3de Jaargang.
Zaterdag 17 September 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Van Trekschuit en Automobiel.
«SFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco.per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertontiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 1—5 regelsf 0.75.
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hen, die met I October
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand September
nog zuilen verschijnen, KOS
TELOOS toegezonden.
Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Amersfoort brengen, ter algemeen© kennis, dat
bij bun besluit van heden, ingevolge art- 8 der
Hinderwet, aan W. A. Kleber, firma W. A.
U ijlenbroek, wonende alhier, vergunning is ver
leend tot de plaatsing van een gasmotor van 2
p.k. in het- perceel aan de Kampstraat, wijk C,
no. 42, kadastraal bekend gemeente Amersfoort,
sectie E, no. 1298.
Amersfoort, den 15. September 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
E. 'L. VISSER, Welh., Loco-Burg.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Amersfoort brengen, ter algemeene kennis, dat
bij bun besluit van. lieden, ingevolge art. 8 der
Hinderwet, aan P. Nefkens, wonende alhier, ver
gunning is verleend tot de oprichting van eene
smidse en bewaarplaats van benzine, m 'het per
ceel aan den Arnhemschenweg, wijle I, no. 8,
i kadastraal bekend gemeente Amersfoort, sectie
R. no. 2050, onder voorwaardenle. dat de ben
zine steeds- bewaard worde in een onontplofbaar
vat2e. dat deze bewaarplaats niet mag geopend
worden tusschen zonsondergang en zonsopgang.
Amersfoort, den 15. September 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Burgemeester,
E. L. VISSER, Weth., Loco-Burg.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Amersfoort brengen ter algemeene kennis, dat
bij bun besluit van heden, ingevolge art. 8 der
Hinderwet, aan J. A. de Vries, wonende alhier,
vergunning is verleend tot de oprichting van
eene bewaarplaats van gesorteerde lompen, in
I het perceel aan de Valkestraat, kadastraal be
kend gemeente Amersfoort, sectie E, no. 2028,
onder voorwaarde dat in de bewaarplaats geen
1 lompen mogen aanwezig zi'n, welke stank ver
spreiden.
Amersfoort, den 15. September 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De .Burgemeester,
E. L. VISStER, Weth., Loco-Burg.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Amersfoort brengen ter algemeene kennis, dat
bij hun besluit van heden, ingevolge art. 8 der
Hinderwet, aan J. G/ A. Meeuwsen, wonende
I alhier, vergunning is verleend tot de plaatsing
I van een stoomketel in het perceel gelegen aan
de Kleine Nachtegaalsteeg, wijk I, no. 29. ka
dastraal bekend gemeente Amersfoort, sectie B,
no. 2489.
Amersfoort, den 15. September 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De (Burgemeester,
E. L. VISSER, W~th., Loco-Burg.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
Politiek Overzicht-
De kans op interventie.
De stemmen, die aandringen op beëindiging
van den oorlog, komen niet tot rust. Dat '<s
niet t© verwonderen. Onder den indruk van
de berichten, die gaandeweg inkomen over
de reeks van bloedige veldslagen, L het ver
klaarbaar, dat de vredevrienden den wensch
kenbaar maken, dat er een eind© zal komen
aan deze vreeselijke menschenslachtingen.
In Engeland en in Amerika doet do wensch
naar het herstel van den vrede zich leven
dig gelden. In Frankrijk blijft de heer De
Lanessan in de Siècle vasthouden aan zijn
denkbeeld van interventie van derden. Hij.
verdedigt dit denkbeeld tegenover de bezwa
ren, die er tegen zijn ingebracht. Hij w'l
niet, dat die derden zullen tusschen beide
komenhij verklaart zelfs, dat hij niet
heebt aan eene bemiddeling; hij zou zich
met „vriendschappelijke raadgevingen" wi"©u
vergenoegen. Maar hoe men de zaak wil noe
men doet e-* minder toe. op de zaak zelve komt
het aan. Nu is het, helaas! waar, dat daar
voor het öogenblik nog niet gekomen schijnt.
De Temps drukt dit uit, door te zeggen „Da
edelmoedige droom van den heer De Lanes
san is slechts te verwezenlijken op voorwaar
de, dat de voornamelijk daarbij betrokkenen
te kennen geven, dat dit aan hunne wen-
schen beantwoordt. Frankrijk wenscht zeer
zeker, dat de vrede zicli zal herstellen, maar
zijne diplomatie is de laatste, die zich eene
onbescheiden poging kan veroorloven, die er
toe kon leiden eene bevriende en verbonden
natie te ontstemmen."
Do x'all Mall Gazette put een argument
tegep interventie uit het gebeurde een jaar
of tien geleden, in den Chineesch-Japanschen
oorlog. Zij schrijft: „Zoncer de Europeesche
interventie in 1895 zou de Japansche artil
lerie thans met voor Port Arthur bulderen",
en, zij acht liet volkomen duidelijk, dat eene
bemiddeling op bet huidige tijdstip vooiba-
rig is. „Inderdaad heeft noch de eene, noch
de andere der oorlogvoerenden aan zijn tegen
stander een van die beslissende slagen toe
gebracht. die den fiersten staat noodzaken
op de allerplechtigste verklaringen terug te
komen, v an neer dat oogenblik zal komen,
is onmogelijk te zeggen, vooral sedert de
handige taktiek van Ivoeropatkin de strate
gie van Oyama verijdeld heeft en daardoor
het Russische leger gered heeft van eene
capitulatie or van volslagen vernietiging.
Behoudens het thans ..og in een ver ver
schiet liggende geval, dat de oorlogvoeren
den zelf er om vragen, is er, wanneer men
de zaak uit een verstandsoogpunt beschouwt,
voor interventie van derden weinig re
den. De Spectator betoogt, dat zeker
het nadeel, dat de voorspoed van Euro
pa lijdt doordien de oorlog den inter
nation alen handel aanhoudend bedreigt
de neutrale staten geneigd kan maken tot
interventie. Maar' zij kunnen ook ongezind
zijn om de risico te loopen, dat zij het hoofd
zullen stooten. of zich de groote inspanning
te getroosten, die eene met tot woorden be
perkte interventie zou meebrengen. Waarom
zouden zij zich die oo den hals halen? Om
menschenlevens te sparen? Dat is een motief,
dat 1 eens individueele Koningen heeft
geleid, maar dat zelden of nooit de hande
lingen van groote staten heeft bestuurd. Zal
dan de interventie belangen bevorderen, die
hun dierbaar zijn? Met uitzondering van
FrankrijK, verlost de verzwakking van Rus
land iedere mogendheid van eene soort
nachtmerrie. Croot-Brittannië behoeft niet
meer te vreezen voor Indië. Duitschland
heeft niet meer de,vrees voor een aanval van
twee kanten te gelijk. Oostenrijk neemt zijne
oude stelling van veiligheid in de Balkan lan
den weder in. Amerika is genezen van ziin
oude sentimenteele vriendschap voor Rusland,
en Italië zaï, wat bet ook moge wenschen,
er niet aan denken alleen te handelen. Al
leen Frankrijk heeft er werkelijk belang bii,
dat Rusland blijft wat het is, en Frankrijk
zal niet handelen zonder de instemming van
Groot-Rnttannië, zelfs om zijn reusacht'g
financieel belang bij Ru&lands solventie te
redden.
Op grond van deze overwegingen komt d©
Spectator tot de conclusie; „De interventie
moet tot woorden beperkt' blijven, en woor
den zouden geen uitwerking hebben hetzij
op Rusland, hetwelk voelt dat het gaat om
overwinning of algeheele omkeering van rijn
bestaand stelsel, hetzij op Japan, dat de in
terventie bscchouwt als een leus om het te
berooven van de rechtmatige belooning voor
zijne reusachtige opofferingen en zijn groot
succes. Do mogendheden zullen dus zich van
tusschen beide komen onthouden, en bij ont
houding van tie mogendheden en gehoorzaam
heid van Rusland aan zijne bestuurders zal
er geen vrede zijn totdat een andere veld
tocht, mogelijk nog bloediger dan de tegen
woordige. tot het einde toe zal zijn doorge
vochten."
Duitschland.
Do „Hamburger Naehrichten" meldt, dat
prins Herbert Bismarck in de laatste dagen
zeer weinig voedsel neemt. Overigens :s zijn
toestand onveranderd. De zieke wordt door
de prinses zelf verpleegd.
Frankrijk.
Bij gelegenheid van de ontvangst der mai-
res van het kanton Marsanne op het kasteel
te La Bégude de Mazenc, heeft president
Loubet zijne bezoekers op het hart gedrukt
nooit het belang van het land te vergeten,
dat het offer eischt van persoonlijke voor
keur. Hij eindigde met te verklaren, dat hij
zich met al de toewijding, waartoe hij in
staat- is, zou blijven wijden aan den dienst
van het land, 111 afwachting van het tijdstip,
waarop hij, over zestien maanden, de rust
zal nemen, waarop hij reoht heeft.
Rusland-
De Krakauer Czas verneemt uit Peters
burg, dat de Czaar zich binnen kort zal be
geven naar Skiernewice, waar eene samen
komst met Keizer Wilhelm zal plaats heb
ben. Oorspronkelijk bestond er ook plan tot
eene ontmoeting met Keizer Frans Jozef,
maar dit plan heeft men laten varen, omdat
do Keizer van Oostenrijk met het oog op
zijn hoogen leeftijd opzag tegen de vermoeie
nissen van eene buitenlandsche reis. Aan
de ontmoeting van de beide Keizers wordt
in Petersburg de grootste politieke beteeke-
nis toegekend.
Het bericht van het Poolsche blad eischt
bevestiging.
China.
Reuters agentschap bericht uit Peking,
dat China dringend geld behoeft om zijne
legerhervormingen uit te voeren. De redenen
daarvoor zijn eenerzijds gelegen in den
wensch om eene voldoende strijdmacht te be
zitten, ten einde Mandsjoerije van eene be
zetting te voorzien en dit gebied te verdedi
gen wanneer Japan bet aan Ohina terug
geeft, anderzijds in het verlangen weerstand
te kunnen bieden aan een voorstel tot ver-
deeling van China, dat mogelijk na bet
einde van den oorlog kan worden gedaan en
waarvoor Ohina groote vrees koestert.
Thibet.
Die Times verneemt uit Peking: De
Cbineesche lezing van bet verdrag tus
schen Groot-Brittannië en Tibet houdt
in, dat het verdrag bestaat uit een
aanhef en tien artikel eau Tibet verbind i
zich tot het vestigen van markten te
Y atoeng. Gyangtse en Gartok en tot be
taling van ©ene schadevergoeding van een
half milüoen ponden sterling in drie jaar-
li jiksdhe termijnen. Britsdhe troepen zuilen
het Tsjoembri-dal bezetten totdat de schade
vergoeding is betaald. Zonder toestemming
van Groot-Brittannië mag geen Tibetaansch
gebied verkocht of verpacht- worden. Aan
geen vreemden staat wordt toegestaan zich
te mengen in de zaken van Tibet of spoor
wegen, wegen en telegraaflijnen aan te leg
gen of mijnen te ontginnen.
De oorlog in Oost*Azië.
Van den oorlog zijn de vozende berichten
De Petersburgsche correspondent van de
Echo de Paris' bericht, dat admiraal Alexejew
den Czaar wel ontsla." verzocht heeft als op
perbevelhebber van leger en vl ot in Ooit
Azië, maar niet als stadhouder van de Rus
sisch© gewesten aldaar. De Czaar moet reeds
aan Alexejew s verzoek voldaan hebben.
Sjanghai, 16 Sept. Do North-China Daily
News bevat een brief van een Chineeschen
tolk, in dienst bij het commissariaat te Port-
Arthur, die te Sjanghai is aangekomen. Hij
deelt mede, dat in Port Arthur slechts voor
5 weken voldoende levensmiddelen zijn over
gebleven. Het garnizoen, de officieren uit
gezonderd, is verlangend zich over te geven.
Er zijn 24,000 zieken en gewonden te Port-
Arthur. De hoeveelheid munitie is zeer klein.
Tsjifoe, 16 Sept. Een Chinees, die den 12.
Port Arthur verliet, bericht, dat de Japan
ners tusschen 8 en 10 September zich mees
ter maakten van een fort op den Hoogen
heuvel, gelegen twee mijlen ten oosten van
den Gouden heuvel. De stelling werd stor-
mender hand genomen na een ernstig gevecht
de Japanners konden in het fort blijven ten
gevolge van de slechte hoedanigheid van het
kruit, waarvan men zich op den Gouden
heuvel bedient.
De Japanners graven mijnen onder de Rus
sische forten met de bedoeling ze in de
lucht te laten vliegen. Dit is een bezwaarlijk
werk dat slechts langzaam vordert en mo
gelijk niet zal slagen.
Tsjifoe, 16 Sept. Een Chinees, die hier is
aangekomen, verklaart, dat de Japanners
aanhoudend zware kanonnen uit Japan krij
gen. De Russische oorlogsschepen zijn van
zeer weinig nut; slechts 6 van deze sche
pen zouden in staat zijn aan een gevecht
deel te nemen.
Petersburg, 16 Sept. Aan het telegraaf-
agëntechap wordt uit Charbin van den 15en
bericht
Volgens de hier ontvangen berichten lig
gen rondom Port Arthur lijken in groot aan
tal en verpesten de lucht. De vijand belet
hunne wegruiming en schoot op het sanitaire
personeel.
L'et bombardement van de stad en van de
forten duurt nog voort, hoewel met groote
pauzen. Men bespeurt eene versterking van
de vijandelijke troepen tegen het westelijke
front. De Japanners versterken hunne stol
lingen bi> de landengte van Kintsjou zwaar
en verschansen zich voor Port Arthur. Ons
garnizoen is goedsmoeds. Gebrek aan voe
dingsmiddelen is niet te voorzien. De vesting
is op eene lange, hardnekkige verdediging
voorbereid.
Moelcden, 15 Sept. Men bericht, dat de
Japanners uit het oosten oprukken. Een
sterke troepenmacht staat gereed om tegen
hen o<p te trekken.
Koepantse15 Sept. (via Tientsin). Do
Russen hooiden nog do groote weg naar Mook-
den van Simnintin bezet; zij beschermen
hun rechtervleugel met oen volledig leger
korps boven de Hoon-ho.
De Japanners brengen nog steeds verstor-
kingen aan land te Nioetsjwang en zenden
wi u ter-uit rustingen en voedingsmiddelen do
Liao-rivier op.
Petersburg, 16 Sept. Generaal Kocropat-
kin bericht den Keizer van den 19en, dat
het leger dien dag geen gevechten heeft be
hoeven te voeren. Een s'erk wachtcomman-
do van den vijand, dat door infanterie en
cavallene ondersteund wordt, is ongeveer
vijf wötsten ten noorden van het station
Yantai opgerukt.
Petersburg17 Sept. Het Russische tele
graaf vagentsohap bericht uit Oharbin d.d.
16 dezerDe door de Russen in de verschan
singen en forten achtergelaten algemeen be
kende revolverkogels zonder stalen punt wor
den ten onrechte voor dum-dumkogela ge
houden. Heb schijnt, dat de Japansche opper
bevelhebber zijne toevlucht neemt tot deze
overdrijving om bij de Japanners den pijn
lijken indruk to verminderen, die werd op
gewekt door de naar waarheid gegeven be
schrijving van de laatote gevechten, te meer
daar de Japanuers noch krijgsgevangenen
maakten noch een noemenswaardig aantal
kanonnen vervoerden en nochtans uiterst
zware verliezen geleden hebben.
In de laatste dagen hadden blijkens de
berichten, die werden ontvangen, geen ge-
vecht-ix plaats. Men heeft opgemerkt, dat de
Japansche voorhoede op de lijn Ycutai-Bag-
nopoessy versterking heeft gekregen. Er be
staat reden oni aan te nemen, dat het Ja
pansche leger zich voorbereidt om aanval
lend op te treden.
Sedert de gevechten bij Jent-ai geëindigd
zijn, die volgden op den slag van Liaojang,
hebben er geen© gevechten van eeuige be-
teekenis plaats gehad op het Mandsjocrijsobe
oorlogstooneel. Aan beide zijden is na de
gebeurtenissen, die zooveel offers gevorderd
hebben, een tijdperk ingetreden van verza
meling van krachten. Russische legerafdee-
lingen, naar het schijnt van aanzienlijke
sterkte, houden nog altijd een groot deel
van de streek ten zuiden van Moekden op
de linker-zijde van de Hoen-rivier bezet en
de Japanners hebben het voortrukken tot
nader order gestaakt. Het is niet te ontken
nen, dat deze omstandigheden de Russen ten
goede komen, die op deze wijze tijd winnen
hunne stellingen zoowel rondom Moekden
als ook verder noordelijk bij Tieling te ver
sterken. Dientengevolge hebben, naar 't
schijnt, de Russen hun oorspronkelijk voor
nemen, Moekden bij den opmarscli van de
Japanners zonder verzet te ontruimen en
eerst bij Tieling den strijd te hervatten, op
gegeven, zoodat er nog tusschen Liaojang en
Moekden hevige gevechten te verwachten
zijn.
Niet zoo rustig als in den omtrek van
Moekden gaat het voor Port Arthur toe.
Hier bereiden de Japanners een grooten en
beslissenden slag voor; verschillende berich
ten wijzen daarop. Men schijnt met het plan
XHI.
Jo was uit haar humeur. Dat gebeurt niet
dikwijls, doch als ze zoo n beurt geeft, is 't
geen halve maatregel.
Gewoonlijk komt ze me in 't middaguurtje
even opzoetken vóór ze haar jongens uit
school gaat halen, en diat deed1 ze ook van
daag. Ze heeft anders altijd oen gezellig
praatje, weet altijd een nieuwtje, of wil iets
met me bespreken, waarin ze mijn oordeel
of mijn. inzicht noodig heeft. Doch vand'aag
zWeeg ze in zeven talen, zelfs haar kus
scheen me minder hartelijk toe dan anders.
Ik liet haar betuilen, denkendeze zal wel
bijdraaien, en krabde bij manier van
zeggen het disoours uit den grond op.
Maar ondanks al dè moeite, die ik me gaf
bleef Jo somber uitziende en antwoordende
in monosyllaben. Ten slotte besloot ik den
knoop maar door te hakken, en zoo vriende
lijk mogelijk vroeg ik
„Scheelt er iets aan, me kind, voel je je
niet erg goed f"
Jo keek me opeens vlak in 't gelaat en
voelde dat ik bare eigenaardige stemming
hadi opgemerkt.
„Ik voel me uitstekend, maar ik heb vree-
selijk het land", zei zo rond weg, op bijna
norschen toou.
„En waarom?" vroeg ik, „of mag moedor
dat niet weten, 't Is zonde kind, om 't land
to hebben met dit zalige zomerweer, over
enkele dagen krijgen je kinderen vacantie,
('t stuk speelt begin Juli) dan neemt jo man
ijnmers ook altijd) eenige dagen vrijaf en
kunt jelui volop van eikaars bijzien genieten,
en
„Je vacantiedagen met dat „zalige weer"
(dit word op bitteren toon gezegd) thuis slij
ten en den ganschen dag tegenover mekaar
koekeloeren, tot je uitgepraat bent, en dan
speel je ten lange leste stommetje, da's ook
gezellig
Even koek ik Jo zwijgend aan.
„Gaan jelui dan niet een paar weken naar
buiten?" vroeg ik, „dat deed' je toch andere
jaren altijd".
,,En vaai 't jaar niet", mopperde Jo. „Henk
zegt dat 't dat jaar niet kam; de kinderen
hebben veel gekost en de zaken gaven ook
minder winst, en Henk zegt dat hij er zelfs
geen honderd guldlen voor wil laten sprin
gen."
„Dhar heeft Henk groot gelijk in", merkte
ik op. Het gebeurt, wel eens meer in zaken,
dat het eene jaar voordeeliger is dan het
andere, en je jongens worden ouder".
„En ik ook", viel Jo in, „ik werk van
's morgens tot 's avonds in mijn huishouden
en zie 't heel© jaar ai uit naar de vacantie.
omdat voor mij: dan 't rusttijdje komt, als
we buiten zijn, en ik eens een paar weken
geen huishouden heb
„En nu ga je niet naar buiten en je rust
tijd wordt dus verschoven Bon je daarom
nu zoo uit je humeur?"
Jo zag me Weer aan, verwonderd om
m ij n e verwondering.
„Nu, zou u dan niet?" begon ze.
Ik lieb jelui alle vijf groot gebracht zonder
weekjes naar buiten, zotnder vacantie voor
mezelf en mijln huishouden, Wat we, toen
ik met je vader getrouwd) was, jaarlijks over
hielden, werd belegd, soliede wel te ver
staan. en dat komt me nu ten goede, nu ik
oud ben. Waren We teen elk jaar een paar
weken naai' buiten gegaan, zooals nu modo
is, dan zou ik nu niet zoo onbezorgd kunnen
leven, want kind-lief, we hebben menig
stukje van honderd gulden gekocht, zooals
jelui ze in de vacant-iedagen verteert."
„Maai1 hebt u dan nooit eens behoefte ge
had aan rust? Om zoo eens uit je gedoe te
zijn
„Rust nam ik wel, maar bij kleine beetjes.
Als je vader met jelui eens den bteolen dag
uitging, een wandeltocht doen, wat toch voor
mij te ver zoiu) zijm, dan zeidJe ik graag te wil
len thuis blijven, om veel te kunnen naaien,
eu vader geloofde me ijverig bezig aan ach
terstallig) naaiwerk, dat er echter zelden was.
Ik nam de meid in 't geheim en bleef eens
heel, heel lang in bed, sliep eerst eens flink
uit en leefde den dag verder op mijn ge
makje, en dat gaf me weer kraolit voor
weken.
En uit ons „gedoe" kwamen we ook wel
nu en dan. Hot waren, toen jelui nog klein
waart vreugdedagen voor jelui, als we met
den trein eerst naar Utrecht gingen en van
daar uit mot do trekschuit langs de Vecht
naar Vreeland, waar tante Miete-Kee woon
de, nog een oud-tante van je vader, een
menschje eaht uit de achttiende eK?uw, even
antiek als haar meubilair; maar jelui mocht
er vruchten plukken in den tuin en op 't
vijvertje roeion, en alles doen wat je prettig
vondt. We gingen altijd 's morgens vroeg en
kwamen eerst 's avonds terug, doch de heele
week Werd en* nog geteerd op 't heerlijk dagje
bi) tante Miote-Kce.
Weekjes naar buiten! Dat waren uitstap
jes. weggelegd voor de rijken der aardel
Nu is 't mode om in een der zomermaan
den „uit" te zijn, liefst buitenslands, dat
klinkt chiquer. En als men pecunia-causa ge
noodzaakt- is aan thuis te blijven, is men uit
z'n humeur."
Je glimlachte een beetje zoetzuur. Zo be
gon te begrijpen, dat ze zich ietwat belache
lijk had aangesteld.
„Als je je er ook zoo lang op hebt ver
heugd"trachtte zij zich te verontschul
digen
„Dan is 't aan de vrouw dos huizes om
zich het eerst en 't best over die teleurstel
ling heen te zetten, want aan hare stemming
hangt die van het heel© gezin. Jij moest nu
denken„Wat zal ik dloemi om 't geimis van
buiten zijn te vergoedenEln een dubbel®
lof zal 't voor je wezen, als man en zoons
aan het eind van de vacantie zeggenWo
hebben ons uitstapje niet gemist."
Je stak mo hare handen toe, die ik gaarne
greep.
„Ik geef mo gewonnen, oudje, u hebt ge
lijk."
Ik. oude vrouw, lachte vergenoegd.
„Heuich, kind, als men wist hoeveel poëzie
er schuilt in 't hoekje bij den haard, de inen-
sohen zouden 't zoo ver weg niet zoeken.
Vroeger waren er geen electrisch© treinen
en trammen, geen fietsen, geen auto'a De
reis por trein was nog langzaam en duur, er
waren geen rondlrois-bi 1 jet-tengeen acht-
daagsche retours, geen kaarten voor uitstap
jes, geen vacan tie kaarten en bijzondere var
oantiekaairbende menschen maakten liet
zich en elkander thuis gezellig, enhiel
den hun geld iu don zak.
En wie tegenwoordig geen geld) heeft om
te red zon, doet nota bon© nog alsof!
Zoo hoorde ik eens dat een Amsterdam-
sche familie rondvertelde van haar plan om
buitenslands te gaan. Het huis werd geslo
ten. alle gordijnen neer, ende familie
huisde gedurende een volle maand achter en
liet kennissen en bloedverwanten in den
waan, dat ze heusch „op reis" was. Wat
de mode al niet doet 1
Wie de trekschuit heeft gekend, zooals ik,
iu al hare langzame gezelligheid, waar men
rustig op het dek een handwerkje deed, wan
neer men een paar uur ver ging, of als men,
bij slecht weer, een schuilplaats zocht in het
typige roefje, dooigeurd van tabakslucht
niet altijd van de beste soort dampend uit
de gouwenaars der boeren, die er met veel
geredekavel en versterkt dom- een oorlam
de vragen van den dag behandelden, voedt
nog weinig voor do snelheid der toekomst.
Niet dat ik naar de tijden van de trekschuit
terug verlang, o neen ik verheug er me
hartelijk in, dat we den afstand van eenige
uren nu in enkele minuten kunnen afleggen,
maar er ligt toch iets duizelingwekkends in
de snelheid, waarmee wo nu ons verplaatsen
kunnen, welke misschien nog zal vermeer
derd warden als de luchtscheepvaart tot
stand komt.
Er is oen angstige vergelijking waar te
nemen tusschen de automobiel en het. leven.
De auto glijdt voort-, ontzaglijk snel,
ver-ver weg, hoe verder boe beter. Wat zo
ziet in haar vaart, dat ziet ze oppervlakkig,
maar zo kan toch zeggen, dat ze langs
die streken is heengeenord. Staat ze stil, dan
trilt ze van ongeduld om weer weg te willen,
en een. lango zucht- van verlichting slaakt zo
als de rem haar niet langer tegenhoudt;
tot zei op is en rusten moet om nieuwe be
weegkracht te verzamelen.