W®. 75. Eerste Blad. 3de Jaargang. Zaterdag 17 September 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. Van Trekschuit en Automobiel. «SFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco.per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertontiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 1—5 regelsf 0.75. Elke regel meer- 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan hen, die met I October a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand September nog zuilen verschijnen, KOS TELOOS toegezonden. Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders der gemeente Amersfoort brengen, ter algemeen© kennis, dat bij bun besluit van heden, ingevolge art- 8 der Hinderwet, aan W. A. Kleber, firma W. A. U ijlenbroek, wonende alhier, vergunning is ver leend tot de plaatsing van een gasmotor van 2 p.k. in het- perceel aan de Kampstraat, wijk C, no. 42, kadastraal bekend gemeente Amersfoort, sectie E, no. 1298. Amersfoort, den 15. September 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, E. 'L. VISSER, Welh., Loco-Burg. De Secretaris, B. W. Th. SANDBERG. Burgemeester en Wethouders der gemeente Amersfoort brengen, ter algemeene kennis, dat bij bun besluit van. lieden, ingevolge art. 8 der Hinderwet, aan P. Nefkens, wonende alhier, ver gunning is verleend tot de oprichting van eene smidse en bewaarplaats van benzine, m 'het per ceel aan den Arnhemschenweg, wijle I, no. 8, i kadastraal bekend gemeente Amersfoort, sectie R. no. 2050, onder voorwaardenle. dat de ben zine steeds- bewaard worde in een onontplofbaar vat2e. dat deze bewaarplaats niet mag geopend worden tusschen zonsondergang en zonsopgang. Amersfoort, den 15. September 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Burgemeester, E. L. VISSER, Weth., Loco-Burg. De Secretaris, B. W. Th. SANDBERG. Burgemeester en Wethouders der gemeente Amersfoort brengen ter algemeene kennis, dat bij bun besluit van heden, ingevolge art. 8 der Hinderwet, aan J. A. de Vries, wonende alhier, vergunning is verleend tot de oprichting van eene bewaarplaats van gesorteerde lompen, in I het perceel aan de Valkestraat, kadastraal be kend gemeente Amersfoort, sectie E, no. 2028, onder voorwaarde dat in de bewaarplaats geen 1 lompen mogen aanwezig zi'n, welke stank ver spreiden. Amersfoort, den 15. September 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd De .Burgemeester, E. L. VISStER, Weth., Loco-Burg. De Secretaris, B. W. Th. SANDBERG. Burgemeester en Wethouders der gemeente Amersfoort brengen ter algemeene kennis, dat bij hun besluit van heden, ingevolge art. 8 der Hinderwet, aan J. G/ A. Meeuwsen, wonende I alhier, vergunning is verleend tot de plaatsing I van een stoomketel in het perceel gelegen aan de Kleine Nachtegaalsteeg, wijk I, no. 29. ka dastraal bekend gemeente Amersfoort, sectie B, no. 2489. Amersfoort, den 15. September 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De (Burgemeester, E. L. VISSER, W~th., Loco-Burg. De Secretaris, B. W. Th. SANDBERG. Politiek Overzicht- De kans op interventie. De stemmen, die aandringen op beëindiging van den oorlog, komen niet tot rust. Dat '<s niet t© verwonderen. Onder den indruk van de berichten, die gaandeweg inkomen over de reeks van bloedige veldslagen, L het ver klaarbaar, dat de vredevrienden den wensch kenbaar maken, dat er een eind© zal komen aan deze vreeselijke menschenslachtingen. In Engeland en in Amerika doet do wensch naar het herstel van den vrede zich leven dig gelden. In Frankrijk blijft de heer De Lanessan in de Siècle vasthouden aan zijn denkbeeld van interventie van derden. Hij. verdedigt dit denkbeeld tegenover de bezwa ren, die er tegen zijn ingebracht. Hij w'l niet, dat die derden zullen tusschen beide komenhij verklaart zelfs, dat hij niet heebt aan eene bemiddeling; hij zou zich met „vriendschappelijke raadgevingen" wi"©u vergenoegen. Maar hoe men de zaak wil noe men doet e-* minder toe. op de zaak zelve komt het aan. Nu is het, helaas! waar, dat daar voor het öogenblik nog niet gekomen schijnt. De Temps drukt dit uit, door te zeggen „Da edelmoedige droom van den heer De Lanes san is slechts te verwezenlijken op voorwaar de, dat de voornamelijk daarbij betrokkenen te kennen geven, dat dit aan hunne wen- schen beantwoordt. Frankrijk wenscht zeer zeker, dat de vrede zicli zal herstellen, maar zijne diplomatie is de laatste, die zich eene onbescheiden poging kan veroorloven, die er toe kon leiden eene bevriende en verbonden natie te ontstemmen." Do x'all Mall Gazette put een argument tegep interventie uit het gebeurde een jaar of tien geleden, in den Chineesch-Japanschen oorlog. Zij schrijft: „Zoncer de Europeesche interventie in 1895 zou de Japansche artil lerie thans met voor Port Arthur bulderen", en, zij acht liet volkomen duidelijk, dat eene bemiddeling op bet huidige tijdstip vooiba- rig is. „Inderdaad heeft noch de eene, noch de andere der oorlogvoerenden aan zijn tegen stander een van die beslissende slagen toe gebracht. die den fiersten staat noodzaken op de allerplechtigste verklaringen terug te komen, v an neer dat oogenblik zal komen, is onmogelijk te zeggen, vooral sedert de handige taktiek van Ivoeropatkin de strate gie van Oyama verijdeld heeft en daardoor het Russische leger gered heeft van eene capitulatie or van volslagen vernietiging. Behoudens het thans ..og in een ver ver schiet liggende geval, dat de oorlogvoeren den zelf er om vragen, is er, wanneer men de zaak uit een verstandsoogpunt beschouwt, voor interventie van derden weinig re den. De Spectator betoogt, dat zeker het nadeel, dat de voorspoed van Euro pa lijdt doordien de oorlog den inter nation alen handel aanhoudend bedreigt de neutrale staten geneigd kan maken tot interventie. Maar' zij kunnen ook ongezind zijn om de risico te loopen, dat zij het hoofd zullen stooten. of zich de groote inspanning te getroosten, die eene met tot woorden be perkte interventie zou meebrengen. Waarom zouden zij zich die oo den hals halen? Om menschenlevens te sparen? Dat is een motief, dat 1 eens individueele Koningen heeft geleid, maar dat zelden of nooit de hande lingen van groote staten heeft bestuurd. Zal dan de interventie belangen bevorderen, die hun dierbaar zijn? Met uitzondering van FrankrijK, verlost de verzwakking van Rus land iedere mogendheid van eene soort nachtmerrie. Croot-Brittannië behoeft niet meer te vreezen voor Indië. Duitschland heeft niet meer de,vrees voor een aanval van twee kanten te gelijk. Oostenrijk neemt zijne oude stelling van veiligheid in de Balkan lan den weder in. Amerika is genezen van ziin oude sentimenteele vriendschap voor Rusland, en Italië zaï, wat bet ook moge wenschen, er niet aan denken alleen te handelen. Al leen Frankrijk heeft er werkelijk belang bii, dat Rusland blijft wat het is, en Frankrijk zal niet handelen zonder de instemming van Groot-Rnttannië, zelfs om zijn reusacht'g financieel belang bij Ru&lands solventie te redden. Op grond van deze overwegingen komt d© Spectator tot de conclusie; „De interventie moet tot woorden beperkt' blijven, en woor den zouden geen uitwerking hebben hetzij op Rusland, hetwelk voelt dat het gaat om overwinning of algeheele omkeering van rijn bestaand stelsel, hetzij op Japan, dat de in terventie bscchouwt als een leus om het te berooven van de rechtmatige belooning voor zijne reusachtige opofferingen en zijn groot succes. Do mogendheden zullen dus zich van tusschen beide komen onthouden, en bij ont houding van tie mogendheden en gehoorzaam heid van Rusland aan zijne bestuurders zal er geen vrede zijn totdat een andere veld tocht, mogelijk nog bloediger dan de tegen woordige. tot het einde toe zal zijn doorge vochten." Duitschland. Do „Hamburger Naehrichten" meldt, dat prins Herbert Bismarck in de laatste dagen zeer weinig voedsel neemt. Overigens :s zijn toestand onveranderd. De zieke wordt door de prinses zelf verpleegd. Frankrijk. Bij gelegenheid van de ontvangst der mai- res van het kanton Marsanne op het kasteel te La Bégude de Mazenc, heeft president Loubet zijne bezoekers op het hart gedrukt nooit het belang van het land te vergeten, dat het offer eischt van persoonlijke voor keur. Hij eindigde met te verklaren, dat hij zich met al de toewijding, waartoe hij in staat- is, zou blijven wijden aan den dienst van het land, 111 afwachting van het tijdstip, waarop hij, over zestien maanden, de rust zal nemen, waarop hij reoht heeft. Rusland- De Krakauer Czas verneemt uit Peters burg, dat de Czaar zich binnen kort zal be geven naar Skiernewice, waar eene samen komst met Keizer Wilhelm zal plaats heb ben. Oorspronkelijk bestond er ook plan tot eene ontmoeting met Keizer Frans Jozef, maar dit plan heeft men laten varen, omdat do Keizer van Oostenrijk met het oog op zijn hoogen leeftijd opzag tegen de vermoeie nissen van eene buitenlandsche reis. Aan de ontmoeting van de beide Keizers wordt in Petersburg de grootste politieke beteeke- nis toegekend. Het bericht van het Poolsche blad eischt bevestiging. China. Reuters agentschap bericht uit Peking, dat China dringend geld behoeft om zijne legerhervormingen uit te voeren. De redenen daarvoor zijn eenerzijds gelegen in den wensch om eene voldoende strijdmacht te be zitten, ten einde Mandsjoerije van eene be zetting te voorzien en dit gebied te verdedi gen wanneer Japan bet aan Ohina terug geeft, anderzijds in het verlangen weerstand te kunnen bieden aan een voorstel tot ver- deeling van China, dat mogelijk na bet einde van den oorlog kan worden gedaan en waarvoor Ohina groote vrees koestert. Thibet. Die Times verneemt uit Peking: De Cbineesche lezing van bet verdrag tus schen Groot-Brittannië en Tibet houdt in, dat het verdrag bestaat uit een aanhef en tien artikel eau Tibet verbind i zich tot het vestigen van markten te Y atoeng. Gyangtse en Gartok en tot be taling van ©ene schadevergoeding van een half milüoen ponden sterling in drie jaar- li jiksdhe termijnen. Britsdhe troepen zuilen het Tsjoembri-dal bezetten totdat de schade vergoeding is betaald. Zonder toestemming van Groot-Brittannië mag geen Tibetaansch gebied verkocht of verpacht- worden. Aan geen vreemden staat wordt toegestaan zich te mengen in de zaken van Tibet of spoor wegen, wegen en telegraaflijnen aan te leg gen of mijnen te ontginnen. De oorlog in Oost*Azië. Van den oorlog zijn de vozende berichten De Petersburgsche correspondent van de Echo de Paris' bericht, dat admiraal Alexejew den Czaar wel ontsla." verzocht heeft als op perbevelhebber van leger en vl ot in Ooit Azië, maar niet als stadhouder van de Rus sisch© gewesten aldaar. De Czaar moet reeds aan Alexejew s verzoek voldaan hebben. Sjanghai, 16 Sept. Do North-China Daily News bevat een brief van een Chineeschen tolk, in dienst bij het commissariaat te Port- Arthur, die te Sjanghai is aangekomen. Hij deelt mede, dat in Port Arthur slechts voor 5 weken voldoende levensmiddelen zijn over gebleven. Het garnizoen, de officieren uit gezonderd, is verlangend zich over te geven. Er zijn 24,000 zieken en gewonden te Port- Arthur. De hoeveelheid munitie is zeer klein. Tsjifoe, 16 Sept. Een Chinees, die den 12. Port Arthur verliet, bericht, dat de Japan ners tusschen 8 en 10 September zich mees ter maakten van een fort op den Hoogen heuvel, gelegen twee mijlen ten oosten van den Gouden heuvel. De stelling werd stor- mender hand genomen na een ernstig gevecht de Japanners konden in het fort blijven ten gevolge van de slechte hoedanigheid van het kruit, waarvan men zich op den Gouden heuvel bedient. De Japanners graven mijnen onder de Rus sische forten met de bedoeling ze in de lucht te laten vliegen. Dit is een bezwaarlijk werk dat slechts langzaam vordert en mo gelijk niet zal slagen. Tsjifoe, 16 Sept. Een Chinees, die hier is aangekomen, verklaart, dat de Japanners aanhoudend zware kanonnen uit Japan krij gen. De Russische oorlogsschepen zijn van zeer weinig nut; slechts 6 van deze sche pen zouden in staat zijn aan een gevecht deel te nemen. Petersburg, 16 Sept. Aan het telegraaf- agëntechap wordt uit Charbin van den 15en bericht Volgens de hier ontvangen berichten lig gen rondom Port Arthur lijken in groot aan tal en verpesten de lucht. De vijand belet hunne wegruiming en schoot op het sanitaire personeel. L'et bombardement van de stad en van de forten duurt nog voort, hoewel met groote pauzen. Men bespeurt eene versterking van de vijandelijke troepen tegen het westelijke front. De Japanners versterken hunne stol lingen bi> de landengte van Kintsjou zwaar en verschansen zich voor Port Arthur. Ons garnizoen is goedsmoeds. Gebrek aan voe dingsmiddelen is niet te voorzien. De vesting is op eene lange, hardnekkige verdediging voorbereid. Moelcden, 15 Sept. Men bericht, dat de Japanners uit het oosten oprukken. Een sterke troepenmacht staat gereed om tegen hen o<p te trekken. Koepantse15 Sept. (via Tientsin). Do Russen hooiden nog do groote weg naar Mook- den van Simnintin bezet; zij beschermen hun rechtervleugel met oen volledig leger korps boven de Hoon-ho. De Japanners brengen nog steeds verstor- kingen aan land te Nioetsjwang en zenden wi u ter-uit rustingen en voedingsmiddelen do Liao-rivier op. Petersburg, 16 Sept. Generaal Kocropat- kin bericht den Keizer van den 19en, dat het leger dien dag geen gevechten heeft be hoeven te voeren. Een s'erk wachtcomman- do van den vijand, dat door infanterie en cavallene ondersteund wordt, is ongeveer vijf wötsten ten noorden van het station Yantai opgerukt. Petersburg17 Sept. Het Russische tele graaf vagentsohap bericht uit Oharbin d.d. 16 dezerDe door de Russen in de verschan singen en forten achtergelaten algemeen be kende revolverkogels zonder stalen punt wor den ten onrechte voor dum-dumkogela ge houden. Heb schijnt, dat de Japansche opper bevelhebber zijne toevlucht neemt tot deze overdrijving om bij de Japanners den pijn lijken indruk to verminderen, die werd op gewekt door de naar waarheid gegeven be schrijving van de laatote gevechten, te meer daar de Japanuers noch krijgsgevangenen maakten noch een noemenswaardig aantal kanonnen vervoerden en nochtans uiterst zware verliezen geleden hebben. In de laatste dagen hadden blijkens de berichten, die werden ontvangen, geen ge- vecht-ix plaats. Men heeft opgemerkt, dat de Japansche voorhoede op de lijn Ycutai-Bag- nopoessy versterking heeft gekregen. Er be staat reden oni aan te nemen, dat het Ja pansche leger zich voorbereidt om aanval lend op te treden. Sedert de gevechten bij Jent-ai geëindigd zijn, die volgden op den slag van Liaojang, hebben er geen© gevechten van eeuige be- teekenis plaats gehad op het Mandsjocrijsobe oorlogstooneel. Aan beide zijden is na de gebeurtenissen, die zooveel offers gevorderd hebben, een tijdperk ingetreden van verza meling van krachten. Russische legerafdee- lingen, naar het schijnt van aanzienlijke sterkte, houden nog altijd een groot deel van de streek ten zuiden van Moekden op de linker-zijde van de Hoen-rivier bezet en de Japanners hebben het voortrukken tot nader order gestaakt. Het is niet te ontken nen, dat deze omstandigheden de Russen ten goede komen, die op deze wijze tijd winnen hunne stellingen zoowel rondom Moekden als ook verder noordelijk bij Tieling te ver sterken. Dientengevolge hebben, naar 't schijnt, de Russen hun oorspronkelijk voor nemen, Moekden bij den opmarscli van de Japanners zonder verzet te ontruimen en eerst bij Tieling den strijd te hervatten, op gegeven, zoodat er nog tusschen Liaojang en Moekden hevige gevechten te verwachten zijn. Niet zoo rustig als in den omtrek van Moekden gaat het voor Port Arthur toe. Hier bereiden de Japanners een grooten en beslissenden slag voor; verschillende berich ten wijzen daarop. Men schijnt met het plan XHI. Jo was uit haar humeur. Dat gebeurt niet dikwijls, doch als ze zoo n beurt geeft, is 't geen halve maatregel. Gewoonlijk komt ze me in 't middaguurtje even opzoetken vóór ze haar jongens uit school gaat halen, en diat deed1 ze ook van daag. Ze heeft anders altijd oen gezellig praatje, weet altijd een nieuwtje, of wil iets met me bespreken, waarin ze mijn oordeel of mijn. inzicht noodig heeft. Doch vand'aag zWeeg ze in zeven talen, zelfs haar kus scheen me minder hartelijk toe dan anders. Ik liet haar betuilen, denkendeze zal wel bijdraaien, en krabde bij manier van zeggen het disoours uit den grond op. Maar ondanks al dè moeite, die ik me gaf bleef Jo somber uitziende en antwoordende in monosyllaben. Ten slotte besloot ik den knoop maar door te hakken, en zoo vriende lijk mogelijk vroeg ik „Scheelt er iets aan, me kind, voel je je niet erg goed f" Jo keek me opeens vlak in 't gelaat en voelde dat ik bare eigenaardige stemming hadi opgemerkt. „Ik voel me uitstekend, maar ik heb vree- selijk het land", zei zo rond weg, op bijna norschen toou. „En waarom?" vroeg ik, „of mag moedor dat niet weten, 't Is zonde kind, om 't land to hebben met dit zalige zomerweer, over enkele dagen krijgen je kinderen vacantie, ('t stuk speelt begin Juli) dan neemt jo man ijnmers ook altijd) eenige dagen vrijaf en kunt jelui volop van eikaars bijzien genieten, en „Je vacantiedagen met dat „zalige weer" (dit word op bitteren toon gezegd) thuis slij ten en den ganschen dag tegenover mekaar koekeloeren, tot je uitgepraat bent, en dan speel je ten lange leste stommetje, da's ook gezellig Even koek ik Jo zwijgend aan. „Gaan jelui dan niet een paar weken naar buiten?" vroeg ik, „dat deed' je toch andere jaren altijd". ,,En vaai 't jaar niet", mopperde Jo. „Henk zegt dat 't dat jaar niet kam; de kinderen hebben veel gekost en de zaken gaven ook minder winst, en Henk zegt dat hij er zelfs geen honderd guldlen voor wil laten sprin gen." „Dhar heeft Henk groot gelijk in", merkte ik op. Het gebeurt, wel eens meer in zaken, dat het eene jaar voordeeliger is dan het andere, en je jongens worden ouder". „En ik ook", viel Jo in, „ik werk van 's morgens tot 's avonds in mijn huishouden en zie 't heel© jaar ai uit naar de vacantie. omdat voor mij: dan 't rusttijdje komt, als we buiten zijn, en ik eens een paar weken geen huishouden heb „En nu ga je niet naar buiten en je rust tijd wordt dus verschoven Bon je daarom nu zoo uit je humeur?" Jo zag me Weer aan, verwonderd om m ij n e verwondering. „Nu, zou u dan niet?" begon ze. Ik lieb jelui alle vijf groot gebracht zonder weekjes naar buiten, zotnder vacantie voor mezelf en mijln huishouden, Wat we, toen ik met je vader getrouwd) was, jaarlijks over hielden, werd belegd, soliede wel te ver staan. en dat komt me nu ten goede, nu ik oud ben. Waren We teen elk jaar een paar weken naai' buiten gegaan, zooals nu modo is, dan zou ik nu niet zoo onbezorgd kunnen leven, want kind-lief, we hebben menig stukje van honderd gulden gekocht, zooals jelui ze in de vacant-iedagen verteert." „Maai1 hebt u dan nooit eens behoefte ge had aan rust? Om zoo eens uit je gedoe te zijn „Rust nam ik wel, maar bij kleine beetjes. Als je vader met jelui eens den bteolen dag uitging, een wandeltocht doen, wat toch voor mij te ver zoiu) zijm, dan zeidJe ik graag te wil len thuis blijven, om veel te kunnen naaien, eu vader geloofde me ijverig bezig aan ach terstallig) naaiwerk, dat er echter zelden was. Ik nam de meid in 't geheim en bleef eens heel, heel lang in bed, sliep eerst eens flink uit en leefde den dag verder op mijn ge makje, en dat gaf me weer kraolit voor weken. En uit ons „gedoe" kwamen we ook wel nu en dan. Hot waren, toen jelui nog klein waart vreugdedagen voor jelui, als we met den trein eerst naar Utrecht gingen en van daar uit mot do trekschuit langs de Vecht naar Vreeland, waar tante Miete-Kee woon de, nog een oud-tante van je vader, een menschje eaht uit de achttiende eK?uw, even antiek als haar meubilair; maar jelui mocht er vruchten plukken in den tuin en op 't vijvertje roeion, en alles doen wat je prettig vondt. We gingen altijd 's morgens vroeg en kwamen eerst 's avonds terug, doch de heele week Werd en* nog geteerd op 't heerlijk dagje bi) tante Miote-Kce. Weekjes naar buiten! Dat waren uitstap jes. weggelegd voor de rijken der aardel Nu is 't mode om in een der zomermaan den „uit" te zijn, liefst buitenslands, dat klinkt chiquer. En als men pecunia-causa ge noodzaakt- is aan thuis te blijven, is men uit z'n humeur." Je glimlachte een beetje zoetzuur. Zo be gon te begrijpen, dat ze zich ietwat belache lijk had aangesteld. „Als je je er ook zoo lang op hebt ver heugd"trachtte zij zich te verontschul digen „Dan is 't aan de vrouw dos huizes om zich het eerst en 't best over die teleurstel ling heen te zetten, want aan hare stemming hangt die van het heel© gezin. Jij moest nu denken„Wat zal ik dloemi om 't geimis van buiten zijn te vergoedenEln een dubbel® lof zal 't voor je wezen, als man en zoons aan het eind van de vacantie zeggenWo hebben ons uitstapje niet gemist." Je stak mo hare handen toe, die ik gaarne greep. „Ik geef mo gewonnen, oudje, u hebt ge lijk." Ik. oude vrouw, lachte vergenoegd. „Heuich, kind, als men wist hoeveel poëzie er schuilt in 't hoekje bij den haard, de inen- sohen zouden 't zoo ver weg niet zoeken. Vroeger waren er geen electrisch© treinen en trammen, geen fietsen, geen auto'a De reis por trein was nog langzaam en duur, er waren geen rondlrois-bi 1 jet-tengeen acht- daagsche retours, geen kaarten voor uitstap jes, geen vacan tie kaarten en bijzondere var oantiekaairbende menschen maakten liet zich en elkander thuis gezellig, enhiel den hun geld iu don zak. En wie tegenwoordig geen geld) heeft om te red zon, doet nota bon© nog alsof! Zoo hoorde ik eens dat een Amsterdam- sche familie rondvertelde van haar plan om buitenslands te gaan. Het huis werd geslo ten. alle gordijnen neer, ende familie huisde gedurende een volle maand achter en liet kennissen en bloedverwanten in den waan, dat ze heusch „op reis" was. Wat de mode al niet doet 1 Wie de trekschuit heeft gekend, zooals ik, iu al hare langzame gezelligheid, waar men rustig op het dek een handwerkje deed, wan neer men een paar uur ver ging, of als men, bij slecht weer, een schuilplaats zocht in het typige roefje, dooigeurd van tabakslucht niet altijd van de beste soort dampend uit de gouwenaars der boeren, die er met veel geredekavel en versterkt dom- een oorlam de vragen van den dag behandelden, voedt nog weinig voor do snelheid der toekomst. Niet dat ik naar de tijden van de trekschuit terug verlang, o neen ik verheug er me hartelijk in, dat we den afstand van eenige uren nu in enkele minuten kunnen afleggen, maar er ligt toch iets duizelingwekkends in de snelheid, waarmee wo nu ons verplaatsen kunnen, welke misschien nog zal vermeer derd warden als de luchtscheepvaart tot stand komt. Er is oen angstige vergelijking waar te nemen tusschen de automobiel en het. leven. De auto glijdt voort-, ontzaglijk snel, ver-ver weg, hoe verder boe beter. Wat zo ziet in haar vaart, dat ziet ze oppervlakkig, maar zo kan toch zeggen, dat ze langs die streken is heengeenord. Staat ze stil, dan trilt ze van ongeduld om weer weg te willen, en een. lango zucht- van verlichting slaakt zo als de rem haar niet langer tegenhoudt; tot zei op is en rusten moet om nieuwe be weegkracht te verzamelen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1