M\ 1IO.
3de Jaargang.
Vrijdag 21 October 1904.
BUITENLAND^
FEUILLETON.
MIJN GODFRIED
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem (raiico.per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C®.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 1—5 regel* £0*75.
Elke regel meer - 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voórdeelige bepalingentót
het herhgald advertèêrenm dft Blad bij "abonnement. Eene
circulaire, bevattende de Voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
Burgemeester en Wtekliouder® van Amierafootrt,
Gelet o,p art. 10 van. het Koninklijk 'besluit
van de it 4. Mei' 1896 (Staatsblad' no. 76)
Brengen ibdji deze ter openbare kennis, dlab op
Dinsdag, den 22. November 1904, van des voor-
middags 10 'tot des namiddags 1 uur ten Raad-
huize de stembriefjes kunnen worden, ingeleverd
voor de verkiezing van leden van de Kamer van
Koophandel en fabrieken) te. Amersfoort, zulks
ter vervulling der plaatsen van drie leden, die
op den eersten. Januari 1905 aan1 de beuad vaar
aftreding zijn, ,n.l. de hoeren
iH. O. VAN DAM,
0. VAN DHR ZOO 1>E JONG en
H. MEKJRSING.
Amersfoort, den 20. October 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De SecretarisDe Burgemeester
B. W. Th. SAiNDBERG. WUIJTIEDEtS.
NATIONALE MILITIE.
De Burgemeester en Wethouders van. Amers
foort,
Gezien het besluit van den Commissaris der
Koningin ,i.ni de provincie Utrecht, van deni 17.
September 1004, No. 1959 ÖST. M. een 'S. (Próvinr
ciaalblad' No. 118)
Gelet op de artt. 26, 50 en 51 der Militiewet
1901 en op art. 24 van het Koninklijk Besluit
dd. 2 December 1901 (Stbl. no. 200)
Doen te weten, dat die loting der vóór den len
September van) dit jaar voor de militie ingeschre
venen, beboerende tot de lichting wan 1905, in
het gebouw „Amicitia", aan het'Plantsoen., tus
schen de Utrechtsche- en Arnhemschepo,orten)
alhier gelegen, zal geschieden op Vrijdag 4 No
vember 1904, aan te vangen de» namiddags te
kwart voor twee uren voor de ingeschrevenen
wier geslachtsnaam, begint met -de letter A. tot
en met F. en op Zaterdag 5 November 1904, des
voormiddags te 10^ uur, voor de ingeschrevenen
wier geslachtsnaam begint met de letter G. tot
en met Z.
En voorts, dat op Donderdag den lOden en
Zaterdag den. 12deni 'November aanstaande, tel
kens van 's voormiddags 10 tot 2 uur des- na
middags door of vanwege de lo-telingen (gesteund
floor twee getuigen) bij den Burgemeester ten
Raadhuize .aanvraag kam geschieden voor de ge
tuigschriften, vermeld, in de le en) 2e zinsnede
van art. 51 dór wet, luidende als volgt
„Om vrijstelling, wegens eigen militairen dienst
,,of dien van broeders te verkrijgen, moet men
overleggen een paspoort -of ander bewijs van
ontslag, of een uittreksel uit het stamboek, of
,,een bewijs van werkelijker dienst-."
„Ter bekoming van vrijstelling wegen» broe-
„derdienst moet men boveardien) overleggen een
„getuigschrift van den Burgemeester, waaruit
„het getal zonen tot het gezin behoorende blijkt.'-
En art. 42 eerste lid van. aangehaald. Konink
lijk. besluit
„Het bewijsstuk, vermeld in de eerste zinr
„snede, van art. 51 der wet, kan, zoo het niet
„reeds ingevolge ar-l. 39, 3e lid van. dit besluit
„onder den Burgemeester berust, ten minste
tien dagen vóór den; dag waarop de zitting van
„den Militieraad werd. .geopend, worden imge-
„levord' bij <len Burgemeester der .gemeentein
„welke de loteling, die vrijstelling verlangt we-
„gens eigen militairen dienst of wegenis broe-
„derdienst, voor de militie is ingeschreven.
Eindelijk, dab het opgeven der reden van vrij
stelling, het inleveren van de benoodigde bewijs
stukken eni het doen opnraiken van, het bij de
wet gevorderde getuigschrift niet. voldoende is
om zich de vrijstelling te verzekeren, waarop de
lotelingen meenen aanspraak te kunnen, maken.,
maar dat hun belang-medebrengt om bovendien
de vrijstelling te vragen in de zitting vani den
Militieraad of op den tijd daarvoor overeenkom
stig art.. 46 van bovengenoemd) Koninklijk, Be
sluit bepaald.
Amersfoort, den 20. October 1904.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Secretaris, De Burgemeester,
B. W. Th, 9ANDBERG. WUIJTIERS.
Politiek Overzicbt
Frankrijk en de oorlog.
Toen de eerste berichten over het éolie
van Koeropiatkin's jongste aanvalsbewegin
in Peteraburg bekend werden, kwam daar ge
heel spontaan de vraag te berde, of er n
kans bestond op eene poging tot bemiddelin
ten gunste van den vrede. Het officieus»
Journal de St.-Peterstoourg beeft terstond
verklaard, dat daarvan ook nu geen sprak
kon aijm. Het geval is niettemin kenschet
send voor de stemming in Rusland.
Ook in Frankrijik geeft de republikeinsch
pers slechts uiting aan de algemeene stem
ming, wanneer zij de regeering op liet har
drukt, dat Frankrijk den plicht heeft zij
bondgenoot tot eiken prijs tot het sluiten
vaai den vrede te bewegen. Bijl de stemmen
die hierop, aandringen, heeft zich thans ook
gevoegd die van de Réfonne économique, een
weekblad dat de ideeën verkondigt van den
vroegere» minister-president Méline. Dits
blad herinnert aan den toestand van de
kleine Fransohe bourgeoisie, die hare spaar
penningen in Russische effecten heeft b
legid, en met angstige hartkloppingen de oor
logsgebeurtenissen volgt omdat zij ni^ wee
of zij nog vertrouwen mag stellen in het offi
cieele optimisme over het Russische finan-
cieele beheer; het blad verwacht, dat het
parlement van de regeering opheldering zal
verlangen of dat de regeering zich zelve ge
drongen zal voelen om het publiek gerust te
stellen, wanneer dat' mogelijk ia
Wat zal de houding van de regeering zijn
tegenover dezen aandrang van alle zijden
Een correspondent van de Frankf. Ztg. is
van meening, dat dit gemakkelijk te voor
zien is; hij schrijft daarover: ,Die heer Del-
cassé zal zijne bemoeiingen om een debat in
de Kamer te verhinderen, zoo lang mogelijk
voortzetten en bij de meening blijven, dat
Frankrijk, ondanks alle wenschen en belan
gen, eene bemiddelaarsrol niet kan spelen,
zoolang Rusland zelf dit niet wenscht. Het
komt er dus hoofdzakelijk op aan het tijd
stip af te wachten, waarop de regeering van
den Ozaar zelf zou wanhopen aan de moge
lijk1 eid eener voortzetting van den oorlog
wat de nabijheid van dit tijdstip, betreft,
heeft men echter in de Fransche regeering
na de tot dusver opgedane ervaringen zijne
eigen meening. De Japansch-Russische onder
handelingen, waaruit do tegenwoordige oor
log is voortgekomen, zijn een jaar geleden
begonnen, en Dielcassé heeft reeds destijds
geen gelegenheid ongebruikt gelaten om de
Russische, diplomatie va.n dienst te zijn in
den zin van eene verstandhouding met Ja
pan. Dat alle onderhandelingen, ondanks de
vreedzame gezindheid van den özaar en van
graaf Lamsdorff, ten slotte mislukten, daar
aan droeg groote schuld de oorlogspartij, aan
het Russische Hof, die den onderkoning Alexe-
iew tusschen de diplomaten va.n beide par
tijen schoof. In Parijs heeft men dt\s!':b
het misnoegen over de zending van Alexejew
openlijk genoeg kenbaar gemaakt en inzon
derheid betreurd dat Alexejew de hem tot'
overbrenging naar Tokio toegezonden stuk-
kon ondanks allen aandrang van de Japan
ners dagen lang heeft laten liggen en daar
mee de Japanners in het geloof bracht, dat
de stadhouder van dien özaar de onderhan
delingen rekte, om zijne oorlogstoerustingen
te voltooien. De noodlottige invloed van deze
oorlogspartij! heeft sedert elke verdere poging
om den vrede te bespoedigen, gedwarsboomd.
Aan den vooravond va.n den slag bij Liao-
jang kon men de hoop koesteren, dat een
succes van de Russen, hoe bescheiden ook,
de vijandelijkheden tot stilstand zou bren
gen en dat dan het ruwe jaargetijde tijd zou
laten tot preliminaires. die Rusland zouden
toelaten zich eervol terug te trekken. Na. de
nieuwe nederlagen van het Russische leger
zij.n de kansen op den vrede weder vermin
derd, omdat de invloed van de oorlogspartij
in de omgeving van den Ozaar daardoor in
macht wint. Men rekent namelijk in Petera-
burg met de terugwerking van het ongeluk
op het oorlogsterrein op de binnenlandsche
toestanden van het rijk. Dte loop van den
oorlog tot duaver heeft het feit aan den dag
gebracht, dat het Russische leger een voor
de oorlogvoering bekwaam, strategisoh ge
oefend korps officieren mist, omdat het Rus
sische leger sedert twintig jaren niet met het
voeren van den oorlog, maar tot bestrijding
van den „'binnenlandschen vijand" is opge
leid. Deze ta.ak van het leger heeft de oor
logspartij ook nu nog met achtergesteld; er
zijn naar Oost-Azië betrekkelijk veel reserve
troepen gezonden men maakte daardoor
eene geheele categorie gerijpte mannen on
schadelijk en behield telegelijk de 't best
voor 7 olitiediensten te gebruiken troepen in
het land
„In de toongevende politieke kringen van
Frankrijk worden deze verschijnselen en
feiten des te levendiger en ernstiger bespro
ken, omdat er mannen van aanzien in de
Russische handels- en wetenschappelijke we
reld naar Parijs gekomen zijn. om de aan
dacht on den binnenlandschen toestand van
het Ozarenrij.k te vestigen. Men mag echter
niet voorbijzien, dat deze wisselwerking tus
schen den loop van den oorlog en de binnen
landsche ontwikkeling, de kans op eene vre
desbemiddeling. die uitzicht op welslagen
biedt, nu juist niet rooskleurig doet voor
komen, want de reactionaire Russische maat
schappij zou bij bet prijsgeven van Mandsjoe-
rije ten slotte zich slechte dan neerleggen,
wanneer zij daarmede hare macht in het rijk
zelf kon redden. In Frankrijk, dat door
financieele belangen zoo sterk aan Rusland
gebonden is, erkent men thans in ieder op-
zicht de waarheid van de les der ervaring,
die men in den tijd van de geestdrift over
het bondgenootschap niet heeft' willen hoo
ien dat de binnenlandsche en de buiten-
landsche politiek van een land niet van
elkaar te scheiden zijn.
Frankrijk.
In de Kamer hebben de beide fractiën, die
den rechter-vleugel van de meerderheid vor
men, de democratische unie en de democra
tische linkerzijde, beraadslaagd over de hou
ding, die zij zullen innemen in het debat
over de kerkelijke politiek. De democratische
unie besloot elke motie goed te keuren, die
de sluiting van het gezantschap bij. bet Ya-
ticaan goedkeurt, doch daarentegen elk voor
stel ten gunste van de scheiding van Kerk
en Staat te verwijzen naar de bevoegde oom
missie. Aan den anderen kant toornde de ra
dicale linkerzijde zich zeer ontevreden over
de overwegende rol, die de socialisten in deze
zaak spelen. Zij besloot, onder voorzitter
schap van Sarrien, do regeering uit te noo-
digen het wetsontwerp van den rapporteur
der oommissie Briand over de scheiding van
Kerk en Staat te vervangen door eene
nog vóór de behandeling van het ontwerp
der verzekering van de werklieden tegen
den ouden dag uit te voeren.
Spanje.
Madrid, 20 Oct. De Gaceta bevat een be
sluit, waar tot troon&opvolger wordt gepro
clameerd de infant Alfonso Maria. De titel
prins van Asturie wordt voorloopig vacant
verklaard.
(Prins Alfonso Maria is de 30. November
1901 geboren zoon van d'e onlangs overleden
infante Maria, prinses van Asturie
Thibet
De correspondent van dd Standard te Po
king verneemt, dat de Duitsohe gessant daar
op de Ohineesche regeering gewierkt heeft, om
do bekrachtiging van bet Elngelsch-Tibetaan-
aieuwe, uit het initiatief van de regeering
voortgekomen voordlracht en de scheiding
sche verdrag tegen te houden. Toen de Cki-
neesolie bladen den tekst behelsden, begaf
de Duitsohe gezant zich naar het Wai-wte©-
poo, en vroeg of die tekst juist was. Ja, was
't, antwoord. Daarop zeido de gezant, dat,
indien de Ohineesche regeering dat verdrag
bekrachtigde, zij wegens-art. 9, hetwelk aan
Engeland gezag over een deel van het Ohi
neesche rijk geeft, met andere mogendhe
den in bot-sing zou komen. Verder gaf de ge
zant te verstaan, dat Diuitscliland dan wel
in Sjantoeng een gelijk recht kon eischen.
Ook vreezeu de Cliineezen, dat Frankrijk
dan wel in Hoenan en Japan in Fokien kon
den volgen. De gezanten van Frankrijk en
Rusland hebben ook de Ohineesche regeering
geraden, bet verdrag niet te bekrachti
gen, hetgeen zij dan ook niet gedaan
heeft, zoover bekend is.
De laatste colonne van de Engelsche troe
pen is na een zeer moedelijilcen tocht, waar
bij mensch en beest veel van ijskoude win
den te lijden hadden, te Paridijong aange
komen
Naar aanleiding van het bericht van den
correspondent va.n de Times te Peking, d'at
de bezwaren, die van de zijlde van China
tegen het Engel soh -T i betaansc he verdrag
worden ingebracht, zijn terug te brengen tot
bemoeiingen van den D'uitschen gezant te
Peking, schrijft de Vo6sische Ztg.
Artikel 9 van het verdrag met Tibet houdt
in, dat. zander toestemming van Groot-Brit-
tannië geen Tibebaamisoh gebied aa.n een
vreemden staat verkocht, verpacht of ver
pand mag worden. Evenmin mag zander En-
gelsche toestemming aan een vreemden staat
toegestaan worden, officieele of niet-officieele
personen naar Tibet te zenden om de
Tibetanen in het bestuur bij te staan, wegen,
spoorwegen of telegraaflijnen aan te leggen
of mijinwerken te ontginnen. Zijn er werke
lijk bijzondere bemoeiingen van den Duib-
schen gezant noodig, om China te bewegen
bot verzet tegen een verdrag, dat aan zijpe
meer dan 200-jarige suaereiniteib over Tibet
feitelijk een einde maakt? Vooral wanneer
Engeland het laat ontbreken aan al'ke toe-
Emgeland het laat ontbreken van China voor
het geval, dat Rusland zioh voor de machts
uitbreiding van Engeland in Chimeesch Tur
kestan of in Mongolië schadeloos mocht wil
len stellen?
Berlijn, 20 Oct. De Norddeutsche Allge-
mcine Zeitung schrijft het volgende: Mede
deelingen van de Times uit Peking en Wee-
uen over de inmenging van de Duiitsche di
plomatie in zake het Engelsch-Thibetaan-
3clie verdrag geven ons aanleiding het vol
gende te verklarenNoch bij China, noch
bij Rusland, noch op andere plaatsen heeft,
de Duitsche diplomatie inzake die Thibet-
kwestie ambtelijk of vertrouwelijk stap
pen gedaan. Het verdrag tusschen Groot-
Brittannië en Tibet werd te Peking door
de openbaarmaking in eene courant bekend,
zonder dat vooraf de Duitsohe gezant van
den tekst of van de openbaarmaking er van;
op de hoogte gesteld' was; de courant moet
den teksfc uit Chineesohe bron verkregen
hebbenvan heb Duitsohe gezantschap kon
den haar daarover geen inlichtingen .gege
ven zijn. Na de openbaarmaking vroeg de
Duitsche gezant bij een gesprek op het Chi
neesohe bureau van buitenlandsche zaken of
bedoelde tekst in die pers authentiek was.
De gezant stelde daarbij uitdrukkelijk op
den voorgrond, dat Duitsokland aan deze
•aak geenerlei belang hechtte. Dat is alles.
Zuid-Amerika.
Uit Lima wordt bericht, diat die spanning
tusschen Peru on Eiouador over de grens-
kwlest-'e voortduurt-. Mien gelooft echter, dat
heb grensgeschil spoedig zal wlorden bijge
legd langs daplomatieken weg.
De oorlog in Oost-Azië.
Van den oorlog zijp de volgendte berichten
Berlijn, 20 Oct. WoJff s bureau bericht uit
Tokio, dat prins Karei Anton van Holien-
zollera den lOen dezer te Dalny is aange
komen.
Tsjifoe, 20 Oct. De Japamniers deden den
Sou dezer een aanval op het fort Erloengsjan,
die mislukte. Den volgend en dag deden, de
Russen een aanval op de Japaaischo verster
kingen, doch werden, teruggeslagen.
Daarna verrasten de Japanners die Russen
en veroverden de .heuvels en, de ijzeren spoor
wegbrug slechts 500' yards (12 yard 11 M.)
van het hoofdfort van Erloengsjan verwij
derd.
De Russen, deden na dien tijd verschillen
de vraohtelooze pogingen om de stelling te
heroveren. 9 torpedojagers deden den lOen
dezer een uitval en beschoten den Japan-
schen rechtervleugel. 4 Japansche torpedo
jagers dwongen de Russen in de haven terug
te keeren. Een Japansche torpedojager werd
zwaar beschadigd door op een rnijp te stoe
ten.
Het Russische garnizoen is nu tot 5000
man geslonken.
Een lievig gevecht had den 13. Oct. plaats
op de hellingen vaivlret fort Erloengsjan. De
Japanners verloren 300 man.
Het bericht van het vertrek van liet Oost>-
zeeeekader werd, door liet garnizoen mow
groote vreugde ontvangen.
De Central News verneemt uit Tokio, dat
daar van gezaghebbende zijde verklaard
wordt, dat er goede redenen zijn om te ver
wachten, dat het lot van Port Arthur bin
nen de eerstvolgende veertien dagen beslist
zal zijn. Het vuur op langen afstand van de
groote kanonnen der be egeraars wordt nu
met veel uitwerking geleicl per telefoon uit
vastliggende luchtballons.
Petersburg/, 20 Oct. Koeropalkin bericht
aan den Keizer dd. 19 dezerEr hebben geen
gevechten plaats gehad. Toon onze kavallerie
den 18on op 210 werst ten oosten van liet,
dorp Tadoesanpoe eene verkenning uitvoer
de, trok de voorhoede van de Japanners zich
ai vurende haastig terug. Bij de vervolging
van den vijand stuitten kavallerie-afdeeldn-
gen in Samdepoe op aanzienlijke strijdkrach-
12 Naar hot Engolsch
VAN
JOHN STRANGE WINTER.
Dte twee kleine meisjes sliepen, in een ka
mer, die op de mijne uitkwam, -leze was
weliswaar zeer klein, maar geheel vrij, zo<-
als mevrouw verklaardte. Zij verzocht mi; cte
tusschendeur op een kier te zotten, zeedal
ik haar kon hoeren, als zij spraken. De two:
meiden sliepen aan de andere zijde van het
portaal; haar vertrekken waren zolderka
mertjes, of verschilden er weinig van.
Een verdieping lager was mevrouw P'jp'in
Browne's eigen slaapkamer en, haar kleed
kamer. Ook was er een klein logeerkamertje
eu een bespottelijk popperig badkamertje,
„met warm en koud water," zooals mevrouw
mij niet zonder ©enigen trots verzekerde.
De benedenverdieping heb ik al beschre
ven maar mevrouw PoplinBrowne nam
mij mee naai' beneden en liet mij keuken en
kelder zien, en een aardige, kleine ontbijtka
mer met een boogvenster, waarin ik met de
kinderen zou moeten spelen en soms eten.
„Dte laatste juffrouw," zeide mevrouw,
toen zij weer met mij in het salon trad, „di
neerde nooit met ons. Het was een dom, stijf
wichtdat nooit wist, wat zij doen of zeg-
gen moest, en zij was erg ordinair ook. Mijn
heer PoplinBrowne kan geen leelijkc
mensohen uitstaan, en hij: verkoos niet met
haar aan tafel te zitten. Daarom zat zij in
do ontbijtkamer en werd' haar later wat af
zonderlijk gebracht."
Instinctmatig gevoelde ik, dat de vorige
juffrouw bij deze schikking nog niet zoo
slecht af geweest was,
„Mevrouw," zeide ik, „ik hoop, dat ui het
niet uoodig zult viudon mij eiken avond aan
I het diner te hebben, want ik. verzeker u
dat ik niet minder stijf zal aajn dan Miss
hoe zijl dan ook heette. Ik zou het vreeselijk
vindente veel te wezen, en, als mijn'
heer niet dan voor het eten thuis komt,
i moet hij het dikwijls een heelen last
vinden een vreemde aan tafel te lieb
ben."
„O, volstrekt niet," zeide zij;, vriendelijk.
„Maar u zult bet ronduit zeggen, als u
alleen wilt zijnniet waar?" w'as mijn ver
zoek, want-, waarlijk, liet vooruitzicht mij
dikwijls overbodig te gevoelen stuitte mij
tegen de borat.
„Zeer zeker; als het beter is, dat u niet
binqen komtzal ik het bepaald zeggen,
zeker, 't Is waarsomtijds, vooral als de
zaken een, beetje tegengeloopeiT zijn in de
stad, is het beter een man bij zijn maal niet
te storen."
Dat wist ik niet; maar het kon mij weiniv
schelen. Ik was blij hare belofte te hebben
1 ..Was de pastorie een groot huis?" vroeg
I rij op eens.
I „O ja, heel groot," antwoord te ik Wij
waren niet gewoon geweest, de pastori© als
een groot .huis te beschouwen, maar met. dit
vergeleken, leek het wel een paleis. „Ik heb
er eon paar photographiëen van als u zo
eens zien wilt?" voegde ik er bij.
„Heel graag," zeide zij, „maar u hoeft er
uiet voor naar boven te gaan. Wijl zullen ons
voor het diner moeten klaarmaken. Toilet
maken doen we niet," zeide ze, ongedwon
gen. „He draag altijd een gekleed© japon eu
mijnheer komt in een .gewoon jasje. Hij' is
meestal moe als bijl thuiskomt."
Nu kon ik geen gekleed© japon, aantrek
ken aangezien ik zoo iets niet bezat maar
ik had een heel nette, zwarte japon, met
veel oplegsels. Ik overlegde bij mij zelfdat
zij best zou voldoen, als ik 's avonds met de
familie dineerde.
Wij hadden ons verkleed en waren weer
in het salon terugvóór do heer Poplin
Browne den sleutel in de deur stak.
Ik. vroeg mij af, toen ik langzaam de trap
pen afging, of het in huis altijd zoo lekker
zou ruiken als dien avondhet rook naar
gebraden eend; hij stond zeker in den oven,
want ik had geen. spoor van zoo'n vogel in
de keuken ontdekt, maar het rook bijzonder
lekker.
In liet salon vondl ik mevrouw Poplin
Browne. Zij praalde in een donkerroode
gckleede japon, die betere dagen gezien had,
met lange tot op den grond toe reikende mou
wen, een front van lichtere kleur en oven-
veel lintjes en versiersels als het salon zelf.
wat niet weinig wil zeggen. „Aha, daar is
hij," zeide zij, toen het, geluid van den sleu
tel. in de deur klonk.
Haastig liep zij de kamer uit en liet dte
deur open. Zware mansstappen klonken in de
vestibule, en een diepe mannenstem zeide:
„Zoo, Sally, beste kindi", en ik hoorde het
geluid van een zeer verneembaren zoen.
Na een oogeaiblik vervolgde hij:
„Wel, ben je er af gaan halen? Is ze ge
komen?"
De uitspraak van den heer PoplinBrow
ne was zoo plat mogelijk! Vooral met de
letter h stond hij op gespannen voet. Ik zal
maar dadelijk bekennen, dat mevrouw Po-
plin-Browne's echtgenoot een zeer vulgaire»
indruk op mij maakte. Rechtstreeks kwam
hij, een dik, luidruchtig man, de poppenka-
mer binnenstak mij zijn hand! toe en zeide
„Zoo juffrouw" Nugent, ben je daar, 'oo gaat
'et. Ik 'oop dat je 'ier 'eel op je gemak zei
komen. We bennen niet zoo erg 'oog in de
wereld, weet je, maar we benne 'artelijk, erg
'artelijk: onder mekaar."
Het zou mij zeer leed dloen, als ik ge
toond had.wat er in mij omging, want de
man meende het werkelijk goed, d'at zag ik
dadelijk, maar ik voelde mijl recht ongeluk
kig. Ik, Etheldreda Nugent, die mijn geheele
leven gerespecteerd was geworden als de oud-
ste juffrouw Nugent, uit de pastorie, die
dagelijks omgegaan had. met een vader
wiens manieren die van een gentleman wa
ren, met een moedter, die van top tót teen
een echt© dame was, die zes maanden geleden
van zulk een man een eerbiedigen groet
verwaoht zou hebben, ilc moest met zoo'n
man in hetzelfde huis wonen en het als een
gunst beschouwen met hem aam dezelfde ta
fel te eten
Het was ongerijmd, en toch van dezen
man was ik afhankelijkhij was mijn
meester.
Ik liad moeite mij|n laóhen te bedwingen,
toen die gedachte mijn brein doorkruiste.
Alsof armoede of welke wisselingen der for
tuin ook voor een oogenblik zijn of mijn
positie hadden kunnen veranderen!
Ik had met ongehuichelde nieuwsgierigheid
mevrouw Poplin—Browne aangekeken, toen
hij mij begroette, en ik keek haar weer aan,
toen hij naar boven stampte, om van jas to
verwisselen. Hoe was het mogelijk, dat zij
dien man, dien bulkendten os, uit liefde ge
huwd had, zij, die rilde bij den ordinaire»
klank van haar eigen naam en liever Dul-
cibelle of Ermyntrude of iets buitensporigs
van die soort geheeten had!
Hoe was het mogelijk, dlat zijl zijn erger
lijke uitspraak dulden kon, zdjln „we benne'
©n zijn „'©el 'artelijk?"
Zij scheen heb in 't geheel niet op te mer
ken. Ten minste, als het haar hinderde, dan
wist zij zich uitstekend goed) to houden,
want zij scheen bepaald trotsch op hem to
wezen. Ik denk uit gewoonte; anders lean
ik het niet verklaren.
Wnrdt vervolgd.