a"' Jaargang. Zaterdag 19 November 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. MIJN GODFRIED M6. 140. Eerste Blad. RSFOORT DAGRLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 mganden roor Amersfoortf 1.35. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nnr 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels ^.4.78» Elke regel meer n. 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteéren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt öp aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. In de gemeente Uiflt heeft zich eene commissie gevormd, welke zich ten doel stelt een fonds te vormen waaruit de nagelaten betrekkingen van in zee verongelukte visechers der gemeente Uric kunnen ondersteund worden. Mijn ambtgenoot der gemeente ITrik heeft mijne medewerking ingeroepen ter bevordering, dat ook in de gemeente Amersfoort eene collecte voor dit doel zal worden gehouden. De op den 6. October .1.1. plaats gehad- -heb- l>ende zeeramp, waardoor Urk zoo zwaar werd getroffen veertien personen kwamen in dé golven om gaf mij aanleiding aan die Toepstem gehoor te geven. Dientengevolge heeft het College van Burge meester en Wethoudters hare goedkeuring ge hecht aan het plan tot het doen inzamelen van gelden voor het 'bovenomschreven d-oel. Deze collecte zal eerstdaags plaats hebben met gesloten bussen. De ingezetenen worden uitge nood igd door milde bijdragen blijk te gevem van hun liefdadigheidszin, oodat ook in de toekomst eenige steun verzekerd; worde aan de .in de .groot ste armoede nagelaten betrekkingen van hen, die in de uitoefening van 'hunne brood-winning den dood vonden. Amersfoort, den 18. November 1904. De Burgemeester van Amersfoort, WLHTEBS. De Burgemeester en Wethouders van. Amers foort doen te weten, dat heden zijn uitgeloot lo. 6 obligation in de geldleening. groot oor spronkelijk f 210,000. d.d, 30 Augustus 1889, ieder h f 1000, nos. 11, 78, 160, 169, 197, 207 2o. 2 olbligat-iën in de geldleening groot oor spronkelijk f 40,000, d.d; 8 Februari 1893, ieder a f 500, no6. 19, 60 3o. 1 obligatie in de geldleening groot oor spronkelijk f 20,500, d.d. 29 Sept. en 13 October 1896, van f 500, no. 22 4<>. 4 obligation in de geldleening .groot oor spronkelijk f 50,000, d.d'. 9 Februari 1897, ieder' a f 500 nos. 5, 38, 43, 94; 5o. 3 obligation in de geldleening groot oor spronkelijk f '45,000, d.d. 15 Maart 1898, ieder li f 500, nos. 9, 29, 60 6o. 10 obligation in de geldleening groot oor spronkelijk f 375,000, d.d. 6 Juni 1899, ieder groot f 1000, nos. 92, 99, 219, 227, 239, 255, 278, 297, 325, 356. De aflossing; heeft plaats 31 December e. k. ten kantore va-nj dien, gemeente-ontvanger -te Amersfoort, en wat betreft de dbdAgatiën -bedeeld su-b 1, 3, 4, 5 en 6 ook ten kantore van de firma, J. Kol te Amsterdam. Amersfoort, 17 November 1904. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, -De Secretaris, De Burgemeester, B. W. Th. SA ND BEUG. WUIJTfERS. Politiek Overzicht Hoe lang zal de oorlog nog duren? Uit pezaghebbenden mond is weder ver kondigd, dat men in geen geval mag hopeu op het einde van den oorlog. Uit "Washing ton wordt de volgende verklaring overge seind, die de Russische gezant aldaar, graaf Casaini, heeft afgelegd„Rusland zal den oorlog tot het einde toe voortzetten, d. w. z. totdat het heeft ge-zegevierd. Ik reken het tot mijn plicht te herhalen, dat Rusland in geen g val zijne militaire toebereidselen in het uiterste oosten zal staken". Wij hebben die verklaring bij herhaling gehooid in den loop van dezen oorlog, die nu reeds meer dan negen maanden heeft ge duurd. Maar er is een tijd geweest, waarin zij me°r indruk maakte dan thans. Dat was in de dagen, waarin men van Russische zijde nog onverholen uitkwam voor de geringschat ting, die men koesterde voor den tegenstan der uit het land van de rijzende zon. Die tijd is nu voorbij. De strijd tusjcken Rus land en Japan heeft althans dit uitgewerkt, dat er eene omkeering is gekomen in de schatting, waarin de Japanners bij de Russen staan. Men is tot het inzicht gekomen, dat men in Japan een tegenstander heeft, dien men zich ir'et behoeft te schamen als gelijk waardig te erkennen. Admiraal Alcxejew, de gewezen stadhouder van den Czaar in he'; verre oosten, brengt zelf allen lof aan het Japansclie bestuur. Het heeft in zijne oogen slechts ééne fouthet is al te vol maakt en houdt zich daardoor te veel mot kleinigheden bezig. Het is mogelijk, dat in da. opzicht het Japansclie bestuur heeft ,.le défaut de sa qualité", maar dat doet niets af aan de waardeering. die Alexejew uitspreekt voor de eigenschappen van den voorheen zoo geminachten tegenstander. Van groote waardeering voor den vijand getuigen ook de brieven, die de beste van de Russische oorlogscorrespondenten, Nem'vo- wit-wli Dantscheuko, van het oorlogstooneel zendt. In een brief aan de Russkoje Slowo, den 8en November uit Charbin verzonden, behandelt hij de vraag, hoe lang de oorlog nog duren zal. Zi'ne interessante opmei'kin- gen daarover komen hierop neer „Het is moeielijk den profeet te spelen hier echter twijfelt niemand cr aan, dat wij het bloedige veld misschien nog een jaar lang zu/Men moeten bewerken. De verwachting, dat de- krachten van de Japanners zich zou den uitputte»; zijn niet tot vervulling geko men. Aan het nabij gelegen reservoir van 48 millioen menschen ontleenen zij nieuwe legei's. Wel zijn die met oude geweren be wapend; maar de versoh aankomende krij gers brengen eene even groote mate van ge hoorzaamheid, geoefendheid, geestdrift en dapperheid mee. Vele officieren ontbreken heden in de gelederen van het Japansclie legermaar de leemten in de lagere officiers rangen worden met succes door de in den oorlog geharde onderofficieren aangevuld. Wanneer wij beschikten over eene aanzien lijke overmacht, dan zouden wij natuurlijk onstuimig tot den aanval overgaan. Nu zijn wij echter gedwongen ouzo krachten te spa ren, moeten den vijand tegenhouden, uitput ten, aan de praat houden. Uuit Japan 1 e- trekt hij in den koristen tijd via Dalny. uit China via Inkau kleeren, mondvoorraad, munitie. Zooals wij liooren, werkt China open lijk voor hem. Wij) daarentegen zijn in de ongelukkige omstandigheid, dat wij: alles 10,000 wersten ver over den eensporigen Sibe- risehen spoorweg moeten laten komen. En daarbiii is lie',' werkelijk een wonder hoe deze spoorweg die taak vervult. „Het- is kinderachtig naïef er op te re kenen, -dat in Ja-pan de gloed weldra- zal be- koelen, omdat hét een Aziatisch rijk is. Wij hebben te dce'n met een volhardend volk van beschaving en geestkracht, met een oor- logsstaat vam den eersten rang, die1 zich on vermoeid zeven jaren lang op den strijd heeft voorbereid en hot tegenwoordige oorlogstooneel en den vijand nauwkeurig bestudeerd heeft. De Japansche soldaten verstaan het. zeer goed, dat zij een volksoor log voeren en wij) slechts een oorlog oan koloniën. Daar staan allen voor één en één voor allen. Bovendien is de Japansuho sol daat de eenige in dè heelc wereld, die deai Russischen soldaat kan staan. In geen Euro- peesch leger zijn zulke soldaten, en in de geschiedenis van al onze oorlogen vinden wij geen dergelijken tegenstander. „De oorlcg zal waarschijnlijk nog veel ge duld., offers en geld vorderen. Het is beter do waarheid onder do oogen te zien, dan zich door waanvoorstellingen te laten lei den. De einduitslag van den oorlog is hier voor nic-mand twijfelachtig. Om hem echter to vorkrijgen, moeten wij 0119 wapenen met vasten wol, kalmte en on vermoeiden ijver. Iedere stap van den tegenstander is vel overwogen. Hij laat zich in de vervolging niet meesleepen, hij wil niets op het spel zetten. Meer dan ecnig ander verstaat onze opperbevel hebber den vijand en zijne veoht- kunst. Onlangs, na de gevechten van Liao- jang, scheen het alsof het Japansclie leger uitgeput was, zijn geest niet meer de vroe gere. Nu is hot ovenals het onze uitgerust.; het heeft zich voör don winter holen onder den grond gegraven en doze van tafels, bed den en kachels voorzien. Van levensmidde len zijn de Japanners ruimschoots voorzien. Bij de gevallenen vonden wij zakken met ge droogde garnalen en pakjes miet gepeiste inktvisch en rijpt. .Verder hadden zij pillen bij zich, die moeten dienen tot regeling van den hartslag en andere geheime geneesmid delen, waarvan sommigen tot opwekking voor de zieken dienen. E11 ieder was in het bezit van een dagboek en van eene kaart van de streek, waarin, zijne afdeeling zich bevindt." Wanneer men zulk eon oordeel over de Japanners leest, dan is men geneigd in te stommen met de meening, dat het einde van den oorlog nog in een ver verschiet is. Doch niet alleen omdat. Rusland zich heeft voor genomen te overwinnen, wat het ook moge kosten, maar ook en vooral oou de eigen schappen, die de Japanners in staat stellen aa.11 Rusland de zegepraal, welke het behalen wil, te betwisten. Dultscliland. Do Politisohe Korrespondenz verneemt uit Petersburg, dab de tegenspraken van eene ophanden zijnde samenkomst tusschen den Duitschen keizer en den Czaar voorbarig zijn. To Petersburg beschouwt men de geruchten dienaangaande niet als geheel ongegrond en meent men, dat de dementis wel eens bin nenkort door de feiten weerlegd zouden kun nen worden. Uit kringen, die met den Duitschen bondsraad in betrekking staan, wordt ver nomen, dat het ontweip der begrooting voor het volgende jaar het voorstel bevat tot op richting van een zelfstandig departement va-n koloniën met een staatssecretaris aa.11 het hoofd. De bondsraad zal dit vooi'Stel zonder twijfel goedkeuren. De Duitscke Bondsraad beeft eenstemmig verklaard zich te voreenigen met het voor stel om de quaestie van de opvolging in Lippe to doen beslissen door een uitspraak, van het rijksgerecht, alsmede goed te keu ren de voortduring van het tegenwoordig© regentschap, voor het geval de vorst vóór de beslissing van het rijksgerecht kwain te ster ven. De rijkskanselier heeft het rijksgerecht onverwijld opgedragen een scheidsgerecht te benoemen. De Keizer heeft, nu de Bondsraad de rechtspositie van den regent heeft geregeld, de beëediging der Lippesohe troepen bevolen. Heden voormiddag is bet ba tail Ion van het vorstendom Lippe-Detmold op den graaf- regent beëedigd. Men. zal zioh herinneren, dat de Keizer dit eerst had geweigerd. Oostenrljk-Hongarije, De Amerikaansehe gezant te Wee 11 en seint, dat de Oostenrijk-Hongaarsche regcering zich bereid heeft verklaard aan dc tweede Uaag- sche conferentie deel te nemen. Dit is de eerste ambtelijke aanvaarding van Roose velt s uitnoodiging, ofschoon reeds bekend is dat de meeste Europeesch© mogendheden be reid. zijn, de conferentie bij te '.vuneu, Zoo dra van de andere mogendheden injden loop van deze maand bericht is ontvangen dat zij aan de conferentie willen deelnemen, zul len de onderhandelingen over de aanvulling van het program beginnen. Hongarije Boedaj)est, IS Noor. In de Kamer stelde de voorzitter de vraag of de vergadering mee kon gaan met het voorstel van minister Tisza om dagelijks twee zittingen te houden Kossuth verklaarde dat de Hongaarsc.e op positie nimmer eene dergelijke onwettigh ud zou goedkeurenhij verliet daarop de zaal, gevolgd door de leden van de oppositie, die het Kossuthlied zongen. De rechterzijde nam het voorstel vervol gens aan. Tweede telegram; In de tweede zit ting, die om 4 uur 's namiddags geopend werd, viel de socialist Pennerstorfer hevig de dynastie aan, zonder dat de president hem tot de orde riep. Mezössy diende een motie in, verklarende dat de president zich niet hield aan het reglement yan orde en het ver trouwen van de Kamer .door zijne houding heeft verloren. Apponyi verklaart de zitting voor ouwe'.- tig. De minister-president co-nstateert, dat de obstructie heeiBcht. Er blijft niets meer over dan de natie aan haar lot over te laten. De president wil een voorstel-Daniel in stemming brengen. Rakoczy verlangt, d-at de zitting zal wo-rden gesloten. Do president weigert dit voorstel aan te nemen. Rakoczy bedreigt den president, met eono schaar. Do deurwaarders en eenige afgevaardigden be schermen dan president. De Kamer neemt het voorstel-Danicl aan, dat een tijdelijk reglement van orde van kracht verklaart. Terwijl de president verkondigt, dat de zitting wordt gesloten, vliegen er stoelen, boeken en inktpotten door dö zaal. De af gevaardigde Justh., die naar hot voorzitters- gestoelte vliegt, wordt door een stoel getrof fen. Een inktpot vliegt dicht bij bet hoofd van den president voorbij. Het regent scheld woorden. De president laat voorlezing doen van een koninklijk besluit, tot verdaging der zittin gen van de Kamer. Rusland en Engeland. Aan de Echo de Paris wordt uit Peters- burg bericht, dat de Russische regeering de overeenkomst over de internationale commis sie van onderzoek in zake het Doggersbank- incident weder aan het Engelsch© gezant schap heeft doen toekomen,, maar dat Enge land de voorgestelde veranderingen heeft af gewezen met de verklaring, dat het Rusland als gebonden beschouwt, omdat graaf Lams- dorff in naam van den Czaar zich bereid heeft verklaard den Engelschcn tekst aan to nemen. Rusland verlangt wijziging van arti kel 2 der overeenkomst, dat betrekking heeft op het vaststellen van de verantwoordelijk heid en de schuld der officieren van het Russische eskader en stelt eene redactie voor, die deze vraag geheel buiten aanmerking laai. De vraag is nu, of graaf Lamsdorff, zoo- als Engeland beweert, zich werkelijk in naam van den Czaar heeft verbonden tot aanne ming van den ongewijzigden tekst, of wel alleen in beginsel de overeenkomst heeft aangenomen, zooals Rusland beweert. Da correspondent beweert, diat deze tweespalt tot een onaangename gedachteawisseling zal lei den, en doet tot hare oplossing een beroep op het Britsche phlegma, omdat de tegen Engeland verbitterde Russen bij eene uit dagende houding hunne kalmte bezwaarlijk zullen bewaren. Volgens een nader bericht van de Echo de Paris, heeft graaf Benckendorf, de Rus sische gezant te Londen, aan zijne regeering geseind, dat do Russische redactie van de overeenkomst door de Engelsche regeering ia aanvaard. De zaak is dus voor goed be klonken. Rusland. Aan do Köln. Ztg. word', uit Petersbui'g bericht, dat heden daar eene vergadering plaats heeft van vertegenwoordigers van de zemstwo'9. Het programma van deze verga dering bevat dg volgende vragen; Algeinee- ne voorwaarden, voor de normale ontwikke ling van liet openbare leven vereischt, maat regelen ten behoeve van de volksbeschaving, middelen tot verkrijging van geldmiddelen - voor do verzorging van <le gezinnen der on der de wapenen geroepen reservisten, deelne ming van de zemstwo s aaji de organisatie tot het verleenen van hulp voor zieke en ge wonde soldaten op het oorlogstooneel. Daarentegen wordt aan de Humanité (het orgaan van Jaurès) bericht, dat de door den minister van binnenlandsohe zaken goedge- keurdo verzameling van vertegenwoordigers der aamstwo's op het laatste oogenblik ver- b den is. Men ziet hierin eene nederlaag van prins Swiatopolk en beschouwt diens aftre den als waarschijnlijk. VereenIgde Staten. Washington, 18 Nov. De Noderlandsclie regeering heeft staatssecretaris Hav kennis gegeven, dat zij zeer gaarne het voorstel aan neemt tot het houden van een tweede vie- dfea-conferentie te '3 Graven-hage. Tot dusver is nog geen cfficieele aanneming van dè Ame rikaansehe uitnoodiging, in haar geiheelen omvang, ontvangen, maar bijiia alle Euro- pc-esoh© mogendheden hebben reeds to ken nen gegeven, dat zij de uitnoodiging in be ginsel aannemen. De oorlog in Oost-Azië. Van den oorlog zijn de volgende berichten Tokio, IS Nov. Een telegram van Moji (Nogi?) meldt de vernietiging van een twee- do Russisch arsenaal en magazijn te Port Arthur. Do Japanners ontdekten de plaats van het arsenaal en concentreerde hun vuur daarop. Zij schoten er 200 granaten op af en slaagden erin het te verwoesten. Do Japanner-s bobben hunne loopgraven breeder gemaakt en maken daarvan gebruik om hunne kanonnen vooruit te brengen. De Russen gaan voort met het doen vau krachtige uitvallen. Zij vallen de loopgraven aan, daarbij gebruik makendo van handgra naten. In de volgende dépêche, weerden de ge ruchten vermeld, die geloof vinden onder de belegeraars Het gerucht loopt, dat generaal Stoessel gewond zou zijn en dat zijn toestand zijne overbrenging naar het hospitaal noodzake- 35 Naar het Engelsch VAN JOHN 8TRANGE WINTER. HOOFDSTUK XVII. Ik begin lieht te zien. Gedurende verscheidene dagen zag ik niets van de familie beneden. Mamiselle zeide, dat het niets ongewoons was, als dit verscheidene weken niet gebeur de, daar -mevrouw Tregenna bijna noost- in de kinderkamer kwam en iwiji ons beneden niet mochten vertooneii, zonder bepaalde uitnoodiging of oproeping. Wij leefden dus als machines en deden ons werk op klokslag on hadden zelfs geen een courant, behalve de eene, die Mam se!Ie en ik iederen morgen samen kochten. Eiken morgen gingen wij naar 'het Park, eiken middag gaven wij onze lessen en deden wij een wandeling, en eiken avond zaten wij samen aan 011s sober avondeten, en verlang den en hunkerde naar een oomedie of een. concert te gaan-, niemand ter .wereld kan be grijpen, hoe erg. De meisjes kwamen aelfs niet eens boven. ..O, het- zou al heel vreemd zijn, als ze nu kwamen Mevrouw .heeft a? onder den duim-," merkte Mam'selle met een veelbetce- kenend gebaar op. Eindelijk, toen ik een week in mijn nieuwe betrekking geweest was, kwam er 's middags omstreeks 5 uur eeu boodschap aan mijn- adres, dat Barones d Ecie beneden was en mij verlangde te zien. Ik ging naar beneden mijai vriend Jo«- kins stond weer op -het portaal bij de voor kamer te wachten en diende mij -weer met- dezelfde formaliteit in de spreekkamer aan. Barones d'Ecie, diie het zich op mevrouw Tregeuna's rustba-nkje bijzonder gemakkelijk had gemaakt, was alleen. „Wel, lieve kind,' zeide zij,, „wat ben ik blijde u thui9 te tref fen, en hoe Wat wilt ge?" opeen anderen toon tot Jorkins, die in een -wachtende hou ding was iblijvcn staan. „Zult u een kop thee gebruiken, me vrouw?" „O, als het u belieft," antwoordde zij» en Jorkins vertrok. Ik kon het lachen bijna niet laten, zoo in heb oog vallend dwaas was do verandering in Jorkins houding. „Vertel mij nu eens, kind,zeide barones d'Ecie. terwij-l eiji mij de hand reikte en mij naast zich op dc rustbank tiok, „zijt ge nu niet- gelukkig en dankbaar, dat ik zoe n lieve famiüe voor u gevonden -heb, om mee samen te wanen?" „Dat kan ik 1111 juist niet zeggen," zeide ik. Ik sprak juist niet op bescheiden toon-, maar ik behoefde toch ook niet te houden, dat- iik haar dankbaar was, want- dat w.:3 niet waar. „Niet dankbaar!' gildle zij ibijna. „Zij-t gij dan niet- gelukkig thierf" „Niet bijzonder," zeide ik zeer rustig, „niet half zoo gelukkig als op den Rozetten weg ..Met dien manriep zij verschrikt. „De eenige man, dien ik bier gezien heb, is Jorkins (dè bottelier -is veel te voor naam om zelfs „goeden morgen" te zeggen, en Jorkins voegt er h's bij in plaats van ze weg te laten dat is het eenige verschil „Maar gij- gaat niet om met Jorkins, zeide zij. op een toon vol afschuw. „Ik zag mijnheer Poplin*Browne alleen bij heb ontbijt, en het eten, en dit- laat-ste nog miet eens altijd," herinnerde ik. „Gij! zijt eeu dwaas kind, gij weet- niet, wat- goed voor u is," zeide zij opgeruimd. „Ik denk, dat mevrouw Poplin-Browne wat meer drukte voor u gemaakt -heeft dan me vrouw Tregenna- nu, dat is niet meer dan .natuurlijk. (Maar, hoe gij met zulk on mogelijk volk kond-t blijven omgaan, is mij een raadsel; en 0111 mijnheer Tregenna te vergelijken met -mijnheer „Dat ka» ik niet-," viel ik in- de rede, „ik heb hem nog nooit -gezie-n „Is hij dan op reis?" „Dat geloof ik -niet; maar ik zou hem niet kennen, al viel ik over hem." „Nu, dat komt er ook niet ;op aan. Gij kunt hier -ton minste ademhalen en behoeft u over den. naam niet te schamen. Maar PopliiuBrowne, wie heeft ooit zoo'11 naam gehoord als PoplinBrowne? Hij ia in één woord bespottelijk. „O! maar wat beduidt nu een naam.' zeide ik hardop lachend. „Dat moet gij weten," zeide zij beslist, „de uwe is goed genoeg." Op dat, oogenblik kwam dc beleefde Jor kins binnen, gevolgd door een klein, soort knecht-je, Robert genaamd. Jorkins droeg -nooit- theebladen daar was hij veel te voornaam voor. Het eenige, wat ihij deed, was hier en (laar op half geheimzinnige, hallf eerbiedige wijze binnen te sluipen en te acitp gen, dat -Robert- het blad op dè rechte plaats zette. „Ja, geef ons een kop thee," zeide barones d'Ecie op haar zachtzinnigste» toon, e» hoogst waarschijnlijk dacht zij al dien tijd. dat ik een ondankbaar schepsel was, dat niet verdiend te -hebben, wat men gewoonlijk noemt „een kruiwagen." „Zod lis hot goed. Eu, vertel mij. inu eens, lieve kind," aldus ging zij tot mij voort-, „kunt gij het nogal met mevrouw Tregenna vinden „Ik heb haar nog maar eens gezien, ant woordde ik ontwijkend. „Wezenlijk? O. zij zal zeker druk met de twee meisjes moeten uitgaan. En- lioe lx-valt zij u?" „Ik vind haar niet- aardig, als u dat be doelt," zeide ik openhartig. „E-n dat '.waarom niet?' „Wel, omdat zij zoo hooghartig en aan matigend is. Den eeuigen keer, dat ik haar gezien heb, toen zij mij bij zich had ont boden, gaf zij mij niet eens een stoel, terwijj zij mot mij sprak, en zij noemde jnij in mijn gezicht „een persoon.' liet zou nergens toe dienen, barones d.Ec.e, te \zeggen, dat ik haar aardig vind, als -het niet waar is. <k vind' haar in één -woord afschuwelijk." In het- eerst keek barones d'Ecie wel wat verwonderd, maar het volgend oogenonk her stelde zij zich en zeide „Bi-, ei, ja, natuur lijk beweegt mevrouw Tregenna zich (enigs zins moeilijk, ze is niet- van bijzonder hoogt* geboorte, ten minste dit- meen ik maar liet ds eigenlijk niet- vam zooveel belang. De meisjes zijn allerliefst vindt gij* niet „O ja, die zijn allen heel lief." antwoord de ik. „Iiildred .is mijn lieveling," zoo ging baro nes d'Ecie voort. „Ik -houd veel van Iiil dred; en dit is goed ook, waart zij: zaïl eens mijn zoon Godfried trouwen." Ik voelde, dat mijn- hart onstuimig begon te kloppen, maar ik moest in geen geval laten zien, wat er in mijn binnenste omging. „Zij heeft mij niet verteld, dat zij geën gageerd *was," -zoide ik, zoo» onverschillig mogelijk. „O, liet is ook eigenlijk nog niet publiek, zeide barones drBc.ie mot een veel'beteeke- nend gebaar, „maar onder ons is het een uitgemaakt© zaak. Het zal echter, wat u aangaat, het best zij», er hier tegen niemand over <e ppreken, lieve. En, als gij in een-ig opzicht iHildred tem goede kunt stemmen tegenover Godfriedi, hoop ik', dat gij het zonder mankceren doen zult." Eindelijk begon ik -licht te zienDiaarom dus moest ik weggeknikkerd worden (ja, ik weet- vw©l, dat ik daar een leelijjk woord ge bruik, maar ik kan er op het oogenblik geen vinden, dat beter uitdrukt, wat ik gevoel), daarom moest rik verdreven worden uit het huis, waar -ik onnoemelijk veel vriendelijk heid eu liefde had ondervonden en ik mij gelukkig en op imijn gemak had gevoeld, en uioest ik bier gebracht worden om als hand langster te dienen voor die akelige, hooghar tige, -rijke vrouw en thet huwelijk helpen t->- voidoren van haar dochter met- mijpi God fried! Ik doorzag a-lles. Ik moest handelen lijnrecht rin strijd met- de wenschen vam het arme kind, het geluk van -mijn Godfried ver nietigen en al den zonneschijn vam mij-n eigen leven wegnemen Wordt vervol ff d.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1