Jaargang.
Maandag 21 November 1904.
^BÜIfENLANa^
FEUILLETON.
MIJN GODFRIED
Hf6. 143.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertenticn, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 unr
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C«.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 1—5 regel.O.TH.
Elke regel meer -. 5 0.15.
Groote lettere naar plaatsruimte.
Yoor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteóren in dit Blad bij abonnement. Eene
cironlaire, bevattende de voorwaarden, worat op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gezien art. 12 der Drankwet
Brengen ter openbare kennis, dat een ver
zoekschrift om vergunning tot venkoop van ster
ken drank in liet klein, voor gebruik ter plaatse
van verkoop, bij hen is ingekomen van H. X.
Prins, in het voorvertrek van het perceel no. 30
aan de Arnhemschestraat alhier, tegen afstand
van de vergunningen, ten name van J. W. Worste
ling voor perceel 30 Arnhemschestraat en A.
Lenstra voor perceel 25, Weverssingel te Amers
foort.
Amersfoort, den 19.November 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Secretaris, De Burgemeester,
B. W. Th. SANDBERG. WCIJTIERS.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door J. Klein ingediend verzoek, met bijlagen,
om vergunning tot het oprichten van eene brood-
bakkerij in het perceel alhier gelegen aan de
Krommestraat no. 5, bij: het kadaster bekend
onder Sectie E, no. 475 op de Secretarie der ge
meente ter visie ligt, en dat op Donderdag, den
1. Deoember aanstaande, des voormiddags te
half elf uren) gelegenheid) ten Raadihuize wordt
gegeven om, ten overstaan van het Gemeentebe
stuur of van een of meer zijner leden, bezwaren
tegen het oprichten! van de inrichting in te bren-
gen.
Amersfoort, den 17. November 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
'De Secretaris, De Burgemeester,
B. W. Th. SANDBERG. WUIJTIERS.
Politiek Overzicht
De obstructie in Hongarije,
Sints jaar en da.g zijn wij gewoon, dat er
in de parlementen van de monarchie Ocs-
tenrij k-Hongarije rare dingen voorvallen. In
den Oosten rij ksohen rijiksraad is nu reeds
gedurende zei jaren elke arbeid onmogelijk;
de parlementaire machine staat stil en wan
neer niet artikel 14 der grondwet (het be-
kende nood-artikel) het middel aan de hand
gaf om althans den loopenden dienst gaan
de te houden, dan zou men in een toestand
van regeeringloosheid komen. In Hongarije
is men eerst later tot het inzicht gekomen,
welk een geducht wapen do obstructie ople>-
vert in handen van eene oppositie, die in
dwarsdrijvcn het ideaal van bestrijding ziet.
Daar mist men het redmiddel, dat Oosten
rijk bezit in artikel 14, en men heeft in
de eerste maanden van dit jaar dat gemis
droevig ondervonden. Toen was er geen op
wettige wijze tot stand gekomen begrootings-
wet, en dientengevolge ontbrak de macht
tot invordering van de belastingen de wet
tot vaststelling van het militie-contingent
kon niet tot stand komen en daardoor ont
stond er groote verwarring in den dienst bij
het leger.
Do herin nering aan het toen gebeurde
werkt nu nog na. Er is toen, na veel ge
harrewar, eene schikking tob stand geko
men tussohen de regeering en de oppositie,
waardoor het kwaad, dat de obstructie had
aangericht, in zijn voortgang werd gestuit.
Maar om te voorkomen, dat dit kwaad zich
zou herlialen, waren andere maatregelen
noodig. Daarover heeft- de woeste strijd ge-
loopeu, waarvan de Hangaarsche rijksdag
in de laatste dagen der vorige week het
tooneel is geweest Reeds in de zitting van
15 Maart van dit jaar had de minister-pre
sident, graaf Tisza, voorstellen aangekon
digd tot herziening van het reglement van
orde Die voorstellen zijn thans ook inge
diend. Maar daarmede was men voorshands
nog niet geholpen, want de behandeling van
die voorstellen vorderde een langen weg. en
inmiddels zou de obstructie vrij spel heü-
ben. Daarom werd, in overleg met de regeo-
ring, als aanhangsel van het voorstel tot
benoeming van eene commissie voor de
rogiementsherziening, een ontwerp-beslun
ingediend om tijdelijk, uiterlijk voor oen
jaar, aan den voorzitter oom? uitgebreidere
macht toe te kennen tot bevordering vau
het tot stand komen van ccnige met naimo
genoemde wetsontwerpen, waarvoor de me
dewerking va,n de wetgevende macht onont
beerlijk is. Die zaken zijndc begrooting
vcor 1905, de crediietwot voor de eerste
maanden va.n 1905, omdat het jaar reeds to
ver gevorderd is om nog vóór 31 December
met de begrooting gereed te komen, het
wetsontwerp tot vaststelling van li^t miu-
tie-contingent voor 1905daarbij komt ver
der nog het wetsontwerp tot regeling van
de financieele verhouding met Kroat-ie eu
eindelijk wordt dit tijdelijke besluit van
toepassing verklaard op de behandeling van
de voorstellen tot definitieve herziening van
het reglement. Door de grootere macht, die
den voorzitter wordt verleend, zal het, hem
mogelijk zijn, naar aanleiding van een voor
stel daartoe, door vijftig leden ondertce-
kend, een termijn te bepalen, waarop de
discussie zal worden gesloten en tot stem
ming zal worden overgegaan. Verder worden
dc middelen, waarvan hij zich zal kunnen
bedienen tot handhaving van orde en tuolit,
uitgebreid; hij zal led on, die zich schuldig
maken aan ongehoorzaamheid jegens den
president, van de zittingen kunnen uitslui
ten met verbeurte van hun presentiegeld
gedurende dien tijd.
Dit is de inhoud van het voorstel, dat ge
durende dri- dagen het onderwerp is geweest
van een strijd zoo verwoed als nog nooit1 in
den Hongaarschen rijksdag is gevoerd. Het
slottooneel van dezen strijd, "in. den laten
a-voucl van Vrijdag, schetst ©en correspon
dent van de Frankf. Ztg. aldus:
„Het was kwart voor elf, oen, de minister
president, graaf Tisza, zijno redo eindigde
met de wooi'den„Et moet een einde ge
maakt worden aan dit spel, dezo comedie,
deze anarchistische toestanden in het belang
des lands. Wij hebben geduldig gewacht.
Ons geduld is uitgeput. Heb land wil nutti
gen arbeid, en de obstructie belemmert ons
daarin. Daaraan moet een einde komen".
Donderende Eijen-kreten van de geheelo
rechterzijde omstreeks 250 afgevaardig
den weerklonken bij deze voorden. Do
geheele liberale partij stond overeind en riep
in koorStemmenTegelijk werd den presi
dent het schriftelijke verlangen van talrijke
liberale afgevaardigden overhandigd om tot
de stemming over te gaan.
„Nu stond president Perczel op. Het ge
heele huis geraakte in oene onbeschrijfelijke,
koortsachtige spanning. De liberale partij
schreeuwde-. „Stemmen!'' terwijl de opposi
tie uitbarstte in het geschreeuw: „Verraad!"
De president deelde aan de vergadering mede,
dat hij het voorstel-Daniel tot wijziging van
het reglement van r.rae in stemming zou
brengen. De tooneelen, d op deze woorden
volgden, zijn onbeschrijfelijk. De oppositie
stormde uit de banken. Plotseling zag men
boeken, stoelen en inktpotten op den presi
dent toevliegen, die doodsbleek, maar vast
op zijne plaats stond en de vraag richtte tot
de vergadering of zij het voorstel-Daniel aan
nam. Op dit oogenblik stormden talrijke leden
van de oppositie op het voorzittersgestoelte
toe en Victor Rakosi pakte den president bij
den arm, om hem van zijne plaats te sleuren.
Tegelijk waren echter ook deurwaarders en
omstre ks 2 liberale afgevaardigden bij den
president. Zij drongen de oppositieleden van
het- gestoelte van den voorzitter, die daarna
het voorstel-Daniel voor aangenomen ver
klaarde en den minister-president met zijn
zakdoek wenkte. Graaf Tisza haalde een brief
van den Koning uit den zak, dien eene ge
heele garde liberale afgevaardigden naar den
president bracht. Ouder dreunende Eljen-kre-
ten van de liberalen, en verwenschingen van
do oppositie, werd de brief voorgelezen. Hij
bevatte het besluit tot sluiting van de zit
ting en tot verdaging van den rijksdag voor
onbcpaalden tijd.
..Het lawaai was nu bepaald onbeschrij
felijk. Graaf Tisza, door de geheele liberale
partij omringd, stond voor zijn zetel. Presi
dent Perczel stak kalm den brief bij zich en
gaf met een krachtig gebaar te kennen, dat
hij de zitting sloot. Perczel en graaf Tisza
werden, ieder door oen vijftigtal afgevaar
digden geëscorteerd, uit de zaal geleid. In
do zaal 'uurde het lawaai nog ongeveer een
half uur voort.
I striid is dus geëindigd met de neder
laag van de obstructie. De verdaging van het
huis was blijkbaar afgesproken werk. Men
wil door eene korte lust de gemoederen tot
kalmte laten komem en als het huis weer
bijeen komt, dan is' do voorzitter met de
noodige macht uitgerust om w'at bepaald
noodig om af te deen, tot afdoening te
"brengen.
Duitschland.
Bij de beëediging van de rccruten van het
Berlijnsche garnizoen, die onlangs in tegen
woordigheid van den Keizer plaats had, heeft
de Keizer wederom gewezen op de noodza
kelijkheid om aan de mishandelingen van
soldaten in dienst een einde te maken. Iedere
overtreding van dit verbod moet, zonder aan
zien des persoons, ter kêitms "gébracht wor
den, opdat de schuldigen hunne verdiend©
straf niet zullen ontgaan. D© Keizer zcide:
Ik zou mij verheugen, als de oude klachten
over mishandelingen eindelijk verstomden,
want slechts do goed behandelde recruuit en
soldaat kan zijn plicht trouw en welgemoed
vervullen.
Kiel19 Nvo. Heden namiddag om twee
uur is op de Germanda-werf het linieschip
N. van stapel geloopen, waaraan de Keizer
dcui naam Deutsdhlaaxdl gegeven heeft.
Do rijkskanselier 'hieldi bijl deze doop
plechtigheid; eene rede, waarin hij betoogde,
dat het Duitsche rijk eene vloot bouwt oan
aan hen, dde uitgaan in do wereld, en de
Duitsche cultuur, den Duitsclien arbeid naar
buiten dragen, een vasten steun in het moe
derland 'te geven. Voor niemand is onze
zremacht eene uitdaging. Maar sterk moet
ons land blijlven in den vreedzamen raad der
volken, en daartoe moet ook dit schip bij
dragen.
Frankrijk.
In de Kamer heeft eergisteren een leven
dig incident plaats gehad, naar aanleiding
van het verlangen van den afgevaardigde
De Benoist, om de regeering te interpelleeren
over de maatregelen, die zij denkt te nemen
tegen den rechter Bernardin, een der amb
tenaren, die zich leende tot het geven van
inlichtingen over de private omstandigheden
en de politieke gezindheid van officieren. De
minister-president verlangde, dat deze inter
pellatie op d© lijst zou worden geplaatst, om
te worden behandeld als zij aan de beurt
was. Daartegen verzette Benoist zicih, waar
op Combes op de tribune kwam en zeide:
„De tegenstanders der regeering hebben zich
zelf wi^ gemaakt, dat wij de republikoin-
sclie ambtenaren nu aan hunne wraak zul
len uitleveren (groote bijval links). Het ia
reeds abnormaal, dat men al deze aanklach
ten op papier durft, stellen, die afkomstig zijn
van een diefstal en welker echtheid niet is
vastgesteld. (Stormachtig rumoer rechts en
in het centrum, langdurig geroep en bijval
links. Geroep: „Waarom hebt go dan André
tot aftreden gedwongen?") Wij zullen den
vijf-jarigen arbeid der republikeinscho pro
paganda niet vernietigen(Stormachtig ap
plaus links.) Wij hebben de al te ijverige
beambten berispt, maar voordiwang zullen
wij niet wijken. (Bijval en rumoer.) Men
beproeft onze aanhangers bang te maken,
daartegen protesteer ik. (Luid applaus en
hevig lawaai.) Ik ben op de tribune geko
men, om de republikeinsche partij gerust to
stellen; ik verlang van de Kamer, dat zij
de regeering zal veroorloven haren arbeid
voort te zetten
Na Combes besteeg de afgevaardigde Ri-
bot de tribune, die o. a. den minister vroeg
„Waarom is de minister van oorlog André
weg en waarom bevind gij u nog op deze
banken?" (Stormachtige bijval en ge
schreeuw).
Aan het verlangen tot verdaging van de
intêrpe 11 atie-Bënoist werd ten slotte met 296
tegen 267 stemmen voldaan..
Ook in het optreden van den wis
sel agent Berteaux a' minister van oor
log wordt de oude regel bewaarheid
dat er niets n euws -nder de zon is. Onder
Koning Lodewijk XIV heeft gedurende
eanige jaren een main aan het hoofd van het
departement van oorlog gestaan, die als fi
nancier zijne sporen hlad verdiend. In 1701
werd, op aandringen van mevrouw De Mai.n-
tenon, de bestuurder van de koninklijke fi
nanciën Chamillard, t t minister van oorlog
benoemd, die dit ambt tot 1709 behield. Hij
heeft zich daarin niet bepaald onderschei
den, zooals blijkt uit het volgend© graf
schrift, dat d© herinnering aan hem voor het
nageslacht bewaart
Ci git 1© fa-meux Chamillard,
D© son roi lo protonotaire,
Qui fut un héros au billard,
Un zéro dans le ministère.
De corporatie van de Agents de change,
waartoe de lieer Berteaux behoort, is een
zeer oude instelling. Zij is opgericht krach
tens een besluit van Koning Karei IX, dat
aan hare leden het karakter van openbare
ambtenaren verleende voor den hun als mo
nopolio verleenden koop en verkoop van de
aan de beurs op grond van hunne beslissing
toegelaten geldswaardige papieren. Dit ka
rakter bezitten zij nu nog. Zij zijn de offi-
cicele tusschenpersonen in alle beurszaken,
mogen die alleen voor rekening van anderen
uitvoeren en zijn zoowel te zamen als ieder
voor zich onderworpen aan het toezicht van
deu staat.
Naar aanleiding van de laatste parlemen
taire incidenten, heeft do ministerraad be
sloten eene circulaire uit te vaardigen, waar
in instructiën gegeven worden over de wijzo
waarop inlichtingen over ambtenaren moe
ten worden ingewonnen. De prefecten zullen
worden uitgonoodigd als vertegenwoordigers
van bet hoogste staatsgezag deze inlichtin
gen onder hunne hoede te nemen.
Engeland.
De Koning en do Koningin van Portugal
zullen, zooals nu bekend wordt, den lOen
Decern lier Londen verlaten en zioh dan via
Portsmouth en Cherbourg aar Parijs bege
ven, waar zij eenige dagen zullen vertoeven,
om dan rechtstreeks naar Lissabon terug te
reizen. De Portugeesche minister van bui-
tenlandsche zaken, Villaca, komt heden te
Londen, waar hij uilige dagen in het Buc
kingham paleis zal verblijf houden, om daar
na naar Lissabon terug te keeren.
Oosten rij k-Hongarfje,
Weenen, 19 Nov. In de Kamer werd een
stuk voorgelezen, waarin de Keizer en de
minister-president hun diep leedwezen te
kennen geven over de verontwaardiging van
de Kamer en van de geheele natie over de
taal door Fernnerstorfer (in de Ho-ngaarsche
Kamer Red.) ten opzichte van de Kroon
en de dynastie gebezigd.
D© minister-president verklaarde dat de
glans van de Habsborrgsche dvnastie niet ver
duisterd kan worden. De verheven persoon
van den monarch kan niet aangetast wor
den-, maar de minister volgt de stem des
volks door den aanslag jegens zijn heiligst©
gevoelens te bramdlwerken.
Boedapest, 20 Nov. De liberale burgerij
had hodtenmorgen oene vergadering belegd;
Waarin een groot aantal personen tegen
woordig waren. De minister-president Tisza
rechtvaardigde onder luide toejuichingen
zijne houding in de Kamer van afgevaardig
den. De vergadering nam eene motie aan,
waarbij de obstructie veroordeeld en het po
litiek optreden van Tisza goedgekeurd
wordt.
Gedurende en na de vergadering werden
voor de vergaderzaal vijandigp betoogingen
tegen Tisza gehouden. D© betoogetrs ontvin
gen Tisza op het oogenblik dat dJeze de zaal
verliet mot het geroep: atredefnen wier
pen naar hem met sneeuwballen.
Do politie dreef de betoogers met den
blanken sabel uiteen en nam 48 personen ge
vangen.
Rusland.
Buitengewone maatregelen ten behoeve
van de veiligheid van den Czaar werden, vol
gens een bericht van d© Times, genomen op
zijne reis van Petersburg naar de verschil
lende plaatsen, waar hij persoonlijk afscheid
genomen heeft van de naar Mandsjoerije ver
trekkende troepen. De spoorlijn Petersburg
Grodno alleen werd, toen de keizerlijke extra-
trein moest passeeren, door 20,000 man in
fanterie bewaakt. Duizenden soldaten waren
bovendien uitgezet tot bewaking van den
spoorweg zuidwaarts door Polen. Iedere over
weg werd door schildwachts met de bajonet
op het geweer, bewaakt. Elk kruispunt werd
aan alle zijden door twee posten bewaakt,
die met den rug tegen elkaar stonden. Op
verschillende punten stonden de posten
slechts 120 M. van elkaar af. Patrouilles
gingen langes den geheelen spoorweg. Zeer
scherp was inzonderheid de bewaking van
de bruggen; booten met soldaten lagen on
der de bruggen op wacht.
D© Petersburgsche correspondent van de
New-York Herald", verneemt, dat admiraal
Alexejew zeker niet, gelijk vroeger gemeld
36 Naar het Engelsch
VAX
JOHN STRANGE WINTER.
Hartelijk dankbarones d'Ecie „ik ben
er ook mog, zou ik denken,' zooals Oscar al
tijd zeide.
Nu geloof ik wel, dat, als ik persoonlijk
niet. zooveel belang dn Godfried had gesteld,
en mevrouw d'Ecie had mij dan gevraagd
een handje te helpen koppelen, als de gele
genheid zich voordeed, ik misschien zooi nu
on dan met Hildred T regen na over hem zou
gesproken hebben*. Maar als zij het mij. op
die zelfde wijze gevraagd had, zou ik het in
geen enkel geval gedaan hebben. Immers in
plaats van openhartig te zeggen: „Gij weet,
dat deze meisjes rijk -worden. Hildred ts
een lief meisje cn zou een goed© partij voor
Godfried zijp,'- deed zij, of het geld geheel
buiten rekening bleef, en wetdd'e zij* uit-
over de wensohelijikhoid, dat een jongmensoh
op jeugdigen leeftijd in het huwelijk trad
en zoo mogelijk een meisje zocht, dat als
echtgenoot een goede figuur zou maken, en
de voordcelen genoten had eener zorgvuldige
opvoeding' Die oud© bedriegster! Wat wist
zij af van de opvoodings-metlhode, volgens
welke mevrouw Tregenna's dochters waren
groot gebracht? Wist zij, dat zij weken ach
tereen haar mceder niet zagen, gestraft wer
den naar de uitspraak der gouvernantes en,
nu zij volwassen waren, telkens, als zij, in
haar moeders gezelschap kwamen, comedie
speelden
„Hildred is .het meisje, dat ik mij altijd
als schoondochter gedroomd heb," ging baro
nes d'Ecie op klagenden toon. voort. „Do
vrouw van mijn oudsten zoon is mij nooit-
tot den minsten steun geweest, nooit. Maar,
als Godfried eens trouwt" en toen hield
zij plotseling op, alsof het genot van net
vooruitzicht van die gebeurtenis al te groot
voor haar was. Arme oude vrouw, ik moet
zeggen, dat ik bijna medelijden met haai*
kreeg, toen ik haar Ihet kaartenhuis zoo rag
opbouwen, dat naar alle waarschijnlijkheid
in elkander zou storten, vóór het zijn vol
tooiing genaderd was. Want. mocht- God
fried mi j trouw blij ren of niet, ik was er
zeker van, dat- hij nooit, onder welke om
standigheden ook, zoai kramen besluiten om
met Hildred Tregen na- te trouwen. Boven
dien, Hildred kcra ihem niet uitstaan.
Ik beken, dat ik niet' begrijpen kon, hoe
een meisje niet van Godfried kon houden
maar toch bewonderde ik haar grootelij ks,
da^ zij sterk genoog van geest- was, om dit
niet le doem
Na nog een poosje gepraat te hebben over
liet idyllisch vooruitzicht van een verloving
van Godfried en Hildred, stond barones
d'Ecie op en zeide zij, dat het tikl voor
fliaar was -om te vertrekken. ,.Gij moet mij
bepaald eens koonen opzoeken, kom eens bij
mij koffie drinken. Ik zal mevrouw Tre
gen na verzoeken een dag hiervoor vast le
stollen." Aldus eindigde zij, maar op het
zelfde oogenblik word dc deur geopend, en
mevrouw Tregenna, gevolgd door Hildred
en Mariontraden haastig binnen. Ik kan
verklaren, dat dk dcc© sierlijke, vlugge dame
vol drukte en, vriendelijkheid, nauwelijks
herkende, zoo verschillend wias zij van de
trotsch© aristocrate, die -miji nog maar een
week geleden zoo koud en onaangenaam in
deze zelfde kamer ontvangen had.
„Lieve barones d'Ecie,' riep zij uit, „wat-
ben ik blijde u te aden, hoe lief van u om
naar ons toe te komen. En dat ik nu juist
uit moest zijn! Waarom hebt gij niet laten
weten, dat ge komen zoudt?"
Ik keek onwillekeurig naar de twee meis
jes, maar zij zagen elkander juist veelbetee-
kenend aanin Hlldreds oogen was duide
lijke afkeer te lezen. „Ik zou het u zeker
geschreven hebben, lieve nicht," zeide baro
nes d'Ecie op haar minzaamston toon, „maar
ik wist niet zeker, of cr vandaag van komen
zou. Ik heb evenwel een brief hij mij, dien
ik u wilde laten lezentoen gij niet thuis
waart, heb ik van de gelegenheid geprofi
teerd om dit lieve kind te spreken."
Dit „lieve kind!" was ik. Zij was dus niet
gekomen met het- doel om mij te zien. Waar
om zon zij ook Ik was -maar een jong meisje,
dat zij l>egunstigd had. Niets meer.
„Eu hebt ge thee gehad'?" riep mevrouw
Tregenna.
„O jav, dank u zeer; uw bediende en juf
frouw Nugent hebben mij kostelijk van al
le» voorzien. Hildred, lieveling, geef mij een
kus."
Hildred kwam gehoorzaam nader en hield
plichtmatig haar wang voor baroaies d'Ecie's
lippen. Terwijl zij dit deed, ontmoetten haar
oogen de mijne, en op dat oogenblik dacht
ik aan een ann verschrikt konijntje in de
klauwen van een onbarmhartigen boaroon-
st-rictor. Ik voelde, dat ik eten onoverwinne
lijke n afkeer voor barones d'Ecie begon op
te vatton en ik geloof niet, dat dit ge
voel iets te maken had met mijn Godfried!.
„Gij kunt nu wel gaan, juffrouw Nugent,'
zeide mevrouw Tregenna eeuigszins scherp.
Ik zeide barones d Lede goeden dag, en
terwijl ik de deur opende, hoorde ik Marion
zeggen-: „Mogen wij ook weggaan, mama?
„Ja, ©sn poosje kunt gij wel gaan, maar
komt in een half uurtje terug."
Daarop gingen zij met mij mode naar bo
ven. Hildred was huiverig eu koud, waarom
Mam'selle haar een kop wanne thee gaf mot
een stuk geroosterd brood, dlat zij bij liet
vuur in do schoolkamer had klaargemaakt
wij zeiden altijd kinderkamer, maar hot was
eigenlijk de schoolkamer.
„O, nu beu ik weer beter, lieve Mam'selle
tje," zeide zij zenuwachtig. „Zij maakt mij
altijd zoo naar, ik ik ik ben toch zoo
bang voor haar."
Ik nam haar hand in de mijne en begon
die te streolen. Ik had modelijden met haar.
„Zij heeft zeker een brief vau hem gehad,"
ging het meisje voort, „dien zij aan mama
wil laten lezen. O, wat heeft zij toch nare,
scherpe oogen. Ik hoop maar, dat we vóór
het eten niet naar beneden behoeven te gaan."
Klaarblijkelijk echter vertrok barones
d'Ecie, zonder haar lieveling goeden dag te
zeggen, want- de twee meisjes bleven bij ons
rond het vuur zitten keuvelen, totdat haar
moid ze kwam roepen om zich voor hot diner
te gaan kleedëu.
Ik hoorde ook niet eerder ietg van barones
d'Ecie dan drie dagen later, toen Hildred mij
ongeveer tien minuten voor het oten van uit
haar kamer toeriep„Toe, juffrouw Nugent,
kom even een oogen blikje beneden bij mij!"
Ik ging dadelijk. ,,0, hebt ge een partijtje?"
vroeg ik. „Eu is dat uw nieuwe japon? Hoo
beelderig!"
Zij zag mij droevig aan. „Ja, die moet ik
aantrekken, mama heeft ze voor mij laten
maken. Hij moet bier vaudaag eten!"
„Hij wie? Godfried toch niot?"
„Ja, mijnheer d'Ecie," zeide zij, met het
hoofd knikkend en mij rampzalig aanziend;
zij bemerkte klaarblijkelijk niet, dat ik mij
daar leelijk versprak met dat „Godfried".
„En och, juffrouw Nugent, ik ben zoo diep
ongelukkig, zoo rampzalig. Wat moet ik be
ginnen, als zij hem hebben overgehaald
„Zij zullen hem niet hebben overgehaald,"
zeide ik kortaf, en mijn jftem klonk zelfs in
mijn eigen ooren hard en scherp. „Mijnheer
d'Ecie is er de man niet naai-, om tot iets
overgehaald te wordetu. Iemand met zoo n
kin is niet gemakkelijk te overhalen."
„Gelooft gij werkelijk niet?"
„Ik ben cm zeker van," antwoordde ik;
maar noohthans was ik cr in het diepst mijns
harten volstrekt- zoo zeker niet vaiu
Zij zng ca* aardig uit, was met smaak ge
kleed en had oen zeer groot fortuin te wach
ten. Het verwonderde mij eigenlijk inder
daad, dat Godfried! zijn hart al niet lang
was kwijtgeraakt, vóór hij mij zag.
„Ik heb u gevraagd even bij mij te komen,
omdat ik wist, dat u mij mood zoudt inspre
ken," zeide zij treurig. „Marion doet hier ook
haar beet wel voor, maar het lukt haar niet,
en zij is even bang voor mama als ik. Ik ben
nu al beter ik voel mij dapperder, wer
kelijk!"
Wordt vervolgd.