BINNENLAND. ben geteld deed een klewangaanval op den len luitenant Scbeuer toen deze van de groep tot dekking der wegwerkers naar het bivak terugkeerde on zich daarbij slechts deed ver gezellen door den Europceschen fuselier Storm, een inlandsch fuselier en een inlandsch marechaussee. Beide cerstgenoemdon sneuvelden, de ge wonde marechaussee kon terugkeeren naar het detachement en de in lands ohe fuselier ontkwam in het hooge riet den volgenden dag meldde hij zich in het bivak. Wie de aanvallers, waren, is nog niet uit gemaakt. Een hunner werd neergelegd. Een patrouille onder den onder luitenant Admiraal, overviel aan de Kwala Peusnn gan een bende, wier aanvoerder sneuvelde en waarvan twee man krijgsgevangen werden gemaakt. Als buit vielen den onzen in han den een geweer M. '95. twee bcaumont-ge weren en een grootc hoeveelheid munitie en blanke wapens. De Java-Bode teekent hierbij aan ..Het uit Koet a-Radja ontvangen telegram brengt eonige bijzonderheden omtrent de overvalling van een paar man der groep, welke onder commando van den len luitenant der infanterie H. M Schcucr oen af deeling wegwerkers op de grenzen dor Gajoelanden dokte. Do gesneuvelde officier schijnt zich, slechts vergezeld door don Europceschen fu selier Storm, ecu inlandsch fuselier en een inlandsch marechaussee, van de dekking te hebben afgezonderd en zich naar het bivak te hebben begeven, dat op ongeveer een uur afstands ligt van do plaats waar aan den weg werd gewerkt. Dezo onvoorzichtigheid boette do jonge man met zijn lovendo Europeesche fuselier schijnt met hem geval len to zijn, do beide inlanders, één gewond, één ongekwetst, wisten in het hooge riet te ontkomen, hun wapens achterlatend. Hoe wel het zeer menscholijk moet worden ge acht, dat do beide inlanders na het vullen van beide Europeanen, voor do groote over macht hun heil in de vlucht hebben gezocht, zal over deze onfortuinlijke broeders do krijgsraad toch waarschijnlijk oen niet zeer malach vonnis vellen. Lafheid te velde kan niet. worden geduld." De gouden pajongs afge schaft. Het Indische Nieuws van den Dag meldt De gouverneur-generaal lieeft zijn aeïhaesie gehecht aan het voorstel tot afschaffing van de pajong als distinctie-teeken voor bestuurs ambtenaren, met uitzondering voor die in de Vorstenlanden. Kameroverzicht Tweede Kamer. Vergadering van Woensdag 23 November. Geopend 11 ure. De Voorzitter dee't mede, dat de af- deelingen tot voorzitters hebben gekozen do hoeren Michicls van Verduynen, Kolkman, It'uk, Van Dedem en De Savornin Lohman. en tot onder-voorzitters de heeren Lucasse, Heemskerk, Smeengo, Pompe van Meerder- voort en Peret. Indische bogrootiug 1905. De algemoeno beschouwingen worden voort gezet. Dj hoor Van Kol, zijne rede vervolgen- do, betoogt dat do schandoschula van Neder land tegenover Indië nog altijd op de begroo ting voorkomt. Hoewel hij blijrt betreuren de schriele wijze, waarop Nederland thans hulp zal bieden, keurt hii toch goed hetgeen deze minister wil doen, al voorziet hij, dat de hub) in do verste verte ni ?t voldoende ;s. Wil men inderdaad op Java de cultuur ge deeltelijk door de nijverheid vervangen, dan zullen er ever veel millioenen noodig zijn als men nu tonnen wil geven.. Elke expansie politiek moet terzijde gesteld worden en het aantal expedities moet bewerkt worden. Ja, men wil in de richting sturen met woorden, maar do daden oewijzen het tegendeel, tot vloek voor Nederland en Indië Daar moet een einde aan komen. Over de Gajoe- en Al'aslanden heeft Spr. het zijne bij het adres debat gezegd, doch met een enkel woord komt hij nog op de Alaslanden terug, waar onze veroverngszucht ons weer parten heeft gespeeld. Do Alassers hebben gedaan wat zij konden om dc Atjehschc benden uit hun land te weren. Wij zouden hen daarbij helpen, maar hebben Nederlandsche benden in plaats van Atjehscho aan het moorden gezet, onder verantwoordelijkheid van de Nederlandscho bourgeoisie Hetzelfde geldt voor de Bataklanden. Neg steeds is ons recht niet bewezen om daar binnen to dringen. En moest ons gezag daar gevestigd worden, dan had het juist daar op vredelievende wijze kunnen geschieden. Mede komt Spr. met kracht op tegen de Djanrbi- expeditie, die alleen op touw is gezet met kapitalistische doeleinden, n.l. in het belang der petroleum-exploitanten. Ook daar is er gekonkeld en gescharreld. Wat dc expeditio naar Boni betreft, deze is noodig geworden door onze eigen sleur- regeering. Wij hebben het kwaad daar laten voortwoekeren, tot gewapend optreden noo dig was. Dat had voorkomen kunnen wor den. De heer T y d e m a n. Komt die in do Handelingen. Niet, dan zou ik haar toch aan den Minister geven. Dc hoer Van Kol stelt d© kaart ter be schikking van den Minister en vervolgt zijn rede. er op wijzende, dat- wi: met vuur spe len. En wanneer een der mogendheden ons eens vroeg naar onzen rechtstitel voor het bezit onzer koloniën, wat zouden wij dan moeten antwoorden? Wederom dringt. Spr. aan op inkrimping van ons koloniaal beziti Vorder wijst Spr. er op, dat wij het eenige land zijn, dat een autocratisch best-uur in zijne koloniën heeft ingevoerd en het eenige land nu Spanje verdwenen is waar zulk een immoreele financieel© politiek ge voerd wordt. Vooral op Borneo, dat nog half oen wildernis is, grenzende aan het wel varende Engolsche gedeelte, blijkt ons wan beheer. Thans nog een oogenblik over de koelie- contracten. Mot ergernis heeft Spr. gezien, dat de rapporten over het onderzoek van mr. Rh en rev aan de Kamer onthouden wor den. Het is een plicht van den minister om aan de Kamer het licht te verschaffen, dat zii noodig heeft bij hare beoordeeling der feiten. Daartegen protesteert Spr. Hij hoopt dat de nieuwe gouv.-generaal Van Heutsz eindelijk eens licht zal brengen. Ten slotte zegt Spr., dat hij en de zijnen zich zullen blijven verzetten tegen elke uit breiding van gezag, ook in de buitenbezit tingen. Als regel moet gelden het gezag zoo veel mogelijk over te laten aan eigen hoof den en eigen bestuur, tenzij de belangen van het land zooals in Deli zich daar te gen verzetten. Voldoende is een protectoraat onzerzijds, gelijk Frankrijk en Engeland met succes toepast. De heer Roe 11 herinnert aan hetgeen hij verleden jaar heeft gezegd over de hulpver leening aan Indië en brengt, hulde aan den minister van koloniën voor den ijver en ernst waarmede hij zijn taak opvat. Ook brengt hij hem hulde voor de extra departementale wijze waarop hij zijne begrooting inricht en toelicht. Na hetgeen over den financieelen toestand is gezegd door den heer Cremer zal spr. daar niet verder over uitweiden. Hij zal zich dus bepalen tot het ontwerp dat strekt tot ver hooging der economische ontwikkeling van Indië. Met voldoening constateert spr. dat de minister heeft voldaan aan zijne verleden jaar afgelegd© belofte. Vooraf moet. hij op merken dat de minister hier niets nieuws voorstelt door deze zaak bij afzonderlijk wets ontwerp te regelen. Dat dit stelsel zou neer komen op eon vermomd recht van amende ment voor de Eerst Kamer acht spr. onjuist. Het recht van amendement is een positief recht, terwijl de Eerste Kamer slechts een negatief recht bezit. Evenwel is spr. er wel voor om aan de Eerste Kamer het. recht van amendement te geven. Aan den minister vraagt Spr. of alleen de vlottende schuld tot en met 1904 ton laste van Indië zal worden geconsolideerd en dus geen uitgaven voor 1905. In het eerste geval zou Spr. zich met den maatregel kunnen vereenigen, maar liever had hij een scherp omlijnd stelsel, waarin gewone en buitenge wone uitgaven scherp gescheiden werden. Met genoegen heeft Spr. gezien, dat de minister de consequentie niet aanvaardt. De heer De Visser brengt buide aan dezen bewindsman voor hetgeen hij gedaan heeft in liet belang van de inlandsche chris tenen. Het beleid van dezen minister en zijn toewijding aan de zending verdienen allen lof en Spr. begrijpt zich dan ook het ver wijt van den heer Van Kol niet-, waar deze toch zelf de weldaden der zending zal moe ten erkennen. Zijn aanval, Spr. herhaalt het, begrijpt hij niet., .vooral niet zijn aanval op Halmahei ra. Wat de regeling der rechtspositie van de inlandsche Christenen betreft. Spr. juicht het toe, dat de minister eenigen tijd met zijn ontwerp heeft gewacht, tot hij ons een nieuw stelsel kon aanbieden. Over de Gajoe en Alaslanden zal Spreker weinig zeggen. Het verwondert hem, dat ons optreden in de Gajo-landen gebillijkt en dat in de Alaslanden afgekeurd werd, waar voor het optreden in beide landen gelijke aanlei ding bestond Spr. wijst op de pogingen die zijn gedaan, om langs vreedzamen weg de zaken in de Alaslanden te regelen en do vrouwen te 9paren. Met do voorgestelde maatregelen tot ver betering van den economise hen toestand van Indië' gaat Spr. in hoofdzaak mede. Ten slotte wijst Spr. er op, dat het onmo gelijk ia voor Nederland om den renteposfc van f 3,800,000 van de leeningen over te nemen. Dat laten onze middelen niet toe en bovendien zou men verder moeten gaan. Neemt men de loening van 1883 over, dan zou men ook die van 1898 moeten overne men. Aan s ministers voorstellen zijn dan voor Spr. ook minder bezwaren verbonden, en hij geoft daaraan de voorkeur boven an dere aangegeven systemen mede, omdat men in Indië nu weet aan welk bedrag men zich houden kan en zich daarnaar regelen kan. De heer Van Karnebeek wil bij de beschouwingen der financieel e voorstellen niet vervallen in pessimisme noch in opti misme, maar met onbevangen oog de zaken overzien. Lettende op het karakter der In dische bevolking betwijfelt Spr. of men haar zal kunnen geven een sterko economische ruggegraat. Een enkel woord wil ook Spr. zeggen over die z.g. oereschuld. Spr. gelooft dat die verdedigers van die eereschuld een belangrijken post op onze credictzijde heb ben vergeten, en wol deze dat do Javanen in geheel anderen toestand zouden verkee- ren, wanneer zij niet onder ons bestuur had den gestaan. Wat- Java is heeft het aan het Moederland te danken, en daarom trekt Spr. zich als Nederlandsch Staatsburger hoege naamd niets van die eereschuld aan. Wat de verbetering van den veestapel aan gaat, uit. Spr. de vrees, dat die verbetering zal leiden tot vermindering, hetgeen hiji nu juist geen aanwinst zou vinden. Gaarne vernam Spr. van don minister, hoe deze zich voorstelt, dat zijn stelsel zal werken, als er nieuwe vlottende schuld komt. Dat dient men te weten, voor men den eersten stap doet in de nieuwe richting. De heer Dc Waal Male fijt verheugt zich over de genomen maatregelen in het belang van do bijzondere scholen in Indië. Ook Spr. komt op tegen hetgeen de heer Van Kol gezegd heeft over liet christendom ea de zending in Indië. Hij wijst er op, dat op een congres der socialisten een resolutie is aangenomen, om den invloed der zending te breken en in verband daarmede laat zich de aanval van den heer Van Kol, dien de heer Visser niet begreep, verklaren. Hierna ontwikkelt Spr. zijne zienswijze over den financieelen toestand in Indië, die bedenkelijk is geworden door het wegvallen van vele cultuurbaten. Spreker vereenigt zich met den lof den minister toegezwaaid voor zijn maatregelen tot leniging van den nood der inlandsche be volking. De rechtspositie der inlandsche christenen is zoo ingewikkeld, dat spreker zich kan begrijpen dat de minister tijd noo dig had om die in het ontwerp te belichamen. Wat de regeling der financiën van Indië betreft verklaart spreker zich togen het ge ven van oen groot bedrag in eens aan Indië. De heer De Stuors vraagt inlichtingen omtrent onze roemrijke excursie in de Gajoe-, Aias- en Baltaklanden, waarbij 3148 mannen vrouwen en kinderen werden neergelegd, te genover 28 soldaten onzerzijds. Spr. noemt aio excursie gewoonweg een moordpartij, ge pleegd onder die eerlijke, oude Nederland sche vlag. Het geleek wel of men een bende bloedhondeu had losgelaten. Hoe zijn die feiten overeen te brengen met de christelijke beginselen en beschaving! Een gevoel viii weemoed en droefheid is over Spreker geko- men bij het lezen der berichten die een blaam werpen op een roemrijk Indisch leger, ma ir meer nog op de mannen, die niet voor zien hebben hetgeen onvermijdelijk gebeuren moest. Denkt men dat zoo iets leiden zal tot pacificatie? Dat. de vijaud vrouwen ge bruikt heeft als schild, daarvan gelooft Spre ker niets. Aan al die betoogingen van ons souverciniteitsrecht hecht Spr. evenmin als aan de andere aangevoerde argumenten voor de expeditie. Al de aangevoerde argumen ten noemt Spreker apenkooi. Vermelding ver dient ook nog, dat. terwijl het hoofd der colonne mannen en vrouwen doodschoot', men achter aan de colonne bezig was om te onderzoeken of er ook petroleum in den bo dem te vinden was. Ten slotte zegt. Spr., dat, willen wij beschaving brengen, als het ten minste daarom te doen is, dat wij dit dan moeten doen met gedula. maar niet met het zwaard. De oorzaak van alles ziet Spreker in het onbeteugelde militairisme en het machts vertoon en geweld dat nu eenmaal onafschei delijk is van den soldaat. Hier had men zendelingen moeten gebruiken en geen pa trouilles. Met een minister-militair, een gou- verneur-generaal-militair, en een gouverneur- van-At-jvh-militair zullen wij e: niet- op voor uitgaan Spreker hoopt echter, dat verdere schandalen zullen v orkomen worden. Heden te 11 uur voortzetting. Berichten. De Staatscourant van Donderdag 24 November 1904 bevat, de volgende Koninklij ke besluiten erkend en toegelaten als consul-generaal der Republiek van San Marino te Amster dam, J. J. S. R. Zimmerman- •benoemd tot ridder in de Orde van den. Ned. Leeuw, mr. -J. P. Kraakman, procu reur te Alkmaar; op verzoek eervol ontslagen als leeraar aan de R. H. B. S. te Groningen C. Timmerman benoemd tot directeur van het postkan toor te Zuthphen G. Brugh, thans in gelijke betrekking te Goes; op verzoek eervol ontslagen de commies der posterijen le kl. J. F. Rommel. H. M. de Koningin-Moeder keert 30 November in den voormiddag te 's Graven- li age terug. Naar men verneemt zal Z. K. H. prins Hendrik der Nederlanden deelnemen aan een jachtpartij, die Vrijdag 2 December op de landgoederen vain W. ba.rom van Nagel te Barneveld gegeven zal worden. Hare Majesteit- de Koningin heeft op 22 November 1904 in bijzonder gehoor ont vangen den nieuw "benoemden buitengewonen gezant en gevolmachtigden minister van de republiek Paraguay bij rloogstderzelver Hof, den heei- José Irala., en,den nieuw benoem den buitengewonen gezant en gevolmachtig den minister van het Zwitsersche Eedgenoot schap bij gezegd Hof, den heer Gaston Car- lin, welke heeren aan Hare Majesteit hunne geloofsbrieven in gemelde hoedanigheid heb ben overhandigd. (Stct.) Omtrent den bij ons Hof nieuw geac crediteerd en gezant van Paraguay deelt men, aan het Dbl. mede, dat dr. José Isala tevens geaccrediteerd is bij, de gouvernementen van. Italië, Oostenrijik-Hongairijc, Duitschland eni Zwitserland. Het is de eerste maal, dat de republiek Paraguay een vertegenwoordiger aa.n het Nederlandsche Hof benoemd. Z.Exc. dr. José Isala is een zeer ontwik keld man, een van de knapste politieke per soonlijkheden vaai de Republiek en heeft reeds zeer vele diensten aan zijoi land bewe zen. Hij is professor in bet burgerlijke rechit aan do Nationale Academie geweest, afge vaardigd©, lid van de Kamer, president van do rechtbank, minister van Justitie en van Onderwijs en is als advocaat zijn loopbaan begonnen. Op 21 November 1904 heeft aan het departement van buitenlandsche zaken plaats gehad de nederlegging der akten van bekrachtiging van China nopens de na te noemen akten, geteekend 29 Juli 899 ter Internationale Vredesconferentie, te weten I. Het verdrag voor de vreedzame beslech ting van internationale geschillen; II. Het verdrag betreffende de toepassing op den zee-oorlog van de beginselen der Con ventie van Genève van 22 Augustus 1864; III. De verklaring houdende verbod tot het werpen van projectielen of ontplofbare stoffen uit ballons of op dergelijke nieuwe wijpen IV. De verklaring houdende verbod tot beziging van projectielen met bet eenige doel verstikkende of vergiftige gassen te ver spreiden V. De verklaring houdende verbod tot beziging van kogels, dié zich in het men- echelijk lichaam gemakkelijk, uitzetten of vervormen, zooals kogels met harden man tel, waarvan de mantel niet geheel de kern dekt of van inkervingen voorzien is. De Staatscommissie, bij Kon. besluit van 20 A'pril 1903 benoemd om een onderzoek in te stellen omtrent de arbeidstoestanden bij het spoorwegpersoneel, heeft hare taak voltooid door de door baar verzamelde en bewerkte statistische gegevens betreffende het spoorwegpersoneel aan sommige sectiën, de pots en, stations van de M. t. E. van Staats spoorwegen en van de H. IJ. S. M- aan H. M. de Koningin aan te bieden. Dit stuk is thans in druk verschenen. De zaak-Van Diggelen. Men meldt uit Steen wijk De beide vrijzinnige kiesvereerrigingen al hier zullen vermoedelijk morgenavond ver gaderen, naar aanleiding van het schrijven van den heer Van Diggelen. Bescherming van gemeente- n aren. Dc heer Van de Kamp, lid van den Raad van Haarlem, heeft bij B. en W. dier gemeente het verzoek ingediend om onder de voorwaarden van aanbesteding van het open bare slachthuis ook op te nemen dat, mocht de aannemer buitën de stad wonen, hij ver plicht zal zijn, behoudens force majeure, zijn arbeidskrachten uit de gemeente Haarlem te betrekken. Jhr. mr. A. R. P. van Kinschot, grif fier bij het tweede kantongerecht te Rotter dam, heeft eervol ontslag uit die betrekking gevraagd. Door de rechtbank te Almelo is op gemaakt de volgende alphabetische lijst van- aanbeveling voor rechter in dat collegejhr. mr. J. v. d. Does, ambtenaar van het O. M. bij het kantongerecht te Zutphen mr. C. J. J. de Jonoheere, subst.-griffior biji de recht bank te Amsterdam en mr. M. K. J. J. ter Kuile, griffier bij de rechtbank te Almelo. Tegen het voorjaar zal openvallen de betrekking van directrice van het sanato rium Oranje Nassau's Oord, daar de tegen woordige directrice mej. R. Tibenga, voor nemens is alsdan in het huwelijk te treden. De honderdste verjaardag. Mej. de wed. Magdalena Oerlemans, geb. Kollemans, wonende in de Persoonstraat te Rotterdam, vierde gisteren haar lOOen ver jaardag. Het leven van deze krasse vrouw heeft een kalm beloop gehad; nooit is zij ernstig ziek geweest en ook thans is zij nog opge wekt en helder van geest. Zij spreekt gaarne over bet verleden© en weet nog goed dat zij op 6-jarigen leeftijd Napoleon te Rotterdam gezien beeft, toen deze m 1810 de landswerf kwam inspecteeren. Zij houdt zicli nog steeds bezig met een brei- of stopwerkje en leest nog zeer flink in den bijbel. In den ouderdom van ruim 82 jaren overleed Dinsdag plotseling te Winschoten de heer mr. W. A. Offerhau®, notaris te Nieu- wolda. Hij was de nestor der notarissen in ons land. De overledene was officier in de Oranje-Nassau-Orde. Vrijdagmiddag te half. twee zal het stoffelijk oversdliot van Th. De Bock in bet Mausoleum op de begraafplaats te Haarlem worden bijgezet. Om half één zal de stoet het sterfhuis verlaten. De Christelijk-historiscben in de pro vincie Noord-Holland zullen, naar in De Ne derlander wordt medegedeeld, een provincia len landdag houden. Een speciaal comité heeft zich voor de or ganisatie van dien landd- j gevormd en is samengesteld als volgtmr. H. Verkouteren, te Amsterdamdr. J. Tb. de Visser, te AmsterdamJ. ter Haar Jr., te Amster dam; J. van der Smit Jr., te Hil versum W. Klein, te BussumB. F. Wes- terouen van Meeteren, te Haarlem; W. J. Kernkamp, te Edam; mr. B. I. Zubli, té Bennebroek. De bijeenkomst is bepaald op Woensdag 28 December a.s. te Amsterdam. De heeren J. van der Smit Jr., te Hilver sum en A. Harmsen Jr., te Amsterdam, zul len als sprekers optreden. De eerste beeft tot onderwerp gekozen: ,,De nieuw voorge stelde wet op het lager onderwijs" en de tweede zal „auze gemeente-politiek" behan delen. Daarna zal nog de algemeene politieke toestand besproken worden. In de jaarvergadering van de Neder landsche vereeniging tot bevordering van Zondagsrust, die 30 November a.s. te Leeu warden zal worden gehouden, zullen in de openbare vergadering 's avonds als sprekers optreden de heeren B. Klein Wassink, pre dikant te Leeuwarden en F. X. W. Bult, R.-K. priester en rector van het St. Gre- goriushuis te Utrecht. In de algemeene vergadering van de leden der Academie van Beeldende ^Kunsten to 's Gravenhage, zijn in de plaats van de raadsleden de heeren A. Le Comte, W. Schlüsen en O. Bisschop, van welke de eerste zich metterwoon te Rotterdam gevestigd heeft en de beide anderen door den dood aan den Raad ontvallen zijn, gekozen de heeren Th. K. C. Sluijterman, N. H. Klaas- sen en H. J. van der Weele. De commissie van toezicht op de Rijks academie van Beeldende Kunsten heeft aan gaande den in 1904 gehouden prijskamp in de schilderkunst beriaht, dat de uitspraak der jury was, dat de gouden medaille werd toegewezen aan den heer J. C. B. Sluyters en dat de jury van oordeel was, dat er alles zins termen aanwezig waren, om hem aan te bevelen voer het jaargeld aan de onderschei ding verbonden. De commissie kan zich met die zienswijze geheel vereenigen. Zij vermeent, dat de heer Sluyters zoozeer blijken heeft gegeven van talent en aanleg, dat op hem kan worden toegepast artikel 15 der wet van 26 Med_1870 (Staatsblad no. 78). Bij Koninklijk besluit van 12 November 1904 no. 45 is aan J. C. B. Sluyters toege kend de gouden ©erepenning, bedoeld bij artikel 13 der wet van 26 Mei 1870 (Staats blad no. 78) en is hem voorts voor het tijd vak van 1 December 1904 tot 30 November 1905 een jaargeld van f 1200 verleend, be stemd om hem in de gelegenheid te stellen zich in de schilderkunst te volmaken. Het bestuur der Noord-Nederl. Opera deelt mede, dat het zich van de firma Hen gel Cie, te Parijs, het uitsluitend eigen- doms- en opvoeringsrecht verzekerd heeft van de muziek van „Herbergprinses" van Jan Blockx, welk hier te 1 -nde zoo populair geworden werk weder zeer spoedig voor het voetlicht zal komen. De instudeering is in vollen gang en allo zorg wordt besteed, dat deze opera onder dezelfde gunstige voorwaar den als het vorige jaar zal worden opgevoerd. Zeer waarschijnlijk komt de componist deze reprise weer zelve leiden. Ween er Operette. Heinrich Zeilers Original Yriener-Operctte-Gezelschap zal nog 20 voorstellingen in ons land geven in de maand December. P r ij s v r a a g. Architecture et Arni- citia heeft een prijsvraag uitgeschreven voor Nederlandsche bouwkunstenaars, ter gelegen heid van haar 50-jarig bestaan. Het vraagt een ontwerp van een gouvernementsgebouw voor de provincie Noord-Holland, te Haar lem. Als eerste prijs wordt uitgeloofd een som van vierhonderd gulden, als tweede prijs een som van tweehonderd gulden, als derde prijs een som van vijftig gulden, alle met l.ct diploma van het Genootschap. De medewerking aan deze prijsvraag is opengesteld voor alle Nederlandsche bouw kunstenaars. De opening der Biologische tentoon stelling is voorloopig bepaald op Maandag 19 Juni en de sluiting op Woensdag 28 Jurni 1905. Zooals bekend is wordt dezo tentoonstel ling te Amsterdam in „Artis" gehouden. Belangrijk legaat. Men schrijft aan de Avondpost, dat door wijlen den heer G Vos te Amsterdam overleden, f 50.000 is gelegateerd aan de Roomsch-Kath. Zieken verpleging aldaar. Wijlen do heer Th. J. Joling heeft aan de r.-k. bijz. scholen, de r.-k. armen en de Vinoentiusvereenigiiig, te Culemborg, ieder voor een gelijk deel vermaakt zijn nalaten schap, na aftrek van legaten, geschat op een waarde van pl.m. f 15,000. De Middenstand en de oooperatie der H. IJ. S. M. Van een der bestuursleden van den „Middenstand" vernam De Tel. het een en ander over heb onderhoud, dat een tweetal afgevaardigden van d'eeen bo>nd met de directie der H. IJ. S. M. gehad hebben over de coöperatieve ver eeniging „Voor allen der H. IJ. S. M." De afgevaardigden betreurden het, dat de H. IJ. S. M. subsidies verleende aan deze ver eeniging, waartegen echter verklaard werd, dat deze subsidies uitsluitend werden gegeven voor de verschillende instellingen der ver eeniging, zooals voor de spaar- en voorschot- kas, het ondersbeiumingsfonds, de studie-in stellingen, de bibliotheek en dergelijke. Ech ter werd geen subsidie verstrekt aan de ver brui ksvereeniging, hetgeen uitdrukkelijk be paald was. De overige gunsten, die de ver eeniging geniet, zooals dienst- en vrij ver voer, zijn dezelfde, die aan elk lid van het personeel, overeenkomstig de reeds tiental len van jaren bestaande bepalingen worden verstrekt. Inzonderheid wees de H. U. S. M. er op, dat b.v. dienstvervoeir verleend wordt aan personeel, dat zijjn koopwaren van eldei"s en van andere leveranciers betrekt, zoodat van het verieeneu van een gunst aan de coö peratieve vereeniging geen sprake is. Verder was het niet mogelijk verandering te brengen in de regeling, dat voor het per soneel, dat daartoe het verzoek gedaan heeft, op de loonlijsten wordt ingehouden, hetgeen zij voor contributie etc. aan de vereeniging schuldig zijn, welke regeling volgens de H. IJ. 8. M. zeer door het betrokken personeel op prijp wordt gesteld. De afgevaardigden van den „Middenstand" meenden deze in houding te moeten beschouwen als een in ning van gelden door de H. IJ. S. M. en acht ten dit onbillijk tegenover handelaars, die •hiervoor moesten betalen. Thans heeft de directie in een schrijven aan den „Midden stand" medegedeeld, dat zij in het vervolg de coöperatieve vereeniging voor het in te houden bedrag de gewone kassiersprovisie in rekening zal brengen. Meer kan de directie niet doen en zij hoopt, dat thans de „Mid denstand" zal medewerken om een einde te maken aan de agitatie, die tegen de vol gens haar hoogst nuttige instelling ge voerd wordt. „Het Volk" maakt melding van een motie door zeelieden (scheepsgezellen) Maan dagavond te Amsterdam bijeengekomen, aan genomen tegen de bemanning van schepen der Kon. Ned. Mij. tot Expl. van Petroleum- bronnen in Ned.-Indië, reeds in Nederland sche havens, met goedkoope Aziatische werk krachten. De Alg. Nederl. Zeemaudsbond zal nu de directie dezer Maatschappij verzoeken, voor de twee nog te bemannen schepen slechts Hollandsche gezellen te nemen tegen de thans geldende Amsterdamsehe voorwaarden en loonstandaard. Aan het bondsbestuur werd verder opge dragen die maatregelen te treffen, welke het, in overleg met de inlandig zijnde gerel- len, tot handhaving van de rechten der Ne derlandsche zeelieden noodig mocht achten. D'e typografenstaking te Winschoten. Te Winschoten is gisteren avond de heer H. Huizer, chef van de boek eu courantdrukkerij' „Oldambt", biji het ver laten van een vergadering aldaar, aangeval len door twee stakende typografen, zeer na bij zijne woning. Op het geroep van moord kwamen de 1 uren hem verlossen. Dc politie heeft de zaak in handen. De werkstaking der glasbla zers. Naar aanleiding van de telkens rond gaande berichten, dat er een nijpend gebrek aan flesscben komt, schrijft men aan de Schied. Ct. van tot oordeelen bevoegde zijde, dat dit nijpend gebrek lo. niet bestaat, aan gezien Duitschland geregeld levert; 2o. wan neer er gebrek bestaan heeft, dit zich lang zamerhand herstelt, daar successievelijk alle flesschenverbruikers hunne bestellingen bij Duitsche fabrikanten hebben gedaan. Door een groot distillateur te Schiedam werden die Duitsche flesscben zeei' geroemd. Er bestaat dus wel gevaar, dat de levering van flesschern, die nu tijdelijk geheel in Duit sche banden is, gedeeltelijk daarin blijven zal. De fabrieken van Gerresheim, Flensburg, Nienburg en andere hebben thans in elk ge val volop werk voor Hollandsche firma'a De moord op den stations chef te Veghel. Het gerechtshof te 's Hertogenbosch heeft bevestigd het vonnis der rechtbank aldaar, waarbij dè gewezen adsistent aan het station Veghel Van de Ven wegens moord op den stationschef Sey- ler, tot twintig jaar gevangenisstraf is ver oordeeld, onder aftrek der preventieve hech tenis. De vergiftigingszaak in de Haarlemmermeer. Heden zal voor de Haarlemsche rechtbank behandeld wor den do zaak tegen vrouw Datema, geb. Speel- mans, beklaagd haar man, caféhouder in. de Haarlemmermeer, door middel van arseni cum om het leven te hebben gebracht. De dagvaarding vermeldt daaromtrent het vol gende: Aan DingemaSpeelmans, 45 jaar, ^zonder beroep, wonende te Haarlemmermeer, thans gedetineerd in het huis van bewaring te Haarlem, wordt ten laste gelegd, dat zij op

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 2