BINNENLAND.
ben geteld deed een klewangaanval op den
len luitenant Scbeuer toen deze van de groep
tot dekking der wegwerkers naar het bivak
terugkeerde on zich daarbij slechts deed ver
gezellen door den Europceschen fuselier
Storm, een inlandsch fuselier en een inlandsch
marechaussee.
Beide cerstgenoemdon sneuvelden, de ge
wonde marechaussee kon terugkeeren naar
het detachement en de in lands ohe fuselier
ontkwam in het hooge riet den volgenden
dag meldde hij zich in het bivak.
Wie de aanvallers, waren, is nog niet uit
gemaakt. Een hunner werd neergelegd.
Een patrouille onder den onder luitenant
Admiraal, overviel aan de Kwala Peusnn
gan een bende, wier aanvoerder sneuvelde
en waarvan twee man krijgsgevangen werden
gemaakt. Als buit vielen den onzen in han
den een geweer M. '95. twee bcaumont-ge
weren en een grootc hoeveelheid munitie en
blanke wapens.
De Java-Bode teekent hierbij aan
..Het uit Koet a-Radja ontvangen telegram
brengt eonige bijzonderheden omtrent de
overvalling van een paar man der groep,
welke onder commando van den len luitenant
der infanterie H. M Schcucr oen af deeling
wegwerkers op de grenzen dor Gajoelanden
dokte. Do gesneuvelde officier schijnt zich,
slechts vergezeld door don Europceschen fu
selier Storm, ecu inlandsch fuselier en een
inlandsch marechaussee, van de dekking te
hebben afgezonderd en zich naar het bivak
te hebben begeven, dat op ongeveer een uur
afstands ligt van do plaats waar aan den
weg werd gewerkt. Dezo onvoorzichtigheid
boette do jonge man met zijn lovendo
Europeesche fuselier schijnt met hem geval
len to zijn, do beide inlanders, één gewond,
één ongekwetst, wisten in het hooge riet te
ontkomen, hun wapens achterlatend. Hoe
wel het zeer menscholijk moet worden ge
acht, dat do beide inlanders na het vullen
van beide Europeanen, voor do groote over
macht hun heil in de vlucht hebben gezocht,
zal over deze onfortuinlijke broeders do
krijgsraad toch waarschijnlijk oen niet zeer
malach vonnis vellen. Lafheid te velde kan
niet. worden geduld."
De gouden pajongs afge
schaft. Het Indische Nieuws van den Dag
meldt
De gouverneur-generaal lieeft zijn aeïhaesie
gehecht aan het voorstel tot afschaffing van
de pajong als distinctie-teeken voor bestuurs
ambtenaren, met uitzondering voor die in
de Vorstenlanden.
Kameroverzicht
Tweede Kamer.
Vergadering van Woensdag 23 November.
Geopend 11 ure.
De Voorzitter dee't mede, dat de af-
deelingen tot voorzitters hebben gekozen do
hoeren Michicls van Verduynen, Kolkman,
It'uk, Van Dedem en De Savornin Lohman.
en tot onder-voorzitters de heeren Lucasse,
Heemskerk, Smeengo, Pompe van Meerder-
voort en Peret.
Indische bogrootiug 1905.
De algemoeno beschouwingen worden voort
gezet.
Dj hoor Van Kol, zijne rede vervolgen-
do, betoogt dat do schandoschula van Neder
land tegenover Indië nog altijd op de begroo
ting voorkomt. Hoewel hij blijrt betreuren
de schriele wijze, waarop Nederland thans
hulp zal bieden, keurt hii toch goed hetgeen
deze minister wil doen, al voorziet hij, dat
de hub) in do verste verte ni ?t voldoende ;s.
Wil men inderdaad op Java de cultuur ge
deeltelijk door de nijverheid vervangen, dan
zullen er ever veel millioenen noodig zijn als
men nu tonnen wil geven.. Elke expansie
politiek moet terzijde gesteld worden en het
aantal expedities moet bewerkt worden. Ja,
men wil in de richting sturen met woorden,
maar do daden oewijzen het tegendeel, tot
vloek voor Nederland en Indië Daar moet
een einde aan komen. Over de Gajoe- en
Al'aslanden heeft Spr. het zijne bij het adres
debat gezegd, doch met een enkel woord
komt hij nog op de Alaslanden terug, waar
onze veroverngszucht ons weer parten heeft
gespeeld. Do Alassers hebben gedaan wat zij
konden om dc Atjehschc benden uit hun land
te weren. Wij zouden hen daarbij helpen,
maar hebben Nederlandsche benden in plaats
van Atjehscho aan het moorden gezet, onder
verantwoordelijkheid van de Nederlandscho
bourgeoisie
Hetzelfde geldt voor de Bataklanden. Neg
steeds is ons recht niet bewezen om daar
binnen to dringen. En moest ons gezag daar
gevestigd worden, dan had het juist daar op
vredelievende wijze kunnen geschieden. Mede
komt Spr. met kracht op tegen de Djanrbi-
expeditie, die alleen op touw is gezet met
kapitalistische doeleinden, n.l. in het belang
der petroleum-exploitanten. Ook daar is er
gekonkeld en gescharreld.
Wat dc expeditio naar Boni betreft, deze
is noodig geworden door onze eigen sleur-
regeering. Wij hebben het kwaad daar laten
voortwoekeren, tot gewapend optreden noo
dig was. Dat had voorkomen kunnen wor
den.
De heer T y d e m a n. Komt die in do
Handelingen. Niet, dan zou ik haar toch aan
den Minister geven.
Dc hoer Van Kol stelt d© kaart ter be
schikking van den Minister en vervolgt zijn
rede. er op wijzende, dat- wi: met vuur spe
len. En wanneer een der mogendheden ons
eens vroeg naar onzen rechtstitel voor het
bezit onzer koloniën, wat zouden wij dan
moeten antwoorden?
Wederom dringt. Spr. aan op inkrimping
van ons koloniaal beziti
Vorder wijst Spr. er op, dat wij het eenige
land zijn, dat een autocratisch best-uur in
zijne koloniën heeft ingevoerd en het eenige
land nu Spanje verdwenen is waar
zulk een immoreele financieel© politiek ge
voerd wordt. Vooral op Borneo, dat nog
half oen wildernis is, grenzende aan het wel
varende Engolsche gedeelte, blijkt ons wan
beheer.
Thans nog een oogenblik over de koelie-
contracten. Mot ergernis heeft Spr. gezien,
dat de rapporten over het onderzoek van
mr. Rh en rev aan de Kamer onthouden wor
den. Het is een plicht van den minister om
aan de Kamer het licht te verschaffen, dat
zii noodig heeft bij hare beoordeeling der
feiten. Daartegen protesteert Spr. Hij hoopt
dat de nieuwe gouv.-generaal Van Heutsz
eindelijk eens licht zal brengen.
Ten slotte zegt Spr., dat hij en de zijnen
zich zullen blijven verzetten tegen elke uit
breiding van gezag, ook in de buitenbezit
tingen. Als regel moet gelden het gezag zoo
veel mogelijk over te laten aan eigen hoof
den en eigen bestuur, tenzij de belangen van
het land zooals in Deli zich daar te
gen verzetten. Voldoende is een protectoraat
onzerzijds, gelijk Frankrijk en Engeland met
succes toepast.
De heer Roe 11 herinnert aan hetgeen hij
verleden jaar heeft gezegd over de hulpver
leening aan Indië en brengt, hulde aan den
minister van koloniën voor den ijver en ernst
waarmede hij zijn taak opvat. Ook brengt
hij hem hulde voor de extra departementale
wijze waarop hij zijne begrooting inricht en
toelicht.
Na hetgeen over den financieelen toestand
is gezegd door den heer Cremer zal spr. daar
niet verder over uitweiden. Hij zal zich dus
bepalen tot het ontwerp dat strekt tot ver
hooging der economische ontwikkeling van
Indië. Met voldoening constateert spr. dat de
minister heeft voldaan aan zijne verleden
jaar afgelegd© belofte. Vooraf moet. hij op
merken dat de minister hier niets nieuws
voorstelt door deze zaak bij afzonderlijk wets
ontwerp te regelen. Dat dit stelsel zou neer
komen op eon vermomd recht van amende
ment voor de Eerst Kamer acht spr. onjuist.
Het recht van amendement is een positief
recht, terwijl de Eerste Kamer slechts een
negatief recht bezit. Evenwel is spr. er wel
voor om aan de Eerste Kamer het. recht van
amendement te geven.
Aan den minister vraagt Spr. of alleen de
vlottende schuld tot en met 1904 ton laste
van Indië zal worden geconsolideerd en dus
geen uitgaven voor 1905. In het eerste geval
zou Spr. zich met den maatregel kunnen
vereenigen, maar liever had hij een scherp
omlijnd stelsel, waarin gewone en buitenge
wone uitgaven scherp gescheiden werden.
Met genoegen heeft Spr. gezien, dat de
minister de consequentie niet aanvaardt.
De heer De Visser brengt buide aan
dezen bewindsman voor hetgeen hij gedaan
heeft in liet belang van de inlandsche chris
tenen. Het beleid van dezen minister en zijn
toewijding aan de zending verdienen allen
lof en Spr. begrijpt zich dan ook het ver
wijt van den heer Van Kol niet-, waar deze
toch zelf de weldaden der zending zal moe
ten erkennen. Zijn aanval, Spr. herhaalt het,
begrijpt hij niet., .vooral niet zijn aanval op
Halmahei ra.
Wat de regeling der rechtspositie van de
inlandsche Christenen betreft. Spr. juicht
het toe, dat de minister eenigen tijd met
zijn ontwerp heeft gewacht, tot hij ons een
nieuw stelsel kon aanbieden.
Over de Gajoe en Alaslanden zal Spreker
weinig zeggen. Het verwondert hem, dat ons
optreden in de Gajo-landen gebillijkt en dat
in de Alaslanden afgekeurd werd, waar voor
het optreden in beide landen gelijke aanlei
ding bestond Spr. wijst op de pogingen die
zijn gedaan, om langs vreedzamen weg de
zaken in de Alaslanden te regelen en do
vrouwen te 9paren.
Met do voorgestelde maatregelen tot ver
betering van den economise hen toestand van
Indië' gaat Spr. in hoofdzaak mede.
Ten slotte wijst Spr. er op, dat het onmo
gelijk ia voor Nederland om den renteposfc
van f 3,800,000 van de leeningen over te
nemen. Dat laten onze middelen niet toe en
bovendien zou men verder moeten gaan.
Neemt men de loening van 1883 over, dan
zou men ook die van 1898 moeten overne
men. Aan s ministers voorstellen zijn dan
voor Spr. ook minder bezwaren verbonden,
en hij geoft daaraan de voorkeur boven an
dere aangegeven systemen mede, omdat men
in Indië nu weet aan welk bedrag men zich
houden kan en zich daarnaar regelen kan.
De heer Van Karnebeek wil bij de
beschouwingen der financieel e voorstellen
niet vervallen in pessimisme noch in opti
misme, maar met onbevangen oog de zaken
overzien. Lettende op het karakter der In
dische bevolking betwijfelt Spr. of men haar
zal kunnen geven een sterko economische
ruggegraat. Een enkel woord wil ook Spr.
zeggen over die z.g. oereschuld. Spr. gelooft
dat die verdedigers van die eereschuld een
belangrijken post op onze credictzijde heb
ben vergeten, en wol deze dat do Javanen
in geheel anderen toestand zouden verkee-
ren, wanneer zij niet onder ons bestuur had
den gestaan. Wat- Java is heeft het aan het
Moederland te danken, en daarom trekt Spr.
zich als Nederlandsch Staatsburger hoege
naamd niets van die eereschuld aan.
Wat de verbetering van den veestapel aan
gaat, uit. Spr. de vrees, dat die verbetering
zal leiden tot vermindering, hetgeen hiji nu
juist geen aanwinst zou vinden.
Gaarne vernam Spr. van don minister,
hoe deze zich voorstelt, dat zijn stelsel zal
werken, als er nieuwe vlottende schuld komt.
Dat dient men te weten, voor men den
eersten stap doet in de nieuwe richting.
De heer Dc Waal Male fijt verheugt
zich over de genomen maatregelen in het
belang van do bijzondere scholen in Indië.
Ook Spr. komt op tegen hetgeen de heer
Van Kol gezegd heeft over liet christendom
ea de zending in Indië. Hij wijst er op, dat
op een congres der socialisten een resolutie
is aangenomen, om den invloed der zending
te breken en in verband daarmede laat zich
de aanval van den heer Van Kol, dien de
heer Visser niet begreep, verklaren.
Hierna ontwikkelt Spr. zijne zienswijze
over den financieelen toestand in Indië, die
bedenkelijk is geworden door het wegvallen
van vele cultuurbaten.
Spreker vereenigt zich met den lof den
minister toegezwaaid voor zijn maatregelen
tot leniging van den nood der inlandsche be
volking. De rechtspositie der inlandsche
christenen is zoo ingewikkeld, dat spreker
zich kan begrijpen dat de minister tijd noo
dig had om die in het ontwerp te belichamen.
Wat de regeling der financiën van Indië
betreft verklaart spreker zich togen het ge
ven van oen groot bedrag in eens aan Indië.
De heer De Stuors vraagt inlichtingen
omtrent onze roemrijke excursie in de Gajoe-,
Aias- en Baltaklanden, waarbij 3148 mannen
vrouwen en kinderen werden neergelegd, te
genover 28 soldaten onzerzijds. Spr. noemt
aio excursie gewoonweg een moordpartij, ge
pleegd onder die eerlijke, oude Nederland
sche vlag. Het geleek wel of men een bende
bloedhondeu had losgelaten. Hoe zijn die
feiten overeen te brengen met de christelijke
beginselen en beschaving! Een gevoel viii
weemoed en droefheid is over Spreker geko-
men bij het lezen der berichten die een blaam
werpen op een roemrijk Indisch leger, ma ir
meer nog op de mannen, die niet voor
zien hebben hetgeen onvermijdelijk gebeuren
moest. Denkt men dat zoo iets leiden zal
tot pacificatie? Dat. de vijaud vrouwen ge
bruikt heeft als schild, daarvan gelooft Spre
ker niets. Aan al die betoogingen van ons
souverciniteitsrecht hecht Spr. evenmin als
aan de andere aangevoerde argumenten voor
de expeditie. Al de aangevoerde argumen
ten noemt Spreker apenkooi. Vermelding ver
dient ook nog, dat. terwijl het hoofd der
colonne mannen en vrouwen doodschoot',
men achter aan de colonne bezig was om te
onderzoeken of er ook petroleum in den bo
dem te vinden was. Ten slotte zegt. Spr., dat,
willen wij beschaving brengen, als het ten
minste daarom te doen is, dat wij dit dan
moeten doen met gedula. maar niet met het
zwaard. De oorzaak van alles ziet Spreker in
het onbeteugelde militairisme en het machts
vertoon en geweld dat nu eenmaal onafschei
delijk is van den soldaat. Hier had men
zendelingen moeten gebruiken en geen pa
trouilles. Met een minister-militair, een gou-
verneur-generaal-militair, en een gouverneur-
van-At-jvh-militair zullen wij e: niet- op voor
uitgaan Spreker hoopt echter, dat verdere
schandalen zullen v orkomen worden.
Heden te 11 uur voortzetting.
Berichten.
De Staatscourant van Donderdag 24
November 1904 bevat, de volgende Koninklij
ke besluiten
erkend en toegelaten als consul-generaal
der Republiek van San Marino te Amster
dam, J. J. S. R. Zimmerman-
•benoemd tot ridder in de Orde van den.
Ned. Leeuw, mr. -J. P. Kraakman, procu
reur te Alkmaar;
op verzoek eervol ontslagen als leeraar aan
de R. H. B. S. te Groningen C. Timmerman
benoemd tot directeur van het postkan
toor te Zuthphen G. Brugh, thans in gelijke
betrekking te Goes;
op verzoek eervol ontslagen de commies der
posterijen le kl. J. F. Rommel.
H. M. de Koningin-Moeder keert 30
November in den voormiddag te 's Graven-
li age terug.
Naar men verneemt zal Z. K. H. prins
Hendrik der Nederlanden deelnemen aan een
jachtpartij, die Vrijdag 2 December op de
landgoederen vain W. ba.rom van Nagel te
Barneveld gegeven zal worden.
Hare Majesteit- de Koningin heeft op
22 November 1904 in bijzonder gehoor ont
vangen den nieuw "benoemden buitengewonen
gezant en gevolmachtigden minister van de
republiek Paraguay bij rloogstderzelver Hof,
den heei- José Irala., en,den nieuw benoem
den buitengewonen gezant en gevolmachtig
den minister van het Zwitsersche Eedgenoot
schap bij gezegd Hof, den heer Gaston Car-
lin, welke heeren aan Hare Majesteit hunne
geloofsbrieven in gemelde hoedanigheid heb
ben overhandigd. (Stct.)
Omtrent den bij ons Hof nieuw geac
crediteerd en gezant van Paraguay deelt men,
aan het Dbl. mede, dat dr. José Isala tevens
geaccrediteerd is bij, de gouvernementen van.
Italië, Oostenrijik-Hongairijc, Duitschland eni
Zwitserland. Het is de eerste maal, dat de
republiek Paraguay een vertegenwoordiger
aa.n het Nederlandsche Hof benoemd.
Z.Exc. dr. José Isala is een zeer ontwik
keld man, een van de knapste politieke per
soonlijkheden vaai de Republiek en heeft
reeds zeer vele diensten aan zijoi land bewe
zen. Hij is professor in bet burgerlijke rechit
aan do Nationale Academie geweest, afge
vaardigd©, lid van de Kamer, president van
do rechtbank, minister van Justitie en van
Onderwijs en is als advocaat zijn loopbaan
begonnen.
Op 21 November 1904 heeft aan het
departement van buitenlandsche zaken
plaats gehad de nederlegging der akten van
bekrachtiging van China nopens de na te
noemen akten, geteekend 29 Juli 899 ter
Internationale Vredesconferentie, te weten
I. Het verdrag voor de vreedzame beslech
ting van internationale geschillen;
II. Het verdrag betreffende de toepassing
op den zee-oorlog van de beginselen der Con
ventie van Genève van 22 Augustus 1864;
III. De verklaring houdende verbod tot
het werpen van projectielen of ontplofbare
stoffen uit ballons of op dergelijke nieuwe
wijpen
IV. De verklaring houdende verbod tot
beziging van projectielen met bet eenige
doel verstikkende of vergiftige gassen te ver
spreiden
V. De verklaring houdende verbod tot
beziging van kogels, dié zich in het men-
echelijk lichaam gemakkelijk, uitzetten of
vervormen, zooals kogels met harden man
tel, waarvan de mantel niet geheel de kern
dekt of van inkervingen voorzien is.
De Staatscommissie, bij Kon. besluit
van 20 A'pril 1903 benoemd om een onderzoek
in te stellen omtrent de arbeidstoestanden
bij het spoorwegpersoneel, heeft hare taak
voltooid door de door baar verzamelde en
bewerkte statistische gegevens betreffende het
spoorwegpersoneel aan sommige sectiën, de
pots en, stations van de M. t. E. van Staats
spoorwegen en van de H. IJ. S. M- aan H.
M. de Koningin aan te bieden. Dit stuk is
thans in druk verschenen.
De zaak-Van Diggelen. Men
meldt uit Steen wijk
De beide vrijzinnige kiesvereerrigingen al
hier zullen vermoedelijk morgenavond ver
gaderen, naar aanleiding van het schrijven
van den heer Van Diggelen.
Bescherming van gemeente-
n aren. Dc heer Van de Kamp, lid van den
Raad van Haarlem, heeft bij B. en W. dier
gemeente het verzoek ingediend om onder de
voorwaarden van aanbesteding van het open
bare slachthuis ook op te nemen dat, mocht
de aannemer buitën de stad wonen, hij ver
plicht zal zijn, behoudens force majeure, zijn
arbeidskrachten uit de gemeente Haarlem te
betrekken.
Jhr. mr. A. R. P. van Kinschot, grif
fier bij het tweede kantongerecht te Rotter
dam, heeft eervol ontslag uit die betrekking
gevraagd.
Door de rechtbank te Almelo is op
gemaakt de volgende alphabetische lijst van-
aanbeveling voor rechter in dat collegejhr.
mr. J. v. d. Does, ambtenaar van het O. M.
bij het kantongerecht te Zutphen mr. C. J.
J. de Jonoheere, subst.-griffior biji de recht
bank te Amsterdam en mr. M. K. J. J. ter
Kuile, griffier bij de rechtbank te Almelo.
Tegen het voorjaar zal openvallen de
betrekking van directrice van het sanato
rium Oranje Nassau's Oord, daar de tegen
woordige directrice mej. R. Tibenga, voor
nemens is alsdan in het huwelijk te treden.
De honderdste verjaardag.
Mej. de wed. Magdalena Oerlemans, geb.
Kollemans, wonende in de Persoonstraat te
Rotterdam, vierde gisteren haar lOOen ver
jaardag.
Het leven van deze krasse vrouw heeft
een kalm beloop gehad; nooit is zij ernstig
ziek geweest en ook thans is zij nog opge
wekt en helder van geest. Zij spreekt gaarne
over bet verleden© en weet nog goed dat zij
op 6-jarigen leeftijd Napoleon te Rotterdam
gezien beeft, toen deze m 1810 de landswerf
kwam inspecteeren.
Zij houdt zicli nog steeds bezig met een
brei- of stopwerkje en leest nog zeer flink
in den bijbel.
In den ouderdom van ruim 82 jaren
overleed Dinsdag plotseling te Winschoten de
heer mr. W. A. Offerhau®, notaris te Nieu-
wolda. Hij was de nestor der notarissen in
ons land. De overledene was officier in de
Oranje-Nassau-Orde.
Vrijdagmiddag te half. twee zal het
stoffelijk oversdliot van Th. De Bock in bet
Mausoleum op de begraafplaats te Haarlem
worden bijgezet. Om half één zal de stoet
het sterfhuis verlaten.
De Christelijk-historiscben in de pro
vincie Noord-Holland zullen, naar in De Ne
derlander wordt medegedeeld, een provincia
len landdag houden.
Een speciaal comité heeft zich voor de or
ganisatie van dien landd- j gevormd en is
samengesteld als volgtmr. H. Verkouteren,
te Amsterdamdr. J. Tb. de Visser, te
AmsterdamJ. ter Haar Jr., te Amster
dam; J. van der Smit Jr., te Hil
versum W. Klein, te BussumB. F. Wes-
terouen van Meeteren, te Haarlem; W. J.
Kernkamp, te Edam; mr. B. I. Zubli, té
Bennebroek.
De bijeenkomst is bepaald op Woensdag
28 December a.s. te Amsterdam.
De heeren J. van der Smit Jr., te Hilver
sum en A. Harmsen Jr., te Amsterdam, zul
len als sprekers optreden. De eerste beeft
tot onderwerp gekozen: ,,De nieuw voorge
stelde wet op het lager onderwijs" en de
tweede zal „auze gemeente-politiek" behan
delen. Daarna zal nog de algemeene politieke
toestand besproken worden.
In de jaarvergadering van de Neder
landsche vereeniging tot bevordering van
Zondagsrust, die 30 November a.s. te Leeu
warden zal worden gehouden, zullen in de
openbare vergadering 's avonds als sprekers
optreden de heeren B. Klein Wassink, pre
dikant te Leeuwarden en F. X. W. Bult,
R.-K. priester en rector van het St. Gre-
goriushuis te Utrecht.
In de algemeene vergadering van de
leden der Academie van Beeldende ^Kunsten
to 's Gravenhage, zijn in de plaats van de
raadsleden de heeren A. Le Comte, W.
Schlüsen en O. Bisschop, van welke de eerste
zich metterwoon te Rotterdam gevestigd
heeft en de beide anderen door den dood
aan den Raad ontvallen zijn, gekozen de
heeren Th. K. C. Sluijterman, N. H. Klaas-
sen en H. J. van der Weele.
De commissie van toezicht op de Rijks
academie van Beeldende Kunsten heeft aan
gaande den in 1904 gehouden prijskamp in
de schilderkunst beriaht, dat de uitspraak
der jury was, dat de gouden medaille werd
toegewezen aan den heer J. C. B. Sluyters
en dat de jury van oordeel was, dat er alles
zins termen aanwezig waren, om hem aan te
bevelen voer het jaargeld aan de onderschei
ding verbonden.
De commissie kan zich met die zienswijze
geheel vereenigen.
Zij vermeent, dat de heer Sluyters zoozeer
blijken heeft gegeven van talent en aanleg,
dat op hem kan worden toegepast artikel 15
der wet van 26 Med_1870 (Staatsblad no. 78).
Bij Koninklijk besluit van 12 November
1904 no. 45 is aan J. C. B. Sluyters toege
kend de gouden ©erepenning, bedoeld bij
artikel 13 der wet van 26 Mei 1870 (Staats
blad no. 78) en is hem voorts voor het tijd
vak van 1 December 1904 tot 30 November
1905 een jaargeld van f 1200 verleend, be
stemd om hem in de gelegenheid te stellen
zich in de schilderkunst te volmaken.
Het bestuur der Noord-Nederl. Opera
deelt mede, dat het zich van de firma Hen
gel Cie, te Parijs, het uitsluitend eigen-
doms- en opvoeringsrecht verzekerd heeft
van de muziek van „Herbergprinses" van
Jan Blockx, welk hier te 1 -nde zoo populair
geworden werk weder zeer spoedig voor het
voetlicht zal komen. De instudeering is in
vollen gang en allo zorg wordt besteed, dat
deze opera onder dezelfde gunstige voorwaar
den als het vorige jaar zal worden opgevoerd.
Zeer waarschijnlijk komt de componist
deze reprise weer zelve leiden.
Ween er Operette. Heinrich
Zeilers Original Yriener-Operctte-Gezelschap
zal nog 20 voorstellingen in ons land geven
in de maand December.
P r ij s v r a a g. Architecture et Arni-
citia heeft een prijsvraag uitgeschreven voor
Nederlandsche bouwkunstenaars, ter gelegen
heid van haar 50-jarig bestaan. Het vraagt
een ontwerp van een gouvernementsgebouw
voor de provincie Noord-Holland, te Haar
lem.
Als eerste prijs wordt uitgeloofd een som
van vierhonderd gulden, als tweede prijs een
som van tweehonderd gulden, als derde prijs
een som van vijftig gulden, alle met l.ct
diploma van het Genootschap.
De medewerking aan deze prijsvraag is
opengesteld voor alle Nederlandsche bouw
kunstenaars.
De opening der Biologische tentoon
stelling is voorloopig bepaald op Maandag
19 Juni en de sluiting op Woensdag 28 Jurni
1905.
Zooals bekend is wordt dezo tentoonstel
ling te Amsterdam in „Artis" gehouden.
Belangrijk legaat. Men schrijft
aan de Avondpost, dat door wijlen den heer
G Vos te Amsterdam overleden, f 50.000 is
gelegateerd aan de Roomsch-Kath. Zieken
verpleging aldaar.
Wijlen do heer Th. J. Joling heeft aan
de r.-k. bijz. scholen, de r.-k. armen en de
Vinoentiusvereenigiiig, te Culemborg, ieder
voor een gelijk deel vermaakt zijn nalaten
schap, na aftrek van legaten, geschat op een
waarde van pl.m. f 15,000.
De Middenstand en de
oooperatie der H. IJ. S. M. Van een
der bestuursleden van den „Middenstand"
vernam De Tel. het een en ander over heb
onderhoud, dat een tweetal afgevaardigden
van d'eeen bo>nd met de directie der H. IJ. S.
M. gehad hebben over de coöperatieve ver
eeniging „Voor allen der H. IJ. S. M." De
afgevaardigden betreurden het, dat de H.
IJ. S. M. subsidies verleende aan deze ver
eeniging, waartegen echter verklaard werd,
dat deze subsidies uitsluitend werden gegeven
voor de verschillende instellingen der ver
eeniging, zooals voor de spaar- en voorschot-
kas, het ondersbeiumingsfonds, de studie-in
stellingen, de bibliotheek en dergelijke. Ech
ter werd geen subsidie verstrekt aan de ver
brui ksvereeniging, hetgeen uitdrukkelijk be
paald was. De overige gunsten, die de ver
eeniging geniet, zooals dienst- en vrij ver
voer, zijn dezelfde, die aan elk lid van het
personeel, overeenkomstig de reeds tiental
len van jaren bestaande bepalingen worden
verstrekt. Inzonderheid wees de H. U. S. M.
er op, dat b.v. dienstvervoeir verleend wordt
aan personeel, dat zijjn koopwaren van eldei"s
en van andere leveranciers betrekt, zoodat
van het verieeneu van een gunst aan de coö
peratieve vereeniging geen sprake is.
Verder was het niet mogelijk verandering
te brengen in de regeling, dat voor het per
soneel, dat daartoe het verzoek gedaan heeft,
op de loonlijsten wordt ingehouden, hetgeen
zij voor contributie etc. aan de vereeniging
schuldig zijn, welke regeling volgens de H.
IJ. 8. M. zeer door het betrokken personeel
op prijp wordt gesteld. De afgevaardigden
van den „Middenstand" meenden deze in
houding te moeten beschouwen als een in
ning van gelden door de H. IJ. S. M. en acht
ten dit onbillijk tegenover handelaars, die
•hiervoor moesten betalen. Thans heeft de
directie in een schrijven aan den „Midden
stand" medegedeeld, dat zij in het vervolg
de coöperatieve vereeniging voor het in te
houden bedrag de gewone kassiersprovisie in
rekening zal brengen. Meer kan de directie
niet doen en zij hoopt, dat thans de „Mid
denstand" zal medewerken om een einde te
maken aan de agitatie, die tegen de vol
gens haar hoogst nuttige instelling ge
voerd wordt.
„Het Volk" maakt melding van een
motie door zeelieden (scheepsgezellen) Maan
dagavond te Amsterdam bijeengekomen, aan
genomen tegen de bemanning van schepen
der Kon. Ned. Mij. tot Expl. van Petroleum-
bronnen in Ned.-Indië, reeds in Nederland
sche havens, met goedkoope Aziatische werk
krachten.
De Alg. Nederl. Zeemaudsbond zal nu de
directie dezer Maatschappij verzoeken, voor
de twee nog te bemannen schepen slechts
Hollandsche gezellen te nemen tegen de
thans geldende Amsterdamsehe voorwaarden
en loonstandaard.
Aan het bondsbestuur werd verder opge
dragen die maatregelen te treffen, welke
het, in overleg met de inlandig zijnde gerel-
len, tot handhaving van de rechten der Ne
derlandsche zeelieden noodig mocht achten.
D'e typografenstaking te
Winschoten. Te Winschoten is gisteren
avond de heer H. Huizer, chef van de boek
eu courantdrukkerij' „Oldambt", biji het ver
laten van een vergadering aldaar, aangeval
len door twee stakende typografen, zeer na
bij zijne woning. Op het geroep van moord
kwamen de 1 uren hem verlossen.
Dc politie heeft de zaak in handen.
De werkstaking der glasbla
zers. Naar aanleiding van de telkens rond
gaande berichten, dat er een nijpend gebrek
aan flesscben komt, schrijft men aan de
Schied. Ct. van tot oordeelen bevoegde zijde,
dat dit nijpend gebrek lo. niet bestaat, aan
gezien Duitschland geregeld levert; 2o. wan
neer er gebrek bestaan heeft, dit zich lang
zamerhand herstelt, daar successievelijk alle
flesschenverbruikers hunne bestellingen bij
Duitsche fabrikanten hebben gedaan.
Door een groot distillateur te Schiedam
werden die Duitsche flesscben zeei' geroemd.
Er bestaat dus wel gevaar, dat de levering
van flesschern, die nu tijdelijk geheel in Duit
sche banden is, gedeeltelijk daarin blijven
zal. De fabrieken van Gerresheim, Flensburg,
Nienburg en andere hebben thans in elk ge
val volop werk voor Hollandsche firma'a
De moord op den stations
chef te Veghel. Het gerechtshof te
's Hertogenbosch heeft bevestigd het vonnis
der rechtbank aldaar, waarbij dè gewezen
adsistent aan het station Veghel Van de
Ven wegens moord op den stationschef Sey-
ler, tot twintig jaar gevangenisstraf is ver
oordeeld, onder aftrek der preventieve hech
tenis.
De vergiftigingszaak in de
Haarlemmermeer. Heden zal voor
de Haarlemsche rechtbank behandeld wor
den do zaak tegen vrouw Datema, geb. Speel-
mans, beklaagd haar man, caféhouder in. de
Haarlemmermeer, door middel van arseni
cum om het leven te hebben gebracht. De
dagvaarding vermeldt daaromtrent het vol
gende:
Aan DingemaSpeelmans, 45 jaar, ^zonder
beroep, wonende te Haarlemmermeer, thans
gedetineerd in het huis van bewaring te
Haarlem, wordt ten laste gelegd, dat zij op