Vrijdag 2 December 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
MIJN GODFRIED
M\ 153.
3dc Jaargang.
RSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feostdagen.
Advertentiön, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij do Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF 6 Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTESTIÉN:
Tan 1—5 regels 0.78.
Elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeellge bepalingen tót
het herhaald adrerteeren in dit Blad bjj abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
NATIONALE MILITIE.
I De Burgemeester ott Wethouders van Amers
foort,
I Gelet op de artt. 73 en 74 der Militiewei 1901
en art. 46 van het Koninklijk besluit van den 2.
I December 1901, St. 230
I Gezien de kennisgeving van den heer Kolonel,
Militie-Commissaris in de province Utrecht,
van den 21. November 19M
Doen te weten, dat de zitting van den Militie
raad voor. deze gemeente op Mlaandagi den 12.
December 1904, dés voormiddags te 10 uren, in
liet openbaar wordt gehouden in de zaal ge-
naamd ..Groot Kunstliefde" van. het Gebouw
I voor Kunsten en Wetenschappen aan de Maria-
plaats te Utrecht in te gaan tegenover de Boter
markt, en bestemd is tot het dottn van uitspraak
omtrent de lotelingen die redenen van vrijstel
ling hebben ingediend, de lotelingen die van den
J dienst uitgesloten of daarbij voorloopig niet toe-
I gelaten worden, en alle overige, lotelingen, bc-
hoorende tot de lichting van het jaar 1905.
En brengen tevens (er kennis van de belaaig.
hebbenden, dat de tijd. en plaats der zitting aan
eiken loteling zal worden bekend gemaakt door
middel van een aan zijne woning of aam die van
zijnen vader of voogd te bezorgen, biljet, alhoe
wel het niet-ontvangen van zoodanig biljet, niet
ontheft van de verplichting tot het verschijnen
voor den Militieraad, of tot het indienen van
de tot staving der redenen van vrijstelling ge-
j vorderde bewijsstukken zullende de loteling
I die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke gesteld
heid, gebreken of gemis van de gevorderde lengte
1 voor den Militieraad moeten verschijnen, op hei
hierboven vermelde tijdstip.
Amersfoort, den 30.' November 1604.
(Burgemeester en Wethouder svoornoemd
De Burgemeester,
WULJTIERS.
De Secretaris,
VAiN REIGERSBERG VERSLUUS, Wil. S.
VOORBEREIDEND MILITAIR ONDERRICHT
Onderzoek ter verkrijging van een bewijs
van voorgeoefendheid.
De Bu-gemeester der gemeente Amersfoort
brengt ter kennis van. belanghebbenden, dat in
de maand Januari a. s., ten overstaan van eene
Militaire Commissie, een rmderzoek zal plaats
hebben ter verkrijging van <-en bewijs van- voor-
geoefendheid
Aan dat onderzoek mogen deelnemen
lo. de lotelingen, die in aanmerking komen
om in het volgend, jaar bij de militie te worden
ingelijfd
2o. de tot korte oefening ingelijfde lotelingen
in het genot van uitstel van eers'te-oefenini:. die
hun vroeger verkregen bewijs van voorgeoefen 1-
heid wensohen opnieuw te verderven, ten einde
daardoor aanspraak te verkrijgen op verlenging
van dit uitstel, en
3o. de jongelieden, die het ven-eischte militair
getuigschrift wenschen -te verwerven om eene
verbintenis te kunnen aangaan bij1 het Reserve
kader der Infanterie, der Vesting-Artillerie of
der Genie.
De lotelingen, hiervoren onder lo. genoemd,
kunnen bij het onderzoek drieërlei bewezen van
vooii'geoefeixcl'heid behalen, te weten
liet bewijs van militaire bekwaamheid
het bewijs van lichamelijke geoefendheid, of
het bewijs van militaire bekwaamheid èn licha
melijke geoefendheid.
Bedoelde lotelingen, die een dezer bewijzen
hebben verworven, worden, on hunne aanvrage,
ingelijfd bij liet korps en geplaatst in -het garni
zoen hunner keuze, voor zoover zij daartoe ge
schikt zijn en dit met de belangen van. den dienst
is overeen te brengen. Bezitters van hel in de
derde plaats genoemde bewijs hebben daarbij den
voorrang -boven hen, die een der beide eerst ver
melde bewijzen verwierven.
De houders van het in de derde plaats ge
noemde bewijs hebben daarenboven aanspraak
om vóór anderen in aanmerking te komen voor
inlijving tot korte oefening (viernraanden).
Alleen dé bewijzen van voorgeoefendheid, die
in Januari a. s zullen worden behaald, geven bij
de inlijving in het volgend jaar aanspraak op
vermelde voorrechten alle vroegere verkregen
bewijzen zijn alsdan van onwaarde.
De lotelingen., hiervoren onder 2o. genoemd,
kunnen biji het onderzoek alleen verwerven het
bewijs van militaire bekwaamheid èn lichame
lijke geoefendheid dit -bewijs moet door hen
bij. de aanvrage om. verlenging van uitstel van
eerste-oefening worden overgelegd.
Zij, die in deze Gemeente woonachtig zijn of
verblijf -houden en aan liet in Januari a. s. te
houden onderzoek wemschen deel te nemen
moeten zich- vóór 10 December a. s. ter Secre
tarie der Gemeente aanmelden.
Dag en, uur waarop, zoomiede de Gemeente en
localiteit, waar het onderzoek zal plaats heb
ben, zullen op een dor laatste twee dagen van
het jaar bij publicatie ter algemeene kennis
worden gebracht.
Amersfoort, den 30. 'November 1Q04.
'De 'Burgemeester voornoemd,
WUUTIEfRS.
Politiek Overzicht
Aan den Balkan.
II. (Slot).
Wij hebban gisteren het werk aangehaald,
,.La Maoédoine et lo vilayet d'Adriamopl©
18931903)", dat door de zorg van het be
stuur der tégen het Turksche wanbeheer ge
richte revolutionaire beweging is uitgegeven
tot rechtvaardiging van den strijd, dien het
sedert elf iaren voert tegen den Turk als
den grooten vijand van land en volk. Maar
nog een anderen viiand heeft dit rampzalige
land in de verdeeldheid der bevolking on
derling, en het is zeer de vraag of dit niet
nog de grootste vijand is.
Dit jaar is de algemeene opstand, waar
van men de herleving vreesde, achterwege ge
bleven. Echter niet omdat de stemming on
der de bevolking verbeterd is. Men heeft
hier te doen met een soort wapenstilstand,
die te danken is aan de wanhoop van som
migen, de uitputting van velen, de vermoeid
heid van allen. Maar het zou. eene illusie zijn
te meenen, dat er teekenen van werkelijke
beterschap zijn waar te nemen.
Steeds dreigender komt in de laatste
maanden het verschijnsel op den voorgrond
van de wederkeerige vijiandschap tusschen de
verschillende volksstammen, die Macedonië
bewonen. Versahil van ras en van gods
dienst solieidt die stammen van de Turksche
overheerschers. Maar niet minder groot zijn
de verschillen, die hen onderling verdeeld
houden*; het schijnt zelfs, dat die verschil
len meer en meer op den voorgrond treden.
Steeds hatelijker is het karakter, dat deze
strijd aanneemt. Bulgaarsche benden trek
ken liet land rond om de christen-bevolking
van anderen stam te plunderen en te bran-
schatten. Dé anderen willen dit niet langer
verdragen; zij hebben ook hunnerzijds ben
den gevormd om over het bedrijf van de
komitadjis wraak te nemen. In het noorde
lijke deel van het. vilajet Monastir en in het
vilajet Kossowo zijn de Serven opgetreden.
In de grensgebergten ten zuiden van het dal
va,n Kastaria trekken Grieksolie benden rond
en leveren gevechten minder met de Turk
sche troepen dan met de Bulgaren. Evenals
de Serven verklaren ook zij, dat het niet
hunne bedoeling is het Turksche gezag aau
te vallenbescherming van de in benarden
toestand verkeerende geloofsgenooten is hun
eenig doel. Het is niet de eerste maal, dat
zulke tegenbenden zich in Macedonië vertoo-
nenvoor den Grieksch-Turksohen oorlog
kwamen uit het koninkrijk Griekenland bij
herhaling vrij scharen over de grens, die hetr
zelfde wachtwoord uilgaven. Hunne aanvoer
ders waren veelal officieren van het Griek-
sche leger. Nu is, onlangs een Grieksch ben-
dëlioofd in een geveoht met Turksche troe
pen gedood, die bleek een artillerie-officier
te zijn. Daarover wordt aan de Köln. Ztg. ge
schreven
.,Toen voor eetiigon tijd de Porte bij de
Griekscho regeering bezwaar inbracht, dat
zich in Macedonië' als aanvoerders van de
Griekische benden of, zooals zij zich noemen,
Macedonische wrekersbenden Griekscho offi
cieren bevonden, kreeg zij tot antwoord, dat
er door de regeering geen benden waren ge
zonden als zij zich daar bevonden, dan had
den zij, zonder dat hun dit was opgedragen,
hunne plaats in het' Grieksche leger verlaten
en zouden bij hunne terugkomst bestraft
worden, wanneer het bewijs geleverd werd,
dat zij in Macedonië hadden vertoefd. Nu
is het bewijs geleverd, dat do Turksche re
geering zich met recht beklaagt, want er is
bericht, dat in een gevecht van do beuden
van kapitein Mikis Zezas met de Turksche
troepen deze gevallen is. Onder dezen naam
verschool zich de luitenant der artillerie
Pau l Mel as. Behoorende tot eene van de
eerste Athoonsche families, schoonzoon van
den gewezen minister Dragoemis en huisva
der, had hij zich een langdurig buitenlandsch
verlof laten geven, dat hij besteedde om van
Thessalië uit naar Macedonië te komen en
daar eene bende te verzamelen om tegen de
komitadiis te strijden. Officieel wist men
dus niets van zijjne aanwezigheid in Macedo
nië, maar in baren ijver oan de vaderlands
liefde van -de,n jongen officier behoorlijk te
doen uitkomen, verraadt do Grieksolie pers
thans, dat. reods voor geruimen tijd zijn dag
boek bij de familie in Athene gekomen is.
De familieleden, die in lang niets van den
jongen patriot gehoord hadden, hebben
daarop per telegraaf- navraag gedaan bij de
consuls in Macedonië en door tussohenkomst
van het ministerie van buiten!andsche zaken
bericht van het overlijden gekregen. Nu hoort
men er ook openlijk van spreken, dat zich
nog andere officieren van het Grieksahe
leger in Macedonië bevinden en in de beu
den tegen de komitadjis als aanvoerders op
treden. Daarbij wordt echter altijd er nar
druk op gelegd, dat de benden in Macedom-
zelf gevormd zijn. Dat kan wel waar zijn,
want de grens naar Thessalië wordt van
Turksche zijde scherp bewaakt. En is mis
schien menigeen langs bergpaden over het
gebergte gekomen, maar eene stelselmatige
oprichting van benden heeft in Thessalië
niet plaats gehad. Buitenlandsch verlof
wordt ieder jaar aan een aantal jonge, ge
goede officieren verleend; een daartoe strek
kend verzoek kan den minister van oorlog
niet bevreemden, al heeft hij misschien bet
doel van het verzoek vermoed. Eene Mace
donische centrale vereeniging bestaat in
Athene reeds lang; zij heeft echter haren ar
beid geheimer gehouden, dan in 1897 de
Ethnike Hetairia. Bijdragen komen van alle
Grieken in hot buitenland binnen. De dood
van den jongen artillerieofficier werd door
de vereeniging van Atheansohe journalisten
besteed om door eene arootscthe hulde aan
den doode manifestation voor de ..Grieksche
landslieden in Macedonië" in Athene en in
het geheele land in 't leven te roepen."
Men ziet hieruit, dat de beweging van
Griekenland uit wordt gesteund en aange
moedigd, al houdt de regeering zich officieel
er buiten. In plaats van elkaar te steunen
tegen den geaneeaisohappelijken vijand, doen
Grieken, Slaven en Koetzo-Wallaahen hun
best om elkaar wederkeerig zooveel afbreuk
te doen als zij, maar kunnen. Inderdaad, het
is een vreemde en droevige toestand^ die in
liet Bal kan gebied hoersoht.
Dultschland.
In de toelichting van hot wetsontwerp
tot wettelijke vaststelling van den tweejari
gen diensttijd bij het leger, wordt ook ge
wezen op do schaduwzijden, die daaraan zijn
verbonden.
„De nadeelige gevolgen zijln niet uitgeble
ven. Zij toonen zich in een uitputting van de
geesteliike en lichamelijke krachten van het
opleidende personeel officieren zoo goed
als onderofficieren en hebben tot ongun
stige verschijnselen geleid, welke de drie
jarige diensttijd in dezelfde mate niet ken
de. Het voortbestaan van zulke toestanden
kan niet geduld worden. Uit politieke en
militaire overwegingen is het- echter niet
geraden tot den dreja-rigen diensttijd terug
te keeren, te meer daar bij de verbonden
regeeringen de, zij hot ook op ervaringen des
vredes gegronde, overtuiging bestaat, dat de
tweejarige dienst op zich zelf voldoende is,
om de manschappen van de troepen te voet,
van de rijdende veldartillerie en van den
trein voor den oorlog op te leiden. Het eind
oordeel over de doelmatigheid van den twee
jarigen diensttijd kan pas de oorlog vellen.
Tot zoolang kan echter niet gewacht wor
den. Het is daarom noodig de eerste voor
waarden te scheppen voor de invoering van
den verkorten diensttijd) d. w. z. in de eer
ste plaats die maatregelen te treffen, welke
volstrekt noodzakelijk zijin tot verlichting
van den dienst."
Daartoe is echter meer geld noodig, o. a.
voor betere oefening van de landweer, ver
hooging van het- paardenmateriaal voor de
rijdende batterijen, verbetering van de on-
derofifciers-traktementen, vermeerdering van
den schietvoorraad, voor handwapens, uitge
breider oefeningen voor verlofgangers enz.
Het Duitech'Oostenrijksche handels
verdrag.
Met het vertrek van den Duitechen staats
secretaris, graaf Poeadou sky, uit Weenen,
waar hij sedert 1 November vertoefde, is het
feit. wereldkundig gemaakt, dat de onder
handelingen over een handelsverdrag tus
schen het Duitsche rijk en Oostenrij k-Hon-
gaxije zijn mislukt. Het is nu toe verwach
ten, dat Duitschland het bestaande verdrag
met het einde van dit jaar zal opzeggen,
waardoor dat vertrag dan een jaar later bui
ten werking zal treden.
De Magyar Nemzet, een officieus orgaan
van de Hongaarse he regeering, zegt, dat het
buiten twijfel is, dat de regeering van Oos
tenrijk-Ho ngari je gekomen was tot de grens,
waar buiten geen oonoeesae meer mogelijk is.
Men kan eerder een .toestand zonder verdrag
dulden, dan een verdrag, dat het belang
rijkste deel van den uitvoer van Oostenrijk-
Hongarij© benadeelt. Intusschen is ex nog
geen sprake van een definitieve breuk. Daar
toe zij,n de wederzijdsche belangen te groot.
Dé hoop is niet uitgesloten, dat de draad
weder zal worden opgevat om economische
crisissen te vermijden, waarvan de gevolgen
onafzienbaar zouden zdjfn.
Men koestert, volgens de inlichtingen an
de Frankf. Ztg., de verwachting, dat de
Duitsche regeering over eenigen tijd tot
groofcere conoessiiën bereid zal zijn. De voor
naamste bezwaren waarop de onderhandelin
gen zijn afgestuit, betreffen de veterinaire
conventie, en de rechten op hout, gerst en
meel. Wanneer de onderhandelingen weder
mochten worden aangeknoopt-, dan zal dat
geschieden te Berlijn.
Frankrijk.
Parijs, 1 Dce. In antwoord op een rede
van den afgevaardigde Lafferre, die in de zaak
van de verklikkingen in het leger het Groot
Oosten verdedigde, zeide de minister van
oorlog Berteaux, dat alle stukken, op de ver
klikkingen betrekking hebbende, verbrand'
zijm.
De minister erkende, dat na 30 jaren de
Republiek nog altijd geen leger heeft, dat
in harmonie is met hare beginselen. Niette
min heeft er geen staatsgreep plaats gehad.
Ondanks alle aantijgingen zal de minister Ce
Republiek weten te verdedigen.
De Kamer behandelde vervolgens de inter
pellatie over de overplaatsing van den leeraar
Thalamas, die Jeanne d'Arc had aangeval
len. De minister van onderwijs Chaumié be
antwoordde de verschillende sprekers; hij
verklaarde dat hij gehandeld had, zooals zijn
geweten hem voorschreef.
De eenvoudige orde van den dag, door den
minister aanvaard, werd verworpen met 284
tegen 268 stemmen.
De voorzitter las daarop een motie voor,
geteekend door verschillende afgevaardigden,
waarin de Kamer haar vertrouwen uitspreekt
in den minister van onderwijs.
Minister Chaumié stelde de portefeuille^
quaestie, waarna de motie van vertrouwen
werd aangenomen met 376 tegen 33 stern-
De minister van koophandel Trouii-lot heeft,
in de Kamercommissie voor handel en nij
verheid het standpunt van de regeering uit
eengezet tegenover de plannen voor eene
nieuwe wereldtentoonstelling. Hij verklaar
de, dat de regeering beslaten heeft af te
zien van het houden van eene wereldten
toonstelling in 1911. Daarmede wordt dus
gebroken met de traditie van wereldtentoon
stelling oan de elf jaren. Misschien zou 1921
voor eene nieuwe wereldtentoonstelling een
gunstig tijdstip zijn iesr viering van het 50-
jarige bestaan van de republiek.
Wel is de regeering gezind speciale ten
toonstellingen te ondersteunenb.v. de voor
1907 voorgenomen internationale sporttoen-
toonstelling en voor 1911 een tentoonstelling,
die een beeld zal geven van het leven der
werklieden.
Italië.
Rome, 1 Dee. De Kamer heeft den regee-
ringscandidaai, den heer Marcora, tot haren
voorzitter gekozen.
Hongarije.
Boedapest, 1 Dec. Minister-president graaf
Tisza, verklaarde in eene vergadering van li
berale kiezers, dat hij niet langer eene ob
structie zal dulden, die den parlementairen
arbeid gedurende verscheidene jaren verlamd
heeft. Nadat hij het vruchteloos met eene
verzoenende houding had beproefd, meent dt
minister nu andere middelen to moeten aan
wenden.
Eenige aanhangers van de oppositie be
proefden op straat een tegen-betooging te
organiseeren, en riepen: „Weg met Tisza!"
Zij werden echter door de politie uiteenge
dreven. Verscheidene personen werden 'n
hechtenis genomen.
Turkije.
Salonika1 Dec. De kapitein Vanghel
heeft met een bende Grieken een Bulgaarsche
45 jNaar hot Engelach
VAX
JOUN STRANGE WINTER.
„Hebt u er iets tegen uw1 hoed af te zet
ten?" vroeg Clemjapt mij eensklaps.
„0„ volstrekt niet," gaf ik ten antwoord,
en ik nam hem dadelijk af.
„Precies een Grieksche kop, Esmé," zride
hij beslist, alsof ik een beeld of schilderij
ware.
„Ja, sprekend," zeide zij op aandoenlijk
treurigen toon, alsof het een vreeselij.k on
geluk was, zoo iets te hebben.
„Loop eens in de kamer, juffrouw Nugent,
dank u wel. Ga nu eens bij de schil
derij staan. Ziet ge, Esmé, lieveling, juffrouw
Nugent- past volkomen bij de kamer."
Ik was één verbazing! Moest ik,beoordeeld
worden als een meubelstuk? Wat- zou er
verder gebeuren
„Ik denk, dat wijl het. best samen zullen
kunnen vinden," zeide mevrouw Clement.
„Wanneer kunt gij komen? Het zal Clement
gerust stellen, als gij hier zijt."
Ilij raakte haar even ten teeken van goed
keuring met de hand aan en lachte mij vrien
delijk tce. „Zij is niet sterk, die kleine, juf
frouw Nugent," zeide hij, teeder. „Ik ben
altijd zeer bezorgd voor haar. Hoe' spoediger
gij komt, hoe beter voor ons allen."
„Maar gij hebt' nog geen informaties van
mij,riep ik uit. „Moet u mevrouw Tregenna
niet gaan spreken? Zij zou u m-Whien tot
heel andere gedachten omtrent mij, brengen.
Werkelijk, ik zou liever willen, dat u eens
met- haar gesproken' hadt, vóór ik hier kwam."
Clement Warrington tusschen bweo
haakjes, ik h-efb nooit anders aan hem kun
nen denken dan „Clement Warrington"
sloot de oogen en huiverde. s.e.dre
vrouw," fluisterde hij tusschen de landen,
maar toch niet zoo zachtjes, of ik het
hooren.
Toen zeide hij hardop„Ik geloof niet, dat
wij' Mevrouw Tregenna behoeven lastig te val
len dat gij lord Treherno kent, is voor
ons voldoende. Wij wij beschouwen me
vrouw Tregenna eigenlijk niet als iemand
van lord Treherne's familie, maar als een
treurig aanhangsel van den ongelukkigen
Richard. Wij zijn mevrouw Tregenna niet
sympathiek."
Ik lachte hem bijna in zijn gezicht uit,
aan den eenen kant om den plechtige,n toon
en aan den anderen, om de gedachte, dat
mevrouw Tregenna bepaald een stuip zou ge
kregen hebben, als zij eens gehoord had hoe
haar txotsche persoonlijkheid verklaard
werd, als niet te behooren tot lord Treherne's
familie, maar eerder als een ongeluk voor
Mijnheer RichardHet was tragi-komisch,
maar nog Clement Warrington, noch zijn
wouw scheen iets van het komische van
den toestand te begrijpen beiden waren
volkomen in ernst ten opzichte van Haar
Edelheid mevrouw Tregenna.
„Wanneer wil ik dan komen vroeg ik.
„ZoodTa ge kunt morgen vandaag,
als gij wilt," zeide Clement Warrington
haastig.
„Ik zou morgen wel kunnen komen,"
zeide ik, haar aanziende.
„Laat ons dan zeggenmorgen tegen etens
tijd. Liefste, eet gij morgen buitenshuis?"
„Bij mevrouw Sanitas, lieveling,' ant
woordde hij-.
„Ja, dan ia het zeer goed tegen etenstijd,
juffrouw Nugent. A propos, hoe heet giji van
uw voornaam?"
„Etheldredla."
„Etheldrcda Nugent! Een mooie naam,"
nurkte Clement Warrington verrukt op.
„En noemt men u bij verkorting Audrey?"
„Neen," antwoordde ik treurig „de men-
schen noemen mij Atwy dat
„Verkeerd is," viel hij in de rede, zonder
mij tijd- te laiten mijn zin te eindigen.
Ik stond' op om te vertrekken. Zij liepen
beiden met mij tot de deur mede.
De groote sahilder stond stil voor de
schoone dame op de schilderij.
„Hebt gij liet portret van mijn vrouw ge
zien?" vroeg hij in die richting met de hand
wuivend. Het is de eenige keer, dat haar
recht is wedervaren de pliotographieën
maken haar afschuwelijk ik laat er nooit
een van kijken en andere schilders ma
ken niets van haar gelaatskleur. Esmé, lie
veling, ik moet u nog rens schilderen."
Zij glimlachte en sloeg de oogen naar hem
op, en een oogenblik leek zij bijna. mooi.
Bijna onbewust scheen ziii de houding aan te
nemen van de geschilderde dame, en Clement
Warrington trok met zijn wijsvinger een lijn
langs haar hoofd, hals en soli-ruder.
„Dat is mijn vrouws grootste schoonheid,"
zeide hij zoo koel, alsof hij van een leven
loos voorwerp sprak, in plaats van oen le
vend wezen, dat zou kunnen blozen bij het
hooren bespreken van zijn schoonheden.
Maar mevrouw Clement was veel te ge
hard voor die soort van zedigheid. Ziji stond
doodstil, opdat ik mij van die bijzondere
schoonheddsliin zou kunnen vergewissen, en
ofschoon ik hen vrij scherp gadesloeg, kon ik
bij geen mogelijkheid opmaken, of beiden
comedio speelden of in ernst waren.
Toen ik eindelijk weer in de buitenlucht
kwam, had ik een gevoel, of ik stikken zou
want de ramen waren dicht, en overal hin
gen zware draperieën- or heersehte ook een
sterke geur van sandelhout en kostbare reuk
wateren. Dit alles, gevoegd bij het getem-
Eerd licht, dat op deze wijze in het huis
ou doordringen, gaf een godsdienstig waas
over het geheel en ik hield zoo van lucht
en zonneschijn zoodat ik wel wat huiver
de bij de gedachte, daar lang te moeten
vertoeven.
Maar zij, waren vriendelijk, beleefd cn aar
dig, en af waren hun gewoonten eenigszins
anders dan de mijne, zij behandelden mij
niet op een afstand en dat, verzeker ik u,
ia iets waard, na door iemand als mevrouw
Tregenna voor oud vuil te zijn aangemerkt.
Maar misschien had ik dit alleen wel te
danken aan Lord Treherne.
HOOFDSTUK XXn.
Veel geschreeuw en weinig wol.
Ik voelde, dat ik, toen ik mijn intrek bij
de Clement Warringtons nam. mij flink
m est houden en mijn beste beentje voor
zetten.
Immers, er was nog geen jaar verloopen,
sinds vader gestorven wasik had eerst ge
dacht, dat men de wereld maar behoefde in
te gaan om zijn brood te verdienen, en nu
was dit al mijn derde betrekking. Uit- de
eerste was ik geraakt door een streek, uit. de
tweede wti? ik weggejaagd door een quaestie
van jalouzie of een ander verkeerde beweeg
reden; in dezo was ik nu voornemens te
blijven. Het vooruitzicht ladhte mij niet zoo
bijzonder toe, maar ik geloofde, dat er meer
voor- dan nadoelen zouden zihien als men
niet zoo heel veel waard is, kan men ook
redelijkerwijze niet veel noten op zijn zang
hebben.
Mevrouw PoplinBrowne was zeer inge
nomen met mijn nieuwe betrekking.
„Lieveling," zeide zij, toen ik van mijn
eerste bezoek weer op den, Rozettenweg te
rugkwam cn haar alles vertelde, „het is juist
iets voor u. De Clement Warringtons be
hooren tot een goede familie, rij kennen
iedereen in Londen, die wat beteekent. Gij
zult niets of zoo goed als niets te doen heb
ben en in de gelegenheid zijn u-w geest te
verrijken en te gewennen aan die soort con
versatie voor later."
„Maar. lieve," braöht ik in het midden,
„er komt misschien geen „later."
„O, gekheidGij hadt laatst uw Godfried»
gezicht maar eens moeten zien of zijn stem
moeten hooren. En ik meen, wat ik zeg
in alle geval, al komt» er een „later" of niet,
gij zult er profijt van kunnen trekken."
„O, dat geloof ik ook wel. Maar rij zijn
zoo plechtig," zeide ik. „als groote kinderen,
die huishoudentje spelen en elkander ieder
oogenblik „liefste" en „lieveling" noemen
niet zooals wij dit zouden doen, maar tel
kens met een in vervoering brengencle pauze,
b.v. „Esmé lieveling" of „Liefste hier
is juffrouw Nugent1/' Ik kan niet golooven,
dat het alles recht spel was," voegde ik
erbij.
„Och, waarom niet Ik geloof, dat hij zeer
aan haar verknocht is," zeide mevrouw Pop
linBrowne vergoelijkend. „Zij was inder
tijd een groote schoonheid en een erfge
naam."
Wordt vervolgd.