KOLONIËN. BINNENLAND. avond van don dag, waarop zijn arrest werd opgeheven, waa er een© sohitterende recep tie, waarop hem veel eer bewezen werd. Thans is kapitein Klado naai- Parijs ver trokken in het gevolg van admiraal Kasna- kow, den vertegenwoordiger van Rusland in de international© commissie tot onderzoek van het Doggersbank-incident. Zooals be kend is, is hij een van de vier marine-offi cieren, die in Vigo van het Russische Oost- zee-eskader aan land zijn gegaan om als ge tuigen voor de commissie op to treden. De leden van deze commissie zullen mor gen door president Loubet ontvangen wor den. Zij zullen dan bijeenkomen tot. verkie zing van het vijfde lid der oommissie. Waar schijnlijk zal de keuze vallen op den Oosten - rijkschen admiraal baron Sparon. Japan heeft langs diplomatieken weg in lichtingen laten inwinnen naar aanleiding van do geruchten, dat Argentinië en Chili oorlogsschepen aan Rusland zouden willen overdoen. Argentinië ontkende beslist daar toe ecnig plan te hebben, maar van Chili kreeg men een ontwijkend antwoord. De ge- dacéitenwisseling op dit stuk duurt voort. De openbar© meening in Japan is zeer verstoord op Chili. Een officieel persoon ver klaarde, dat wanneer Chili den koop mocht sluiten, Japan onverwijld krachtige maat regelen zou nemen. Het politiegerecht in Bowstreet (Londen) heeft bevelen tot inhechtenisneming uitge vaardigd tegen Rocho en Sinnet, de beide personen die betrokken zijn in de levering van den torpedojager Carolina van eene En- gelscho werf aan Rusland. Men gelooft, dat deze twee than» in Parijs vertoeven, en dit is geep misdrijf waarvoor uitlevering kan wor den verkregen. De begrootingsoommissie van het Japan- sdhe parlement heeft eenstemmig de aanvra ge der regeering van 700 millioen yen voor oorlogsdoeleinden toegestaan. De Japanse he Kamer heeft met na algemeene stemmen de begrooting goedgekeurd. Allerlei vBfij wijze van kerstgeschenk, heeft John D. Rockefeller, de petroleum- koning, 7,200,000 gulden aan de Cnicagosche hoogeschool geschonken voor de stichting van een polytechnische school. Alle verdere on kosten zullen eveneens door Rockefeller be streden worden. vTe Heidelberg wordt nu zoo spoedig mogelijk begonnen met den bouw van het „Institut für Krebsforsahung", een gesticht voor wetensch appelijjk onderzoek betreffende kanker cm verpleging van lijders aan die vreeselijke ziekte. Dit gesticht, do eerste groote inrichting vam dien aard in Duitschland, alsook in Europa., wordt gebouwd voor een som van 250,000 Mark door onbekende gevers «Jaar- voor bestemd, met ondersteuning der groot hertogelijke regeering, die de noodige gron den er voor afstond en die een aanzienlijke som op de begrooting zal brengen voor het gesticht. Men hoopt het „Institut" tegen Pascihen 1906 te kuuinen openen. vTe Johannesburg is dezer dagen in het hartje van de stad een park geopend, dat den naam heeft gekregen van Jou- b o r t-P ark. vEen automobiel-sneliheilsrecort is, vol gens een bericht uit Fresnocity (California) gemaakt door den heer Barney Oldfield, die mot een automobiel 50 Eng. mijlen aflegde in 48 minuten 39 1/5 see vUit de Riviere houden de berichten van ongunstig koud weer aan. Dc bloemen worden elke wéék schaarseher en de kwee kers zijn genoodzaakt de planten te bescher men tegen koude en vocht. In de omstreken van Cannes telt men reeds een millioen broeiramen! vDr. Ls Roy Chadwick, de man der „Amerikaansche mevrouw Humbert", be vindt zich te Parijs. Volgens een gerucht s»u de Amerikaansche regeering zijn uitlevering aanvragen. Mevrouw Chadwick heeft niets gezegd wat zijn medeplichtigheid aan do groote oplich terijen kon dien vermoedenmaar men kan zich niet voorstellen dat die geheel buiten hem om zouden zijn gegaan. vTe Inwauowa Wesohneeenks (Rus land) is ecu dief gevangen in een groote brandkast, waai- hij was ingebroken en wel ker deur toevallig dicht viel. Hij bleef daar van lucht verstoken was hij niet vijf dagen vóór men hem ontdek te. cn in zijn razenden honger at hij bank biljetten en lederen ruggen van de koop mansboeken, welke in den brandkelder la gen geborgen vEen vreeeelijkc ontploffing heeft ren 7i urwerkfabrisk te Pa Jii in Italië geaori verwoest. Een tiental personen waren in deze fabriek, boebekoaremde aan de weduwe Scdiiavo, bezig aan het vervaardigen van bommen en ander ontploffingstuig, waarbij dyramiet wordt gebezigd. Gisteren, na af loop van den arbeid, trad zekere Pepe et een© brandende kaars in het lokaal, waar d© ontploffingsstoffen geborgen zijp. Kort daar op had eon© vreeeelijke ontploffing plaats, waaid'oor de gehoede fabriek in de lucht vloog. Drie werklieden, waaronder Pepe, kwamen bij deze ramp om het leven. Hunne lijken waren gohool verkoold en bijna on kenbaar. Een mam en twee meisjes, die zich op het oogemblik der ontploffing nabij de far briek bevonden, bekwamen verschrikkelijjko brandwonden. De eigenares der fabriek, die voor de op- richting ervan niet de voreischte toestem ming van overheidswege had gekregen, is in hechtenis genomen. vIn de Amerikaansche stad Minneapo lis heeft een ernstige brand gewoed, welke uitbrak in een magazijn van photographic- artikolen en ook aangrenzende huizen aan- trastte, voor wel 3 millioen dollars schade veroorzaakt. Twee brandweermannen en een ander man kwamen om het leven. vIn een badinrichting van de Poolsdhe katoenstad Lodz zijn 31 leerlingen door ko lendamp bedwelmd. Adht-en-twintig konden weder tot bewust zijn worden gebracht. Drie bleken cood te zijn. OOST-INDIË. Men seint uit Kot a-Rad ja aan do Tele graaf „In het Lho-Seumawehscho is luitenant Odsburg door een rentjongsteek in den buik levensgevaarlijk verwond." [Vermoedelijk is bedoeld luit. J Ouds burg, gob. in 1876, die in Juli 1899 tot offi cier benoemd werd]. Omtrent de vermoedelijke of mogelijke maatregelen door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië te nemen ten opzichte van do Zuider- en Oosterafdeeding van Borneo, deelt men aam de „N. Ct." als vaststaand mede, dat de resident van genoemde afdeo ling met don luitenant-kolonel van den go ner alen staf G. C. E. vam Daalen in com missie gesteld is om voorstellen te doen ton opzichter der inrichting van het bestuur en de militaire bezetting in dat gewest. Z.Exc. wenscht verder volledige voorstel len te ontvangen om aam de thans bestaande verwikkelingen in de Boven-Doeeoem, de Bo ven-Kapoeaa en de daaraan grenzend© stre ken voorgoed een einde te maken, en daarbij zoo mogelijk gebruik te maken van inilamd- sche hulptroepen. Voorop stelt Z.Exc., dat wijzigingsvoorstel len in overeenstemming moeten zijn met de opbrengsten van het gewest zelf, zoodat de meest mogelijke spaarzaamheid zal warden betracht en aooveol mogelijk het beginsel vaal Z.Exc. doorgevoerd, nl. dat ieder gewest hoogstens uitgeeft wat liet opbrengt. D© door den resident gedane voorstellen ten opzichte van de middelen van vervoer em verbindingen met het binnenland zijn door Z.Exc. aangehouden ter nadere overweging en zullen in verband met het uit te brengen rapport besproken worden. De insinueerend© critiek in de Indische pers over het beleid van den resident van het bovenbedoelde gewest, wordt bier door het bovenstaande in het daglicht gesteld, dat zij verdient. Kameroverzicht Tweede Kamer. Vergadering vam Zaterdag 17 December. Geopend; 10J ure. Staatsbegrooting 1 9 0 5. Hoofdstuk IX (W., H. en N.) De beraadslaging wordt voortgezet en wel over de afdeeling Z e e v i s s c h e r ij. e n. De heer Pijnacker Hord ij k dringt aan op wettelijk toezicht óp de zeewaardig heid vam aeevissehersvaartiugen. en op spoe dige opneming der zeevisschers in de Onge vallenwet, waartoe reeds een wetsontwerp is ingediend, doch dat nog op behandeling wacht. Do heer Duymaer van Twist wijst op de groote belangrij kheid der Zuiderzee- vissóberijt, die met totalen ondergang be dreigd wordt door het vdsschen met de kuil. Spr. dringt er op aan, dat de Regeering spoedig hieraan paal en perk stelle. De heeren Melc'hers en Sluijs sloten zich aan bij hetgeen door de beide vorige sprekers is aangevoerd. De Minister kan niet de stellige ver zekering geven, welke dle> heer Pijnacker Hor dijk zoo gaarne van hem zou hotoren. Ben ernstig onderzoek is vooraf noodig. Een aan tal ongevallen staan niet in verband met de zeewaardigheid der schepen. Die minister herinnert aan den strijd, die hier sedeit jaren over het visscihen met den Wonderkuii is gevoerd. De armoede der Vo- lendammers kan niet aan dien kuil worden toegeschreven. De Minister wacht nadere rap porten der Visscherij-Commissie in. Bij- artikel 165 (uitgaven in het buitem- laoid ter bevordering van den zalmrijkdom der rivieren) dringt, de lieer Fock aan op bevordering van de kunstmatige zalmteelt en op scherper toezicht op de naleving van het ZaJmtractaat door Duitschland. M iju w e a e n. De heer Nolens wijst er op, da.t door de syndicaten, welke zich tegenwoordig in Duitschlamd' en België hebben gevormd, het stilliggen van tmijmen aan de orde van den dag. Zeer juist heeft de minister Lely den goeden weg ingeslagen om dat voor ons land te voorkomen. Spr. dringt er op aan dat bij den ailgemeenen maatregel van bestuur be treffende de Mijnwet, .rekening zal gehou den worden met die ervaringen in andere lamden, opgedaan en met de wemschen der ntijinwlerkersvereenigingen. Verder dringt Spreker er op aan met dien alggmeenen maatregel van bestuur zooveel mogelijk spoed te betrachten. De Minister antwoordt, dat het ont werp voor den algemeenen maatregel van bestuur zoo krachtig mogelijk is ter hand ge nomen. Het is een reuzenwerk, dat echter binnen enkele weken gereed zal zijn. Het advies zal worden gehoord van werkgevers en werkne' ers. Op beider oordeel stelt de minister prijs. De verschillende wenken van den heer Nolens zullen de aandacht der Regeering niet- ontgaan. Bij art. 177 (kosten van ontginnen bij' den Staatsmijndienst) licht de heer Van F o r e e s t een amendement toe, strekkende om dit artikel te verminderen met f 13,400. Ook hier geldt het weer den bouw van wo ningen. Spr. geeft toe, dat hij ter plaatse niet bekend is, maar nu stelt hij de vraag aan den ministerzijt gij daar ter plaatse bekend; weet gij welke moeielijkheden aan den bouw verbonden zijn; kent gij daar de arbeidsloonenweet gij of er geheid moet worden enz. De minister vreest, dat er geen werklieden, metselaars on timmerlieden te krijgen zullen zijn, maar laat hij die vrees gerust laten varen. Waar kikkers zijn, zijn ooievaars en waar gebouwd wordt, komen werklieden wat graag. Intusachen, Spr. voor- net het lot van zijn amendement en daar om wijzigt hij het, en stelt voor den post met f 25 te verminderen. De lieer S o ii a p e r vindt, dat de heer Van Foreest zijne positie verzwakt door er een relletje en een spelletje van te maken. Hij stelt voor eene vermindering met f 25, de minister neemt dat over en op die ma nier wordt er een potje van gemaakt. Dat is geen manier van werken. De heer D r u c k e r meent, dat de dis cussie aan den minister den indruk moet heb ben gegeven, dat vele leden twijfelen, of aan Waterstaat de noodige zuinigheid wordt betracht. Daarom dringt Spr. aan op over legging van de plannen, be-tekken enz., die voor deu bouw hebben gediend, dan heeft de Kamer daarin naderhand een maatstaf. De heer Krap zegt, dat de ingenieurs van den Waterstaat niets met den bouw te maken hebben. Alle® is voorbereid door dien zuinigen Mijnraad, waarop de heer Van Fo reest zich beriep. De Minister antwoordt, dat elke aan gevraagde som reeds is toegelicht en de be merkingen zijn beantwoord. Intusschen is de minister bereid plannen er. rekeningen over te leggen en alle inlichtingen te geven, als zulks gevraagd wordt. De heer Drucker vind', dat de minis ter het der Kamer niet aangenaam en ge makkelijk maakt. Hij herhaalt zijn vraag en verzoekt den minister ook ongevraagd die inlichtingen te even, gei' v meermalen ia gesdhied bij afzonderlijke nota. Wil de mi nister die toezegging niet doen, dan zal Spr., hoe onaangenaam hem dit ook is, naar een vorm moeten zoeken om den minister tot een antwoord te dwingen. De Minister wil volstrekt geen onaan gename discussie uitlokkeu en zal voldoen aan het verlangen van den heer Drucker. Op artikel 178 (oprichting van een bureel- gebouw voor de Centrale administratie) is een amendement voorgesteld door den heer V an Foreest om den post voor Memorie uit te trekken. De heer De Savornin Lohman maakt bezwaar tegen het amendement. Met een memoriepost is de Minister niet gehol pen. Er moet geld zijn. Dé heer Dé Stuers zal zich herinneren dat vroeger juist geklaagd werd over het dure bouwen aan Binnenl. zaken, speciaal door de afdeeling van den heer De Stuers. Dé heer Dé Stuers herinnere zich maar eens het Gou vernementsgebouw te Direnthe.Spr. 'blijjft de aanneming van het amendement ontraden. De Minister deelt mede, dat het ge bouw 23 vertrekken zaïl krijgen on een in houd zal hebben van 7488 kubieke Meters. Dé heer De Stuers constateert, dat de Minister zicih nu eenigszins welwillender be toomd heeft. Hiji zou dus verder van het woord kunnen afzien, wanneer de heer Lohman niet tot een gedeeltelijk persoon lijk feit was gekomen met zijne verwij zing naar het Gouvernementsgebouw vau Drenthe. Daarbij heeft de heer Lohman tot zijn schande Be Voorzitter verzoekt. Spr. dat woord terug te nemen. De heer De Stuers vervolgende, zegt dat de Voorzitter uit het volgende verhaal zal hooren dat het gebruikte woord juist was Spr. herinnert dan aan de geschiedenis van het Gouvernementsgebouw te Drenthe. Bij de discussie noemde de heer Lohman de raadslieden van den Minister bedriegers en stommelingen welke uitdrukkingen later zijn verzacht tot misleiders en onkundigen. Spr. woonde in de Engelenbak die discussie bij en stond machteloos, maar hij dacht voor mij zal de gelegenheid om af te rekenen nog wel eens komen. En ziet zij is gekomen. Spr. heeft zich voorgenomen deze heele geschie denis nog eens in een© brochure te relevee- ren. Toen de heer Lohman minister werd heeft Spr. hem de zaak uitgelegd en toen zieide de heer Lohman, 't spijt me, maar ik heb gezeild op het kompas van Van der Feltz. De heer van Foreest is nu voldoende ingelicht en trekt zijn amendement in. De heer L o li m a n zegt niet liet oog ge had te hebben op den lieer Da Stuers als referendaris, maar op Binnenlandsche Zaken in het algemeen. De geschiedenis van het Gouvernementsgebouw in Drenthe kan men in de Handelingen vinden en Spr. gaat daar niet verder op in. De heer Van Kol ©spreekt de wornu- ziekte -en dringt aan op deugdelijke bestriji ding daarvan. De Minister is gaarne bereid aan de geneeskundigen in Limburg dé noodige wenken te geven. Landbouw. De heer Schaper wenscht te spreken over een verschijnsel, dat hij zou kunnen noemen een gevolg van Mecklenburgsche be schaving. De Voorzitter verzoekt Spr. zich te matigen. De keer Sch a.per, vervolgende, wijjafc op oen bericht in de Telegraaf, waarin werd medegedeeld, dat in dé Soerensche bosschen een aantal wilde zwijnen zijn losgelaten om aan te fokken en oan later op te jagen. De jacht is h'er niet aan de orde, dus bepaalt Spr. zich tot den Landbouw. Nu heeft hij ge hoord dat die Everzwijnen in het groot doen. wat de hazen in het klein doen. Eh eene afrastering beteekent voor lien niet®, want zij wroeten er onder door. Bovendien zijn die zwijnen zeer gevaarlijk, gelijk blijkt uit oen bericht, waarbij een jager werd aange vallen. Wait moeten zij dan wel voor vrou wen en kinderen zijn. Spr. vraagt of de mi nister van plan is iets te doen tegen import van dergelijke dieren. De heer Brants merkt op, dat wild© zwijnen niet aanvallend optreden. Zij gaan bij liet minste gerucht aan den haal en zijn al blij als zij niet lastig gevallen worden. De Minister meent ook dat het ver wijt van den heer Schaper ongegrond is. De quaestie van het grensverkeer zal de Min. nagaan en hij zal zoo noodig in overleg tre den met zijne ambtgenooteni van binnen- en buiten!andsche zaken. Aan den heer Scha per antwoordt de Minister dat zwijnen, voor zoover hij weet, niet zoo gevaarlijk zip. Mocht het komen tot invoer van leeuwen en tijgers voor jachtvermaak, dan zal dé Jacht wet moeten worden herzien. Bij artikel 227 (Veeartsenijschool) dringt de heer Brants aan op bespoediging der reorganisatie van de veeartsenijschool in het belang van den landbouw en op betere rege ling der vivisectie. Posterijen, De heer Ketelaar wenscht. een woord te zeggen over den voorgestelde n post tot tracteraentsverhooging em spreekt er zijne verwondering over uit, dat de som die heet uitgetrokken te zij© voor lotsverbetering van het personeel, daarvoor blijkens de Mem. v. Antw. niet gebruikt zal worden, omdat eon eind gemaakt moet worden aan de spora dische verbeteringen, die vervangen, moeten worden door een definitieve. De geest van het personeel wordt daardoor ontstemd, want jaar op jaar wordt de menschen wat be loofd, wat zij toch niet krijgen. Nu zal de toegezegd© verhocging weer pas ingaan 1 October 1905. Met het ingediende wetsontwerp is de aan leiding voor Spr.'s interpellatie vervallen en hij trekt deze dus in. Vervolgens komt Spr. op tegen de zooge naamde rechtspositie van de ambtenaren, waarin; men de zaken op zijn kop zet. Spr. vraagt of het .noodig was voor inspecteur der posterijen en telegrafie iemand uit het leger te benoemen, terwijl er zooveel geschikte ambtenaren waren. Hij komt nu tot de bekende zaak Lint huis. In het lijvige rapport komen zinsne den voor, die op Spr. den indruk maken, dat de man gezocht is. In de aanschrijving van den directeur, dat de zaak zoo objectief mo gelijk behandeld moet worden, leidt Spr. af, dat dit niet altijd gebeurt. Tal van grie ven worden tegen den man aangevoerd, die onjuist of overdreven waren. Spr. ziet in het optreden van den directeur Chevalier een minder goede gezindheid tegen leden van den bond „de Post' De heer Van Asch van Wijck vraagt opheffing van het afhalen van druk werken op Zondag en opheffing van den postpakketdienst op Zondag. De heer Nolting is geen voorstander van het fooienstelsel, maar voor de post- en telegraafbestellers toch had hij het liever be houden, omdat het feitelijk een deel van het tractement uitmaakt. De heer De Klerk keurt het bestellen van telegrammen af door jongens van 16 tot 20 jaren. Ook Spr. komt er tegen op, dat de minister geld, dat hem is toegestaan voor lotsverbetering der ambten, daarvoor moet gebruiken. De heer Tydeman betreurde het, dat de minister zoo weinig voortvarend is in de uitvoering der telefoonwet. Verctei klaagt Spr. over de to groote krin gen en te hooge tarieven. De heer Roessingh zet uiteen, dat de brievengaarders door opheffing der hulpkan toren in slechter conditie gekomen is. De heer V a n V 1 i e t betreurt gelijk bijna alle voorgaande Sprekers met hem het geld voor lotsverbetering van het personeel, hun toegestaan, daarvoor niet gebruikt heeft. De heer Smeenge sluit zich hierbij aan. Om kwartier over ze® wordt het debat verdaagd tot een nadier te bepalen dag. Héden halftwee Bhnnenlansclie Zaken. Berichten. De Staatscourant van Zondag 18 en Maandag 19 Dlecember 1904, bevat de vol gende Kon. besluiten op verzoek eervol ontslagen uit den zee dienst de luitenant ter zee 2e klasse J. W. J. baron van Haersolte. op non-activiteit gesteld de kapitein C. P. Koene, van het 1ste regiment infanterie. Het Koninklijke Echtpaar is Zater dagmiddag met gevolg van het Loo in de residentie teruggekeerd met een extra-trein, die tegen 4 uur het Staatsspoor-station bin nenst oomde. Ter begroeting waren daar aanwezig de burgemeester der residentie, baron Sweerts, de gouverneur der residentie, generaal Van Ermel Soberer en baron Bentinck, opperstal meester. De Koningin, die er welvarend uitzag, was gekleed in grijs wandeltoilet en hield een ruiker in. de handde Prins was in hu-rgerkleeding. Zoowel H. M. als Z. K. H. onderhielden zich eenige oogenhlikken met de aanwezige autoriteiten, de Koningin in het bijzonder geruimen tijd met den burgemeester. Buiten het perron in de Rijnstraat en langs den verderen weg stond een talrijk publiek, dat liet Koninklijke Echtpaar har telijk begroette. In een gesloten gala-liofrijtuig werd eerst naar het Paleis van H. M. de Koningin- Moeder in het Voorbout gereden en na het bezoek aldaar, naar het Palais in 't Noord einde. De gewone audiëntie van den minister van justitie zal Woensdag 21 December e.k. niet plaats hebbendie van den minister van oorlog zal op Donderdag 22 December e.k. niet plaats hebben, en die van den mi nister van waterstaat, handel en nijverheid zal tot nade^ aankondiging niet plaats heb ben. Conferentie Hospitaal- schepen. De conferentie is Zaterdag on der voorzitterschap van den heer De Meubel vergaderd geweest en heeft het door de com missie aangeboden ontwerp-verdrag bijna on veranderd aangenomen. Men verwacht, dat het verdrag Woensdag e. k. zal worden onderteekend. De voorzitter heeft in de vergadering me- dedeeling gedaan van het van H. M. de Ko ningin ontvangen© antwoord op het aan H. M. gezonden telegram van hulde. Aan het diner van den minister van Buitenlandsolie Zaken aan d© internationale con fe i-en tie betreffende de hospitaalschepen in oorlogstijd hebben alle gedelegeerden be nevens de secretaris van liet congres deelge nomen. Na afloop was er ten huize van Melvil baron van Lijnden eene receptie, w'aarbij de vreemde vertegenwoordigers gelegenheid had den kennis te maken met verschillende auto riteiten uit de officieel© en diplomatieke kringen. Op 17 December 1904 heeft aan het ministerie van buitenlandsche zaken te 's Gravenhage de onderteekening plaats ge had van een verdrag met het Duitsche rijk betreffende de boe'ating, vestiging en uitzet ting van wederzijdsche onderdanen op we- derzajdsclx staatsgebied. Aan de bewerking van een wetsont werp tot het instellen van een consignatie kas ward aan het departement van Finan- cdëu de laatste hand gelegd. Bij de Kamerverkiezingen in 1905 zul len de sooiaa.l-democraten candidaat stellen in district 's Gravenhage I Bergmeyer, en in 's Gravenhage III mr. Troelstra, terwijil over district II later zal worden beslist. Generaal Rooseboom, laatstelijk gou verneur-generaal van Ned.-Indië, is van plan in de residentie aan te komen a.s. Dinsdag 20 Deo,, 's avonds 8 uur 33 Holl. station. Ingevolge Koninklijk besluit van .14 December 1904 no. 42, wordt Hr. Ms. fregat Van Speyk met 1 Januari 1905 te Willems oord in dienst gesteld, met bestemming om dienst te doen als instructieschip voor de werf divisie. Bij gemeld besluit is het bevel over dezen bodem met- dien datum opgedra gen aan den luitenant ter zee der 1ste kl. C. C. Zegers Rijser, adjudant in buitenge- wenen dienst van ii. M. de Koningin. Blijkens ministerieel© aanschrijving is bepaala, dat thans geen landverhuizers, van welke nationaliteit ook, aan de grenzen van het Rijk mogen worden toegelaten, die niet. in het bezit zijin van een politiekaart door de autoriteiten in de havensteden afgegeven. Tot nu toe gold deze bepaling alleen voor Russische landverhuizers. Bij koninklijk besluit van 15 December 1904, no. 35, is, met ingang van 20 Decem ber 1904, benoemd tot kanto n recht er-plaats vervanger in het kanton Boxmeer, J. L. Ba ken, secretaris déa* gemeente Boxmeer. Pief. dr. H. J. Hamburger, te Gro ningen is benoemd tot correspondeerend Liid der Société royale des inédioales et natu relles te Brussel. Men schrijft uit 's Gravenhage Te Scheveningen is in, den ouderdom van 72 jaar overleden dr. P. M. S. Kros, practi- seerend geneesheer, directeur van de zieken- inrichting Villa Elisabeth, aan de Parklaan aldaar. Dr. Kros, die uit Zeeland hier heen kwam, genoot het vertrouwen van zeer velen, die zich in den loop der jaren onder zijn behan deling stelden. De inrichting voor zenuwlij ders, aan het hoofd waarvan hij stond, kwam door zijn initiatief tot stand en van af dien tijd heeft hij steeds zijn beste krachten aan de inrichting gewijd- De begrafenis is bepaald op Dinsdag 114 uur, van af het sterfhuis naar Oud Lik en Duinen. Ph. Sadée, de bekende kunstschilder, is Zaterdagmiddag door tal van zij|n 'kunst broeders en vereerders naar zijn laatste rust plaats gebracht. Onder de velen die zich op de algemeene begraafplaats te 's Gravenhage. hadden vereenigd, om blijken te geven van belangstelling en deelneming in het gevoelige verlies dat de Nederlandsche schilderschool heeft geleden, behoorde in de eerste plaats het bestuur van „Pulohri Studio", dat van de Academie van Beeldende Kunsten, terwijl de Hollandsicihe Teekenmaatsoh appiji werd vertegenwoordigd door Willem Maris„Arti" uit Amsterdam door Bart van Hove en Van deu Hulk, al welke genootschappen of maat schappijen ook kransen hadden gezonden. Verder werden nog opgemerkt. Klinkenberg, lid van do Commissie voor de Koninklijk.- subsidies, waarvan ook Sadée deel uitmaak te Willy Martens, Henkes, Louis Apol, Wil lem Muller, Roeraieester, Roelof®. Ter Meu- len, Arntzenius en vele andereu. Bij verhindering van Mesdag wegens een lichte ongesteldheid huldigde de heer Jansen, namens Pulcbri, de verdiensten van Sadée; Bart van Hove sprak een woord van hulde namens de Maatschappij „Art-i", waar van Sadée een hoogst verdienstelijk lid wa®, gelijk hij een eervolle plaats innam in de hedendaagse lie kunstwereld, zoowel in ons land als in het buitenlandterwijl mr. Snouck Hurgronje, namens de Haagsche Aca demie met waardeering gewaagde van deu ijjver en de toewijding van Sadée, op wiens oordeel door den Raad van bestuur, waarin hij gedurende 15 jaren zitting had, bijzonde ren prijs werd gesteld. Onder nederl egging van een bloemstuk op het graf, nam ten slotte de oud-referendaris, de heer Alm, afscheid van Sadée. met wien hij door een vriendschap van bijna 60 jaren, wa® verbonden. Nadat een der familieleden ----- de betoon de deelneming had bedankt, was de plechtig heid geëindigd. In de Dénderdag gehouden vergadering der Kamer van Koophandel van Dordrecht was ingekomen een schrijven van den secre taris mr. J. C. Stoop, .dat hii niet voor een herbenoeming in aanmerking wenscht© te komen. Aan het einde der vergadering nam de voorzitter, de heer J. van Oldenborgh Hzn., afscheid van de leden. Hij was 26 jaar lid' van de Kamer, waarvan 7 jaar voorzatter. Dé voorzitter der Kamer van Koop handel te Nijmegen, de heer F. T. J. H. Dobbelmann, die einde 1904 als lid aftreedt, en zijn mandaat niet vernieuwd wenschte te zien, werd in de vergadering van Donderdag, de laatste die hij leidde, toegesproken door den heer Diebeis, plaatsvervangend voorzit ter, die te kennen gaf, dat de Kamer, of schoon zij het besluit van den heer Dobbel mann eerbiedigt, diens heengaan betreurt. Spreker zeide den heer Ddbbelmiann namens de Kamer dank voor alles, wat- hij gedurende bijna 30 jaren in het belang van Nijmegen'® handel en nijverheid had gedaan of helpen tob stand brengen, en bood hem namens alle leden en den secretaris als blijk van hulde aan een kloek beeld, voorstellenden den ar beid, als een© herinnering aan het arbeidza me leven van den scheidenden voorzitter. De heer Débbelmann, blijkbaar verrast door dit geheel onverwachte huldebetoon, be tuigde in hartelijke bewoordingen dank. A.s. Donderdagavond zal de Vereeni- ging „Moederland en Koloniën" te 'a Gra venhage eene openbare algemeene vergade ring houden, waarin de heer P. J. Koore man, oud-resident, een voordracht zal hou den over „het debat in de Tweede Kamer, betrekkelijk het rapport Rhemrev". De Ned. Gustaaf Adolf Vereeniging beeft van een onbekende een gift van f 500 ontvangen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 2