193.
3d* Jaargang.
Donderdag 12 januari 1905.
BUITENLAND^
FEUILLETON.
Speculanten.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ruis
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco.per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF O.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnutnmer 66.
PRIJS DER ADVERTENTlfóf:
Vsd 1—5 regelu
Elke regel meer ,.r - 0.19.
Groöte letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen.tit
het herhaald adrertêeren ih dit Blad bij 'abonnement. Eéne
ciroulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Proclamatie.
Mij is -die vereerende: opdracht verstrekt,
namens Hare Majesteit de Kolnimgim-Moeder
aairii allen in deze gemeente, die, op welke
wijze ook, bewijzen gaven vaai liefde en
trouw, door deelname aain 'het Huldeblijk bij;
gelegenheid van Harer Majesteit® 25-jarigi
verblijf in Nederland, daarvoor openlijk
hartgrondig] dank te zeggen1.
Viaai deze taak meen ilc mij niet beter te
kui'naien kwijten dan dow dteai inhoud van
het ontvangen scthrijyeoi van onze geliefde
Vorstin in zijfn geheel openbaar te maken.
Het luidit als vodgt>
WeLEdel Gestrenge Heer
Voor weinige dageu mocht ik het geschenk
ontvangen, door het Nederlandsche Volk voor
mij bijieengebracht als een huldeblijk bij ge
legenheid van mijn 25-jarig verblijf in Neder
land.
De grootte van dit geschenk heeft mij ver
rast en verblijd. Verrast, omdat ik nimmer
had kunnen verwachten, dat zoo van alle zij
den eai dloor alle standen aan dit huldeblijk
zoude worden deelgenomen. Verbiijd! omdat
de aard van het gesclienk mij gelegenheid geeft
de Stichting Oranje-Nassau's Oord, welke mij]
zoozeer ter harte gaat, meer nog dan tot he
den toegankelijk te kunnen stellen voor min
der vermogenden.
Ik waardeer, meer dan door mij in woor
den kan worden uitgedrukt, de gevoelens van
liefde welke het Nederlandsche Volle mij toe
draagt, en oprecht dankbaar ben ik voor al
het goede, dat ik in Nederland heb gevonden.
Het is mij eene ware behoefte allen te dan
ken, die hebben medegewerkt en bijgedra
gen aan de hulde mij in den aanvang van het
afgeloopen jaar gebracht. Slechts zeer weini
gen heb ik persoonlijk mijn dank kunnen be
tuigen; daarom wend ik mij tot U WelEdel
Gestrenge met het verzoek, namens mij aan
allen in Uwe gemeente, die, op welke wijze
ook, mij bewijzen gaven van liefde en trouw,
daarvoor openlijk hartgrondig dank te zeggen.
Moge voor het Vaderland, dat mij zoo lief
is, en voor het Nederlandsche Volk, waaraan
ik mij innig voel verknocht, en dat'ik in de
25 jaren die ik doorbracht in zijn midden
steeds meer heb keren liefhebben en hoog
achten, onder Gods zegen eene gelukkige toe
komst zijn weggelegd.
's Gravenhage, 7 Januari 1905.
EIMiMA.
De Burgemeester Van Amersfoort,
WUIJTIE1RS.
Amersfoort, dien 9. Jalmiari 1905.
Politiek Overzicht
Ministerieeie crisis in Denemarken.
Uit Kopenhagen werd gisteren bericht,
dat de leden van het ministerie hunne porte
feuilles ter beschikking van den Koning heb
ben gesteld. Dat is het logische gevolg van
'fc geen er vooraf is gegaan eerst heeft de
minister van oorlog, generaal Madsen, zijn
ontslag gevraagd daarna kwam er eene aan
vrage om ontslag van nog vier ministers en
eindelijk hebben alle acht ministers verzocht
l.e worden ontslagen uit hun ambt.
De aanleiding tot de crisis is de ontslag
aanvrage van eten minister van oorlog ge
weest. die voortkwam uit een conflict van
dezen minister met de financieele commissie
van het Folkething, de Déeusohe Tweede
Kamer. Het onderwerp van dit geschil is de
kwestie der versterking van Kopenhagen.
Generaal Madsen wil de hoofdstad niet alleen
aan den zeekant, maar ook aan de landzijde
versterken. Maar voor de verdere uitbreiding
van de versterkingen aan de landzijde wil de
financieele commissie geen geld toestaan.
Volgens de mededeelingen, die het Kopen-
hagcnsche blad Polifciken over het geschil
heeft gedaan, heeft de minister van oorlog,
in -strijd met de verleden jaar met het Folke
thing gemaakte afspraken, op Saltholmen
versterkingen laten bouwen. Hiertegen kwam
de rapporteur van uo linancieele commissie
met nadruk op; hij kondigde aan, dat hij
in de vergadering van het Folkething zou
tei sprake brengen, dat de minister de voor
zijn departement boegertane crcdieten op on
wettige wijze had besteed. Hiermede was den
minister van oorlog zijn doodvonnis aange
zegd. Hij had alleen dan staande kunnen
blijven, wanneer zijino ambtgenooten zich
met hem solidair verklaard hadden tegen
over het machtsmisbruik, waarvan hij be-
:v huidige! werd. Daaraan was echter niet te
denken', zonder dat de heerschende partij in
het parlement uiteen viel. Om echter den
val van de» minister minder hard te maken
ca de overwinning van den radicalen vleugel
der linkerzijde minder in het oog te doen
vallen, werd het wenschelijk geoordeeld, dat
ook de minister van marine zou heengaan,
en wel terstond om net Folkething voor het
voldongen feit te stellen. Maar de minister
van marine zelf had er niets geen lust in
heen te gaan, en hij vond steun bij den
minister-president Deuntzer en bij nog een
anderen ambtgenoot. Minister Deuntzer ver
klaarde alleen generaal Madsen te willen
prijsgeven, maar niet ook den tweeden vak
minister, die hem en den rijksdag trouw had
gediend. Het einde van dezen strijd was, dat
d. vier ministers, toen zij het ontslag van
hun ambtgenoot van marine niet konden ver
krijgen, zelf hun ontslag aanboden. Nu is
inmiddels het Folkething bijeengekomen, en
do crisis is thans volkomen gewordenhet
geheele achttal ministers is thans demissio
nair.
Uit. deze voorstelling van den loop der
crisis blijkt, dat hare oplossing geen gemak
kelijk werk zal zijn. Het blijkt, dat er in
het nu demissionaire kabinet en aan de lin
kerzijde van het Folkething twee stro man-
gen zijn eene gematigde en eene radicale,
die in de belangrijkste vragen, welke leger
ca vloot betreffen, volstrekt niet eensgezind
zijn, D© radicale vleugel staat de volledige
onzijdigheidverklr.ring van Denemarken voor
en de afschaffing van liet eigenlijke leger;
zij is dus ook tegen eene uitbreiding van de
versterkingen der hoofdstad van Dtenemarteü.
05 het mogelijk zal zijn dezen tweespalt te
overwinnen en de beide vleugels te bewegen
tot verderen gemeenschappelijken arbeid in
één kabinet, zal blijken uit den loop van
deze crisis en uit de oplossing, die zij zal
vinden.
Duitschland.
Berlijn, 11 Jan. In den Rijksdag is een
begin geanaaikt met de behandeling van de
begrootiinjg van justitie en wel met het vwr-
sitel-Müllcr-Memingenvolgens welk weuer-
keeriigihedd in strafprocessen alleen krachtens
verdragen zaïl kunnen worden toegestaan en
dan nog alleen ten opzichte van die staten,
wdlker rechtsorde de wedlerikieerigh'edid waar
borgt. Verder strekt heb voorstel om te
bepalen diat uitlevert ngsverdrageii slechts
dooir heb rijk met het buitenland zullen wor
den afgesloten en dat de verdragen van uit
levering, die door enkele afzonderlijke Duit-
sc-he staten gesloten zijn, opgezegd uienen te
worden.
De afgevaardigde Mii 11 er-Meiningen (van de
vrijzinnige volkspartij) verdedigde zijn voor
stel met te wijzen op de ondervinding, opge
daan in het Königsberger socialisten-proces,
en hij kritiseerde scherp do houding van de
Pruisische justitie, die aan Rusland ten on
rechte wederkeerigheid heeft toegestaan^ op
grond van valse he vertalingen uit het Rus
sische strafwetboek door den Russischen con
sul-generaal.
Het voorstel beoogt de wederkeerigheid
tegenover Rusland onmogelijk te maken, daar
Rusland geen rechtsstaat is naar onze begrip
pen.
In het slot van zijne rede betoogde de af
gevaardigde Müller (Heiningen), dat zijn
voorstel ook bedoelt de vervanging van het
Pruisisch-Russische uitleveringsverdrag van
1885 door een meer modern verdrag.
De staatssecretaris van -'u&titie, Nieber-
ding, verklaarde niet te zullen ingaan op de
tot de overheden gerichte verwijten, omdat
het proces (het Koningsbergsche socialisten-
proces) nog bij het Rijik&gcrecht aanhangig
is De rijkskanselier zou gaarne zijn best doen
om een staatsverdrag te krijgen, waarin de
wederkeerigheid hr: strafvervolgingen is uit
gedrukt, maar zulke overeenkomsten zijp
niet gemakkelijk tot stand te brengen. De
door de motie-Müllcr gestelde voorwaarde be
treffende den waarborg van wederkeerigheid
bestaat reeds; de vraag is alleen of aan de
voorwaarde bij een bepaald land wordt vol
daan. Wat betreft de uitleveringstractaten is
het twijfellach tig of de rivkskanselier mag in
grijpen in de rechten der afzonderlijke sta
ten. De rijkskanselier is bereid zulke verdra
gen te sluiten voor zoover de toestauden van
liet rijk e.i zijne belangen dit toelaten.
Alle sprekers, behalve de conservatieve,
verklaarden zich vóór de motie-Muller.
In den loop van het debat zeide de vrij
zinnige afgevaardigde Lenzmann, dat het
Koningsbergsche proces' het bewijs levert van
Ruslamd's b arbaars ckheidStaatssecretaris
Nieberding protesteerde namens den rijkskan
selier tegen een dergelijke uitlating over een
staat, waarmee wij door internationale be
langen bevriend zijn." Zulke woorden waren
i. i. in tegenspraak met de vreedzame inter-
n atio naile betrekk i ngen
Dte stemming over de motie zal eerst
plaats hebben bij de derde lezing der be
grooting.
Het aantal mijnwerkers, die den arbeid
neerleggen, wordt in ihet. Roerdistriet steeds
greater. In het district Roohum zijn gisteren,
de kolendolvers van de mijnen Karl Fried-
rielh, FriedJLicheui Noohbbar en Baaker Huide
niet in de mijnen gegaan.
Duitschland en Engeland.
Die Londensche Standard schrijft: Wij zijn
in staat te oonstateereu, dat onze officieele
betrekkingen tot Duitschland op dit oogen-
biik en sints eeinigen tijd zoo bevredigend zijn
als mogelijk is. Er bestaat ook volstrekt geen
moedelijkheid tusschen de beide landen. Het
eonige incident, dat kon strekken om aan
oorlogsgeruchten te Berlijn een glimp van
waarschijnlijkheid te geven, was de mobili
satie van de Kielscho vloot na het ongeval
bij de Doggersbank zij was ongetwijfeld toe
te schrijven aan den wensch om voor alle ge
vallen voorbereid te zijn.
Wolff's bureau toekent hierbij aan: „Van
bevoegde zijde vernemen wij, dat er van eene
mobilisatie van de Duitsche vloot nooit sprar
ke is geweest, ook niet na het voorval bij de
Doggersbank. Alle berichten van het tegen
deel zijn verzonnen."
De proef op de som van wat de mededee-
ling van de Standard verder bevat, levert do
Nordd. Allg. Zeitung met hare verklaring,
dat er tot eene verwikkeling met Groot-Brit-
tannië elke aanleiding ontbrak en ontbreekt.
Op politiek gebied hebben wel is waar zekere
opvallende uitingen, dio geïsoleerd zijn voor
gekomen in de Engelscho pers, in Duitsch
land de aandacht getrokken. Deze agressief-
klinkende opmerkingen waren eohter niet in
staat, eene spanning tusschen Duitschland en
Engeland te verwekken.
Denemarken.
Kopenhagen, 11 Jan. Het ministerie heeft
den Koning zijn ontslag ingediend. De Ko
ning verzocht den ministers voorshands de re
geer in gsz a ken verder te voeren.
Kopenhagen, 11 Jan. De Koning heeft
den minister van eeredienst en onderwijs
Christensen opgedragen een nieuw ministerie
samen te stellen.
Marokko.
Tanger] 11 Jan. De Fransche missie (on
der leiding van den gezant) is met den
kruiser Du Chayla vertrokken.
In den laatsten ministerraad van Frank
rijk heeft de minister van buitenlandsohe za
ken mededeelingen gedaan omtrent den te
gen woordi gen stand van do Marokkaansche
kwestie en. daarbij den tekst medegedeeld
van den brief, dien de Fransche vertegen
woordiger te Tanger ontvangen heeft namens
den sultan. Daarin wordt de Fransche regee
ring verzocht, de Fransche instructeurs op
hun post te laten blijven, en do Fransche
gezant uitgenoodigd zijn vertrek naar Fez te
bespoedigen, om over do geleidelijk in te voe
ren hervormingen vingerwijzingen en raad
gevingen te verstrekken, waarnaar de regee
ring van den Sultan besloten is zich te gedra
gen.
Zuid-Amerika.
Uit Santiago wordt bericht, dat Senaat en
Kamer heb vredes- en vriendschapsverdrag
tusschen Chili en Bolivia hebben goedgekeurd,
waarin voor het geval dat er geschillen moch
ten ontstaan, de Duitsche Keizer als scheids
rechter is aangewezen.
De oorlog in Oosi'Azië.
Van den oorlog zijn de volgende berichten
Het Journal verneemt uit Moekden, dat
het weer plotseling zacht as gewordenEr
zou. niet het minste beletsel meer zijn voor
de hervatting van dó vijandelijkheden. Ook
de Daily Telegraph verneemt uit Tsjifoe,
dat men aau de Sjako nieuwe krijgsverrich
tingen verwacht. Een groot deel van Nogt s
leger is dn allerijl naar Lliaojang gezonden.
Wladiwostok10 Jan. De gewezen comman
dant van de vloot in het verre oosten, admi
raal Skrydlow'. is heden naar Petersburg ver
trokken.
Het van Engelsche zijide verspreide bericht,
dat de Russische regeering zou hebben beslo
ten, de onder bevel van admiraal Rodjest-
wemsky staande vloot terug te roepen, klinkt
niet geloofwaardig. De Oostzeevloot is uit
Rusland afgezonden, om de Japansche vloot
in het verre oosten te bevechten. Door de
capitulatie van Port Arthur is in haar pro
gramma slechts in zóó verre verandering ge
komen, dat zij nu niet meer zoo'n haast
heeft om bij den vijland te komen. Eene te
rugroeping van de vloot zou eene bekentenis
van de Russische regeering zijn, dat zij een
strijd tegen de Japansche schepen als hope
loos beschouwt. Waarschijnlijk zal de Oost
zeevloot vooreerst in de wateren van Mada
gascar blijven, waar zij van Fransche zijde
elke ondersteuning kan krijgen, die met
eene welwillende uitlegging van de onzijdig
heidsbepalingen te vereenigen is. Over twee
maanden houden de stormen op, die in de
zen tijd de scheepvaart in den Indischen
oceaan dikwijls gevaarlijk maken, en tegen
einde Maart kunnen ook de versterkingen,
die zich reeds op weg bevinden, of die eerst
daags zullen vertrekken, zich bij de vloot
gevoegd hebben. Daar ook generaal
Koeropatkin van zins schijlnt te zijn zich ge
durende de eerste maanden stil te houden,
zouden er gevechten te water of te land
slechts te verwachten zijn in liet geval, dat
de Japannners aanvallen. D'aartoe schijnen
zij echter ook geen lust te hebben en er zal
dus wel eenige tijd verloopen, voordat de
tegenstanders zich met elkaar trachten te
maken.
Sues, 12 Jan. De Russische kruisers Oleig,
Iacietmroed, Rion en Dnjepr zijtn. hater belhou-
dem aangekomen. Zij: nemen hlier volstreflrt
geen voorraden in.
Een bericht van het bureau Laffan meldt,
naar aanleiding van de beweerde onderhan
delingen over den aankoop van oorlogssche
pen voor Russische rekening, dat Japan aan
Chili een ultimatum heeft gesteld on voor
het geval van den verkoop met eene be
schieting heeft gedreigd. Argentinië heeft"
geen ultimatum ontvangen, maar wel de
mededeeling van de tegenover Chili gedane
stappen. Het resultaat is in beide gevallen
voor Japan zeer bevredigend
Parijs, 11 Jan. De enquête-commissie in
zake het Doggersibaink-i n ciden b besloot de
openbaarheid bij de behandeling toe te laten,
voor zooveel betreft de uiteenzetting der fei
ten en de getuigenverhooren. Onder de pers
zullen toegangskaarten worden uitgedeeld.
De tegenspraak, die liet Japansche gezant
schap te Parijp heeft gegeven van het door
de Etoho de Paris medegedeelde vertrouwe
lijke rapport., bepaalt zich niet onkel tot de
mededeeling, dat dit stuk van -ai tot z ver
zonnen is, maar voert tot staving daarvan
het volgende aan
„Men spreekt van een rapport, dat door
generaal Kodama, onderkoning, gouverneur
van Formosa, gezonden zou zijn aan gene
raal Katsoera, voorzatter varn dén minister
raad, in Februari 1900. Nu was op diat tijd-
stip generaal Katsoera geen minister-presi
dent maarsohiatk Yaimaigata Was aam hot
hoofd van de regeering. Er wordt ooik in het
artikel gesproken van liet prijs geven van
Moekden dloor Japan tijdens dien Chineesob-
Japausohen oorlog. Nu. is Japan destijds niet
eens gekomen tot. Liaojanjg. Generaal KodJar
ma., die tweede chef wias van dien generalen
staf van het leger tijdens den Ohifneesohen
oorlog, zou werkelijk zulk eeaie vergissing
niet hebben kunnen begaan in een stuk, aan
het hoofd dei' regeering gericht.
„Overigens meenen wij, ondanks den pers-
veldtocht, die tegen Japan wordt gevoerd
Roman van
BALDUIN GROLLEE.
Riemor, die uit de garderobe vani demi over-
lcdlein echtgenoot der barones het hem .dien
stige ihad gekozen, kon, als men do lichte
kamferlucht niet meerekende, weer heel goéd!
in gezelschap verschijnen.
Toen hij het saloni lynnentrad zaten die
dames daar reeds. Die glazen deuren, die toe
gang het. tot balkon gaven., wlaren wijjd ge-
opennd en een breedie stroom zonneschijn en
heerlijk verkwikkende zomerlucht drongen
van uit bet park naar binnen.
De natuur had uitgeraasd en vertoonde
rich nu schooner dam ooit. De kristallen lust
res in de kamer schitterden in: velerlei kleu
ren; de zonnestralen speelden over de geel
zijden meubelen en over het vergulde hout;
zij gleden over de lichtkleurige muurschilde
ringen en fonkeldeui in liet züverwieric, het
glas en potrceieu, op 'het sneeuwwitte tafel
laken dier smakielijk gedekte tafel, op de kof
fiekan, die een heenlijken geur verspreidde,
en op alles daaromheen.
Do dames hadden reeds vriendschap ge
sloten. Zij schenen het zeer wtel met elkaar
te kunnen vinden.
•Beidern zagen er allerbekoorlijkst uit. Dora
was wel de jongste, inaiar de tien jaren, die
de 'barones meer telde, waren weinig merk
baar. Haar slanke gestalte was fraai gevuld!.
Het rijke kastanjebruine 'haar vormdle een
goedé omlijsting voor de regelmatige trekken
van haar gelaat, dat door een paar sprekende
ooigen verlevendigd weid. Haar hoofd' geleek
op een dier zeldzame vrouwenbeelden van
Leonardo dia Vinei, haar haartooi op dien:
van de tchoonc Oléo de Mérode, die tegen
woordig weer met succes in dé mode komt.
In Dora en de barones wareni twtee soorten
van' vrouwenjsiöhaou) vertegenwoordigdbij
de eene blonk de beknioillijkheadl dier malagd
uit, bij de amdiere die schoonheid! dier vrouw.
'Vtrooiliijjk babbeldteni zij, toen Dtelra plotse
ling uitriep
„Nu zit ik zoo onbezorgd te praten, en
dtenlk er in. het geheel niet aan, boe ongerust,
papa moet zajni, Zou u niet even een bediendte
naar onze. villa. kunnen zendten, mevrouw?"
„Maar. kindlief, dat, heb ik reeds gedaan,
toen ge bier kwaamt. De bediendte kan elk
oogemblik met- een rijtuig, voior u terugkeeren,
en zoo niet, welnu, dan kun je met alle ge
noegen over het mijne beschikken."
De. bediende bracht na eenige minuten die
boodschap, dat Dora's papa., onmiddellijk: bij
het uitbarsten van het onweer, had laten
inspannen en haar tegemoet was gereden.
„Wat mui?" vroeg de barones.
Dora dacht ma,.
„Wat kan papa wel gied'acht- hebben, toen
hij mij niet aan liet station, aantrof Als hij
er aan ged'acht heeft, dat ik mij tijdens het
onweer op dlein, landweg moest bevinden dan
zal hij1 wel teruggekeerd zijn. Maar 'hij kan
ook geloofd hebben, dat ik mij dioor het drei
gende weer heb laten afschrikken, of dat ik,
reedis te Weidlingem zijaidte, en' die donkere
wolken ziende, naar Weenen terug ben ge
keerd."'
„Alle drie veronderstellingen zajni moge
lijk," meende Riemer, om ook. wat te zeggen.
„Ik heb een idee," riep de 'baroln.es. „Wij
kunnen van hier uit dten straatweg zien. Het
rijtuig moet in ieder geval terugkeeren. Mis
schien kunnen wij. zien, of je papa er in zit.
Het is wel een. heele afstand, maar ik heb
kijkers."
Riemer kreeg een verrekijker, en, die dames
wlaren met operakijkers gewapend. Het dtuur-
dietniet lang, "of in de verte op dtein straatweg!
werd een rijtuig zichtbaar. De dames keken
met spanning door hium kijkers, maar Riemer
had niéts aan die zijne. Alles dwarrelde voor
zijn oogen,eerst lc'on hij, heeleonaal het, punt
niet vinden, en toen hij het eindtelij|k had,
waren twee leden van ziini telescoop verscho
ven, zooidat hiji heeilemaal niets meer zién
kon.
„Dtera, dat is jullie rijtuig," riep die baro
nes eensklaps. „Ik ken, die gang van het paard
al van verre."
„U hebt gelijik." bevestigde Dora, „maar
jammer, dat bet een gesloten coupé is. Nu
kunnen we niet zien, of papa ei" im zat."
„Nu zijn we nog even ver als in het begin,"
merkte Riemer op.
„Dten zal ik nog eens een bediendte uitzen
den," zeidte de barones.
„Misschien is liet niet noodig," sprailc Dora
peinzend. „Papa is stellig niet teruggekeerd."
„Dat is zoo stellig nog niet, juffrouw Art-
ner," bracht Riemer in heb .middén.
„Toch meen ik hel, wel met zekerheid te
kunnen beweren."
„Hoe dat?" vroeg de barones.
„Wel, de paarden loepen zoo kalmpjes.
Zoo rijdt de koetsier na gedanen arbe'd naar
huis. Maar zoo durft liij niet te rijden, als
papa; in het rijtuig zit. Papa is ongerust ge
worden, en naar Weenen teruggekeerd en nu
moet ik maar zoo spoedig mogelijk zijn voor
beeld volgen."
„Mijin rijtuig is tot je dienst, kindlief. Als
ik je naar den trein breng, dan heb ik mijn
taak vervuld. Maar zou liet niet beter zijiu,
om rechtdoor naar Weenen te rij'dén? Stel,
dat ge een half of een heel uur op den
trein moet wachten, dan komt ge nog
later thuis per spoor, dan per rijbung. We
laten de paardjes flink draven een beetje
beweging zal hun goed ddeav. Het weer is
prachtig gewlordeni; do rit zal dus heerlijk
zijn. Ben je heb met mijl eens, Dtera, Ebi u
ook, mijnheer Rilemer?"
„Natuurlijk, natuurlijk,'jubelde Dtera,.
De voorbereidingen waren spoedig getrof
fen en in een stevigen draf ging het, bijl heer
lijken zanno3obij|n, vrooilijk voorwaarts. Het
Meinhartsdal had' zioh, na d'e bui, in zijn
fraaist gewaaid getooid en fonkelde im zoöner-
zonneglans. De borgen, die het dal omzoom
den, teckendeai zich tegen dten wolkenloozen
hemel, helder on scherp af.
Riemer begon zoetjes aam Artners voor
liefde voor uitgestrekt grondbezit in deze
streek te begrijpen. Inderdaad menig fraai
villa-park zou hier te stichten zijn. Het bui
tenverblijf van de Artnors lag schuin tegen
over het statige slot vain de barones, eai maak
te een hoogst aangenomen indruk. Het, was
wel te voorzien, dat het nieb lang liet eenige
d'aar zou 'blijven. Maar ecm koppige eigen
zinnigheid scheen, het hem toe, dat Artner
zooveel gewicht aan waterpartijen hechtte en
daaraan ongehoorde offers' gebracht had. Dat
kou immers slechts voor industrieele doelein
den dienstig zijln. En het was geen gelukkige
gedachte, meende hij, om bij die villa's aan
industrie te denken Villa's en fabrieken zijpr
geen goede buren. Hij had' niet die flauwste
gedachte aan bet grootsche plan van een
kunstmatig meer
Dies zomers is het stil in Weetnen. Wie
maar eenigszins kan,, omtvluahb de muffe
stad, oim buiten de dagelijksohte zorgen en, be
slommeringen van zich af te schuddten cn adjoi
geschokte zenuwen te herstellen door ecni
welverdiende, noodige rust. Wie <lit nieb
doen kan, gaat zijn) gewon© gangetje. De
zaken gaan minder regelmatig, het verkeer
neemt af, dte ondernemingsgeest sluimert.
Wie iets voornemens bs te doen. verdaagt dte
uitvoering, soms wiel dte voorljereidinjgein.
Waartoe zich te plagen „er is tech niémand
in Weenen,hoort mem bijna dagelijks zeg
gen.
Tot dte achtergeblevenen, en dus tot dte
ontevredenen, behoorden ook Riemer en
Mauriaoher, Zij waren te zeer gebonden en
kondten. geen d'ag vaoanfie nemen. Hun pa
troon, Dir. Gunz, was nog altijd' ziek. Mem
zegt wel, dat, als dte kat uit is, dte muizen
den haas speten, maar hier was dit niet het.
geval. Zij moesten nu dubbel liaaxl Werken
cid hadden meer verantwoordelijkheid1. Hun
©enigste troost en belooningj was, dat ze ntt
zelfstandig werkten en, zoodioendte huni eigen
krachten leerden kennen.
Wordt vervolgd