•dloei was den gashouder te kiezen, die voor
onze fabriek het meest aanbevelenswaard
was; de kwestie van den minsten prijs heeft
jiiet op den voorgrond gestaan. Als de heeir
Gerritsen op den prijs, die op het tweede in
schrijvingsbiljet van Klönne stond vermeld,
borduurt, dan heeft liijj het volkomen mis;
het is noodt de bedoeling geweest den gas
houder te krijgen voor den laagsten prijs.
Zelfs heb ik de vraag gedaan, waarolm niet
werd gecontracteerd met een Engelschen far
brikant. die had ingeschreven en die hooger
in parijs was. Ik geloof, dat bij de leden van
de gasoommissie, on ook bij de ruee-te leden
van den raad, de overtuiging bestond, dat
wij moeten krijgen den gashouder, die voor
de gasfabriek van de gemeente Amersfoort
de meest geschikte was.
Een ander punt is de datum, waarop het
tweede biljet van de firma, Klönne is be
zorgd. Of het wtaar is wat de heer Gerritsen
daarover zegt, weet ik niet. Den 3en Octo
ber zijn de inschnj.vingsbi 1 jetten geopend,
den 4en October is de directeur op het stad
huis geweest- en heeft van de biljetten ken
nis genomen. Denzelfden dag is het- tweede
biljet van de firma Klönne hij den directeur
bezorgd. Ik vind het ook onregelmatig, dat,
die brief bij den directeur gekomen, is. Maar
al is dit zoo, op de eindbeslissing is dit van
goen invloed geweest. Zooals wij in de vorige
vergadering hebben gehoord, was de gashou
der. d o van do firma Klönne afkomstig
wav. de beste, en die zou ook geleverd zijn,
zelfs al Was de prijs hooger geweest.
De boor Gerritsen. Mijnheer de voor
zitter, mag ik beginnen met te antwoorden
op wat dc heer Plomp heeft- gc-zegd. Dlat kan
tegelijk dienen tot beantwoording van uwei
opmerking. Wanneer bekend gemaakt is,
dat de inschrijvingen! vóór 1 October moeten
worden bezorgd, dan moge de heer Plomp
daarvan niet op de hoogte zijn, maar de
deskundigen weten het wel, dat- de termijn
van de inschrijving onvoorwaardelijk den
30en September gesloten was. Men had dus
niet het recht om na dat tijdstip iemand1
in de gelegenheid te stellen alsnog mede te
dingen. Het is duidelijk, dat de firma Klönne
daarvan op de hoogte moet zijm geiweec-t. Hoc
de aanbesteding hoeft plaats gehad, dóet er
niet toe1; het was mij er om te deen aan te
toonon, dat er oene onregelmatigheid heeft-
plaats gehad, doordien dat latere biljet, dat
bij den directeur gekomen is, alsnog door
lï en W. is geaccepteerd. In de vorige zit
ting is verzekerd, dat alle biljetten behoor
lijk hij elkaar geweest zijn. De le Octo
ber was dc fataio datum, waarop de biljet
ten ingeleverd moesten zijp. De heer Plomp
zegt, dat hij niet wieet of wat ik over den
datum bob gezegd, waar- is, dan wil ik even
uit liet officioolc verslag voorlezen, dat de
heer Visser heeft gezegd, dat hij de gezamen
lijke biljetten on den 3en October uit han
den van den secretaris heeft- ontvangen en
met den secretaris en den directeur der gaa-
fabriok de aanbiedingen en teekeningeaii even
heeft doorgezien. Ik druk er op, dat er ver
schil is tuisselion die medódeeliug en, dj© ver
klaring van don directeur, dlat- hij den vol
genden dag (4 October) dp het stadhuis is
geroepen en daar do verschillende ontwer
pen heeft gezien.
Do heer V isser. Mijnheer de Voorzitter,
het was mijne bedoeling niet deel te nemen
aan deze discussie. De zaak hangt mij de
keel uitik zon niets liever willen dan zwij
gen. Maar ik word er in gehaald. De heer
Gerritsen deelt iets mee wat onjuist is. Ilc
zou gezegd hebben, dat ik den 3en, October
de -biljetten heb ontvangen van den secreta
ris. Zoo heb ik het niet gezegdik heb ge
zegd, dat ik mij don datum niet precies her
innerde. Ik heb de biljetten ontvangen van
den secretaris en er met dezen inzage van
genomen ik heb er den volgenden dag ook
den heer Zijlstra inzage van laten geven.
Hu hecht men er zooveel gewicht aan. dat
het tweede biljet is gekomen biji den direc
teur. Maar men moet niet vergeten de
stukken hebben ter inzage gelegen dat
er een brief van Klönne van 3 October bij
de stukken ligt. De heer van Esveld zal zioh
herinneren, dat ik hem dien brief heb laten
zien. In dien brief worclt de directeur ver
zocht, het inschrijvingsbiljet aan B. en W.
te geven en te bevorderen, dat, zoo moge
lijk, de daarop vermelde prijsopgave nog in
aanmerking wordt genomen. Ik heb er geen
bezwaar in gezien, dat op die manier f 3000
in do gemeentekas bleef. Eene andere ge
dachte heb ik daarbij niet gehad. Dat is de
heele historie van de zaak.
Later is nog de. heer van der Kuijl ge
komen, wien ik als Nederlander gaarne de
leverantie had gegund. Die wilde 't nog
f 1500 gcedkooper doen. Ik heb hem gezegd
..Geef op, waar gij meer gashouders geleverd
heb. maar voeg er bij eene minutieus© be
schrijving van den gashouder.' Maar toen
hij goed aan den tand gevoeld werd, trok
de heer van der Kuyl zijn -aanbod om
f 1500 lager te gaan, in.
Bij mij' heeft niets anders voorgezeten dan
het belang van de gemeente. Ik heb er niets
achter gezocht. Het is duidelijk uit de stuk
ken. dat het inschrijvingsbiljet met den ge
leibrief is ingekomen.
Nu heeft de lieer Gerritsen ter sprake ge
bracht, dat de directeur heeft aangedrongen
op spoedige voorziening in de behoefte aan
gasberging In de gaseommissi© heeft de di
recteur bekend gemaakt, dat de productie
van gas zóó gestegen was, dat er 8000 M3. gas
Op één dag Werdi verbruikt. Wijl hebben
maar 4000 plus 2000 M3. bergruimte.
Nu moet men er rekening mee hou
den, dat er in de fabriek wat ge
beuren kande gasproductie kan op
een bepaalden dag tegenvallen. Het is daar
om gevaarlijk eene zoo beperkte bergruimte
te hebbenbij eene gasberging van 6000 M3.
heeft men niet eens voor 24 turen genoeg.
Daarom is voorgesteld een gashouder van
8000 MA er bij te bouwen. Er is prijsopgave
gevraagd bij Klönne wat zulk een gashouder
zou kosten, toon niet gegund, zie brief
gasoommissie d.d. 6 Mei 1904. Nuj is
het resultaat, van de latere inschrijving ge
weest. dat Klönne nog f 3000 van zijn prijs
heeft laten vallen. Had hij dat niet gedaan,
dan zou hij de leverantie hoogst waarschijn
lijk toch gekregen hebben. Daarop had men
niets kunnen zeggen. Dat is de heele zaak.
De heer Joris sen. Mijnheer de Voor
zitter, na wat ik nu gehoord heb, spijt het
mij, dat ik in de vorige zitting gezegd heb,
dat er iets niet in den haak was. De heer
Visser heeft toen niet medegedeeld wat hij
nu heeft gezegddat het laatste biljet van
Klönne is ingekomen met een schrijveu van
den directeur, inhoudende het verzoek om
te willen -bevorderen, dat het biljet alsnog
werd aangenomen door het dagelijksoh be
stuur der gemeente. Dat maakt do zaak heel
anders. Dat B. en W. het biljet hebben aan
genomen, is eene andere vraag. Maar er is
goen aanbesteding geweest, zoo min eene
openbare als eene onderhandsche. Daarvan
is van den beginne af geen. sprake geweest.
Er is eenvoudig gevraagd: Wat moet de gas
houder kosten De firma Klönne heeft een
biljet ingezonden, maar zij heeft zich later
bedacht en gezegd„Ik wil 't nog goedkoo-
per doen.'' Zij heeft gevraagd of dat nog
aangenomen kon worden on den directeur
gezegd „Zorg, dat het in overweging geno
men wordt.' Nu ik dat gehoord heb, mag
ik niet meer zeggen, dat er iets niet in den
haak is. Het gemeentebestuur had te beslis
sen over de gunning, en er is verklaard, dat i
men de levering niet aan een ander had wil-
len geven dan aan de firma Klönne, ook al
was zij> niet de laagste geweest. Ik herroep
daarom het de vorige maal door mij gezegde,
dat er iets niet in den haak is. Er valt niets
te zeggen tegen 't geen is gebeurd.
De heer van Kalken. Mijnheer de
Voorzitter, er is reeds gezegd, dat er geen
eigenlijke aanbesteding geweest is. Dat is
duidelijk. Het zou onmogelijk geweest zijin
eene publieke inschrij ving te houden, omdat
de verschillende fabrikanten niet hetzelfde
kouden leveren. Nu is er met een van de in
schrijvers nog eene correspondentie geweest,
omdat die voor een lageren prijp de levering
wilde op zich nemen, dan hij eerst had opge
geven. Dat was volstrekt niet uitgesloten.
Het komt meer voor, dat iemand, die den
prijs heeft opgegeven waarvoor hij iets wil
leveren, bij nader onderzoek ziet, dat kij| 't
nog voor wat minder kan doen. Wanneer
B. en W. van meening zijn, dat het in het
belang van de gemeente is daarop in te gaan,
dan wordt daarmee niet iets gedaan wat on
voegzaam is. Wat ik echter bij' den heer
Gerritsen ten zeerste moet afkeuren, is dat
hij den directeur van de gasfabriek heeft
genoemd op eene wijze, die tot verschillende
gedachten aanleiding kan geven. Daarmede
moet men voorzichtig zijn. Het is gemakke
lijk wonden te slaan, maar ze genezen is
dikwijls moeiclijk. Men moet zeer doordron
gen zijn van een zaak om personen aan to
randen op eene wijze, zooals de heer Ger
ritsen heeft gedaan. Wij weten allen, dat de
directeur van de gasfabriek een man is, zoo
als men geen betere kan vinden. B. on W.
en de gaseommissi© zijp volkomen over hem
tevreden. Al is er nu in den brief, die bij
den directeur gekomen is, iets wat den heea*
Gerritsen bevreemdt, dan volgt daaruit nog
niet, dat niet kan worden opgehelderd
op volkomen bevredigende wijze, waarom een
van de inschrijvers zich bij hem heeft ver
voegd. Daarom is het gewensciht bij de dis
cussie over dergelijke zaken voorzichtig te
zijn en daarin niet personen aan te roeren,
op eene wijze, zooals de heer Gerritsen heeft
gedaan.
Dó heer van Esveld. Het wa® in 't ge
heel niet mijn plan, om over deze zaak het
woord te vceren. Maar naar aanleiding van
wat de beide laatste sprekers hebben gezegd,
meen ik ook mijne opinie te moeten zeggen.
Op mijn verzoek heeft de wethouder van
openbare werken de brieven, die door den
directeur van de gasfabriek met de firma
Klönne gewisseld zijn, tot mijne beschikking
gesteld. Ik heb daaruit met genoegen gezien,
dat het begeleidende schrijven aan den di
recteur, waarin het tweede inschrijvingsbil-
jet gesloten was, gedateerd is 3 October, dus
op een tijdstip, waarop de uitslag van de
inschrijving nog niet bekend was aan den
directeur. Waar zit nu de fout? De onver
geeflijke fout zich bij de firma Klönne, die
de dwaasheid beging het biljet, dat bij B.
en W. behoorde, te zenden aan den direc
teur, bij wien het niet thuis behoorde. In
dit geval moet men de geheele vergissing
wijten aan de dwaze houding van de firma
Klönne. Zij wist, dat het adres van B. en
W. is in het stadhuis, maar zij heeft zich bij
de toezending van het tweede biljet vergist
en verzuimd dat biljet aan het goede adres
te zenden. Dat is de oorzaak van de misvat
ting, die hier is begaan.
Do heer Gerritsen. Mijnheer de Voor
zitter, ik zal zwijgen over wat persoonlijk
aam mijn. adres is gezegd. Ik wil alleen op
merken, dat publieke zaken publiek behan
deld moeten worden. Wij moeten in de be
handeling van de zaken der gemeente zoo
min mogelijk licht schuwen. Ik ben het met
geen van de hoeren, die het woord hebben
gevoerd, eens. Ik blijf er bij en het doet
mij pleizier, dat de wethouder dit zelf heeft