BIJVOEGSEL Amersfoortsch Dagblad. Gemeenteraad AMERSFOORT. Zitting van den gemeenteraad van Dins dag 31 Januari 1905, des middags om half twee. Voorzitter de heer wethouder M. L. öe- loose, bij afwezigheid van den heer burge meester, wegens uitstedigheid. Tegenwoordig tien leden en de waarne mende secretaris jhr. S. M. van Reigers berg Versluys; afwezig de heeren Visser, Jorisseu, Hamers, Kleber, Plomp en Veis Heyn met kennisgeving; één vacature. Ingekomen zijn a. een besluit van Ged. Staten tot goed keuring van de gemeente-1 begrooting voor 1905 voor informatie b. een besluit, van Ged. Staten tot goed keuring van het raadsbesluit tot overneming van grond voor het aanleggen van een© straat van de maatschappij de Eem als- voren c. een besluit van Ged. Staten tot goedkeu ring van het raadsbesluit, strekkende om aan het Burgerlijk Armbestuur eene subsidie te verleenen voor 19Ö5alsvoren d. het proces-verbaal der opneming van kas en boeken van den gemeente-ontvanger op 13 Januari i'905ter secretarie ter in zage van de leden e. een adres van Dumouliu c. s., houdende bezwaren tegen het in gebruik geven van een gymnastieklokaal in een der openbare lagere scholen aan J. C. Snouck; te be handelen bij punt 6 van de agenda; f. eene dankbetuiging van den directeur der H B. school G. J. Buys, voor het hem verleende verlof voor informatie g. eene mededeeling van B. en W., dat door hen benoemd is J. Proper tot klerk en H. P. P. C. Busquet, tot tijdelijk klerk ter se cretarie alsvoren h. de geloofsbrieven van den heer S. J. van Duinen, gekozen lid van den gemeente raad. De Voorzitter stelt deze geloofsbrieven ten fine van onderzoek in handen van eene com missie. bestaande uit de heeren van Voorst Vader. Tromp van Holst en Oosterveen en schorst, hangende dit onderzoek, de vergade ring. Heropend zijnde, brengt, de heer vau Voorst Vader, namens de commissie, rapport uit van hare bevinding, concludeerende tot. toelating van den heer van Duinen als lid van den raad. Wordt met algemeene stemmen conform besloten. Aan de orde is 1. Verzoek van den leeraar aan de Hoo- gcre Burgerschool van Weezei Errens, om privaatlessen te mogen geven, met adviezen. Conform het advies van B. en W. wordt z. h o. besloten het verzoek toe te staan tot wederopzegging, doch uiterlijk tot 1 Sep tember 1905. 2. Verzoek van mej. J. M. de Bruijin, on derwijzeres aan die openbare school 2e soort, om gedurende een half jaar te worden ont heven van de lessen in de nuttige handwer ken aan die school met adviezen. Wordt z. h. o. besloten conform het ad vies van B. en W., het verzoek toe te staan met behoud van wedde. 3. Verzoek van den leeraar aan de Hoo- gere Burgerschool J. A. Bruins, om wijziging zijner jaarwedde, met advies. Rekwestrant verzoekt hem te stellen in het genot eener jaarwedde van f 2100 en hem het over het dienstjaar 1904 te weinig ont- vangene te willen doen uitbetalen. B. en W. achten geen termen aanwezig om aan het verzoek te voldoen. De heer H e y 1 i g e r s. Mijnheel- cie Voor zitter, het komt mijl voor, dat het verzoek van den rekwestrant wei verklaarbaar is. Ik vind, dat de woorden van het besluit, waar bij, hij is aangesteld, wel pleiten voor zijne opvatting. Daarin wordt gesproken van eene aanstelling op eene jaarwedde van f 1800, benevens f 100 per lesuur boven 25. De be taling geschiedt ook in het. algemeen naar de jaarwedde, er wordt geen specificatie ge maakt, geen onderscheiding tusschen een vast en een wisselvallig salaris. Ik kan dus be grijpen, dat de rekwestrant de bepaling van art. 9, dat de nieuwe verordening geen inbreuk maakt op bestaande tot aal-ja ar wed den, heeft toegepast op het vaste en op het wisselvallige deel zijner jaarwedde. Al deel ik de opvatting van den rekwestrant niet na de explicatie, die B. en W. van de zaak hebben gegeven, acht ik het toch zaak4 dat zaïl wor den geconstateerd, dat althans de jaarwedde van f 1800 Van den heer Bruyns onaantast baar is. Bijl twintig lesureu is de bezoldiging van dezen leeraar f 1900. Had hij achttien uren. dan zou de bezoldiging tot. f 1800 ver minderd zijn. Nu zou het geval zich kunnen voordoen, dat deze leeraar minder dan acht tien uren Les geeftstel b.v. zestien. Dan zou zijine jaarwedde dalen tot beneden f 1800, en dat .mag niet volgens de bepaling van ar tikel 19. Daarom zou ik meenen, dat, al kan het "verzoek van dezen leeraar niet worden toegestaan, er geconstateerd dient te worden, dat de jaarwedde van f 1800 ten minste on aantastbaar is. De heer vanEsveld. Mijnheer de Voor zitter. uit het besluit, dat aan den heer Bruyns is medegedeeld, blijkt duidelijk, da.t zijne jaarwedde f 1800 geweest is. Maar in die mededeeling is iets foutiefs. Ik wil daar op wijzen, opdat bij volgende gelegenheden dezelfde redactie niet zal worden gevolgd. Wanneer men gezegd had „Uwe jaarwedde is f 1800 plus dit en datdan zou het dui delijker geweest zijn, dat als er sprake was van f 100 per lesuur, dat van geheel tijde- lijken aard was en onmogelijk kon worden opgenomen bij het vaste traktement. Men had bijl de mededeeling betreffende de f 100 per lesuur boven 25 moeten beginnen met een nieuwen regel dan had er geen sprake kunnen zijn, dat de rekwestrant had gelezen van eene bestaande (totaal) jaarwedde van f 2100. Ik geef B. en W. groot gelijk. Wij kunnen hierop niet ingaan-wij: kunnen niet zeggen, dat wat voor de extra-lesuren af zonderlijk wordt betaald, bij het traktement kan worden gerekend. Maar de fout zit in de mededeeling, die van het besluit aan den heer Bruyns is gedaan. Overigens ben ik er voor het verzoek niet toe te staan; do geest van de door den raad vastgestelde regeling strijdt tegen de inwilliging van het verzoek. De Voorzitter. Ik geloof, dat. het- be sluit, waarbij de heer Bruyns is benoemd, moet worden beschouwd in verband met de advertentie, waarbij sollicitanten voor de be trekking zijn opgeroepen. Daariu staat; „Aan alle leeraren wordt bovendien f 100 toegekend per lesuur, eventueel te geven boven het maximum van 25." Dit was den beer Bruyns bekend, en dus kan er nooit sprake zijn van eene onduidelijkheid in ihet besluit, waarbij hij is benoemd. Het is niet onmo gelijk, dat dit besluit eenigszins duidelijker geformuleerd had kunnen zijinmaar de be paling van het traktement is, wanneer men haar leest in verband met de advertentie, volkomen duidelijk. De motieven, die B. en W. geleid hebben om te adviseeren tot af wijzing van het verzoek, zijn niet weerspro ken ik behoef daarop dus niet nadej- in te gaan. De heer Hevligers zal van zijne op merking zeker geen voorstel maken. Dat komt mij niet ncodig voor, omdat er geen sprake van kan zijn, dat ooit. een lager trak tement zal worden toegekend dan volgens het besluit der benoeming De heer Heyligers. Nu dit door u. ge constateerd is, mijnheer de Voorzitter, be hoef ik van mijne opmerking geen voorstel te makèn. De heer van E s v e 1 d. Mijnheer de Voor zitter, ik zou gaarne de toezegging willen hebben dat in 't vervolg bij het mededeelen van het besluit tot benoeming de redactie beter zal zijn, opdat er geen vergissing mo gelijk zij; hoe dat besluit moet worden opige- vat. De Voorzitter. Ik ben t niet met. u eens, dat er in de mededeeling van het be sluit eene onduidelijkheid is. Maar ik ben bereid uwe opmèrkiug over te brengen in de vergadering van B. en W. Ik zit hier toe vallig alleen als lid van het dagelijksoh be stuur, maar ik zal de opmerking in de volle vergadering van B. on W. ter sprake bren gen. Wordt met algemeene stemmen conform het advies van B. en W. besloten. 4 Verzoek van eenige gehuwde onderwij zers bij het lager oncTerwijs beneden 28 ja ren, om in het genot te worden gesteld van eene tegemoetkoming in huishuur, met ad vies. B. en W. adviseeren, dat, waar bij de wet, regelende het lager onderwijs, de 28-jarige leeftijd als grens is gesteld voor het verkrij gen van eene tegemoetkoming, en deze dus moet gerekend worden als het normale tijd stip, waarop de onderwijzers huwen, en ook slechts voor onderwijzers boven 28 jaar eene rijksbijdrage in de tegemoetkoming wordt genoten, er geen termen zijn, reeds aan on derwijzers van jeugdiger leeftijd eene tege moetkoming te geven. De heer Gerritsen. Mijnheer de Voor zitter. ik wenseh alleen op te merken, dat het mij spijt, dat B. en W. in hun advies verder zijn gegaan dan waartoe het verzoek strekte, en zich niet gehouden hebben bij de kwestie. Wij weten allen, dat, hetzij iemand trouwt op 23-jarigen of op 28-jarigeu leeftijd, de kosten dezelfde blijven en dus eene tegemoetkomfug in de huishuur in beide gevallen even geweuscht is. De aan- vangswedde van f bOO wordt door B. en W. als iets buitengewoons genoemd. Maar als iemand een traktement van f 600 geniet en dan getrouwd is, dan kan men niet zog gen, dat hij hoog gesalarieerd is. Eerder het tegendeel. Ik zal geen tegen-voorstel doen, maar ik hoop, dat B. en W. later de billijk heid van het- verzoek, zooals het daar ligt, zuTIéfi inzien. De Voorzitter. Ik wil, m antwoord aan het. geaohte lid even opmerken, dat B. en W. in hun advies hebben aangetoond, dat de positie van de onderwijzers hier in het algemeen niet ongunstig is, en dat er daarom geen aanleiding is om buitengewoon royaal te zijn en aan tegemoetkomingen, in de huishuur voor gehuwde onderwijzers meer te geven dan waarvoor het Rijk eene bijdrage

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 5