lokalen, waar meuschen bijieen kunnen komen, zijn de kerk en de school. Ik blijf ->ij mijne meenangi, dat het niet op den weg van den raad Ligt om aan dïib verzoek te voldoen. De Voorzitter. De' heer Gerritsen heeft ©enige verrassing getoond! over de be zwaren, die in het nadere advies van B. en W. zijn ontwikkeld). Het komt mij echter voor, dat hier voor verrassing geen plaats is. Bij de vorige behandeling van deze zaak zijn, behalve de beswaren van de hoofden der sc/holen, odk door een der lelden van het dagedijikach bestuur verschillende bezw'aren ingebracht. Die vindt men in het nader uit gebrachte advies in drie punten samengevat. Het dagclijksch bestuur vindt er in dfc eerste pllaats een© onbillijkheid! in, dat, terwijl vroeger deigeliike aanvragen zijn geweigerd, voor dezen! nieuiwen aanvrager van het systeem zal •wkxnden afgeweken en hem een schoollokaal in gebruik zal worden gegeven. In de tweede plaats zal dbor de inwilliging vian dit verzoek een antecedent worden ge steld. Wij weten hoe moeielijk het is te schif ten. Wanneer er allerlei aanvragen inkomen om lokalen van de gemeente te gebruiken, dan komt men in moedelijkhealdL Hef is Sams moeielijk te zeggen, Waaroan men den een wel, een anlder niet in een gemeentelokaal wil hebben. Toch voelt ieder, dat er redenen kunnen zijn, waarom men den een er wel in wil hebben en een ander met. Verder hebben B. en W. er op gewezen, dat de rekwestrant voor een geldelijk offer gelegenlhedd zal heb ben om een ander lokaal te krijgen. Wij heb ben gezien uit het rekest van ingezetenen, dat heden is ingekomen, dat- er lokalen in 'de gemeente zijn voor het geven van gym nastiekonderwijs, en dat die eigenaars bereid zijn ihunne lokalen daarvoor besdhikbaar te stellen. Ik kan mij voorstellen, dat b.v. de groot© zaal van de Arend gemakkelijk kan worden ingericht voor gymnastieklessen. In het lokaal van «den heer Dumouliu is daar voor m. i. eene uitmuntende gelegenheid; maar ik weet niet op welke voorwaarden, dat te krijgen zal zijn- Vele jongelieden hebben daar gymnastieklessen gehad, en met sucoes. Die verschillende bezwaren meent het dageliilksch bestuur te moeten volhouden. Maar als de raad daarover anders denkt, dan stollen wiji ons geen partij Wij voor ons blijven edhter van meening, dat er inderdaad groot, bezwaar is tegen de toewijzing van het yerzoek van den heer Snouck. De heer Heyligers. Mijnheer de voor zitter, ik moet er tegen opkomen, dat in of- ficieele stukken historische straatnamen ver- hiaspelidi worden. Hier zijn de voorwaarden opgenoemd. Waaronder het gymnastieklokaal aan de Heil li ngst raat zal worden in gebruik gegeven Maar het ie algemeen bekend, dat die straat niet heet HeUinigstraat, maar Hellestraat. De benaming Hellingstraat be rust louter op fantasie. Ik vind' het verkeerd, dat voor die straat een onjuiste naam wordt gebezigd'; het gemeentebestuur moest daar van niet het w orbeeld geven in een officieel stuk. De Voorzitter. Ik moet opmerken, diat indertijd op advies van den toenmaligcn waarnemenden gemeente-archivaris de straat is genoemd Hellingstraat. Het bezwaar van den heer Heyligers daartegen komt eenigs- zins onverwacht; het komt mij beter voor dat bii eene andere- gelegenlhedd te bespreken. De heer Heyligers. Mijnheer de voor zitter, ik moet uiwe mededeehng beslist tegen spreken. De benaming Hellingstraat is ver zonnen door den heer Scheltus, die dit mis schien heeft gedaan, omdat door die straat als toegang tot de begraafplaats veelal lijk stoeten gaanhij meende wellicht, dat Hellestraat aanleiding kon geven tot ver keerde gevolgtrekkingen. DO benaming Hel lingstraat heeft reeds aanleiding gegeven tot verwarring bij het onderzoek naar de geboor teplaats \an eene beroemdheid op toonkunst- gebied, die den naam van Helling droeg. Men heeft toeu gedacht: „Misschien is de straat naar Helling genoemd.' Maar dat is heelemaal foutief; in den mond van liet volk leeft die juiste naam voortHellestraat. Men moest zulke willekeurige naamsveranderingen, ver mijden. Eene stad moet hare plaatsnamen in eere houden. Die Voorzitter. Dit laatste ben ik volkomen een» met den heer Heyligers. Maar het blijkt uit zijne mededeeimgen, die zeker zeer de overweging verdienen, dat er ver schillende beteekeniseen, aan den naam van deze straat gegeven worden. Het dagelijksch bestuur heeft den. naam gebezigd, die in de verordening voorkomt; daarin staat, d'at de genoemde school gelegen is in do Helling- straat. Ik geef in overweging de discussie te slui ten en eerst, te stemmen over het verzoek van den heer Snouck. Als de raad dat ver zoek toestaat, dan komen de voorwaarden, die B. en W. voorstellen aan de ingebruik- geving te verbinden, in behandeling. Wordt het afgewezen, dan komt dat ontworpen be sluit niet in aanmerking. Bij de stemming wordt met 6 tegen 4 stem men besiloten afwijzend te beschikken op het verzoek. Voor stemden de heerenvan Voorst Vader, Tromp van Holst, Gerritsen en Oos terveen. 7. Verzoek van A. Wery om eene buiten gewone vergunning tot veikoop van sterkeu drank in het klein in het. café en de concert zaal „de Arerid", als deel uitmakende van eene inrichting voor maatschappelijk ver keer met adviezen. In antwoord op het verslag van het ver handelde in de afdeelingen, verklaren B. i u W-, dat zij bii het algemeen heerschend ver schil van gevoelen omtrent de vraag wat te verstaan is onder eene localiiteit, welke der 1 uitmaakt van eene inrichting voor maat schappelijk verkeer, geen vrijheid vinden terug te komen op hun voorstel om machti ging t© vragen tot het verleenen van een© vergunning boven het vastgestelde maximum aan A. Wery, overeenikoinstig art. 5 der drankwet. De heer Gerritse u. Mijniieer de voor zitter, naar aanleiding van de bij de behan deling in die afdeelingen gedane mcdedeeling door den burgemeester van de bij artikel 5 der drankwet door de regeering gegeven toe lichting, meen ik, dat de raad het verzoek van Wery niet moet toestaan, om aan zijn© inrichting een bijzonder karakter te geven en daarvoor eene buitengewone vergunning te vragen. Waar wij betrekkelijk met zeker heid wieten, dat, wij in strijd zijn niet de al- gemeene wet, daar is het. niet goed uit per soonlijke consideration te probeeren aan iemand eene buitengewone vergunning te verschaffen. Wijj zijn nagenoeg ;zeker, dat er geen gunstige beschikking vani de hooge regeering is te verwachten. Vandaar dat. ik mij tegen het voo tel aal verklaren Do Voorzitter. Ik kant hierop ant woorden, dat bij artikel 5 van de drankwet iti bepaald, dat, voor een© buitengewone in richting van maatschappelijk verkeer eene vergunning boven het maximum kan worden verleend. Het lokaal de Arend is in andere omstandigheden, dan d© gewone inrichtingen, die vergunning hebben om sterken drank in het klein te verkoopeu. .Er worden gehouden de vergaderingen van het Genootschap voor Landbouw en Kruidkunde, verder tentoon stellingen en verlotingeni van voorwerpen, die voor den landbouw van belang zijn. Ook wor den, er lezingen gehouden, o a. over zuivel- bereidirg. Daarom komt heit ons voor, dat er voor het verzoek van Aj. Wery wel grond is en hebben wij voorgesteld zijn verzoek te steunen en aan H. M. de Koningin te vragen eene buitengewone vergunning te verleenen De heer Gerritsen. Mijnheer d© voor zitter. mag ik vragen de toelichting, die door 'de regeering op artikel 5 gegeven is, voor te lezen. Zrj kcrnt voor «n het werk van Snijder. De Voorzitter. Die toelichting is vrij lang. Ik weet niet of het door u genoemde werk op het gemeentehuis is. Stelt u er bij zonder belang in? De heer Gerritsen. Als de andere hee ren op de hoogte zijn van de interpretatie van het artikel, dan heb ik geeni bezwaar dadelijk te stemmen. De heer van 'Beek. Wat is het voorstel van B' en W., mijnheer de voorzitter De Voorzitter. Om de vergunning aan te vragen. Bij de stemming wordt met 6 legen 4 stemmen conform het voorstel van B. cn W. besloten. Tegen stemden de heeren van Voorst. Va der, Tromp van Holst, Gerritsen en Ooster veen. 8. Voorstel vaai' B en W. tot wijziging der verordening, regelende de inrichting der plaatselij|ke politie met- adviezen. In hun antwoord op de verslagen van het verhandelde in do afdeelingen zeggen B. eni W., dat iiji acooord gaan met do in de beide afdeelingen uitgesproken wenschelijkheid, dat indien eene verhooging van de bezoldiging der inspecteurs van politie noodzakelijk wordt geacht, het voorstel daartoe aan dat tot ver hooging der jaarwedden der agenten van politie behoort te worden vastgeknooptzij verklaren, dat eene verhooging van de jaar wedden der inspecteurs hun alleszins gerecht vaardigd voorkomt. De heer van Esveld. Mijnheer de Voor zitter, ik wen9ch, mede namens eenige an dere leden, het voorstel te doen, om in deze Herziening van de traktementen van het per soneel der politic ook op t© nemen de trak tementen van een inspecteur en den adjunct inspecteur. Dit voorstel is gedaan omdat men, nu de traktements-herziening aan de hand is, het niet geschikt oordeelde om eeni- gen van het personeel uit te zonderen. Het is vooral gedaan ik. ten minste heb mij daarom er 'bij, aangesloten omdat wij niet gaarne zien, dat ieder jaar telkens bij een gedeelte van de huishouding der gemeente aanvrage wordt gedaan om enkele traktemen ten te verboogen. Wanneer eene regelingvau de traktementen voor de politie aan de orde is, dan moet die zaak zoo geregeld worden, dat men niet over eenige maanden weer bij den raad moet komen. Ik geloof, dat. als er nu een goede, zakelijke regeling tot stand komt, wij voor eenige jaren er af zullen zijn. Op deze gronden hebben de ondergeteeken- den de eer liet volgende voorstel in te die nen Amersfoort, 25 Januari 1905. De ondergeteekenden, leden Van den ge meenteraad. hebben de eer U voor te stellen bij het vaststellen der jaarwedden van de politie, tevens opnieuw te regelen de jaarwed den van den inspecteur en den adjunct-in specteur van politie en "deze jaarwedden vast te stellen als volgt a. van den inspecteur op een minimum van f 1000 en een maximum van f 1300; b. van den adjunct-inspecteur op een mi nimum van f 750 en een maximum van f 850; met dien verstande, dat 'e jaarwedde van den inspecteur na 3 jaren dienst op f 1100, na 6 jaren dienst op f 1200 en na 9 jaren dienst op f 1300. en van den adjunct-inspecteur na 2 jaren dienst op f 800 en na. 5 jaren dienst op f 850 zal worden gebracht, en onder intrekking van liet raadsbesluit, van 30 October 1901, waarbij aan den inspecteur van politie Pos-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 7