TSi'.
S34.
3"e Jaargang.
^Woensdag 15 Februari 1905.
BUITENLAND.
1
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per S maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertenticn, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF ft O.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DEB ADVERTENTIÉN
- 0.15.
Van 1—5 regels
Elke regel meer
Groote letter» naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrgf bestaan voordeellge bepalingen t6t
het herhaald advertèéren in dit Blad bij abonnement. Eène
circulaire, bevattende de Voorwaarden, wordt op aanfraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
Een historische ontmoeting.
historisch© ontmoeting mag de
lèntie genoemd worden, die Keizer if rans
als Koning van Hongarije in den Hof-
te Weenen verleden Zondag verleend
lit aan Frans Kossuth, den leider van de
iij, die de volledige zelfstandigheid van
igarije op hare vaan geschreven heeft,
het begin der regeering van Keizer
•ans Jozef, die in het revolutiejaar 1848
i achtien,jarig jongeling den troon beklom,
lt de onderdrukking van den opstand, die
Hongarije was uitgebroken. Een bewijs van
J onverzoenlijke gezindheid van de leiders
zer beweging, die in 1849 in bloed en tra-
li en met Russische hulp werd onderdrukt,
jert bet besluit van d' i rijksdag te De-
fecziu van 14 April 1849, waarbij Hongarije
afhankelijk verklaard en het geslacht Habs-
Irg vervallen verklaard werd van den troon,
lt voorstel werd genomen op voorstel van
Kiewijk Kossuth, die door dienzelfdeu rijks-
g aan het hoofd der regeering werd ge-
Satst, en met dictatoriale macht bekleed,
pchts kort l.eefb In» het gezag uitgeoefend.
opstand was toen reeo^ in zijne nadagen,
in llen Augustus legde Kossuth, van de
(mogelijkheid van verder verzet overtuigd,
o. ambt neder en droeg de dictatuur over
iu Görgey, die twee dagen later met het
jerschot van het Hongaarsche leger capdtu-
erde. Kossuth zeir vluchtte naar het bui-
Oland en is daar gebleven, ook toen onder
veranderde politieke omstandigheden de
tnestie, waardoor het bii verstek tegen hem
wezen doodvonnis was opgeheven, hem ver
doofde terug te keer en. Als onverzoenlijk
jenstander van het Habsburgsche huis ver-
>os hij de vrijwillige ballingschap boven den
rugkeer naar zijn vaderland, omdat hij zelfs
n schijn wilde vermijden dat hij van mee-
ug zou zijn veranderd. In 1894 is hij, op
-jarigen leeftijd, te Turijn gestorven.
Frans Kossuth was in 1849, als achtjarige
laap, zijn vader in de ballingschap gevolgd.
bleef aan diens zijde tot zijn dood en
orzag als ingenieur in de kosten van zijn
vensonderhoud onder de werken, waaraan
j heeft meegewerkt, worden genoemd de
out Cenis-tunnel en de Nijibrug bij Oairo.
[aar na het overlijden van zijn vader heeft
gevolg gegeven aan den wensch, die uit
oedapest tot hem kwam, dat hij naar zijn
aderland zou terugkeeren en in het politae-
e leven zou optreden om aan de partij, die
au het ideaal der onafhankelijkheid van
longarije trouw gebleven was, het gezag te
thenken, dat aan den naam Kossuth ver
enden, is.
Sints tien jaren is Frans Kossutb dus lid
'an den Hongaarschen rijksdag en het er-
;ende hoofd van de partij;, die als herinne-
ing aan de dagen van 1849 nog altijd heet
le onafhankelijkheidspartij. Maar op het on-
erzoenlijke standpunt, dat de vader tot aan
djn dood heeft ingenomen, staat de zoon
iiet. Hij staat niet de volstrekte onafhanke-
ijkheid van Hongarije voor en ook niet, de
'ervallenverklaring van het huis Habsburg
ran den Hongaarschen koningstroon,. Wel wil
lij eene volledige herziening van. het compro-
nis, waardoor m 1867 de verhouding tus-
ichen Oostenriik en Hongarije geregeld is.
IVat hij wil is, dat de beide landen naast
llkaar zullen bestaan, als twee zelfstandige
Waten, enkel door eene personeele unie met
ftlkaar verbonden. Dat verlangen zoo ver
klaart hij in een artikel, dat versohenen is
aan den vooravond va,n den dag, waarop hij
te Weenen door den Keizer is ontvangen
..bevat volstrekt niets anti-dynastieks, maar
bevat integendeel alles wat Hongarije sterk
en welvarend kan maken. Het beantwoordt
bovendien het best aan den historischen
grondslag van de dynastie. Degene, die het
beginsel van de personeele unie heeft uitge
sproken en door zijn koninklijk woord het
land daarop gewezen heeft, was geen ander
dan de Koning en Keizer Karei VI zelf, die
dit beginsel heeft uitgesproken bij geen ge
ringere gelegenheid dau toen hij de deputa
tie van do Hongaarsche sten den den 17en
Juli 1723 ontving, welke deputatie ter ken
nis van den Koning bracht, dat de stenden
de uitbreiding van het erfrecht der Habs-
burgers tot de vrouwelijke lijn hadden toe
gestaan, waardoor de grondwet tot stand
kwam, waarop het heerschersrecht van de
dynastie berust em die men gewoon is als de
pragmatieke sanctie aan te duiden."
Dit is het programma van de partij, als
welker leider Frans Kossuth thans in den
hofburg te Weenen ontvangen is. Maar Kos
suth is zLoh er van bewust, dat de tijd nog
niet gekomen is voor de verwezenlijking van
dit programma in zijn geheel. De onlangs ge
houden algemeene verkiezingen hebben aan
de partij eene aanzienlijke versterking ge
bracht. Zij is nu de sterkste van de in de
Kamer vertegenwoordigde partijen en kan
over 160 stemmen beschikken in eene Ka
mer, die 401 leden telt. Maar zoolang zij de
meerderheid niet bezit, kan zij niet verwach
ten of eischetn, dat baar geheele programma
wordt het programma .an bet regeeringsbe-
leid. Wel kan zij streven naar de verwezen
lijking van datgene wat nu daarvoor rijp is,
en wat het overige betreft, zal zij moeten
blijven strijden totdat de tijd daarvoor ge
komen zal zijn.
Dat zal wellicht in eene niet zoo heel verre
toekomst het geval rijn. De Neue Freie Pres-
se wijst er op, dat de historische beteekenis
van de ontvangst van Frans Koesuth in den
hoflburg te Weenen misschien meer ligt in de
toekomst dan in het verleden. Zij schrijft
„Dat het lot van de monarchie zich beweegt
in de richting van het doel, waarnaar de
partij van Kossuth streeft, daarvoor spreken
alle aanwijzingen. Dat is te minder te be
twijfelen, omdat ook in de Oostenrijiksohe
rijkshelft weinig geneigdheid is waar te ne
men om zich te verzetten tegen eene elemen
taire ontwikkeling, die eigenlijk reeds is be
gonnen. Stemmen, die oproepen tot den strijd
voor de nog bestaande resten van eenheid en
gemeenschap, worden steeds zeldzamer. Wat
men verder in het parlement hoort, stemt
veel meer overeen met de meening van Kos
suth, dat de nieuwe instellingen, aan wel
ker voorbereiding men in Hongarije bezig is,
voor beide staten het voordeel hébben, dat
in hun kader ieder van hen den storenden
invloed van den ander op zijne belangen niet
meer zal ondervinden. Tot welke off errs aan
economische en politieke macht der monar
chie en van ieder der beifde staten dit voor
deel zou moeten worden gekocht, behoeft
niet te worden gezegd. Maar het verschijnen
van Kossuth in den hofburg te Weenen ver
raadt duidelijk, dat ook daar, waar het in
de eerste plaats ware te onderstellen, het
voornemen om zich tegen den wil van een
geheel volk te verzetten, bezwaarlijk meer
aanwezig is."
Duitschland.
Berlijn14 Febr. In het voortgezette alge
meens debat in den rijksdag over de Han
delsverdragen zeide heden staatssecretaris
graaf PosadowskyIn de tarief-politiek heb
ben de regeeringen zich geheel bewogen in de
lijn, die door Bismarck is aangegeven.. Dat
het groot-grondbezit alleen voordeel zal heb
ben van deze verdragen is onjuist; bijna alle
boeren-vereenigingen spraken zich uit ten
gunste van eene verhoogde bescherming door
mid'del van inkomende rechten. Spr. bestreed
voorts d© bewering, dat de industrie naar het
buitenland zal verhuizen. Hetzelfde is ge
zegd bij de afkondiging van de beurs-wet.
Het kapitaal ging niet naar hot buitenland,
de industrie zal het evenmin doen. (Zeer
juistrechts.)
Aan het ein'de van deze zitting verwees de
rijksdag de handelsverdragen naar eene com
missie en bepaalde zijne volgende zitting op
18 Februari.
In de algemeene vergadering van den Bund
d Landwirte, die eergisteren te Berlijn ge
houden werd, is het volgende besluit genomen
om het standpunt van dezen bond, het mid
delpunt van de agrarische beweging in
Duitschland, tegenover de handelsverdragen
uit te drukken.
„De algemeene vergadering erkent, dat de
handelsverdragen, die bij den rijksdag zijn
ingediend, in menig opzicht eene verbeten ug
van de productievoorwaardem voor den land
bouw kunnen teweeg brengen. Een oovoor
waar del ij'. eisch daarbij is echter een© fce-
leidvolle toepassing van de verdragen. Zij be
schouwt de strekking van de verdragen ia
ieder geval als een eersten stap om terug te
komen van de eenzijdige export-politiek van.
Caprivi, waar constateert, dat op eene groote
reeks rechtmatige wenschen van den land
bouw geen acht is geslagen. Zij geeft zich
ave.- aan de hoop, dat de verantwoordelijke
leiders van de politiek van het rijk en de
bondsstaten, met steeds dieper inzicht in
de noodzakelijkheid om don Duitsohen boe
r ens tand in stand te houden en te verster
ken. met ernst en beslistheid er naar zullen
streven zijne bestaansvoorwaarden weer zoo
danig to regelen, dat het noodzakelijke eri
rechtmatige vergelijk verkregen wordt niet
die, welke aan de andere beroepsstan den in
het Duitsohe rijk worden verschaft."
De Bund der Landwirte is dus nogal te
vreden niet wat in deze handelsverdragen ten
behoeve va- den landbouw verkregen is.
Ëngeland.
Londen14 Febr. De Koning opende heden
de ritting van het parlement met groote
praal. Hij las de troonrede voor in de ver
gaderzaal van het Hoogerhuis, die gevuld
was met paars in hunne roede ambtsgewaden,
en met dame6 in groot toilet met diamanten
diademen op het hoofd.
In de troonrede wordt gezegd, dat d© be
trekkingen met de vreemde staten steeds
vrieudschappel:;k blijven. Ongelukkigerwijze
duurt de Russasch-Japansche oorlog nog
voort. „Mijne regeering heeft een strikte neu
traliteit in acht genomen."
De toestand in de Balkan-Staten geeft
voortdurend reden tot zorg. De maatregelen,
genomen tengevolge van de bemoeiingen van
Oostenrijk en Rusland, hebben eenige verbe
tering gebracht, vooral wat betreft de gen-
daa*merie, doch deze maatregelen dienen aan
gevuld te worden met radicale hervormingen
inzonderheid op fiuamcaecl gebied. Met vol
doening wordt getuigd, dat de Oostenrijk ache
eo Russische regeeringen onlangs voorstellen
in dien geest bij de Port© hebben ingediend.
..Mijne regeering staat in verbinding met de
mogendheden, die bi» dit belangrijke onder
werp geurtere; cerd zijn.
De troonrede gewaagt van de ratificatie
van de overeenkomst met Frankrijk, welke
de vriendschappelijke "betrekkingen tusschon
de beide landen versterkt, en ook van de
aamenkomst der internationale commissie te
Parijs tot vaststelling op wie de verantwoor
delijkheid ruet voor het betreurenswaardige
N oordzee-incident.
De regeering overweegt ernstig stappen
te doen tot het instellen van een vertegen
woordigd lichaam in Transvaal, dat naar rij
hoopt, een wezen! iike stap vooruit zal zijn
naar het einddoel van volledig zelfbestuur.
Verder wordt gewag gemaakt van het slui
ten van de overeenkomst te Lhassa, welke
de betrekkingen tusschon Tibet en Indië op
bevredigende wijze regelt, en wordt herinnerd
aan het bezoek van den zoon va» den Emir
van Afghanistan aan Calcutta, en aan de
uitzending van een Britsch gezantschap naar
Kaboel.
Wat het binnenlandse!.© regeeringsbeleid
betreft, werd medegedeeld, dat voorstellen
zullen worden ingediend tot wijziging van de
indeeling der kiesdistricten voor het lager-
ruis, tot vermindering van de nadeelige ge
volgen van de immigratie van vreemdelingen,
tot ondersteuning van werkloozen door mid
del van eene permanente instelling, tot ver
betering en uitbreiding van de ongevallenver
zekering voor den werkman, tot het instel
len van een ministerie voor handel en nijver
heid, tot voorkoming van boter-vervalsching,
enz. enz.
Londen, lJf Febr. Bij de beraadslagingen
over het adres in het Hoogerhuis verklaarde
do minister van buitenlandsche zaken, lord
Lansdowne, in antwoord op de critiek van
lord Spencer, dat, in verband met den oorlog
in het Verre Oosten, eene ondoordachte in
menging ten gunste van den vrede waarschijn
lijk ernstige gevolgen zou hebben. Mocht de
gelegenheid tot inmenging zich voordoen, dan
zal de regeering haar dadelijk aangrijpen.
De regeering heeft er naar gestreefd de
sfcipste onzijdigheid in acht te nemen.
In het vraagstuk van d« oorlogscontraban
de heeft do regeering getracht die traditiën
van de Britsch© politiek te handhaven, door
er op aan te dringen dat aan het begrip van
oontrabande" eene zoo beperkt mogelijke
uitlegging gegeven wordt.
Wat Macedonië betreft, was lord Lans
downe overtuigd, dat er geen verbetering zou
komen voor dat meer doortastende hervor
mingen verzekerd waren. Een nieuw hervor
mingsplan is thans in. overweging. Dit plan
is ingewikkeld doch zal een stap zijn in de
goede richting. Wij zullen niet. aarzelen het
recht van critiek en advies uit te oefenen.
Wij hebben goede redenen om te gelooven,
dat onze eventueele opmerkingen en raadge
vingen niet euvel geduid zullen worden door
Rusland of Oostenrijk.
De onderhandelingen met Afghanistan du
ren nog voort.
Lord Lansdowne verklaarde ten slotte, dat
de regeering niet voornemens is af ,te treden
op den aandrang vau die oppositie.
Het adres van antwoord werd aangenomen.
Londen, lJf Febr. In het Lagerhuis richtte
de leider der oppositie, sir Henry Campbell
Bannerman, een hevigen aanval tegen de re
giering. De fiscale quaestie is een© zaak van
overwegend belang. Het land wacht met on
geduld op de gelegenheid om hierover zijn
oordeel te kunnen uitspreken. De oppositie
zal zoo spoedig mogelijk een voorstel indie
nen, dat strekt om te verklaren, dat de fis
cale quaestie onderworpen, moet worden aan
het oordeel van de natie.
De oerste minister Balfour verklaarde, dat
hij rijn standpunt in zake de fiscale politiek
reeds had blootgelegd. Met betrekking tot
den aandrang van de oppositie tot ontbinding
van het Lagerhuis, zeide hij, dat de houding,
die do regeering had aangenomen, in overeen
stemming was met do precedenten en het
gezond verstand. Het Lagerhuis alleen zou
kunnen beslissen of eene regeering al of niet
die mate van steun zou ontvangen, welke
haar in staat kan ptellen om hare plichten te
vervullen.
Do voortzetting van dit debat i» verdaagd.
Londen 14 Febr. Het amendement
op het adres, dat door den afgevaar
digde Asquith morgen zal worden in
gediend namens de oppositie, luidt: „Wij
geven Uwe Majesteit eerbiedig te kenne
dat, daar de verschillende rijden van di tis-
cale quaestie nu gedurende bijna twee jarau
volledig bekeken zijn in liet land, de tijd ge
komen is om zonder verder verwijl de beslis
sing te onderwerpen aan het volk."
Oostenrijk.
Weenen, 14 Febr. In den loop van de de»
batten over de hegrooting in het Huis van
Afgevaardigden zeide minister-president
Gaptsch dat, ofschoon de ontvangsten een
vermeerdering aanwijzen, de financieel© toe»
stand toch groote omzichtigheid vordert., met
het oog op de oischen van den Staat en de
bevolking. Wat de nationaliteiten-quaeetie
betreft wensckt de regeering oen bevredigen
de oplossing voor alle partijen. Zij hoopt op
een verbetering in de verhouding tusechen
Ozechen en Duitschers.
Wat den toestand in Hongarije betreft
verklaarde de minister-president, dat Oosten
rijk rich houdt aan het compromis van 1867.
Wanneer zich echtor feiten voordoen, die in
staat rijn verandering te brengen in de be
palingen van dit vergelijk af die raken zou
den aan de monarchie, dan zal de Oosten-
rij kscèw regeering, in overeenstemming met
het parlement en de openbare meening,
krachtig en koelbloedig weten te waken voor
de Oostenrijikache belangen, en zal rij met go-
lijke kracht de monarchie verdedigen als
eene mogendheid, die door Europa gewaar
deerd wordt en een waarborg is voor den
internationalen vrede. (Toejuichingen).
Rusland.
Po Czaar heeft aan generaal Trepow een
gonden sabel toegekend, met het inschrift
„Voor moed." Deze onderscheiding is niet
bestemd voor den gouverneur-generaal van
Petersburg; Trepow heeft haar gekregen
voor zijne daden als directeur van den sani-
tairen dienst van het eerste Mandejoerijache
De correspondent van de Daily News te
Petersburg bericht, dat de heer Witte, han
delende naar instructiën van den Keizer,
thans bezig is met de voorbereidende werk
zaamheden tot bijeenroeping van een Zemski
Sqbor. De heer Witte zon voorzitter van de
vergadering zijn en de heer Yermolow zou
liqm vervangen als voorzitter van het mi-
nister-oonuté. Het da .bekend, dat Witte we
kelijks een aantal verzegelde stukken van
den Keizer ontvangt.
2 Roman van
M0RITZ VON REICHENBACH.
De bejaarde dame haalde verlicht adem,
maar in de groote, glansriike oogen. der prin
ses tintelde een vonkje, dat er al heel weinig
jdroomeng uitzag.
I „Weet ge wat ge doet. Lewosky?" sprak
ïij. „Ge zorgt dat wij op de eeu of ander©
piainier toegang tot den burcht verkrijgen.
Dat 's de eenige kans, die wij hebben, om
zulk een avond in Neurenberg goed te beste
den."
„O, mij' is 't goed, Hoogheid, maar ik weet
waarlijk niet
„Lieve Mascha, bedenk toch, dat we hier
wildvreemd rijn," bracht de bejaarde dame
in liet midden, maar „Hoogheid" wierp het
kopje in den nek, zag den hulpeloozeu Lewos
ky bijna toornig aan en begon op eens harte
lijk te lachen.
„Wat rijt ge toch een paar komieke zie
len," merkte ziil op, blijkbaar vroolijk ge
stemd. „Roep onzen buurman maar even hier
mijn beste Lewosky, of hadt ge hem niet
eens herkend? Het is immers de professor zus
en zoo, ja, zijn naam weet ik niet meer, maar
hij) was 't, die ons van morgen door don
burcht heeft rondgeleid en die zich daarbij,
zooveel in zijn vermogen was, heel innemend
heeft betoond."
„Ja, dat is waarlijk een gelukkig toeval
De heer von, Lewosky ging naar- het andere
tafeltje en- de prinses mompelde daarbij„O,
we waren er toah gekomen, op deze wijze of
op een andere."
„Ja, maar," begon de oudere dame weder,
„'tis wel na te gaan, dat de professor bet
verre van aangenaam zal vinden om in, rijn
gon-t gestoord te worden. We hebben kans,
dat hij 't verzoek heel beleefd weigert."
Er kwamen een, paar allerliefst ondeugen
de kuiltjes in de wangen der jonge prinses.
„O, wiat zou dat jammer zijjn!" laöhte zij.
Geleid- door Lewosky, trad de professor op
haar toe.
„Houd mij niet voor onbescheiden, mijn
waarde professor," begon zij met haar zoete,
welluidende stem, wiaarmede zij alles kon ge
daan krijgen, „maar ik ben 'hier, gelijk ge
weet, zoo vreemd en gij waart van morgen
zoo voorkomend, dat ik nu wel den moed heb
u mijn verzoek voor te dragen
„Uw hoogheid heeft slechte te bevelen, 't
Is mij hoogst aangenaam U met iets van
dienst te kunnen zijn."
„O, ik wil u natuurlijk niet afhouden van
uw' genoegen en u alleen om raad vragen.
Hoe moet ik het aanleggen om op dit uur nog
toegang tot den ouden burcht t© verkrijgen
„U vergunt mij heel eenvoudig u te gelei
den en den sleutel bij mijn/ broer af te har
lcu."
„Neen, neen. dlat Ware te veel van u, ge-
vergal! Ik wil u volstrekt niet berooven van
t genot, van dit mooie concert."
Om haar mond kwam een tartend lachje
en de professor zelf lachte luid en ongedwon
gen-
J.Dat is u geen ernst, prinses!" ziedde hij.
..Die schetterende muziek in dit volgepropte
tuintje biedt mij slechte een heel matig ge
not aan en u erlangen om nu dien burcht
te willen zien-, komt mij allerbegrijpelijikst
voor. Het panorama bij maanlicht is werke
lijk schoon en de avond! is eigenlijk te mooi
om hier tusschen die oude muren te blijven
zitten. Als u 'tgoed vindt stappen wij dade
lijk op."
„O. hoe vriendelijk is dat van u! En lacht
ge mij nu met uit om mijn dwepen met den
maneschijn
Neen, hij lachte 'haar niet uit, het „nog al
aardige kereltje," zooals een der officiereu
den professor had genoemd, en hij) wist nu
drommels goed, welke afgunstige blikken or
op hem werden geworpen door de heoren, die
deiarginds bij hun bowl zaten. Hadden ze
hem maar dadelijk gevraagd, op welke wijtoe
'hij met die vreemde prinses had kennis ge
maakt maar nu mochten zij toezien, meer
niet, hoe de vreemdelinge aam de rijde des
professors, door do bedde anderen gevolgd,
den ooucerttuin verliet.
Biiiten gekomen, liep rij zoo licht en luch
tig over het puntige, afschuwelijke plaveisel
van de goede stad Neurenberg, of rij rich
langs den gladden parketvloer eener danszaal
bewoog en daarHj ontging aan haar scherpen
vraolijken blik niet één schilderachtig hoek
je, geen enkel effectvol vergezicht van liet
door de maan beschenen landschap.
Toeu de weg naar dien burcht haar wel wat
steil begon te worden, nam zij des professors
arm en bleef zij voortdurend op hem steunen.
„Zoo gaat het gemakkelijker," sprak rij
eenvoudig, en de professor vond 'bet niet
meer dau natuurlijk.
Halverwege bleef zij| staan en zag zij1 naar
de beide anderen om.
„Wel, hoe gaat het, tante Anna?" vroeg
rij lachend.
„Ik kom al, maar ik vrees werkelijjk, dat
het genot van daarginds die moeite van het
klimmen niet zal loonen."
„O, stelligMaar geef tante Anna toch uw
anm, Lewosky!"
Zij wendde rich weder tot den professor en
zoide, vertrouwelijk pratend; „Zijl is eigen-
lijk mijn tante niet, die goede, lieve damie,
maar ze was de beste vriendin van mijn over
leden moeder en geruimen tijd achtereen ook
de eenige vriendin, die ik bezat. Daarmede
heeft zij do rechten eener tainte meer dan'
verdiend."
De professor had gaarne nog iets meer wil
len hooren, maar thans was hij 't, die vrees
de, door tc veel vragen, onbescheiden te zul
len worden. Zoo gingen rij dan zwijgend) het
steile bergpad verder op.
Boven gekomen, haalde de professor den
sleutel en na enkele minuten stond de prin
ses op bet slotplein, waarvan do overoude lin
den met hunne dikke, knoestige stammen en
takken en hun spaarzaam loof grillige scha
duwen afwierpen op de grauwe muren van
den burcht met rijp ongelijke vensters, rijn
torentjes en rijn in- en uitspringende hoeken.
Scherp verlicht waren de booggewelven met
de pilasters, terwijl de trappen dlaar achter
iu diepe duisternis verborgen lagen.
„Willen wij eerst het platvorm beklimmen
of vooraf den tuin nog eens bezichtigen?"
Dé prinses gaf aan het. laatste de voorkeur
en zoo traden zij door een poortje van den
binnenmuur in den eigenlijken tuin.
„O, wat is 't hier nu mooi cu geurig!"
riep de prinses uit.
Achter een vlierboeohje voerden twee jonge
stemmen een half fluisterend gesprek en bij
de nadering der vreemde bezoekers schoven
twee slanke gestalten dichter naar elkander
toe.
„O wee, daar storen wij iemand, geloof
ik," lachte de prinses, ondeugend, „of spookt
het hier misschien tusschon die oude tuin
muren V'
„Daar is een spook, dat ik, naar liet.schijnt
wed ken," antwoordde de professor, en met
luider stemme rifep hij daarop; „E^bart,
Egbert!"
Eon donkera gedaante trad buiten de scha
duw van don achtergrond en een lange, jonge
man wendl in 't volgend oogenblik op het
dpor dJe maan sterk verlichte kiezelpad zicht
baar.
„Vergun mij, Hoogheid, in dit nachtelijk
spook u mijn neef Egbert Renunert voor te
stellen, vóorhands nog leerling van dè kunste
académie, maar later de Rafael der toekomst,
enz., enz"
„Maar oom
„Rafaël der toekomst," herhaalde die prin
ses, ter wijd rij, voor zoover de onzekere ver
lichting het toeliet, dat smalle ovale gelaat
met d© groote, donkere oogen onderzoekend;
beschouwde. „U wilt this schilder worden,
niet waar?"
,,'X Is mijn liefste wensch, maar, zooals u
boort., vindt mijn oom dat alLerbespotte-
lij kirt
„Nu zegt ge te veel, jongen 1 Maar apropos
Egbert" de oom trok den neef een weinig
tenrijde „wie rit daar nu nog achter dlat
vlierbosch je?"
Wordt v -rvolfd,