TSi'. S34. 3"e Jaargang. ^Woensdag 15 Februari 1905. BUITENLAND. 1 FEUILLETON. EEN PRINSES. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per S maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertenticn, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF ft O. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DEB ADVERTENTIÉN - 0.15. Van 1—5 regels Elke regel meer Groote letter» naar plaatsruimte. Voor handel en bedrgf bestaan voordeellge bepalingen t6t het herhaald advertèéren in dit Blad bij abonnement. Eène circulaire, bevattende de Voorwaarden, wordt op aanfraag toegezonden. Politiek Overzicht Een historische ontmoeting. historisch© ontmoeting mag de lèntie genoemd worden, die Keizer if rans als Koning van Hongarije in den Hof- te Weenen verleden Zondag verleend lit aan Frans Kossuth, den leider van de iij, die de volledige zelfstandigheid van igarije op hare vaan geschreven heeft, het begin der regeering van Keizer •ans Jozef, die in het revolutiejaar 1848 i achtien,jarig jongeling den troon beklom, lt de onderdrukking van den opstand, die Hongarije was uitgebroken. Een bewijs van J onverzoenlijke gezindheid van de leiders zer beweging, die in 1849 in bloed en tra- li en met Russische hulp werd onderdrukt, jert bet besluit van d' i rijksdag te De- fecziu van 14 April 1849, waarbij Hongarije afhankelijk verklaard en het geslacht Habs- Irg vervallen verklaard werd van den troon, lt voorstel werd genomen op voorstel van Kiewijk Kossuth, die door dienzelfdeu rijks- g aan het hoofd der regeering werd ge- Satst, en met dictatoriale macht bekleed, pchts kort l.eefb In» het gezag uitgeoefend. opstand was toen reeo^ in zijne nadagen, in llen Augustus legde Kossuth, van de (mogelijkheid van verder verzet overtuigd, o. ambt neder en droeg de dictatuur over iu Görgey, die twee dagen later met het jerschot van het Hongaarsche leger capdtu- erde. Kossuth zeir vluchtte naar het bui- Oland en is daar gebleven, ook toen onder veranderde politieke omstandigheden de tnestie, waardoor het bii verstek tegen hem wezen doodvonnis was opgeheven, hem ver doofde terug te keer en. Als onverzoenlijk jenstander van het Habsburgsche huis ver- >os hij de vrijwillige ballingschap boven den rugkeer naar zijn vaderland, omdat hij zelfs n schijn wilde vermijden dat hij van mee- ug zou zijn veranderd. In 1894 is hij, op -jarigen leeftijd, te Turijn gestorven. Frans Kossuth was in 1849, als achtjarige laap, zijn vader in de ballingschap gevolgd. bleef aan diens zijde tot zijn dood en orzag als ingenieur in de kosten van zijn vensonderhoud onder de werken, waaraan j heeft meegewerkt, worden genoemd de out Cenis-tunnel en de Nijibrug bij Oairo. [aar na het overlijden van zijn vader heeft gevolg gegeven aan den wensch, die uit oedapest tot hem kwam, dat hij naar zijn aderland zou terugkeeren en in het politae- e leven zou optreden om aan de partij, die au het ideaal der onafhankelijkheid van longarije trouw gebleven was, het gezag te thenken, dat aan den naam Kossuth ver enden, is. Sints tien jaren is Frans Kossutb dus lid 'an den Hongaarschen rijksdag en het er- ;ende hoofd van de partij;, die als herinne- ing aan de dagen van 1849 nog altijd heet le onafhankelijkheidspartij. Maar op het on- erzoenlijke standpunt, dat de vader tot aan djn dood heeft ingenomen, staat de zoon iiet. Hij staat niet de volstrekte onafhanke- ijkheid van Hongarije voor en ook niet, de 'ervallenverklaring van het huis Habsburg ran den Hongaarschen koningstroon,. Wel wil lij eene volledige herziening van. het compro- nis, waardoor m 1867 de verhouding tus- ichen Oostenriik en Hongarije geregeld is. IVat hij wil is, dat de beide landen naast llkaar zullen bestaan, als twee zelfstandige Waten, enkel door eene personeele unie met ftlkaar verbonden. Dat verlangen zoo ver klaart hij in een artikel, dat versohenen is aan den vooravond va,n den dag, waarop hij te Weenen door den Keizer is ontvangen ..bevat volstrekt niets anti-dynastieks, maar bevat integendeel alles wat Hongarije sterk en welvarend kan maken. Het beantwoordt bovendien het best aan den historischen grondslag van de dynastie. Degene, die het beginsel van de personeele unie heeft uitge sproken en door zijn koninklijk woord het land daarop gewezen heeft, was geen ander dan de Koning en Keizer Karei VI zelf, die dit beginsel heeft uitgesproken bij geen ge ringere gelegenheid dau toen hij de deputa tie van do Hongaarsche sten den den 17en Juli 1723 ontving, welke deputatie ter ken nis van den Koning bracht, dat de stenden de uitbreiding van het erfrecht der Habs- burgers tot de vrouwelijke lijn hadden toe gestaan, waardoor de grondwet tot stand kwam, waarop het heerschersrecht van de dynastie berust em die men gewoon is als de pragmatieke sanctie aan te duiden." Dit is het programma van de partij, als welker leider Frans Kossuth thans in den hofburg te Weenen ontvangen is. Maar Kos suth is zLoh er van bewust, dat de tijd nog niet gekomen is voor de verwezenlijking van dit programma in zijn geheel. De onlangs ge houden algemeene verkiezingen hebben aan de partij eene aanzienlijke versterking ge bracht. Zij is nu de sterkste van de in de Kamer vertegenwoordigde partijen en kan over 160 stemmen beschikken in eene Ka mer, die 401 leden telt. Maar zoolang zij de meerderheid niet bezit, kan zij niet verwach ten of eischetn, dat baar geheele programma wordt het programma .an bet regeeringsbe- leid. Wel kan zij streven naar de verwezen lijking van datgene wat nu daarvoor rijp is, en wat het overige betreft, zal zij moeten blijven strijden totdat de tijd daarvoor ge komen zal zijn. Dat zal wellicht in eene niet zoo heel verre toekomst het geval rijn. De Neue Freie Pres- se wijst er op, dat de historische beteekenis van de ontvangst van Frans Koesuth in den hoflburg te Weenen misschien meer ligt in de toekomst dan in het verleden. Zij schrijft „Dat het lot van de monarchie zich beweegt in de richting van het doel, waarnaar de partij van Kossuth streeft, daarvoor spreken alle aanwijzingen. Dat is te minder te be twijfelen, omdat ook in de Oostenrijiksohe rijkshelft weinig geneigdheid is waar te ne men om zich te verzetten tegen eene elemen taire ontwikkeling, die eigenlijk reeds is be gonnen. Stemmen, die oproepen tot den strijd voor de nog bestaande resten van eenheid en gemeenschap, worden steeds zeldzamer. Wat men verder in het parlement hoort, stemt veel meer overeen met de meening van Kos suth, dat de nieuwe instellingen, aan wel ker voorbereiding men in Hongarije bezig is, voor beide staten het voordeel hébben, dat in hun kader ieder van hen den storenden invloed van den ander op zijne belangen niet meer zal ondervinden. Tot welke off errs aan economische en politieke macht der monar chie en van ieder der beifde staten dit voor deel zou moeten worden gekocht, behoeft niet te worden gezegd. Maar het verschijnen van Kossuth in den hofburg te Weenen ver raadt duidelijk, dat ook daar, waar het in de eerste plaats ware te onderstellen, het voornemen om zich tegen den wil van een geheel volk te verzetten, bezwaarlijk meer aanwezig is." Duitschland. Berlijn14 Febr. In het voortgezette alge meens debat in den rijksdag over de Han delsverdragen zeide heden staatssecretaris graaf PosadowskyIn de tarief-politiek heb ben de regeeringen zich geheel bewogen in de lijn, die door Bismarck is aangegeven.. Dat het groot-grondbezit alleen voordeel zal heb ben van deze verdragen is onjuist; bijna alle boeren-vereenigingen spraken zich uit ten gunste van eene verhoogde bescherming door mid'del van inkomende rechten. Spr. bestreed voorts d© bewering, dat de industrie naar het buitenland zal verhuizen. Hetzelfde is ge zegd bij de afkondiging van de beurs-wet. Het kapitaal ging niet naar hot buitenland, de industrie zal het evenmin doen. (Zeer juistrechts.) Aan het ein'de van deze zitting verwees de rijksdag de handelsverdragen naar eene com missie en bepaalde zijne volgende zitting op 18 Februari. In de algemeene vergadering van den Bund d Landwirte, die eergisteren te Berlijn ge houden werd, is het volgende besluit genomen om het standpunt van dezen bond, het mid delpunt van de agrarische beweging in Duitschland, tegenover de handelsverdragen uit te drukken. „De algemeene vergadering erkent, dat de handelsverdragen, die bij den rijksdag zijn ingediend, in menig opzicht eene verbeten ug van de productievoorwaardem voor den land bouw kunnen teweeg brengen. Een oovoor waar del ij'. eisch daarbij is echter een© fce- leidvolle toepassing van de verdragen. Zij be schouwt de strekking van de verdragen ia ieder geval als een eersten stap om terug te komen van de eenzijdige export-politiek van. Caprivi, waar constateert, dat op eene groote reeks rechtmatige wenschen van den land bouw geen acht is geslagen. Zij geeft zich ave.- aan de hoop, dat de verantwoordelijke leiders van de politiek van het rijk en de bondsstaten, met steeds dieper inzicht in de noodzakelijkheid om don Duitsohen boe r ens tand in stand te houden en te verster ken. met ernst en beslistheid er naar zullen streven zijne bestaansvoorwaarden weer zoo danig to regelen, dat het noodzakelijke eri rechtmatige vergelijk verkregen wordt niet die, welke aan de andere beroepsstan den in het Duitsohe rijk worden verschaft." De Bund der Landwirte is dus nogal te vreden niet wat in deze handelsverdragen ten behoeve va- den landbouw verkregen is. Ëngeland. Londen14 Febr. De Koning opende heden de ritting van het parlement met groote praal. Hij las de troonrede voor in de ver gaderzaal van het Hoogerhuis, die gevuld was met paars in hunne roede ambtsgewaden, en met dame6 in groot toilet met diamanten diademen op het hoofd. In de troonrede wordt gezegd, dat d© be trekkingen met de vreemde staten steeds vrieudschappel:;k blijven. Ongelukkigerwijze duurt de Russasch-Japansche oorlog nog voort. „Mijne regeering heeft een strikte neu traliteit in acht genomen." De toestand in de Balkan-Staten geeft voortdurend reden tot zorg. De maatregelen, genomen tengevolge van de bemoeiingen van Oostenrijk en Rusland, hebben eenige verbe tering gebracht, vooral wat betreft de gen- daa*merie, doch deze maatregelen dienen aan gevuld te worden met radicale hervormingen inzonderheid op fiuamcaecl gebied. Met vol doening wordt getuigd, dat de Oostenrijk ache eo Russische regeeringen onlangs voorstellen in dien geest bij de Port© hebben ingediend. ..Mijne regeering staat in verbinding met de mogendheden, die bi» dit belangrijke onder werp geurtere; cerd zijn. De troonrede gewaagt van de ratificatie van de overeenkomst met Frankrijk, welke de vriendschappelijke "betrekkingen tusschon de beide landen versterkt, en ook van de aamenkomst der internationale commissie te Parijs tot vaststelling op wie de verantwoor delijkheid ruet voor het betreurenswaardige N oordzee-incident. De regeering overweegt ernstig stappen te doen tot het instellen van een vertegen woordigd lichaam in Transvaal, dat naar rij hoopt, een wezen! iike stap vooruit zal zijn naar het einddoel van volledig zelfbestuur. Verder wordt gewag gemaakt van het slui ten van de overeenkomst te Lhassa, welke de betrekkingen tusschon Tibet en Indië op bevredigende wijze regelt, en wordt herinnerd aan het bezoek van den zoon va» den Emir van Afghanistan aan Calcutta, en aan de uitzending van een Britsch gezantschap naar Kaboel. Wat het binnenlandse!.© regeeringsbeleid betreft, werd medegedeeld, dat voorstellen zullen worden ingediend tot wijziging van de indeeling der kiesdistricten voor het lager- ruis, tot vermindering van de nadeelige ge volgen van de immigratie van vreemdelingen, tot ondersteuning van werkloozen door mid del van eene permanente instelling, tot ver betering en uitbreiding van de ongevallenver zekering voor den werkman, tot het instel len van een ministerie voor handel en nijver heid, tot voorkoming van boter-vervalsching, enz. enz. Londen, lJf Febr. Bij de beraadslagingen over het adres in het Hoogerhuis verklaarde do minister van buitenlandsche zaken, lord Lansdowne, in antwoord op de critiek van lord Spencer, dat, in verband met den oorlog in het Verre Oosten, eene ondoordachte in menging ten gunste van den vrede waarschijn lijk ernstige gevolgen zou hebben. Mocht de gelegenheid tot inmenging zich voordoen, dan zal de regeering haar dadelijk aangrijpen. De regeering heeft er naar gestreefd de sfcipste onzijdigheid in acht te nemen. In het vraagstuk van d« oorlogscontraban de heeft do regeering getracht die traditiën van de Britsch© politiek te handhaven, door er op aan te dringen dat aan het begrip van oontrabande" eene zoo beperkt mogelijke uitlegging gegeven wordt. Wat Macedonië betreft, was lord Lans downe overtuigd, dat er geen verbetering zou komen voor dat meer doortastende hervor mingen verzekerd waren. Een nieuw hervor mingsplan is thans in. overweging. Dit plan is ingewikkeld doch zal een stap zijn in de goede richting. Wij zullen niet. aarzelen het recht van critiek en advies uit te oefenen. Wij hebben goede redenen om te gelooven, dat onze eventueele opmerkingen en raadge vingen niet euvel geduid zullen worden door Rusland of Oostenrijk. De onderhandelingen met Afghanistan du ren nog voort. Lord Lansdowne verklaarde ten slotte, dat de regeering niet voornemens is af ,te treden op den aandrang vau die oppositie. Het adres van antwoord werd aangenomen. Londen, lJf Febr. In het Lagerhuis richtte de leider der oppositie, sir Henry Campbell Bannerman, een hevigen aanval tegen de re giering. De fiscale quaestie is een© zaak van overwegend belang. Het land wacht met on geduld op de gelegenheid om hierover zijn oordeel te kunnen uitspreken. De oppositie zal zoo spoedig mogelijk een voorstel indie nen, dat strekt om te verklaren, dat de fis cale quaestie onderworpen, moet worden aan het oordeel van de natie. De oerste minister Balfour verklaarde, dat hij rijn standpunt in zake de fiscale politiek reeds had blootgelegd. Met betrekking tot den aandrang van de oppositie tot ontbinding van het Lagerhuis, zeide hij, dat de houding, die do regeering had aangenomen, in overeen stemming was met do precedenten en het gezond verstand. Het Lagerhuis alleen zou kunnen beslissen of eene regeering al of niet die mate van steun zou ontvangen, welke haar in staat kan ptellen om hare plichten te vervullen. Do voortzetting van dit debat i» verdaagd. Londen 14 Febr. Het amendement op het adres, dat door den afgevaar digde Asquith morgen zal worden in gediend namens de oppositie, luidt: „Wij geven Uwe Majesteit eerbiedig te kenne dat, daar de verschillende rijden van di tis- cale quaestie nu gedurende bijna twee jarau volledig bekeken zijn in liet land, de tijd ge komen is om zonder verder verwijl de beslis sing te onderwerpen aan het volk." Oostenrijk. Weenen, 14 Febr. In den loop van de de» batten over de hegrooting in het Huis van Afgevaardigden zeide minister-president Gaptsch dat, ofschoon de ontvangsten een vermeerdering aanwijzen, de financieel© toe» stand toch groote omzichtigheid vordert., met het oog op de oischen van den Staat en de bevolking. Wat de nationaliteiten-quaeetie betreft wensckt de regeering oen bevredigen de oplossing voor alle partijen. Zij hoopt op een verbetering in de verhouding tusechen Ozechen en Duitschers. Wat den toestand in Hongarije betreft verklaarde de minister-president, dat Oosten rijk rich houdt aan het compromis van 1867. Wanneer zich echtor feiten voordoen, die in staat rijn verandering te brengen in de be palingen van dit vergelijk af die raken zou den aan de monarchie, dan zal de Oosten- rij kscèw regeering, in overeenstemming met het parlement en de openbare meening, krachtig en koelbloedig weten te waken voor de Oostenrijikache belangen, en zal rij met go- lijke kracht de monarchie verdedigen als eene mogendheid, die door Europa gewaar deerd wordt en een waarborg is voor den internationalen vrede. (Toejuichingen). Rusland. Po Czaar heeft aan generaal Trepow een gonden sabel toegekend, met het inschrift „Voor moed." Deze onderscheiding is niet bestemd voor den gouverneur-generaal van Petersburg; Trepow heeft haar gekregen voor zijne daden als directeur van den sani- tairen dienst van het eerste Mandejoerijache De correspondent van de Daily News te Petersburg bericht, dat de heer Witte, han delende naar instructiën van den Keizer, thans bezig is met de voorbereidende werk zaamheden tot bijeenroeping van een Zemski Sqbor. De heer Witte zon voorzitter van de vergadering zijn en de heer Yermolow zou liqm vervangen als voorzitter van het mi- nister-oonuté. Het da .bekend, dat Witte we kelijks een aantal verzegelde stukken van den Keizer ontvangt. 2 Roman van M0RITZ VON REICHENBACH. De bejaarde dame haalde verlicht adem, maar in de groote, glansriike oogen. der prin ses tintelde een vonkje, dat er al heel weinig jdroomeng uitzag. I „Weet ge wat ge doet. Lewosky?" sprak ïij. „Ge zorgt dat wij op de eeu of ander© piainier toegang tot den burcht verkrijgen. Dat 's de eenige kans, die wij hebben, om zulk een avond in Neurenberg goed te beste den." „O, mij' is 't goed, Hoogheid, maar ik weet waarlijk niet „Lieve Mascha, bedenk toch, dat we hier wildvreemd rijn," bracht de bejaarde dame in liet midden, maar „Hoogheid" wierp het kopje in den nek, zag den hulpeloozeu Lewos ky bijna toornig aan en begon op eens harte lijk te lachen. „Wat rijt ge toch een paar komieke zie len," merkte ziil op, blijkbaar vroolijk ge stemd. „Roep onzen buurman maar even hier mijn beste Lewosky, of hadt ge hem niet eens herkend? Het is immers de professor zus en zoo, ja, zijn naam weet ik niet meer, maar hij) was 't, die ons van morgen door don burcht heeft rondgeleid en die zich daarbij, zooveel in zijn vermogen was, heel innemend heeft betoond." „Ja, dat is waarlijk een gelukkig toeval De heer von, Lewosky ging naar- het andere tafeltje en- de prinses mompelde daarbij„O, we waren er toah gekomen, op deze wijze of op een andere." „Ja, maar," begon de oudere dame weder, „'tis wel na te gaan, dat de professor bet verre van aangenaam zal vinden om in, rijn gon-t gestoord te worden. We hebben kans, dat hij 't verzoek heel beleefd weigert." Er kwamen een, paar allerliefst ondeugen de kuiltjes in de wangen der jonge prinses. „O, wiat zou dat jammer zijjn!" laöhte zij. Geleid- door Lewosky, trad de professor op haar toe. „Houd mij niet voor onbescheiden, mijn waarde professor," begon zij met haar zoete, welluidende stem, wiaarmede zij alles kon ge daan krijgen, „maar ik ben 'hier, gelijk ge weet, zoo vreemd en gij waart van morgen zoo voorkomend, dat ik nu wel den moed heb u mijn verzoek voor te dragen „Uw hoogheid heeft slechte te bevelen, 't Is mij hoogst aangenaam U met iets van dienst te kunnen zijn." „O, ik wil u natuurlijk niet afhouden van uw' genoegen en u alleen om raad vragen. Hoe moet ik het aanleggen om op dit uur nog toegang tot den ouden burcht t© verkrijgen „U vergunt mij heel eenvoudig u te gelei den en den sleutel bij mijn/ broer af te har lcu." „Neen, neen. dlat Ware te veel van u, ge- vergal! Ik wil u volstrekt niet berooven van t genot, van dit mooie concert." Om haar mond kwam een tartend lachje en de professor zelf lachte luid en ongedwon gen- J.Dat is u geen ernst, prinses!" ziedde hij. ..Die schetterende muziek in dit volgepropte tuintje biedt mij slechte een heel matig ge not aan en u erlangen om nu dien burcht te willen zien-, komt mij allerbegrijpelijikst voor. Het panorama bij maanlicht is werke lijk schoon en de avond! is eigenlijk te mooi om hier tusschen die oude muren te blijven zitten. Als u 'tgoed vindt stappen wij dade lijk op." „O. hoe vriendelijk is dat van u! En lacht ge mij nu met uit om mijn dwepen met den maneschijn Neen, hij lachte 'haar niet uit, het „nog al aardige kereltje," zooals een der officiereu den professor had genoemd, en hij) wist nu drommels goed, welke afgunstige blikken or op hem werden geworpen door de heoren, die deiarginds bij hun bowl zaten. Hadden ze hem maar dadelijk gevraagd, op welke wijtoe 'hij met die vreemde prinses had kennis ge maakt maar nu mochten zij toezien, meer niet, hoe de vreemdelinge aam de rijde des professors, door do bedde anderen gevolgd, den ooucerttuin verliet. Biiiten gekomen, liep rij zoo licht en luch tig over het puntige, afschuwelijke plaveisel van de goede stad Neurenberg, of rij rich langs den gladden parketvloer eener danszaal bewoog en daarHj ontging aan haar scherpen vraolijken blik niet één schilderachtig hoek je, geen enkel effectvol vergezicht van liet door de maan beschenen landschap. Toeu de weg naar dien burcht haar wel wat steil begon te worden, nam zij des professors arm en bleef zij voortdurend op hem steunen. „Zoo gaat het gemakkelijker," sprak rij eenvoudig, en de professor vond 'bet niet meer dau natuurlijk. Halverwege bleef zij| staan en zag zij1 naar de beide anderen om. „Wel, hoe gaat het, tante Anna?" vroeg rij lachend. „Ik kom al, maar ik vrees werkelijjk, dat het genot van daarginds die moeite van het klimmen niet zal loonen." „O, stelligMaar geef tante Anna toch uw anm, Lewosky!" Zij wendde rich weder tot den professor en zoide, vertrouwelijk pratend; „Zijl is eigen- lijk mijn tante niet, die goede, lieve damie, maar ze was de beste vriendin van mijn over leden moeder en geruimen tijd achtereen ook de eenige vriendin, die ik bezat. Daarmede heeft zij do rechten eener tainte meer dan' verdiend." De professor had gaarne nog iets meer wil len hooren, maar thans was hij 't, die vrees de, door tc veel vragen, onbescheiden te zul len worden. Zoo gingen rij dan zwijgend) het steile bergpad verder op. Boven gekomen, haalde de professor den sleutel en na enkele minuten stond de prin ses op bet slotplein, waarvan do overoude lin den met hunne dikke, knoestige stammen en takken en hun spaarzaam loof grillige scha duwen afwierpen op de grauwe muren van den burcht met rijp ongelijke vensters, rijn torentjes en rijn in- en uitspringende hoeken. Scherp verlicht waren de booggewelven met de pilasters, terwijl de trappen dlaar achter iu diepe duisternis verborgen lagen. „Willen wij eerst het platvorm beklimmen of vooraf den tuin nog eens bezichtigen?" Dé prinses gaf aan het. laatste de voorkeur en zoo traden zij door een poortje van den binnenmuur in den eigenlijken tuin. „O, wat is 't hier nu mooi cu geurig!" riep de prinses uit. Achter een vlierboeohje voerden twee jonge stemmen een half fluisterend gesprek en bij de nadering der vreemde bezoekers schoven twee slanke gestalten dichter naar elkander toe. „O wee, daar storen wij iemand, geloof ik," lachte de prinses, ondeugend, „of spookt het hier misschien tusschon die oude tuin muren V' „Daar is een spook, dat ik, naar liet.schijnt wed ken," antwoordde de professor, en met luider stemme rifep hij daarop; „E^bart, Egbert!" Eon donkera gedaante trad buiten de scha duw van don achtergrond en een lange, jonge man wendl in 't volgend oogenblik op het dpor dJe maan sterk verlichte kiezelpad zicht baar. „Vergun mij, Hoogheid, in dit nachtelijk spook u mijn neef Egbert Renunert voor te stellen, vóorhands nog leerling van dè kunste académie, maar later de Rafael der toekomst, enz., enz" „Maar oom „Rafaël der toekomst," herhaalde die prin ses, ter wijd rij, voor zoover de onzekere ver lichting het toeliet, dat smalle ovale gelaat met d© groote, donkere oogen onderzoekend; beschouwde. „U wilt this schilder worden, niet waar?" ,,'X Is mijn liefste wensch, maar, zooals u boort., vindt mijn oom dat alLerbespotte- lij kirt „Nu zegt ge te veel, jongen 1 Maar apropos Egbert" de oom trok den neef een weinig tenrijde „wie rit daar nu nog achter dlat vlierbosch je?" Wordt v -rvolfd,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1