Hinnenland7
23S. Tweede Blad.
Zaterdag 18 Februari 1905.
KOLONIËN.
s" Jaargang.
AMERSFOORTSCH DAGRLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per S maanden yoor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afsonderlijke nummers- O.OS.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
'•morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C<>.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADYERTENTIÊIf:
f 0.75.
- 0.15.
Van 1—5 regelt
Elke regel meer
Oroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
OOST-IND1Ë.
De Java-Bode schreef Maandag 16 Ja- I
nuari, dat tot het zenden eener tuchtiging)»-
expeditie naar Boni geenszins was besloten, j
1 i „Behalve zegt het blad dooi' de omsfcan.
i digheid dat schending onzer neutraliteit
door Russische of Japansche oorlogsschepen
I in do eerste maanden geenszins tot de oirnio-
I gelijkheden behoort, dat daarentegen in de
eerste plaats zoo krachtig mogelijk moet wor
den gewaakt en alle be&ohikbare maritieme
en militaire middelen daarop geconcentreerd
moeien blijven, zijn een gouverneur-gencraai
eenigszins de handen gebonden door de toe-
I zeggiugen van den minister van Koloniën
i aan de onbevoegde praatvaêrs in de volks-
1 vertegenwoordiging, die in geen geval van
militaire expeditien willen wetenook niet
wanneer het uitstellen daarvan de schrome-
lijlrste gevolgen kan hebben. Geenszins ech
ter tracht men de expeditie van d© baan
te schuiven, omdat de vorst van Boni zich
zou gedragen als een veertienjarige kwajon
gen, zooals het Batav. Nieuwsblad eergiste
ren beweerde. De ongeveer 65-jarigé Lapn/wa-
wood Kraeng Segerie veidient niet zulk een
smadelijke qualificatie. Deze man is er zioh
van bewust dat hij de laatste radja van
Boni zal zijn en de regeering zijn zoon
met het. oog op diens lage geboorte nim
mer in dezelfde positie zal erkennen, maar
als goed mohamedaansch imam weigert hij
van liet hem door Allah toevertrouwd grond
gebied ook maar een duimbreed af te staan,
van zijn rechten ook maar een woord. Zoo
als hij het rijk ontving van zijnen vader, zoo
wil hij het nalaten aan zijn zoon. Daarom
ook weigert hij het recht af te staan om in
zijn larid in- en uitvoerrechten te heffen,
ook al is hem de toezegging daartoe bij zijne
erkenning door de regeering afgedwongen.
Rn mocht deze tot geweld overgaan, dan zal
Lapawawooi zijn woord gestand doen dat,
zijn lichaam de oonige benteng is. in staat
om Boni te verdedi" 'i dan zal bij vallen
vóór zijn mannen en gerust voor Allah kun
nen verschijnen. Bij herhaling hebben zoo
wel de gouverneur van Celebes, C. A. Kroe-
sen. als de resident voor inlandsche zaken,
J. A. G. Brugman, zco bij het ontvangen
vail gezantschappen als bij het brengen van
bezoeken, gepoogd den ouden man te over
tuigen van het nuttelooze van zijn verzet,
van liet gevaar, waaraan hij, zich blootstelt
het heeft niet mogen baten. Wil de regee
ring het eens gesloten en bekrachtigde con
tract met Boni hebben nageleefd, dan staat
geen andere weg meer open dan die van
wapengeweld. Het oogenblik om daarnaar te
grijpen, acht zij evenwel nog niet gekomen.
En dit is juist gezien als men de lessen der ge
schiedenis in het oog houdttoen Van Geen
in 1825 Boni had geslagen, moesten zijne
trcepen naar Java terug om daar den op
stand te helpen bedwingen nog vóórdat de
politieke resultaten waren vastgelegd het
zelfde was het geval nadat Van Swieten in
1860 de macht van het gouvernement hi
Bond gevestigd noemde, omdat zijne solda
ten dringend noodig waren in de vermaledij
de Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo
Wanneer nu eene expeaiue naar Boni trekt,
moet deze niet alleen overwinnen, maar zij
mag het rijk niet verlaten vóórdat ons ge
zag er voorgoed is geve rin-,1 <.n er een amb
tenaar, onder voldoende moitaire bescher
ming, kan worden achtergelaten om te hand
haven wat na bloedige» strijd zal wor
den verkregen.'
Wij lezen in een Java-Bode van la
teren datum
Maandag j.l. hebben wij uiteengezet waar
om de regeering het oogenblik nog niet geko
men acht om tegen Bond gewapenderhand op
te treden. Maar desniettemin wordt door liet
legerbestuur alles voor de expeditie voor
bereid, zoodat deze ckr oogenblik kar ver
trekken. Zij zal vermoedelijk bestaan uit
drie bataljons infanterie, het 3e veld-eska
dron cavalerie le .unswijk geremonteerd
met Australische ponies -en een bergbat-
terij van 4 stukken.
Met het oog op het vinden van drink
water en paardenvoer zal het jaargetij mede
op het vertrek der expeditie grooten invloed
uitoefenen.
Het is niet onwaarschijnlijk dat. de gene-
raal-majoor W. G. A. C Christ an met het
opi})erbevel zal worden belast, met als
vroeger gezegd den luitenant-kolonel der
cavalerie, jhr. Ij. D. de Lannoy als twee
den bevelhebber.
Voor de Buitenbezittingen. Het Bat.
Nbld. schrijft- Zooals men zich zal herinne
ren ljep, kort na de benoeming van den nieu
wen gouverneur-generaal, het gerucht dat
een nieuw departement, speciaal voor de bui
tenbezittingen, zou worden ingesteld. Later
werd het gerucht tot bescheidener grenzen
teruggebrachtaan de Algemeene Secretarie
zou een afdeeling in het leven worden gero. -
pen, inzonderheid voor de zaken, de oniteii-
bezittingen betreffende.
Dit laatste denkbeeld staat nu, naar wij
vernemen, verwezenlijkt te worden. Men
wacht nl, spoedig de benoeming van den ka
pitein der infanterie H. Colijn tot referen
daris, chef eener afdeeling ter Algemeene Se
cretarie, naai- welke afdeeling de beha.uii 'iiig
van militaire zaken en die der buite ib'.zit-
tingen overgebracht zou worden.
Onttrekking van Europeesche militai
ren aan de Buitenbezittingen. Naar wij ver
nemen zullen eerlang alle Europeesche kor
poraals eu minderen der infanterie naar Java
vertrekken. Deze militairen zullen dan door
Amboneesche troepen worden afgelost. Reeds
nu wordt geen Europeesch minder militair
meer naar een dor posten ter aflossing ge
zonden. (Bandj. Nbd.) j
De Javaansche adat. Het Bat.
Nbld. van 13 Januari bevat eene bescliou-
wing van een inlandsoh ambtenaar over de
Javaansche adat-, met betrekking tot de hor- j
matcirculaire. De ambtenaar, die zich Soero
Hardjo teekent, is zegt het Bat. Nbld.
iemand van rang in de Indische maatschap- j
pij uit den aard zijner betrekking ten volle
lievoegd om over de quaestie te oordeelen j
en, wegens zijn ontwikkeling, ook om de cir
culaire te beoordeelen. Hij juicht de circu
laire t-oe in legenstemminig met anderen, die
in afschaffing van de slaafsche gebruiken
reeds de kiem meenden te zien van een revo
lutie.
Wij ontleenen aan do beschouwingen van
Soero Hard jo het "olgende
„In den beginne waren de hormatgebrui-
lcen alleen in zwang bij de ambtenaren en
hun bedienden en werd er geen notitie van
genomen, als een dessamau zich er aan be
zondigde doch later werden ze ook van de
bevolking geëisclit. Het gros van het volk is
echter nu n- onbekend met de verlangde
cerbiedlbewijzen, zoodat het dikwijls gebeurt,
dat oen koelie, wanneer bij in aaurn'.ing
komt met een ambtenaar, wordt terecht ge
wezen. soms op hardhandige wijze, negens
zijn zoogenaamd gebrek aan manieren.
De Javanen kunnen veel verdragen, maar
men wane niet dat- de dessa-lieden er niets
van zeggen. De passar is het terrein, waar
zij hun meeningen onbewimpeld kenbaar
maken. Het gedrag van verschillende ambte
naren wordt er besproken en er worden dik
wijls grappen verkocht over aanstellerij en
overdreven hormat-edschcn. Ook bestuurshan
delingen worden er gecritiseerd. Door hum
beperkten gezichtskring en weinig vertrou
wen in de ambtenaren, komen zc niet zelden
tot onbillijke oordeelvellingen. Maatregelen,
genomen in hun eig.n belang, worden dik
wijls verdacht gemaakt. Daar de moesten
niet kunnen lezen en schrijven, zijn ze niet
in staat om hun opinie in couranten bloot
to leggtn. Het is daarom onmogelijk om bun
eventueel on.^groncle bezwaren te weerleg
gen. Het kwaad woekert dan van de eene
passer naar de andere voort, zeer ten nadeele
van den goeden dunk van het volk ten op
zichte van de bedoelingen ,ran het- gouver
nement. De inlandsche ambtenaren zouden
daartegen veel kunnen doen, door aan do
bevolking het goede doel van verschillende
ï-egeeringsdaden te verklaren, wanneer zij
haaQ- vertrouwen konden winnen, maar de
hormat is daarvoor dikwijls een belemmering.
Nu zijn tegenwoordig wel velen hunner w. o.
verscheidene regenten tot de erkenning ge
komen, dat zij door vriendelijke bejegening,
zonder daarbij zoo noodig een krachtig op
treden uit te sluiten, meer invloed en ver
trouwen bij het volk zouden kunnen krijgen,
maar de meorten van lien zijn te veel aan
den sleur vastgeroest, waardoor zij er tegen
op zien om te breken met een adat, die door
misbruiken gedurende bij,na een eeuw is ont
staan. Een flinke stoot is noodig oan hen een
andoren koeirs te doen uitgaan.
„Wel vinden zij nu reeds, al zeggen z.ij
liet niet aan de Hollandsche ambtenaren,
dat de huidige hormat-gebruiken niet meer
passen in dozen tijd.
„Op de bijeenkomsten op een garebeg of
nieuwjaarsdag ergeren 'velen er zich niet wei
nig over dal zij op den grond moeten jatten,
terwijl Europea i en Ohineeeen, die in
maatschappelijke positie en ontwikkeling
lieneden. dikwijls ver beneden hen staan, op
stoelen mogen plaats nemen. Wegens de aan
wezigheid van Europeanen is do regent ge--
noodzaakt om op een stoel te zitten, maar
volgens do oude adat zou het niet geoorloofd
zi om zich op een verhevenheid te bevin
den, terwijl zijn medeambtenaren op den
grond zaten. Om dus niet daarmede in strijd
te komen, zouden zijn ondergeschikten ook
ep stoelen moeten plaats nemen.
„Maar de vraag, of de bestaande adat al
of niet overeenkomstig de oude adat- is, daar
gelaten, do tijden zijn er niet meer naar om
haar gebruiken te handhaven. Zij zijn lastig
voor don mindere en beletten wederzijdsch
vertrouwen en vertrouwelijkheid met den
meerdere. Zij werken stremmend op het
thans bij ons Javanen bestaande streven naar
nlellect.ueelen en materieelen vooruitgang.
Een van de nadoelen daarvan is waarschijn
lijk, dat gegoede inlanders niet meedingen
bij gou ver nemen ts-aainbestedi ngenvanwege
do hormats, die ze in acht moeten nemen bij
do aanraking niet hooggeplaatste ambtena
ren. zood.it zij het veld aan de Ohineezen
laten.
„Daarom zal het goed zijn, wanneer aan
de desbetreffende rogeerings-eiruculaire do
hand wordt gehouden, vendoor binnen niet.
te langen tijd de omslachtige hormat-s plaats
zullen maken voor meer eenvoudige.
„Verdei- zou ik in overweging willen ge
ven, om den inlandschen koopmansstand te
verheffen. Ohineesche, Aarabische en Moor-
sohe kooplieden worden toegelaten cp open
bare bijeenkomsten en feesten; waarom .u
dat niet kunnen geschieden ten opzichte van
gegoede inlandsche particulieren 'l Missohien
zou daardoor de drang van Javanen van goe
der. huize om steeds jacht te maken op gou>-
vernemeutsbetrekkingen minder worden en
zullen zij trachten ook bij handel en nijver
heid tot welstand te komen."
In eene buitengewone vergadering der j
Provinciale Staten van Zuid-
Holland werd voorlezing gedaan van een j
brief van mr. G. J. Goekoop, waarbij hij
wegens zijne benoeming tot lid der Alge-
nieene Rekenkamer ontslag neemt als lid j
tier Staten, onder dankzegging voor het ver
trouwen en de vriendschap, hem in zoo ruime
mate ten deel gevallen en met zijne beste
wenschen voor den bloei en de welvaart dei-
provincie.
Du voorzitter, mr. Patijn, commissaris der
Koningin, herinnerde aan de belangrijke
diensten door mr. Goekoop gedurende zijn
32-jarig lidmaatschap der Staten, waarvan
ruim 25 jaren als lid van Gedeputeerde Sta
ten aan de provincie bewezen, en bracht hul
de aan zijn groote g; ven en persoonlijke
eigenschappen.
Hij wenschte hem toe, dat hij niet min
der geapprecieerd zal worden in het Hooge
Staatscollege, waarin hij door het vertrou
wen van II. M. de Koningin geroepen was
en dat hij in deze hooge betrekking met be
houd eener goede gezondheid nog lange ja
ren werkzaam moge zijn. (Luide teekenen
van iustemming).
Voorts wijdde de voorzitter eenige woor
den van hulde aan het overleden lid der ver
gadering, mr. Van Rhemen van Rhemenshui-
zen, die tot de oudste leden der Staten be
hoorde.
Na installatie van het nieuwbenoemde lid
voo* Brielle. den heer L. P. van den Blink,
werd tot lid van Gedeputeerde Staten in d©
plaats van mr. Goekoop gekozen mr. D. Fock,
lid van de Tweede Kamer voor Rotterdam,
met 58 van de 73 stemmen (13 op P. C.
Evers en 2 blanoo).
De heer Fock, hoewel gaarne bereid de
betrekking te aanvaarden, verklaarde zulks
aarzelend te doen, aar hij de plaats heeft
te vervullen van mr. Goekoop, die dit deed
met groote bekwaamheid, kennis en ijver en
die bijzonder gezag had en door zijn veeljarige
ervaring beschikte over een mate van erva
ring, die Spr.'s deel niet is. Hij noopte al
zijn krachten te wijden aan de taak die hem
acht. (Applaus).
De voorstellen tot. regeling van het rente
loos voorschot aan de Westlandsclie Stoom
tramweg-maatschappij, werden commissoriaal
gemaakt. In afwachting van liet rapport der
commissie werd de vergadering verdaagd tot
Vrijdag 3 Maart a.s„ des voorniiddags te 11
uur.
In de Maandag gehouden gewone ver
gadering der Koninklijke Akademie van
Wetenschappen (afdeeling Letterkunde), hield
prof. d'Aulnis de Bourouill eene
voordracht- over een onderwerp, dat in nauwe
betrekking staat tot de economische leer van
het Socialismede poging van den Fransch-
rnan P. J. Proudhon in zijn Système des con
tradictions, économiques om cloor toepassing
van Hegel's denkleer een nieuwe sociale or
dening te v nden eu over het verband tus-
hen dat stelsel en de leer van Karl Marx.
Dc spreker begon met mede te deelen, dat
d.c onderwerp door hem gekozen was ook met
het oog op de wedergeboorte, welke het Hege-
lianisme tegenwoordig aan sommige Neder-
landsche universiteiten beleeft. Hij koestert
jegens de waarde vau Hcgels denkleer ernsti-
gen twijfel en wil althans, waar aanhangers
van Hegel zich begeven hebben op econo
misch terrein, de vraag stellen of zij in staat
gebleken zijn over eenig economisch vraag
stuk nieuw licht te verspreiden. Een derge
lijk Hegel-aan i« de Fransehman Proudhon
geweest, die in 1846 met een werk, getiteld
Svstème des contradictions économique© u
philosophic de la. misère, gepoogd heeft door
Hegel's methode een nieuwe sociale ordening
te bedenken als i zoeiimg (synthese) van een
aantal tegenstrijdige begrippen omtrent de
tegenwoordige inrichting der maatschappij.
Proudhon treedt hier op als fel tegenstander
van liet socialisme en het communisme, ge
lijk de spreker door een reeks aanhalingen
bewijst, bv.
„Alles wat het socialisme verkondigd hoeft
over het groote vtaaert ',l* der organisatie is
slechte gewec t een kreet van wanhoop en
van onmacht, om niet te zegge i een kwak-
wilversdt-lamatic"Het communisme der
goederen, waarvan de gemeenschap der por
no-n dc onvermijdelijke gevolgtrekking is,
i3 niet meer dan een akelige nachtmerrie",
Maar tegelijk noemt Proudhon den eigendom
diefstal. De reden van dit- raadselachtig ge
drag ligt hierin, dat Proudhon, in navolging
van Hegel, meent uat uit tegenstrijdige ge
dachten van zelf, krachtens zekere denkwet
ten der zuivere rtue, een hoogere eenheid,
oen oplossing, een verzoening moet voortko
men, een nieuwe gedachte. Zijn doel is die
nieuwe gedachte op te sporen. Proudhon ech
ter is er niet in geslaago haar in zijn boek
duidelijk te maken. In vertrouwelijke brieven
aan eenige vrienden, kort na de verschijning
van zijn werk, erkende hij zulks; eu toen
in 1848 de Fcbruari-revolutie te Parijs uitr
brak, lievond Proudhon, bevreemdende dat
men thans van nem de toepassing van zijn
nieuw stelsel zou eischen, zich iu pijnlijke
verlegenheid, gelijk hij zelf schreef.
De spreker ging hierop eenige contradic
tion (antinomieën) na, welke Proudhon in
zijn Système heeft geformuleerd. Zij berusten
allen op gebrekkige kennis vau liet rader
werk der maatschappij eu soms ook, bv. waar
Proudhon den eigendom aanvalt, omdat de
eigenaar de bevoegdheid zou hebben, zijne
zaak te misbruiken, op oppervlakkige rechts
studie. Menige plaats uit zijne in 1875 ge
publiceerde brieven en uit zijn werken be
wijst. dat Proudhon zich bewust was, para
doxen te verkondigen. Merkwaardig is, dat
één der stellingen, door Proudhon geplaatst
tegenover eene andere, welke minstens even
waar was, later door Karl Marx, persoonlijk
vriend van Proudhon te Parijs in 1844, tot
grondslag is gemaakt- van diens in 1867 ver
schenen boek Das Kapital. een plagiaat, dat
Marx steeds getracht heeft te bedekken door
in lateren tijd de geschriften van zijn vroe-
geren vriend minachtend te critiseeren, zoo
niet zooveel mogelijk dood te zwijgen. Bij
Proudhon vindt men. naar Hegel's manier,
telkens these en antithese. Bij Marx daaren
tegen vindt men van dat dubbelstelsel slechts
ééne zijde terug en dat- brokstuk wordt ge
geven als volh-iiee wijsheid.
Hoe armoedig aan resultaten de toepassing
van Hegei's denkleer op de sociologie bij
Proudhon gebleven wa9, bleek ten laatste
duidelijk in 1849, toen deze met grooten op
hef een nieuwe bankorganisatie aankondig
de. waarvan hij vroeger al eens had te ver
slaan gegeven, dat zij, het. nieuwe sociale
stelsel zou verwerkelijken. De bank zou gra
tis crediet verleenen. Doch zij werd door
Proudhon als onbruikbaar over boord gewor-
pe:i, reeds vóórdat zij in werking trad. Ein
delijk in 1858. erkende Proudhon ronduit,
dat er in heel de Hegeliaansche logica een
fundamenteele fout is. welke fout dan ook
aan de methode kleeft, die in het système
dea contradictions économiques was gevolgd
eene antinomie lost zich niet op; de twee
met, elkander strijdende termen houden
elkander in evenwicht. Men kan uit de wer
ken va.n Proudhon geen anderen indruk over
houden dan dat deze voortdurend door de
genoemde denkleer is om den tuin geleid.
Eenmaal slechts bewees die leer aan Proud
hon een werkelijkem dienst. Toen hij in 1842
wegens een drukpersdeliet vervolgd werd,
bracht hij bij zijiu pleidooi, naar hij aan een
zijner vrienden heeft geschreven, de rechters
door een herhaald beroep op de matcphysic.i
zóó van de wijs, dat zij den moed misten om
dien onbegrijpelijken schrijver te veroordee-
len. Kan echter aan de kunstgrepen, welke
in cle pleitzaal worden aangewend, ook op
wetenschappelijk gebied waarde worden toe
gekend
'adat de voorzitter den spreker dank had
gezegid voor zijn bijdrage, verkreeg prof.
Quack het woord tot het maken van eenige
opmerkingen. Proudhon was geen socialist,
geen communist-, maar een anarchist; hij
olgdo de lijn van den Engelscheu anarchist
Godwin en de lijn van het theoretische anar
chisme heeft hij steeds vervolgd. Het systeem
d©r socialisten noemde Proudhon onzin, om
dat het het recht schendt der vrije persoon
lijkheid. die alleen werken kan door een con
tract Karl Marx heeft hem een. tijd gehol
pen aan het bestudeeren van Hegel, maar
toen Marx wat dieper ging nadenken, over
wat Proudhon eigenlijk wilde, heeft hij als
antwoord aan Proudhon zijn boek geschre
ven. Daarin stelt Marx het recht der asso
ciatie. het recht vau den klassenstrijd, waar
van Proudhon niets wilde weten.
De synthese, die Proudhon bedoelde, is
later geschreven. L'idee générale de la révo
lutioii de la dix-neuvieme siècle" en „La ca-
pacité de la class© ouvrière."
Prof. Van der Wijck sprak als zijn m se
lling uit. dat Proudlhon misschien niet op zijn
dwaalweg zou zijn gekomen, als hij ken vis
had genomen van Kant's logische eu reëele
tegenstellingen.
Prof. d'Aulnis zei in zijn antwoord, dat
het hoogst moeielijk is, met stelligheid te ver
klaren, dat Proudhon in het anarchisme een
verzoening zag tusschen eigendom eu com
munisme. Moeielijk is aan te nemen, dat hij
in 1846 een voorstander van het anarchisme
was en in zoovere hij zich later als zoodanig
heeft voorgedaan, is hij even vaag als daar
vóór.
Teil slot te deelde dc voorzitter nog mede,
dat de Nederlandscbe regeering is uitgenoo-
digd. afgevaardigden te zenden naar hst in
de Paaschvacantie te Athene te houden
areheologisch congres. De hoogleerarcn Kui
per en Bois9©vain. die op dit congres de uni
versiteiten van Amsterdam en Groningen tv'
len vertegenwoordigen, verklaarden zich \<-
reid op te treden als afgevaardigden der Ne-
<lerlandsdie regeering en zullen als zoodroig
aar» de regeering worden voorgedragen
Indisch Genootschap. Onder
voorzitterschap van mr N. G. Pierson, hield
het Indische Genootschap Dinsdagavond in
Den Haag eene algemeene vergadering, waar
in de heer R. A. Kern, controleur B. B. sprak
over: „regeerings-inmenging in Indië."
>pr doelde met het woord „regeerings-in
menging" meer specaial op de inmenging
der regeering teil bate van <L:i inlander *n
de tegenwoordige zeer bijzondere omstandig
heden. waarin de inlander verkeert.
Na een historisch overzicht van dc maat
regelen, vroeger door onze regeering genomen
in het belang van den inlander waarbij
Spr. er op wees, dat hoofdzakelijk een poli
tiek van laisser faire werd gevolgd, hetgeen
echter met het oog op de toenmalige om
sta ndiigüiedeii niet als plichtverzuim doch
hoogstens als gebrek aan doorzicht valt 'e
lieschouwen betoogde Spr., dat de inlan
der thans geholpen moet worden, met het oog
op de ernstige toestanden, waarin Java thans
verkeert. Van de noodzakelijkheid van staats
inmenging zijn dan ook allen overtuigd. De
vraag is slechtshoe moet die inmenging ge
schieden? Een stelselloos ingrijpen zou leiden
lot krachtsverspilling.
Aan <lc bestuursambtenaren is voorgeschre
ven zioli niet te mengen in de particuliere
aangelegenheden van de inlanders De argu
menten vóór en tegen den bestuursdwang be
sprekende, ontkende Snr. dat de Javaan is
een willoos individu, die slechts door dwang
is vooruit te helpen.
Spr. achtte die meening gevaarlijk en
wenschte aan te toonen lo. dat de inlander
niet het vermogen mist, zichzelf te ontwik
kelen 2o. dat een dwangsysteem leidt tot
ontgoocheling3o. dat de staatsinmenging
steeds meer liet karakter van vrije staats,
menging heeft aan te nemen 4o. dat deze
wel kan ten gevolge hebben de economische
opheffing der bevolking.
De Friscke Chris t.-H i s t o r i-
schon. ,,Dc Banier" deelt mede, dat op dc
vergadering van afgevaardigden der Friosche
C'hrist.-Hist. kiesve ree nagingen te Leeuwar
den is aangenomen een motie, die aldus
luidt
„Het prov. bestuur van den bond van
kieevereeirigingen op Chr.-hist. grondslag in
de provincie Friesland,
overwegende, dat in 1901, bij de verkie
zingen voor de Tweede Kamer is samenge
werkt door den bond en de antirev. paruj
dat voorduring dezer samenwerking en
daarvan afhankelijke voortzetting van het
tegenwoordige regeeringsbeleid in het belang
•an land en volk wordt geacht;
dat in de parlementaire periode echter niet
genoegzaam rekening is gehouden met de
beginselen, voorgestaan door den bond;
dat de organisatie van den bond, sedert
1901, zich ook buiten de provincie Friesland
heeft uitgebreid
verklaart, daartoe gemachtigd door de ver
gadering van afgevaardigden der kiesver-
eenigingen, aangesloten bij den Bond, gehou
den te Leeuwarden den 6en Febr. 1905, be
reid te zijn tot samenwerken met de antirev.
en do chr.-hist. partij bij de aanstaande ver
kiezingen, indien als uitdrukkelijk beding
van samenwerking wederzijds wordt aange
nomen
le. dat aan het chr.-hist. beginsel in het
staatsleven meerdere plaats worde ingeruimd,
zoodat
niet bloot, door versterking van de bij
zondere instellingen de ontkerstening van
het volksleven worde tegengegaan, maar ook
in de openbare instelingen en het publieke
leven, bij de wetgeving e,n het regeeringsbe
leid het chr.-hist. karakter onzer natie tot
zijn recht kome
b. inet name de theol. faculteit aan de
Rijksuniversiteit, naar eisoli vaoi het begin
sel der chr. godgeleerdheid worde gereor
ganiseerd
c. ook in zake den eer, de Zondagsrust, cle
armenzorg, de zending enz., niet een neu
traal, maar het öhr. standpunt door dc over
heid worde ingenomen,
2e dat de samenwerking plaats vinde
door. nader overeen te komen, uitwisseling
va i districten, waar de organisatie van den
bond van invloed is op den uitslag der ver
kiezing. omtrent het stellen van candidaten
een nadere regeling getroffen worde,
3e. dat elk der partijen vrij en zelfstan
dig blij ve
bij het stellen van haar eigen candi
daten,
b. in de appreciatie van dc coalitie en
bepaaldelijk in de karakteriseering der poli
tieke antithese,
c. in haar kritiek op het beleid on den
wetgevende» arbeid van het Kabinet."
Besloten werd de genoemde partijen met
deze motie in kennis te stellen en haar t©
verzoeken haar besluiten daaromtrent vóór
15 Maart e. k. te mogen vernemen. De be-
slissing over het al of niet in de ooalitie mee
blijven gaan van den Frieschon bond zou
daarmede in handen dier partijen zelve wor
den neergelegd.
Op de vergadering van chr.-historische
kiesveroenigingen den 8en Febr. jl. te Delft
gehouden, is een commissie benoemd met op
dracht in denzejfden geest, als in Friesland
geschiedt, voor Zuid JIolland op te treden.