836. 3d* Jaargang. Maandag 27 Februari 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. EEN PRINSES. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. gag tiiraiLi'üLL-g^ ABONNEMENTSPRIJS Par 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Adrertentiën, mededeelingen enz., gelieve men r66r 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF ft O. Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DKB ASV8RTSHn£»i IMS. Van 1—0 regelt Groote Etters naar plaataruHnU. Voor handel en bedrjjf bestaan voordeellge bepallngen tèi het herhaald advertedren in dit Blad by abonnement. Kent circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht Hel einde van het Doggersbank- incident. Eergisteren heeft de internationale com missie tot onderzoek van het Doggerbank- incddent haar slotzitting gehouden, waarin het rapport, is bekend gemaakt, dat zij van hare bevinding heeft opgemaakt. Over de wordingsgesch. i edenis van dit rapport deelt de Temps mede, dat nadat de pleitbezorgers van beide partijen, de heeren O'Beirne en Nekludow, hunne concliuisiën hadden inge diend, de vijf admiraals dagelijks, soms zelfs twee malen per dag, vergaderd zijn geweest. Eerst hebben de admiraals Doebassow en Lewis Beaumont, op verzoek van hunne, ambtgenooten, elik een rapport opgesteld. Die rapporten waren van den eersten tot dien laatsten regel met elkaar tegenstrijdig. Daarna bebben de Oostenrij|ksche en Ame- rikaansohe leden, de admiraals Spaun en Dar vies, gezamenlijk een rapport opgesteld. Dit rapport, nagezien en omgewerkt door den voorzitter, den Fransoken admiraal Four- nier, is geworden het rapport van de com missie, waaronder alle vijf leden hunne na men hebben gezet. Het rapport, dat op deze wijze tot stand) gekomen is, voldoet niet aan de strenge eisdhen der logica. Dat gebrek wordt echter op andere wijze vergoed. „Al heeft de logica daatbij iets verloren zegt de Temps do verzoening heeft er veel bij gewonnen, zij 't ook tot den prijp van eenige tegenstrijdig heden." Als oorzaak van het geheele geval neemt het. rapport aan het achterblijven van de Kamsahatka in den avond van 21 October ten gevolge van een gebrek aan hare ma chine. De Kaanschiatka beschoot de Alcle- baran en andere onbekende schepen, onge twijfeld ten gevolge van de bezorgdheid, die haar achterblijven en hare geringe militaire waarde haar inboezemdenzij berichtte aan admiraal Rodjestwensky, dat zij aan alle zijden door torpedoibooten werd aangevallen. Admiraal Rodjestwensky kon meeuen, dat deze torpedobooten op het eskader zouden aansturen om het aan te vallenhij seinde daarom aan zijne schepen, dat zij hunne waak zaamheid moesten verdubbelen en verdacht moesten zijin op eten aanval van torpedoboo ten. Wat de met het oog hierop gegeven be velen betreft, is de meerderheid van de leden der oommissie van meening, dat die niets buitensporigs hadden in oorlogstijd en in zonderheid in de omstandigheden, die de ad miraal alle reden had om te beschouwen als zeer verontrustend, omdat hij zich in de on mogelijkheid bevond om de juistheid' van de waarschuwingen, die hij van de agenten zij ner regeering ontvangen had, te oontrolee- ren. Zoo naderde het Russische eskader om 1 uur 's nachts de plek, waar de vdsschersvloot aan 't vissdken was. Het rapport erkent, dat al de visschersschepen de voorgeschreven lichten droegen en zich gedroegen naar de regelen, hun door de vuurpijlen volgens re glement aangegeven. Admiraal Folkershaim ging voorbij., met zijne zoeklichten de sche- peu belichtende en ze als visscihersschepen herkennende. Bij de komst van de door ad miraal Rodjestwensky zelf gecommandeerde afdeeling op de plek werd die aandacht van de dienstdoende officieren gaande gemaakt door een groene vuurpijl, die hen wantrouwig maakte. Men merkte door middel van die zoeklichten aan stuurboord vooruit een schip, dat verdacht leek omdat het geen lidb- ten scheen op te hebben en aanstuurde op die Soewarow. Bij het schijnsel van de zoek- liehtende meende men een torpedOboot te herkennen, die met groote snelheid nader kwam. Op grond van dezen sdhijn Het admi raal Rodjestwensky het vuur openen op dïit onbekende schip. De meerderheid der ledlen spreekt de meaning uit, dat de verantwoorde lijkheid voor die daad en voor de gevolgen van de beschieting, die de visschersvloot heeft ondergaan, op admiraal Rodjestwensky neer komt. De Soewarow bespeurde een klein schip, dat het den weg versperde, zij herkent het als een treiler, waarop door den admiraal seinen gegeven worden om het vuren op dien treiler te beletten en bevel wordt ge geven om in het algemeen niet op treilers te schieten. Een ander verdacht sdhip wordt aan bakboord door de Soewarow opgemerkt, die er het vuur op opent. Ingevolge de per manente bevelen voor het eskader, wees de admiraal het doel aan waarop de schoten van de schepen moesten worden gericht, door daarop zijne zoeklichten te riahten. Doch daar elk schip den horizont om zich heen met zijne eigen zoekHahten afzocht om zich voor eene verrassing te vrijwaren, was het moeielijk dat er geen verwarring ontstond. Het vuur, dat 10 a 12 minuten duurde, ver oorzaakte groote schade aan de vissdhers- schepen; een zonk, vijf werden besahadigd. Ook de Aurora, van het Russische eskader, werd getroffen. De meerderheid van de leden constateert, dat haar de juiste gegevens ontbreken om te onderkennen op welk doel de schepen heb ben geschoten. Maar zij erkennen eenstem mig. dat de schepen van de visschersvloot geen enkele vijandige daad hebben verricht, en daar de meerderheid der leden van mee ning is, dat er noch on der de visschersschepen, noch op de bewuste plek eene enkele torpedo- boot was, was het openen van het vuur door admiraal Rodjestwensky niet gerechtvaardigd. Het Russische lid, deze meening niet kun nende deelen, drukt de overtuiging uit, dat juist, de verdachte schepen, die het eskader naderden met een vijandig doel, het vuur hebben uitgelokt. Wat het werkeUjk doel van dit nachteHjke vuur betreft, zou het feit, dat de Aurora eenige projectielen van 47 en 75 mM. ont ving, kunnen doen onderstellen, dat die krui ser en misschien zelfs ©enig ander Russisch vaartuig, dat op den weg van de Soewarow was opgehouden, zonder dat dit schip het wist, het eerste vuur heeft kunnen uitlok ken en tot zich trekken. Deze vergissing kan zijn gemotiveerd door het feit, dat dit schip van achteren gezien geen enkel zicht baar licht vertoonde, en door eene nachtelijke optische illusie, die op de waarnemingen van. het admiraalschip van invloed kan zijn geweest. Te dien aanzien oonstateeren de le den der commissie, dat hun gewichtige in lichtingen ontbreken, om hen in staat te stellen de redenen te kennen die oorzaak zijn, dat liet .vuur aan bakboord is voortgezet. In die onderstelling zouden sommige afgelegen visschersschepen later verward kunnen zijn met de oorspronkelijke doelwitten en zoo rechtstreeks beschoten. Daarentegen kunnen andere-j getroffen zijn door een vuur, op meer verwijderde doelwitten gericht. De duur van het vuren aan stuurboord is aan de meerderheid voorgekomen langer te zijn geweest dan noodig was, zelfs wan neer men zich plaatst op het standpunt van de Russische lezing. Maar die meerderheid is van oordeel dat zij, zooals reeds gezegd is, niet voldoende is ingeHcht over de voortzet ting van bet vuren aan bakboord. In ieder geval stellen de leden der commissie er prijs op eenstemmig te erkennen, dat admiraal Rodjestwensky persoonlijk alles gedaan heeft wat hij kon, van het begin tot het einde, om te beletten, dat de als visschersschepen erkende vaartuigen door het eskader onder vuur werden genomen. Hoe dit zij, nadat de Dimitri-Donskoi ten slotte haar nummer had doen seinen, besloot de admiraal het algemeene signaal van op houden met vuren to geven. De sleep van zijne vaartuigen zette daarop zijn weg voort en verdween in het zuidwesten zonder te heb ben gestopt. Te dien aanzien zijn de leden der commis sie eenstemmig om te erkennen, dat na de omstandigheden, die aan het incident rijn voorafgegaan, en die, welke het hebben doen ontstaan, er aan het einde van het vuur vol doende onzekerheid was over het gevaar, dat de linie van vaartuigen liep, om den admiraal te doen besluiten rijn weg te vervolgen. In- tusscben betreurt de meerderheid der leden, dat admiraal Rodjestwensky niet de voor zorg heeft gebruikt, toen hij ging door het nauw van Calais, de overheden van de nabu rige zeestaten te verwittigen, dat hij genoopt was geweest het vuur te openen op eene groep visschersvaartuigen en dat die sche pen, welker nationaliteit onbekend, was, be hoefte hadden aan hulp. Aan het einde van het rapport verklaren de leden der commissie, dat de oordeelvellin gen, di' er m rijn opgenomen, naar hun ge voelen, niet van zoodanigen aard rijn om eenige geringschatting te werpen op de mili taire waarde en op de gevoelens van mensch- lievendheid van admiraal Rodjestwensky en van het personeel "an zijn eskader. Het rapport bepaalt zich er toe, zooals men riet., om de oorzaken en de gevolgen van het incident in 't Hcht te stellen. De kwestie van de schadevergoedingen, aan de slachtof fers van het gebeurde toe te kennen, wordt niet in het rapport aangeroerd. De Temps verneemt, dat die zaak nu spoedig zal gere geld worden door recht-streeksche onderhan- deHngen tusschen Rusland en Groot-Brittan- nië. Daarmede zal dan dit incident, dat een oogenblik den vrede van Europa met ernstig gevaai bedreigde, uit den weg geruimd zijn. Men mag aannemen, dat dit zal zijn tot te vredenheid van beide partijen. Wel spreekt men in Engeland van eene diplomatieke ne derlaag der regeering, maar nu de opgewon denheid bedaard is, die in de laatste dagen van October heerschte, zal men wel toegeven toen wat te hard van stal te zijn gegaan. In ieder geval wordt door deze uitspraak van de internationale oommissie van admiraals aan het incident eene eervolle begrafenis verschaft. Dultschland. Berlijn, 25 F tbr. Bdj de behandeling van de marine-begrooting in den rijksdag laakte Be bel de agitatie voor de Ylootveree niging. Hij werd tot de orde geroepen, toen hij Kar- doff voor de voeten wierp, dat ook deze aan het schaamtelooze systeem deelnam om de lasten, die de vloot met zich brengt, door indirecte belastingen op het volk te laten drukken. Bebel beweerde, dat Duitschland in 't ge heel niet zulk een kolossale vloot behoefde. Minister Tirpitz verklaarde, dat hij niet geheel en al meeging met het bepaalde pro gram, dat de Vlootvereeniging zich ten aan zien van de schepenbouw gesteld had. „De verbonden regeeringen," verklaarde hij verder, „laten rich in hare besluiten niet door hetgeen de vlootvereeniging nastreeft, beïnvloeden. Dat de Duitsche vorsten het streven van de Vlootvereeniging goedkeuren, al is dit dan ook slechts in algemeenen zin, is toch een heel natuurHjke instemming." Ook de verdere debatten liepen hoofdza- keHjik over het streven van de Vlootvereeni ging Bdj het Pruisische huis van afgevaardigden zijn ter goedkeuring de verdragen ingediend, die gesloten rijn met Mecklenburg-Sdhwerin, Mecklenburg-StreHtz en. Lübeck, tot regeling van de kwéstie der staatslotieriieai. Volgens deze verdragen zullen de staatsloterij|en van Meokleuburg em Lubeck met het einde van de nu loopende loterij afgeschaft worden. De drie staten verbinden rich, voortaan alleen de Pruisische klassenloterij toe te laten. Schwe- rin zal daarvoor eene jaarlij'ksche uit keering van 400,000, Liubeck van 200,000 en Stirelitz van 67,000 mairik ontvangen. Frankrijk. Gisteren is de bisschop van Agen (Lot et Garonne) overleden. Zijn dood verhoogt het aantal onbezette bisdommen in Frankrijk tot elf. Rusland. In Moskou gaat het verhaal rond, dat grootvorstin Elisabeth, op haar verlangen den moordenaar van haren gemaal in zijne cel heeft opgezocht om hem te ondervragen over de drijfveer van rijn misdaad. De grootvorstin vertoefde 30 minuten in de cel. Toen zij buiten kwam, snikte de moordenaar. Op hare vraag, waarom hij den moord had gepleegd, moet de man geant woord hebbenVoor het heal van Rusland Moge God u vergeven, zou de grootvorstin gezegd hebben. Petersburg26 Febr. Ongeveer zestig per sonen zijn. naar aanileidlng van die vermoor ding van grootvorst Sergiua gevangen ge nomen. Met betrekking tot den naam van den moordenaar en de vraag af hij. medeplich tigen heeft, is niets békend gewonden. De minister van binnenlandsche zaken heeft het liberale Petersburgsche blad Russ gestraft met intrekking van dè vergunning tot den verkoop per nummer. Het blad had de zonde begaan te zeggen, dat men aan alle ministerieelo departementen het hoofd kwijt was, en het verlangen uitgesproken, dat eene grondwet zou worden uitgevaardigd in den geest van het door de meerderheid van de Zemstwo-vergadering te Petersburg opgestel de ontwerp, waarbij het er op wees, dat de inhoud van dit ontwerp het minimum van de wenschen der Russische intelligentie uit maakte. Het Petersburgsche telegraaf-agentschap is gemachtigd tot de verklaring, dat het be richt, dat het opstellen van een wetsontwerp betreffende de Semski Sobor aan eene bijzon dere oommissie onder voorrittersohap van den president van het roinister-oomité zal worden opgedragen, ongegrond is. De Russ verneemt, dat het minister-comi té vond, dat de invoering vaji de Zemski So bor geheel onbeantwoord'ende aan de wen schen van het volk, zonder uitgebreide voor bereidende werkzaamheden onmogelijk is, en dat het de beraadslaging daarover voor on- bepaalden tijd heeft verdaagd. Moskou, 25 Febr. Alle letterkundigen, die gisteren in hechtenis genomen werden, rijn weder vrijgelaten, met uitsondering van Ain- drejerw. De correspondent van de Petit Parisian te St. Petersburg heeft den jongen Russischen schrijver ondervraagd, die met pope Gapon» Rusland verlaten had. Gapon en rijn vriend waren als boeren verkleed. Zij verheten Pe' tersburg met een slede en lagen op heb stroo, in de houding van dronken mensohen. Van daar trokken zij naar Kroonstad en Wyborg. Onderweg werden zij dikwijls door officieren en politieagenten aangehouden. Van Wyborg trokken rij per ijsslede over zee naar Heisin fora, en van daar naar de haven van Abo, waar rij zioh inscheepten naar Zweden. Uit Zweden ging Gapon naar Parijs en Genève. Petersburg, 25 Febr. Op de werken van Poetilow is de arbeid heden hervat. Warschau, 25 Febr. Heden middag ver trok de eerste trein op den WarscW»— Weener spoorweg. Op de Weichselspoorwegen duurt de staking voort. Loegansk, 26 Febr. De arbeidera in de-ko-" lenmijnen hebben het werk gestaakt. Batoem, 26 Febr. De arbeiderswijk wordt door troepen bewaakt. De stakers eischïu af schaffing van eenige belastingen. Eeh onder officier en een soldaat werden door rus^ vei - stoorders aangevallen en gewond. In de stad heerscht, vooral onder de vreemdelingen, groote bezorgdheid. Bakoe26 Febr. De bevolking verkeert in eene gedrukte stemming. Op de beurs wor den geene zaken gedaan. VertegeniwoordigerB van de beurs, van bankinstellingen 'en van industrieel© ondernemingen richtten een te legram aan den president van het minister comité, waarin zij verklaren, dat het nood zakelijk is, dlat de Ozaar, met het oog op deir dreigenden ondergang van handel on indus trie, maatregelen necant tot bescherming van leven en eigendommen. Petersburg, 26 Febr. Ter verzekering van een ge regelden spoorwegdienst is besomen, dat de beambten van alle Russische spoor .ve gen, met uitzondering van die in M'ldeu- Arië, met- het oog op de staking als raiiira ren, staande onder de krijgswet, behandeld zullen worden. Warschau, 26 Febr. Het regelmatige trein verkeer tusschen Warechaii en Weenen is he den hersteld. Voor het overige geschieR al leen de dienst WarschauPetersburg op de gewone wijze. Dé oorlog in Ooot-Azië. Van den oorlog rijn de volgende berichte® Berlijn, 26 Febr. Prins Friedrich Leopold vertrok hedenavond om 10.35 naar Genua, om zdoh van daar naar Oost-Azië in te sche pen. Tokio, 25 Febr. De correspondent van Reuter bij het hoofdkwartier van Koeroki seint zonder datum, via Foesan 24 dezer De afgeloopen week is een van de rustig- sten aan het front geweeBt sedert den'slag aan de Sjaho. De beide logers hebben he* 10 Roman van MORITZ VON REICHENBACH. Nanni kwam naast hem staan en zag, thans voor 't eerst, nieuwsgierig naar het beeld op. „O!" riep rijl alleen, maar dat „o" klank veel meer als een uitroep van teleurstelling dan van bewondering. Egbert kleurde en strekte onwillekeurig als beschermend rijn hand over rijn werk uit. Nanni had trouwens niets kwaads in den zin. Zijl stondl daar met over elkaar geslagen handen en zag Egbert met haar donkere oogen toornig aan. jrZoQ:* begon rij op een. heftigen toon, „daartoe heb je mij dus gebruikt! Heb ik soms zullk geel, gemeen slordig haar, zulke akelig groote, blauwgroene oogen? Van mij staat ei- op dat beele doek niets dan de hals ketting en. als je van plan was om die witte „Hoogheid" te schilderen, dan hadt je haar en niet mij moeten roepen." „Nanni, hoe kun je zoo iets zeggen? Dat is jouw neus, jouw mond, jouw kin ja, 't is waar, het haar en de oogen rijn anders, maar dat noemt men met een kunstterm „idëaUaeeiren" en 'tis bovendien je eigen schuld, want je hebt mij niet eens willen aan zien „O ja, en mijn haren rijh rood', geel en zwlart, wanib dit heb je gezegd I Weet je wat, schiildér gij maar de prinses, dlie heb je met vier kleuren wit, geel, blauw en groen kant en klaar." En terwijl rij zich meer en meer opwond, sprongen haar de tranen in de oogen, zoodat zij in 't volgend oogenblik haar gelaat, snik kend in de handen verborg. „Maar Nanni, Nanni!" riep Egbert, die zelf doodelijk verlegen en verward! tusschen haai" en het doek stond. „Ik bid je, schrei zoo niet, dat kan ik niet aan, zien," zeide hij, zijn hand op haar arm leggend. Maar Nanni slootte die hand van zich af en zocht voor een oogenblik haar trai- nenvloed te stuiten. „O, ga je niet inbeelden, dat ik hier sta te schreien, om jou of om die malle prinses neen, haal je zulke dingen maai' nooit in 't hoofd!" Daarop Hep rij) eensklaps weg en de jonge schilder deed ditmaal geen poging meer om haar terug te houden. Hij! fronste de wenk brauwen, staarde een oogenblik naar de deur, waardoor het meisje von hem was wegge- loopen en keerde daarop naar rijm werk te rug. „Wat kau rij toch nog erg kinderachtig zijn, die Nanni," bromde hij, maar terwijl hij dat deed, verdiepte hij rich onwillekeu rig weder in de beschouwing van het beeld. „Jas het lijikt werkelijk een heel klein txetje op de prinses," zeide liij lachend. „Wel Cmer, dat ik haar overdag in 't geheel niet j te zien gekregen." Nanni had intusschen 'haar tranen ge droogd, en zich huiswaarts begeven met 'liet vaste besluit om „dien. Egbert," zoolang de vacantie zou duren, in 'tgeheel niet weer te zien. Thuis gekomen, hoorde zij van haar moeder, dat de prinses er weer was geweest en inu ook den bewlisten ring had gekocht en meegenomen. „Zij zeide, dat ze die sphinx maar niet bad kunnen vergeten," vertelde Nanni's moeder, .,en daarbij moet zeker een bizondere aardig heid in het spel riin geweest, want do profes sor van den burcht en de oude hoer en de dame, die l>ij: haar waren, lachten alle drie, toen, ze dat zoo vertelde. De prinses heeft ook dadelijk den ring aan haar vinger gesto ken en toen zag ik wat goed, dat zij> een beetje kleurde! Je weet niet, hoe mooi ze toen was, kind! De professor kon dan ook zijn, oogen niet van haar af houden. Daar hadt je bijl moeten rijn, Nanni Het werd voor Nanni van de Kramer- miarkt een zeer nare achtermiddag en avond. Den volgenden avond voltooide Egbert zijin schets zonder model. In plaats van het donkere kleedje, door Nanni gedragen, schilderde hij een licht, mo dern gewaad, Het de handen van zijn beeld rusten op een balLustradlo en omringde die met klimop en wingerdranken, die zich bene den om eon gothieken muur boog slingerden het was zoodoende een afbeelding gewor den van de prinses, geHjk hij haar des avonds op den burcht had gezien, en Egbert had rijn plan om een schets van rijn moedter to geven,, reeids lang laten varen. De professor was dien dJag veetl stiller dam gewoonlijk en plaagde geen memsch. Des avonds ging hij niettemin naar rijm gewone sociëteit, dronk daar zes groote glazen bier en Hep toen langs het hotel, waar de prinses hocl gelogeerd. Hij zag naar hare venstors op gaf zichzelf een aantal minder vleiende be namingeni als: „gek ezel schaapskop en begaf rich daarop, wat geruster, naar huis. Nanni was den gehoelen dag met haar va cant iewerk bezig geweest, vertelde des avéndls dat rij, zware hoofdpijn had) en ging, toen het nauwelijks donker was geworden, naar bed en de prinses, die Egbert aanleiding had gegeven om het beeld van de dochter des pa triciërs om te scheppen in haar beeld) en zoo wel de oorzaak Was van des professors stik zwijgend heid als van Naniü's leerlust, was op den morgen van dtienzelfden dag uit Neu renberg vertrokken. „Een gezellig mensch, die professor," zeide tante Amua, toen de reis tot het eerste spoor wegstation nagenoeg in volkomen stilzwijgen door de otns bekende reizigers was afgelegd. De prinses lachte en, zag liaar oude vrien din een weinig spottend aan. „Ik durf wedden, dat ge hem mijn levens geschiedenis hebt verteld --leg uw hand op 't hart, tante Anna, en biecht mij dan eens eerlijk de waarheid." Tante had het op eens erg druk met iets inj liaar vailies te zoeken. „Nu ja," bekentdie rij, „zoo'n paar losse aan- wijpdngen rijn mij misschien wel ontvallen „Tante Antta>, tante Anna, ge zult het nog zobver brengtn. dat wildvreemde mensch en u mijn geschiedenis gaan vertellen, zoo be kend zal ze op 't laatst rijn ik. zelf begin zt', om u de waarheid te zeggen, al tamelijk vertvelend te vinden." Zij drukte zich diep in de kussens van den coupé en gaf rich geen moeite om den slaap, die bij haar opkwam, te onderdrukken. HOOFDSTUK IV. Dén volgenden morgen zat de prinses in een vriendelijke kamer van het netel Bel: lerne te Dresden en zag op de Elbe beneden haar, toen de heer von Lewosky rich hij) haar kwtam aanmelden met dé vraag of Hare HCag heid reeds eenige beschikkingen voor dien dag had genomen. Haar Hoogheid had dat niet en zag ook niet in, waarom het noodig zou rijn, derge lijke beschikkingen vast te stellen. „Zie eens," zeide zijl, „we gaan, wat in da galerij, gébruiken 'het diner op het Brühlsdha terras en doen dan verder, wat het hart aus op dat oogenblik ingeeft." „Het is maar," 'bracht Lewoeky in 't mid den, met een wonderlijk in- en uitslaan va» de vingers zijner rechterhand, een hebbelijk- heid, die de prinses „Lewoeky'a verlegenheids manuaal" noemde, „het is maar, riet U, om dat de graaf von Lantaarn heeft laten vragen op welk uur hij Uw Hoogheid rijn opwach ting zou kunnen maken." „Graaf Lanteauï" herhaalde de prinses, „ie die hier en hebt ge'hem al gezien? Waar om zegt g© dat dan niet dadelijk, mijn goede Lewosky? Ge weet toch wel, dat ik veel meec gesteld bon op ee»r* reohtsbrooksohe vraag dari op alles wat naar draaierij zweemt." Lewosky had weder rijn „verlegenheids- manuaal.1' „Met uw welnemen. Hoogheid, maar „Nu, nu, 'tis goed, vriendlief! Waar hebt gij' deru graaf van morgen al vroeg gezien f Anders ligt hij om dessen tijd vam denr dag nog goed' en wel te slapen, geloof ik." „Pardon, maar 't is al over tienen en de graaf legeert ook in dit hoteL" „In dit hotel? Wel, dat treft al aser toe vallig!" Worét vervolfé;

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1