S'°. 843. Tweed© Klad. Zaterdag 4 Maart 1905. KOLONIËN. BINNENLAND. «5de Jaargiint:. AMERSFOORTSGH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderljjke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met nitzondering van Zen- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÉK: Van I— 5 roael»f 0.7.1. Elke regel meer- 0.15. Groote lettors naar plaatsruimte. "Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. OOST-INDIË. Spoorverbi nding van Atjeh en D e i i. De Sumatra Post van 24 Januari schrijft „Heden vertrok de heer Herckenrath naar Batavia om zijn opwachting te gaan maken bij den gouverneur-generaal, ten einde met dezen te confereeren over de spoorverbi»ding tusschen Atjeh en Deli. Bij: de begrooting voor 905 werden gelden toegestaan voor uit breiding van den Atjeh-tnamweg tot Langsar- baai. Er zal tl us. na voltooiing van dit ge deelte, nog slechts het stuk Langsarbaaa- Pangkalan Brandan overblijiveiDoor ver binding dier twee plaatsen zijn het Atjehsche en Dehsohe net verbondtn. Dat die verbin ding er komen zal, daaraan schijnt geen twij felen meer. Het is althans het uitgedrukte verlangen van den landvoogd en men heeft reden aan te nemen dat er ten dezen in het moederland zich geen tegenstand zal openba ren. De gouverneur-generaal zou wenschen een rechtstreeksche verbinding van Langsar- baai met Pangkalan Brandan, dus geen ver binding via Arocbaai. De vraag is nu alleen nog maar, wie de lijn zal bouwen en e<xploi- teeren of de Staat de lijn zal bouwen, of de D. S. M. het zal doen, dan wel of de Staat de lijn zal bouwen en de D. S. M. haar exploiteerenin welk geval 3e Staat geen centrale werkplaats en materieel zou noodig hebben. Over d ze quaestie is het, dat de conferentie tusschen den landvoogd en den heer Herckenrath zal loopen. Ter voorbereiding neeft laatstgenoemde, naar men weet, zich in loco van de toestanden verge wist en het vraagstuk met de Atjehsche en Deilsche spoorwegautoriteiten besproken. Be gin Maart wordt oe heer Herckenrath eerst weder te Medan terugverwacht, daar hij tege lijk een kijkje gaat nemen bij de Neder- landsch-Indische spoorwegen en de Madoera Stoonitrammaatscha1—- „Een beslissing naar aanleiding der con ferentie met den landvoogd zal, voor zover de D. S. M. daarbij betrokken is, natuurlijk eerst na gepleegd overleg door directie en commissarissen kunnen genomen worden." Blijkens uit Indië ontvangen telegra- phische berichten, zijn sedert de jongste mededeelingen dienaangaande in de Neder- landsche Staatscourant van 3 Februari 1905, no. 29 gesneuveld bij de krijgsverrichtin gen in Atjeh en onderfhoorigheden de 2<1© luitenant der infanterie H. Dijk- hcf, de sergeant P. A. A. Vollaerts (no. 43040), de korporaal K. H. Sehütze (no. 52053) en d© fuselier P. Planitzer (no. 55743). Tot nu toe werden de tot de residentie Batavia beihoorende Duizend-eilanden ver pacht. Hunne voortbrengselen en die der tus- schenliggende zee, voornamelijk bestaande ra agar-agar, si.poet, tripang, koraalsteen, visch, karet en hout,, werden geëxploiteerd door Chineezen, die er nog wel eens wat anders „venden'' ook, dat erg zoet riekt en zoete winstjes geeft. Dit zal nu uit zijnkrach tens ordonnantie van den 12en Januari (Staatsblad no. 44) wordt die pacht met in gang van den len April a s. opgeheven. Bij een gouvernementsbesluit van denzelf den datum no. 32 (Staatsblad no. 45) zullen dan op dien dag aldaar in. dienst worden ge steld eetn inlandsoh posthouder op f 1UU 'smaands, een mandoer-oppasser, tevens se cretaris van dien posthouder, een politieop passer, vijf wijkmeesters en vijf matrozen, ter bemanning van een prauw ten dienste van dien posthouder. J.B. Uitvoerrecht op copra. Door den directeur van financiën is, naar de Loc. meedeelt, een circulaire gericht tot de hoof den van gewestelijk bestuur, luidende „Do tegenwoordige ongunstige toestand van 'a lands financiën stelt, naar de meening van den gouverneur-generaal der regeering ten plicht cm te zoeken naar de nood,ge mid delen, welke zouden kunnen leiden tot ver meerdering der lands-inKomsten. „In verband hiermede is bii den landvoogd de vraag gerezen of niet in geheel Neder- landsoh-lndie een uitvoerrecht op copra zou kunnen worden geheven. „Reeds vroeger is deze heffing ter sprake fekomen, nl. toen aan ae orde gesteld werd et beflen in verschillende gewesten der bui tenbezittingen van een uitvoerrecht op bosch- productcn. £e daartegen ingebrachte princi pieel© bezwaren, welke hoofdzakelijk hierop neerkwamen dat men vreesde dat de industrie der copra-bereiding een uitvoerrecht niet zpu kunnen dragen, kan Znne Excellentie niet deel en, vooral niet wanneer het te heffen uitvoerrecht laag gesteld wordt, desnoods zelfs maar op 4 pet. van de waarde. „Ik heb de eer u te verzoeken, voor zoo ver het gewest oncier uw beheer tot de copra- produeeerende streken behoort, mij ter zake uw gevoelen te willen mededeelcn. Vcor een zeer spoedig antwoord houd ik mij garn aanbevolen." De controleur van do Westcrafdeeling van Borneo, W. A. Berkholsl, heeft wegens langdurigen dienst, een jaar verlof naar Europa aangevraagd. Kameroverzicht Tweede Kamer. Vergadering van Vrijdag 3 Maart. Onderwijzersptnsicenwetten. De algemeene beraadslaging wordt voort gezet. i>e heer Goeman Borgesius heeft er geen 'bezwaar tegen, dat tegelijk met de weduwen en weezen van openbare onder wijzers, de bijzondere onderwijzers van ge- su bsidieer ae scholen in het pensioen fonds worden opgenomen. Spr. moet echter protesteereu teg_u het verwijt van den heer Ter Laandat de vorige regeering reeds had kunnen en moeten zorgen dat de wet ten er reeds waren. De socialisten hebben tot gewoonte om, wanneer zij een verwijt richten tot deze regeermg, er vorige libe rale regeeringen ook bij te halen, een on schuldig genoegen, dat Spr. de socialisten gunt, maar dat ten aanzien van dit ontwerp misplaatst is. De heer Ter Laan leverde daar mede het bewijs, dat hij geen flauw begr.p heeft van den arbeid die aan het samenstel len van zulk een ontwerp verbonden is. Doch o.t m net voorbijgaan. Gelijk Spr. reeds zei- de hij gaat principieel mot het ontwerp mede, maar geheel los van de toelichting, want hij kan de overzijde niet toegaven dat dit ontwerp is tot iinale oplossing der school- quaestie. Wat de rechtsgrond betreft, sluit Spr. zich aan bij het betoog van den heer Treub, dat geheel afwijkt van dat, ingenomen door de heeren De Vries en anderen. Zij willen altijd maar meer geld, zonder het bijz. onderwijs vaster aan den Staat te binden, hetgeen toch onbetwist door dit ontwerp geschiedt, al ont kent men het ook van de overzijde ook nog zoo sterk. Van de overzijde wil men de lus ten, zonder de lasten, en daartegen komt Spr. op. Zoo a ls hij reeds zeide: hij aanvaardt dit ontwerp geheel los van de toelichting, maar hij, kan zich begrijpen, dat er leden aan -e linkerzijde zijp, die ook dat standpunt niet deelen. De heer Smeenge bewees het reeds, die voor dlit ontwerp wias, maar zich nu reeds tegen de onderwijs-novelle verklaarde. Zoo zullen er meer zijn. Vervolgens wijst Spr. er op. dat het gewijzigde ontwerp tedhnisoh ge heel afwijkt van het oorspronkelijke. Dat het aan geen tweede sectie-onderzcek onderwor pen is, js in tusschen de schuld der Kamer zelf. Zij had daartoe een voorstel kunnen doen. Dat de regeering in het denkbeeld heeft verkeerd, dat aangedrongen werd om ook de onderwijizers van niet-gesubsidieorde scholen op te nemen, kan Spr. zich begrijpen, waar in het Yoorl. Versl. gezegd werd, dat zeer vele leden daarop hadden aangedrongen. Spreker echter heeft er dadelijk in zijne afaeeling tegen geprotesteerd. Tal van adressen zijn in gekomen van onderwijizers van niet gesubsi dieerde scholen en instituteurs, om ook hen op te nemen en toen is men naar een rechts grond gaan zoeken De Minister was met de zaak erg verlegen, maar de heer Lobman kwam hem te hulp op eene wijze, die Spr. in derdaad verbaasd heeft. Terecht is de ueer Van Idsinga daar dan ook tegen opgekomen. Voor de opneming van de bijz. onderwij zers aan niet gesubsidieerde scholen, vindt Spr. geen enkelen rechtsgrond. Juist in de wet van 1889 is er voor geuieit om die on derwijzers niet op te nemen en nu wil men hen juist op grond van de wet van 1889 wel opnemen. De logica van die redeneering ont gaat Spr. Bovendien heeft men niet de minste controle. Technisch loopt de zaak ook heele- maal niet. De niet gesubsidieerde scholen krijgen een overwegend belang om niet te betalen. Zij houden dan de rente in hun zak. En als de 5 jaar cm zijn, dan houdt het recht van peneiouneeriiiig op. Maar sterft de on derwijzer binnen die 5 jaar, dan is zijn vrouw gepensionneerd. Hij zal zeggen (gelach, want de man is dood) tot den Staat, mijn vrouw moet pensioen hebben Zij heeft daar aan spraak op. Ook op andere punten loopt de zaak niet rond. Een bijzonder onderwijzer aan zoo'n niet gesubsidieerde school, die ont slagen wordt wegens wangedrag, onzedelijk beid enz., kan van den minister een toelage kriigen, als die maar beneden het pensioen blijft. Dat is imimers redicule en eene ver knoeiing van eene pensioenwetgeviiig. Al de amendementen, die thans reeds ingekomen zira, zijn een gevolg van 's Ministers wijz'ging. En wij zijn er nog niet. Er zullen nog meer aanvragen komen, om opgenomen te worden Men zal het zien l'appétit vient en mangeant Men zal nu maai' te zorgen hebben, dat door al die uitbiedingen de rechten van de oud-deelgcrechtigden in 't pensioenfonds niet verkort, worden. Den Staat acht Spr. ver plicht die rechten te garandeeren. Doet hij dat niet dan zal Spr. hoewel principieel voor het ontwerp er niet mede kunnen meegaan. De heer B o s is mede van oordeel, dat dit ontwerp niet behandeld kan worden los van de onderwijs-novelle. Dit kernt vooral uit bij art 54bis. Spr. wil dan nu ook bij dc be handeling va.n dit ontwerp geheel los blijven van betgeen hij later zal zeggen. Alsnu komende tot de gelijkwaardigheid en do ge lijkstelling van het openb. en het bijz. on I derwijs zegt Spr. dat men daarmede komt tot de zonderlingste resultaten, gelijk de redevoering va.n den heer De Vries re>—s heeft aangetoond. Men komt er toe om menscheu die niets met den Staat te maken hebben tot Rijksambtenaren te maken. Juist door die gelijkstelling komt men tot de meest gewrongen verhoudingen. Het sohoone gebouw der bijz. school, waarop de overzijde zoo prat was zien wij langzamerhand verdwijnen de eene scheidingsmuur na de andere valt. Spr. verheugt zich daarover want hiermede is het bewijs geleverd dat zij, die altijd klaar staan met het verwijt van afglijden naar Staatssocialisme zelf nu inzien dat men mee moet gaan met de tijdsomstandigheden. Wat de Rechtsgrond betreft kan Spr. zich met vereenigen met het betoog van den heer Tydeman. Gaat men het meerendeel der tractemeten van dc onderwijzers na dan zal men zien dat ook het meerendeel van die onderwijzers vallen onder die catigorie van arbeiders welke de heer Tydeman wel zou willen dwingen bij te 'dragen voor hunne pen sionneering-. Vele onderwijzers denken in hun jeugd niet. aan den ouden dag noch min der aan eene weduwe en kinderen. Ten aan zien van de anderwijzerspensioenverzekering komen wij precies op het terrein der ar- beidsverzekering van verschillende zijden voorgedaan. Hoofddoel is de onderwijzers, voor het grootste deel zelf voor hun pen sioen te doen zorgen, met een betrekkelijk kleine bijdrage van den Staat. Spr. ziet bo vendien in deze ontwerpen geen vrijmaking van het onderwijs, maar van den onderwij zer, en daarin ziet Spr. een zeer groot be lang. De onderwijzers zullen nu vrij worden van de ouders en van de schoolbesturen. Ook Spr. betreurt het dat het vakonderwijs, in algemeenen zin, niet is opgenomen. De heer Staalman is van oordeel, dat do onderwijsnovelle vóór dit ontwerp be handeld had moeten worden. Dan had men een basis gehad en niet meer behoerven te zoeken naar een rechtsgrond. Dit ontwerp acht Spr. niet in het belang van het bijz. onderwijs, want worden deze ontwerpen wet, dan zal het gevolg daarvan zijn, dat de schoolbesturen niets meer zullen doen voor de salarissen van de onderwijzers, waar door hunne belangstelling in het on derwijs zal verminderen. Van een anti- rev. standpunt gezien, had naar Spr.'s oordeel dit ontwerp niet moeten zijn voor gesteld. Financieel zou Spr. den bijz. en den openb. onderwijzers gaarne volxomen gelijkstellen, maar, niet ten koste van het beginsel. Wanneer dit altijd op den achter grond wordt gesteld, dan vraagt Spr. zich ten slotte af: waartoe dient dan het begin sel? Zoolang Spr. niet beter de rechtsgrond vcor dit ontwerp wordt aangetoond, zal hij zijn stem niet aan het ontwerp kunnen ge ven. Spr. ontkent de verplichting van alge- meent- staatspensionneering niet wanneer daartoe aanleiding bestaat, maar zoo ver zijn wij nog niet. Hier was geen aanleiding voor pensionneering, wel misschien voor steun van bestaande pensioenfondsen. Als anti-rev. mag Spr. niet aanvaarden een beginsel, dat de vrijheid van het bijz. onderwijs in gevaar brengt. De heer Wijnbergen meent, dat hoe wel wij reeds dagen achtereen hebben hoo- ren praten over den rechtsgrond nog een en kel woord daarover niet misplaats is. Spr. meent, dat veel discussie had vermeden kun nen worden, als men in het oog had gehou den, dat dit ontwerp niet speciaal tot doel heeft pensioen te verlecnen aan een zekere categorie van personen, maar verdere vrijma king van het bijz. onderwijs in de richting van de wet-Mackay. Spr. wij^t er op, hoe treurig het nog gesteld is met menschen, die do middelen missen om hun kinderen te zen den naar de school door hen verlangd en die gedwongen zijn de opvoeding hunner kinde ren toe te vertrouwen aan een school, die zij ongeschikt achten. Het geldt dus hier de verdere vrijmaking, de gelijkstelling van het bijz. met het openb. onderwijs. Uit die gelijkmaking volgt de pensionneering van den bijz. onderwijzer. Tot dwang acht Spr. den staat hier gerechtigd, omdat die dwang zou zijn in het algemeen belang. Maar van dwang is hier geen sprake gelijk de heer De Vries reeds heeft aangetoond. Hulde brengt Spr. aan den heer Tydeman, die gis teren er op heeft gewezen, dat de Rijksbij drage niet is geweest in het belang van den bijzonderen onderwijzer, maar in het belang van het onderwijs. Waar het algemeen be lang wordt gediend, ook door onderwijzers van niet-gesubsidieerde scholen, daar bestaat ook geen aanleiding" tot hunne uitsluiting. Van het maken van de bijz. onderwijzers tot rijks-ambtenaren is hier geen sprake, evenmin als van het zetten van een eersten stap op den weg der arbeiders-pensionnee- ring. Van pensionneering der gemeente-amb tenaren is Spr. een voorstander, maar zij staat buiten de quaestie thans aan de orde. De bewering van den heer Ireub, dat hij, die de Rijks-zaak dient, daardoor wordt Rijks ambtenaar, wordt door Spr. bestreden. Hij blijft er bij, dat wij bier niet hebben een pensioenwet, maar een onderwijswet, strek kende tot verdere vrijmaking van het on derwijs. De heer De Waal Malefijt sluit zich aan bii hen, die der Reg. dank hebben ge bracht zoowel voor de indiening van het ont werp. als van het gewijzigd ontwerp. Door de wijziging heeft z. i. het ontwerp aan be- teekenis gewonnen en het zal eene heilzame uitwerking hebben op ons lager onderwijs. Een enkel woord thans over de terugwer kende kracht, die de heer Ter Laan zelfs wilde uitstrekken tot Augustus 1901. Ande ren vroegen tot 22 September 1903. Aan den minister vraagt Spr. echter of het niet mogelijk zal zijn de weduwen en wezen, die vóór 1 Januari 1905 deelgerechtigd waren in het fonds op te nemen. Met dezen be scheiden eisch vergenoegt Spr. zich, al zou hij gaarne verder gaan. In de tweede plaats zou hij ook wenschen dat aan onderwijzers die voor eigen rekening werken, gelegenheid werd gegeven zich in het pensioenfonds in te koopen. Wat het verband betreft tusschen dit ont werp en de onderwijsnovelle, meent Spr., dat de heer Rnodlhuiizen, di:e voor liooger tracte- raenten pleitte, ook wel geneigd zal zijm voor de onderwijsnovelle te stemmen. Spr. ziet geen aanleiding, om die novelle aan dit ont werp te doen voorafgaan. Hierna deelt iuj mede, waarom de Commissie van Rapporteurs geen tweede sectie-onderzoek van dit ont werp ncodig achtte. De aangebrachte wijzi gingen toch waren een gevolg van den groo- ten aandrang in het Voorloopige Verslag. De rechtsgrond was in de sectiën reeds uitvoerig besproken en een tweede sectie -onderzee k zou maar tot nog breeder litteratuur over dat onderwerp aanleiding hebben gegeven. Spr. zal nie4 ontkennen, dat er nog wel wat aan het ontwerp valt te schaven, maar voor een tweede seotieonderzoek bestond geen aanlei ding. Hij ontwikkelt verder ziïne opvatting omtrent den rechtsgrond en wijist er op, dat in 107 adressen geen enkel bezwaar is geop perd tegen het denkbeeld der verplichte pen- s onneering. Als men de zaak zoo beziet, wat bliift er dan over van de klacht over dwang. Het pensioen, dat de bijzondere onderwijzers zullen krijgen, ontvangen zij toch niet uit sluitend van de overzijde. Alle belastingplich tigen dragen toch daarvoor bij, net zoo goed als voor het openbare lager onderwüs. Alle b'izondere onderwijs draagt volstrekt nr'et het stempel van christelijkheid, zooals men het wel eens doet voorkomen. Spr. hoopt-, dat men nog eens principieele scholen zal stichten. De Minister van Binnen 1. zaken (dr. Kuvpjr) verheugt zich over de wijze, waarop het ontwerp ook door een deel linkerzijde is ontvangen. Bij het algemeen debat begaf men zich te veel in onderdeden, welk voorbeeld de Minister niet volgen zal. De Regeering meent bij düt ontwerp blijk te hebben gegeven van gemeen overleg. Tot ver dere omwerking zou de Redering niet kun nen meewerken, mot het. oog op de groote technische moeielijkheden. ^en amendement, wandering brengende in de technische sa menstelling van bet ontwerp, zou de Regee ring niet voor hare verantwoording kunnen neonen. Nu het ontwerp A vastgekoppeld is aan B en B rekening houdt met een bestaand fonds, kan de regeering niet toestaan het aantal gegadigden uit te breiden. De minister komt nu tot den heer Kete laar, die zeide het ontwerp zoo gecompliceerd to achten, dt hij het niet begreep. Inderdaad hij heeft het ook niet begrepen en daarom zal de minister een en ander toelichten. Wat de tijdelijke diensten betreft heeft de heer Ketelaar niet goed' gelezen en niet gezien dat er onderscheid wordt gemaakt tusschen openb. en bijz. onderwijzers De tijdelijke diensten, waarvan in het- ontwerp wordt g> sproken, slaan op de openb. onderwijzers. Wat de tori age bij ontslag betreft doet de minister opmerken, dat de regeering in de gelegenheid moet zijn ontslag, waarop zij geen invloed kan uitoefenen, zoo noodig goed te maken. Subsidie aan scholen voor achterlijke kinderen moet- die scholen in de gelegenheid stellen, in de toekomst ook pen sioen toe te kennen. De leeraren, die 20 uren les geven, zijn leeraren aan de kweekscho len Aan den heer Borgesius zegt de minister, dat hij niet graag mededecling doet van het geen op audiënties is besproken. IIü heeft daarmede leergeld betaald mot den beer Treub met betrekking tot de spoorwegsta king, toen deze beweerde dat de minister gewaarschuwd was voor de spoorwegstaking. Dc hoor Treub. Dat heb ik nooit ge zegd. Ik heb u een vorig maal dcor ook al op geinterrumpeerd. De Minister zegt, dat de heer Treub gezegd hooft dat de regeering gewaarschuwd was, en dat kan toch "iet andere zijn dan voor do spoorwegstaking. Wanneer de mi nister moert inrtaan voor al het gesprokene op een audiëntie, zou hij een stenograaf bij zich moeten hcbvon. Aan den lieer Ter Laan antwoordt de minister, dat in alle burger lijke betrekkingen iemand zijn pensioen ver liest als de man den dienst verlaat. De on derwijzer kan geen dupe worden wanneer een schoolhoofd het leerplan ontduikt Of koffje drinken door oen onderwijzer op school aanleiding zou geven tot fraude, is den mi nister niet bekend. Dit is echter gemakke lijk te voorkomen. Opneming der hoofden van niet gesubsi dieerde scholen beeft het bezwaar, dat dit in strijd is met bet beginsel eener pensioen wet, die zich regelt naar vaste inkomens. Wordt een goede weg aangegeven, dan heeft de Reg. geen bezwaar tegen de opneming ook van die categorie. De gemeentebesturen zullen desverlangd hunne onderwijzers toch te gemoet kunnen komen ook bij deze rege ling. De gemeente-ambtenaren liggen geheel buiten dit ontwerp. Wanneer men dien weg opging, zou men alle mogelijke ontwerpen aa-n elkaar vast kunnen koppelen. Bij de Staatsbegrooting wil de minister zich verder over deze quaestie uitlaten, maar nu niet. Thans de vakonderwijzers. Dit ontwerp be paalt zich tot een vast begrensde motie tot het algemeene ontwikkelende onderwijs. Iu- tusschen moeten die vak-onderwijzers gehol pen worden, hoe eer hoe beter en dit zal ook geschieden. De subsidie aan het vakon derwijs wordt verhoogd waar dit noodig is. Wat de terugwerkende kracht aangaat wijst de minister er op, dat het hier personen geldt die nooit iets hebben bijgedragen, dus ging het beroep niet op. Het zou niet goed zijn aan de wet terugwerkende kracht te geven. Met den meesten spoed wordt altijd aan pen sioenstukken gewerkt, maar het- is natuur lijk niet te vermiiden, dat een gegadigde wel eens sterft, terwijl zijn pensioenstukken nog in bewerking zijn. Zorg zal worden ge dragen, dat weduwen en weezen van bur gerlijke ambtenaren niet lijden door de voor gestelde regeling. Uitvoerig betoogt de Minister dat de Staat daartoe de bevoegdheid en het recht heeft. De mm. zst uiteen, dat op d© overheid de taak rust te zorgin voor het welzijn der natie, zoo wel wat de innerlijke ontwikkeling betreft, als met het oog op de concurreerende natiën a Idat te geven waardoor de levensenergie niet inz like maar tot hooger peil worde opge voerd, niet alleen materieel maar ook op geestelijk gebied. De Min. wijst er verder op dat men er in 1889 toe is overgegaan aan het b 'zonder onderwijs steun te geven naar den zelfden maatstaf als aan het openbaar onder wijs. Ten aanzien van het salaris, den school- bouw, het herhalingsonderwijs en de oplei ding, gesch.edt dat reeds, waarom dan u.et ten aanzien van de pensioenenOf een school gesubsidieerd is of niet doet er niets aan af of toe. Door het lot van het bijzondere onder wijs te verzekeren, zal men den onderwijzer blijmoediger stemmen, en hem er eerder toe brengen om te huwen. De Min. meert dat er eigenlijk nog meer reden bestaat om de niet- gesubs.die.rue scholen te steunen dan de wol- gesubsidieerde. Bestaat er rechtsgrond voor het sub.idieeien der bijzondere Slholen, dan bestaat er ook rechtsgrond om een tweede subsidie te geven aan scholen, die nu nog niet gesubsidieerd zijn. De iVLin. betw.st de juridische construc.ie van den heer Treub, die aidus luwtgij maart door een pensioen van de bijzondere onderwijzers Rijksambtenaren ol gij zet daar* mede den eersten stap op den weg der Staats- pcnsionoeoring. Men heeft hier to doen met personen met eeu gequalifioeerdo po3itie, d c een door de strafwet beschermd moncpol.© van den stuat kregen. Geheel onschumig is hit of de onderwijzer aan een bijzondere of aan een openbare school werkt. De eischen zijn gelijk. Zij zijn onderworpen aan het schooltoezicht en aan de verschillen ae bep.i- lingca d, e de overheid niet' aan een gewoon particulier kan opleggen. Wat de dwang betreft tot deelneming aan het pensioenfonds vraagt de Min. waarom naast de plicht die thans den onderwijzer wordt opgelegd, geen obligo zcu mogen wor den opg.legd, waarnaar allerwege verlangd wordt. Daarbij wordt voor de declgerecht'.g- den in bestaande fondsen, nog gelegenheid gelaten zich te onttrekken. Teg n staat bj- mojüngen, ook ten.aanzien van de niet-ge- subssidieerde scholen, bestaat dus meer be denking. De Minister verklaart dat de regee ring er niets tegen zou hebben de behande ling van dit o twerp te schorren en eerst de onderwijsnovelle te behandelen. De minister hoopt dat het ontwerp met groote meerde.- h;id zal worden aangenomen. De Minister van Financiën ont kent dat uit de woorden van zijn ambtgenoot van binnenlandsche zaken mog worden af geleid dat het burgerlijk pensioenfonds het privaat bezit van de burgerlijke ambtenaren is. Dinsdag 12 uur voortzetting. Donderdag a.s., vóór de pauze, stemming over de Hcoger cn-dcwijswet. Arbeidscontract. De Gommiasi© van Rapporteurs over het wetsontwerp tot regeling van hot Arbeidscon tract heeft verslag uitgebracht over een 14- tal adressen, d e in hare handen z:jn gesteld. De opmerkingen, bezwaren en beschou wingen der adressanten, zijn door de com missie onder rubrieken gerangschikt. Een 13-tal dezer adressen was reed3 "ing - diend vóór de verschijning van het gewijzigde wetsontwerp, terwijl het 14de van het hoofd bestuur van den Volksbond, Vereenig'ng togen dranikmiabruik, wenscht dat uitbeta ling van nrbe dsloonen in de kcff chuizen van den Volksbond n-'et verboden worde.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1