S'°. 843. Tweed© Klad.
Zaterdag 4 Maart 1905.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
«5de Jaargiint:.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderljjke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met nitzondering van
Zen- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÉK:
Van I— 5 roael»f 0.7.1.
Elke regel meer- 0.15.
Groote lettors naar plaatsruimte.
"Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
OOST-INDIË.
Spoorverbi nding van Atjeh
en D e i i. De Sumatra Post van 24 Januari
schrijft
„Heden vertrok de heer Herckenrath naar
Batavia om zijn opwachting te gaan maken
bij den gouverneur-generaal, ten einde met
dezen te confereeren over de spoorverbi»ding
tusschen Atjeh en Deli. Bij: de begrooting
voor 905 werden gelden toegestaan voor uit
breiding van den Atjeh-tnamweg tot Langsar-
baai. Er zal tl us. na voltooiing van dit ge
deelte, nog slechts het stuk Langsarbaaa-
Pangkalan Brandan overblijiveiDoor ver
binding dier twee plaatsen zijn het Atjehsche
en Dehsohe net verbondtn. Dat die verbin
ding er komen zal, daaraan schijnt geen twij
felen meer. Het is althans het uitgedrukte
verlangen van den landvoogd en men heeft
reden aan te nemen dat er ten dezen in het
moederland zich geen tegenstand zal openba
ren. De gouverneur-generaal zou wenschen
een rechtstreeksche verbinding van Langsar-
baai met Pangkalan Brandan, dus geen ver
binding via Arocbaai. De vraag is nu alleen
nog maar, wie de lijn zal bouwen en e<xploi-
teeren of de Staat de lijn zal bouwen, of
de D. S. M. het zal doen, dan wel of de
Staat de lijn zal bouwen en de D. S. M.
haar exploiteerenin welk geval 3e Staat
geen centrale werkplaats en materieel zou
noodig hebben. Over d ze quaestie is het,
dat de conferentie tusschen den landvoogd
en den heer Herckenrath zal loopen. Ter
voorbereiding neeft laatstgenoemde, naar men
weet, zich in loco van de toestanden verge
wist en het vraagstuk met de Atjehsche en
Deilsche spoorwegautoriteiten besproken. Be
gin Maart wordt oe heer Herckenrath eerst
weder te Medan terugverwacht, daar hij tege
lijk een kijkje gaat nemen bij de Neder-
landsch-Indische spoorwegen en de Madoera
Stoonitrammaatscha1—-
„Een beslissing naar aanleiding der con
ferentie met den landvoogd zal, voor zover
de D. S. M. daarbij betrokken is, natuurlijk
eerst na gepleegd overleg door directie en
commissarissen kunnen genomen worden."
Blijkens uit Indië ontvangen telegra-
phische berichten, zijn sedert de jongste
mededeelingen dienaangaande in de Neder-
landsche Staatscourant van 3 Februari 1905,
no. 29 gesneuveld bij de krijgsverrichtin
gen in Atjeh en onderfhoorigheden
de 2<1© luitenant der infanterie H. Dijk-
hcf, de sergeant P. A. A. Vollaerts (no.
43040), de korporaal K. H. Sehütze (no.
52053) en d© fuselier P. Planitzer (no. 55743).
Tot nu toe werden de tot de residentie
Batavia beihoorende Duizend-eilanden ver
pacht. Hunne voortbrengselen en die der tus-
schenliggende zee, voornamelijk bestaande ra
agar-agar, si.poet, tripang, koraalsteen, visch,
karet en hout,, werden geëxploiteerd door
Chineezen, die er nog wel eens wat anders
„venden'' ook, dat erg zoet riekt en zoete
winstjes geeft. Dit zal nu uit zijnkrach
tens ordonnantie van den 12en Januari
(Staatsblad no. 44) wordt die pacht met in
gang van den len April a s. opgeheven.
Bij een gouvernementsbesluit van denzelf
den datum no. 32 (Staatsblad no. 45) zullen
dan op dien dag aldaar in. dienst worden ge
steld eetn inlandsoh posthouder op f 1UU
'smaands, een mandoer-oppasser, tevens se
cretaris van dien posthouder, een politieop
passer, vijf wijkmeesters en vijf matrozen, ter
bemanning van een prauw ten dienste van
dien posthouder. J.B.
Uitvoerrecht op copra. Door
den directeur van financiën is, naar de Loc.
meedeelt, een circulaire gericht tot de hoof
den van gewestelijk bestuur, luidende
„Do tegenwoordige ongunstige toestand
van 'a lands financiën stelt, naar de meening
van den gouverneur-generaal der regeering
ten plicht cm te zoeken naar de nood,ge mid
delen, welke zouden kunnen leiden tot ver
meerdering der lands-inKomsten.
„In verband hiermede is bii den landvoogd
de vraag gerezen of niet in geheel Neder-
landsoh-lndie een uitvoerrecht op copra zou
kunnen worden geheven.
„Reeds vroeger is deze heffing ter sprake
fekomen, nl. toen aan ae orde gesteld werd
et beflen in verschillende gewesten der bui
tenbezittingen van een uitvoerrecht op bosch-
productcn. £e daartegen ingebrachte princi
pieel© bezwaren, welke hoofdzakelijk hierop
neerkwamen dat men vreesde dat de industrie
der copra-bereiding een uitvoerrecht niet zpu
kunnen dragen, kan Znne Excellentie niet
deel en, vooral niet wanneer het te heffen
uitvoerrecht laag gesteld wordt, desnoods
zelfs maar op 4 pet. van de waarde.
„Ik heb de eer u te verzoeken, voor zoo
ver het gewest oncier uw beheer tot de copra-
produeeerende streken behoort, mij ter zake
uw gevoelen te willen mededeelcn. Vcor een
zeer spoedig antwoord houd ik mij garn
aanbevolen."
De controleur van do Westcrafdeeling
van Borneo, W. A. Berkholsl, heeft wegens
langdurigen dienst, een jaar verlof naar
Europa aangevraagd.
Kameroverzicht
Tweede Kamer.
Vergadering van Vrijdag 3 Maart.
Onderwijzersptnsicenwetten.
De algemeene beraadslaging wordt voort
gezet.
i>e heer Goeman Borgesius heeft
er geen 'bezwaar tegen, dat tegelijk met de
weduwen en weezen van openbare onder
wijzers, de bijzondere onderwijzers van ge-
su bsidieer ae scholen in het pensioen
fonds worden opgenomen. Spr. moet echter
protesteereu teg_u het verwijt van den heer
Ter Laandat de vorige regeering reeds had
kunnen en moeten zorgen dat de wet
ten er reeds waren. De socialisten hebben
tot gewoonte om, wanneer zij een verwijt
richten tot deze regeermg, er vorige libe
rale regeeringen ook bij te halen, een on
schuldig genoegen, dat Spr. de socialisten
gunt, maar dat ten aanzien van dit ontwerp
misplaatst is. De heer Ter Laan leverde daar
mede het bewijs, dat hij geen flauw begr.p
heeft van den arbeid die aan het samenstel
len van zulk een ontwerp verbonden is. Doch
o.t m net voorbijgaan. Gelijk Spr. reeds zei-
de hij gaat principieel mot het ontwerp
mede, maar geheel los van de toelichting,
want hij kan de overzijde niet toegaven dat
dit ontwerp is tot iinale oplossing der school-
quaestie.
Wat de rechtsgrond betreft, sluit Spr. zich
aan bij het betoog van den heer Treub, dat
geheel afwijkt van dat, ingenomen door de
heeren De Vries en anderen. Zij willen altijd
maar meer geld, zonder het bijz. onderwijs
vaster aan den Staat te binden, hetgeen toch
onbetwist door dit ontwerp geschiedt, al ont
kent men het ook van de overzijde ook nog
zoo sterk. Van de overzijde wil men de lus
ten, zonder de lasten, en daartegen komt
Spr. op.
Zoo a ls hij reeds zeide: hij aanvaardt dit
ontwerp geheel los van de toelichting, maar
hij, kan zich begrijpen, dat er leden aan -e
linkerzijde zijp, die ook dat standpunt niet
deelen. De heer Smeenge bewees het reeds, die
voor dlit ontwerp wias, maar zich nu reeds
tegen de onderwijs-novelle verklaarde. Zoo
zullen er meer zijn. Vervolgens wijst Spr. er
op. dat het gewijzigde ontwerp tedhnisoh ge
heel afwijkt van het oorspronkelijke. Dat het
aan geen tweede sectie-onderzcek onderwor
pen is, js in tusschen de schuld der Kamer
zelf. Zij had daartoe een voorstel kunnen
doen. Dat de regeering in het denkbeeld heeft
verkeerd, dat aangedrongen werd om ook de
onderwijizers van niet-gesubsidieorde scholen
op te nemen, kan Spr. zich begrijpen, waar in
het Yoorl. Versl. gezegd werd, dat zeer vele
leden daarop hadden aangedrongen. Spreker
echter heeft er dadelijk in zijne afaeeling
tegen geprotesteerd. Tal van adressen zijn in
gekomen van onderwijizers van niet gesubsi
dieerde scholen en instituteurs, om ook hen
op te nemen en toen is men naar een rechts
grond gaan zoeken De Minister was met de
zaak erg verlegen, maar de heer Lobman
kwam hem te hulp op eene wijze, die Spr. in
derdaad verbaasd heeft. Terecht is de ueer
Van Idsinga daar dan ook tegen opgekomen.
Voor de opneming van de bijz. onderwij
zers aan niet gesubsidieerde scholen, vindt
Spr. geen enkelen rechtsgrond. Juist in de
wet van 1889 is er voor geuieit om die on
derwijzers niet op te nemen en nu wil men
hen juist op grond van de wet van 1889 wel
opnemen. De logica van die redeneering ont
gaat Spr. Bovendien heeft men niet de minste
controle. Technisch loopt de zaak ook heele-
maal niet. De niet gesubsidieerde scholen
krijgen een overwegend belang om niet te
betalen. Zij houden dan de rente in hun zak.
En als de 5 jaar cm zijn, dan houdt het recht
van peneiouneeriiiig op. Maar sterft de on
derwijzer binnen die 5 jaar, dan is zijn vrouw
gepensionneerd. Hij zal zeggen (gelach, want
de man is dood) tot den Staat, mijn vrouw
moet pensioen hebben Zij heeft daar aan
spraak op. Ook op andere punten loopt de
zaak niet rond. Een bijzonder onderwijzer
aan zoo'n niet gesubsidieerde school, die ont
slagen wordt wegens wangedrag, onzedelijk
beid enz., kan van den minister een toelage
kriigen, als die maar beneden het pensioen
blijft. Dat is imimers redicule en eene ver
knoeiing van eene pensioenwetgeviiig. Al de
amendementen, die thans reeds ingekomen
zira, zijn een gevolg van 's Ministers wijz'ging.
En wij zijn er nog niet. Er zullen nog meer
aanvragen komen, om opgenomen te worden
Men zal het zien l'appétit vient en mangeant
Men zal nu maai' te zorgen hebben, dat
door al die uitbiedingen de rechten van de
oud-deelgcrechtigden in 't pensioenfonds niet
verkort, worden. Den Staat acht Spr. ver
plicht die rechten te garandeeren. Doet hij
dat niet dan zal Spr. hoewel principieel voor
het ontwerp er niet mede kunnen meegaan.
De heer B o s is mede van oordeel, dat dit
ontwerp niet behandeld kan worden los van
de onderwijs-novelle. Dit kernt vooral uit
bij art 54bis. Spr. wil dan nu ook bij dc be
handeling va.n dit ontwerp geheel los blijven
van betgeen hij later zal zeggen. Alsnu
komende tot de gelijkwaardigheid en do ge
lijkstelling van het openb. en het bijz. on
I derwijs zegt Spr. dat men daarmede komt
tot de zonderlingste resultaten, gelijk de
redevoering va.n den heer De Vries re>—s
heeft aangetoond. Men komt er toe
om menscheu die niets met den Staat
te maken hebben tot Rijksambtenaren
te maken. Juist door die gelijkstelling
komt men tot de meest gewrongen
verhoudingen. Het sohoone gebouw der
bijz. school, waarop de overzijde zoo prat
was zien wij langzamerhand verdwijnen
de eene scheidingsmuur na de andere valt.
Spr. verheugt zich daarover want hiermede
is het bewijs geleverd dat zij, die altijd klaar
staan met het verwijt van afglijden naar
Staatssocialisme zelf nu inzien dat men mee
moet gaan met de tijdsomstandigheden. Wat
de Rechtsgrond betreft kan Spr. zich met
vereenigen met het betoog van den heer
Tydeman. Gaat men het meerendeel der
tractemeten van dc onderwijzers na dan zal
men zien dat ook het meerendeel van die
onderwijzers vallen onder die catigorie van
arbeiders welke de heer Tydeman wel zou
willen dwingen bij te 'dragen voor hunne pen
sionneering-. Vele onderwijzers denken in
hun jeugd niet. aan den ouden dag noch min
der aan eene weduwe en kinderen. Ten aan
zien van de anderwijzerspensioenverzekering
komen wij precies op het terrein der ar-
beidsverzekering van verschillende zijden
voorgedaan. Hoofddoel is de onderwijzers,
voor het grootste deel zelf voor hun pen
sioen te doen zorgen, met een betrekkelijk
kleine bijdrage van den Staat. Spr. ziet bo
vendien in deze ontwerpen geen vrijmaking
van het onderwijs, maar van den onderwij
zer, en daarin ziet Spr. een zeer groot be
lang. De onderwijzers zullen nu vrij worden
van de ouders en van de schoolbesturen.
Ook Spr. betreurt het dat het vakonderwijs,
in algemeenen zin, niet is opgenomen.
De heer Staalman is van oordeel, dat
do onderwijsnovelle vóór dit ontwerp be
handeld had moeten worden. Dan had men
een basis gehad en niet meer behoerven te
zoeken naar een rechtsgrond. Dit ontwerp
acht Spr. niet in het belang van het bijz.
onderwijs, want worden deze ontwerpen wet,
dan zal het gevolg daarvan zijn, dat de
schoolbesturen niets meer zullen doen voor
de salarissen van de onderwijzers, waar
door hunne belangstelling in het on
derwijs zal verminderen. Van een anti-
rev. standpunt gezien, had naar Spr.'s
oordeel dit ontwerp niet moeten zijn voor
gesteld. Financieel zou Spr. den bijz. en
den openb. onderwijzers gaarne volxomen
gelijkstellen, maar, niet ten koste van het
beginsel. Wanneer dit altijd op den achter
grond wordt gesteld, dan vraagt Spr. zich
ten slotte af: waartoe dient dan het begin
sel?
Zoolang Spr. niet beter de rechtsgrond
vcor dit ontwerp wordt aangetoond, zal hij
zijn stem niet aan het ontwerp kunnen ge
ven. Spr. ontkent de verplichting van alge-
meent- staatspensionneering niet wanneer
daartoe aanleiding bestaat, maar zoo ver zijn
wij nog niet. Hier was geen aanleiding voor
pensionneering, wel misschien voor steun van
bestaande pensioenfondsen. Als anti-rev. mag
Spr. niet aanvaarden een beginsel, dat de
vrijheid van het bijz. onderwijs in gevaar
brengt.
De heer Wijnbergen meent, dat hoe
wel wij reeds dagen achtereen hebben hoo-
ren praten over den rechtsgrond nog een en
kel woord daarover niet misplaats is. Spr.
meent, dat veel discussie had vermeden kun
nen worden, als men in het oog had gehou
den, dat dit ontwerp niet speciaal tot doel
heeft pensioen te verlecnen aan een zekere
categorie van personen, maar verdere vrijma
king van het bijz. onderwijs in de richting
van de wet-Mackay. Spr. wij^t er op, hoe
treurig het nog gesteld is met menschen, die
do middelen missen om hun kinderen te zen
den naar de school door hen verlangd en die
gedwongen zijn de opvoeding hunner kinde
ren toe te vertrouwen aan een school, die
zij ongeschikt achten. Het geldt dus hier
de verdere vrijmaking, de gelijkstelling van
het bijz. met het openb. onderwijs. Uit die
gelijkmaking volgt de pensionneering van den
bijz. onderwijzer. Tot dwang acht Spr. den
staat hier gerechtigd, omdat die dwang zou
zijn in het algemeen belang. Maar van
dwang is hier geen sprake gelijk de heer
De Vries reeds heeft aangetoond. Hulde
brengt Spr. aan den heer Tydeman, die gis
teren er op heeft gewezen, dat de Rijksbij
drage niet is geweest in het belang van den
bijzonderen onderwijzer, maar in het belang
van het onderwijs. Waar het algemeen be
lang wordt gediend, ook door onderwijzers
van niet-gesubsidieerde scholen, daar bestaat
ook geen aanleiding" tot hunne uitsluiting.
Van het maken van de bijz. onderwijzers
tot rijks-ambtenaren is hier geen sprake,
evenmin als van het zetten van een eersten
stap op den weg der arbeiders-pensionnee-
ring. Van pensionneering der gemeente-amb
tenaren is Spr. een voorstander, maar zij
staat buiten de quaestie thans aan de orde.
De bewering van den heer Ireub, dat hij, die
de Rijks-zaak dient, daardoor wordt Rijks
ambtenaar, wordt door Spr. bestreden. Hij
blijft er bij, dat wij bier niet hebben een
pensioenwet, maar een onderwijswet, strek
kende tot verdere vrijmaking van het on
derwijs.
De heer De Waal Malefijt sluit zich
aan bii hen, die der Reg. dank hebben ge
bracht zoowel voor de indiening van het ont
werp. als van het gewijzigd ontwerp. Door
de wijziging heeft z. i. het ontwerp aan be-
teekenis gewonnen en het zal eene heilzame
uitwerking hebben op ons lager onderwijs.
Een enkel woord thans over de terugwer
kende kracht, die de heer Ter Laan zelfs
wilde uitstrekken tot Augustus 1901. Ande
ren vroegen tot 22 September 1903. Aan
den minister vraagt Spr. echter of het niet
mogelijk zal zijn de weduwen en wezen, die
vóór 1 Januari 1905 deelgerechtigd waren
in het fonds op te nemen. Met dezen be
scheiden eisch vergenoegt Spr. zich, al zou
hij gaarne verder gaan. In de tweede plaats
zou hij ook wenschen dat aan onderwijzers
die voor eigen rekening werken, gelegenheid
werd gegeven zich in het pensioenfonds in
te koopen.
Wat het verband betreft tusschen dit ont
werp en de onderwijsnovelle, meent Spr., dat
de heer Rnodlhuiizen, di:e voor liooger tracte-
raenten pleitte, ook wel geneigd zal zijm voor
de onderwijsnovelle te stemmen. Spr. ziet
geen aanleiding, om die novelle aan dit ont
werp te doen voorafgaan. Hierna deelt iuj
mede, waarom de Commissie van Rapporteurs
geen tweede sectie-onderzoek van dit ont
werp ncodig achtte. De aangebrachte wijzi
gingen toch waren een gevolg van den groo-
ten aandrang in het Voorloopige Verslag. De
rechtsgrond was in de sectiën reeds uitvoerig
besproken en een tweede sectie -onderzee k zou
maar tot nog breeder litteratuur over dat
onderwerp aanleiding hebben gegeven. Spr.
zal nie4 ontkennen, dat er nog wel wat aan
het ontwerp valt te schaven, maar voor een
tweede seotieonderzoek bestond geen aanlei
ding. Hij ontwikkelt verder ziïne opvatting
omtrent den rechtsgrond en wijist er op, dat
in 107 adressen geen enkel bezwaar is geop
perd tegen het denkbeeld der verplichte pen-
s onneering. Als men de zaak zoo beziet, wat
bliift er dan over van de klacht over dwang.
Het pensioen, dat de bijzondere onderwijzers
zullen krijgen, ontvangen zij toch niet uit
sluitend van de overzijde. Alle belastingplich
tigen dragen toch daarvoor bij, net zoo goed
als voor het openbare lager onderwüs. Alle
b'izondere onderwijs draagt volstrekt nr'et het
stempel van christelijkheid, zooals men het
wel eens doet voorkomen. Spr. hoopt-, dat men
nog eens principieele scholen zal stichten.
De Minister van Binnen 1. zaken
(dr. Kuvpjr) verheugt zich over de wijze,
waarop het ontwerp ook door een deel
linkerzijde is ontvangen. Bij het algemeen
debat begaf men zich te veel in onderdeden,
welk voorbeeld de Minister niet volgen zal.
De Regeering meent bij düt ontwerp blijk te
hebben gegeven van gemeen overleg. Tot ver
dere omwerking zou de Redering niet kun
nen meewerken, mot het. oog op de groote
technische moeielijkheden. ^en amendement,
wandering brengende in de technische sa
menstelling van bet ontwerp, zou de Regee
ring niet voor hare verantwoording kunnen
neonen.
Nu het ontwerp A vastgekoppeld is aan
B en B rekening houdt met een bestaand
fonds, kan de regeering niet toestaan het
aantal gegadigden uit te breiden.
De minister komt nu tot den heer Kete
laar, die zeide het ontwerp zoo gecompliceerd
to achten, dt hij het niet begreep. Inderdaad
hij heeft het ook niet begrepen en daarom
zal de minister een en ander toelichten. Wat
de tijdelijke diensten betreft heeft de heer
Ketelaar niet goed' gelezen en niet gezien
dat er onderscheid wordt gemaakt tusschen
openb. en bijz. onderwijzers De tijdelijke
diensten, waarvan in het- ontwerp wordt g>
sproken, slaan op de openb. onderwijzers.
Wat de tori age bij ontslag betreft doet de
minister opmerken, dat de regeering in de
gelegenheid moet zijn ontslag, waarop zij
geen invloed kan uitoefenen, zoo noodig
goed te maken. Subsidie aan scholen voor
achterlijke kinderen moet- die scholen in de
gelegenheid stellen, in de toekomst ook pen
sioen toe te kennen. De leeraren, die 20 uren
les geven, zijn leeraren aan de kweekscho
len
Aan den heer Borgesius zegt de minister,
dat hij niet graag mededecling doet van het
geen op audiënties is besproken. IIü heeft
daarmede leergeld betaald mot den beer
Treub met betrekking tot de spoorwegsta
king, toen deze beweerde dat de minister
gewaarschuwd was voor de spoorwegstaking.
Dc hoor Treub. Dat heb ik nooit ge
zegd. Ik heb u een vorig maal dcor ook al
op geinterrumpeerd.
De Minister zegt, dat de heer Treub
gezegd hooft dat de regeering gewaarschuwd
was, en dat kan toch "iet andere zijn dan
voor do spoorwegstaking. Wanneer de mi
nister moert inrtaan voor al het gesprokene
op een audiëntie, zou hij een stenograaf bij
zich moeten hcbvon. Aan den lieer Ter Laan
antwoordt de minister, dat in alle burger
lijke betrekkingen iemand zijn pensioen ver
liest als de man den dienst verlaat. De on
derwijzer kan geen dupe worden wanneer
een schoolhoofd het leerplan ontduikt Of
koffje drinken door oen onderwijzer op school
aanleiding zou geven tot fraude, is den mi
nister niet bekend. Dit is echter gemakke
lijk te voorkomen.
Opneming der hoofden van niet gesubsi
dieerde scholen beeft het bezwaar, dat dit
in strijd is met bet beginsel eener pensioen
wet, die zich regelt naar vaste inkomens.
Wordt een goede weg aangegeven, dan heeft
de Reg. geen bezwaar tegen de opneming
ook van die categorie. De gemeentebesturen
zullen desverlangd hunne onderwijzers toch
te gemoet kunnen komen ook bij deze rege
ling. De gemeente-ambtenaren liggen geheel
buiten dit ontwerp. Wanneer men dien weg
opging, zou men alle mogelijke ontwerpen
aa-n elkaar vast kunnen koppelen. Bij de
Staatsbegrooting wil de minister zich verder
over deze quaestie uitlaten, maar nu niet.
Thans de vakonderwijzers. Dit ontwerp be
paalt zich tot een vast begrensde motie tot
het algemeene ontwikkelende onderwijs. Iu-
tusschen moeten die vak-onderwijzers gehol
pen worden, hoe eer hoe beter en dit zal
ook geschieden. De subsidie aan het vakon
derwijs wordt verhoogd waar dit noodig is.
Wat de terugwerkende kracht aangaat wijst
de minister er op, dat het hier personen geldt
die nooit iets hebben bijgedragen, dus ging
het beroep niet op. Het zou niet goed zijn
aan de wet terugwerkende kracht te geven.
Met den meesten spoed wordt altijd aan pen
sioenstukken gewerkt, maar het- is natuur
lijk niet te vermiiden, dat een gegadigde
wel eens sterft, terwijl zijn pensioenstukken
nog in bewerking zijn. Zorg zal worden ge
dragen, dat weduwen en weezen van bur
gerlijke ambtenaren niet lijden door de voor
gestelde regeling.
Uitvoerig betoogt de Minister dat de Staat
daartoe de bevoegdheid en het recht heeft.
De mm. zst uiteen, dat op d© overheid de taak
rust te zorgin voor het welzijn der natie, zoo
wel wat de innerlijke ontwikkeling betreft,
als met het oog op de concurreerende natiën
a Idat te geven waardoor de levensenergie niet
inz like maar tot hooger peil worde opge
voerd, niet alleen materieel maar ook op
geestelijk gebied. De Min. wijst er verder op
dat men er in 1889 toe is overgegaan aan het
b 'zonder onderwijs steun te geven naar den
zelfden maatstaf als aan het openbaar onder
wijs. Ten aanzien van het salaris, den school-
bouw, het herhalingsonderwijs en de oplei
ding, gesch.edt dat reeds, waarom dan u.et
ten aanzien van de pensioenenOf een school
gesubsidieerd is of niet doet er niets aan af of
toe. Door het lot van het bijzondere onder
wijs te verzekeren, zal men den onderwijzer
blijmoediger stemmen, en hem er eerder toe
brengen om te huwen. De Min. meert dat er
eigenlijk nog meer reden bestaat om de niet-
gesubs.die.rue scholen te steunen dan de wol-
gesubsidieerde. Bestaat er rechtsgrond voor
het sub.idieeien der bijzondere Slholen, dan
bestaat er ook rechtsgrond om een tweede
subsidie te geven aan scholen, die nu nog
niet gesubsidieerd zijn.
De iVLin. betw.st de juridische construc.ie
van den heer Treub, die aidus luwtgij
maart door een pensioen van de bijzondere
onderwijzers Rijksambtenaren ol gij zet daar*
mede den eersten stap op den weg der Staats-
pcnsionoeoring. Men heeft hier to doen met
personen met eeu gequalifioeerdo po3itie, d c
een door de strafwet beschermd moncpol.©
van den stuat kregen. Geheel onschumig is
hit of de onderwijzer aan een bijzondere of
aan een openbare school werkt. De eischen
zijn gelijk. Zij zijn onderworpen aan het
schooltoezicht en aan de verschillen ae bep.i-
lingca d, e de overheid niet' aan een gewoon
particulier kan opleggen.
Wat de dwang betreft tot deelneming aan
het pensioenfonds vraagt de Min. waarom
naast de plicht die thans den onderwijzer
wordt opgelegd, geen obligo zcu mogen wor
den opg.legd, waarnaar allerwege verlangd
wordt. Daarbij wordt voor de declgerecht'.g-
den in bestaande fondsen, nog gelegenheid
gelaten zich te onttrekken. Teg n staat bj-
mojüngen, ook ten.aanzien van de niet-ge-
subssidieerde scholen, bestaat dus meer be
denking. De Minister verklaart dat de regee
ring er niets tegen zou hebben de behande
ling van dit o twerp te schorren en eerst de
onderwijsnovelle te behandelen. De minister
hoopt dat het ontwerp met groote meerde.-
h;id zal worden aangenomen.
De Minister van Financiën ont
kent dat uit de woorden van zijn ambtgenoot
van binnenlandsche zaken mog worden af
geleid dat het burgerlijk pensioenfonds het
privaat bezit van de burgerlijke ambtenaren
is.
Dinsdag 12 uur voortzetting.
Donderdag a.s., vóór de pauze, stemming
over de Hcoger cn-dcwijswet.
Arbeidscontract.
De Gommiasi© van Rapporteurs over het
wetsontwerp tot regeling van hot Arbeidscon
tract heeft verslag uitgebracht over een 14-
tal adressen, d e in hare handen z:jn gesteld.
De opmerkingen, bezwaren en beschou
wingen der adressanten, zijn door de com
missie onder rubrieken gerangschikt.
Een 13-tal dezer adressen was reed3 "ing -
diend vóór de verschijning van het gewijzigde
wetsontwerp, terwijl het 14de van het hoofd
bestuur van den Volksbond, Vereenig'ng
togen dranikmiabruik, wenscht dat uitbeta
ling van nrbe dsloonen in de kcff chuizen van
den Volksbond n-'et verboden worde.