M\ «44.
3d* Jaargang:,
Dinsdag 7 Maart 1905.
B UITEN LAN D.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Par 9 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per poBt. - 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Doze Conrant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiön, raededeelingen ens., gelieve men vóór 10 nnr
'a morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnammer <56.
LQjrm.
*0.15.
PRIJS DER ADYERTENTIÊN:
Tan M regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte. -
Toor handel en bedrjjf bestaan voordèellge bepalingen tót
het herhaald advertêéren in dit Blad bjj abonnement. Eens
circulaire, bevattende de Voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
De 'Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op art 264 der gemeentewet
'Doen te weten, dat het 3e Aanrullingskohier
der plaatselijke directe belasting op de inkom
sten over het dienstjaar 1904, goedgekeurd door
Gedeputeerde Staten van Utreoht, in afschrift
gedurende vijf maanden op de Secretarie der
gemeente voor een ieder ter lezing ligt.
Amersfoort, den 6. Maart 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De -Burgemeester,
WTJUJTTHRS.
De fd. Secretaris,
VAN1 REIGERSBERG- VERSBOTS.
Politick Överzicbt
D© oude strijd tusschen Zweden en Noor
wegen over de unie, die de beide landen ver
bindt, is weder in een acuut stadium getre
den, zoodot hij de al gemeen e aandacht vergt.
Het Noorweegsohe ministerie-Hagerup heeft
zij(n ontslag gevraagd, en het hoofd van dat
kabinet heeft verklaard, dat als de recht
matige nationale eischen van Noorwegen niet
in het kader van de bestaande unie-akte kun
nen worden vervuld, er moet worden gezocht
naar vrijere vormen voor het samenwerken
van de beide volken. Dat wil zeggen, dat de
unie moet worden ontbonden, wanneer Zwe
den de Noorwegers niet volledige gelijkstel
ling in de behandeling van de buitenlandsche
zaken wil toestaan.
De ernst van den toestand drukt zich uit
in het schrijven, dat de kroonprins-regent
gericht heeft aan den voorzitter van de door
de Noorweegsche storthing onlangs ingestelde
commissie, die moet nagaan wat van Noor
weegsche zijde is te doen, nu de oplossing van
de consulaatskwestie, die werd beproefd, is
mislukt. Men zou meenen, dat dit ernstige,
tot verzoening aansporende, de gevaren der
scheiding voor beide volken scherp in het
licht stellende woord zijne uitwerking met
zal kunnen missen. Maar dat dit woord noo-
dig is, bewijst voldoende hoe ernstig de unie
tusschen de beide landen wordt bedreigd.
Er heersöht thans in Noorwegen eene be
weging onder het volk, die diep wordt ge
voeld. Staatslieden van beroep, geleerden,
ambtenaren, reeders, kooplieden, kortom al
len, vam wie men kan verwachten, dat hunne
meening gezag heeft, treden op in vergade
ringen, om hun oordeel over den strijd te
doen kennen. Met steeds grooter nadruk doet
zich de ensoh gelden, dat het oogenblik ge
komen is, waarop regeering en storthing zelf
standig de oplossing van de zaak ter hand
moeten nemen. Een der ijverigste voorstan
ders van dadelijk en beslist handelen is Fridt-
jof Nansen, de beroemde Noordpoolvaarder. In
eene door de studenten van de universiteit te
Qbristiania belegde vergadering, heeft hij
eene rede gehouden, waarin hij aanbeval ter
stond eene regeling van den afzonderlijken
oonsulairen dienst voor Noorwegen vast te
«tellen. De Koning van Noorwegen zc naar
rixne meening, onmogelijk zijne sanctie kun
nen weigeren aan een dergelijk besluit van
de Noorweegsche storthing. Hij verklaarde
zich beslist er tegen, dat, zooals velen ver
langen, thans de geheele uniezaak te berde
zou worden gebracht. De ondervinding leer
de. dat tmen 't niet over het onderdeel van
den oonsulairen dienst met Zweden kon eens
worden; daarom moest dat onderdeel het
eerst uit den weg geruimd worden.
Onder de stemmen uit Zweden verdient
de aandacht die van den dichter August
Strindberg, die, hoewel Zweed, de ontbinding
van do unie bepleit. Zijne meening is, dat
Noorwegen zijne eigen consuls moet hebben
en Zweden eveneens, want twee volken van
zoo verschillende ontwikkeling, aard, tempe
rament, zeden en gewoonten kunnen zich in
het buitenland niet door gemeenschappelijke
consuls laten vertegenwoordigen. Maar hij
gaat verder; hij wil scheiding tusschen de
beide volken. Beiden hebben de vrijheid lief
daarom moet vle een niet de baas van den
ander zijn, want dan heerscht er bestendig
onvrede.
,,Laat ons van elkaar gaan zegt hij. „Laat
ons alle oude geschillen aan kant doenhet
Kielsche verdrag, Eid^vold, Moss, den vlaggen-
strijd, den geheelen kluwen, die door trouweleo
ze diplomaten-politiek en dynastie-belangen in
de vorige eeuw in wanorde is gebracht en
die nu slechts door goed gemikte bijlslagen
weer in orde kan worden gebracht. Laat ons
van elkaar gaan ret aan den tijd, waarop
wij elkaar zullen terugvinden en, wanneer
wij de bitterheid hebben vergeten, op nieuw
vrienden kunnen worden. Want vriendschap
kan slechts bestaan tusschen vrije m-enschen,
terwijl eene verhouding van on ierge&cbikt-
beid tusschen broeders slechts broederhaat
verwekt. Ontbinding van de unie dus, voor
het welzijn van Noorwegen en van Zweden
Want wij verbruiken onze krachten onnut
aan een onoplosbaar vraagstuk; wij verzui
men onze eigen belangen in een waardeloos
gekibbel, wij verbitteren wederzijds onze zin
nen voor toekomenden langen tijd, want haat
tusschen bloedverwanten wordt niet spoedig
weder uitgewischt.
België.
Brussel.0 Maart. Baron Lambermont, mi
nister van staat en secretaris-generaal van
liet ministerie van buitenlandsdhe zaken, is
gestorven.
Engeland.
Londen, 6 Maart. Minister Balfour deelde
in het Lagerhuis mede, dat de minister voor
Ierland, Wyndham, wensoht af te treden. Hij
is daartoe hoofdzakelijk gekomen, omdat de
laatst gevoerde strijd afbreuk heeft gedaan
aan, zoo niet geheel te niet gedaan heeft de
waarde van het werk, dat hij als minister zou
kunnen doen.
De strijd, waarop de heer Balfour doelde,
betrof de houding van minister Wyndtham
tegenover het plan tot hervorming van het
Iersohe bestuur, dat door lord Dunraven voor
gesteld was, welke houding is afgekeurd, zoo
wel door de nationalisten als door de Ierscne
unionisten op verschillende gronden.
Londen, 6 Maart. De financieele secretaris
van de Engelsche admiraliteit, Pretyman,
deelde bij de indiening van de begrooting van
marine in het Lagerhuis mede, dat de groo-
tere bewegelijkheid der oorlogsschepen en de
invoering van de draadlooze telegraphie het
der admiraliteit mogelijk maakten een reor
ganisatieplan van de vloot op te maken. Het
lagere edndcijer berust niet op redenen van
spaarzaamheid, maar op technische gronden.
Het programma voor den aanbouw van
nieuwe schepen is opgemaakt, nadat de sterkte
van de vloten der andere staten en de be
hoeften van Groot-Brittaimië zijn nagegaan.
Mac Rae stelde eene mote voor, waarbij
voldoening wordt betuigd over de verlaging
der begroeting, maar betreurd wordt, dat de
regeering geen stappen heeft gedaan bij an
dere mogendheden om te komen tot eene al
gemeen© vermindering van de wapeningen
tor zee.
Pretyman verklaarde in zijn antwoord, dat
het onmogelijk is de begrooting van marine
op te maken in overleg met andere mogend
heden, maar dat een van de voornaamste fac
toren tot beslissing over de sterkte der
Engelsche marine natuurlijk is de toestand
van onze betrekkingen met de vreemde mo
gendheden.
De motie werd verworpen met 220 tegen
164 stemmen.
In twee aanvullings-verkieeingen voor het
lagerhuis zijn de liberale candidaten geko
zen. Een van deze zetels, die van het Schot-
sche graafschap Bute, is voor de conservatie
ven verloren gegaan. Hier werd de liberaal
Lamont gekozen met 1460 tegen 1436 stem
men. Bij de laatste verkiezing bedroeg de
conservatieve meerderheid 295 stemmen.
Italië.
Rome, 6 Maart. Het gerucht wordt beves
tigd, dat Fortis belast is met de samenstel
ling van een kabinet.
Rusland.
Over de omstandigheden, waaronder do
keizerlijke ukase van 4 Maart in de wereld
is gekomen, wordt nader bericht, dat ver
schillende dergelijke verklaringen vroeger
aan den Czaar waren voorgelegd, waaronder
een door den minister van landbouw Yermo-
low. De in die stukken verkondigde denk
beelden kunnen als leiddraad gediend heb
ben bij het opstellen van de ukase, maar de
tekst daarvan is oorspronkelijk men weet
niet wie de steller er van is, maar het kan
de Keizer zelf wel zijn.
De goedkeuring van het reactionaire mani
fest, door den procureur van de heilige syno
de Pobjedonoszew geparafeerd, is te wijten
aan paleis-invloeden, inzonderheid van graaf
H yden, den chef van de keizerlijke kanse
larij. Dit manifest, dat buiten weten vam de
ministers was bekend geanaakt, was aanlei
ding, dat in de wekelijksche vergadering van
den ministerraad Vrijdag te Zar3koje Selo de
ministers Boelygin. Maooechkin, baron
Freedericksz en graaf Lamsdorff den Keizer
met nadruk onder het oog brachten, dat zij
onder die omstandigheden niet meer konden
instaan voor de openbare rust en dat. zij dus
besloten waren tot het nemen van hun ont
slag, om zich los te maken van de verant
woordelijkheid voor de gebeurtenissen, die
van dit manifest het gevolg zouden kunnen
zijn. De Czaar, op wien deze verklaring een
diepen indruk maakte, kwam toen terstond
tot liet besluit om de ukase af te kondigen,
die het manifest weder ophief.
Petersburg, 6 Maart. Tot hoofd van het
oppertoezicht op de drukpers is benoemd de
heer Bellegarde, tot dusver gouverneur van
Esthland.
Petersburg, 7 Maart. Officieel wordt be
kend gemaakt: Daar de vorming van eene
commissie voor de arbeidskwestiën onder
vo rzitterechap van den senator Schidlowski,
tengevolge van de verklaring van de werk
lieden dat zij geen vertegen worodigers zullen
kiezen, in de voorgenomen samenstelling on
mogelijk is, werd deze commissie den 5en op
bevel van den Keizer ontbonden.
Op grond van eene keizerlijke volmacht
heeft de minister van openbare werken be
paald, dat de werklieden van de werkplaat
sen en looomotieven-depóts der staatsspoor
wegen vertegenwoordigers zullen kiezen door
wie de behoefte van deze werklieden ter ken
nis van de superieuren zullen worden ge
bracht.
Aan de universiteit te Petersburg is, we
gens de studentenvergadering van 20 Febr.,
(waarin het portret van den Ozaar is ver
scheurd enz.) de afkeuring van den Keizer
te kennen gegeven. De rector krijgt een be
risping, de curator van het onderwijs-district
een waarschuwing. Alle studenten worden
weggezonden met het recht echter, om op
nieuw om hunne inschrijving voor de ooi le
ges te verzoeken.
Petersburg, 6 Maart. Op de groote
Poètilow-werken brak hedenmorgen een ern
stige opstand uit. De arbeiders deden twee
ketels in de lucht vliegen en er werd hevig
gevochten. 22 personen werden door revol
verschoten gedood. De directeur heeft ge
dreigd de werken te sluiten, als niet heden
het werk wordt hervat.
Bakoe, 6 Maart. Nadat de staat van beleg
was afgekondigd, is de rust hier hersteld.
Batoem, 6 Maart. Gisteren zijn hier 13
personen gewond of gadood.
Warschau, 6 Maart. Vorst Tscherskow, tot
voor kort generaal gouverneur van Warschau,
is gevaarlijk ziek. In de stad is het rustig;
er wordt niet meer gepatrouilleerd. In Minsk
zijn alle inrichtingen van onderwijs weer
geopend.
Bjelostok, 6 Maart. Het hoofd van de
politie in het district Bjelostok is vermoord.
Tsjüa, 6 Maart. Ongeveer duizend werk
lieden van de hier gevestigde spoorwegwerk-
plaatsen, zijn in staking gekomen. Zij verlan
gen de vrijlating van 19 in eene werklieden-
vergadering gevangen genomen kameraden.
Uit Riga wordt gemeld, dat alle arbeiders
en kantoor-ambtenaren van den spoorweg
RigaOrel door de fabrieksarbeiders met
geweld worden gedwongen om het werk. te
staken. Het goederenverkeer staat volkomen
stil.
TurkU*
Konstantinopel, 6 Maart. De Porte deelde
gisteren aan de buiten 1 andsche gezantschap
pen en aan. de Ottomaaneche bank een finan
cieele regeling mede voor de villajets van
Rumelië, waarbij de Ottomaansche bank be
last wordt met den financieelen dienst in die
provincies, die daarvoor de inkomsten zullen
afstaan, terwijl de inkomende rechten met 3
percent zullen worden verhoogd.
Japan.
De te Tokio verschijnende Kokumi geeft
de totale som van de door het Japanscbe par
lement in de laatste twee zittingen toege
stane uitgaven op als 3132 millioen mark.
De rijstoogst in het jaar 1994 bedroeg
51,401,997 bushels tegen 49,286,900 in het
jaar te voren.
De oorlog in Ooot-Azië.
Van den oorlog zijn de volgende berichten
Moekden. Zondagavond. De slag duurde
zonder ophouden den geheelen Zondag voort,
De Japanners concentreerden al hun kracht
op Madsjapoe, ten zuidwesten van Moekden,
doch waren ondanks al hun dapperheid niet
in staat de Russen van daar te verdrijven,
die met hardnekkigheid hun «telling ver
dedigden.
De Japansche granaatkartetsen sprongen
binnen een afstand van 1$ mijl van de Hun-
spoorwegbrug, welke klaarblijkelijk het doel
was van den vijand. Een voortduren^ hevig
kanonvuur wordt vernomen vier werst ten
noorden van Madsjapoe.
De gewonden werden langs den spoorweg
en den heerweg naar achter gebracht, doch
de Russische verliezen zijn niet buitensporig
hoog in aanmerking genomen de hevigheid
van den vijfdaagschen strijd. De Japanners
leden veel zwaardere verliezen.
Het geschutvuur begon heden middag om
half vijf ten westen en ten noordwesten van
het- station van Moekden, waar Koeropatkin
den aanval ondernam tegen den uitersten
linkervleugel van den vijand. Herhaaldelijk
deden de Japanners gisteren avond aanval
len op Pjentsiapoedsoe, Kaotoeling en Kau-
payen. Verder oostelijk bleef het bombarde
ment van Erdago en Novgorod' zonder suc
ces, terwijl ook de Poetilof-heuvels zonder
succes gebombardeerd werden.
Moekden, 6 Maart (Petersbupgaoh tele
graaf agemtsdhap)Het artilleriegevecht ^-J
Moekden duurde heden tot zonsondergang-
Het hevigst was het geschutvuur bij het dorp
Jansoentoen, d!ai in brand geschoten werd.
Over dag bestonden de aanvallen hier en el
ders sleohits in een arbilleriegevecht. Bijna
alle verwondingen zijn een gevolg van gra
naten. De strijd van heden is waarsohijnlijk
slechts eene voorbereiding door geschutvuur
van den eigenlijken slag.
Een nachtelijke aanval tegen het oentrum
van de linker flank is teruggeslagen.
Voor den Koetoolinpas zijn 2000 lijken van
Japanners blijven liggen.
Sinmintin6 Maart. (Daily Telegraph.)
De Japanners hebben de telegraafkantoren
bezet. Waarschijnlijk zal er eene censuur
worden ingesteld, ofschoon het officierie be
richten van de bezetting nog niet gekomen
16.
Petersburg, 6 Maart. Het Peterburgsctie
telegTaafagentschap ontving het volgende
telegram uit Moekden
„Heden (6 Maart) morgen te kwart voor
vijven werden de aanvallen, die de Japan
ners gisteren op verschillende punten van
ons front begonnen, voortgezet, doch overal
teruggeslagen.
Het hevigst woedde de strijd op den rech
tervleugel van het dorp Madsjapoe tot het
's morgens bezette Noesintoen. Do artillerie-
strijd duurde tot den avond. Van Salinpoe
vielen de projectielen tot aan het dorp Loe-
goeantoen.
Ten zuiden van Madsjapoe op den linker
oever van de Hunho violen de Japanners tot
zeven uur s avonds Êlthoeaa aan. In het cen
trum rukten de Japanners voort tot westelijk
van Sachepoe Onze troepen maakten bij do
tegenaanvallen ten oosten van de Poetilof-
heuvels ongeveer honderd gevangenen.
Op den linkervleugel duren do aanvallen
der Japanners op otnze stellingen in het rayon
Kandolise en bij do afdeeling van Renneu-
kaïmpf voort.
Japansche collonnes, die tegen de Koe-
toeliupas oprukten, 'hebben do aanvallende
beweging gestaakt en trokken naar het- zui
den terug. Ondanks de koude, neemt de op
24 Fehruari op den uitersten linkervleugel
begonnen aanval, welke zich in het geheel
over een front van 120 werst tot Moekden
uitbreidde, steeds een hardnekkiger karak
ter aan. De Japanners leden groote verlie
zen. Wij verloren aan gewonden ongeveer
15.000 man.
17 Roman van
MORITZ VON REICHENBACH.
„Ja, dat a een kostelijk idee, oom Wat
mij betreft, ik verlang niets liever."
„Ja. zie je, die plannen hangen nu nog
vrij wel in de luchtalles moet goed bespro
ken, gewikt en gewogen worden."
„Bat zullen wij dan bij een glas wijpi doen
oom Daar is het Raadhuis, ik had wel lust
om bij wijze van herinnering aan mijn
schooltijd die kelders nog eens te bezoeken."
„Komaan dan maar!"
De Lewosky's, oom en neef, staken het
marktplein over, tussdhen. welks spits toe-
loopende huizen zich het prachtige oude
Raadhuis met zijn rij)kversierden gevel sta
tig verhief. Li' spijt van de moderne, dicht
opeengedrongen woningen en de leelijke
houten kramen, die den monumentalen in
gang van het Raadhuis gedeeltelijk aan het
oog onttrekken, ziet dat oude gebouw, als
een brokstuk van versteenden kunstmin uit
de Middeleeuwen, trotscb neer op het mo
derne zwoegen en slaven, dat met de kumst
in Sileziës hoofdstad zoo weinig gemeen
heeft.
Tusschen de marktkramen door, baanden
oom en neef zich niet zonder eenige inspan
ning een weg en daalden eindelijk de breede,
uitgesleten steen en trappe n vain het Raad
huis af.
Felix kocht van een koopvrouw, die zacli
daar bevond, een paar stukjes van het gebak
dat, met zout en komijn bestrooid, in groote
manden op de trappen om haar heen stond.
„Dat behoort ook nog tot de herinnering
uit mijn scha Ijaren," zeide hij. „Dan be
zochten wij: nooit den kelder, zonder van
moeder A'malia eein paar komijnhloorntjes te
koopen."
„Daajover behoeft mijnheer rioh ook vol
strekt niet te schamen," riep de vrouw hem
na, „de fijnste heeren koopen allemaal van
mijn gebak."
Felix volgde zijn oom naar den overwelf-?
den ingang.
„Wie zou nul kunnen gelooven, als hij 't
niet met. zekerheid wist, zeide hii|, ,,dat zoo'n
vrouw, alleen om haar gebak daar op de trap
pen te mogen verkoopen, jaarlijks driedui
zend mark betaalt?"
„Zij zal er toch wel haar voordeel in zien."
meende de andere Lewosky.
„Natuuiilijik heeft rij er haar voordeel van,
anders zou rij het niet zooveel jaren achter
een hebben, volgehouden," „maar in haar
plaats zou ik liever wat minder willen ver
dienen en met wat meer gemak."
„Dat is weer het bloed der Lewosky's, dat
uit je spreekt, mijn jongen! Het kan rijn
edele afkomst niet vergeten. Ja, dat 'seen
ding van be'ang, dat bloed!"
Zij hadden de eerste kolderruimte bereikt,
zonder aam do dicht bezette tafel een open
plaatsje te kunnen, vinden. Bij den ingang
van den tweeden kelder was het gedrang zoo
groot, dat rij, een oogenblik van elkander ge
scheiden werden, en eerst in den derden, kel
der gelukte het hun, twee zoo juist vrijgeko
men plaatoen te "bemachtigen.
„Vertel nu verder, oom; u zoudt dus een
renpaard willen koopen, niet waar?" begon
Felix.
„Ik weet niet, jongen, of 'tmiji mogelijk
zal zij|n, en ik moet je dringend verzoeken
daar voorloopig met niemand over te spreken.
Ik moet een gunstige gelegenheid afwach
ten, zie je!"
Heb gezelschap, dat aan de tafel van de
Lewosky's zat en een zeer luiddruchtig ge
sprek voerde, stond nu op. Tegelijkertijd be
merkte Lewosky een grooten mageren man,
die, in de nabijiheid der tafel staande, het- niet
zich zelf niet eens scheen te rijn of bSj de
beide heeren al dan niet zou naderen en toe
spreken. Lewosky gaf hem een wenk, waar
op de man met een buiging op het tweetal
toetrad.
„U komt, alsof u geroepen wiaart, mijn
heer Sohellnitzer," zeide Lewosky, den
vreemden man vluchtig groetend.
„Heeft mijnheer de baron een opdracht
voor mij?" vroeg Sohellnitzer, zonder Lewos
ky daarbij aan te rien, terwijl Felix ©enigs
zins verrast opkeek bij het hooren van. den
aan zijn oom verleenden titel.
„Ik heb, geloof ik, wel iets voor u1
mijn'hear Sohellnitzer is moet je weten, de
bekwaamste handelsman van rijm eeuw, en
als ik dingen van belang heb in te koopen.
win ik bij voorkeur rijn raad in," verklaarde
Lewosky aan Felix, en hij voegde met een
korte beweging van het hoofd naar Sohell
nitzer er bij„Dat is mijn neef, weet je, we
hadden elkaar in een langen tijd niet- gezien
en we zullen hem dus niet met onze zaken
gaan bemoeien."
„Het is voor mij zeer vereerend, dat mijn
beer de baron mij een bekwaam man van
zaken noemt en ik wil ook nu weder al mijn
best doen om mij dien naam waardig te ma
ken. Maar mijnheer de baron heeft groot
gje-lijk, bij een glas wijn motet men niet. over
zalken spreken; als 'tmijnheer den haren
schikt, wil ik hem gaarne vandaag of mor
gen komen opzoeken."
„Dat is goed. Kom van avond tegen zeven
uur in het hotel „Galisch" bij mij; daar zal
ik u het noodige medèdeelen. Het betreft
den aankoop van een rijtuig met een span
paarden, dien de prinses mij opgedragen
heeft," wendde de spreker rich weder tot
Felix, terwijl Sohellnitzer herhaaldelijk knik
te om eindelijk te zeggen, dat „mijnheer de
baron" het bijzonder goed trof, want dat hij,
Sohellnitzer, toevallig een prachtig span
paarden op het oog bad, dat eerstdaags op
publieke veiling zou worden gebracht, maar
inmiddels wel tegen een redelijken prijs uit
de hand zou te koop zijn.
Lewosky gaf den man van zaken rijn
adres op een 9tukje papier en stond toen op
om met rijn neef de kelders van het Raad
huis te verlaten en verder luchtkasteelen te
gaan bouwen voor de schitterende toekomst
zijner familie.
Des avonds versoheen Sohellnitzer op liet
bepaalde uur bij den heer von Lewosky
zoódra de deur achter hem dicht was en hij
zich met Lewosky alleen bevond, verdween
ieder spoor van de onderdanigheid, die in
den Raadhuiskei der zoo in het oog loopend
was geweest Zonder daartoe do uitnoodi-
ging af te wachten, nam hij met het meeste
gemak op een fauteuil plaats en vroeg toen
op den man af:
„Hoe staan de zaken? Wat moet er ge
daan worden?"
„We zullen beginnen met mijn rekening
te vereffenen," antwoordde Lewosky. „Ik
geloof, dat ik u nog een klein restant heb af
te doen."
„Komaan, waait de wind uit dien hoek?
Haast was er anders volstrekt niet bij. Ik
hCb, alleen omdat ge er naar zoudt kunnen
vragen, de rekening meegebraoht."
Hij haalde een nota uit rijn brieventasoh
te voorschijn en stelde die Lewosky ter hand
„Hier vindt ge den laatsten post van onze
oude rekening." zeide hij; „maar uw betrok
king is goed, dat moet ik zeggen Ik kan er
u gerust mee feliciteeren, wiant ik had niet
gedacht reeds na. een paar jaar mijn geld tot
op den laatsten penning terug te zullen krij
gen, toen ge nog zoo diep in de schulden zat,
weet ge wel?"
„Zulke dingen vergeet, men niet licht,
maar ik hob ook goed aaij mijn verplich
tingen tegenover u gedacht."
Lewosky haalde het bedrag van 't restant
schuld uit zijn portefeuille en schoof het af
gepast naar Sohellnitzer toe, die 't met een
tevreden lachje opstreek.
„Ja, uw betrekkig bij de prinses is zeker
nog beter dan wij in 't eerst dachten, niet
waar?" zeide hi; met vooruitge.token lippen,
als wilde hij gaan fluiten. „Een fijne dame,
uw prinses, nè? Dom als een kind, zoodra er
kwestie van zaken is, niet waar? Nu, dat
faat mij niet aan, maar wat is dat nu eigen-
ijk van dien paardenhandel? Ge weet wel,
't niet, dat ik mij met zulke zaken bij
wtijae van uitzondering ook wel eens inlaat?"
„Ik weet, dat ge u met alle mogelijke en
onmogelijke zaken inlaat, ah er maar geld
mee te verdienen valt."
Wordt v rvolffi.