N°. 847. Eerste Blad.
Donderdag 9 Maart 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
3d* Jaargang.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maanden toot Amersfoortf 1.35.
Idem franco, per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Dqze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering ?an
Zon- en Feestdagen.
Advertcntiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF ft C».
UtrecHtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnammer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN:
/•-TB.
- 0.15.
Y*n 1—»5 ragela
Elke regel meer
Groote letters naar plaatarufmte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeellge bepalingen tót
het herhaald adverteeren in dit Blad bjj abonnement. Bene
cireulaire, bevattende de Voorwaarden, wordt ep aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
RIJKSSERUMINRICHTrNG.
Onderzoek van. melk en slijm op
tu berlcel'baci Men.
De 'Burgemeester van Amersfoort
Gelezen de missive van den directeur-generaal
van den landbouw, d-d. 18 Februari 1905 (Pro
vinciaal blad no. 43 van 1905) brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat met ingang van 1
Maart 1905 aan de Rijksseruminrichting te Rot
terdam voor landbouwers en veehouders koste
loos onderzoekingen zullen worden gedaan naar
het voorkomen van tuberkelbacillen=in slijm of
melk, afkomstig van in ihun bezit zijnde runde
ren.
Zij, die van het onderzoek wenschen gebruik
te maken, moeten liet desbetreffend verzoek
richten aan de Rijksseruminrichting, Vinken-
dwarsstraat no. 15 te Rotterdam.
Nadere inlichtingen omtrent het verzamelen
en verzenden zullen worden gegeven door den
directeur der Rijksseruminrichting,
•Na afloop van het onderzoek ontvangt de aan
vrager een schriftelijk rapport, en wanneer tu
berkelbacillen worden gevonden, zullen nadere
aanwijzingen worden gedaan omtrent de bestrij
ding der tuberculose onder zijn vee.
Amersfoort, 4 Maart 1905.
De Burgemeester van Amersfoort,
"WTJIJTIEBS.
OPLROBPIN/Q.
De Burgemeester van Amersfoort brengt ter
kennis van Johannes van Eeden, Willem van
Pluren Thdmotheus van NienburgJohannes
Verhoef en Jan Berg, milicien-verlofgangers der
lichting van 1901, ibehoorende tot het le regi
ment veld-artillerie, dat het ihen verleend ver
lof wordt ingetrokken, met last om, voorzien van
hunnen verlofpas en al de voorwerpen van klee
ding en uitrusting, door hen bij hun vertrek met
groot verlof medegenomen, rechtstreeks naar
hun korns, in garnizoen te Utrecht, zich te be
geven en aldaar op Maandag den 3en April aan
staande, vier uur des namiddags, aan te komen.
Amersfoort, den 7. Maart 1905.
De Burgemeester voornoemd
WUUTCBRS.
Politiek Overzicht
Oe strijd bij Moekdsn.
Weder is ia Mandsjoerije de strijd ten
nadeele van de Russen beslist. De oorrespon
dent van Reuter bij het leger van Koeroki
seint, dat de Russen de getheede linie vain
de Sjaho hebben verlaten en thans in vollen
terugtocht naar het noorden zijn. Deze cor
respondent is met zijne mededeeling de offi-
cieele berichtgevers vooruit, wier berichten
heden morgen nog niet verder gingen
dan eergisteren, dus den 7en. Maar
een ander telegram, ook van Reuter,
bevestigt zijdelings het eerste. Het ge
waagt van den hevigen strijd, die gisteren
woedde bij Moekden en bij de keizergraven
in de buurt van die stad. Als de Russen
daar moeten vechten, dan ligt het in den
aard der zaak, dat zijl hunne zooveel verder
naar voren liggende stellingen aan de Sjaho
hebben ontruimd. Die stellingen zijn dan
onhoudbaar geworden.
In den loop van den voormiddag ontvin
gen wij het officdeele bericht uit Tokio, dat
gisteren de terugtocht van de Russen begon
nen is.
Onverwacht komt deze tijding niet. Ook
in Petersburg verwachtte men niet anders,
te oordeelen naar de stemming, die daar de
berichten over den loop van den strijd had
den verwekt. De omtrekkende beweging, die
de Japansohe legers in het laatst van de vo
rige maand waren begonnen, richtte zich
voornamelijk tegen de beide flanken van
het vijandelijke leger en liet het centrum
vrijwel ongemoeid. Maar toen de Russische
vleugels, zoowel aan de oostzijde als aan de
westzijde, zoover waren teruggedrongen, dat
de linie van terugtocht ernstig werd be
dreigd, moesten de stellingen in het centrum
van zelf prijs gegeven worden om aan het
gevaar van insluiting te ontkomen.
Wat thans om Moekden wordt afgespeeld,
heeft veel overeenkomst met den strijd, die
verleden najaar, in de eerste helft van Octo
ber, in den omtrek van Liaojang heeft ge
woed. Ook toen was het een strijd van dagen
achtereen, die tusschen de beide legers werd
gevoerd. Dezo oorlog kenmerkt zich door den
langen duur van de veldslagen, die er in
worden geleverd, waarmee natuurlijk het
aantal slachtoffers, die de strijd aan beide
zijden vordert, in evenredigheid is. Ook in
de vorige eeuw zijn veldslagen geleverd, die
niet in één dag waren uitgevochten. Maar
zoo min de slag bij Leipzig als een der veld
slagen in den Duitsch-Fransohen oorlog heb
ben zoo lang geduurd als de strijd om Liao
jang en nu die om M- ekden. Drie dagen
werd er bij Leipzig gestreden en een gelijk
aantal dagen duurde de beslissende strijd
om Metz met zijne beroemde fuiter-aanval-
len bij Mars-la-Tour en Gravelotte. Maar de
veldslagen in Mandsjoerije hebben een duur
van meer dan eene week.
Gedurende acht dagen werd er gestreden
om het bezit van Liaojang, totdat de Russen
het moesten prijs geven. Toen reeds was
Moekden het doelwit van den strijd. Maar
door een meesterlijken terugtocht bracht
Koeropatkin zijn leger in veiligheid en wist
hij de vrucht van de overwinning voor de
Japanners te verkleinen. Halverwege tus
schen Liaojang en Moekden werd de voort
gang van het Japansche leger gestuitaan
de Sjaho moest het halt maken, en die rivier
is gedurende den ganschen winter de grens
geweest, die de Japansohe stellingen van
de Russische scheidde.
Nu staat men weer voor de vraag, of het
den Russische opperbevelhebber zal gelukken
zijn geslagen leger door een met beleid uit-
gevoerden terugmarsch - van den dreigenden
ondergang te redden. Maar ook wanneer dit
gelukt, dan beteekent het verlies van Moek
den voor de Russen een slag oneindig veel
zwaarder dan destijds het verlies van Liao
jang.
De loop der gebeurtenissen heeft sedert
niet stil gestaan. Port Arthur is gevallen.
Nu volgt daarop het verlies van Moekden,
en do moreele indruk van dit feit zal niet
geringer, maar misschien beslissender zijn
dan die van den val van Port Arthur.
Port Arthur was, voordat het door de Ja
panners in puin geschoten en veroverd werd,
het bolwerk en het kenteeken van Ruslands
macht, die tot naar den Grooten oceaan was
doorgedrongen. Moekden, de oude begraaf
plaats van de dynastie dier Mandsjoes, is in
Ruslands bezit het historische monument,
dat het zichtbare bewijs levert van Ruslands
overmacht over China en van zijn opperge
zag in Oost-Azië. Die glorieglans, die Rus
land omstraalde, wordt het thans ontnomen.
Hoe ook het lot moge zijn, dat het uit Moek
den aftrekkende leger is beschoren, het ver
lies van Moekden brengt voor Rusland het
verlies mee van zijin militair en politiek
prestige in Oost-Azië. Generaal Koeropat
kin heeft, voordat hij als opperbevelhebber
van het Mandsjoerijsohe leger naar het oor-
logstooneel ging, de hoop uitgedrukt, dat hij,
al was aanvankelijk het oorlogsgeluk hem on
gunstig, ten slotte toch den vijand zou kun
nen verslaan. Kan hij ook na het verlies van
Mbekden die hoop nog koesteren Of is
daaraan de bodem ingeslagen, nu hij ander
maal als geslagene den terugtocht heeft moe
ten aannemen en van Moekden moet terug
gaan naar Tieling?
Maar er is alle kans, dat hier niet de per
soonlijke stemming van den Russischen op
perbevelhebber den doorslag zal geven. Na
den val van Port Arthur heeft de oorlogs
partij in Petersburg zich getroost met het
vooruitzicht op de redding, die de in Mand
sjoerije te verwachten beslissing zou brengen.
Met den val van Moekden moet haar die
hoop ontzinken. Daarmede stijgt dus de
kans, dat de strooming, die streeft naar het
herstel van den vrede, de overhand zal krij
gen, De val van Moekden, die aanstaande
is, mag dus worden begroet als eene gebeur
tenis, die ons dichter brengt bij het einde
van den oorlog. Het is echter nu nog niet
het oogenblik om daarop en op de terug
werking, die deze gebeurtenis zal hebben op
de binnenlandsohe beweging in Rusland, in
te gaan.
DuItschlancL
Berlijn, 8 Maart. Bij het huis van afge
vaardigden is een wetsontwerp tot wijziging
van de mijnwet ingediend, waarbij o. a. de
eischen van de arbeiders (bij de staking in
het Ruhrgebied) betreffende het „nullen"
van wagens, den arbeidstijd, het rekenen van
den tijd om in de mijn neer te dalen bij
den arbeidstijd, het instellen van permanen
te arbeiders-commissiën op de mijnwerken
en de verplichte overuren geregeld worden.
Frankrijk.
De Kamer heeft bij de "behandeling van
de wet op de middelen een. voorstel van de
regeering behandeld tot afschaffing van de
nog bestaande majoraten. De regeering ver
langde de goedkeuring van eene door haar
met de bezitters van majoraten meer en
deels dateerende uit den tijd van het eerste
keizerrijk gesloten overeenkomst, volgens
welke de majoraten tegen eene schadevergoe
ding van in !t geheel 16 millioen frs. bin
nen vijftien jaren zullen worden opgeheven.
Dit voorstel werd aangenomen, nadat vooraf
een voorstel tot afschaffing van de majora
ten zonder schadevergoeding verworpen was.
Engeland.
Londen, 8 Maart. In het Lagerhuis diende
Winston Churchill eenemotie in, de verklaring
inhoudende dat de duurzame eenheid van
het rijk niet verzekerd zal worden door rech
ten van voorkeur, steunende op beschermen
de rechteoi op voedingsmiddelen. De regee
ring stelde voor, dat over deze motie niet
gestemd zoude worden. Minister Balfour her
haalde zijne vroegere verklaring, dat hij
geen voorstander was van beschermende
rechten, maar hij verklaarde, dat de motie
zou prejudicieeiien op de koloniale oonferen-
tie, die in 190G gehouden zal worden.
Na een levendig Jebat werd het voorstel
der regeering om over de motie niet te stem
men, aangenomen met 302 tegen 260 stemmen.
Deze uitslag werd op de banken van de regce-
ringspartij levendig toegejuicht, omdat de
meerderheid van het kabinet greoter was
dan werd verwacht
Bij de behandeling van de 'begrooting van
marine in het Lagerhuis vroeg een lid of
het juist was, dat Wei-hai-wei aan China
terug was gegeven en, zoo ja, of Engeland
dan een vergoeding zou krijgen voor de groo
te sommen, die het aan die haven ten koste
had gelegd.
De secretaris der admiraliteit antwoordde,
dat er geen. verandering was gekomen in de
politiek van de regeering op dit stuk, maar
dat de admiraliteit, wegens de onzekerheid
die ten aanzien van den toestand in het
verre oosten heerschte, besloten had geen uit
gaven te doen voor de haven van Wei-hai-wei.
Noorwegen.
De kroonprins-regent heeft den minister
van financiën Michelsen belast met de sa
menstelling van een nieuw kabinet. Michel
sen antwoordde, dat hij om gezondheidsrede
nen groot bezwaar had de opdracht te aan
vaarden. Indien echter het overleg met de
mannen van invloed in «de storthing hem
tot de overtuiging bracht, dat het zijn plicht
was de opdracht aan te nemen, dan zou hij
zich daartegen niet verzetten.
De speciale commissie voor het consulaat
wezen van de Noorweegsclie Storthing heeft
met 16 tegen 3 stemmen de volgende le;d-
draad aangenomen voor de behandeling van
dezo aangelegenheid: In de tegenwoocdige
zitting van de Storthing wordt een besluit
genomen over een ontwerp van wet, waarbij
een afzonderlijk consulaatwezen voor Noor
wegen wordt ingesteld en dat de hoofdpun
ten dezer organisatie vastlegt; het tijdstip
van instelling is echter uiterlijk April 1906.
Zoodra dit besluit genomen is, moet de re
geering bet gemeenschappelijk consulaatwe
zen met Zweden opzeggen.
Drie Leden van de commissie, waaronder
de president, stelden voor, dat de daarvoor
noodige wijzigingen in de grondwet zoo spoe
dig mogelijk ingediend zouden worden.
Italië.
Do afgevaardigde Aiessandro Fortis is,
blijkens een bericht van de Agenria Stefani,
met de samenstelling van een nieuw kabinet
belast. De geheele liberale en democratische
peis begroet dit met groote voldoening en
wenscht Fortis veel sucoes bij zijne pogingen
om een kabinet te vormen.
Volgens de Tribuna zal Fortis in het
nieuwe kabinet de elementen, die het mi-
nisterie-Giolitti vormden, grootendeels over
nemen. In de politiek zal geen verandering
plaats hebben.
Krachtens eon besluit van de Italiaansche
regeering is te Rome een voorloopig bureau
opgericht, dat belast is met de werkzaamhe
den tot oprichting van het internationale
landbouw-instituut. Tevens is een uit dertig
leden samengesteld comité ingesteld, dat den
minister voorstellen zal doen voor het pro
gramma. van de internationale conferentie,
dio in deze zaak in Mei a.s. zal worden bij
eengeroepen, en de regeering zal ondersteu
nen bij de werkzaamheden tot voorbereiding
van deze conferentie.
Oüstenrijk-Hongarije,
Graaf Tisza, de Hongaarsche minister
president ad interim, heeft in een onderhoud
met een medewerker van de Ujsag ver
klaard, dat Hongarije aan de Duitsche re
geering heeft medegedeeld, dat het handels
verdrag met Duitsohland eerst na de ver
nieuwing van het compromis tusschen Hon
garije en Oostenrijk kan worden goedgekeurd,
zoodat Hongarije, wanneer het een zelfstan
dig tolgebied wil inrichten, niet eens mo
reel verplicht is het verdrag aan te nemen.
Daar echter een ander verdrag met Duitsch-
land thans niet te krijgen is, de Duitsche
markt als débouchc echter voor Hongarije
juist in het geval der inrichting van het
zelfstandige tolgebied van dubbel gewicht
is, zou het een noodlottige misslag zijn, liet
verdrag niet aan te nemen. Wanneer men
het echter aanneemt, dan moet men ook ge
noegen nemen met de handhaving van het
gemeenschappelijke tolgebied tot het jaar
1917.
Rusland.
Petersburg, 8 Maart. Het Petorsburgsehe
Telegraaf-agentschap verneemt, dat de ge
ruchten omtrent d© riekte van den troonop
volger eiken grond missen.
De Keizer heeft den staatssecretaris graaf
Folsky opgedragen bij de vergaderingen van
den ministerraad, die de Keizer niet per
soonlijk presideert, het voorzitterschap waar
te nemen. Dit strekt tot bevestiging van
het berioht, dat Witte, die als voorzitter van
het minister-comité de aangewezen man was
om de vergaderingen van den ministerraad
ter vervanging van den Keizer te presidee-
ren, in ongenade is.
De Russ leidt uit het verlecnen van het
recht van petitie de noodzakelijkheid af van
het recht van vergadering en van openbare
bespreking van politieke vraagstukken.
Voorloopig berust de taak om petitiën voor
te bereiden, zooals de tijd ze verlangt, bij de
zemstwo's. Van het verleende recht van pe
titie maakt intusschen ook de andere partij
aanstonds gebruik. Uit de gouvernementen
Moskou, Koersk en Kaloega wordt bericht,
dat de oonservatieven bij de boeren ha.nd-
teekeningen verzamelen voor eenie petitie
ten gunste van de voortzetting van den oor
log tot het uiterste en van de handhaving
van de autocratie.
De correspondent van de Vossische Ztg.
te Petersburg 'bericht over de ontvangst van
de ukase van den Czaar van 4 Maart door
de bevolking, dat die zeer skeptisch is ge
weest. Wat deze ukase aan vreugde en ont
spanning had kunnen brengen, had het voor
afgegane manifest r^eds bij voorbaat vernie
tigd. Het vertrouwen in den eerlijken goe
den wil van den Czaar en van de regeering
is geheel te niet gegaan. Iedereen vraagt bij
't lezen van de uitingen van 's Keizers wil
„Welke van de twee in den Ozaar huizende
zielen moet men vertrouwen?"
Prins Mestsjerski waarschuwde in zij nu
bespreking van de aan den minister van bin
nenlandsohe zaken gerichte ukase voor eene
gelijkstelling van de begrippen „beste elemen
ten" en „intelligentie". Hij verlangt, dat de
boiTen enkel boeren van het eigen district
zullen kiezen en dat de regeering strenger
dan ooit zich aan hare bevoegdheden zal
houden, opdat de hervorming niet den schijn
zal opwekken van toegeven aan de liberalen.
De Nowosti staat skeptisch tegeno/cr de
ukase, omdat het manifest, dat is voorafge
gaan, herinnert aan dat in 1881, dat den
grondslag vormde van de politiek van Alexan
der LEI. De Börsenzeitung verlangt waarbor
gen voor het vrije woord in de pers en is van
meening, dat de volksvertegenwoordiging
zich aan de eigenaardigheden van Rusland
moet aanpassen, want de westersche model
len zijn niet toepasselijk. Geen blad, in Pe-
tersburg en in Moskou, wijfst er op, dat het
enkel van de gedragingen van de leiders der
beweging onder het volk zal afhangen of de
principieels breuk met het oude stelsel tot
eene praktische bevrijding zal leiden.
19 lioman van
MORITZ VON BEICHENBACH.
Dat was echter nog niet dikwijls gebeurd,
want Mascha's edele en reine natuur was
vreemd aan elk gevoel van wantrouwen, en,
hoe scherp haar blik ook menigmaal kon zijn,
in zake® miste riji de zoo hoog noodige erva
ring bijina geheel.
Toch vond Lewosky het zeer onaangenaam
dat hij ziji 't ook af en. toe dioor de prin
ses werd gecontroleerd', want daardoor werd
het spoedig bereiken van. zijn doel hem moei
lijk gemaakt.
„Het is immers niet veel wat ik verlang,"
vond Lewosky, „en ik denk er niet aan, de
prinses te ruineeren of zelfs ernstig te bena-
deelen. Als ik ben, waar ik wezen wil, zal ik
g*een penning meer aanraken, die mij, niet
toekomt, maar die kleine hindernissen maken
miji ongeduldig."
Wat aan de volvoering van het door hem
beoogde plan den voorn aamsten stoot had
gegeven, was riin kennismaking met den
graaf von Lantzau.
De graaf interesseerde zich niet voor han
delszaken, hij was zwak cn gemakkelijk on
der dozen of genen invloed te "brengen., hij
coquetieerde met een hartstocht voor sport
zaken, dien hij in waarheid niet bezat eu was
daarbij een innemend man, die zeer verliefd
op de prinses scheen te rijn.
„Als graaf Lantzau eenmaal met haar
trouwt, zal 't niet moeielijk zijn, zijn volle
vertrouwen te winnen; rij zal als jonge
vrouw en later als jonge moeder veel te veel
in haar liefde' opgaan om rich nog om reke
ningen te bekommeren, en daar rij toch wel
eens trouwe^, zal, is 't beter dat zij: hem
neemt dan een ander."
Zoo ongeveer was Lewosky's zienswij'^e ge
weest. die hem er toe had gebracht om op
goeden voet met den graaf te geraken en om
dezen tot het wederzien van dè priuses bei-
li ulpzaam. te zijn.
Zijln slechte luim, toen hij zich in zijn plan
nen gedwarsboomd zag, was derhalve wel ver
klaarbaar, te meer, daar de baron, naar 't
hem) toescheen, een, zeer gevaarlijke medemin-
uaar kon worden. Diens plotseling vertrek
uit Dresden stelde hem in d'at opricht wel
eenigsrina gerust, maar graaf Lantzaiu was
eveneens afgereisd en dat viel minder in zijn
geest. Nu zou er wel vroeg of laat een ander
komen opdagen, die 'them moeielijk kon
maken om het benoodigde kapitaal in dienst
van dè prinses oijeeu te krijgen hiji had
derhalve geen tijd te verliezen en voortaan
moest van elk voordeel zoo veel mogelijk par
tij worden getrokken.
De hem opgedragen paarden-aankoop bood'
hem een gunstige gelegenheid, en hij was be
sloten, deze niet ongebruiki/ te laten voor bi jr
gaan.
Van al die gedachten vervuld, was hij uit
de drukke straten naar de oude stadswallen,
tegenwoordig in een wandelpark herschapen,
opgeloopen. Do frissche lucht welke hij Mer
inademde, deed hem goed, en zoo liep hij
voort, zonder veel acht te slaan op den weg,
langs vroolijk verlichte speeltuinen, altijd
verder, tot het stil en eenzaam om hem heen
geworden was en hij een der voormalige ba
stions had bereikt, dat nu een schaduwrijke
tuin geleek. De maan spiegelde zich in het
water aan rijn rechterhand. Ze verlichtte
scherp de torens en de steenmassa's, die aan
gene zijde van het water zich verheffen en
het eiland bedekken, hetwelk in den volks
mond den naam draagt van „het Zand" en
dat een afzonderlijk stadje vormt in de stad,
met ziin kerken, den bisschopszetel en de
oude, burchachtige huizen, welker bijina al
tijd gesloten, middeleeuwsch versierde deu
ren slechts met een zeker gevoel van beschei
denheid schijnen geopeud te worden. Zoo
vindt men, geheel afgescheiden van de joe
lende handelsstad, wat de hoofdplaats van
Silerië inderdaad is, een veel kleinere stad,
die niets van handel of straatrumoer weet
en met kalme rust haar eigenaardig bestaan
door tal van eeuwen heen onveranderd
schijnt te hebben bewaard.
Maar het was niet de tegenstelling tus
schen het al te stille Zanderla.nd en het ge-
druisvolle Breslau, waardoor Lewosky thans
bewogen werd om stil te blijven staan en
naar de torens van den overkant to zien. Die
torens zeiden hem alleen, hoever hem zijn
eenzame wandeling had gevoerd en maanden
hem aan terug te koeren.
Weldra had hij het veel drukker gedeelte
van de promenade met de vele bier- en kof
fiehuizen weder bereikt, en sloeg hiï, daar
het heen en weer geloop van zooveel men-
sohen ham hinderlijk was, een rijpad in, dat
hem op een aderen weg bracht, die, met den
grooten weg evenwijdig loopende, meer aan
don waterkant was gelegen, een weg, waarop
hij bijna niemand tegen kwam.
De prinses had intusschen baar eerste
plan, om dien avond naar den schouwburg
te gaan, laten varen en tot Anna gezegd,
dat rij er na zulk een warmen, stoffigen dag
de voorkeur aan gaf om den avond in do
vrijp natuur door te brengen. Tante Anna
had' het wel niet goed gevonden om in den
avond zonder Lswoslcy uit te gaan, maar was
toch geëindigd, zooals altijd, met Mascha
haar zin te geven. Zoo waren dan de beide
dames eveneens gaan wandelen naar een der
vroegere bastions, thans insgelijks in een
tuin herschapen en bij de vermaak zoekende
bewoners algemeen bekend onder den naam
van „Liebichshoogte." Het is daar een ele
gante uitspanningsplaats, met lommerrijke
„ritjes", berceaus en breede terrassen rond
om een fantasohtisohen toren, die beneden
verschillende lokalen heeft, waar men het
ean en ander kan gebruiken, en die op zijn
koepelvormig dak het sinds de oorlogen van
'66 en '70 onvermijdelijk geworden beeld der
„Overwinning" draagt-.
Do prinses koos een plaatsje op het breede
terras met springende fonteinen en sierlijk
aangebrachte uitheomsahe plantengroepen,
maar weldra werd het krioelen van al die
menschen om haar heen to vermoeiend, en
de etensluoht. welke af en toe tot haar door
drong, was zoo ondragelijk, dat rij na ver
loop van eon klein half nur opstond en tot
Anna zeide:
„Ge hebt gelirk, dat is hier niets voor ons,
we zullen dadelijk vertrekken."
Op den terugweg kreeg zij een pad in 't
oog, dat glooiend naar den waterkant afliep.
„Daar moet het heerlijk zijn I" riep zii uit.
„Kom mee, tante Anna, dien kleinen omweg
willen wij toch eens maken."
Taute Anna had er weder veel tegen,
in aar deed niettemin, wat Mascha verlangde
„Ha, hier hebben wij eindelijk, wat ik
zocht," sprak de prinses, met verhaaste
schreden voortloopend, „frissche lucht en
eenzaamheidIk ben toch werkelijk, voor
het landleven gepraedostineerdnaar hot
schijnt, daar het verlangen naar frisscho
lucht en eenzaamheid altijd met verdubbelo
kracht in mij opkomt, als ik beide een tijd
lang heb gemist."
„Ja," zeide tante Anna, met een rijdeling-
schen blik naar een eenigsrins afgelegen
bankje, waarop een minnend paar, dat zeker
ook naar de eenzaamheid had verlangd, in
't half duister gezeten was, „ja, maar ik ge
loof baast, Mascha, dat men hier op dezen
tijd van den dag niet goedschiks komen kan,
dat het ons niet voegt."
„Wat wij beiden doen, tante Anna., is al
tijd voegzaam, dat weet- ge ook wel, en aan
kleingeestige vooroordeelen stoor ik mij
niet."
Een jonge man kwam met rassche schre
den langs den eernamen weg de beide dames
te gemoct. Kort voor de prinses gekomen,
bleef hij als verrast stilstaan, breidde zijn
armen 'uit en riep haar toe, terwijl hij plot
seling zijn half geneuried gezang staakte:
„Halt, hier wordt tol betaald één kus,
tegenstribbelen helpt niet anders komt
komt go niet voorbij
„Groote hemelgilde tante Anna, ver
stijfd van schrik, terwijl de prinses vol toorn
uitriep
„Onbeschaamde knaap, maak dnt je weg
komt
„Wat? Onbeschaamde knaap? Neen, uit
schelden laat ik me waarachtig niet. Nu
moet ik zeker oen zoen van je hebben, be
grepen
Wordt vervolgd.