S'. 850. Eerste Blad. 3d* Jaargang. Zaterdag 11 Maart 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. EEN PRINSES. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS P§? 3 maanden voor Amersfoortf 1.85. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Doze Courant Terachijnt Dagelijks, met uitsondering ran Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen en*., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Ujtgevers: VALKHOFF 6 O. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIÏ8 DJBB ADVEBTHUmÉN: T.a 1—8 ngtli JM* Elke regel meer -r. «Ml. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bodrijf bestaan voordeelige bepalingen t&t het herhaald adverteêren in dit Blaa by abonnement Bene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan hendie mei I April a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand JMaart nog zuilen verschijnenKOSTE LOOS toegezonden. Kennisgeving, De Burgemeester van Amersfoort, Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat de door den Directeur van 's rijks directe belastingen enz. te Amsterdam, executoir verklaarde kohieren Nos. 13 en 14 van de Perso- neele belasting over het dienstjaar 1904/1906, aan den Ontvanger van 's rijks directe belastin gen alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen aanslag op den by de wet be paalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat sen aangeplakt te Amersfoort, den 10. Maart 1905. De Burgemeester voornoemd, WULJTIERS. Politiek Overzicht De unie van Zweden en Noorwegen. Om het standpunt te doen kennen, dat Kroonprins Gustaaf, die thans ter vervan ging van den zieken. Koning het regent schap voert in Zweden en Noorwegen, in neemt in den nu weer hevig ontbranden unie- strijd, is het gewenscht een gedeelte teks tueel op te nemen van den brief, dien hij gericht heeft aan den voorzitter van de door de Storthing in Noorwegen benoemde oom missie om advies uit te brengen over de vraag wat moet worden gedaan, nu de ond- derhandeling tot regeling van de kwestie eener eigen consulaire vertegenwoordiging voor Noorwegen is mislukt. Het luidt aldus „Wat is liet beste voor Noorwegen, ik zeg met dezelfde kraaht: het beste voor beide rijken? Ik heb geen bezwaar die vraag met dit woord te beantwoordenVereeniging. Het is daarom mijine oprechte hoop en mijne innigste aansporing aan u, geen weg te kie zen, die tot de breuk tussohen de beide vol ken leidt. Het is zoo dikwijds gezegd, dat de dynastie hare eigen belangen tracht te be hartigen en die laat voorgaan bij die van de beide volken; maar dit is niet de waarheid. De unie is niet de hoofdzaak voor de dy- naste, maar behoorde dit te zijp. voor de beide volken; zij is eene levensvoorwaarde voor hun geluk en hunne toekomst. De Kroon heeft zich nooit belemmerend in der» weg geplaatst, dat Noorwegen zijn eigen consulaatwezen krijgt; de eenige voorwaar de voor de vervulling van dezen wensoh is en moet zijn, dat de verhouding tot het ge meenschappelijke bestuur der buitenland- sahe zaken wordt geregeld op eene wijze, die de unie waarborgt, en dat deze zaak, die de beide rijken aangaat, eerst definitief kan worden beslist na hare behandeling overeen komstig art. 6 van de rijksakten. Van mijp standpunt als regent van het vereenigde koninkrijk kan ik nooit anders handelen dan zoodanig als ik nuttig acht voor de bestaan de unie, tot welker handhaving ik mij ver plicht reken. „Wel is er eene poging op den weg van partieele hervorming beproefd, die helaas mislukt is, maar daarom moet men niet ter stond alles opgeven en wegen betreden, die toch niet tot het doel leiden, maar het lo gische gevolg daarvan is nieuwe onderhan delingen met Zweden te beginnen op broe deren grondslag, en ik verklaar mij ten volle bereid om mijne medewerking te verleenen tot zulk eene onderhandeling op den grond slag van de gelijkstelling van beide rijken." Uit dit sohrijiven spreekt eene krachtige overtuiging, en de kroonprins-regent heeft, dcor dezen brief aan den voorzitter van de Stort hing-commissie te doen toekomen, niet anders gedaan dan van zijn recht gebruik maken, al is dit ook geschied op ongewone wijze. Maar op de stemming in Noorwegen heeft dit schrijven de uitwerking van olie in het vuur. In een bij duizenden verspreid vlugschrift wordt verklaard, dat het ant woord op dit schrijven moet zijn een een stemmig besluit van de Storthing om ter stond in de kwestie der eigen consulaten den knoop door te hakken. Het conservatieve Morgenblad zegt, dat het ongehoord is, dat de regent in de pers optreedt met raadgevin gen en waarschuwingen, die eerder op hunne plaats zouden zijn tegenover de misslagen van de Zweedsohe regeering. De radicale Verdens Gang merkt op, dat er toch niet plotseling Russische toestanden in Noorwe gen zijn gekomen, dat de Kroonprins even als de Czaar manifesten gaat uitvaardigen. Schering en inslag van alle betoogen is, dat de kroonprins zich als regent moet bewegen, in de vormen, die door de grondwet zijn voorgeschreven. Zeer opmerkelijk is de mededeeling, dat de beide ministers Hagerup en Ibsen, toen de kroonprins hun zijn voornemen te ken nen gaf om een brief aan de Storthing-com- missie te zenden, hm dit optreden en ver zochten daarmede in ieder geval te wachten totdat het kabinet zijne ontslag-aanvrage had ingediend, omdat het-anders den schijn kon hebben alsof de ministers het in het schrijven ontwikkelde unie-programma goed keurden. Aan het einde van den. brief werd de wensch uitgedrukt, dat de inhoud ter aJ- gemeene kennis zou worden gebracht; maar de voorzitter der oommissie deelde den kroonprins mede, dat de commissie voor de openbaarmaking geen zorg kon dragen, om dat zij alle bij haar inkomende brieven be schouwde als van vertrouwelijker! aard. De kroonprins zorgde er daarom zelf voor, dat zijn sehrijven aan de pers werd medegedeeld. Frankrijk. De Fransche Kamer heeft, na de begroo ting te hebben afgedaan, tot den 16en Maart vacantie genomen. De afgevaardigde de Pressensé heeft den minister van buitenlandische zaken Delcassé medegedeeld, dat hij hem den 16en Maart in de Kamer eenige vragen zou stellen over het lange verblijven van de Raltische vloot in de wateren van Madagascar. In het schrij ven van De Pressensé aan den minister, zegt hij o. m.De voortdurende geruchten van het bijna eindelooze verblijf van het eskader van admiraal Rodjestwensky in de wateren of in de onmiddellijke nabijheid van Mada gascar verontrusten ten zeerste alle vrienden van den vrede in Frankrijk. Het is Frank- rijk's plicht de onzijdigheid zoowel naar den geest als naar de letter te handhaven. Het mag zich ook zelfs niet in schijn blootstellen aan gegronde klachten of aan het gevaar van eene vlootactie in deze wateren, waar tegen het geen gerechtvaardigd protest zou kunnen aan teekenen. Hongarije. De zitting van bet huis van afgevaardig den verliep eergisteren kalm. De oppositie liet een voorstel opstellen, om het kabinet- Tisza in staat van beschuldiging te stellen, maar het is nog onzeker of dit voorstel zal worden ingediend. Het huis van afgevaardigden heeft, met het oog op bet feit, d'at de ministerieel© cri sis nog voortduurt, besloten zijne zittingen te verdagen totdat het nieuwe kabinet zal zijn gevormd, maar tevens den voorzitter gemach tigd, als hij dat ncodig oordeelt, de vergade ring vroeger bijeen te roepen. Rusland. Het Petersburgsche telegraafagentschap verklaart, dat de mededeeling in de bladen, als zou minister Witte zijn ontslag hebben gevraagd, ten eenenmale onjuist is. Petersburg, 11 Maart. In het hotel garni Bristol, tegenover de Izaak-kathedraal en in de nabijheid van het Duitsche gezantschap, kwam heden morgen eene dynamiet-ontplof- fing voor. Bij Prilepi (gouvernement Koensk) hebben boeren de bezitting geplunderd van baron Meijiendorff, den commandant van de lijf wacht van den. Czaar, en 330 ton koren ge roofd. De Morning Leader verneemt uit Kopen hagen, dat er in de naaste toekomst eene gevaarlijke, wijd vertakte beweging onder den Russischen boerenstand te verwachten is. De in nood en ellende levende boeren worden uit hunne politieke verstijving wakker geschud door het gezicht van reusachtige, braaklig gende landerijen, behoorende aan den staat en de grootvorsten, welker bewerking 't hun mogelijk zou maken te lever» en zelfs te spa ren. Uit Toe la, Nowgorod ©n Nisjni Nowgorod wordt bericht, dat de boeren weigeren be lasting te betalen en de belastingkantoren plunderen. De oorlog in Oost-Azië. Van den oorlog rijn de volgende berichten Moekden 9 Maart 10 uur 's morgens). Gis terenavond drongen de Japanners voorwaarts van uit het zuiden over de verlaten vlakte tussch^B de Sjaho en de Hoenho. Zij zijn nu genaderd tot op 5 werst ten zuiden van de laatstgenoemde rivier. Tegenover Matsjapoe gaan zij noordwaarts. De Japansche batterijen onderhouden een onafgebroken vuur. Zij slaagden er in- om be legeringskanonnen in batterij te brengen te Dishantoem, op negen werst ten westen van de stad, vanwaar zij ook met mortieren voor het aanbreken van den dag ihet vuur open den. Dit dorp was gisteren het tooneel van den bloedigsten en den hevigsten strijd van dezen verschrikkelijken veldslag. Het bezit er van is een levensquaestie. De Japanners stormden telkens weer en de Russen werden verdreven, doch slaagden er ten slotte in het dorp weer te heroveren. Herhaaldelijk werd man tegen man gestreden. Het garnizoen stond bloot aan het vuur uit verscheidene honderden ka nonnen. Is eenmaal Diahantoen. ia hunne han den, dan kunnen de Japanners hun kanonnen per spoor naar het station van. Moekdea ver voeren. De Japanners oonceoitreeren eveneens een strijdmacht ten westen ten ten noorden van Moekden op zeven wersten ten westen van den spoorweg, met het doel om do vijandelijke troepen ten zuiden daarvan te omsingelen en af te snijden. Peterstrurg, 9 Maart. Generaal Koeropatkin berioht van heden De vijand het zich in geen ernstig gevecht in tegen het front in het Z.W.. Om 10 uur voonniddags kwam het berioht dat de vijand na een gevecht Kioesan, '20 werst ten Oosten van Moekden, 'bezette. De vijand bestookt ons noorderfront, om nader te komen bij de spoorbaan bij Moekden. Het dorp Sintaitse is in handen van de Japanners geweest, maar nu ontruimen zij het weer. Bij Tsenitoeng duurt het gevecht voort. Wij maakten twee maxims budt en namen een groot aantal Ja panners gevangen. De beweging der Japan ners naai- het Noorden wordt voortgezet. Fa- sitoeng werd door hem bezet. 10 Maart. Koeropatkin bericht aan den CzaarHeden nacht begon de terugtocht van al onze legerkorpsen. Gedurende den nacht werd niet gestreden, maar het geschut-- en geweervuur hield den geheelen nacht aan. Petersburg, 10 Maart. (Times). Eeai officieel berioht geeft de Russische verliezen tot Don derdagmorgen op als 65.0-J man. Het laatste telegram van Koeropatkin, dat heden Zarskoje Selo bereikte, meldde laiko nnek,,Ik beu omsingeld." Men gelooft, diat het beden morgen vroeg door een boodschap per naar Tieling gebracht werd. N ioetsjwang10 Maart. Volgers een in bij zonderheden gaand gerucht, dat deze stad heeft bereikt, is Moekden gisterenmorgen om 10 uur feitelijk :n de macht van de Japanners gevallen. Koeropatkin zou duizende gevange nen en resachtige hoeveelheden kanonnen en voorraden verloren hebben. Nioetsjwang, 10 Maart. Hier werd het be rioht ontvangen, dat de Russen uit Mcek- den verdreven werden en Foesjoen van de spoorwegverbinding afgesloten is. Er wordt verder medegedeeld, dat de Russen terugtrek ken naar bet heuvelachtige terrein in het N.O in getdemoraliseerden toestand er. 111 verspreide afdeelingenizij werpen nu en dan verschansingen op, om weerstand te bieden aan de vervolging, maar een groot achterhoe degevecht heeft niet plaats gehad. Het zal onmogelijk zijn voor die Russen lang tien te- geustand vol te houden in de woeste spreek ten oosten van de spoorbaan, daar zij geene gelegenheid hebben levensmiddelen te ver krijgen. Het is mogelijk dat de Russen trach ten zullen Kirin te bereiken door de vlakte naar het N. O., maar een speciaal Jipansc.'i legerkorps van de Yaloe dreigt hun Hen weg af te snijden. Koeroki rukt op naar het N.W. en drijft de Russen naar Nogi toe. De verliezen aan beide zijden zijn buitengewoon groot. Meu zegt. dat het Russische 16 ie leger corps geheel vernietigd is te Tasjisji*ho tu dat de Russen bij den Lioekwanpis achtdui zend man verloren hebben. Tokio, 10 Maart. De Japanners hebben Tita genomen. De Russen blijven de ver sterkingen ten noorden van de Hoenho bezet houden en ze met kracht verdedigen. Een stofstorm belemmert den strijd. Tokio, 10 Maart. Heden voormiddag om tien uur hebben de Japanners Moekden be zet. Tokio10 Maart. Oyaana seint, dat Moek den heden om tien uur voormididags 'ezet werd. Onze omtrekkende beweging, rinds eenige dagen aan den gang, is thans vol'edig gelukt. De hevige strijd duurt nog voort op verschillende plaateen in de buurt van Moek- den; wij namen een groot aantal Russen gevangen en maakten aanzienlijke hoeveel bedien wapens, munitie, provisie en andere oorlogsbehoeften buit. Er is geen tijd om daarnaar om te zien. Tokio, 10 Maart. Betrouwbare maar niet officdeelo mededeelingen melden, dat do Russische legermacht bewesten Moekden be staat uit twee legercorpsen. De Japansche strijdmacht, die de spoorbaan verwoestte, drijft de Russen naar bet Noorden. Een ge deelte van het Japansche centrum dringt de Russen naar het N. langs den weg naar Moek den en is nu in gevecht zes mijlen benoor den de Hoenho. De uiterste Japansche rech tervleugel staat binnen vijf mijlen afstand van Foesjoen. Bijna al het. Russische zware geschut en vele stukken veldgeschut werden buitgemaaktDe Russen schijnen zich in oostelijke richting te bewegen in de rich ting van Foesjoen met het doel naar het N. terug te trekken. Tokio, 10 Maart. De Japanners bezetten gisterenavond Foesjoende strijd duurt voort op de hoogten benoorden Foesjoen. Tokio, 10 Maart. (Standard.) Verscheidene korpsen ten noorden en ten oosten van Moek den zijn geheel door de Japanners omsin geld. De Russen verbranden overal hunne magazijnen. Hunne verliezen, met inbegrip van de krijgsgevangenen, zullen waarschijn lijk meer dan 200.000 man bedragen. Washington, 10 Maart. (Morning Post). eHt staatsdcparteiment heeiu een telegram van den gezant te Tokio ontvangen, berich tende, dat de tot twee dagen geleden door de Japanners geleden verliezen bedroegen 50.000 man, daarondler begrepen de vernieti ging van eene 5000 man sterke brigade. Moekden is gisteren door de Japanners be zet. De Japansche krijgskunst mag zich d"us verheugen in eene nieuwe overwinning over het. in den strijd geharde Russische leger. Wellicht is een rechtstreeksche aanval niet eeus noodig geweest, omdat het bezit van de stad met de inneming van de heuvelreeks ten noorden van Moekden beslist was. Koeropatkin heeft Moekden verloren; de vraag is nu of hij niet ook een dieel van zijn leger verliezen zal. De taak, die thans op hem rust, is te zorgen, dat bem de terugtocht niet wordt afgesneden, omdat dan althans aan een deel van zijn leger eene vernietigende catastrofe beschoren zou zijn. En hij zal moeite hebben die te verhoeden, want de Ja panners hebben den spoorweg benoorden Moekden afgesneden. Toch zal Koeropatkin moeten beproesven, zich den weg naar Tie- ling te openen, omdat zijn leger anders voor den terugtocht alleen den landweg en den lokaalspoorweg FoesjoenTieling zou kunnen gebruiken. De Köln. Ztg. schrijft hierover: Het Rus sische centrum was in zijne hoofdlinie aan de Sjaho omstreeks 20 K.M. van Moekden verwijderd; verder zuidelijk lagen de stel lingen op de Nowgorod- en Poetilow-heuvels vooruitgeschoven. Bij den langen duur van het verblijf in die ttreek zijn zeker een aan tal colonne-wegen aangelegd, onafhankelijk van den grooten weg v?n Liaojang naar Moekden. Het heuvelland, dat den overgang vormt van liet gebergte tot de vlakte van het Liao-gebded, komt van het oosten tot dicht aan den weg en eindigt in een terras vormige afdaling naar het westen. Van ge wicht voor den terugtocht van de Russen is het, hoe voor de overgangen over de Hoenho «M T—a i'ii 20 fioman van MORITZ VON^REICHENBACH. De jonge man scheen werkelijk zijn voor nemen te willen volvoeren en tante Anna slaakte een kreet van angst. Op 't zelfde oogenblik traden uit een zij pad, vlak vóór de beide dames, twee heeren te voorschijn, van welke de een, den toe stand terstond begrijpende, den zoenlustigen jongen eenvoudig op rij duwde en hem toe voegde: „Maar, vriendlief, breng toch uzelf en anderen niet in ongelegenheid!" De man, die bij een barsoho toespraak zelf wellicht grof zou1 geworden rijn, droop nu stil af, terwijl de heer, die tusschenbei- den gekomen was, op_ zeer rustigen toon voortging: „De dames zullen wel toestaan, dat wij ze naar een veiliger plaats geleiden alleen wandelende dames kunnen dezen weg niet volgen." De prinses, die een woord van dank had willen zeggen, beet zich op de lippen, terwijl tante Anna vermaande: „Ziet ge nu wel, Mascha? Ik heb het daar even al gedacht!" „Maar bet »s toch een verregaande onbe schaamdheid van zoo'n kerelhij verdiende wel Oen gevoeliger les," meende de andere heer, staan blijvend om naar den bedoelden persoon om te zien. „Laat hetm maar loopen, hij heeft denke lijk te diep in 't glaasje gelceken, en al is dit niut het geval, we verbeteren de wereld im mers toch niet, met hem een kastijding toe te dienen," meende rijm metgezel die 'teerst was tosscheinbeideoi getreden. ,,We zullen de daimeu verder geleiden, anders mochten ze op dezen weg nog een dergelijke» ontmoeting hebben. Mag ik u mijn arm aanbieden, me juffrouw?" Hij wendde zich met die woorden tot de prinses, op wier gelaat toevallig juist het licht eener straatlantaarn Ariel eoi die hem kort tu voren al even verwonderd had aange zien, a's hij 't haar op dat oogenblik deed. Onwillekeurig greep hijt naar rijn hoed. De primes was geheel van den. schrik bekomen, en al zag zij ook nog een weinig bleek, ze zeide toch met een lief lachje „Ik geloof niet, dat ik mdj< vergis, als ik op dit oogenblik voor zijn gewaardeerde hulp den graaf von Mellow mijn dank betuig." „Ja, ik heet inderdaad MoIIoav en. „Baron Feldheim noemde mij uw naam, toen u in Dresden, langs ons tafeltje waart gegaan." „Ook ik herinner mij, prinses „Vergun mij, u aan mijn moederlijke vriendin, mevrouw von Hol lade, voor te stel len." Graaf Mellow boog voor tante Anna en deze zeide met een diepen zucht „Wat moet u wel van ons denken, nu u ons in zulk een netelige positie gevonden hebt?" „Ik denk, dat Haar Hoogheid een weinig onvoorzichtig heeft gehandeld," antwoordde do graaf, wel niet zeer beleefd:, maar toch met zulk een eigenaard igen toori in rijn stem dat men moeilijk boos had ku innen worden. Toen wendde hij, zich om uaar den anderen lieer en stelde hem als „graaf vont Zelldorf" aan de beide dames voor. „Wij adhten ons zeer gelukkig, dein' dames een kleinen dienst te hebben kuinnen bewij zen," haastte deze zioh te zeggen, ais om daarmede de minder hoffelijke uitdrukking van graaf Mellow ©enigszins goed te miakeu. De prinses liep haastig voort. De heele scène, die ontmoeting van den „Potmmer- sclicn beer", was haar pijnlijk geweest en zij haalde verlicht adem, toen rij plotseling Le- woaky te zien kreeg, die het viertal op rijn eenzame wandeling tegenkwam. „Ha, daar is onze cavalier, mijnheer von Lewosky," zeide zij, hem staande houdend en wel wat al te haastig afscheid van de beide heeren nemend. Eer tante Anna neg recht begreep, hoe alles zoo gauw gebeurd was, bevond rij zich weder met Mascha en Lewosky allecai. Zij troostte rich over het snelle congé door Ma scha aan de beide heeren gegeven, door Le wosky zeer uitvoerig de „ontzettende" ge schiedenis te vertellen van de ontmoeting met dien on beschaamden kerel en de daarop gevolgde tusachenkomst van do twee heereu, die hij had giezien. Eerst toen rij goed en wel in het hotel en met de prinses alleen was, vroeg rij haar: „Waarom heb je toch eigenlijk! dien graaf von Mellow zoo op stel en sprong wegge stuurd, Mascha? Hij was zoo flink en zoo goed en je was, om de waarheid te zeggen, bijlang niet lief tegen hem." „Hij was het tegen mij evenmin, tante Anna." „Niet? Maar, Mascha, ik vond toch «n in elk geval waren wij hem dank vesdhul- digd." Mascha beet zioh op de lippen, en Jiaar blik dwaalde door 't venster naar de duister nis daar buiten. „Ik ben vermoeid, tante Anna," zeide zij daarop langzaam, „we zullen gaan slapen Den volgenden dag hoorde Lewosky van Sohellnitzer, dat bet met het aankoopen van de paarden, waarop hij het oog had' gehad', niet zoo gemakkelijk zou gaan, aangezien graaf Zelldorf in rijn groote geldverlegen heid op het onverwachtst hulp had gevon den. „Daar is zoo'n groote graaf uit Pom meren komen aanzetten," vertelde Sohellnitzer, „een vriend of een familielid van graaf Zell dorf, die zich in alles moet mengen, die met de schuldeischers onderhandelt en graaf Zel- dorf de belofte heeft afgeperst, dat deze niets meer zal doenzonder het hem ge vraagd te hebben kortom, voor 't oogen blik is daar niets te doen; maar we zullen onzen tijd afwachten. De Pommeraan zal wel niet eeuwig hier blijven, en nu, er zijn nog andere menschen, die ook mooie paarden on óok geldgebrek hebben. In elk geval hoort ge spoedig iets van mij, mijn waarde heer Lewosky." HOOFDSTUK VI. Sedert eenige dagen had de prinses haar intrek genomen op de Poolsche bezittingen, waarvan de bosschen en landerijen wel ver pacht waren, doch waarvan het heerenhuis met den daarbij behoorenden tuin, op uit drukkelijk verlangen van den overleden prins, steeds voor zijn dochter moest gereser veerd blijven. Dat heeroahuis was geen kasteel, al werd daaraan door de landbewoners ook dien weidschen naam gegeven. Het was opgetrok ken uit vier zware muren, niet al te hoog, bekroond door een zeer groot door den tijd zwart geworden blokjes-dak, in twee verdie pingenzoodat liet cr in de verte uitzag als droeg het twee daken boven elkander. Van de eene rijde leidde een breede, houten trap, welker treden, in spijt van alle reparatie, steeds wat scheef waren, tot de eerste, en aan die rijdo eenige étage van het huis. Vau den anderen kant sprong een zeer breede gevel van paneelwerk uit het kolossaio dak naar voren en vormde daar een soort van tweede étage, die trouwens in haar geheel uit één zaal een ruime feestzaal be stond. Bij dit wonderlijke gebouw behoorde een groot, eenigjszing verwilderd park, waarvan de in Framchen stijl aangelegde taxuspyrar miden en de thans geheel bedorven beuken lanen aan het snoeimes en de tuinschaar ontwassen waren, toen de prins als banne ling in Siberië vertoefde, terwijl do tegen woordige meesteres niet do minste roeping gevoelde om dien al te roeten wasdom te keer te gaan. Daar stonden nieuwmodische tuinbanken, nog glinsterend van de groene verf, die er op was gesmeerd, in oude, kun stig gemetselde steengrotten, waarvan in gangen door een nimf zonder neus in zand steen of door een faun, die al jaren lang een arm kwijt waa, werden bewaakt. Hoog© zon nebloemen en vuur kleurige waterkers, die plebeérs onder de bloemen, bloeiden in ge barsten vaaon op de treden van een klein terras, dat zoo parmantig en eigenzinnig uit liet verwilderde, donkere taxusgroen van do omringde boechjes te voorschijn trad, als verwachtte het de komst van een gefriseerd en sierlijk gepoederd rooooo-gozelsaliap. Wordt vrvolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1