357. Eerste Blad.
3d* Jaargang.
Zaterdag 18 Maart 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De macht van het goede.
M'.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Pe? 8 maanden voor Amersfoortf 1.35.
Idem franco, per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Dezs Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, raededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bjj de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF 6 C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADYERTENÏTÊN:
(Ml.
0.15.
Van regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeeÜge bepalingen tót
het herhaald adverteêren in dfi Blad bij abonnement. Een#
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt ep aanvraag
toegezonden.
Aan hen, die met I April
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand Maart nog
zuilen verschijnenKOSTE
LOOS toegezonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester van Amersfoort,
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
gemeente, dat het door den Directeur van 's rijks
directe belastingen enz. te Amsterdam execu
toir verklaard kohier no. 4 van de Personeele
belasting, over het dienstjaar 1905/1906, aan den
Ontvanger van 's rijks directe belastingen al'hier
is ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is
zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet
te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat
sen aangeplakt te Amersfoort, den 17. Maart
1905.
De Burgemeester voornoemd,
WiUIJTTERS.
Politiek Overzicht
Ruslanda kansen te land en ter zee
Terwijl het Japansche leger met- verrassen
de snelheid de voordeelen van, de overwinning
bij Moekden inoogst en de Russen noodzaakt
steeds verder terug te gaan, getuigt het be
sluit, dat den 13en dezer te Zarskoje Selo
onder voorzitterschap van den Keizer geno
men is, van de gezindheid om het Russische
leger in een toestand te brengen, wiaairin
het in staat zou zijn do rollen te verwisselen
en wat het in dezen oorlog nog volstrekt
niet heeft gedaan aanval 1 enderwijs op te
treden. Voorloopig zal dit besluit echter bij'
woorden blijtvem, want voordat het woord in
eene daad kan worden omgezet, moet er heel-
wat gebeuren.
Er zullen gemobiliseerd woidenhet korps
grenadiers van Moskou, de tweede divisie
garde-kavallerie van Moskou, de tweede divi
sie garde-iufanterie van Petersburg, de derde
divisie garde-infanterie van Warschau, het
veertiende korps van Kiew en het vijftiende
korps van Warschau. Deze korpsen geven
echter te zamen nog lang niet het cijfer van
400.000 man, dat in het besluit van 13 Maart
is genoemd. Wanneer zij op volle sterkte zijn
gebracht, dan zullen zij aan het reeds mobiele
leger eene versterking brengen van hoog
stens 180,000 man, dus niet eens de helft
van het boven genoemde cijfer. Misschien
zullen later nog andere korpsen voor de mobi
lisatie worden aangewezen. Gelijktijdig kun
nen deze mobilisatiën toch niet geschieden
ieder korps moet zijne beurt daarvoor afwach
ten, die afhangt van de gelegenneid tot ver
zending naar het oorlogstooueel.
Het antwoord op de vraag, wanneer het
nieuwe Russische leger gereed zal zijn om te
opereeren op het oorlogstooneel, moet dus
gezoqht worden in deze andere vraag, welke
hoeveelheid troepen de Siberische spoor
weg in staat is te vervoeren. Dte Neue Freie
Pres-c heeft daarvan eene berekening ge
maakt; zij is van oordeel, dat men bij het
'beperkt3 aantal treinen die op den spoorweg
kunnen loopen en het reusachtige transport
van materialen, dat behalve het troepenver-
moet geschieden, hoogstens kan ver-
xvartfo" dat duizend man per dag op het
oorlogstooneel worden afgeleverd. Om 180,000
man over te brengen, zal men dus noodig
hebben 180 dagen; daarbij voegende de 45
dagen van de reis, worden er in 't geheel 225
dagen of 7J maand gevorderd om de 180,000
man, tot welker mobilisatie nu het besluit
genomen is, naai' Oost-Azië te vervoeren.
Het nieuwe Russische leger zou dan nog
■niet eens de helft tellen van de sterkte,
waarop het besluit van 13 Maart het bepaalt.
Maar zelfs die kleine helft aal eerst in de
maand November geheel ter beschikking van
den opperbevelhebber staan; d. w. z. juist
in den tiid, waarin tengevolge van de vorst
de stilstand in de operatiën begint, die, zoo
als wij hebben ondervonden, minstens drie
maanden duurt. Gedurende dit jaar zou er
dus voor het Russische leger slechts sprake
kunnen zijn van een verdedigingsoorlog, en
de aanvalsoorlog, waarvoor het nieuwe leger
op de been moet worden gebracht, zal eerst
in Vt volgende jaar kunnen beginnen onge
veer op denzelfden tijd, waarop nu het Japan
sche leger zijne aanvalsoperatiën is begonnen.
Wat Rusland ook moge ondernemen, het
groote nadeel van den verren afstand, die
het tooneel van de krijgsoperatiën scheidt
van zijne basis in Europa, laat zich niet weg
cijferen. Gedurende het tweede oorlogsjaar,
nu de Russen uit Mandsjoerij© nagenoeg ge
heel verdreven zijn en dus uitsluitend rivn
aangewezen op hun eenigen gemeensohaps-
weg met Europa, zal dit nadeel zich in nog
veel sterkere mate doen voelen dan in het
eerste jaar. Met een tegenstander, die tot dus
ver niets dan overwinningen bevochten heeft,
voor zich en een gebrekkigen ge mee nschape-
weg achter zich. zou men zeggen, dat voor
Rusland de kans voorbij is om in den oorlog
te land de eindoverwinning aan zijne zijde
te brengen. Alleen door den strijd om de
heerschappij ter zee zou het nog mogelijk
kunnen zijn eene omkeering teweeg te bren
gen, die ook op den toestand in Mandsjoerije
van invloed zou zijn. Dit vestigt de aandacht
op de Russische vloot, onder admiraal
Rod j est we n?kydie de laatste weken vrij
wel in vergetelheid heeft doorgebracht in de
wateren van Madagascar Het voert officieel
den titel„tweede eska der van den Grooten
oceaan/', maar sedert den ondergang van het
eerste eskader, is het feitelijk geworden het
eskader van den, oceaan. Or» dat
eskader rust nu Ruslands laatste hoop.
In een werk, getiteld: „La marine russe
dans la guerre russo-japonaise", waarvan voor
eenige dagen de Fransche vertaling versche
nen is, houdt de door zijne rol in het Dog-
gersbank-incident bekende Russische kapi
tein ter zee Klado zich bezig met de taak,
die voor dit eskader is weggelegd. Naar zijne
meening is het, zelfs nadat het versterkt zal
zijin door de aanvullingsdivisie van admi
raal Dobrobworsky, nog altijd niet opgewas
sen tegen de strijdmacht van admiraal Togo.
Het zou dus nog de volgende versterkingen
moeten ontvangenhet linieschip Slava, de
kanonneerbooten Chrabry en Grozjascyi, de
kruisers Tamjat Azowa en Admiraal Korni-
low en de vereischte transportschepen. Deze
versterkingen zouden wel Rodjestwensky's
kansen veel gunstiger maken, maar nog altijd
niet den stelligen waarborg voor het succes
bieden. Hiertoe zou noodig zijn, de gereed
staande strategische reserven van de Zwarte
zee bij de vloot te voegen, in de erste plaats
de linieschepen Knjaz Potemkin, Travioes-
ki, Tri Svjatitelja en Rostislaw, de nieuwe
kruisers Kagoel en Ocakov, de torpedokrui
sers Gridenj en Kapitein Saken en dertien
nieuwe torpedojagers.
De gewichtige strijd om zijn bestaan maakt
het, naar de meening van Klado, Rusland
tot plicht zich heen te zetten met onbuig
zame vastberadenheid over alle verdragen,
die de aanwending van de Zwarte-zee-vloot
verbieden, en zelfs niet voor de mogelijkheid
van een oorlog met Engeland terug te schrik
ken. Want als Engeland den oorlog wil, dam
zal het toch vroeg of laat een voorwendsel
vinden, en als het den oorlog niet wil eni
daarvoor spreekt zijine houding in het Dog-
gersbank-incident dan zullen zijine even-
tueele protest-nota's het uitloopen van de
Zwartezee-vloot zelfs geen dag vertragen.
Klado zegt„Met deze versterkingen is geen
échec te vreezen en onze angstige verwach
ting zal plaats maken voor een onwrikbaar
vertrouwen wij hebben feitelijk de zekerheid
te overwinnen."
Het is waar, om te winnen moet men wa
gen. De vraag is alleen of hier niet te veel
zou worden gewaagd. Zich een nieuwen vijand
op den hals te halen, kan voor Rusland in
dit stadium van den oorlog geen aanlokkelijk
vooruitzicht hebben. Als de vloot van Rod-
jestwensky aan de vereenigde Japansche en
Engelsche vloten het hoofd had te bieden,
dan zou de zekerheid, waarvan kapitein Kla
do spreekt, wel weer in angstige verwachting
verkeeren. En zelfs zou men de vraag kun
nen stellen of, al bleef de Japansche vloot
alleen, de mogelijkheid geheel is uitgesloten,
die Klado alleen voor het geval van hare
zwakte in aanmerking neemt met de woor
den „.Wegens de zwakte van onze
vloot en vooral wegens onze onwe
tendheid in marinezaken zijn wij
blootgesteld aan de mogelijkheid, dezen oor
log voor goed te verliezen en gedwongen te
zijn een vernederenden vrede aan te nemen."
Dultschland.
Berlijn, 17 Maart. In antwoord op een be
toog van Bernstein (socialist) verkhart de
rijkskanselier graaf Bulow, dat er voor de
Duitscke regeering geen reden bestond bij de
goede politieke betrekkingen, die Duitsch-
land tegenwoordig met Rusland onderhoudt,
de Russische leening in Duitsca'ani tegen te
werken. Ook aan de Japanners zou men in
een dergelijk geval geene moeilijkheden in
den weg leggen. De groote meerder hei a der
tegenwoordige bezitters van Russische fondsen
in DuitscHland wil die fondsen niet onder
den indruk van eene paniek, tot eiken prijs
va.n de hand doen; men bewaart ze voor
betere tijlden. Ten slotte bespreekt de rijks
kanselier, naar aanleiding van opmerkingen
van den afgevaardigde Spahn (centrum) nog
maals de Oostmarken-politiek der regeering,
waarbij hij' bijval oogst aan de rechterzijde en
bij de nationaal-liberalen.
Na verder debat, hoofdzakelijk loopende
over de Polenpolitiek en waarbij graaf Bülow
nogmaals het woord neemt, wordt de begroo
ting van den rijkskanselier goedgekeurd.
Frankrijk,
Parijs, 17 Maart. De Kamer heeft met 519
stemmen tegen 32 de wet aangenomen, oio
den militairen diensttijd op twee jaren be
paalt.
Engeland.
Met het oog op den politieken toestand
verdient de aandacht een brief van Jozef
Chamberlain, die in eene onlangs gehouden
vergadering van zijne kiezers werd voorge
lezen. Daarin wordt gezegd„Ik geloof, lat
binnenkort de tijd zal komen, waarop k
weer om uw vertrouwen moet verzoeken, tk
zal mij dan veroorloven te hopen, dat Bir
mingham weer eens de leiding zal op zich
nemen op den weg naar eene groote, noodza
kelijke hervorming." Men meent in deze
woorden eene nieuwe, duidelijke waarschu
wing te zien, dat een© ontbinding van het
parlement niet lang meer kan uitblijven.
Italië.
De oplossing, die de ministerieele crisis in
Italië heeft gekregen, is natuurlijk eene
voorloopige. Nu Fortis de taak om een nieuw
Italiaansch kabinet te vormen heeft opge
geven, is de minister van buiten landsohe za
ken Tittoni tijdelijk als min.-pres. opgetreden
en heeft naast zijne eigen portefeuille oot
die van binnenlandsche zaken op zich geno
men. Alle andere ministers, behalve Giolitti,
blijven eveneens voorloopig aan. De Tribuia
had vroeger reeds medegedeeld, dat de
Kroon plan had de ministers uit te noodigeu,
nadat Fortis zijn onvermogen tot kabinets
formatie had te kennen gegeven, om opnieuw
voor de Kamer te verschijnen en door eene
of andere stemming een richtsnoer voor de
oplossing der crisis uit te lokken.
Oosten rijk.
Weenen, 17 Maart. De minister-president
verklaarde, dat zoodra een ndeuiw kabinet ia
Hongarije zal zijn opgetreden, het <le plicht
van de Oostenrijksche regeering zal zijin aan
dit kabinet eene reeks van stellige vragen
voor te leggen. De minister zal aan, niets zijn
steun geven, wat strijdig is met de belangen
van Oostenrijkde regeering steunt, zonder
voorbehoud, het compromis op handelsge
bied, dat aan de goedkeuring der Kamer
onderworpen is, Want de economische ge
meenschap is in het be-lang van de bedde sta
ten. Wat het Leger betreft, zal de regeering
den invloed van Oostenrijk op de rijkszaken
blijven handhaven. De regeering verzoekt der
Kamer vertrouwen te hebben. Aan de be
langen van Oostenrijk zal niet worden ge
raakt, maar de Kamer moet noch hartstoch
ten opwekken, noch daaraan voedsel te geven.
Hongarije.
Zondag komt de Keizer-Koning weer te
Budapest om te beproeven de oplossing van
de krisis te bespoedigen.
Rusland.
Op bevel van den Czaar werd aan de Mcs-
kousche Landbouwvereeniging het predikaat
„keizerlijk" ontnomen, omdat rij protest had
aangeteekend tegen de maatregelen ter on
derdrukking der troebelen in Petersburg op
22 Januari en besloten had de onmiddellijke
invoering te eischen van een volksvertegen
woordiging en reeds was begonnen de gou
verneurs, gemeenteraden en landbouwver-
eenigingen van dit besluit in kennis te stel
len.
De aartsconservatief prins Mestsjerski
schrijft in zijn orgaan, de Grashdaniu„In
het bewustzijn van mijn plicht om zonder
vrees mij zelfs schrap te zetten tegen de voor
mij heiligste dragers van de liefde voor het
Russische vaderland, zeg i'k hardop, dat er
thans nog slechts iets is wat Rusland kan i p-
beuren en zelfs redden, dat isterstond vrede
te sluiten, onverschillig wat dit moge kosten.
Toen Port Arthur nog van ons was, zeide ik,
dat de vredesvoorwaarden licht zouden 'ijn.
Thans, nu Wladiwostok nog van ons is en
Saohalin ongerept is, moeten ook zonder eene
overwinning de voorwaarden gemakkelijker
zijn dan ua hun verlies... Eene voortzetting
van den oorlog brengt enkel nut aan de
slechtste zonen van het land. Erken, dat de
oorlog eene straffe Gods is, die gij verdien-
det; vind kracht tot de wedergeboorte in
vreedzamen arbeid tot redding van het land."
De Nowoje Wremja schrijft daarentegen
„Japan verlangt IJ millioen roebels van
Rusland. Frankrijk wil volgens berichten
uit Londen het geld verschaffen. Dat is on-
noodigRusland behoeft geen vrede." Men
ziet hieruit, dat de oorlogspartij thans nog
het oor van den Czaar heeft.
Japan.
New-York, 17 Maart. Wanneer men het
eens kan worden over de voorwaarden, zul
len New-Yorksche bankiers samenwerken
met Duitsche financiers tot regeling van de
voergenomen Janansohe 1 eenling.
Vereenigde Staten.
Het staat nu vast, dat het verdrag meo
Sint Domingo in de tegenwoordige zitting
van den Amerikaanschen Senaat niet meer
bekrachtigd zal worden. Men vertrouwt ecli
ter het later tot stand te brengen.
Staatssecretaris Hay moet op raad van den
dokter een zeereis doen. Daar hem volkomen
rust is voorgeschreven, zal hij een officieel
bezoek aan vreemde havens vermijden. Wan
neer zijn gezondheidstoestand beter wordt,
zal hij in 't laatst van April zijn regeerings-
arbeid hervatten.
Venezuela.
Washington., 17 Maart. De Fransche re
geering heeft officieel aan de Vereenigde
Staten medegedeeld, dat rij de maatregelen,
door Venezuela genomen tégen de Fransche
Telegraafmaatschappij, als willekeurig be
schouwt. Zij gaf tévens te kennen, dat haar
geduld over de handelwijze van Venezuela
weldra uitgeput zal rijn. De Fransche ge
zant zal de volgende week met president
Roosevelt cionfereeren otm inlichtingen te
verkrijgen over de gedragslijn, die de Ver
eenigde Staten tegen Venezuela zullen vol
gen, opdat Frankrijk, als het mogelijk is, op
gelijke wijze zal kunnen handelen.
De oorlog in Oost-Azië.
Van den oorlog rijn de volgende berichten
Petersburg, 17 Maart. De ontheffing van
generaal Koeropatkin van zijn post als op
perbevelhebber van de Mandsjoerijsche le
gers is geschied met behoud van zijne waar
digheid als adjujdant-generaal van den Kei
zer.
Petersburg, 17 Maart. Het Petersburgsche
telegraaf-agentschap verneemt uit Sjantafoe,
dat generaal Koeropatkin heden avond naar
Petersburg vertrekt en dat generaal Line-
witsoh het ambt van opperbevelhebber heeft
aanvaard.
Petersburg, 17 Maart. Er is oene commissie
benoemd met het lid van den Rijksraad, ge
neraal Roop als voorzitter, om de voorwaarden
voor de overgave van PoiArthur na te gaan
en recht te spreken over generaal Stoessel.
Tokio, 17 Maart. Een telegram van het
hoofdkwartier berichtHet station Tieling
is een prachtig gebouw. De stations-inrichtin
gen rijn gelijk aan die te Liaojang. De voor
raden en fourages van den vijand, die rond
om het station waren opgestapeld, zijtn in
brand gestoken en voor twee derden vernield.
Wij vermeesterden een talrijke buit, maar
hebben nog geen gelegenheid gehad alles na
te gaan. Wij maakten een groot aantal ge
vangenen.
In de richting van den rechter-vleugel zijn
geene bijzonderheden ontvangen.
Volgens de Figaro is weldra een manifest
van den Czaar te verwachten, waaruit het
voornemen van de Russische regeering, om
XIX.
Ik geloef niet, dat er een godsdienstige
secte bestaat of rij heeft een kerk, alt-hans
zoodra er geld genoeg bijeen is, wordt dat
het allereerst bésteed om een kerkgebouw
te stichten, men zou kunnen zeggen, als on
vernietigbare reclame. Er is hier in Den
Haag een Apostolische kerk, een Zionisten-
kerk, een Derviaansche kerk, alle duidelijk
kenbaar aan den eigenaardigen bouwtrant,
die een kerk heeft, met of zonder toren, al
naar gelang er geld aanwezig was.
Men hoort van die seoten betrekkelijk
weinigmen weet dat ze bestaan, nu. ja,
maar van hun leven en stroven, wordt men
niets gewaar.
Maar er is in ons land een secte indien
men, haar zoo noemen wil die geen kerk
bezit, doch die kerkelijke „bijeenkomsten''
houdt in een gewoon heerenkuis, tot dat
doel afgehuurd, en waarvan de benedensuite
zoo goed on zoo kwaad als 't ging tot kerk-
locaal is ingeridht. En toch is die secte een
groote macht geworden in ons land, vooral
in de grootere steden, niet zoozeer om 't geeu
die secte predikt, dan wel om 't geen rij
doet. Ik bedoel: het Leger des Heils.
Ik herinner me nog zoo goed dat eerste
komen van die heilssoldaten in ons land.
Met den hallelujahoed op 't hoofd, 't vaan
del voorop, met tambourijn en trom liep een
optocht van een twintigtal van hen door de
straten, heilsliedcren ringend en gevolgd
door de vriendelijke straatjeugd, die mede-
brulde of spottend allerlei grappen schreeuw
de om dezen optocht bespottelijk te maken.
Onverstoord en steeds ringend hunne op
gewekte godsdienstige liederen, vervolgden
de heilsoldaten hun, weg, altijd maar om
ringd door steeds meer volk.
Of 't nu kwam dat de godsdienstige liede
ren het volk tot maathouden dwongen, of dat
de onverstoorbare opgewektheid der soldar
ten niet naliet haar invloed op het volk uit
te oefenen, ze staakten in elk geval hun
spotternijen, lieten den weg vrij en beperk
ten i^ioh tot het eenvoudig volgen van den
kleinen stoet.
Op een pleintje midden in de volksbuurt
werd Kalt gehouden, de soldaten schaarden
zich in een halven cirkel omi één hunner,
die het volk begon toe te spreken, en hij
deed dit wel op zulk een trouwhartigen en
gemoedelijker toon, dat de omringenden on
willekeurig bleven luisteren. De levende
muur van toehoorders werd steeds dikker.
De spreker kon zich niet voor allen meer
verstaanbaar maken. Hij vroeg of iemand
hem een stoel of iets kon bezorgen, dat hij
zou kunnen 1 ©klimmen. Men bracht hem,
een tafel. En weldra golfde zijn sympathieke
stem ver over dé menigte heen.
„Denkt niet", riep hij, „als ge een dronkaard'
riet, dat' hij slecht is. Veracht- liem niet, hebt
medelijden met hem, want hij is verdwaald.
God heeft medelijden met ons allen, en wie
tot Hem gaat, wordt nooit weggestuurd van
Zijin aangezicht, dodli. Hij heeft, voor ieder
een plaats bereid in Zijn Huis. Als ge sleciht
zijt, kunt ge beter Worden, want Jezus is er
om uwe zonde te vergeven. Hij zal u redden.
Ga tot Heui en zeg: Ik heb geaondigd en
uwe zonden zullen u vergeven rijnZij
zongen toen het lied met de vriendelijke, op
wekkende wijs, die ik nog in het hoofd heb:
„Wasch mij, en witter dan sneeuw zal ik
rijln."
Zoo ging die kleine bende voort, predi
kende en zingende door de stad, en een paair
dagen later werd in de couranten een bij
eenkomst aangekondigd in een dér openbare
zalen.
Het publiek stroomde er heen, uit nieuws
gierigheid natuurlijk, en ik ging" ook mee,
daar ik 't interessant vond, ofschoon ik die
eerste prediking reeds had bijgewoond, deel
uitmakende van2het volk, want hoe
wel eenigszins achteraf en mijl wat ver
wijderd houdend van de mensohenmassa,
was ik tooli te nieuwsgierig om niet alles van
„het zaakje" te willen weten.
Ik ging dus mee, en was er ooggetuige
van hoe eenigeu op 't zondaarsbankje kniel
den en zich aldus aansloten bij het „Heils
leger".
Sinds den tijd, dat bovenstaande gebeurde,
is meer dan een kwart eeuw voorbij gegaan,
en het Heilsleger heeft zich uitgebreid tot
een macht, die eenvoudig niet is weg te re-
denecren.
Zelfs nu nog bezitten rij geen kerk. maar
er zijn huizon, vanwaar 't goede uitgaat,
niet alleen door het gesproken woord, maar
tevens door de daad.
Hier in Dén Haag rijn twee huizen waar
godsdienstige bijeenkomsten gdliouden wor
den. (Een eigenlijke kerk bestaat bij hen
niet; het is alsof dat woord voor hen te veel
dogma vertegenwoordigt, en bij het L. d.
H. is alle dogma verbannen). Eir is een toe
vluchtsoord voor daikloozen met een daar
aan verbonden werkinrichting, en een zoo
genaamd' Reddingshuis, tevens tehuis voor
meisjes, die een middel van bestaan, doch
geen ouderlijk huis hebben. Ik laat hun
godsdienst voor hetgeen hij is, ik Weet daar
ook te weinig van om er een oordeel over te
vellen, doch mij dunkt dat die godsdienst
in de eerste plaats dienende liefde predikt,
afgaande althans op den handel en wandel
van hen, die in het Heilsleger een rang of
positie bekleeden.
Voor een paar jaar bracht ik een bezoek
aan de toevlucht voor dakloozen, welke toen
nog gevestigd was in een verlaten fabriek
van minerale wateren, doch die nu zetelt in
een mooi, eigen gebouw, hun geschonken als
legaat door eene oude, vermogende dame.
In een der volksbuurten staat het z.g. red
dingshuis, eeu groot heerenhuis, met vijf
ramen breedte, aan straat.
Een toeval bracht mij er enkele dagen ge
leden heen, want ik moest er inlichtingen
i%vrinnen omtrent een dienstmeisje, dat bij
mijn buurvrouw rich had aangeboden, en
daar deze da-me ongesteld was en dus zelf
niet gaan kon, deed ik het voor haar. Dat
meisje was herkomstig uit. liet reddingsluuis.
Ik belde aan, een heel gewoon gekleed
meisje deed me open en ik vroeg„de kapi
tein" te spreken. Men had mij ingelicht, dat
de direktrioe den rang van kapitein be-
kleodde.
Ik werd in de „huiskamer" gelaten, een
klein vertrek, hoewel zeer eenvoudig, toch
gezellig gemeubeld, waar veel boeken lagen,
frissohe bloeanon hier en daar stonden en
veel foto's den wand versierden. Een spie
gel was er echter heeleanaal niet.
Toen ik bdnnlentrad, schoof het meisje,
dat mij den weg had gewezen, langs mij
heen om eene siuite-deur dicht te doen, en
ik kreeg nog even een glimp va-n, een groote
eetkamer, waar een vijftiental vrouwen den
maaltijd' zaten te gebruiken aian een lange
tafel. Zoodra de deur dicht was, drong
slechts het gegons van stemmen tot me door.
Af en toe, zeker als iemand iets grappigs
vertelde, barstte een algemeen hartelijk ge
lach I03, men kon duidelijk hooren, dat de
onderlinge stemming ginds niets te wen-
schen overliet. Na een poosje "hield 't geram
mel van lepels en vorken op, er heersohte
plotselinge algemeone stilte. Blijkbaar werd
er gebeden, en deed ieder dat voor zich zelf,
want ik hoorde geen enkele stem, toen werd
een kort, godsdienstig lied aangeheven.
Terwijl in de aangrenzende kaïmor geza
menlijk werd afgenomen en opgeruimd, wat
duidelijk merkbaar was aan het heen en
weer geloop ou 't rammelen met borden,
enz., trad de kapitein binnen en maakte hare
excuses, dat zij mij even had moeten laten
v.adhten. Ik antwoordde dat ik me in 't ge
heel niet had verveeld en wees veelzeggend
op de suitedeur. Zij begreep me. „Ja, 't is
een vroolijk troepje, en toch hebben de mees
ten van hen reeds veel leed loeren kennen".
Ik deelde de kapitein 't doel van mijn
komst mede. Zij gaf mij de gevraagde in
lichtingen en vertelde zoo ten naastenbij den
levensloop van 't meisje in kwestie.
Dus aan allo meisjes, die hier zijn, man-
koert wat?" merkte ik op.
„Ach, mevrouw, aan ons allen mankeert,
wat", zei het kleine, dappere vrouwtje, dab