357. Eerste Blad. 3d* Jaargang. Zaterdag 18 Maart 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. De macht van het goede. M'. AMERSFOORTSGH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Pe? 8 maanden voor Amersfoortf 1.35. Idem franco, per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Dezs Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, raededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bjj de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF 6 C». Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADYERTENÏTÊN: (Ml. 0.15. Van regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeeÜge bepalingen tót het herhaald adverteêren in dfi Blad bij abonnement. Een# circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt ep aanvraag toegezonden. Aan hen, die met I April a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand Maart nog zuilen verschijnenKOSTE LOOS toegezonden. Kennisgeving. De Burgemeester van Amersfoort, Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat het door den Directeur van 's rijks directe belastingen enz. te Amsterdam execu toir verklaard kohier no. 4 van de Personeele belasting, over het dienstjaar 1905/1906, aan den Ontvanger van 's rijks directe belastingen al'hier is ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat sen aangeplakt te Amersfoort, den 17. Maart 1905. De Burgemeester voornoemd, WiUIJTTERS. Politiek Overzicht Ruslanda kansen te land en ter zee Terwijl het Japansche leger met- verrassen de snelheid de voordeelen van, de overwinning bij Moekden inoogst en de Russen noodzaakt steeds verder terug te gaan, getuigt het be sluit, dat den 13en dezer te Zarskoje Selo onder voorzitterschap van den Keizer geno men is, van de gezindheid om het Russische leger in een toestand te brengen, wiaairin het in staat zou zijn do rollen te verwisselen en wat het in dezen oorlog nog volstrekt niet heeft gedaan aanval 1 enderwijs op te treden. Voorloopig zal dit besluit echter bij' woorden blijtvem, want voordat het woord in eene daad kan worden omgezet, moet er heel- wat gebeuren. Er zullen gemobiliseerd woidenhet korps grenadiers van Moskou, de tweede divisie garde-kavallerie van Moskou, de tweede divi sie garde-iufanterie van Petersburg, de derde divisie garde-infanterie van Warschau, het veertiende korps van Kiew en het vijftiende korps van Warschau. Deze korpsen geven echter te zamen nog lang niet het cijfer van 400.000 man, dat in het besluit van 13 Maart is genoemd. Wanneer zij op volle sterkte zijn gebracht, dan zullen zij aan het reeds mobiele leger eene versterking brengen van hoog stens 180,000 man, dus niet eens de helft van het boven genoemde cijfer. Misschien zullen later nog andere korpsen voor de mobi lisatie worden aangewezen. Gelijktijdig kun nen deze mobilisatiën toch niet geschieden ieder korps moet zijne beurt daarvoor afwach ten, die afhangt van de gelegenneid tot ver zending naar het oorlogstooueel. Het antwoord op de vraag, wanneer het nieuwe Russische leger gereed zal zijn om te opereeren op het oorlogstooneel, moet dus gezoqht worden in deze andere vraag, welke hoeveelheid troepen de Siberische spoor weg in staat is te vervoeren. Dte Neue Freie Pres-c heeft daarvan eene berekening ge maakt; zij is van oordeel, dat men bij het 'beperkt3 aantal treinen die op den spoorweg kunnen loopen en het reusachtige transport van materialen, dat behalve het troepenver- moet geschieden, hoogstens kan ver- xvartfo" dat duizend man per dag op het oorlogstooneel worden afgeleverd. Om 180,000 man over te brengen, zal men dus noodig hebben 180 dagen; daarbij voegende de 45 dagen van de reis, worden er in 't geheel 225 dagen of 7J maand gevorderd om de 180,000 man, tot welker mobilisatie nu het besluit genomen is, naai' Oost-Azië te vervoeren. Het nieuwe Russische leger zou dan nog ■niet eens de helft tellen van de sterkte, waarop het besluit van 13 Maart het bepaalt. Maar zelfs die kleine helft aal eerst in de maand November geheel ter beschikking van den opperbevelhebber staan; d. w. z. juist in den tiid, waarin tengevolge van de vorst de stilstand in de operatiën begint, die, zoo als wij hebben ondervonden, minstens drie maanden duurt. Gedurende dit jaar zou er dus voor het Russische leger slechts sprake kunnen zijn van een verdedigingsoorlog, en de aanvalsoorlog, waarvoor het nieuwe leger op de been moet worden gebracht, zal eerst in Vt volgende jaar kunnen beginnen onge veer op denzelfden tijd, waarop nu het Japan sche leger zijne aanvalsoperatiën is begonnen. Wat Rusland ook moge ondernemen, het groote nadeel van den verren afstand, die het tooneel van de krijgsoperatiën scheidt van zijne basis in Europa, laat zich niet weg cijferen. Gedurende het tweede oorlogsjaar, nu de Russen uit Mandsjoerij© nagenoeg ge heel verdreven zijn en dus uitsluitend rivn aangewezen op hun eenigen gemeensohaps- weg met Europa, zal dit nadeel zich in nog veel sterkere mate doen voelen dan in het eerste jaar. Met een tegenstander, die tot dus ver niets dan overwinningen bevochten heeft, voor zich en een gebrekkigen ge mee nschape- weg achter zich. zou men zeggen, dat voor Rusland de kans voorbij is om in den oorlog te land de eindoverwinning aan zijne zijde te brengen. Alleen door den strijd om de heerschappij ter zee zou het nog mogelijk kunnen zijn eene omkeering teweeg te bren gen, die ook op den toestand in Mandsjoerije van invloed zou zijn. Dit vestigt de aandacht op de Russische vloot, onder admiraal Rod j est we n?kydie de laatste weken vrij wel in vergetelheid heeft doorgebracht in de wateren van Madagascar Het voert officieel den titel„tweede eska der van den Grooten oceaan/', maar sedert den ondergang van het eerste eskader, is het feitelijk geworden het eskader van den, oceaan. Or» dat eskader rust nu Ruslands laatste hoop. In een werk, getiteld: „La marine russe dans la guerre russo-japonaise", waarvan voor eenige dagen de Fransche vertaling versche nen is, houdt de door zijne rol in het Dog- gersbank-incident bekende Russische kapi tein ter zee Klado zich bezig met de taak, die voor dit eskader is weggelegd. Naar zijne meening is het, zelfs nadat het versterkt zal zijin door de aanvullingsdivisie van admi raal Dobrobworsky, nog altijd niet opgewas sen tegen de strijdmacht van admiraal Togo. Het zou dus nog de volgende versterkingen moeten ontvangenhet linieschip Slava, de kanonneerbooten Chrabry en Grozjascyi, de kruisers Tamjat Azowa en Admiraal Korni- low en de vereischte transportschepen. Deze versterkingen zouden wel Rodjestwensky's kansen veel gunstiger maken, maar nog altijd niet den stelligen waarborg voor het succes bieden. Hiertoe zou noodig zijn, de gereed staande strategische reserven van de Zwarte zee bij de vloot te voegen, in de erste plaats de linieschepen Knjaz Potemkin, Travioes- ki, Tri Svjatitelja en Rostislaw, de nieuwe kruisers Kagoel en Ocakov, de torpedokrui sers Gridenj en Kapitein Saken en dertien nieuwe torpedojagers. De gewichtige strijd om zijn bestaan maakt het, naar de meening van Klado, Rusland tot plicht zich heen te zetten met onbuig zame vastberadenheid over alle verdragen, die de aanwending van de Zwarte-zee-vloot verbieden, en zelfs niet voor de mogelijkheid van een oorlog met Engeland terug te schrik ken. Want als Engeland den oorlog wil, dam zal het toch vroeg of laat een voorwendsel vinden, en als het den oorlog niet wil eni daarvoor spreekt zijine houding in het Dog- gersbank-incident dan zullen zijine even- tueele protest-nota's het uitloopen van de Zwartezee-vloot zelfs geen dag vertragen. Klado zegt„Met deze versterkingen is geen échec te vreezen en onze angstige verwach ting zal plaats maken voor een onwrikbaar vertrouwen wij hebben feitelijk de zekerheid te overwinnen." Het is waar, om te winnen moet men wa gen. De vraag is alleen of hier niet te veel zou worden gewaagd. Zich een nieuwen vijand op den hals te halen, kan voor Rusland in dit stadium van den oorlog geen aanlokkelijk vooruitzicht hebben. Als de vloot van Rod- jestwensky aan de vereenigde Japansche en Engelsche vloten het hoofd had te bieden, dan zou de zekerheid, waarvan kapitein Kla do spreekt, wel weer in angstige verwachting verkeeren. En zelfs zou men de vraag kun nen stellen of, al bleef de Japansche vloot alleen, de mogelijkheid geheel is uitgesloten, die Klado alleen voor het geval van hare zwakte in aanmerking neemt met de woor den „.Wegens de zwakte van onze vloot en vooral wegens onze onwe tendheid in marinezaken zijn wij blootgesteld aan de mogelijkheid, dezen oor log voor goed te verliezen en gedwongen te zijn een vernederenden vrede aan te nemen." Dultschland. Berlijn, 17 Maart. In antwoord op een be toog van Bernstein (socialist) verkhart de rijkskanselier graaf Bulow, dat er voor de Duitscke regeering geen reden bestond bij de goede politieke betrekkingen, die Duitsch- land tegenwoordig met Rusland onderhoudt, de Russische leening in Duitsca'ani tegen te werken. Ook aan de Japanners zou men in een dergelijk geval geene moeilijkheden in den weg leggen. De groote meerder hei a der tegenwoordige bezitters van Russische fondsen in DuitscHland wil die fondsen niet onder den indruk van eene paniek, tot eiken prijs va.n de hand doen; men bewaart ze voor betere tijlden. Ten slotte bespreekt de rijks kanselier, naar aanleiding van opmerkingen van den afgevaardigde Spahn (centrum) nog maals de Oostmarken-politiek der regeering, waarbij hij' bijval oogst aan de rechterzijde en bij de nationaal-liberalen. Na verder debat, hoofdzakelijk loopende over de Polenpolitiek en waarbij graaf Bülow nogmaals het woord neemt, wordt de begroo ting van den rijkskanselier goedgekeurd. Frankrijk, Parijs, 17 Maart. De Kamer heeft met 519 stemmen tegen 32 de wet aangenomen, oio den militairen diensttijd op twee jaren be paalt. Engeland. Met het oog op den politieken toestand verdient de aandacht een brief van Jozef Chamberlain, die in eene onlangs gehouden vergadering van zijne kiezers werd voorge lezen. Daarin wordt gezegd„Ik geloof, lat binnenkort de tijd zal komen, waarop k weer om uw vertrouwen moet verzoeken, tk zal mij dan veroorloven te hopen, dat Bir mingham weer eens de leiding zal op zich nemen op den weg naar eene groote, noodza kelijke hervorming." Men meent in deze woorden eene nieuwe, duidelijke waarschu wing te zien, dat een© ontbinding van het parlement niet lang meer kan uitblijven. Italië. De oplossing, die de ministerieele crisis in Italië heeft gekregen, is natuurlijk eene voorloopige. Nu Fortis de taak om een nieuw Italiaansch kabinet te vormen heeft opge geven, is de minister van buiten landsohe za ken Tittoni tijdelijk als min.-pres. opgetreden en heeft naast zijne eigen portefeuille oot die van binnenlandsche zaken op zich geno men. Alle andere ministers, behalve Giolitti, blijven eveneens voorloopig aan. De Tribuia had vroeger reeds medegedeeld, dat de Kroon plan had de ministers uit te noodigeu, nadat Fortis zijn onvermogen tot kabinets formatie had te kennen gegeven, om opnieuw voor de Kamer te verschijnen en door eene of andere stemming een richtsnoer voor de oplossing der crisis uit te lokken. Oosten rijk. Weenen, 17 Maart. De minister-president verklaarde, dat zoodra een ndeuiw kabinet ia Hongarije zal zijn opgetreden, het <le plicht van de Oostenrijksche regeering zal zijin aan dit kabinet eene reeks van stellige vragen voor te leggen. De minister zal aan, niets zijn steun geven, wat strijdig is met de belangen van Oostenrijkde regeering steunt, zonder voorbehoud, het compromis op handelsge bied, dat aan de goedkeuring der Kamer onderworpen is, Want de economische ge meenschap is in het be-lang van de bedde sta ten. Wat het Leger betreft, zal de regeering den invloed van Oostenrijk op de rijkszaken blijven handhaven. De regeering verzoekt der Kamer vertrouwen te hebben. Aan de be langen van Oostenrijk zal niet worden ge raakt, maar de Kamer moet noch hartstoch ten opwekken, noch daaraan voedsel te geven. Hongarije. Zondag komt de Keizer-Koning weer te Budapest om te beproeven de oplossing van de krisis te bespoedigen. Rusland. Op bevel van den Czaar werd aan de Mcs- kousche Landbouwvereeniging het predikaat „keizerlijk" ontnomen, omdat rij protest had aangeteekend tegen de maatregelen ter on derdrukking der troebelen in Petersburg op 22 Januari en besloten had de onmiddellijke invoering te eischen van een volksvertegen woordiging en reeds was begonnen de gou verneurs, gemeenteraden en landbouwver- eenigingen van dit besluit in kennis te stel len. De aartsconservatief prins Mestsjerski schrijft in zijn orgaan, de Grashdaniu„In het bewustzijn van mijn plicht om zonder vrees mij zelfs schrap te zetten tegen de voor mij heiligste dragers van de liefde voor het Russische vaderland, zeg i'k hardop, dat er thans nog slechts iets is wat Rusland kan i p- beuren en zelfs redden, dat isterstond vrede te sluiten, onverschillig wat dit moge kosten. Toen Port Arthur nog van ons was, zeide ik, dat de vredesvoorwaarden licht zouden 'ijn. Thans, nu Wladiwostok nog van ons is en Saohalin ongerept is, moeten ook zonder eene overwinning de voorwaarden gemakkelijker zijn dan ua hun verlies... Eene voortzetting van den oorlog brengt enkel nut aan de slechtste zonen van het land. Erken, dat de oorlog eene straffe Gods is, die gij verdien- det; vind kracht tot de wedergeboorte in vreedzamen arbeid tot redding van het land." De Nowoje Wremja schrijft daarentegen „Japan verlangt IJ millioen roebels van Rusland. Frankrijk wil volgens berichten uit Londen het geld verschaffen. Dat is on- noodigRusland behoeft geen vrede." Men ziet hieruit, dat de oorlogspartij thans nog het oor van den Czaar heeft. Japan. New-York, 17 Maart. Wanneer men het eens kan worden over de voorwaarden, zul len New-Yorksche bankiers samenwerken met Duitsche financiers tot regeling van de voergenomen Janansohe 1 eenling. Vereenigde Staten. Het staat nu vast, dat het verdrag meo Sint Domingo in de tegenwoordige zitting van den Amerikaanschen Senaat niet meer bekrachtigd zal worden. Men vertrouwt ecli ter het later tot stand te brengen. Staatssecretaris Hay moet op raad van den dokter een zeereis doen. Daar hem volkomen rust is voorgeschreven, zal hij een officieel bezoek aan vreemde havens vermijden. Wan neer zijn gezondheidstoestand beter wordt, zal hij in 't laatst van April zijn regeerings- arbeid hervatten. Venezuela. Washington., 17 Maart. De Fransche re geering heeft officieel aan de Vereenigde Staten medegedeeld, dat rij de maatregelen, door Venezuela genomen tégen de Fransche Telegraafmaatschappij, als willekeurig be schouwt. Zij gaf tévens te kennen, dat haar geduld over de handelwijze van Venezuela weldra uitgeput zal rijn. De Fransche ge zant zal de volgende week met president Roosevelt cionfereeren otm inlichtingen te verkrijgen over de gedragslijn, die de Ver eenigde Staten tegen Venezuela zullen vol gen, opdat Frankrijk, als het mogelijk is, op gelijke wijze zal kunnen handelen. De oorlog in Oost-Azië. Van den oorlog rijn de volgende berichten Petersburg, 17 Maart. De ontheffing van generaal Koeropatkin van zijn post als op perbevelhebber van de Mandsjoerijsche le gers is geschied met behoud van zijne waar digheid als adjujdant-generaal van den Kei zer. Petersburg, 17 Maart. Het Petersburgsche telegraaf-agentschap verneemt uit Sjantafoe, dat generaal Koeropatkin heden avond naar Petersburg vertrekt en dat generaal Line- witsoh het ambt van opperbevelhebber heeft aanvaard. Petersburg, 17 Maart. Er is oene commissie benoemd met het lid van den Rijksraad, ge neraal Roop als voorzitter, om de voorwaarden voor de overgave van PoiArthur na te gaan en recht te spreken over generaal Stoessel. Tokio, 17 Maart. Een telegram van het hoofdkwartier berichtHet station Tieling is een prachtig gebouw. De stations-inrichtin gen rijn gelijk aan die te Liaojang. De voor raden en fourages van den vijand, die rond om het station waren opgestapeld, zijtn in brand gestoken en voor twee derden vernield. Wij vermeesterden een talrijke buit, maar hebben nog geen gelegenheid gehad alles na te gaan. Wij maakten een groot aantal ge vangenen. In de richting van den rechter-vleugel zijn geene bijzonderheden ontvangen. Volgens de Figaro is weldra een manifest van den Czaar te verwachten, waaruit het voornemen van de Russische regeering, om XIX. Ik geloef niet, dat er een godsdienstige secte bestaat of rij heeft een kerk, alt-hans zoodra er geld genoeg bijeen is, wordt dat het allereerst bésteed om een kerkgebouw te stichten, men zou kunnen zeggen, als on vernietigbare reclame. Er is hier in Den Haag een Apostolische kerk, een Zionisten- kerk, een Derviaansche kerk, alle duidelijk kenbaar aan den eigenaardigen bouwtrant, die een kerk heeft, met of zonder toren, al naar gelang er geld aanwezig was. Men hoort van die seoten betrekkelijk weinigmen weet dat ze bestaan, nu. ja, maar van hun leven en stroven, wordt men niets gewaar. Maar er is in ons land een secte indien men, haar zoo noemen wil die geen kerk bezit, doch die kerkelijke „bijeenkomsten'' houdt in een gewoon heerenkuis, tot dat doel afgehuurd, en waarvan de benedensuite zoo goed on zoo kwaad als 't ging tot kerk- locaal is ingeridht. En toch is die secte een groote macht geworden in ons land, vooral in de grootere steden, niet zoozeer om 't geeu die secte predikt, dan wel om 't geen rij doet. Ik bedoel: het Leger des Heils. Ik herinner me nog zoo goed dat eerste komen van die heilssoldaten in ons land. Met den hallelujahoed op 't hoofd, 't vaan del voorop, met tambourijn en trom liep een optocht van een twintigtal van hen door de straten, heilsliedcren ringend en gevolgd door de vriendelijke straatjeugd, die mede- brulde of spottend allerlei grappen schreeuw de om dezen optocht bespottelijk te maken. Onverstoord en steeds ringend hunne op gewekte godsdienstige liederen, vervolgden de heilsoldaten hun, weg, altijd maar om ringd door steeds meer volk. Of 't nu kwam dat de godsdienstige liede ren het volk tot maathouden dwongen, of dat de onverstoorbare opgewektheid der soldar ten niet naliet haar invloed op het volk uit te oefenen, ze staakten in elk geval hun spotternijen, lieten den weg vrij en beperk ten i^ioh tot het eenvoudig volgen van den kleinen stoet. Op een pleintje midden in de volksbuurt werd Kalt gehouden, de soldaten schaarden zich in een halven cirkel omi één hunner, die het volk begon toe te spreken, en hij deed dit wel op zulk een trouwhartigen en gemoedelijker toon, dat de omringenden on willekeurig bleven luisteren. De levende muur van toehoorders werd steeds dikker. De spreker kon zich niet voor allen meer verstaanbaar maken. Hij vroeg of iemand hem een stoel of iets kon bezorgen, dat hij zou kunnen 1 ©klimmen. Men bracht hem, een tafel. En weldra golfde zijn sympathieke stem ver over dé menigte heen. „Denkt niet", riep hij, „als ge een dronkaard' riet, dat' hij slecht is. Veracht- liem niet, hebt medelijden met hem, want hij is verdwaald. God heeft medelijden met ons allen, en wie tot Hem gaat, wordt nooit weggestuurd van Zijin aangezicht, dodli. Hij heeft, voor ieder een plaats bereid in Zijn Huis. Als ge sleciht zijt, kunt ge beter Worden, want Jezus is er om uwe zonde te vergeven. Hij zal u redden. Ga tot Heui en zeg: Ik heb geaondigd en uwe zonden zullen u vergeven rijnZij zongen toen het lied met de vriendelijke, op wekkende wijs, die ik nog in het hoofd heb: „Wasch mij, en witter dan sneeuw zal ik rijln." Zoo ging die kleine bende voort, predi kende en zingende door de stad, en een paair dagen later werd in de couranten een bij eenkomst aangekondigd in een dér openbare zalen. Het publiek stroomde er heen, uit nieuws gierigheid natuurlijk, en ik ging" ook mee, daar ik 't interessant vond, ofschoon ik die eerste prediking reeds had bijgewoond, deel uitmakende van2het volk, want hoe wel eenigszins achteraf en mijl wat ver wijderd houdend van de mensohenmassa, was ik tooli te nieuwsgierig om niet alles van „het zaakje" te willen weten. Ik ging dus mee, en was er ooggetuige van hoe eenigeu op 't zondaarsbankje kniel den en zich aldus aansloten bij het „Heils leger". Sinds den tijd, dat bovenstaande gebeurde, is meer dan een kwart eeuw voorbij gegaan, en het Heilsleger heeft zich uitgebreid tot een macht, die eenvoudig niet is weg te re- denecren. Zelfs nu nog bezitten rij geen kerk. maar er zijn huizon, vanwaar 't goede uitgaat, niet alleen door het gesproken woord, maar tevens door de daad. Hier in Dén Haag rijn twee huizen waar godsdienstige bijeenkomsten gdliouden wor den. (Een eigenlijke kerk bestaat bij hen niet; het is alsof dat woord voor hen te veel dogma vertegenwoordigt, en bij het L. d. H. is alle dogma verbannen). Eir is een toe vluchtsoord voor daikloozen met een daar aan verbonden werkinrichting, en een zoo genaamd' Reddingshuis, tevens tehuis voor meisjes, die een middel van bestaan, doch geen ouderlijk huis hebben. Ik laat hun godsdienst voor hetgeen hij is, ik Weet daar ook te weinig van om er een oordeel over te vellen, doch mij dunkt dat die godsdienst in de eerste plaats dienende liefde predikt, afgaande althans op den handel en wandel van hen, die in het Heilsleger een rang of positie bekleeden. Voor een paar jaar bracht ik een bezoek aan de toevlucht voor dakloozen, welke toen nog gevestigd was in een verlaten fabriek van minerale wateren, doch die nu zetelt in een mooi, eigen gebouw, hun geschonken als legaat door eene oude, vermogende dame. In een der volksbuurten staat het z.g. red dingshuis, eeu groot heerenhuis, met vijf ramen breedte, aan straat. Een toeval bracht mij er enkele dagen ge leden heen, want ik moest er inlichtingen i%vrinnen omtrent een dienstmeisje, dat bij mijn buurvrouw rich had aangeboden, en daar deze da-me ongesteld was en dus zelf niet gaan kon, deed ik het voor haar. Dat meisje was herkomstig uit. liet reddingsluuis. Ik belde aan, een heel gewoon gekleed meisje deed me open en ik vroeg„de kapi tein" te spreken. Men had mij ingelicht, dat de direktrioe den rang van kapitein be- kleodde. Ik werd in de „huiskamer" gelaten, een klein vertrek, hoewel zeer eenvoudig, toch gezellig gemeubeld, waar veel boeken lagen, frissohe bloeanon hier en daar stonden en veel foto's den wand versierden. Een spie gel was er echter heeleanaal niet. Toen ik bdnnlentrad, schoof het meisje, dat mij den weg had gewezen, langs mij heen om eene siuite-deur dicht te doen, en ik kreeg nog even een glimp va-n, een groote eetkamer, waar een vijftiental vrouwen den maaltijd' zaten te gebruiken aian een lange tafel. Zoodra de deur dicht was, drong slechts het gegons van stemmen tot me door. Af en toe, zeker als iemand iets grappigs vertelde, barstte een algemeen hartelijk ge lach I03, men kon duidelijk hooren, dat de onderlinge stemming ginds niets te wen- schen overliet. Na een poosje "hield 't geram mel van lepels en vorken op, er heersohte plotselinge algemeone stilte. Blijkbaar werd er gebeden, en deed ieder dat voor zich zelf, want ik hoorde geen enkele stem, toen werd een kort, godsdienstig lied aangeheven. Terwijl in de aangrenzende kaïmor geza menlijk werd afgenomen en opgeruimd, wat duidelijk merkbaar was aan het heen en weer geloop ou 't rammelen met borden, enz., trad de kapitein binnen en maakte hare excuses, dat zij mij even had moeten laten v.adhten. Ik antwoordde dat ik me in 't ge heel niet had verveeld en wees veelzeggend op de suitedeur. Zij begreep me. „Ja, 't is een vroolijk troepje, en toch hebben de mees ten van hen reeds veel leed loeren kennen". Ik deelde de kapitein 't doel van mijn komst mede. Zij gaf mij de gevraagde in lichtingen en vertelde zoo ten naastenbij den levensloop van 't meisje in kwestie. Dus aan allo meisjes, die hier zijn, man- koert wat?" merkte ik op. „Ach, mevrouw, aan ons allen mankeert, wat", zei het kleine, dappere vrouwtje, dab

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1