Donderdag 30 Maart 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
W\ 369.
3d* Jaargang.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per poBt. - 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitsondering van
Zon- en Feestdagen.
AdvertentiSn, mededcelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF 6 C«.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTEËN:
Van 1—6 regels i.W.
Elke regel meer r. 0.15.
Oroote letters naar plaatsruimte.
Yoor handel en bedrijf bestaan voordeellge bepalingen tót
het herhaald adverteèren in dit Blad by abopnemont. Eene
circulaire, bevattende de Voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicbt
Het einde van de ministerieele crisis
in Italii.
De langdurige ministerieele crisis, dde in
Italië ontstaan was, door dat Giolitti om ge
zondheidsredenen zicli genoodzaakt had ge
zien ontslag te nemen als minister-president,
is eindelijk opgelost, ©n> zij heeft de oplossing
gevonden, die van den beginne af als de
waarschijnlijkste was aangewezen. Nadat Gio
litti had verzocht van het ministerambt te
worden or theven, had de Koning aan Fortis
de pdracht gegeven tot samenstelling van
een nieuw kabinet. Maar het heeft moeite
gekost aan deze opdracht te voldoen. De aan
vankelijk met dat doel aangewende pogingen
slaagden r.iet, en Foitis moest zijn mandaat
aan den Koning teruggeven. Het schijnt
uiterst moeielijk te zijn eweest den weg te
ontdekken, due tot oplossing van de crisis
moest worden ingeslagen. Ten slotte is men
tot het besluit gekomen, dat de Kamer dien
weg moest aangeven. Het indertijd door Gio
litti samengestelde kabinet werd voorloopig
in het ambt bevestigdals tijdelijk hoofd
van het kabinet trad op de minister van
buitenlandsche zaken Tittoni. Deze heeft de
Kamer bijeengeroepen, om van haar eene
uitspraak uit te lokken in welken geest het
bewind be1 oorde te worden gevoerd.
Die uitspraak is thans verkregen. Na een
driedaagsch politiek debat, waa m Fortis op
trad als de medestander van den tijdelivken
minister-president Tittoni, is met groote
meerderheid eene door Tittenii aanvaarde mo
tie aangenomen, waarin de noodzakelijkheid
wordt uitgesproken de liberale politiek voort
te zetten, dae het programma geweest is -oor
de laatste algemeen© verkiezingen en d e de
instemming van de Kamer heeft gevonden.
Op grond vam dit votum van ce Kamer her
nieuwde do Koning de aan Fortis gegeven
opdracht, en thans is deze met bekwamen
s «oed 'vt.-*«voerw. Deeds na ren Vaar dagen
was het nieuwe kabinet gevormd, waarvan
Fort's de voorzitter is, terwijl uit het vorige
kabinet in het nieuwe is overgegaan de mi
nister van buitenlandsche zaken Tittoni. Tot
de markante leden van het nieuwe kabinet be
hoort verderde minister van openbare werken,
Carlo Ferrari, die voordat hij minister werd.
hoogleeraar in de staathuishoudkunde was en
als rapporteur over het ontwerp van de spoor
wegwet gelegenheid heeft gehad om zich in
dit ingewikkelde vraagstuk, dat thans rijip is
voor oplossing, in te werken.
Wat men van de nieuwe ministers te ver
wachten heeft, bliiikt uit de door hen in de
laatste Kamer-debatten afgelegde verklarin
gen. De correspondent van de Köln. Ztg. te
Rome releveert daaruit, dat de beide mannen,
die de kern uitmaken van het nieuwe kabi
net. Fortis en Tittoni, 't volkomen eens zijn
op het gebied der kerkelijke politiek. Hij
schrijft„Men zou daarover geen woord be
hoeven te verliezen, wanneer niet het zelf
standige optreden van sommige clericale can-
didaten, bij de laatste algemeene verkiezin
gen voor liet parlement, hier en daar de
dwaze meening had opgewekt, alsof de regee
ring clericale hulp zocht tegen de omwemte-
lingspartijen, en als 1 et eenige schreeuwers
van de uiterste linkerzijde beproefd hadden
den minister Tittoni van clericale neigingen
verdacht te maken. Dit heeft althans dit goe
de uitgewerkt, dat de beide hoofden van de
nieuwe regeering daarin aanleiding hebben
gevonden om onvoorwaardelijk als hunne
overtuiging uit te spreken, dat de Italiaan-
sche staat een leekenstaat moet zijn. De an
dere verklaring van brteekenis betrof de
spoorwegkwestie. Fortis deed de noodza
kelijkheid uitkomen van den overgang
tot staatsexploitatie en legde de belofte
af. met terzijdestelling van alle bijzon
derheden van minder beteekenis, de
hoofdgedachte van het daartoe strekken
de wetsontwerp ooedig tot uitvoering te
brengen. Hij verzuimde ook niet te herhalen,
dat naar zijine overtuiging werkstakingen en
dienstobstructie van het spoorwegpersoneel
onder geene omstandigheden geoorloofd moch
ten zijn en dat daarop door de wet straffen
moesten worden gesteld, al zou daarvoor wel
licht een betere vorm te vinden zijn dan de
gedurende de laatste weken door de uiterste
linkerzijde zoo hevig bestreden artt. 71 en 72
van de ontwerp-spoorwegwet. Men mag dus
eene spoedige beslissing verwachten over het
lot van de Itaüaansche spoorwegen, ondanks
het betreurenswaardige tijdverlies, dat de
drieweeksche ministerieele crisis heeft berok
kend."
Dultschland.
Berlijn, 29 Maart. In den rijksdag werd
bij de derde beraadslaging over de begroo
ting wederom de Poolsche quaestie en daar
na de Marokkaansche quaestie besproken.
Over de laatste spraken Bebel en Kardorff.
De laatste zeide, dat hij met nadruk wensch-
te, dat de Duitsche belangen in Marokko
beschermd werden. „Tegen onzen vijand zijn
wij wel opgewassen."
De rijkskanselier nam daarop het woord
cn verklaarde in de eerste plaats,, dat de
tegenwoordige Poolsche politiek krachtig
zal worden voortgezet. Vervolgens verklaar
de hij ten aanzien van de uitingen van Be-
bel en Kardorff over Marokko
„Ik houd het ook heden nog niet voor po
litiek mij in bijzonderheden en uitvoerig over
de Marokkaansche quaestie uit te laten, doch
ik zie er, nu de zaak eenmaal aangeroerd is,
geen bezwaar in om te zeggen, dat ik het
met hetgeen de heer Kardorff over dit punt
gezegd heeft, geheel eens ben. De Keizer
heeft reeds voor jaar en dag aan den Ko
ning van Spanje verklaard, dat Duitschland
in Marokko niet streefde naar territoriale
voordeden.
Na deze besliste verklaring is het een
nutteloos beginnen om aan het Keizerlijke
bezoek te Tanger eenige bedoeling, welke
ook, van een aanslag tegen de integriteit en
de onafhankelijkheid van Marokko ten
grondslag te leggen.
Berlijn, 29 Maart.In het vervolg van zijne
rede over de Marokkaansche kwestie zeide
graaf Bülow, dat eene gerechtvaardigde re
den tot ongerustheid door niemand, die zelf
geen agressieve bedoelingen heeft, uit het be
zoek van den Keizer aan Tanger is af te lei
den. Onafhankelijk van de territoriale quaes
tie en onafhankelijk van het bezoek is echter
de vraag of wij in Marokko cc Duitsche eco-
nomisohe belangen moeten beschermen. Dat
moeten wij zeer -zeker. Wij hebben in Marok
ko, zoowel als in China groot belang bij het
behoud van de open deur, d. w. z. het gelijke
recht van alle handeldrijvende volken. Bis
inarek zeide eens, dat met het geen Staat
kwalijk kan nemen, wanneer hij voor bewijs
bare belangen optreedtmen kan 't alleen
euvel duiden als uit boosaardigheid iemand
zich in een zaak mengt, zonder dat hij kan
aantoonen er belang bij te hébben. Dat ""is
in Marokko niet het geval. De Duitsche be
langen in Marokko zijn, zooals gezegd is,
zeer groot, en wij hebben daarom zorg te
dragen, dat zij gelijkgerechtigd blijven met
die van alle andere staten.
Wanneer de heer Bobel meent, dat onze
politiek tegenover Marokko een andere is ge
worden, dan moet ik hem in de eerste plaats
er op opmerkzaam maken, dat taal en hou
ding van den diplomaat en staatsman zich
richten naar dte omstandigheden. In de strek
king van de Duitsche politiek is Diets gewij
zigd. Wie een „fait nouveau" zoekt, zal dit
in de Duitsche staatskundc niet vinden. Voor
zooverre echter getracht wordt, d© volkenrech
telijke positie van Marokko te wijzigen of,
wat de economkche ontwikkeling van dit
land aangaat, de open deur te controleeren.
moeten wij ook in grooter mate dan vroeger
er op toezien, <jat onze economische belangen
in Marokko niet in gevaar worden gebracht.
Wij zullen ons hieromtrent wei-dra met den
Sultan van MaTokko in verbinding stellen.
Graaf Biilow critiseerdc in het vervolg van
zijne rede scherp de houding van Bebel ten
aanzien van de mijnwerkersstaking. Hij ver
dedigde de houd-'ng van de r geering en zeide -
Het einddoel van de sociaal-dtemocratie moet
uitloopen op onmacht van het land naar bui
ten, op anarchie in liet binnenland. (Tegen
spraak bij dc sociaal-democraten.)
De Rijkskanselier eindigde aidus: De over
groot© meerderheid van het Duitsche volk wil
niets weten van de dictatuur van hét prole
tariaat, van de tuchthuis orde die dé sociaal
democratie ia uitzicht stelt. Het Duitsche
volk wil niet de kalme, vreedzame, wettelijke
ontwikkekng verwisselen tegen een warboel
die, naar de oude historische ervaring slechts
met den sabel kan worden ontward. (Leven
dige toejuichingen.)
In den verderen loop van het debat pro
testeerde Bebel tegen wat graaf Biilow had
gezegd over het einddoel van de sociaal-de
mocratie. De rijkskanselier kensohetste dit be
toog van Bebel als een terugtoebtskanonnade
hij herinnerde aan de woorden van Bebel op
het socialistencongres te Amsterdam.- „De
republiek is niet zoo goed, en de monarcikie
is niet zoo slecht als wij sociaal-democraten
haar voorstellen." (Toeiuichingen.)
Ten slotte werden d> verschillende hoofd
stukken der begrooting zonder debat van
veel beteekenis definitief goedgekeurd.
Engeland.
Londen, 29 Maart. In het Lagerhuis ver
klaarde minister Balfour dat de regeering
niet voornemens was eenigen stap te doen
naar aanleiding van de gisteren aangenomen
motie-Walton.
Londen. 29 Maart. Het ministerie voor
Indië bericht officieel, dat het Britsche ge
zantschap naar Kaboel zijn taak heeft ge
ëindigd en eene overeenkomst heeft gesloten.
Het gezantschap heeft Kaboel verlaten en is
thans op de terugreis naar Indië.
Spanje.
In An-dalusie heerscht op landbouwgebied
eene crisis, die volgens de berichten een drei
gend karakter aanneemt De berichten üit
talrijke plaatsen doen de uitbarsting van
ernstige onlusten vreezen, wanneer de droog
te nog eenige dagen aanhoudt. De maatrege
len van de overheid waren tot dusver gehe 1
ontoereikend.
Hongarije.
Het schijnt, dat de aanwezigheid van den
gezant te Berlijn Szögyenv-Marioh in de
hoofdstad van Hongarije toch in den politie-
ken toestand eene omkeering ten goede zal
uitwerken. Er wordt druk geconfereerd tus-
sehen den gezant en de leiders van de nu
meerderheid geworden oppositie. De kansen
op het tot stand komen van een coalitie-mi
nisterie zijn daardoor weder gerezen. Graaf
Julius Andrassy zal zich weer belasten met
het voeren van nieuwe onderhandelingen.
Aan een hofdiner heeft de Keizer tegenover
Frans Kossuth de hoop uitgedrukt, dat het
zou gelukken eene bevredigende oplossing van
de crisis te vinden.
Rusland.
Petersburg, 29 Maart. Dé vice-admiraal
Doeba-ssouw is tot adjudant-generaal van den
Keizer benoemd met handhaving in zijin te
genwoordig ambt.
Petersburg, 29 Maart. De Keizer heeft aan
den gouverneur-generaal te Warschau een
schrijven gericht, waarin er op gewezen wordt,
dat met de vernieuwing van het burgerlijke
leven in het Weichselgebied in de laatst ver-
loopen 40 jaren eene ree1» van behoeften op
den voorgrond gekomen is waaraan de regee
ring than3 hare bijzondere aandacht schenkt.
In overeenstemming daarmede draagt de Kei
zer den gouverneur-generaal op, terwijl hij
overeenkomstig de wet met vaste hand de
kunstmatig verwekte woelingen moet onder
drukken. over te gaan tot het uitwerken van
hervormingen, die erkend worden noodzake
lijk te zi>n voor de welvaart van het onaf
scheidelijk met- de overige deelen van den
Russischen staat- verixmden gebied.
De Central News verneemt, dat de Rus
sische regeering met het oog op de moeielijk-
heid om 't over de voorwaarden eens te wor
den, voor goed het plan heeft laten varen
om eene nieuwe leening in Parijs te sluiten
Reval, 29 Maart. In talrijke proclamaties
worden de arbeiders aangespoord om tegen
Zondag 2 April een massa-betooging te orga-
niseeren.
Op de fabriek van Doigahet zijn de onlus
ten reeds begonnen.
De onlusten in Jalta (Krim) begonnen eer
gisterenavond. Op vijf plaatsen werd brand
gesticht; het blusschingswerk werd verhin
derd.
De gemeenteraad van Jalta besloot in een
gisteren gehouden buitengewone zitting zijnen
dank uit te spreken aan die personen, welke
de verdediging der burgers op zich hadden
genomen, nadat gebleken was ,,de volkomen
ongeschiktheid der politie om leven en eigen
dom te beschermen". Er werd besloten een
zelfverdediging te organiseeren en deze op te
dragen aan een bijzondere commissie, die
tevens de quaestie van de bescherming der
aangevallenen en de vraag naar de oorzaken
der onlusten zal trachten op te lossen.
Het schijnt dat baron Nolken, het hoofd
der politie te Warschau, het behoud van zijn
leven te danken heeft aan het slechte mikken
van zijn belager, die de bom achter het rijtuig
wierp in plaats van er onder.
De dader moet een aantal medeplichtigen
gehad hebben. Verscheidene tot de armere
volksklas»© bchoorende personen, die langs
verschillende straten in de richting van het
kasteel gingen, werden aangehouden door als
werklieden gekleede personen, die hun op
waarschuwenden toon aanrieden een anderen
weg te nemen. Dit geschiedde kort voor het
oogenblik van den aanslag.
Creta.
Kanea, 29 Maart. Prins George heeft eene
proclamatie uitgevaardigd, waarin hij den
Kretenzers mededeelt, dat de mogendheden
hunne troepen last gegeven hebben de órde
te herstellen. Hij heeft den mogendheden
verzocht hunne actie zes-en-dertig uren uit
te stellen, om hem in staat te stellen de op
standelingen te waarschuwen, die hij nog
maals aanspoort terug te keeren naar hunne
woonplaatsen.
Zuid-Amerika.
President Roosevelt n.eft een voorstel aan
genomen van Sint-Domingo, waarbij commis
sarissen zullen worden benoemd om zekere
inkomsten, inzonderheid invoerrechten, te
beheeren en een deel daarvan onder de bui-
ten-landsche schuldeisohers van de Domina-
kaansche republiek te verdeelen.
Zuidwest-Afrika.
Berlijn, 29 Maart. Een officieel telegram
uit Windhoek bericht, dat de verliezen van
de afdeeling-Kirohner in de gevechten bij
Kosis, Geibanes en Aub op 10 en 11 Maart-
nader aldus worden opgegeven: gedood 11
man, zwaar gewond 10, licht gewond 11.
De oorlog in Oost»Azië.
Van den oorlog zijn de volgende berichten
De Times bericht, dat het leger van gene
raal Linjewitsch van plan schijnt t© zijn zich
t© handhaven in zijne tegenwoordige stellin
gen, maar dat het twijfelachtig is of het
daarin zal slagen wegens de ophanden zijnde
bezetting van Kirin door generaal K am a moe-
ra, die aldus de verbindingen van Linjewitsch
zou bedreigen.
Londen, 29 Maart. De Engclsche stoomboot
„Dart", komende van Rangoon, rapporteert,
dat zij den 19. Maart 30 oorlogsschepen en
14 kolenschepen is gepasseerd, stoomende in
oostelijke richting op 250 mijlen ten noord
oosten van Madagaskar.
Petersburg, 30 Maart. De Russkoje Slowo
bericht op grond van betrouwbare inlichtin
gen, dat het vierde eskader, waarvan de uit
rusting met kracht wordt bespoedigd en dat-
veel sterker zal zijn dan aanvankelijk be
doeld was, in April gereed zal zijn om uit. te
loopen.
De Petersburgsche correspondent van de
Times deelt mede: Ofschoon het Russische
ministerie van mari. verklaart nog zonder
berichten te zijn over de bewegingen van ad
miraal Rodjestvensky heb ik do meest ge
grond. redenen te verklaren dat zijn vloot-
Madagaskar heeft verlaten en dat zij. tenzij
gedwongen door slecht weer, niet meer daar
heen zal terugkeeren zoolang de oorlog duurt,
ten einde iedere aanmerking te vermijden op
het maken van inbreuk op de Fransdie neu
traliteit.
Petersburg, 29 Maart. Het Petersburgsche
Telegraafagentschap verklaart, dat dc mede-
deeling van Reuter over de bereidwilligheid
van Rusland tot vredesonderhandelingen on
juist is. Ondanks het algemeene verlangen
naar het- einde van den oorlog, heeft Rusland
geen vredesvoorwaarden voorgesteldook
worden zulke voorwaarden niet uitgewerkt
New-York, 29 Maart. De Petersburgsche
correspondent van de Assoc. Press bericht,
dat hij in staat is mee te deelen, dat reeds
een eerste stap in de richting van den vrede
32 Roman van
M0RITZ VON REICHENBACH.
Friedrich zweeg een oogenblik. Hij. kende
zijn meester en wist wel, dat deze bij het
eenmaal genomen besluit zou blijven. Hij
wist trouwens eveneens, dat de graaf zoo
goedhartig was, als hij dikwijls opvliegend
of kort aangebonden kon zijn en daarom
antwoordde hij, al deed de arme jongen het
ook met een zucht
,,'tls goed, mijnheer ik zal niet- meer
naar Gusta toegaan."
„BestLoop dan maar dadelijk naar dok
ter Stein en veizoek hem uit mijn naam de
patiënte onder zijn behandeling te willen
nemen."
„Om u to dienen."
„Wacht oven, ik, zal je een paar regels
voor den dokter meegeven dan hebben wij
kans, dat hij haar dadelijk gaat bezoeken.
Hoe heet het meisje cn waar woont, zij
„Zij heet Auguste Müller en woont in de
Stialauer-Strasze No. 3 achterhuis twee trap
pen hoog, rechts."
De graaf schreef een briefje, dat hiji aan
den dokter adresseerde en aan Friedrich ter
•band stolde.
„En ik blijf mijnheer wel steeds dank
baar," zeide Friedrich, het briefje aanne
mend maar het kwam er flauwtjes uit en
de brave kerel zette daar bij zulk een arm
zondaars gezicht, dat Kurt Mellow weder
zijn wenkbrauwen fronste en wederom naar
zijn brieven greep, terwijl zijn bediende zich
verwijderde. Wat Ir j te lezen kreeg, boezem
de hem weinig belang in; hij stond op en
begon in de kaïnier heen en weer te loopen.
„Die verwenscht© vrouwenhistorie's
bromde hij, en daarbij kwam hem het- ont
dane gezicht van zijn goeden Friedrich als
een stil verwijt voor den geest. Inmiddels
was het tijd geworden om wat toilet te gaan
maken.
„En nu heb ik dien kerel, dien Friedrich,
weggestuurd en moet zelf maar, zoo goed en
zoo kwaad als het gaan wil, mijn dingen bij
elkander zoeken. Dat kost mij minstens een
half uur meer tijd dan ik anders noodig
heb," mompelde hij voor zich heen.
1 Hij deed de deur vam zijn kleedkamer
open. Daar lag alles keurig netjes voor hem
i gereed, niets was vergeten, zelfs geen zak
doek en geen handschoenen.
,,'t Is toch eigenlijk een best© vent, die
Friedrich1, maar dat heeft de schelm alleen
I gedaan, oandat hij ziahi verbeeldde dat ik
hem dlaai wél zon toestaan om zijn- Gusta te
gaan opzoeken."
I Dit zeide denkbeedd ging met allerlei vari
anten den graaf onder het. aankleeden door
het hoofd, maar gedurende den loop van den
dag had hij Friedrich en de heele geschiede-
nis nagenoeg vergeten.
Des te levendiger bracht den volgenden
morgen Friedrich's armzalig gezicht hem
j alles weder in herinnering en toen hij do
deur uitging, besloot hij zelf eens bij den
dokter te hooren, hoe het met dé zieke stond
en of zij spoedig op de been zou te brengen
zijn. Nadat hij van Friedrich de belofte had
gevorderd-, om niet meer naar dat meisje om
to zien, voelde hij zichi voor hare genezing
in zekeren zin verantwoordelijk.
Hij vond den dokter niet thuis en, gewoon
als hii was om nooit iets ten halve te doen,
nam hij een rijtuig en begaf zich daarmede
naar de Stral a-uer-Str asze
Toen hij het rijtuig verliet-, zag hij -op kor
ten afstand vóór zich op het trottoir een
jonge blondine, wier gestalte, naar hij meen
de, zooveel overeenkomst vertoonde met die
vam prinses Razitowska. dat hij onwillekeu
rig staa.ii bleef om de dame na te zien.
„Onzin, wat zou zoo iemand als de prinses
in deze buurt doen?" dacht hij maar hij
bleef toch toekijken en zag toen, hoe de
dame onder 't voort-loopen, bij eeai potten
en pannenkelder, waar spiegeltjes en grof
aardewerk op den grond lagen uitgestald,
plotseling bukte eu van achteren, naar haar
japon greep, die ergens aan was blijven har
ken. Op 't zelfde oogenblik moest een van
de dingen., die daar stonden, omgekanteld
en gebroken zijn, want terwijl de dame nog
in voorovergebogen houding bij den trapkel-
der bleef staan, en moeite deed haar japon
vrij te maken, kwam een oude vrouw, die zóó
dik was dat zij met haar omvang den ge-
heelen keldéringang vulde, op de bovenste
trede van- de trap en begon daar met een
vloed van gemeen© scheldwoorden de dame
te overstelpen. Een ander vrouwspersoon,
dat daar juist voorbij moest met een mand
op het hoofd, zette die mand voor zich op
den grond en sloeg de armen over de borst.
..Kijk me nou zoo'n modeprent eens aan,"
ondersteunde zij met een schel geluid liev
heesohe gebrom uit de keldertrap, „dat ver-
renueert tante Lehma-n's heele kraam, om
dat zo der oogen met open doet en te
groosoh is om op het goed van arme men-
■vherte letten! Nou, wacht maar, er koont
nog eens een tijd, dat ik en vrouw Leihmann
met zij en satijn loopen t© pronken en dat
jijt, fijn poppetje, de ondervinding opdoet,
dat de honger waarachtig niet de beste saus
is, zooals jelui zegt, die niet weet wat hon
ger is!"
„Jas"' bromde nu de dikke vrouw uit den
pottenwinkel weer, „wacht maar, jelui voor-
uaarn gespuis, als wij eenmaal boven drijven,
dan zullen wij jelui alles wel betaaid zetten
dan krabben we jelui de oogen uit den kop
Een schoenmakersjongen, tuk op een
standje, hing de saamgebonden laarzen, die
hij bij zich had. om zijn hals en schreeuwde
luid
„HoeraLang leve tan-te Lehlmann, weg
met het. rijke gespuis!"
Kurt Mellow was thans dicnterbijl geko
men; hij zag, dat hij zich niet had vergist
en dat heb inderdaad de prinses was, die te
vergeefs beproefde om den opgekomen storm
door enkele gcinstellende woorden te bezwe
ren, terwijl zij de dikke vrouw eenig geld
aanbood bij w.jze van schadevergoeding.
„Gold?" riep het wijf, „nee, geld is niet
genoeg, je moet me ook om vergeving vrar
gen 1
De vrouw met de mand en de schoenma
kersjongen beletten de prinses verder te
gaan.
„Ik heb u nagenoeg geen schade berok
kend, het was bij ongeluk, dat weet ge wel,
en ik wil u de schade vergoeden," zeide de
prinses, terwijl de twee vrouwen daarop
eerst recht een strijdlustige houding begon
nen aan te nemen. Enkele voorbijgangers
bleven een ooge-olik er bij stilstaan, maar
liepen toch weer verder, toen Kurt Mellow
de prinses ter zijde kwam en haar zijn arm
aanbood.
„Zeg eens, mensdhen, We zijn hier niet in
den Rijksdag, en op de publieke straat wor-
dou geen redevoeringen gehouden," zeide hij.
Of nu zijn kloeke houding onwillekeurig tot
eerbied dwong, of dat de toespeling op den
Rijksdag in den smaak viel van het Berlijn-
sche publiek, dat steeds voor een aardigheid
vatbaar is. het gekijf en gescheld hielden
con oogenblik op, en eer men nog vóór
of tegen hom partij had kunnen kiezen,
was de graaf reeds met Mascha door ge-
loopen. Terwijl hij| haar naar een naast bi j|-
zijnde, standplaats van huurrijtuigen geleid
de, stoorde hij zich niet aan de scheldwoor
den. die hun achterna werden gezonden.
De prinses had zwijgend den aim van
haar beschermer aangenomen, maar daarbij
had zij hem aangezien, alsof zij wilde zeg
gen: „ik ga met- v» mee, omd'a/t- die scène mij
verveelt-, maar ik had uw' hulp volstrekt
niet ingeroepen!"
Wordt r riolgd.