Donderdag 30 Maart 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. EEN PRINSES. W\ 369. 3d* Jaargang. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per poBt. - 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitsondering van Zon- en Feestdagen. AdvertentiSn, mededcelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF 6 C«. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTEËN: Van 1—6 regels i.W. Elke regel meer r. 0.15. Oroote letters naar plaatsruimte. Yoor handel en bedrijf bestaan voordeellge bepalingen tót het herhaald adverteèren in dit Blad by abopnemont. Eene circulaire, bevattende de Voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicbt Het einde van de ministerieele crisis in Italii. De langdurige ministerieele crisis, dde in Italië ontstaan was, door dat Giolitti om ge zondheidsredenen zicli genoodzaakt had ge zien ontslag te nemen als minister-president, is eindelijk opgelost, ©n> zij heeft de oplossing gevonden, die van den beginne af als de waarschijnlijkste was aangewezen. Nadat Gio litti had verzocht van het ministerambt te worden or theven, had de Koning aan Fortis de pdracht gegeven tot samenstelling van een nieuw kabinet. Maar het heeft moeite gekost aan deze opdracht te voldoen. De aan vankelijk met dat doel aangewende pogingen slaagden r.iet, en Foitis moest zijn mandaat aan den Koning teruggeven. Het schijnt uiterst moeielijk te zijn eweest den weg te ontdekken, due tot oplossing van de crisis moest worden ingeslagen. Ten slotte is men tot het besluit gekomen, dat de Kamer dien weg moest aangeven. Het indertijd door Gio litti samengestelde kabinet werd voorloopig in het ambt bevestigdals tijdelijk hoofd van het kabinet trad op de minister van buitenlandsche zaken Tittoni. Deze heeft de Kamer bijeengeroepen, om van haar eene uitspraak uit te lokken in welken geest het bewind be1 oorde te worden gevoerd. Die uitspraak is thans verkregen. Na een driedaagsch politiek debat, waa m Fortis op trad als de medestander van den tijdelivken minister-president Tittoni, is met groote meerderheid eene door Tittenii aanvaarde mo tie aangenomen, waarin de noodzakelijkheid wordt uitgesproken de liberale politiek voort te zetten, dae het programma geweest is -oor de laatste algemeen© verkiezingen en d e de instemming van de Kamer heeft gevonden. Op grond vam dit votum van ce Kamer her nieuwde do Koning de aan Fortis gegeven opdracht, en thans is deze met bekwamen s «oed 'vt.-*«voerw. Deeds na ren Vaar dagen was het nieuwe kabinet gevormd, waarvan Fort's de voorzitter is, terwijl uit het vorige kabinet in het nieuwe is overgegaan de mi nister van buitenlandsche zaken Tittoni. Tot de markante leden van het nieuwe kabinet be hoort verderde minister van openbare werken, Carlo Ferrari, die voordat hij minister werd. hoogleeraar in de staathuishoudkunde was en als rapporteur over het ontwerp van de spoor wegwet gelegenheid heeft gehad om zich in dit ingewikkelde vraagstuk, dat thans rijip is voor oplossing, in te werken. Wat men van de nieuwe ministers te ver wachten heeft, bliiikt uit de door hen in de laatste Kamer-debatten afgelegde verklarin gen. De correspondent van de Köln. Ztg. te Rome releveert daaruit, dat de beide mannen, die de kern uitmaken van het nieuwe kabi net. Fortis en Tittoni, 't volkomen eens zijn op het gebied der kerkelijke politiek. Hij schrijft„Men zou daarover geen woord be hoeven te verliezen, wanneer niet het zelf standige optreden van sommige clericale can- didaten, bij de laatste algemeene verkiezin gen voor liet parlement, hier en daar de dwaze meening had opgewekt, alsof de regee ring clericale hulp zocht tegen de omwemte- lingspartijen, en als 1 et eenige schreeuwers van de uiterste linkerzijde beproefd hadden den minister Tittoni van clericale neigingen verdacht te maken. Dit heeft althans dit goe de uitgewerkt, dat de beide hoofden van de nieuwe regeering daarin aanleiding hebben gevonden om onvoorwaardelijk als hunne overtuiging uit te spreken, dat de Italiaan- sche staat een leekenstaat moet zijn. De an dere verklaring van brteekenis betrof de spoorwegkwestie. Fortis deed de noodza kelijkheid uitkomen van den overgang tot staatsexploitatie en legde de belofte af. met terzijdestelling van alle bijzon derheden van minder beteekenis, de hoofdgedachte van het daartoe strekken de wetsontwerp ooedig tot uitvoering te brengen. Hij verzuimde ook niet te herhalen, dat naar zijine overtuiging werkstakingen en dienstobstructie van het spoorwegpersoneel onder geene omstandigheden geoorloofd moch ten zijn en dat daarop door de wet straffen moesten worden gesteld, al zou daarvoor wel licht een betere vorm te vinden zijn dan de gedurende de laatste weken door de uiterste linkerzijde zoo hevig bestreden artt. 71 en 72 van de ontwerp-spoorwegwet. Men mag dus eene spoedige beslissing verwachten over het lot van de Itaüaansche spoorwegen, ondanks het betreurenswaardige tijdverlies, dat de drieweeksche ministerieele crisis heeft berok kend." Dultschland. Berlijn, 29 Maart. In den rijksdag werd bij de derde beraadslaging over de begroo ting wederom de Poolsche quaestie en daar na de Marokkaansche quaestie besproken. Over de laatste spraken Bebel en Kardorff. De laatste zeide, dat hij met nadruk wensch- te, dat de Duitsche belangen in Marokko beschermd werden. „Tegen onzen vijand zijn wij wel opgewassen." De rijkskanselier nam daarop het woord cn verklaarde in de eerste plaats,, dat de tegenwoordige Poolsche politiek krachtig zal worden voortgezet. Vervolgens verklaar de hij ten aanzien van de uitingen van Be- bel en Kardorff over Marokko „Ik houd het ook heden nog niet voor po litiek mij in bijzonderheden en uitvoerig over de Marokkaansche quaestie uit te laten, doch ik zie er, nu de zaak eenmaal aangeroerd is, geen bezwaar in om te zeggen, dat ik het met hetgeen de heer Kardorff over dit punt gezegd heeft, geheel eens ben. De Keizer heeft reeds voor jaar en dag aan den Ko ning van Spanje verklaard, dat Duitschland in Marokko niet streefde naar territoriale voordeden. Na deze besliste verklaring is het een nutteloos beginnen om aan het Keizerlijke bezoek te Tanger eenige bedoeling, welke ook, van een aanslag tegen de integriteit en de onafhankelijkheid van Marokko ten grondslag te leggen. Berlijn, 29 Maart.In het vervolg van zijne rede over de Marokkaansche kwestie zeide graaf Bülow, dat eene gerechtvaardigde re den tot ongerustheid door niemand, die zelf geen agressieve bedoelingen heeft, uit het be zoek van den Keizer aan Tanger is af te lei den. Onafhankelijk van de territoriale quaes tie en onafhankelijk van het bezoek is echter de vraag of wij in Marokko cc Duitsche eco- nomisohe belangen moeten beschermen. Dat moeten wij zeer -zeker. Wij hebben in Marok ko, zoowel als in China groot belang bij het behoud van de open deur, d. w. z. het gelijke recht van alle handeldrijvende volken. Bis inarek zeide eens, dat met het geen Staat kwalijk kan nemen, wanneer hij voor bewijs bare belangen optreedtmen kan 't alleen euvel duiden als uit boosaardigheid iemand zich in een zaak mengt, zonder dat hij kan aantoonen er belang bij te hébben. Dat ""is in Marokko niet het geval. De Duitsche be langen in Marokko zijn, zooals gezegd is, zeer groot, en wij hebben daarom zorg te dragen, dat zij gelijkgerechtigd blijven met die van alle andere staten. Wanneer de heer Bobel meent, dat onze politiek tegenover Marokko een andere is ge worden, dan moet ik hem in de eerste plaats er op opmerkzaam maken, dat taal en hou ding van den diplomaat en staatsman zich richten naar dte omstandigheden. In de strek king van de Duitsche politiek is Diets gewij zigd. Wie een „fait nouveau" zoekt, zal dit in de Duitsche staatskundc niet vinden. Voor zooverre echter getracht wordt, d© volkenrech telijke positie van Marokko te wijzigen of, wat de economkche ontwikkeling van dit land aangaat, de open deur te controleeren. moeten wij ook in grooter mate dan vroeger er op toezien, <jat onze economische belangen in Marokko niet in gevaar worden gebracht. Wij zullen ons hieromtrent wei-dra met den Sultan van MaTokko in verbinding stellen. Graaf Biilow critiseerdc in het vervolg van zijne rede scherp de houding van Bebel ten aanzien van de mijnwerkersstaking. Hij ver dedigde de houd-'ng van de r geering en zeide - Het einddoel van de sociaal-dtemocratie moet uitloopen op onmacht van het land naar bui ten, op anarchie in liet binnenland. (Tegen spraak bij dc sociaal-democraten.) De Rijkskanselier eindigde aidus: De over groot© meerderheid van het Duitsche volk wil niets weten van de dictatuur van hét prole tariaat, van de tuchthuis orde die dé sociaal democratie ia uitzicht stelt. Het Duitsche volk wil niet de kalme, vreedzame, wettelijke ontwikkekng verwisselen tegen een warboel die, naar de oude historische ervaring slechts met den sabel kan worden ontward. (Leven dige toejuichingen.) In den verderen loop van het debat pro testeerde Bebel tegen wat graaf Biilow had gezegd over het einddoel van de sociaal-de mocratie. De rijkskanselier kensohetste dit be toog van Bebel als een terugtoebtskanonnade hij herinnerde aan de woorden van Bebel op het socialistencongres te Amsterdam.- „De republiek is niet zoo goed, en de monarcikie is niet zoo slecht als wij sociaal-democraten haar voorstellen." (Toeiuichingen.) Ten slotte werden d> verschillende hoofd stukken der begrooting zonder debat van veel beteekenis definitief goedgekeurd. Engeland. Londen, 29 Maart. In het Lagerhuis ver klaarde minister Balfour dat de regeering niet voornemens was eenigen stap te doen naar aanleiding van de gisteren aangenomen motie-Walton. Londen. 29 Maart. Het ministerie voor Indië bericht officieel, dat het Britsche ge zantschap naar Kaboel zijn taak heeft ge ëindigd en eene overeenkomst heeft gesloten. Het gezantschap heeft Kaboel verlaten en is thans op de terugreis naar Indië. Spanje. In An-dalusie heerscht op landbouwgebied eene crisis, die volgens de berichten een drei gend karakter aanneemt De berichten üit talrijke plaatsen doen de uitbarsting van ernstige onlusten vreezen, wanneer de droog te nog eenige dagen aanhoudt. De maatrege len van de overheid waren tot dusver gehe 1 ontoereikend. Hongarije. Het schijnt, dat de aanwezigheid van den gezant te Berlijn Szögyenv-Marioh in de hoofdstad van Hongarije toch in den politie- ken toestand eene omkeering ten goede zal uitwerken. Er wordt druk geconfereerd tus- sehen den gezant en de leiders van de nu meerderheid geworden oppositie. De kansen op het tot stand komen van een coalitie-mi nisterie zijn daardoor weder gerezen. Graaf Julius Andrassy zal zich weer belasten met het voeren van nieuwe onderhandelingen. Aan een hofdiner heeft de Keizer tegenover Frans Kossuth de hoop uitgedrukt, dat het zou gelukken eene bevredigende oplossing van de crisis te vinden. Rusland. Petersburg, 29 Maart. Dé vice-admiraal Doeba-ssouw is tot adjudant-generaal van den Keizer benoemd met handhaving in zijin te genwoordig ambt. Petersburg, 29 Maart. De Keizer heeft aan den gouverneur-generaal te Warschau een schrijven gericht, waarin er op gewezen wordt, dat met de vernieuwing van het burgerlijke leven in het Weichselgebied in de laatst ver- loopen 40 jaren eene ree1» van behoeften op den voorgrond gekomen is waaraan de regee ring than3 hare bijzondere aandacht schenkt. In overeenstemming daarmede draagt de Kei zer den gouverneur-generaal op, terwijl hij overeenkomstig de wet met vaste hand de kunstmatig verwekte woelingen moet onder drukken. over te gaan tot het uitwerken van hervormingen, die erkend worden noodzake lijk te zi>n voor de welvaart van het onaf scheidelijk met- de overige deelen van den Russischen staat- verixmden gebied. De Central News verneemt, dat de Rus sische regeering met het oog op de moeielijk- heid om 't over de voorwaarden eens te wor den, voor goed het plan heeft laten varen om eene nieuwe leening in Parijs te sluiten Reval, 29 Maart. In talrijke proclamaties worden de arbeiders aangespoord om tegen Zondag 2 April een massa-betooging te orga- niseeren. Op de fabriek van Doigahet zijn de onlus ten reeds begonnen. De onlusten in Jalta (Krim) begonnen eer gisterenavond. Op vijf plaatsen werd brand gesticht; het blusschingswerk werd verhin derd. De gemeenteraad van Jalta besloot in een gisteren gehouden buitengewone zitting zijnen dank uit te spreken aan die personen, welke de verdediging der burgers op zich hadden genomen, nadat gebleken was ,,de volkomen ongeschiktheid der politie om leven en eigen dom te beschermen". Er werd besloten een zelfverdediging te organiseeren en deze op te dragen aan een bijzondere commissie, die tevens de quaestie van de bescherming der aangevallenen en de vraag naar de oorzaken der onlusten zal trachten op te lossen. Het schijnt dat baron Nolken, het hoofd der politie te Warschau, het behoud van zijn leven te danken heeft aan het slechte mikken van zijn belager, die de bom achter het rijtuig wierp in plaats van er onder. De dader moet een aantal medeplichtigen gehad hebben. Verscheidene tot de armere volksklas»© bchoorende personen, die langs verschillende straten in de richting van het kasteel gingen, werden aangehouden door als werklieden gekleede personen, die hun op waarschuwenden toon aanrieden een anderen weg te nemen. Dit geschiedde kort voor het oogenblik van den aanslag. Creta. Kanea, 29 Maart. Prins George heeft eene proclamatie uitgevaardigd, waarin hij den Kretenzers mededeelt, dat de mogendheden hunne troepen last gegeven hebben de órde te herstellen. Hij heeft den mogendheden verzocht hunne actie zes-en-dertig uren uit te stellen, om hem in staat te stellen de op standelingen te waarschuwen, die hij nog maals aanspoort terug te keeren naar hunne woonplaatsen. Zuid-Amerika. President Roosevelt n.eft een voorstel aan genomen van Sint-Domingo, waarbij commis sarissen zullen worden benoemd om zekere inkomsten, inzonderheid invoerrechten, te beheeren en een deel daarvan onder de bui- ten-landsche schuldeisohers van de Domina- kaansche republiek te verdeelen. Zuidwest-Afrika. Berlijn, 29 Maart. Een officieel telegram uit Windhoek bericht, dat de verliezen van de afdeeling-Kirohner in de gevechten bij Kosis, Geibanes en Aub op 10 en 11 Maart- nader aldus worden opgegeven: gedood 11 man, zwaar gewond 10, licht gewond 11. De oorlog in Oost»Azië. Van den oorlog zijn de volgende berichten De Times bericht, dat het leger van gene raal Linjewitsch van plan schijnt t© zijn zich t© handhaven in zijne tegenwoordige stellin gen, maar dat het twijfelachtig is of het daarin zal slagen wegens de ophanden zijnde bezetting van Kirin door generaal K am a moe- ra, die aldus de verbindingen van Linjewitsch zou bedreigen. Londen, 29 Maart. De Engclsche stoomboot „Dart", komende van Rangoon, rapporteert, dat zij den 19. Maart 30 oorlogsschepen en 14 kolenschepen is gepasseerd, stoomende in oostelijke richting op 250 mijlen ten noord oosten van Madagaskar. Petersburg, 30 Maart. De Russkoje Slowo bericht op grond van betrouwbare inlichtin gen, dat het vierde eskader, waarvan de uit rusting met kracht wordt bespoedigd en dat- veel sterker zal zijn dan aanvankelijk be doeld was, in April gereed zal zijn om uit. te loopen. De Petersburgsche correspondent van de Times deelt mede: Ofschoon het Russische ministerie van mari. verklaart nog zonder berichten te zijn over de bewegingen van ad miraal Rodjestvensky heb ik do meest ge grond. redenen te verklaren dat zijn vloot- Madagaskar heeft verlaten en dat zij. tenzij gedwongen door slecht weer, niet meer daar heen zal terugkeeren zoolang de oorlog duurt, ten einde iedere aanmerking te vermijden op het maken van inbreuk op de Fransdie neu traliteit. Petersburg, 29 Maart. Het Petersburgsche Telegraafagentschap verklaart, dat dc mede- deeling van Reuter over de bereidwilligheid van Rusland tot vredesonderhandelingen on juist is. Ondanks het algemeene verlangen naar het- einde van den oorlog, heeft Rusland geen vredesvoorwaarden voorgesteldook worden zulke voorwaarden niet uitgewerkt New-York, 29 Maart. De Petersburgsche correspondent van de Assoc. Press bericht, dat hij in staat is mee te deelen, dat reeds een eerste stap in de richting van den vrede 32 Roman van M0RITZ VON REICHENBACH. Friedrich zweeg een oogenblik. Hij. kende zijn meester en wist wel, dat deze bij het eenmaal genomen besluit zou blijven. Hij wist trouwens eveneens, dat de graaf zoo goedhartig was, als hij dikwijls opvliegend of kort aangebonden kon zijn en daarom antwoordde hij, al deed de arme jongen het ook met een zucht ,,'tls goed, mijnheer ik zal niet- meer naar Gusta toegaan." „BestLoop dan maar dadelijk naar dok ter Stein en veizoek hem uit mijn naam de patiënte onder zijn behandeling te willen nemen." „Om u to dienen." „Wacht oven, ik, zal je een paar regels voor den dokter meegeven dan hebben wij kans, dat hij haar dadelijk gaat bezoeken. Hoe heet het meisje cn waar woont, zij „Zij heet Auguste Müller en woont in de Stialauer-Strasze No. 3 achterhuis twee trap pen hoog, rechts." De graaf schreef een briefje, dat hiji aan den dokter adresseerde en aan Friedrich ter •band stolde. „En ik blijf mijnheer wel steeds dank baar," zeide Friedrich, het briefje aanne mend maar het kwam er flauwtjes uit en de brave kerel zette daar bij zulk een arm zondaars gezicht, dat Kurt Mellow weder zijn wenkbrauwen fronste en wederom naar zijn brieven greep, terwijl zijn bediende zich verwijderde. Wat Ir j te lezen kreeg, boezem de hem weinig belang in; hij stond op en begon in de kaïnier heen en weer te loopen. „Die verwenscht© vrouwenhistorie's bromde hij, en daarbij kwam hem het- ont dane gezicht van zijn goeden Friedrich als een stil verwijt voor den geest. Inmiddels was het tijd geworden om wat toilet te gaan maken. „En nu heb ik dien kerel, dien Friedrich, weggestuurd en moet zelf maar, zoo goed en zoo kwaad als het gaan wil, mijn dingen bij elkander zoeken. Dat kost mij minstens een half uur meer tijd dan ik anders noodig heb," mompelde hij voor zich heen. 1 Hij deed de deur vam zijn kleedkamer open. Daar lag alles keurig netjes voor hem i gereed, niets was vergeten, zelfs geen zak doek en geen handschoenen. ,,'t Is toch eigenlijk een best© vent, die Friedrich1, maar dat heeft de schelm alleen I gedaan, oandat hij ziahi verbeeldde dat ik hem dlaai wél zon toestaan om zijn- Gusta te gaan opzoeken." I Dit zeide denkbeedd ging met allerlei vari anten den graaf onder het. aankleeden door het hoofd, maar gedurende den loop van den dag had hij Friedrich en de heele geschiede- nis nagenoeg vergeten. Des te levendiger bracht den volgenden morgen Friedrich's armzalig gezicht hem j alles weder in herinnering en toen hij do deur uitging, besloot hij zelf eens bij den dokter te hooren, hoe het met dé zieke stond en of zij spoedig op de been zou te brengen zijn. Nadat hij van Friedrich de belofte had gevorderd-, om niet meer naar dat meisje om to zien, voelde hij zichi voor hare genezing in zekeren zin verantwoordelijk. Hij vond den dokter niet thuis en, gewoon als hii was om nooit iets ten halve te doen, nam hij een rijtuig en begaf zich daarmede naar de Stral a-uer-Str asze Toen hij het rijtuig verliet-, zag hij -op kor ten afstand vóór zich op het trottoir een jonge blondine, wier gestalte, naar hij meen de, zooveel overeenkomst vertoonde met die vam prinses Razitowska. dat hij onwillekeu rig staa.ii bleef om de dame na te zien. „Onzin, wat zou zoo iemand als de prinses in deze buurt doen?" dacht hij maar hij bleef toch toekijken en zag toen, hoe de dame onder 't voort-loopen, bij eeai potten en pannenkelder, waar spiegeltjes en grof aardewerk op den grond lagen uitgestald, plotseling bukte eu van achteren, naar haar japon greep, die ergens aan was blijven har ken. Op 't zelfde oogenblik moest een van de dingen., die daar stonden, omgekanteld en gebroken zijn, want terwijl de dame nog in voorovergebogen houding bij den trapkel- der bleef staan, en moeite deed haar japon vrij te maken, kwam een oude vrouw, die zóó dik was dat zij met haar omvang den ge- heelen keldéringang vulde, op de bovenste trede van- de trap en begon daar met een vloed van gemeen© scheldwoorden de dame te overstelpen. Een ander vrouwspersoon, dat daar juist voorbij moest met een mand op het hoofd, zette die mand voor zich op den grond en sloeg de armen over de borst. ..Kijk me nou zoo'n modeprent eens aan," ondersteunde zij met een schel geluid liev heesohe gebrom uit de keldertrap, „dat ver- renueert tante Lehma-n's heele kraam, om dat zo der oogen met open doet en te groosoh is om op het goed van arme men- ■vherte letten! Nou, wacht maar, er koont nog eens een tijd, dat ik en vrouw Leihmann met zij en satijn loopen t© pronken en dat jijt, fijn poppetje, de ondervinding opdoet, dat de honger waarachtig niet de beste saus is, zooals jelui zegt, die niet weet wat hon ger is!" „Jas"' bromde nu de dikke vrouw uit den pottenwinkel weer, „wacht maar, jelui voor- uaarn gespuis, als wij eenmaal boven drijven, dan zullen wij jelui alles wel betaaid zetten dan krabben we jelui de oogen uit den kop Een schoenmakersjongen, tuk op een standje, hing de saamgebonden laarzen, die hij bij zich had. om zijn hals en schreeuwde luid „HoeraLang leve tan-te Lehlmann, weg met het. rijke gespuis!" Kurt Mellow was thans dicnterbijl geko men; hij zag, dat hij zich niet had vergist en dat heb inderdaad de prinses was, die te vergeefs beproefde om den opgekomen storm door enkele gcinstellende woorden te bezwe ren, terwijl zij de dikke vrouw eenig geld aanbood bij w.jze van schadevergoeding. „Gold?" riep het wijf, „nee, geld is niet genoeg, je moet me ook om vergeving vrar gen 1 De vrouw met de mand en de schoenma kersjongen beletten de prinses verder te gaan. „Ik heb u nagenoeg geen schade berok kend, het was bij ongeluk, dat weet ge wel, en ik wil u de schade vergoeden," zeide de prinses, terwijl de twee vrouwen daarop eerst recht een strijdlustige houding begon nen aan te nemen. Enkele voorbijgangers bleven een ooge-olik er bij stilstaan, maar liepen toch weer verder, toen Kurt Mellow de prinses ter zijde kwam en haar zijn arm aanbood. „Zeg eens, mensdhen, We zijn hier niet in den Rijksdag, en op de publieke straat wor- dou geen redevoeringen gehouden," zeide hij. Of nu zijn kloeke houding onwillekeurig tot eerbied dwong, of dat de toespeling op den Rijksdag in den smaak viel van het Berlijn- sche publiek, dat steeds voor een aardigheid vatbaar is. het gekijf en gescheld hielden con oogenblik op, en eer men nog vóór of tegen hom partij had kunnen kiezen, was de graaf reeds met Mascha door ge- loopen. Terwijl hij| haar naar een naast bi j|- zijnde, standplaats van huurrijtuigen geleid de, stoorde hij zich niet aan de scheldwoor den. die hun achterna werden gezonden. De prinses had zwijgend den aim van haar beschermer aangenomen, maar daarbij had zij hem aangezien, alsof zij wilde zeg gen: „ik ga met- v» mee, omd'a/t- die scène mij verveelt-, maar ik had uw' hulp volstrekt niet ingeroepen!" Wordt r riolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1