ar. ars.
3'* Jaargang.
Maandag 3 April 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
P« 8 maanden voor Amersfoortf 1.35.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dageljjks, met uitsondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nnr
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF ft O.
Utrechts chest raat 1. Intercomm. Telephoonnummer 00.
PRIJS D£R ADVERMOmfir:
Tn 1—8 mgria
ïlk. regel
Groot© lettert naar jfTaalmiltata.
Voor handel en bedrijf bestaan
hak. herhaald advert ©ére® in dik Blad bjj
circulairs, bevattend# de voorwaarden,
toegezonden.
Politiek Overzicht
Duitsohland en frankrijk in Marokko.
Het bezoek van den Duitschen Keizer aan.
Tanger, de Marokkaansche havenstad, ia
sleahts kort geweest; de ongunst vam het
weder heeft met de overwegingen van de
hooge politiek samengewerkt om het tot en
kele uren te beperken. Maar de beweging, die
door dit bezoek is opgewekt, zal vooreerst nog
niet tot rust komen.
Wat de Keizer in Tanger heeft ge
zegd. is niet in alle bijzonderheden be
kend. Men weet evenmin met stellige
zekerheid wat hii tot den oom en afge
zant van den Sultan van Marokko, sjeik
Abdul Malek, heeft gezegd als wat de brief
van den Sultan aan den Keizer bevat. Van
de woord an, die de Keizer tot de vertegen
woordigers van de Duitsche kolonie in Tanger
heeft gezegd, zijn verschillende lezingen ver
spreid. Volgens de eene lezing, heeft hij ge
zegd, dat hij gekomen was om Duitscblands
be'angsbelling te doen kennen voor Marokko,
dat een vrij land is em moet blijvenvolgens
eene andere, dat het hem verheugde de ver
tegenwoordigers te kunnen begroeten van
Duitsclilands handel en nijverheid, die hem
zullen helpen in het streven om in een vrij land
ten allen tijde de belangen van het Duitsche
moederland hoog te houdenvolgens eene
derde, dat rijn' bezoek de gedachte moet die
nen van de gelijkgerechtigdheid van alle na
tiën. Hoe verschillend d ze lezingen ook
kiinken, er is toch in alle drie dezelfde grond
gedachte te onderkennende belangstelling
van Duitsch.la.nd voor Marokko en de onaf
hankelijkheid van dat land.
Op den dag van het bezoek vam den Düit-
schen Keizer aan Tanger gaf eene interpel
latie van bevriende zijde in den Senaat den
minister van buitenlandsohe zaken van
Frankrijk gelegenheid, om licht te versprei
den over het standpunt van zijne regeering
in de zaak. Veel wijzer is men daardoor ech
ter niet geworden De minister begon met
te verklaren, dat niets in de Marokkaansche
politiek van de Fransche regecriing de opge
wondenheid kan verklaren, die is gewekt,
maar wat Frankrijk met zijne staatkunde in
Marokko eigenlijk beoogt, daarover heeft hij
mnets losgelaten. Er vertoeft na juist een
Fr an scli gezantschap in Fez, dat volgens de
algemeen© verwachting uitvoering moet ge
ven aan de bevoegdheden, die Frankrijk kan
ontleenen aan het verdrag, dat den 8en April
van het vorige jaar met Engeland gesloten
werd. Maar over de opdracht, die aan dat
gezantschap is meegegeven, vond de Fransche
minister het raadzamer bet stilzwijgen te be
waren. Men is daarover nu nog even wijs als
vóór de interpellatie. De geruchten, die daar
over loopen, houden in, dat in hoofdzaak drie
edsohen door Frankrijk aan den Sultan van
Marokko worden gesteld: reorganisatie van
het Marokkaansche leger onder leiding van
Fran&che officieren, invoering van Fransch
toezicht op het bestuur en opdracht van het
financieele en het belastingbeheer aan Fran
sche ambtenaren. Maar iuist die geruchten
zetten kracht biï aan het verlangen om meer
te weten omtrent Yamkrijks voornemens,
want eene inwilliging van de hier genoemde
eischen zou een 'ramsob protectoraat in Ma
rokko tot werkeli'kheid maken, dat voor de
andere natiën den weg zon versperren om
aan de economische ontginning van Marokko
op gelijke wijze deel te nemen als de Fran-
Bohem.
De oorrespondent vzm de Vossdsche Ztg. te
Parijs verwijt minister Delcassé, dat hij eene
ernstige fout heeft begaan, door te meenen,
dat hij een grooten onafh an kei ij ken staat
bij het Fransche bézit kaai inlijven zonder
daartoe de toestemming van het Duitsche rijk
te bekomen. Hij schrijft:
,,De Fransche regeering maakt zich gereed
tot de verwezenlijking van het verdrag over
te gaan. Hij heeft den heer Saint-René Tail-
landier in buitengewone zending near Fez ge
zonden, om den Sultan Frank rijks voorstel
len mede te deelen. Het oogenbhk is dus ge
komen om Frankrijks positie tegenover Ma
rokko naar alle zijden zeker te stellen. Wan
neer de heer Delcassé dezen weg thans niet
inslaat, dan zal hii hem later veel moeielijker
kunnen betreden. Intusschen schijnt de heer
Delcassé andere bewegingen te beramen. Op
den rechtmafcigen wensch van Duitschland.
hardefcbelaagtti in Marokko wor
den geëerbiedigd, wil hij antwoorden met eene
veel zeggende verwijzing naar zijn invloed in
Madrid en naar zijne -iendschap met Enge
land. Dat laat slechts ééne verklaring toe
„Wanneer Duitschland 't met ons aan den
stok wil krijgen, dan moet het weten, dat wij
in de wereld niet alleen staan. Rusland kan
ons voor 't oogenblik misschien niet van
veel nut zijn, maar wij hebben in ieder ge-
va Engeland, misschien ook Spanje voor ons"
De heer Delcassé ia sedert jaren er aan bezig
door het aanknoooen van zoo vriendschappe
lijk mogelijke betrekkingen nut alleen met
Engeland en, met Spanje, maar ook met den
.--dvtrft Ttabë Ductschland te isolee-
ren. Zou hij thans bet oogenblik gekomen
achten, om de vruchten van zijne geduldig et»
fijn gesponnen diplomatie te plukken? Wan
neer hii in deze zelfmisleiding bevangen is,
dan zullen de helder ziende en beproefd vre
delievende elementen der Kamer gelukkig
vormen die de groot© meerderheid goed
doen, den heer Delcassé daaruit wakker te
schudden tot de kennis van de werkelijkheid,
voordat betreurenswaardige complication
het op onzachter wijze doen."
Duitschland.
Tanger, 81 MaartDe oorrespondent van
Wolff's bureau bericht nog, dat de Keizer
bij de landing de tot zijne ontvangst aan
wezige Duitsche kolonie begroette met eani-
ge woorden in de Duitsche taal, waarin hij;
deed uitkomen, dat zijn bezoek in Tanger
dienstbaar zou zijn ^an de gedachte van
gelijk recht -< ot alle natiën.
De toespraak van d«n Keizer werd met
groot gejuich ontvangen. Over 't geheel be
groette Duitschera, Spanjaarden en Engel-
schen de Keizer met de grootste vreugde en
met betuigingen van sympathie. Vele op
schriften heetten den' Keizer welkom en lie
ten het vaderland en de onafhankelijkheid
wan Marokko leven.
In het Duitsche gezantschapsgebouw had
de Keizer een lang gesprek met den 3jeik
Abdel Malek, die hem een eigen handigen
brief van den Sultan overbracht. De Keizer
antwoordde op de toespraak van Abdul Ma
lek. De Keizer begroette hier ook vriend
schappelijk den oud-minister vam oorlog El
Monebhi en den tegenwoordigen minister
Macleam
Oruder saluutschoten van de forten en van
de Fransche oorlogsschepen, vertrok de kei
zerlijke stoomboot met het begeleidende oor
logsschip bij somber weer naar Gibraltar.
Tanger2 prilVolgens berichten uit
vertrouwbare bron zeide Keizer Wilhelm tot
Sheik Abd-el-Malek, dat liij den Sultan een
bezoek kwam brengen im diens hoedanigheid
van onafhankelijk souveredm en hoopt, dat
Marokko onder di^is bestuur zal worden
opengesteld voor den vreedzamen wedijver van
alle volken, zonder monopolie of uitsluiting.
kn een brief, die in het Duitsche gezante
schapshotel werd voorgelezen, zege de Sultan,
dat hij zich de vriendschap herinnert, die
steeds heeft bestaan tusschen zijne voorvade
ren en Duitschland. Hij wenscht deze vriend
schap uit te breiden en te versterken, zooveel
in zijn vermogen is.
De eizer antwoordde met den wenach uit
te drukken voor den voorspoed van Marokko
en voor het welzijn van de Europeeeche vol
ken, dio met Marokko handel drijjven en,
naar hij hoopt, op den voet van volkomen
gelijkheid zullen staan. Ten slotte zeide de
Keizer, dat zijn bezoek aan Tanger aan
duidt, dat hij besloten is het mogelijke te
doen om Duitsch land's rechten in Marokko
doeltreffend te verzekeren en dat hij zich met
den Sultan, den volkomen vrijen souverein,
zal verstaan over de middelen om daartoe *e
geraken.
De Keizer zeide nog, dat bij de door den
Sultan voorgenomen hervormingen groot©
voorachtigGiead in acht genomen moet wor
den.
Gibraltar, 1 A-pril- De Duitsche Keizer
is om half zes naar Port Mahon vertrok
ken.
Frankrijke
Parijs1 April. De senator Launay deed
minister Delcassé eemge vragen over de
Franaeh-Ethiopische spoorwegen. De minister
antwoordde, dat de negus Menelik, die reeds
machtiging had gegeven tot den aanleg van
het eerste gedeelte van den weg, nu ook
toestemming heeft verleend voor den aanleg
van het laatste gedeelte. Die regeerirag zal
niet medewerken om een dier beide deelen
vaai dezen weg internationaal te maken ziji
heeft subsidie verleend opdat de geheel©
spoorweg een Framsoh karakter zou bewaren.
De regeering zou van Djiboeti slechts een
vrijhaven maken, wanneer zij dat geraden
acht, zonder zich op dat punt dootr interna-
tionnale overeenkomsten te binden. Zij zal
alle maatregelen bevorderen, die strekken om
de onafhankelijkheid van Ethiopië te verze
keren.
Hongarije.
Kossuth, de leider van de oppositie, be
veelt thans eene vreedzame oplossing van de
crisis aan, wanneer de Kroon de verhooging
van het recruten-contingent en de voorgeno
men hoogere uitgaven zóó lang terug stelt,
totdat de appositie haar programma betref
fende de binnenlandsehe bestuurshervonning
en de voorbereiding der splitsing van het
toigebied ten uitvoer kan brengen. Tot aoo-
lang moet de oppositie haren eiscli der invoe
ring van het Hongaarsdh al» oommandotaal
hij het leger laten varen.
Het uitvoerend comité van de oppositie
heeft over dit compromis-voorstel vergaderd,
maar het wordt betwijfeld of het voorstel tot
besluit zal worden verheven. Eene omstreeks"
60 leden tellende fractie van de oppositie
houdt vast aan den eiseh der onveranderde
aanneming van de eischen. Het wordt daar
om betwijfeld of de vrede op dezen grond
slag zal tot stand komen.
Rusland.
Petersburg1 April. Volgens de inlichtin
gen van het Petersburgsche telegraaf agent
schap is de inschrijving op de nieuwe binnen-
landscho leening bij de banken met groot
9ucc©3 voltrokken.
Tweede bericht. De leening is zoo
sterk overteekend, dat op grond van de op
1 April in de hoofdsteden bekende insdhrij-
vingen, den inschrijvers niet meer dan 40
percent kan worden toegewezen.
De heilige synode heeft besloten, de toe
stemming van den Keizer tot bijeenroeping
vau een concilie van de orthodoxe Russische
kerk te verzoeken. Wat dit bericht te betee-
keneu heeft, blijkt uit het volgende telegram
uit Petersburg:
Den 22. Maart zou in heb minister-oomité
eene bespreking plaats hebben over de her
vorming van de orthodoxe kerk. Op verlan
gen van den voorzitter van het minister-co
mité stelde de metropoliet Antonius een her-
voraungsontwerp op, dat rekening hield met
de wenschen van do geestelijkheid en waarin
was. bepaald, dat de kerk den bestuursvorm
van de 16. en 17. eeuw weer zou aannemen.
De procureur van de heilige synode Pobjedö-
uoszew was het niet eens met dit ontwerp en
verzocht den Keizer, de behandeling van deze
zaak in het minister-oomité te verbiedlen, om
dat de zaak uitsluitend tot de bevoegdheid
van de synode behoorde. Aan dit verzoek
werd gevolg gegeven, en de vraag werd naai»
de synode verwezen. Pobjedonoazew verklaar
de daarna alle hervormingen voor onnut. De
synode deelde deze meening niet en verklaar,
de het integendeel voor onvermijdelijk noo-
dig, terug te keeren tot het bestuur van de'
kerk door één persoon; zij besloot dén Keizer
te verzoeken om goedkeuring der bijeennoe-
ping van een sobor, waarin die verkiezing van
oen patriarch zal geschied i.
De leden van de heilige synode wenschen
dus in tegenstelling tot Pobjedonosaew, dé
wedei-invoering van de Russische waardigheid;
van liet patriarchaat. Dit w^ i in 15 door Ion
Czaar Boris Godoenow, toen hij die Russische
kerk van het patriarchaat te Konstantinopel
losmaakte, gesticht en in 1721 door Peter
den; Groote weder opgeheven. Sedert berust
het opperbestuur van <d» geestelijke zaken dér
Russische kerk bij de heilige synode, terwijl
het kerkelijke oppergezag, dat vroeger den
patriarch toekwam, ten deel gevallen is aan
den Gzaar, die de „handhaver van de dogma's
en hoeder van- de rechtgeloovigheid en' van
de geheele kerkelijke orde" ia.
Petersburg, 1 April. (Petersburgsch tele-
graaf-agenteehap)Het ijs van de Newa is bij.
SchlüsBelburg over eene lengte van 3 K.M.
losgegaan.
Saratow, 1 April. In den stadsschouwburg
alhier onstonden gisteren groote opstootjes,
toen twee advocaten over de vragen van «en
dag wilden spreken en de politie hun dit wil
de beletten.
De politie riep infanterie te hulp en de
menigte verliet onder demonstraties dcff
schouwburg.
De troepen versperden den weg aan dV
menigte, uit wier midden revolve»scboten ge
lost werden.
39 personen zijn gearresteerd, bij wie re
volutionaire geschriften gevonl m werden
Lodz. 1 April. Naar den commissaris van
pol'tie is een bom geworpen, waardoor hij,
zwaar gewond is. De man, die d bom wierp,
werd door de politieagenten, die hean gevan
gen wilden nemen, gewond en daarna als ar
restant naar het ziekenhuis gebracht.
De ontploffing was zoo sterk, d'at a'.le rui
ten van de naburige huizen vernield werden.
Warschau, 2 April. Heden avond had «en
ernstig gevedht plaats tuaschen de troepen f n
de socialisten. De Israëlitische socialistische
bond had eene betooging georganiseerdde
troepen rukten op om de menigte te versprei
den en vuurden, waardoor twee personen:
werden gedood en aeven gewond.
Er hebben ook andere ongeregeldheden
plaats gehad. Den geheelen dag trokken
sterke patrouilles door de straten, omdat de
overheid voor verdere rustverstoring be
ducht is.
Petersburg, 2 April. In de Finland Gaseta
is een keizerlijk besluit opgenomen, waarbij,
naar aanleiding van het verzoek van den
Finschen landdag, de in Juli 1901 voor Fin
land uitgevaardigde militiewet tijdelijk bui
ten werking wordt gesteld, totdat de kwestie
door de wetgevende macht zal zijn beslist.
Hetzelfde blad beriaht, dat bij keizerlijk
besluit van 29 Maart de bepalingen betref
fende het ontslag van Fineohe reciterlijke
ambtenaren rijn opgeheven.
Japan.
Londen, 1 April. Hét Japanse he geeamt-
schap heeft uit Tokio een telegram ontvan
gen, dat voor de tot een bedrag van 100 mil
lioen yen uit te geven schatkistbiljetten is
ingeschreven voor 500 millioen, waarvan 70
millioen boven den inschrijvingsprijs.
Zuid-Afrika
Johannesburg, April. Loixi Milner nam
lieden to Johannesburg afscheid em vertrok
naar I*>renzo Marouee am van daar naar
Engeland terug te keeren.
Johannesburg, 2 April. Twee duizend Ghi-
neezen van de Noord-Rondfontein hij Kru-
gersdorp hebben gisteren den arbeid ge
staakt. Zij zijn ontevreden over hunne loo-
nen, maar de neehtsbreekaohe oorzaak van
de staking wias hunne weigering om meer
dan 12 inches per dag te boren. Vam de
agenten, die: wanen ontboden om rustversto
ring tegen te gaan, wenden eenogen gewond,
doch niemand' ernstig. 53 koelies werden ge
vangen genomende overigen keerden naar
hun kamp terug.
De oorlog in Oott-Aziè.
Van den oorlog rijn de volgende beriaht»#
Londen, 1 April. Het Japansche gezant
schap maakt het volgende telegram uit Tokio
van heden bekend: Een bericht, gisteren ont
vangen van een inboorling, komende uit de
richting v .n Hailucg, 87 mijlen zuidwestelijk
va-. Kirin, meldt, dat d Russische Tsoengoe-
zen onder bevel van kolonel Madikow uit de
buurt van- Hailung noordwaarts zijn getrok
ken. Deze vijand concentreert zioh nu in Ki-
De Börsenzeitung en de Russ berichten uit
Goensjoelin een levendagen verkenningadienst
van de Japanners. Particuliere berichten,
int Goensjoelin te Feteirijmg ontvangen, be
richten over eene den vreemdelingen vijan
dige houding van "e Chineeien. De Japan
ners, dte vaw het zuiden genaderd rijn. zet
ten den 31en Maart de omtrekkende beweging
voort.
In de militaire kringen te Pétersburg
wordt, volgens do Rtnskoj© Slowo, de mobili
satie van de tweede garde-i nfante riedivisie
al» eene uitgemaakt© zaak beschouwd-; rij
zal waarschijnlijk in vereeniging nzet de
garde-artillerie-brigade in het veld rukken.
Over de tweede garde-kavalleriedivdrie is nog
□iets bekend.
Peritni, 1 April. Vijf Russische. ©anlegSEche-
pen en een. sleepboot passeerden gisteren tegen
TPUMIIIII Wil.. .'J 1 I
34 Roman van
MORITZ VON REICH EN BACH.
HOOFDSTUK X.
Enkele dagen later was Friedrich zoo in
'toog loopend voortvarend om zijn heer en
meester te believen en draaide hij met zoo
veel verlegenheid om hean heen, dat de graaf
eindelijk uitriep:
„Maar, kerel, wat mankeert je toch? Wat
wil je eigenlijk?"
„Pardon, mijnheer, maar hij kwfam
niet verder.
„Komaan, vooruit! Wat is er?" bromde
Mellow ongeduldig.
„Ja, ziet u, mijnheer zou bet toch van
dokter Stein hebben gehoord en nu dacht
ik, dat 't maar beter was, dat ik het mijn
heer zelf zei, omdat het nu eenmaal beloofd
was
„Ha zoo, deugniet, heb je soms je woord
gebroken?"
„Tot nog toe niet, mijnheer, maar mijn
heer moet niet boos zijn en t mij vergeven."
„Wel, voor den duivel, zeg dan op, wat je
te zeggen hebt! Wat moet ik vergeven en
wat is er met dien dokter Stein?"
Friedrich stond in stijf-militaire houding
voor rijn meester.
„Ik wou mijnheer onderdanig zeggen, dat
Gusta eem anderen dbkter heeft en mijnheer
verzoeken
„Wat is dat nu weer voor onzin?" viel
Mjellow hem bulderend in de rede. ,,'tls im
mers de grootste dwaasheid, die er hegaian
kan wordlen, om den hemel weet welken
kwakzalver uit een. achterbuurt te gaan raad
plegen, als ik gezorgd heb voor een man van
gezag, zooals dokter Stein!"
„Ja maar, mijnheer, het is geen kwakzal
ver, die Gusta <nui bezoektHaar hoogheid
de prinses Ratzitowska heeft professor
Helm breekt gezonden."
„Komaan, de prinses mengt zich dus in
die zaak, zet mijp dokter onbeleefd ge
noeg voor haar professor aan den dijk en
nu kom- jij mij vertellen, met waar, dat je
onder zulke omstandigheden niet meer aan
je belofte gebonden bent? Een fraaie ge-
sahiedenis, op mijn woord, een allerfraaiste
geschiedenis."
„Ik wou alleen maar mijnheer onderdanig
vragen, of het mijnheer ernst was met de
bedreiging, dat ik moest heengaan, zoo ik
Gusta trouw blijf f'
„Of mij dat ernst, wae? Natuurlijk was mij
dat ernstIk bon. ik weet niet hoe lang al,
je heer en meester geweest, Friedrich, en ik
heb het beste met je voor! Geloof je niet
meer, dat wat ik bepaal en beveel, het beste
en het verstandigste voor je is, dan moet je
zelf maar zien, hoe je met je domme eigen
zinnigheid verder door de wereld komt
Friedrich werd zoo bleek al» een doek en
had moeite genoeg om stram en strak in de
eenmaal aangenomen positie te blijven staan.
„Ik wou mijnheer alleen zeggen," ant
woordde hij, „dat ik Gusta spreken moet,
want mijnheer moet niet denken, dat ik in 't
geheim iets wil doen, wat mijnheel' mijl ver
boden heeft."
„Maak dat je weg komt, kerelIk heb van
die geschiedenis met die Gusta al' meer dan
genoeg. Mijn .besluit ken je en daarin komt
geen verandering. Doe dus maar, wat je niet.
laten kunt. Over twee dagen, wil ik weten of
je bij mijl blijft of bdj Gusta uit! Geen
woord meer!"
Friedrich ging de kamer uit en Kurt Mel
low had weer een reden te meer om zich over
de prinses te ergeren. Hij was den- vorigen
dag op een soiree bij generaal Wangerow ge-
weest en bij die gelegenheid hadden zij elkan
der ontweken.
„Zij kent toch zeker mijn aandeel in die
Gustadiistorie," zeide hij, „en 't i» dus alleen
dwarsdrijverij van haar kant om mijn dokter
door haar professor te laten verdringen en
zich op te werpen als beschermengel van dat
verliefde paar, dat ik zoek te scheiden. Ja,
een vrouw ziet in waarheid nooit verder dan
haar neus lang ia en deze begrijpt natuurlijk
niet, welke gevolgen het hriaben moet voor
dien jongen, dien Friedrich, als hij met zoo'*
stadsnuf je trouwtZe komt zichzelf wie weet
hoe «del voor als bescheimster van dat paar
en niet een enkel woord heeft rij mij giste
ren van die geschiedenis gezegdJa, 'tis wear
ik heb haar niet gezocht, het zou haar immers
zoo vreeslijk spijten, zooals zijl zeide, om nog
maals gedwongen te rijn een ridderdienst van
mij aan te nemen, maar ik verbeeld mij toch,
dat het niet meer dan haar plicht ware ge
weest om mij iets van die dingen mede te
deelen."
Gedurende de eerstevolgende dagen had
Kurt Mellow geen enkele ontmoeting met Ma-
scha meer en hij begon de heele historie zoo
langzamerhand te vergeten, toen Friedrich'
hem op een goeden- morgen, met tranen in de
oogen en onder betuiging van zijn onverander
lijke gehechtheid, kwam verklaren, dat hij
heb toch niet over zijn' hart kon krijgen om
van Gusta te scheiden.
„De prinses zegt ook," voegde hij er bij,
„dat men rijn meisje niet in den stéék mag
laten om rijn meester te gehoorzamen, al
houdt men ook nog zooveel van hem. En rij
wilde mij in dienst nemen en als ik met Gu
sta trouwde, zouden wij. het allebei goed bijl
haar hebben
„Ziezoo lachte Kurt Mellow met verbe
ten woede„het wordt waarachtig hoe lan
ger hoe mooier. Zij heeft jou dus ook al van
mij afgetroggeldNut, haast je dan> maar om
naar jo prinses te gaan en te vergeten, hoe
wij van kindsbeen af met elkander hebben
op cn neca: gegaan, aL had ik ook altijd ge
dacht, dat wij met elkander oud zouden wor
den."
Friedrich, wiens oogen. vol tranen stenden
greep de hand van rijn heer.
„O, mijnheer," stamelde hij, „ik zou met
alles tevreden geweest ain, als ik maar met
Gusta trouwen en op Mellow blijven mocht."
De graaf schudde het hoofd.
„Neen," riep hij, „je weet nu eenmaal, dat
je maar hebt. te kiezen tusBcfaen dat meisje
en- mijWelnu, je keus is al bepaald, rie ik.
Je krijgt je rin en een goede plaat» er bdj
wat wil je nog meer?"
„Maar ik kan niet gelukkig rijn, als mijn
heer mij uit zijn dienst ontslaat,"
„Wees niet gek, Friedrich! De ben niet
boos op je en ik zal 't aiet vergeten, dat je
mij tot heden toe een trouwe dienaar bent
geweest. Maar doe mij het genoegen en
spreek, zoo laeg of zoo kort als je nu nog bij
mijl blijft, nooit meer van die zaak. Ik heb
er nu- meer dan .genoeg van."
Door 'b bedroefde gericht vami Friedrich
was zijn wrevel ontwapend geworden, maar
Kurt MWlow was boos op de prinses, omdat
deze zich in rijn particuliere aangelegenhe
den h«d> gemengd' en tegenover zijn autori
teit de hare kadi gesteld.
„Zoo goed1 als wij eikamder kennen, had
rij voor 't minst daarover met mij eer» paar
woorden kunnen sproken," bromde hij in
rijn baardmaar hij moest zelf lachen over
dat „goed kennen", dat hem onwillekeurig
was ontvallen. Konden rij elkander dan in
derdaad wel goed? Was hunne kennismaking
niet «ven vluchtig geweest als honderd soort
gelijke
Mellow haalde de schouders op.
„Och kom, ik wil mij over die heele zaak
niet- meer ergeren," zeide hij, „Friedrkh kan
rijns weegs gaan en die prinses insgelijks, ik
wil er mijn hoofd niet verder mee breken 1"
Voortaan verdiepte bij zich in zijn werk,
bezocht gezelschappen, maakte deze e» gene
dame zoo n weinigje bet bof en deed zijn best
om niet gepiqueerd te schijnen, als hij de
prinses ergens aantrof en zij met koele be
leefdheid rijn groet beantwoordde, zonder
een gesprek met hem te zoeken.
„Het ligt op haar weg die geeehiedenia
van Friedrich ter sprake te breaigen," meen
de Mellow, als zijn gedachten tegen wil en
dank bij de prinses verwijlden, en rij lachte,
danste, werd bijeonder gevierd en scheen
niets van die heele historie va» Friedrich en
Gusta te weten.
Zoo verliepen er een paar wintermaanden.
Wpréi MTffOIfd.